NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. $)e Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 6333 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 23 FEBRUARI 1904. HAARLEM'S DAGBLAD een Agent gevestigd is (kom der ABONNEMENTEN PER ©RUE MAANDEN Voor Haarlem 0 - Voor de dorpen to den omtrek w gemeente) Franco per post door Nederland Afzonderlijke nummers e Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem de omstreken en franco per post I.2C 1.30 1.65 0.02^ 0.37^ 0.45 Uitgave der Vennootschaf Lemens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. SI Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. |BI{ nummer behoort een Bijvoegsel. Haarlem's Dagblad van 23 Februari bevat o.a. U De Spoorweg-Enquête, Buiten- tdsch Overzicht, Oorlogsnieuws, jgflBnnenl.-, Sport- en Gemengde irichten. Aan Abonnés, die Yerhoorcn uit de Spoorweg-Enquête gaarne iu hun gelieel zouden lezen, geven wij daar toe, mits op een door ons te bepalen uur, gaarne gelegenheid In onze Bureaux, GROOTE HOUTSTRAAT 55 Redactie Haarlem's Dagblad. HET VERSLAG van de Enquête der Staatscommissie over de Spoorwegen. Over den toestand van het perso- leel van weg en werken zijn door de inquöte-Commissie o.a. gehoord de iccren N. H. VAN STEENWIJK, op- ichter, te Haarlem wonende en M. DE'BOER, schilder te Beverwijk, die tan weg en werken gearbeid heeft aaar wegens de staking is ontslagen- De loonen aan de wegwerkers, too deelde de heer Van Steen wijk nede, zijn van 1.20 tot 1.40 over zijn laanvak, berekend naar zeven dagen, oodat het minimum ƒ8.40 bedraagt. Jverwerk wordt betaald met 1/10 van iet loon, de eerste 3 uren worden tbbel berekend. Seinhuiswachters rdienen van^ ƒ1.50 tot ƒ2.—de ichteressen 55 cents en 10 cts. per g meer, wanneer zij een blok be nnen. Op een vraag, of de menschen van tun loon en de opbrengst van den Jrond, dien de Maats, hun kosteloos jeeft om te bebouwen, redelijk kun nen bestaan, antwoordde de beer Van iteenwijk, dat dit nogal wat ver schilde. Langs den weg gaat dat vrij ped, maar in de steden is het min- ier. Daar moeten de menschen te reel verwonen. Te Haarlem hadden k sr drie ontslag aangevraagd, omdat f ij bij een loon van 1.20' per dag een tuishuur hadden te betalen van f 2.50 of ƒ3.per week f Dat de arbeiders bij winkeliers in het krijt komen, had de heer Van Iteenwijk niet kunnen bespeuren. „Als mijn volk een 10-tons wagen teenkolen durft koopen, dan zitten ij niet zonder dubbeltjes. I De heer Van Steenwijk gaf te ver- taan, dat hij zijn personeel extra verdiensten bezorgde in den vorm van k lachtwerk en dat deden de menschen f fraag. De heer M. DE BOER, die als childer dienst deed op de trajecten CastricumHaarlem, Haarlem-Zand- roort en VelsenIJmuiden, verdien ie ƒ1.10 daags als wegarbeider, be- ebend over zeven dagen en een toe lage als schilder van 40 cts. daags, erekend over 6 dagen. De wegwer kers verdienden hoogstens ƒ1.30 per berekend over zeven dagen. De meesten hebben van de Maatschappij ten woning in huur voor ƒ1.05. De lude woningen verkeeren in slechten oestand, ze hebben bijna geen bed- - steden en de zolders zijn nietbescho- ten. De slechte toestand van de wo ningen overigens is veel toe te schrij ven aan 't dreunen van de tuinen. Van den grond, dien ze van de Maats, in gebruik krijgen (600 M2) kunnen de menschen aardige reve nuen maken, wanneer zij den grond in zijn geheel hebben. De meifechen schijnen wel rond te komen, maar zij eten bijna geen vet en krijgen kwa lijk wat boter op het brood. Het moest niet noodig zijn, dat de vrouw wachteres is. De