NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
$)e Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6333
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 23 FEBRUARI 1904.
HAARLEM'S DAGBLAD
een Agent gevestigd is (kom der
ABONNEMENTEN
PER ©RUE MAANDEN
Voor Haarlem 0 -
Voor de dorpen to den omtrek w
gemeente)
Franco per post door Nederland
Afzonderlijke nummers e
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem
de omstreken en franco per post
I.2C
1.30
1.65
0.02^
0.37^
0.45
Uitgave der Vennootschaf Lemens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
SI Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
|BI{ nummer behoort
een Bijvoegsel.
Haarlem's Dagblad van
23 Februari bevat o.a.
U De Spoorweg-Enquête, Buiten-
tdsch Overzicht, Oorlogsnieuws,
jgflBnnenl.-, Sport- en Gemengde
irichten.
Aan Abonnés, die Yerhoorcn uit de
Spoorweg-Enquête gaarne iu hun
gelieel zouden lezen, geven wij daar
toe, mits op een door ons te bepalen
uur, gaarne gelegenheid In onze
Bureaux, GROOTE HOUTSTRAAT 55
Redactie Haarlem's Dagblad.
HET VERSLAG
van de Enquête
der Staatscommissie
over de Spoorwegen.
Over den toestand van het perso-
leel van weg en werken zijn door de
inquöte-Commissie o.a. gehoord de
iccren N. H. VAN STEENWIJK, op-
ichter, te Haarlem wonende en M.
DE'BOER, schilder te Beverwijk, die
tan weg en werken gearbeid heeft
aaar wegens de staking is ontslagen-
De
loonen aan de wegwerkers,
too deelde de heer Van Steen wijk
nede, zijn van 1.20 tot 1.40 over zijn
laanvak, berekend naar zeven dagen,
oodat het minimum ƒ8.40 bedraagt.
Jverwerk wordt betaald met 1/10 van
iet loon, de eerste 3 uren worden
tbbel berekend. Seinhuiswachters
rdienen van^ ƒ1.50 tot ƒ2.—de
ichteressen 55 cents en 10 cts. per
g meer, wanneer zij een blok be
nnen.
Op een vraag, of de menschen van
tun loon en de opbrengst van den
Jrond, dien de Maats, hun kosteloos
jeeft om te bebouwen, redelijk kun
nen bestaan, antwoordde de beer Van
iteenwijk, dat dit nogal wat ver
schilde. Langs den weg gaat dat vrij
ped, maar in de steden is het min-
ier. Daar moeten de menschen te
reel verwonen. Te Haarlem hadden
k sr drie ontslag aangevraagd, omdat
f ij bij een loon van 1.20' per dag een
tuishuur hadden te betalen van f 2.50
of ƒ3.per week
f Dat de arbeiders bij winkeliers in
het krijt komen, had de heer Van
Iteenwijk niet kunnen bespeuren.
„Als mijn volk een 10-tons wagen
teenkolen durft koopen, dan zitten
ij niet zonder dubbeltjes.
I De heer Van Steenwijk gaf te ver-
taan, dat hij zijn personeel extra
verdiensten bezorgde in den vorm van
k lachtwerk en dat deden de menschen
f fraag.
De heer M. DE BOER, die als
childer dienst deed op de trajecten
CastricumHaarlem, Haarlem-Zand-
roort en VelsenIJmuiden, verdien
ie ƒ1.10 daags als wegarbeider, be-
ebend over zeven dagen en een toe
lage als schilder van 40 cts. daags,
erekend over 6 dagen. De wegwer
kers verdienden hoogstens ƒ1.30 per
berekend over zeven dagen. De
meesten hebben van de Maatschappij
ten woning in huur voor ƒ1.05. De
lude woningen verkeeren in slechten
oestand, ze hebben bijna geen bed-
- steden en de zolders zijn nietbescho-
ten. De slechte toestand van de wo
ningen overigens is veel toe te schrij
ven aan 't dreunen van de tuinen.
Van den grond, dien ze van de
Maats, in gebruik krijgen (600 M2)
kunnen de menschen aardige reve
nuen maken, wanneer zij den grond
in zijn geheel hebben. De meifechen
schijnen wel rond te komen, maar zij
eten bijna geen vet en krijgen kwa
lijk wat boter op het brood. Het
moest niet noodig zijn, dat de vrouw
wachteres is. De vrouw behoort in
haar huisgezin en niet bij een stel
boomen.
