n< Bijvoegsel van „Haarlem's Dagblad" van 26 Febr. Vervolg Gemeenteraad. Punt 9. B. en W. stellen voor een strook grond aan den weg langs de Leid- schevaart te verhuren aan L. van der Hulst a 10 ets. per M2. De heer SEIGNETTE acht den ter mijn van verhuring wat kort geno men. daar de man veel kosten heeft. Waarom is de termijn op slechts 2 jaar bepaald B. en W. hebben toch altijd recht van opzegging. De VOORZ. zegt, dat dit waarschijn lijk verband houdt met het éindigen van andere huren. De heer STOLP zegt, dat de direc teur van openbare werken in zijn ad vies, ook onderhoud van de boomen noodig achtte en bovendien een re cognitie voor een uitgang of het recht van beplanting. Dit vindt spr. in dit voorstel niet. De VOORZ. kan er niet op ant woorden. De heer DE BREUK zegt, dat B. en W. een aparte recognitie niet noodig achtten. Het voorstel wordt goedgekeurd. Punt 10. B. en W. stellen, naar aanlei ding van een door een der Raadslc den gemaakte opmerking, voor, dat wanneer door de gemeente vergun ning gegeven wordt tot bouwen op oorspronkelijk voor tuin bestemden grond, geen bijbetaling zal worden gevergd, wanneer bij de uitgifte van 'den grond geen verschil in koopprijs is bepaald tusschen den voor bebou wing en den voor tuin bestemden grond en wanneer de koopprijs van den laatsten grond hooger is gesteld dan voor den te bebouwen grond De heer BIJVOET heeft dit niet zon der voldoening gelezen. Het voorstel is een goede stap. Wel beantwoordt het voorstel nog niet aan sprekers ju- ridiek gevoel, maar er is in elk geval hier een systeem in te vinden, zoodat spr. hierin zal meegaan. De heer STOLP is 't hiermee niet eens. De houding van de laatste ja ren acht spr. billijk. De heer GROOT vraagt, of rekening zal worden gehouden met het feit. dat niet iedereen die bijbetalen wil, maar bouwen mag? De VOORZ. zegt, dat dit de bedoe ling is Het voorstel wordt goedgekeurd. Te gen de heer Stolp. Punt 11. De Commissie voor de straf verordeningen stelt voor in de Alg. Politieverordening ip'te lasschen. dat met boete van ten hoogste f 3. wordt gestraft ieder, die aan straat tegen een perceel leunt, in raamko zijnen, op dorpels van deuren, op stoepen of op bordessen zit of speelt, uitgezonderd de gebruikers der per- ceelen en ben, die handelen met toe stemming van dezen. De heer HUGENHOLTZ stelt een amendement voor, om na het woord „gestraft" te lezen „die tegen den uitdrukkelijken wil van den bewoner" enz. De voorsteller, dit toelichtende, is voor wegneming van dezen overlast, maar meent, dat de Commissie ver der gaat dat zij zelf wilde. Ieder die zonder toeslemming leunt of speelt, komt in aanraking met den strafrech- De heer STOLP vreest van 't voor stel van B. en W. geen overlast in de praktijk. Nog meer bordjes aan de deur is niet gewenscht. De heer VAN DEN BERG beveelt na der het amendement-Hugenholtz aan. De heer BIJVOET is verheugd over de instemming van den heer Hugen- holtz, die de noodzakelijkheid van dit artikel inziet. Op een efficace wijze moet dit kwaad worden tegengegaan en bij aanneming van het amendement vreest spr voor verlamming dei- bepaling. Er is essentieel versch'"l. Zooals 't ontworpen is, drukt de be wijslast op den overtreder, bij het amendement zal de politieman moe ten constateeren, dat de toestem ming ontbrak en de ambtenaar zal het moeten bewijzen. De voornaamste werking van de be paling acht spr. deze, dat een politie1 agent een overtreder bij den arm kan nemen en hem verwijderen. Wordt het amendement aangenomen, dan zal de politie-agent eerst moeten aanbellen en vragen of er toestemming was ge geven of niet. Nog meer bordjes aan onze huizen te hangen, acht spr. niet wenschelijk. De toepassing van de bepalingen in de praktijk moet verstandig geschie den en dan bestaat er geen vrees voor draconische bepalingen. De heer WELSENAAR vraagt, of men wel mag leunen over kettingen en hekken. De lieer HUGENHOLT&meent, dat men algemeene strafbedftingen zoo moet maken, dat men" niet alleen moet vertrouwen op verstandige toe passing. Spr. voelt het bezwaar van de bordjes, maar acht het niet over wegend. Winkeliers, die geen vergun ning geven tot leunen, kunnen daar van aan de politie kennis geven. De