NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Een Scribent die 'tWéét! 21e Jaargang. No. S344 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. MAANDAG 7 MAART 1904. J5. AARLEN S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER ORIE MAANDEN: Voor Haarlem 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland 9 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02K Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37}£ de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENT1ËN: Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertenttën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertenttën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenttën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. JSC*!?»"*#© JESlafcCl Dit nummer begtnat tilt twaalf bi&dzijden. Haarlem's Dagblad van 7 Maart bevat o. a. Blad A. Buitenlandseh Overzicht, Oorlogsnieuws, Binnen].- en Stads nieuws, Tooneelcritiek van Frans Netscher. Blad B. De Dreyfus-affaire, Rer- lynsche Brief, Sportpraatje,Nieuws uit de Omstreken, Binnenl.- Be richten» De ZATERDAGAVOND, als der de hlud, met Zondagsbrieven, Haarlemmer Halletjes, Rubriek voor Raines en Kinderen, Schetsjes en Allerlei. Buitculandsch Overzicht DE OORLOG. De ocrfcht..'1 omtamt den oorlog zijn uiterst schtis-'sch ,eS bovendien nog onbeduidend. Er >1I1J eeü voi' slagen stilstand te zijn. Nu de bevestiging van hét phivnlas" tisch „Daily"-telegram uitblijft Gil daartegenover op de meest stellige manier, zooals admiraal Alexejef aan den Tsaar deed, verzekerd wordt, dat in den laatsten tijd volstrekt geen ge vechten voor Port Arthur zijn gele verd, verneemt men tegelijk ook tal van berichten die eveneens beves tiging behoeven die een- Yoor llusland gunstiger Yoorstelling van den stand van zaken geven. Allereerst is het de correspondent van de Petersburgsche „Novosti", die uit Moekden van 1 Maart seint, dat niet alleen de vijand geen nieuwen aanval op Port Arthur heeft onder nomen maar dat „de tegenslag der laatste pogingen op Port Arthur een slechten indruk in Japan heeft ge maakt." De correspondent van den „Temps" te Petersburg heeft officieel vernomen, dat sedert 26 Februari geen nieuw oorlogsfeit zich heeft voorge daan en dat Zondag geen bombarde ment heeft plaats gehad. Aan den generaien staf zeide ipen dezen cor respondent „Geen nieuws, goed nieuws waar men echter aan toe voegde, dat de oorlogsoperaties wel licht door de zware stormen werden uitgesteld. Nog verder gaat de „Assoc. Press" met een bericht uit Petersburg, dat Alexejef zou geseind hebben aan den Tsaar, dat vier torpedobooten ,der Ja panners gezonken moeten zijn?; omdat het blckkeereude Japansche eskader nog slechts 17 oorlogsschepen en acht torpedobooten telt, terwijl er- eerst 12 torpedobooten waren. De conclusie is wat sterk De Japansche schepen zouden ver der veel te lijden hebben gehad van het Rüssische vuur, omdat zij dicht op elkaar manoeuvreerden. Zooals reeds vroeger gemeld is een der Japan sche tolpedobooten voor aankomst te Tsje-Foe gezonken. De stemming is van dien aard, dat de „Daily Chron." een telegram van zijn correspondent te Charbin op neemt, dat de lieden, die Port Arthur verheten, reeds vragen om terug te keeren, nu blijkt, dat de Japansche aanvallen zoo weinig uitrichten. En de „Times" meldt, dat de raad van den bekenden generaal Dragonu- roff bij het opmaken van hei veld tochtsplan te Petersburg, luidende on. Port Arthur te ontruimen door vlo it en leger, met alie kracht door de ove rige militairen is verworpen. Waaraan niet getwijfeld kan wor den is, dat de Japanners de effectieve blokkade der Russische haven hebben opgegeven zooals Alexejef geseind heeft, is de