Redenen van Staking.
,,In den tijd van de eerste sta
king", aldus vertelt de heer Van
Steenwijk, had ik 35 zoogenaamde
ontevredenen, maar dat aantal werd
al spoedig minder, zooals bleek bij
de tweede staking."
Hij vroeg hun, of zij van plan wa
ren te staken en toen zij zeiden, dat
het loon zoo laag was en dat ze 10.
bij de bollenkweekerij konden ver
dienen, wees de heer Van S. hen op
hun loon en emolumenten, waardoor
naar zijn meening het weekloon stel
lig wel op ƒ10.50 kwam.
De toestand van het personeel hangt
veel af van den onmiddellijken chef,
niet in 't groot, maar in die kleine
dingen, die een opzichter of chef kan
toegeven, zonder dat de directie er
ongenoegen over maakt en waardoor
de tevredenheid toch in de hand wordt
gewerkt.
,,Bij mijn volk", zei de heer Van
Steenwijk, „wordt haast geen drank
meer gebruikt. Ik heb geen dronk
aards meer, wel 14 jaar geleden,
vooral in Haarlem.
De heer DE BOER, die voorzitter
was geweest van de afd. Haarlem van
de Nederl. Vereeniging van Spoor
wegambtenaren, verklaarde, dat hij
te Beverwijk de eenige was geweest,
die daar staakte, omdat naar zijn
meening de toestand van de arbei
ders, niet alleen te Beverwijk, maar
over het geheele land, verbetering be
hoefde.
In de af deeling Velsen kwamen de
menschen slecht ter vergadering en
kwamen zij wel, dan durfden zij nog
niets te zeggen, uit vrees voor de
gevolgen. De menschen wilden wel,
maar konden niet staken, want dan
wisten zij, dat zij er uit waren en zij
kenden geen ander vak, dan spoor
werk. Al wilden zij nog zoo gaarne
lucht geven aan hun gemoed, zij durf
den niet voor hun gezin, want dan
stonden zij op straat.
De Boer durfde er dan ook niet op
hopen, dat meerderen zijn voorbeeld
van staken zouden volgen. ,.Ik heb",
zegt hij, „weergegeven wat die ande
ren dachten en zij ziin in hun brood
gebleven."
De heer A. MOS, assistent eerste
klasse bij de plaatskaarten-contró'e
alhier.
Zijn dagelijksche diensttijd, na af
trek van schafturen, is in de vijf
eerste dagen respectievelijk 141,4
8 1/2, 15, 8 1/2 en 14 3/4, de zesde dag
is vrij.
De dienst te Haarlem vordert op
drukke dagen en Zondagen veel in
spanning en het personeel is niet tal
rijk genoeg. Zondags zijn er men
schen hij de contróle, die niet op de
hoogte van den dienst zijn. Bij fou
ten blijft het evenwel gewoonlijk bij
een berisping.
Het loon bij de contróle .begint met
ƒ1.35 en loopt tot ƒ1.90, maar het
duurt erg lang vóórdat men tot dat
maximum komt. Een bijkomend voor
deel is eén kwartje bekeurgeld voor
eiken reiziger, die met een ongeldig
plaatsbewijs wordt aangetroffen.
Vroeger waren er in het buurtver
keer tusschen Haarlem en Amster
dam veel menschen, die er onschul
dig inliepen, maar daar kregen de
contróleurs toch hun premie van. Dat
is nu vervallen. De premie is nu
hoogstens 2.50 in de maand, vroe
ger was ze wel ƒ7.50 ƒ10.—.
Hoewel er op het perron een uit
gang is, gaan toch de reizigers veel
binnen door naar buiten, wat botsing
en opstopping geeft. Het is bijna niet
uit te houden van de tocht en bijna
alle controleurs zijn dan ook al eens
daarvan ziek geweest.
In het voorbijgaan wees de heer
Mos nog op de diensttijden van de
ladingmeesters, bestellers en schaal- j
knechts, op de fout, dat ingeval van i
ziekte de twee eerste dagen nietwor-j
den uitbetaald, op de slechte wacht-1
kamer voor de conducteurs, op het
z. g. arbeidershok en op het ontbre-
ken van de gelegenheid om, wanneer!
rnen zijn brood wil eten, zich behoor-
lijk te wasschen.