vrouw behoort in haar huisgezin en niet bij een stel boomen. Redenen van Staking. ,,In den tijd van de eerste sta king", aldus vertelt de heer Van Steenwijk, had ik 35 zoogenaamde ontevredenen, maar dat aantal werd al spoedig minder, zooals bleek bij de tweede staking." Hij vroeg hun, of zij van plan wa ren te staken en toen zij zeiden, dat het loon zoo laag was en dat ze 10. bij de bollenkweekerij konden ver dienen, wees de heer Van S. hen op hun loon en emolumenten, waardoor naar zijn meening het weekloon stel lig wel op ƒ10.50 kwam. De toestand van het personeel hangt veel af van den onmiddellijken chef, niet in 't groot, maar in die kleine dingen, die een opzichter of chef kan toegeven, zonder dat de directie er ongenoegen over maakt en waardoor de tevredenheid toch in de hand wordt gewerkt. ,,Bij mijn volk", zei de heer Van Steenwijk, „wordt haast geen drank meer gebruikt. Ik heb geen dronk aards meer, wel 14 jaar geleden, vooral in Haarlem. De heer DE BOER, die voorzitter was geweest van de afd. Haarlem van de Nederl. Vereeniging van Spoor wegambtenaren, verklaarde, dat hij te Beverwijk de eenige was geweest, die daar staakte, omdat naar zijn meening de toestand van de arbei ders, niet alleen te Beverwijk, maar over het geheele land, verbetering be hoefde. In de af deeling Velsen kwamen de menschen slecht ter vergadering en kwamen zij wel, dan durfden zij nog niets te zeggen, uit vrees voor de gevolgen. De menschen wilden wel, maar konden niet staken, want dan wisten zij, dat zij er uit waren en zij kenden geen ander vak, dan spoor werk. Al wilden zij nog zoo gaarne lucht geven aan hun gemoed, zij durf den niet voor hun gezin, want dan stonden zij op straat. De Boer durfde er dan ook niet op hopen, dat meerderen zijn voorbeeld van staken zouden volgen. ,.Ik heb", zegt hij, „weergegeven wat die ande ren dachten en zij ziin in hun brood gebleven." De heer A. MOS, assistent eerste klasse bij de plaatskaarten-contró'e alhier. Zijn dagelijksche diensttijd, na af trek van schafturen, is in de vijf eerste dagen respectievelijk 141,4 8 1/2, 15, 8 1/2 en 14 3/4, de zesde dag is vrij. De dienst te Haarlem vordert op drukke dagen en Zondagen veel in spanning en het personeel is niet tal rijk genoeg. Zondags zijn er men schen hij de contróle, die niet op de hoogte van den dienst zijn. Bij fou ten blijft het evenwel gewoonlijk bij een berisping. Het loon bij de contróle .begint met ƒ1.35 en loopt tot ƒ1.90, maar het duurt erg lang vóórdat men tot dat maximum komt. Een bijkomend voor deel is eén kwartje bekeurgeld voor eiken reiziger, die met een ongeldig plaatsbewijs wordt aangetroffen. Vroeger waren er in het buurtver keer tusschen Haarlem en Amster dam veel menschen, die er onschul dig inliepen, maar daar kregen de contróleurs toch hun premie van. Dat is nu vervallen. De premie is nu hoogstens 2.50 in de maand, vroe ger was ze wel ƒ7.50 ƒ10.—. Hoewel er op het perron een uit gang is, gaan toch de reizigers veel binnen door naar buiten, wat botsing en opstopping geeft. Het is bijna niet uit te houden van de tocht en bijna alle controleurs zijn dan ook al eens daarvan ziek geweest. In het voorbijgaan wees de heer Mos nog op de diensttijden van de ladingmeesters, bestellers en schaal- j knechts, op de fout, dat ingeval van i ziekte de twee eerste dagen nietwor-j den uitbetaald, op de slechte wacht-1 kamer voor de conducteurs, op het z. g. arbeidershok en op het ontbre- ken van de gelegenheid om, wanneer! rnen zijn brood wil eten, zich behoor- lijk te wasschen. Op de vraag, of er behalve de ge