vijand noch 28, noch 29 Februari, evenmin den lsten Maart, in zicht van Port Arthur gekomen, terwijl na verkenning de vijandelijki vloot in een omtrek van 60 mijl van deze plaats niet is gesignaleerd. Uit het aan land spoelen van een 50-tal lijken van Japanners te Tsje-Foe en Wei-Hai-Wei zou men wellicht kun nen afleiden, dat de laatste stormen de Japansche vloot veel nadeel hebben gedaan. Daarbij doet het marineblad „Kron stadtski Wjestnik" nog een poging de inactiviteit der Russische vloot te Port Arthur te verklaren. Het blad geeft toe, dat in hét Oosten de Rus sen ter zee zwakker zijn dan hun tegensta: o Iers. Hei Russische eskader heeft echter tot taak, den rechter vleugel en den rug van het leger. evenals de verbinding van Port Arthur met het achterland te verdedigen en te steunen. Het uitzenden van dit eskader op den zoek naar den vijand zou gelijk slaan met het prijs geven van de kusten, en een uitval naar het 300 mijl verwijderd Tsjeraoelpo is een onmogelijkheid. Een open zeeslag zou slechts tot verliezen leiden, meent bovengenoemd blad, zonder Rusland de heerschappij trr zee te verzekeren. In den DUITSCHEN Rijksdag werd in tweede lezing de begrooting van oorlog behandeld. De afgevaardigde Muller uit Fulda (Centrum) merkte op met betrekking tot de in 1905 verwacht wordende le- gerwet, dat een voorstel tot verhooging van de huidige werkelijke sterkte van het leger in den Rijksdag geen meer derheid zal vinden. De socialistische leider Bebel laakte de soldatenmishandelingen en wees erop, d,at door een nieuwe kabinets order de letterkundige werkzaamheid van officieren op non-activiteit ne- perkt is, ,,In Frankrijk critiseeren de generaals onbelemmerd de toestanden in het leger, hetwelk een van de oor zaken is van den grooten vooruitgang in het Fransche leger", betoogde spr. „Te spreken van een ..sociaal-demo cratische verettering" is dwaasheid. Generaal Caprivi heeft reeds erkend dat de sociaal-democraten de beste soldaten zijn. Een sociaal-democraat is zelfs uitteraard een man van hoo- gere ontwikkeling. (Daverend gelach.) De toestanden in de laatste romans ££^phetst zijn volkomen waar. Dril gaat bij ons böVefl oonogiippïriding, de Keizer-manoeuvres zijn louter eëb I vertooning, indien het in den oorlog juist zoo toeging als bij de Keizer- manoeuvres dan zou onze nederlaag j onafwendbaar zijn. J De minister van oorlog, generaal Von Einem wees de verwijten van den j heer Bebel terug als ongegronde, op- j gewarmde, oude geschiedenissen, die I ten deele zuivere onzin zijn. „De sociaal-democratie", ging de minister voort, „verscherpt de twee dracht in het volk en dus ook in het leger zij draagt zeker niet bij tot ver betering van de toestanden in het le ger. Het recht van critiek van officie ren op non-activiteit is in geen enkel opzicht beperkt. De Fransche minister van oorlog treedt zoo noodig tegen critici scherper op dan wij, hij plaatst hen zelfs naar Algiers over. „Een verstandig ontwikkeld socia list kan een goed soldaat zijn. Maar wat boat dat in tijden, waarin het op hart en gezindheid aankomt, wan neer hij zegtnu wil ik niet langer „Indien wij socialisten niet bevor deren tot onderofficieren dan volgen wij slechts het socialistische voorbeeld om uit te werpen wat niet zuiver is. i (Gelach.) I „De beweringen over het parade achtige van de manoeuvres zijn on juist. „De onbewezen romantische schet sen in het werk „Jena oder Sedan" vinden alleen bij pessimisten geloof. Op dit oogenblik is een Jena onmoge- lijk, tenzij de sociaal-democratie de I vaderlandsliefde doodt en de roode j vlag ons naar Jena brengt. (Toejui- chingen en beweging.) „Bebel heeft gezegd, dat na Dres den thans ook het leger, het laatste