Op de vraag, of er behalve de ge
noemde grieven, nog andere waren,
antwoordde de heer Mos „Er zijn
menschen, die nooit tevreden zijn, er
is dan ook veel te veel gevraagd en
daarom zijn wij daarmede niet mee
gegaan."
De heer H. M. LANGE VELD, sta- j
tionschef te IJmuiden, deelde mede
hoe de toestanden zijn aan dat sta-
tionde loonen van het personeel, de j
premiën voor het laden van visch en
andere goederen en dergelijke. Straf
fen doet de chef bijna nooit, geen 3
maal in een jaar, met een personeel i
van 44 man en hij meent, dat niet j
straffen gunstig werkt op de discipli-
ne. Op den goeden wil is straffen niet
bevorderlijk.
In April is aan dit station in 't ge
heel niet gestaakt.
De heer H. M. P. VAN EMMERIK,
commies le klasse en voorzitter van
den Bond van Orde, deelde uitvoerig
de oprichting van dien Bond mee en
wat deze beoogde.
Elke maand heeft het bestuur een
dag besprekingen met den heer Van
Hasselt over algemeene belangen van
het personeel (persoonlijke belangen
behartigen werd te moeilijk) en deze
besprekingen hebben zeer goede resul
taten.
De heer Van Emmerik zocht de re
denen der werkstaking in opzetten
door de sociaal-democraten. Hij wil
daarmee niet zeggen, dat er geen ver
betering was aan te brengenalles
werd echter met het vergrootglas be
keken.
Op de vraag of de loonen van het
mindere personeel te Amsterdam en
Haarlem te laag zijn, wilde de heer
Van Emmerik liever niet antwoorden,
daar hij als voorzitter van een Bond,
die in de verschillende toestanden ver
betering wil aanbrengen, zich niet
gaarne nu reeds door een antwoord
binden zou.
met algemeene stemmen werden ge
nomen.
Een van de grootste drijfveeren om
aan de staking mee te doen, was wel
voor velen de vrees, dat men. wan
neer de federatie het wou, en die mo
gelijkheid was niet uitgesloten blij
kens het gebeurde op den 31sten Ja
nuari, ontslagen zou worden.
Herhaaldelijk werd door den Voor
zitter de vraag gesteld, of niet de
staking in geheel het land zooveel
weerklank heeft gevonden, omdat de
loongrief bij de menschen zoo diep
zat. „Wel meende", luidde het ant
woord, „niet iedereen, dat het geld
noodig was, maar men had het gaar
ne. Men meende dat, wilde men meer
geld hebben, men op die wijze moest
samenwerken. Het was dus niet, om
dat de loongrief zoo diep zat, maar
omdat men afgesproken had dat, wan
neer er staking zou zijn, het om die
reden was."
Hierop volgden nieuwe vragen van
den voorzitter, waaruit bleek, dat hij
met dit antwoord niet voldaan was.
Wij laten die hier met de antwoorden
volgen
VRAAG. De feiten beweren dan toch,
dat er een zeer groote sympathie was
voor staking om lotsverbetering?
ANTW. Ik heb u al gezegd, dat men
er over het algemeen veel voor ge
voelde, om door staking tot verbete
ring van toestand te komen. Men had
dit nu eenmaal met elkander afgespro
ken en de een liet zich door den an
der meeslepen.
VRAAG. Feitelijk is het dus bij het
meerendeel van het personeel geweest
eene staking om het loon.
ANTW. Neen, dit wil ik niet zeggen.
VRAAG. Men deed het toch niet voor
de aardigheid, om eens rond te loo-
pen
ANTW. Men had als het ware een
leger van 6000 man, tot wie men zeide:
„wij zullen meer loon zien te krijgen
en daarvoor moet gij precies doen wat
ik zeg." Zij hebben blijkbaar allen
sympathie gehad voor dit denkbeeld.
VRAAG. Gij schrijft de staking toe
aan de krachtige organisatie van de
Nederl. Vereeniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel, die haar leger mo
biliseerde. Maar er hebben ook ande
ren gestaaktdie behoorden toch niet
tot dit leger, niet waar
ANTW. De anderen hebben niet ge
weten wat zij deden. De een liet zich
meeslepen, de ander intimideeren,
de schrik sloeg den menschen om het
lijf.