politie behoeft dan niet bij hen te m- formeeren. Wie geen kennis geeft aan de politie, kan geacht worden geen bezwaar te hebben tegen het spelen van kinderen op zijn stoep. De heer SPOOll acht bordjes niet voldoende. Men kan zeggen, dat niet gelezen te hebben en zoo wordt net heele artikel een doode letter. Het spe len over hekken en kettingen geeft niet zooveel overlast, als het zitten op kczijnen enz. Het amendement-Hugenholtz wordt verworpen. Tegen de heeren Sneltjes, Van Lijn den, Van de Kamp, Modoo, Van Len- nep, Leupen, Welsenaar, Rinkema, Stolp, Hofland, Schram, Beijnes, Seig- nette, Bijvoet, Hugenholtz, Kleijnen- berg, De Braai, Thyssen en Spoor. Vóór de heeren Van den Berg, Pa- hud, Loomeijer, Kruseman, Loosjes, De Breuk, De Haan Hugenholtz, Winkler, Groot en Van Linden Tol. De heer RINKEMA zegt, dat het onmogelijk is op dorpels van deuren te gaan zitten of spelen. Spr. stelt voor te lezen deurkozijndorpels. De lieer SCHRAM stelt voor in te voegen: het zitten op hekken en ket tingen. De Commissie neemt het amende- ment-Riukema over, mits deze alleen spreekt van ..dorpels". De heer Rin kema stemt daarmee in. Dit wordt nu goedgekeurd. De heer SCHRAM, zijn amendement toelichtende, wijst op den overlast, die ook voorkomt door 't spelen op hekken en kettingen. De heer HUGENHOLTZ meent dat de Raad nu bezig is te trachten, de straatjeugd tot een heiligenvereeni- ging te maken. Ze staan of schonime- waar ook wel last in wordt aange daan aan de bewoners. Spr. vraagt naar de opinie van de Commiss'e. De heer SPOOR zegt, dat de Comm. die portieken ook heeft besproken. Het bleek, dat men niet precies wist wat een portiek is, een uitspringend of een inspringend iets. In 't algemeen zou spr. wenschen, dat amende menten vooraf even in de Commissie werdeu behandeld. Wat de kettingen betreft, ook die zaak zou spr. nog gaar ne in de Commissie bespreken. De heer MODOO acht daarvoor de zaak niet ingewikkeld genoeg en zou haar willen beeindigen. De heer DE BRAAL vindt de kettin gen een middeneeuwsche instelling, die opgeruimd moet worden. De heer BIJVOET zegt, dat het een moeilijkheid is om portieken in de ver ordening op te nemen, omdat het de vraag is of een portiek behoort tot den openbaren weg. Bovendien zou daar het staan verboden moeten worden, niet het zitten of spelen, zoodat een geheele verandering van 't artikel weer noodig wezen zou. Het amendement-Van de Kamp wordt goedgekeurd. Vóór de heeren Van den Berg, Snel tjes, Pahud, Van Lijnden, Loomeijer, Kruseman, Loosjes, De Breuk, De Haan Hugenholtz, Van de Kamp, Mo doo. Winkler, Van Lennep, Leupen, Welsenaar, Rinkema, Stolp, Hofland. Groot, Schram, Beijnes, Tol, Seignet- te en Thijssen. Tegen de heeren Bijvoet, Hugen holtz, Kleijnenberg, De Braai Spoor. Het voorstel zelf wordt eenparig goedgekeurd. Punt 12. De Commissie voor de Strafveror deningen komt voorstellen, dat in de Alg. Politieverordening de mogelijk heid wordt Opgenomen, dat B. enW. in lokalen van openbare vermake lijkheden kunnen bepalen of, en zoo ja op welke wijze en met uitsparing van welke doorgangen, de stoelen ol banken aan den vloer moeten worden bevestigd. Goedgekeurd. ter bedoeld wordt denkelijk, dat gestraft wordt die dat doet tegen den len ook wel op kettingen, springen ook uitdrukkelijken wil van den bewoner. j wel over een hek. Spr. zou op dezen 't Kan immers mogelijk zijn, dat een weg niet verder villen gaan. bewoner er niet tegen heeft. Spr. weet De heer BIJVOET vereenigt zich wel, dat zoodoende de bewoners voort- hiermee en acht al deze amendemen- durend de menschen zouden moeten 1 ten een gevaarlijk werk, waardoor het verbieden ,maar de bewoners van de d®el wordt voorbijgestreefd. Groote Houtstraat zouden b.v. oen verbodbordje kunnen aanslaan met verwijzing naar het artikel. De heer VAN DEN BERG heeft ook eenig bezwaar, wegens de kleine spe len van kinderen op stoepen en der gelijke. De heer SCHRAM trekt zijn amende ment in, De heer VAN de KAMP stelt voor in te voegen die op hekken of Ket tingen zit of speelt. De heer DE BREUK zegt, dat B. en W. ook gedacht hebben aan portieken, Punt 13. Ingekomen is een eenigszins gewij zigd ontwerp-verordening op den melkverkoop. De heer SCHRAM dankt