bolwerk van den Staat wankelt. Neen! het leger wankelt niet. Het leger is ook niet het laatste bolwerk van den j Staat, de laatste bolwerken van den Staat zijn de godsvrucht, de vader landsliefde. de trouw aan den Vorst, die zoowel bij de arbeiders, als bij de burgers en den adel nog krachtig zijn". (Toejuichingen.) Stadsnieuws. EEN NIEUW WERK DOOR HAAIILEMSCH MUZIEKKORPS. HET TOONEEL. Troepenvervoer. Generaal Lewatsjof, die het geheele troepenvervoer naar Mantsjoerije leidt, verzekert, gelijk de Neue Freie Presse meldt, dat de berichten over stremming van het verkeer op den SiberisMien spoorweg, het bevriezen van soldaten op het Balkanmeer enz., verzinsels zijn. D_ uitvoerige rappor ten die hij iederen dag ontvangt, spreken daar nooit van, en alle maat regelen zijn ook genomen om zoo iets te verhinderen. Den lsten Maart is de eSTSte uit 25 wagens bestaande trein over 't Baikal meer te Irkoetsk aangekomen. Aardbeving in Pern. Een telegram uit Lima meldt, dat een geweldige aardbeving plaats had, zoo hevig als in dertig jaren daar niet is waargenomen. De aangerichte schade is aanzienlijk. Fraitiebrand. Over den grooten prairiebrand -'n den staat Kansas, in het territorium Oklahama en het Indianen-territori um, ontbreken nog bijzonderheden het aantal dooden schijnt echter ge ringer dan aanvankelijk werd geloofd. De materieels schade is daarentegen zeer gjoot. In den omtrek van Lawtor» alleen zijn 2000 vierk. kilometer ver woest. Zondag 6 Maart geeft het Strijkor kest van Haarlemsch Muziekcorps, het tweede Populair Symphonie Concert in de „Vereeniging". Op dit Concert zullen zich als solisten doen hooren, Mejuffrouw Hermine Schol ten, in Liederen van Berlioz, Schu bert, Weber en Brahms, de Heer Cats in Folia van Corelli, en de Heer Bla zer mat een Andante voor Violoncel van Mann. Voor het eerst wordt uitge voerd. eene compositie van den Heer Cb. Kriens Jr., uit Philadelphia, on zen. vroegereri' stadgenoot, het werk is genaamd Impressions d'Amérique, Poême Symphonique, in drie gedeel ten. Over deze compositie schrijft onze medewerker voor muziek, de heer Philip Loots, ons het navolgende Een nieuwe Compositie van Ckristiaan Kriens. Pe heer Christiaan Kriens, die, zoo als Uien zich wellicht zal herinneren, sedert een paar jaar in Amerika ver- toeft, heeft, daar een orkestwerk ge componeerd, dat a. s. Zondagavond door het Stedelijk Muziekkorps in de Vereeniging voor de eerste maal zal worden uitgevoerd. Toevallig had *'k gelegenheid een zij het ook vluch- tigen blik in de partituur te slaan. De auteur noemt zijn werk: ..Im pressions d'Amérique", Poême Sym phonique en 3 tableaux. Zooals deze titel te kennen geeft, heeft de compo nist getracht eenige indrukken weêr te geven, die hij bij zijn reizen en trek ken door de nieuwe wereld opdeed. Het eerste tableau „Louisiana" begini met een kort, droefgeestig hoornmotief in e-mol, dat m. i. volkomen beantwoordt aan zijn doel, „een gevoel van verla tenheid" uit te drukken. Even later treedt dit motief opnieuw op, nu ech- j ter in dur en gedoscht in rijke orkes trale kleurenprachtde weelderige na tuurschoonheid der stille omgeving. Verschillende nevenmotieven, „den zang van een vreemden vogel", „wïndgeruisch" en „het doffe geluid van een waterval" weergevende, doen den componist de middelen aan de hand zijn toonschildering kleur en leven te geven. Of de hoorder nu, on- der 't luisteren zich al dan niet naar „Louisiana" verplaatst voelt, doet weinig ter zake. Hoofdzaak is, dat het I lieflijk toonbeeld, bij een waard'ge uitvoering, een zeer vriendelijken in druk zal maken. Minder aanleiding om van een „vriendelijken indruk" te gewagen geeft het tweede nummer; maar daar voor is het