Hier deed Dr. Ariëns een vraag
op een ander gebied, zoodat deze
kleine woordenstrijd een einde had.
De heer Van Emmerik deelde nog
mede, dat de Bond van Orde toen 1800
leden telde, verdeeld over 14 a 15 af-
deelingen.
Buitenlandscli Overzicht Een eer8t* treffen te iau<j.
BE OORLOG.
Na de eerste staking werd er dwang
uitgeoefend. Men joeg den menschen
met bedreigingen vrees aan, zij durf
den niet van de vergaderingen weg
blijven. Wie wegbleef had den volgen
den dag een onaangenaam leven dit
had tengevolge, dat iedereen zich ging
voordoen als federatieman met hart
en ziel. Zoo biologeerden de menschen
elkaar. Slechts enkelen waren werke
lijk overtuigd, maar de anderen deden
alsof zij het waren. Op de vergade
ringen werd ook alleen gevraagd
„wie is er tegen?" Dan durfde nie
mand dit te zeggen. Vandaar dat de
besluiten tot deelname aan de staking
Natuurlijk kunnen wij er niet aan
denken, om ook maar een eenigszins
volledig overzicht te geven van deze
en al de andere uitvoerige verhooren.
Allicht geven wij dezer dagen eens
korte fragmenten, die ons interessant
toeschijnen.
Daar het mogelijk is, dat deze of
gene een verhoor in zijn geheel zou
willen kennen, deelen wij mede, dat
wij bereid zijn, ten onzen kantore
Groote Houtstraat 55, ons exemplaar
ter inzage te geven, mits men zich
vooraf met onze Redactie verstaat
over het uur, waarop men zou wen-
schen te komen.
Veel nieuws valt van 't oorlogster
rein niet te vertellen, het eenige
merkwaardige in verband met den
oorlog is de houding van Spanje, dat
alle allures aanneemt, alsof het met
een aanval wordt bedreigd. Wat Span
je eigenlijk vreest en waarom, is ons
niet duidelijk. Men schijnt te zinspe
len op een Fransch-Spaansch ver
bond, dat gesloten zou zijn.
Hier volgen de ingekomen berich
ten.
Spanje en de oorlog.
De „Temps" verneemt uit Madrid,
dat de regeering voornemens is in
het parlement de geruchten van een
verbond met een andere mogendheid
te logenstraffen, daar deze geruchten
de voornaamste reden zijn voor de
paniek op de Spaansche beurs. Niets
doet verwikkelingen of een aanslag op
de onzijdigheid van Spanje voorzien.
Gewagende van de onrustwekkende
beursgei-uchten, verklaart dn „Epoca"
met beslistheid, dat de Spaansche re
geering geen enkel verbond gesloten
heeft.
Het pantserschip „Alphonso XIII"
heeft last ontvangen het vertrek naar
Havana uit te stellen, om troepen
naar de Kanarische eilanden te kun
nen brengen.
Een divisie torpedobooten he^ft last
ontvangen zes linies torpedo's te leg
gen ter verdediging van de haven
Ferrol.
Ijverig gaat men voort met hetmo-
biliseeren der reserve.
Korea en Mantsjoerije.
De Russische telegraaf-agentuur be
richt, dat de tijding over Japansche
torpedo-aanvallen van den 14den een
verzinsel is geweest, ten doel hebben
de de Japansche vloot wat op te mon
teren. Waar daarin was alleen, dat
er een sneeuwstorm heeft gewoed.
Alle vroegere en latere pogingen
van de Japanners zijn niet zonder
verlies afgeslagen.
Den 9den deed de Japansche gezant
mededeeling aan den Keizer van Ko
rea, dat dit rijk van dien dag af zich
onder Japansch bewind bevond. In
dien de Keizer zich niet onderwierp,
zou het paleis door troepen worden
bezet.
De Russische kolonie te Sëoel was
in het gebouw der legatie bijeen die
te Tsjemoelpo met den consul aan het
hoofd in dat van de agentuur voor
zeevaart. Zij werden door Japansch?
soldaten omsingeld.
Noch de regeering van Korea, noch
de buitenlandsche gezanten hebben
van de Japanners een mededeeling
ontvangen van het afbreken der di
plomatieke betrekkingen.