B. en W. en de Gezondheidscommissie voor de ernstige wijs, waarop zij hun taak hebben opgevat, en hoopt op goedkeu ring der verordening. De veiligheid van 't publiek zal hiermee grooten- deels gewaarborgd wezen. (Applaus.) De heer KLEIJNENBERG voegt daarbij een woord van hulde aan de deskundigen, de heeren Sneltjes, Loo meijer en Kruseman, die daarover lange vergaderingen hebben gehou den. (Applaus.) De heer GROOT wenscht den ter mijn van 2 maanden om de richting aan de eischen te doen be antwoorden, te verlengen tot 6 maan den. TV VOORZ. acht deze verlenging ii- t noodzakelijk. Tiet amendement wordt ondersteun- Dn VOORZ wijst er op, dat ver eoging van den termijn niet in het belang der gezondheid is De heer KLEIJNENBERG wijst op den ernst van de zaak. Spr. beeft een Ristje van kinderen, die over]» zijn aan maagdarmontsteking, die alleen 't gevolg is van slechte melk. Te Haarlem was de melk vrij slecht Sedert de verordening is aangekon digd. R er al wat verbetering gekn men. Spr. kan zich daarom niet met eon langoren termijn vereenigen. De heer GROOT meent, dat de toe stand niet zoo erg is om velen hun bedrijf onmogcliik te maken. Is het juist de melk, die de kindersterfte, ve.roorzaakt Snr. denkt vooral aan meel en suiker. Spr. handhaaft zijn voorstel. De heer LOOMEIJER ontraadt de aanneming daarvan. Zooveel word* liet gevraagd. Men moet niet de dwaasheid hebben, G maanden te wachten voor de allereerste toepus singen. Met 3 maanden had spreker ee kunnen gaan. De heer STOLP zal stemmen voor et amendement, omdat de fi maan den bedoeld zijn als maximum. Het amendement wordt verworpen Tegen de heeren Van den Berg. Sneltjes, Pahud, Van Lijnden, Loo meijer, Kruseman, Loosjes, De Breuk, De Haan Hugenholtz, Winkler, Van Lennep, Leupen, Welsenaar, Hofland, Schram, Beijnes, Tol, Seignette, Bij voet, Kleijnenberg, Thyssen en Spoor. Voor de heeren Van de Kamp, Mo doo, Rinkema, Stolp, Groot, Hugen holtz en De Braai. De heer VAN DE KAMP is tegen at. 13 aangaande het vetgehalte. De lieer LUÜMEIJER beschrijft, hoe ic-ze bepalingen het gevolg zijn van gemeen overleg en wederkeerig toe geven. De heer SNELTJES achtte het aan vankelijk vastgestelde vetgehalte te laag. Uit de verslagen van elders blijkt, dat men zeer wel 3 pCt. kan ragen, zelfs wel meer ïntusschen heeft men gemeend bij deze eerste c rordening in den lande de eischen niet te hoog te stellen en daarom 's spr. hierin meegegaan. liet art. wordt goedgekeurd. Tegen de heer Van de Kamp. Bij art. 15 aangaande het onder- oek der monsters, vraagt de heer VAN 1)E KAMP, of dc verzegeling van het monster den betrokkene nog geld zal kosten. De VOORZ. antwoordt ontkennend. Het art. wordt goedgekeurd Art. 18. De heer VAN DE KAMP meent, dat dit artikel, dat betreft de publicati.- der rapporten over de melk door li. en W., een reclame zal zijn voor de groote instellingen, de Sierkan en dergelijke. De heer LOOMEIJER antwoordt, dat men deze publicatie gewenscht aciitte om een vergelijking te kunnen maken. Zoo komt het publiek op de hoogte van wie de beste melk levert. De heer Van de Kamp ziet daarin een •eclame voor de groote inrichtingen, maar de rapporten van Amsterdam logenstraffen die vrees. De lieer SNELTJES verklaart, dat juist dit eerste deel van art. 18 hen: heef: bewogen mee te gaan. De heer KLEIJNENBERG deelt me de, dat de groote inrichtingen in gei nen deele zoo bijzonder uitmunten integendeel, er zijn er, die nauwelijks het cijfer van 2.75 en kleinere, die wel 3 25 halen. Het art. wordt goedgekeurd. Tegen de heer Van de Kamp. De verordening wordt goedgekeurd. De VOORZ. zegt dank aan allen, die er toe nebben meegewerkt. (Applaus!. Punt 14. Schrijven B. en W.W. beantwoor ding vraag om inlichtingen, gedaan in de zitting van 20 Januari 1904 on der No. 14. Voor kennisgeving aangenomen. Punt 15. Voorstel tot herbenoeming van Jhr. F. Teding van Berkhout als lid der gezondheidscommissie. Voorgedragene wordt herkozen. Punt 16. Voordracht voor plaatsvervangend lmofd aan de 6de tusschenschool J. de Nobel. J. Brandenburg. R. Haverschmidt. Benoemd wordt eerstgenoemde met 15 stemmen. De tweede verkreeg 6, de derde 8 stemmen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5