dan ook des te eigenaar diger. Het voert ons namelijk, in den geest naar de graftombe van John Brown den man, die den eersten stoot gaf aan de opheffing der sla vernij. Na een door de bassen gegeven aan duiding der sombere eenzaamheid bij gezegde graftombe hooren we een „Ainerikaansch gezang" en een soort elegie. Daarna terwijl in den vorm van een lage des het „treurig tegen woordige" in ons bewustzijn blijft han gen weerklinkt van achter het or kest een krijgsmarsch, doormengd van tromgeroffel en revolverschoten een I compleet visioen, dus van een gevecht. Of men, muzikaal genomen, dit ge deelte bizonder mooi zal vinden, be twijfel ik eenigszins maar 't geeft in elk geval blijk van vindingsgave en zelfstandige denkwijze, i Een geestig muziekstuk is het laat- ste nummer, maar het stelt zeer hoo- ge eischen aan de uitvoerenden. Het geeft ons een kijkje in Mexico, tracht niet zonder geluk ons den nu- I mor in den Mexicaan te doen gevoelen en schetst zijn „karaktervollen en j vreemden smaak voor maat" zoo als de componist aanteekent in een i ensemble van enkel.... slaginstrumen ten. Deze misschien te ver gedreven progamatische getrouwheid belette den jongen componist evenwel niet een muziekstuk te leveren van frissche inspiratie, dat, meer nog dan de be;de voorgaande, wijst op een erkennens- wanrdig en oorspronkelijk compositie talent. De heer Kriens onzen Kriens be doel ik nu zal ongetwijfeld aan het instudeeren der nieuwe compos!t:e van zijn begaafden zoon alle zorg t>e- t steed hebben. Moge hij aan de eerste uitvoering van a. s. Zondag veel vol- doening beleven en mogen vele stad- genooten zich opgewekt gevoelen om door hunne tegenwoordigheid bij dit „doopfeest" van hunne belangstelling te doen blijken. PHILIP LOOTS. Speonhoft's „VRIJE TOONEEL." Speenhoff heeft zijn naam gemaakt met een gezelschapje, hetwelk hij zelf iri elkaar had gezet, en dat uit infé rieure krachten bestond, te midden van welken hij de„primus inter pa ves" was. Met dat troepje is hij een anderhalf jaar geleden eens in het concertzaal tje van „De Kroon" geweestmaar de Haarlemmers geloofden toen nog niet in. zijn talent en waren nog niet opge jaagd door de reclamezestig of zeventig hunner waren toen slechts opgekomen. Maar nu hij, na. een periode van „music hair-roerQ) Donderdag bij ons met een fljeuw gezelschap terug- kwam êenigg hoüdei'd&ü StUu- !?#nOoten haar de groote zaal der So- icieteit „De Vereeni-ging" opgetrokken. Trouwens het milieu, waarin hij gisteren optrad, was veel beter dan l dat van vroegerin plaats van krach- teil, die, wat men noemt, er nauwe lijks meé door konde" werd hij nu geassisteerd door onzen zanger .Joh. Schmier, de zangeres mej. B. Million en den violist L. Kippé. Maar wij waren er hoofdzakelijk heengegaan om zijn nieuwe numrnèF „De Poppenkast" te zien. En laten we 'tmaar dadelijk zeg gen het is ons bitter tegen geval len. De ouderwetsche poppenkast heeft eenmaal, op het einde der 18de eeuw. een groote rol gespeeld in ons poli tieke levenwat men niet schrijven of zeggen dorst liet men in die da gen onder het mom van een grap in de poppenkast opvoerenze was een satvriek middel geworden, om de onderwerpen van den dag te bespre ken en straffeloos de staatkundige meeningen van dien tijd te kritisee- ren. Later is de poppenkast afgedaald tot een zoutelooze straatvertooning op kermissen en voor schoolkinderen ruw. grof en plat, vertoond door een orgelhaas met een grogstem. Heeft Speenhoff de poppenkast weer i in eere willen herstellen I Mocht dat zijn doel zijn geweest, dan is hij er tot nu toe alleen in ge slaagd in zooverre 't de uiterlijke ver zorging der nonnen betreft. Deze wa ren heter en artistieker gemodei- leerd