Volgens een bericht uit Tientsin zijn
5000 Japanners te Tsjemoelpo ont
scheept.
Uit Peking wordt vernomen, dat
de Engelsche, Amerikaansche, Fran-
sche, Duitsché en Italiaansche ge
zanten een gemeenschappelijke nota
hebben overhandigd aan den Russi-
schen en aan den Japanschen gezant,
behelzende dat de oorlog tot Mant-
sjoerije moet beperkt blijven en niet
op Chineesch grondgebied overslaan
mag.
De kleine kruiser „Nowik" wordt j
gerepareerd.
De Russische kanonneerboot Mand
zjner, die te Shanghai ligt, heeft last
gekregen van Taotai de haven te ver
laten.
Het gerucht, dat een Chineesch es
kader zou komen tot bijstandverlee-
ning bij het handha'ven van de orde,
is ongegrond.
Uit Port Arthur wordt gemeld
j Langs den Mantsjoerschen spoor-
weg worden zonder moeite militaire
treinen naar de punten, waar troe-
pen worden saamgetrokken, vervoerd.
Zaterdag heeft een piket kozakken
i op Koreaansch gebied een kleine Ja-
pansche afdeeling aangevallen, die
onder bevel van een majoor stond. Bij
de gevangenen vond men kaarten en
andere stukken. Dit is de eerste bot
sing met den vijand te land. De Ko
rea nen leggen, jegens den Russischen
staf, een volkomen vriendschappelij
ke houding aan den dag.
Een Russische mededeeling.
I Ter rectificatie van de uit Japan
sche bron gesproten mededeelingen
over de gebeurtenissen, die onmid-
J dellijk voorafgingen aan het afbre-
ken der diplomatieke betrekkingen
'met Japan en den aanvang der vijan
delijkheden, maakt de ..Regeerings-
bode" het volgende openbaar
Den 16den Januari begon de keizer
lijke regeering dadelijk na ontvangst
der laatste Japansche voorstellen en
het onderzoek er van. Den 25en kreeg
Koerino op een desbetreffende vraag
tot bescheid, dat de Keizer de beraad
slaging over de voorstellen aan een
'bijzondere commissie had opgedra
gen, die den 2Ssten hijeen zou ko
men, dat de beslissing des Keizers
Vermoedelijk niet voor den 2den Fe
bruari zou vallen.
Den 2den Februari beval den Kei
zer een ontwerp voor een finale in
structie aan den Russischen gezant
te Tokio op den grondslag der ge
houden beraadslagingen samen te
stellen. Den 3en werden er aanAlexe-
jef drie telegrammen gezonden, die
den volledigen tekst van de ontwerp-
j overeenkomst met Japan, zoowel als
alle beweegredenen der keizerlijke re-
geering, eenige veranderingen der
Japansche voorstellen, en algemeene
I instructies voor den Russischen ge-
zant te Tokio bij de overgave van
het antwoord aan de Japansche re
geering inhielden. Om tijd te bespa
ren werden gelijk luidende telegram
men aan baron Rosen, den Russi
schen gezant te Tokio, gezonden.
Den 4den, derhalve 48 uur voor de
ontvangst van het bericht over het
afbreken der diplomatieke betrekkin-
gen door Japan, gaf graaf Lalisdorf
den Japanschen gezant kennis van de
afzending aan baron Rosen van het
antwoord op de voorstellen. Den 5den
j werd door den stadhouder een mede-
deeling van Rosen overgebracht, dat
I bedoeld antwoord was ontvangen. Den
6en te 4 uur namiddags overhandig
de de Japansche gezant volkomen
onverwacht aan den minister van
buitenlandsche zaken twee nota's,
waarvan de eerste de mededeeling
bevatte van het afbreken der verdere
onderhandelingen onder voorwend
sel, dat Rusland het geven van ant
woord op de Japansche voorstellen
ontweek, terwijl de tweede nota hét
afbreken der diplomatieke betrekkin
gen mededeelde, met de bijvoeging,
dat de Japansche gezant met het ge-
zantschapspersoneel den lOden Febru
ari uit St. Petersburg zou vertrekken.