noemde grieven, nog andere waren, antwoordde de heer Mos „Er zijn menschen, die nooit tevreden zijn, er is dan ook veel te veel gevraagd en daarom zijn wij daarmede niet mee gegaan." De heer H. M. LANGE VELD, sta- j tionschef te IJmuiden, deelde mede hoe de toestanden zijn aan dat sta- tionde loonen van het personeel, de j premiën voor het laden van visch en andere goederen en dergelijke. Straf fen doet de chef bijna nooit, geen 3 maal in een jaar, met een personeel i van 44 man en hij meent, dat niet j straffen gunstig werkt op de discipli- ne. Op den goeden wil is straffen niet bevorderlijk. In April is aan dit station in 't ge heel niet gestaakt. De heer H. M. P. VAN EMMERIK, commies le klasse en voorzitter van den Bond van Orde, deelde uitvoerig de oprichting van dien Bond mee en wat deze beoogde. Elke maand heeft het bestuur een dag besprekingen met den heer Van Hasselt over algemeene belangen van het personeel (persoonlijke belangen behartigen werd te moeilijk) en deze besprekingen hebben zeer goede resul taten. De heer Van Emmerik zocht de re denen der werkstaking in opzetten door de sociaal-democraten. Hij wil daarmee niet zeggen, dat er geen ver betering was aan te brengenalles werd echter met het vergrootglas be keken. Op de vraag of de loonen van het mindere personeel te Amsterdam en Haarlem te laag zijn, wilde de heer Van Emmerik liever niet antwoorden, daar hij als voorzitter van een Bond, die in de verschillende toestanden ver betering wil aanbrengen, zich niet gaarne nu reeds door een antwoord binden zou. met algemeene stemmen werden ge nomen. Een van de grootste drijfveeren om aan de staking mee te doen, was wel voor velen de vrees, dat men. wan neer de federatie het wou, en die mo gelijkheid was niet uitgesloten blij kens het gebeurde op den 31sten Ja nuari, ontslagen zou worden. Herhaaldelijk werd door den Voor zitter de vraag gesteld, of niet de staking in geheel het land zooveel weerklank heeft gevonden, omdat de loongrief bij de menschen zoo diep zat. „Wel meende", luidde het ant woord, „niet iedereen, dat het geld noodig was, maar men had het gaar ne. Men meende dat, wilde men meer geld hebben, men op die wijze moest samenwerken. Het was dus niet, om dat de loongrief zoo diep zat, maar omdat men afgesproken had dat, wan neer er staking zou zijn, het om die reden was." Hierop volgden nieuwe vragen van den voorzitter, waaruit bleek, dat hij met dit antwoord niet voldaan was. Wij laten die hier met de antwoorden volgen VRAAG. De feiten beweren dan toch, dat er een zeer groote sympathie was voor staking om lotsverbetering? ANTW. Ik heb u al gezegd, dat men er over het algemeen veel voor ge voelde, om door staking tot verbete ring van toestand te komen. Men had dit nu eenmaal met elkander afgespro ken en de een liet zich door den an der meeslepen. VRAAG. Feitelijk is het dus bij het meerendeel van het personeel geweest eene staking om het loon. ANTW. Neen, dit wil ik niet zeggen. VRAAG. Men deed het toch niet voor de aardigheid, om eens rond te loo- pen ANTW. Men had als het ware een leger van 6000 man, tot wie men zeide: „wij zullen meer loon zien te krijgen en daarvoor moet gij precies doen wat ik zeg." Zij hebben blijkbaar allen sympathie gehad voor dit denkbeeld. VRAAG. Gij schrijft de staking toe aan de krachtige organisatie van de Nederl. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, die haar leger mo biliseerde. Maar er hebben ook ande ren gestaaktdie behoorden toch niet tot dit leger, niet waar ANTW. De anderen hebben niet ge weten wat zij deden. De een liet zich meeslepen, de ander intimideeren, de schrik sloeg den menschen om het lijf. Hier deed Dr. Ariëns een vraag op een ander gebied, zoodat deze kleine woordenstrijd een einde had. De heer Van Emmerik deelde nog mede, dat de Bond van Orde toen 1800 leden telde, verdeeld over 14 a 15 af- deelingen. Buitenlandscli Overzicht Een eer8t* treffen te iau<j. BE OORLOG. Na de eerste staking werd er dwang uitgeoefend. Men joeg den menschen met bedreigingen vrees aan, zij durf den niet van de vergaderingen weg blijven. Wie wegbleef had den volgen den dag een onaangenaam leven dit had tengevolge, dat iedereen zich ging voordoen als federatieman met hart en ziel. Zoo biologeerden de menschen elkaar. Slechts enkelen waren werke lijk overtuigd, maar de anderen deden alsof zij het waren. Op de vergade ringen werd ook alleen gevraagd „wie is er tegen?" Dan durfde nie mand dit te zeggen. Vandaar dat de besluiten tot deelname aan de staking Natuurlijk kunnen wij er niet aan denken, om ook maar een eenigszins volledig overzicht te geven van deze en al de andere uitvoerige verhooren. Allicht geven wij dezer dagen eens korte fragmenten, die ons interessant toeschijnen. Daar het mogelijk is, dat deze of gene een verhoor in zijn geheel zou willen kennen, deelen wij mede, dat wij bereid zijn, ten onzen kantore Groote Houtstraat 55, ons exemplaar ter inzage te geven, mits men zich vooraf met onze Redactie verstaat over het uur, waarop men zou wen- schen te komen. Veel nieuws valt van 't oorlogster rein niet te vertellen, het eenige merkwaardige in verband met den oorlog is de houding van Spanje, dat alle allures aanneemt, alsof het met een aanval wordt bedreigd. Wat Span je eigenlijk vreest en waarom, is ons niet duidelijk. Men schijnt te zinspe len op een Fransch-Spaansch ver bond, dat gesloten zou zijn. Hier volgen de ingekomen berich ten. Spanje en de oorlog. De „Temps" verneemt uit Madrid, dat de regeering voornemens is in het parlement de geruchten van een verbond met een andere mogendheid te logenstraffen, daar deze geruchten de voornaamste reden zijn voor de paniek op de Spaansche beurs. Niets doet verwikkelingen of een aanslag op de onzijdigheid van Spanje voorzien. Gewagende van de onrustwekkende beursgei-uchten, verklaart dn „Epoca" met beslistheid, dat de Spaansche re geering geen enkel verbond gesloten heeft. Het pantserschip „Alphonso XIII" heeft last ontvangen het vertrek naar Havana uit te stellen, om troepen naar de Kanarische eilanden te kun nen brengen. Een divisie torpedobooten he^ft last ontvangen zes linies torpedo's te leg gen ter verdediging van de haven Ferrol. Ijverig gaat men voort met hetmo- biliseeren der reserve. Korea en Mantsjoerije. De Russische telegraaf-agentuur be richt, dat de tijding over Japansche torpedo-aanvallen van den 14den een verzinsel is geweest, ten doel hebben de de Japansche vloot wat op te mon teren. Waar daarin was alleen, dat er een sneeuwstorm heeft gewoed. Alle vroegere en latere pogingen van de Japanners zijn niet zonder verlies afgeslagen. Den 9den deed de Japansche gezant mededeeling aan den Keizer van Ko rea, dat dit rijk van dien dag af zich onder Japansch bewind bevond. In dien de Keizer zich niet onderwierp, zou het paleis door troepen worden bezet. De Russische kolonie te Sëoel was in het gebouw der legatie bijeen die te Tsjemoelpo met den consul aan het hoofd in dat van de agentuur voor zeevaart. Zij werden door Japansch? soldaten omsingeld. Noch de regeering van Korea, noch de buitenlandsche gezanten hebben van de Japanners een mededeeling