dan die, welke men van de kermisreizigers zietze waren 't werk van een kunstenaarmogelijk had hij zelf de teekeningen er wel voor gemaakt. Maar dat was dan ook alles. Wat hij met zijn poppen opvoerde, was beneden het middelmatige. Ook hij wilde met zijn poppenkast een satirische en humoristische kri tiek op eenige zaken van den dag uitoefenen op het vegetarisme, de moderne vrouw, de geheelonthouding, de sociale beweging, de verwekelij king van bet nieuwe geslacht. En hij voerde op „Het nieuwe geslacht of 't Bittertje van Papa". Maar dit ding was zoo zinloos, zoo kinderachtig, zoo laag bij den grond, en 'thing zóó als los zand aan elkaar, dat 'teigenlijk niet waard was ernaar te kijken. 'tWas niet geestig, niet aardi? niet eens leuk neen, er was maar één woord voor te vinden, en dat is: 'twas flauw, heel flauw! Speenhoff leeft in een kritiek mo ment in zijn kunstenaarsleven. Men had de verwachting, dat van hem een hernieuwing van het „chanson popu lair' zou uitgaan; hij zou met zijn werk de zoutelooze lafheden der zoo genaamde „komieken" gaan verdrin gen. Wat Frankrijk in zijn Rodolphe Salis, Aristi de Bruant e. a. had ge had, zou Holland misschien in zijn Speenhoff krijgen. En in het begin had 'ter ook wel iets van. Zijn „Klei ne Kleuters", zijn „Brief van een moe der aan haar zoon, die in den nor zit" (die hij gisteren ook voordroeg), zijn „Goedgezinde Meid" en zijn,.Ar me Meid" wettigden de hoop, dat dit wel lukken zoudat was goede volks zang. juist gevoelig genoeg en toch niet te veel, met een scherpen, bitte ren kijk op sommige volks- en sociale toestanden, met raak-getroffen volks typen. Maar toen is ineens die groote, die ongelukkige populariteit der blinde, geweldige massa voor hem gekomen, welke aldoor om meer en wat niéuws brulde. En toen is Speenhoff dingen gaan maken als het lied op de nieuwe Drankwet, een dito op de tram, een Nieuwjaarswensch en „De Erfenis van tante". Daarmee is hij weer af gedaald tot het peil van den gewonen rafé-chantant-komiek, terwijl 't toch juist zijn pogen is geweest dat soort werk te verbeteren en te veredelen, er boven uit te komen. Speenhoff moet dus oppassen. Hij staat op een kritiek punt in zijn loop baan. Het program, dat "'"steren werd rondgedeeld had als „en tête" een plaatje, door Speenhoff zelf gelee- kend, en twee mannen voorstellend, dii met inspanning een kir.iwsgen tegen een helling opwerken, onder de zinspreuk „Hoe hooger, hoe beter." Wanneer Speenhoff zich zelf die leuze gekozen heeft, laat hij dan ook trachten ze voortaan in zijn voor drachten in toepassing te brengen. FRANS NETSCHER. Naar aanleiding van een artikel van Docens in de „Stads-Editie" schrijft een onzer medewerkers ons het navol gende Arm Haarlem! Wat is deze gemeen,- te te beklagen. Een Raad, (Re mistast, een gemis aap 'leden, die aaji jj}tefl»'h»i't een ruimeren, practi- schen blik op het huishoudelijk beheer paarden, mannen, die met helder ziend oog de, leiding op zich konden nemen over de zich meer en meer doen geldende zucht om de gemeente bedrijven uit te breiden; mannen, die zich niet zouden hebben gebogen voor groote woorden, somwijlen met ver krachting der feiten, maar met hun koel beredeneerd verstand gouden hebben gewikt en gewogen. V aarojTi; o, Docens 1 gij, de man vaii karakter, helderheid van hoofd, ruimen blik, practischen zin, gezond verstand, waarom treedt gij niet op Waarom laat ge uw licht niet schijnen in de raadszaal De kiezers zouden u en niemand anders kunnen nemen en gij zoudt niet alleen voor Haarlem, maar voor vele gemeenten in den lande, de lang gezochte man zijn. Yv at beteekenen woorden, neerge schreven in enkele malen duidelijke, veelal zeer verwarde zinnenbijv. 