Deze nota's gingen vergezeld van een
particulieren brief van den Japan
schen gezant aan Lamsdorf, waarin
de hoop werd uitgesproken, dat het
afbreken der diplomatieke betrekkin
gen zoo kort als maar mogelijk was,
zou duren. Denzelfden dag werd zoo
wel aan Alexejef als aan Rosen, aan
den Russischen gezant te Peking, en
aan die bij de groote mogendheden
door dringende telegrammen kennis
gegeven van het afbreken der betrek
kingen met Japan en na een keizer
lijk bevel betreffende het vertrek van
den Russischen gezant uit Tokio. Be-
doelde kennisgeving legt ook de ver-
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VON WERNER.
Speciaal bewerkt voor
Haarlem's Dagblad.
-J- Ik heet juffrouw Lundgren. Ik
ferzoek u, heer luitenant, mij alleen
Ie laten.
Als u mij eerst genade geschon
ken heeft eerder niet.
Nu, dan zal ik gaan.
Zij raapte de bloemen bijeen en
naakte werkelijk aanstalten te gaan.
iu echter versperde Koert haar den
doorgang.
U behandelt mij als een misda
diger zei hij verwijtend. Wat heb ik
dan voor ergs gedaan Uw woorden
in wat al te vrije vertaling weerge-
feven, om Philip Röder een poets te
lakken. Dat is nog een oude gewoon
te van mij uit onze jongensjaren. Ik
heb hem in Rotenbach reeds altijd
*oor den gek gehouden en hij merkte
tat nooit. Maar dat was toch niet
tegen u gericht en u kan het toch niet
kwetsen, als
Hij hield plotseling op, want Inga
keek hem aan voor 't eerst tijdens het
gesprek, maar het was een trotsche,
sombere blik, zooals hij nog nooit ge
zien had in de ondeugende, bruine
oogen.
Als u den vriend uit uw jeugd
de overtuiging geeft, dat ik nu ja,
dat ik verliefd op hem benvoltooi
de zij snijdend. Dat ik hem op voor
mij beschamende wijze tegemoet geko
men ben U moet wel een eigenaardig
idéé van meisjestrots hebben, als u
dat niet als kwetsend beschouwd.
Haar blik en toon deden raden, hoe
ernstig zij de zaak opnam.
Koert was getroffen, bijna ontwa
pend. Hij had zich op storm voorbe
reid, had verwacht, dat zij vol toorn
zou opspringen hem met verwijten i
overladen zou en nu stond zij daar
voor hem met die ijskoude uitdruk
king en gaf hem dingen te hooren,
waaraan hij in zijn overmoed heele-
maal niet gedacht had.
Zijn stem klonk eenigszins weife
lend, toen hij antwoordde
Hoe kan u een grap nu zoo op
vatten. hij was wezenlijk niet slecht
gemeend. U ziet toch, dat ik mij op
genade of ongenade overgeef en wat
Philip oetreft, voor hem komt het er
niets op aan, of hij zich nog een
domheid meer in 't hoofd haalt. U kan
hem uitlachen en wegzenden, dan kent
hij meteen het antwoord.
Wie zegt u dan, dat ik het doen
zal Hij is volkomen onschuldig en
hij kent mijn antwoord al. Ik heb hem
onlangs de oogen geopend.
Kóert beet zich op de lippen.
Heeft u zelf de zaak ter sprake
gebracht? Door Christiaan vermoe
delijk.
Natuurlijk door Christiaan. U
heeft mij gedwongen dingen aan een
derde te openbaren, die men anders
gewoonlijk onder vier oogen bespreekt.
Gelukkig begrijpt de eerlijke, naïve
jongen niet veel van hetgeen hij over
brengt. Ik heb den heer Röder uitge
legd, dat hetgeen hij voor tegemoetko
ming hield alleen medelijden was met
hem en zijn zielesmart, dat ik hee-
lemaal niet gedacht heb aan de mo
gelijkheid, dat hij iets anders voor
mij zou voelen. Dat is welis waar een
dwaling geweest. Bij hem heeft u uw
doel maar al te goed bereikt en hij
toonde mij dat op zoo roerende wijze,
dat ik niet over mijn hart kan verkrij
gen om dien reden boos op hem te
zijn. Dit alles kon wel eens anders
eindigen, dan u meent te weten.
Aan die woorden was maar een uit
legging te geven en de angst steeg den
jongen man naar 't hoofd.