ontvangen van het afbreken der di plomatieke betrekkingen. Volgens een bericht uit Tientsin zijn 5000 Japanners te Tsjemoelpo ont scheept. Uit Peking wordt vernomen, dat de Engelsche, Amerikaansche, Fran- sche, Duitsché en Italiaansche ge zanten een gemeenschappelijke nota hebben overhandigd aan den Russi- schen en aan den Japanschen gezant, behelzende dat de oorlog tot Mant- sjoerije moet beperkt blijven en niet op Chineesch grondgebied overslaan mag. De kleine kruiser „Nowik" wordt j gerepareerd. De Russische kanonneerboot Mand zjner, die te Shanghai ligt, heeft last gekregen van Taotai de haven te ver laten. Het gerucht, dat een Chineesch es kader zou komen tot bijstandverlee- ning bij het handha'ven van de orde, is ongegrond. Uit Port Arthur wordt gemeld j Langs den Mantsjoerschen spoor- weg worden zonder moeite militaire treinen naar de punten, waar troe- pen worden saamgetrokken, vervoerd. Zaterdag heeft een piket kozakken i op Koreaansch gebied een kleine Ja- pansche afdeeling aangevallen, die onder bevel van een majoor stond. Bij de gevangenen vond men kaarten en andere stukken. Dit is de eerste bot sing met den vijand te land. De Ko rea nen leggen, jegens den Russischen staf, een volkomen vriendschappelij ke houding aan den dag. Een Russische mededeeling. I Ter rectificatie van de uit Japan sche bron gesproten mededeelingen over de gebeurtenissen, die onmid- J dellijk voorafgingen aan het afbre- ken der diplomatieke betrekkingen 'met Japan en den aanvang der vijan delijkheden, maakt de ..Regeerings- bode" het volgende openbaar Den 16den Januari begon de keizer lijke regeering dadelijk na ontvangst der laatste Japansche voorstellen en het onderzoek er van. Den 25en kreeg Koerino op een desbetreffende vraag tot bescheid, dat de Keizer de beraad slaging over de voorstellen aan een 'bijzondere commissie had opgedra gen, die den 2Ssten hijeen zou ko men, dat de beslissing des Keizers Vermoedelijk niet voor den 2den Fe bruari zou vallen. Den 2den Februari beval den Kei zer een ontwerp voor een finale in structie aan den Russischen gezant te Tokio op den grondslag der ge houden beraadslagingen samen te stellen. Den 3en werden er aanAlexe- jef drie telegrammen gezonden, die den volledigen tekst van de ontwerp- j overeenkomst met Japan, zoowel als alle beweegredenen der keizerlijke re- geering, eenige veranderingen der Japansche voorstellen, en algemeene I instructies voor den Russischen ge- zant te Tokio bij de overgave van het antwoord aan de Japansche re geering inhielden. Om tijd te bespa ren werden gelijk luidende telegram men aan baron Rosen, den Russi schen gezant te Tokio, gezonden. Den 4den, derhalve 48 uur voor de ontvangst van het bericht over het afbreken der diplomatieke betrekkin- gen door Japan, gaf graaf Lalisdorf den Japanschen gezant kennis van de afzending aan baron Rosen van het antwoord op de voorstellen. Den 5den j werd door den stadhouder een mede- deeling van Rosen overgebracht, dat I bedoeld antwoord was ontvangen. Den 6en te 4 uur namiddags overhandig de de Japansche gezant volkomen onverwacht aan den minister van buitenlandsche zaken twee nota's, waarvan de eerste de mededeeling bevatte van het afbreken der verdere onderhandelingen onder voorwend sel, dat Rusland het geven van ant woord op de Japansche voorstellen ontweek, terwijl de tweede nota hét afbreken der diplomatieke betrekkin gen mededeelde, met de bijvoeging, dat de Japansche gezant met het ge- zantschapspersoneel den lOden Febru ari uit St. Petersburg zou vertrekken. Deze nota's gingen vergezeld van een