1 „Een valsch soiidariteitsbegrip leidde tot geldverspillingen, een enkele maal zelfs tot krenking van de moraliteit, j waarbij een zuiveringseed op droeve wijze in .het gedrang kwam, een feit, dat nog steeds op herstel wacht". „Waarom", roep ik u nogmaals toe, „spreekt ge niet duidelijk,, treedt ge niet op niet open vizier In zekere potsierlijke wanhoop roept ge uit: „Het was zeker een opmerke lijk verschijnsel, dat mijne betoogen met klemmende, onloochenbare feiten gestaafd, niet bij machte gebleken zijn om de public spirit uit de verdooving op te wekken, al legde ik met nog zooveel klem den vinger op de wonde, dat onze Raad incompetent moest worden verklaard, om het oecu- nomisch beleid tot zijn recht te laten i komen." j Die zoogenaamde bewuste, klem- mende en onloochenbare feiten, lieten en laten de kiezers koud als ijs, om dat zij eenmaal onaantastbaar zijn voor het geschreeuw van den gemas kerde. Kom voor den dag, gij, die zooveel op anderen hebt aan te merken. Laat eens hooren, wie gij zijt, wat gij in onze stad beduidt en dan zal wellicht eenige waarde gehecht worden aan i uw oordeel. In uw eigen oog is uw oordeel onaantastbaar. Wie niet denkt als gij, is minstens een bekrom pen individu. Daar ge dat oordeel aan het publiek geeft, is het niet on aardig het eens te toetsen aan de feiten. j Ontdaan van al den omhaal, die den lezer een diepen indruk moet ge- i ven van eigen voortreffelijkheid, be spreekt ge twee feiten I. De levering van gas aan de bui- tengemeenten. II. De concessie aan de E. N. E T.. voor het geval zij het bedrijf der Haarlemsche paardentram overneemt. Haarlem is volgens u de risée ge worden van allen, met een redelijk deel gezond verstand begaafd, door het besluit, dat buiten de gemeente gas en electriciteit kon geleverd wor den tot dezelfde prijzen als aan inge zetenen in rekening wordt gebracht. Ziedaar een uitspraak, die oogen- blikkelijk op zeer krachtige gronden omgekeerd kan worden. Stelt men zich op het standpunt van den groot- industrieel (en dat is Haarlem als gasfabrikant), dan is het zaak de fa briek zoo snel mogelijk productief te j maken en in een omvang zoo groot, als eenigszins mogelijk is. I Hoe meer gas afgeleverd wordt, des te minder drukken de onkosten, die 'even, of bijna even groot zijn bij '500.000 als bij 1 millioeu M3. Den fa brikant laat het koud aan wien hij levert, mits hij slechts met winst ar beidt. Inlien de Raad zich op dit zuivere koopmansstandpunt gesteld had, zou er zelfs geen reden bestaan, om tot risée te worden. De Raad heeft echter een' veel breeder standpunt ingeno men en schrïj\er dezes meent, dat de gemeente Haarlem daarmede geluk- gewenscht mag worden. Men hekeek de zaak als volgt en ik geloof dat daardoor den doorslag ge geven werd. Haarlem, dat het geluk heeft prach tige omstreken te bezitten, zal bloeien en tot meerderen bloei geraken in- •.".ie omstreken newoond warden door een koopkrachtige bevolking. Wij leven te dien opzichte als het ware eenigszins in concurrentie met Bus- sum, Hilversum enz. Zoolang de naas te, sterk bewoonde omgeving niet tot onze gemeente behoort, zullen wij toch goed doen de menschen te trek ken, het hen aangenaam te maken, want ongetwijfeld werkt zulks ten hate van onzen winkelstand. Iedereen kan dit onderwerp zelf uitwerken, zoover hem goeddunkt, doch wat er voor belachelijks in schuilt, gaat mijn gezond verstand te boven. .Wij hadden meer kunnen krijgen, zal wellicht Docens uitroepen. De villa-bewoners betaalden gaarne 9 cent. \A, best mogelijk, misschien wel 10 ook. Maar daarom liep de zaak niet. Het betrof hier de gasvoorziening van het geheele Schoter-kwartier. En de bewoners van dat kwartier kunnen niet meer betalen