Maar juffrouw Inga. dat kan
dat kan u geen ernst zijnzei hij
zenuwachtig. U kan mij voor allerlei
uitmaken, mij straffen, zooveel u
wilt, maar zoo'n wraak zou al te erg
zijn.
Inga trok de wenkbrauwen op en
boog zich weer over haar bloemen.
Ik begrijp u niet, heer luitenant.
Een wraak? Wat gaat dat u aan?
Wat het mij aangaat zei Koert.
Maar weet u dan wezenlijk niet ik
dacht, dat u het al lang geraden had.
Ik voel wel, dat ik juist nu geen recht
van spreken heb. maar als u mij met
zooiets dreigt, dan kan niets mij weer
houden te spreken.
Hij kwam wat dichter bij haar en
zijn stem kreeg een zachte, innige
klank.
Ik heb je lief gehad, Inga, van
het oogenblik af, dat wij samen in de
kleine boot naar de kust van je va
derland stevenden. Het was mij toen
reeds als voerde ik mijn geluk met
mij en heel spoedig daarna leerde ik
het volkomen kennen. Bij al dien over
moed en grappen groeide het op, dat
warme, diepe gevoel, dat is de zuivere
waarheid. Laat mij toch die domheid
niet zoo hard boeten, kijk mij toch
niet zoo vreemd en ijskoud aanIk
herken daarin de lieve, ondeugende
elf niet meer, durf zoo niet om uw
hand vragen. En toch zou ik zoo graag
die lieve hand grijpen en vasthouden
mijn leven lang mag ik
Er klonk zooveel hartelijke liefde
uit zijn woorden, maar nu kwam hij
te laat. Het jonge meisje ging achter
uit en toornig vlamden de bruine
oogen op.
U is wel goed, luitenant Fern-
stein, maar ik verlang meer achting
van mijn aanstaanden echtgenoot als
u mij bewijst. U beweert, mij lief te
hebben en laat mij zoo'n diep bescha
mende rol spelen voor uw vriend, de
rol van een meisje, dat om eiken prijs
den man wil veroveren, wiens vrouw
zij wenscht te worden alleen om
dat u ons beiden voor den gek wenscht
te houden. Zoekt u liever een ander,
die u dat vergeeft en met u daarover
lacht, ik vergeef het u nooitEn na
deze beleediging waagt u het nog
mijn hand te vragen Nu, u kan ant
woord krijgen. Ziedaar, zoo werp ik
u uw aanzoek voor de voeten
Daarmee slingerde zij hem werke
lijk den halfvoltooiden ruiker voor de
voeten.
Koert was bleek geworden, zooiets
had hij niet .verwacht, maar nu ook
kwam zijn "mannentrots daar te
gen op.
Mejuffrouw, zei hij, zich met
moeite tot kalmte dwingend, het was
niet noodig, dat u mij het antwoord
in dien vorm gaf. Ik heb vergeving
gevraagd voor de veronderstelde be-
leedigingen mijn aanzoek was ernstig
gemeend. U kan het afwijzen, maar
zoo'n behandeling heb ik niet ver
diend. Nu blijft mij niets over, dan
u in 't vervolg niet meer te naderen.
Vaarwel
Hij keerde zich om, om heen te
gaan maar wierp nog een langen ver
wijtenden blik achter zich.
Inga stond daar met beide handen
tegen de borst gedrukt als moest zij
iets wegduwen. Zij was doodsbleek en
kampte met tranen, die misschien
geen tranen van woede meer waren.
Koert zag het en aarzelde nog een
minuut lang. hij wachtte op een
woord, een teeken, dat hem tot blijven
aanspoorde, maar het kwam niet,
toen richtte hij zich trotsch op en
ging heen.
Zoo driest en overmoedig, zoo zeker
van een overwinning was de jonge
zeeman zijn vonnis tegemoetgegaan.
Hij was immers vast overtuigd, dat
met een verzoek om vergeving alles
afgeloopen en vergeten zou zijn. Dan
zou hij zijn aanzoek doen en zijn
meisje in de armen sluiten en nu
Dat was ernst geweest, bittere
ernstHij had de jonge Noorsche on
derschat, ^ij schertste en liet met zich
schertsen, maar spelen mocht men
niet met haar, dat toonde zij nu. En
juist nu voelde hij, hoe innig lief hij
haar had Maar wat hielp dat alles
(Wordt vervolgd).