particulieren brief van den Japan schen gezant aan Lamsdorf, waarin de hoop werd uitgesproken, dat het afbreken der diplomatieke betrekkin gen zoo kort als maar mogelijk was, zou duren. Denzelfden dag werd zoo wel aan Alexejef als aan Rosen, aan den Russischen gezant te Peking, en aan die bij de groote mogendheden door dringende telegrammen kennis gegeven van het afbreken der betrek kingen met Japan en na een keizer lijk bevel betreffende het vertrek van den Russischen gezant uit Tokio. Be- doelde kennisgeving legt ook de ver- Feuilleton. Naar het Duitsch van E. VON WERNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. -J- Ik heet juffrouw Lundgren. Ik ferzoek u, heer luitenant, mij alleen Ie laten. Als u mij eerst genade geschon ken heeft eerder niet. Nu, dan zal ik gaan. Zij raapte de bloemen bijeen en naakte werkelijk aanstalten te gaan. iu echter versperde Koert haar den doorgang. U behandelt mij als een misda diger zei hij verwijtend. Wat heb ik dan voor ergs gedaan Uw woorden in wat al te vrije vertaling weerge- feven, om Philip Röder een poets te lakken. Dat is nog een oude gewoon te van mij uit onze jongensjaren. Ik heb hem in Rotenbach reeds altijd *oor den gek gehouden en hij merkte tat nooit. Maar dat was toch niet tegen u gericht en u kan het toch niet kwetsen, als Hij hield plotseling op, want Inga keek hem aan voor 't eerst tijdens het gesprek, maar het was een trotsche, sombere blik, zooals hij nog nooit ge zien had in de ondeugende, bruine oogen. Als u den vriend uit uw jeugd de overtuiging geeft, dat ik nu ja, dat ik verliefd op hem benvoltooi de zij snijdend. Dat ik hem op voor mij beschamende wijze tegemoet geko men ben U moet wel een eigenaardig idéé van meisjestrots hebben, als u dat niet als kwetsend beschouwd. Haar blik en toon deden raden, hoe ernstig zij de zaak opnam. Koert was getroffen, bijna ontwa pend. Hij had zich op storm voorbe reid, had verwacht, dat zij vol toorn zou opspringen hem met verwijten i overladen zou en nu stond zij daar voor hem met die ijskoude uitdruk king en gaf hem dingen te hooren, waaraan hij in zijn overmoed heele- maal niet gedacht had. Zijn stem klonk eenigszins weife lend, toen hij antwoordde Hoe kan u een grap nu zoo op vatten. hij was wezenlijk niet slecht gemeend. U ziet toch, dat ik mij op genade of ongenade overgeef en wat Philip oetreft, voor hem komt het er niets op aan, of hij zich nog een domheid meer in 't hoofd haalt. U kan hem uitlachen en wegzenden, dan kent hij meteen het antwoord. Wie zegt u dan, dat ik het doen zal Hij is volkomen onschuldig en hij kent mijn antwoord al. Ik heb hem onlangs de oogen geopend. Kóert beet zich op de lippen. Heeft u zelf de zaak ter sprake gebracht? Door Christiaan vermoe delijk. Natuurlijk door Christiaan. U heeft mij gedwongen dingen aan een derde te openbaren, die men anders gewoonlijk onder vier oogen bespreekt. Gelukkig begrijpt de eerlijke, naïve jongen niet veel van hetgeen hij over brengt. Ik heb den heer Röder uitge legd, dat hetgeen hij voor tegemoetko ming hield alleen medelijden was met hem en zijn zielesmart, dat ik hee- lemaal niet gedacht heb aan de mo gelijkheid, dat hij iets anders voor mij zou voelen. Dat is welis waar een dwaling geweest. Bij hem heeft u uw doel maar al te goed bereikt en hij toonde mij dat op zoo roerende wijze, dat ik niet over mijn hart kan verkrij gen om dien reden boos op hem te zijn. Dit alles kon wel eens anders eindigen, dan u meent te weten. Aan die woorden was maar een uit legging te geven en de angst steeg den jongen man naar 't