dan de gelijk- krachtige in Haarlem. En wat de winst bedraagt, die daarmede behaald kan worden ten bate van de Haarlem sche belastingschuldigen, daarover zal men in de toekomst niet smadelijk lachen. Alleen dit nog, door de opof fering van een winstje van enkele tientallen guldens kunnen duizenden verdiend worden ten bate der ge meentekas. Was ik in deze zaak een anderé meening toegedaan dan Docens, daar om twijfel ik nog niet aan zijn ge zond verstand en evenmin vind 'k hem belachelijk. Erger maakt genoemde schrijver het waar hij zegt „Vielen de schellen bïi de meesten niet reeds van de oogen, toen in eene volgende vergadering eene aanzien lijke som werd aangevraagd voor uit breiding der gasfabriek, die, aJs ik mij niet vergis, door een grenzeloos cy nisme te voren ontkend was." Iti de eerste plaats houden die twee zaken absoluut geen verhand met elkander en indien Docens ook slechts een greintje onderzoekingsgeest be zat, had hij zulks kunnen weten en had hij nimmer zulk een onjuistheid om het zachtste woord te gebruiken, neergeschreven. Doch er is meer. Elke uitbreiding, die de fabriek moet ondergaan, omdat zij is aan het einde van haar voort- i brengingsverrnogen is ffiiü gelnk- wensch waard. Daar staan wij weder op het zuivere standpunt van den nij verheidsondernemer en wel onder de meest gunstige voorwaarden. De ge meente, bekend met het feit, dat de af name grooter wordt en steeds in de mogelijkheid om goedkoop geld te verkrijgen, terwijl de winst op het product vast staat en ook naar gelang van de vermeerdering steeds iets groo ter wordt. Docens bedenke wel dat men bij een minder doordacht beleid, dadelijk bij den bouw, de thans aange vraagde gelden had kunnen verwer ken, doch onze gasdirecteur is zoo zuinig mogelijk geweest, hoewel hij de wetenschap bezat, dat deze aanvra ge enook latere zouden moeten volgen. Ik eindig met dit punt, doch moet nog een enkele opmerking maken. Ik heb mij steeds gesteld op het stand punt van den industrieel. Hier zit een moeilijkheid omdat een gemeente geen winsten mag behalen uit hare bedrij ven. Dit punt wensch ik echter voor het oogenblik te laten rusten, omdat het geen verband houdt met het ge schrijf van Docens. En nu de tramquaestie. Ook hier staan wij voor een twijfelachtig punt, doch waar de Raad bijna in zijn ge heel na een uitvoerig onderzoek èn van B. en W. èn van de tram-commis sie èn van den Raad, in de afdeelingen besluit om de E. N. E. T. de verplich ting op te leggen, wellicht in de toekomst haar lijnen door te trekken naar Spanjaardslaan of Blauwbrug- ge t je moet Docens wel een zeer bijzonder mensch zijn om daaruit de leering te trekken, dat onze Raad niet beantwoordt aan de beteekenis van de stad onzer inwoning. Deze aanhef zou voldoende zijn. Wat weten wij, buitenstaanders, af van de waarde der aanbiedingen des heeren Grippeling; Wat is ons bekend om trent de bespreking in besloten zittin gen en of de geheele tram-quaestie daar wel behandeld is. Maar wat wij wel weten is: dat eene belangrijke concessie voor vijftig jaren, dus een geheelen menschenleeftijd, uit handen gegeven werd. Een gemeentebestuur, dat niet alle voorzorgen genomen had om ge wapend te zijn in de toekomst, zou onverantwoordelijk gehandeld heb ben. Ongetwijfeld zal in een niet zeer verwijderde toekomst de topografie der stad sterk gewijzigd zijn. Met het oog daarop had het gemeentebestuur twee wenschen. Verwijdering van de stoomtram uit den Hout en zoo noo dig. doortrekking van de tram naar de grens. Zeker, men had hier naast het zui vere gemeentebelang in de balans kunnen leggen, het belang van de E. N. E. T. Doch zulks is blijkbaar ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1