hoofd. Maar juffrouw Inga. dat kan dat kan u geen ernst zijnzei hij zenuwachtig. U kan mij voor allerlei uitmaken, mij straffen, zooveel u wilt, maar zoo'n wraak zou al te erg zijn. Inga trok de wenkbrauwen op en boog zich weer over haar bloemen. Ik begrijp u niet, heer luitenant. Een wraak? Wat gaat dat u aan? Wat het mij aangaat zei Koert. Maar weet u dan wezenlijk niet ik dacht, dat u het al lang geraden had. Ik voel wel, dat ik juist nu geen recht van spreken heb. maar als u mij met zooiets dreigt, dan kan niets mij weer houden te spreken. Hij kwam wat dichter bij haar en zijn stem kreeg een zachte, innige klank. Ik heb je lief gehad, Inga, van het oogenblik af, dat wij samen in de kleine boot naar de kust van je va derland stevenden. Het was mij toen reeds als voerde ik mijn geluk met mij en heel spoedig daarna leerde ik het volkomen kennen. Bij al dien over moed en grappen groeide het op, dat warme, diepe gevoel, dat is de zuivere waarheid. Laat mij toch die domheid niet zoo hard boeten, kijk mij toch niet zoo vreemd en ijskoud aanIk herken daarin de lieve, ondeugende elf niet meer, durf zoo niet om uw hand vragen. En toch zou ik zoo graag die lieve hand grijpen en vasthouden mijn leven lang mag ik Er klonk zooveel hartelijke liefde uit zijn woorden, maar nu kwam hij te laat. Het jonge meisje ging achter uit en toornig vlamden de bruine oogen op. U is wel goed, luitenant Fern- stein, maar ik verlang meer achting van mijn aanstaanden echtgenoot als u mij bewijst. U beweert, mij lief te hebben en laat mij zoo'n diep bescha mende rol spelen voor uw vriend, de rol van een meisje, dat om eiken prijs den man wil veroveren, wiens vrouw zij wenscht te worden alleen om dat u ons beiden voor den gek wenscht te houden. Zoekt u liever een ander, die u dat vergeeft en met u daarover lacht, ik vergeef het u nooitEn na deze beleediging waagt u het nog mijn hand te vragen Nu, u kan ant woord krijgen. Ziedaar, zoo werp ik u uw aanzoek voor de voeten Daarmee slingerde zij hem werke lijk den halfvoltooiden ruiker voor de voeten. Koert was bleek geworden, zooiets had hij niet .verwacht, maar nu ook kwam zijn "mannentrots daar te gen op. Mejuffrouw, zei hij, zich met moeite tot kalmte dwingend, het was niet noodig, dat u mij het antwoord in dien vorm gaf. Ik heb vergeving gevraagd voor de veronderstelde be- leedigingen mijn aanzoek was ernstig gemeend. U kan het afwijzen, maar zoo'n behandeling heb ik niet ver diend. Nu blijft mij niets over, dan u in 't vervolg niet meer te naderen. Vaarwel Hij keerde zich om, om heen te gaan maar wierp nog een langen ver wijtenden blik achter zich. Inga stond daar met beide handen tegen de borst gedrukt als moest zij iets wegduwen. Zij was doodsbleek en kampte met tranen, die misschien geen tranen van woede meer waren. Koert zag het en aarzelde nog een minuut lang. hij wachtte op een woord, een teeken, dat hem tot blijven aanspoorde, maar het kwam niet, toen richtte hij zich trotsch op en ging heen. Zoo driest en overmoedig, zoo zeker van een overwinning was de jonge zeeman zijn vonnis tegemoetgegaan. Hij was immers vast overtuigd, dat met een verzoek om vergeving alles afgeloopen en vergeten zou zijn. Dan zou hij zijn aanzoek doen en zijn meisje in de armen sluiten en nu Dat was ernst geweest, bittere ernstHij had de jonge Noorsche on derschat, ^ij schertste en liet met zich schertsen, maar spelen mocht men niet met haar, dat toonde zij nu. En juist nu voelde hij, hoe innig lief hij haar had Maar wat hielp dat alles (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1