NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
)e Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6353
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 17 MAART 1904. B
ARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN;
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) „1-30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers - 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.371?
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster Directeur J. C. PÊEREB00M.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer./0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31b's Faubourg Montmartre.
Tweede Blad.
TORPEDO'S
Xu de torpedo's in den oorlog in het
erre Oosten zoo groote rol spelen is
t niet onaardig daar iets meer van
weten. In de ..Zaterdagavond" deel-,
n wij reeds iets mee over torpedo's
mijnen, die neergelegd worden,
er volgt thans een beschrijving, door
n zee-officier gegeven in het H.bld.
n de torpedo's, die worden wegge-
ioten.
Om de torpedo's in het water te wer
en wordt gebruik gemaakt van lan
dinrichtingen, zijnde stalen of bron-
n buizen, die of vastgebouwd zijn
het schip, of kunnen draaien om
n pivot en dan torpedo-kanonnen
orden genoemd. Dit laatste maakt
hter weinig verschil daar voor het
vuren een draaibare lanceerinrich-
toch ook in een bepaalden stand
ordt vastgezet en verder door draai-
van het schip de goede richting
ordt verkregen. Van achteren wordt
lanceerinrichting gesloten door een
Iiksel en om te zorgen, dat de torpe-
o bij slingeren of stampen van het
:hip niet naar buiten glijdt, dient
ne berginrichting welke de torpedo
t op het oogenblik van lanceeren
'in den staai't vasthoudt. De torpe-
i's worden uit de lanceerinrichting
[dreven met behulp van samenge-
jrste lucht of door middel van bus-
uit. In den regel kan men van beide
Bddelen gebruik maken, waartoe
jen aan de lanceerinrichting een af-
mr accumulator vindt, die gevuld
1 worden met lucht van zekere
lining en een kruitkamer, waarin
i lading buskruit kan worden ge-
laatst. Door te trekken aan een kruk
[ordt, ingeval men lucht gebruikt,
a klep gelicht en stroomt de lucht
de buis, waardoor de torpedo wordt
lortgedreven, terwijl bij gebruik van
uit de lading door een wrijvings-1
jpje wordt ontstoken. De snelheid.
larmede de torpedo de buis verlaat,
slechts zeer gering. Terwijl toch de
lellieid van een granaat dikwijls
leer dan 700 M. per sec. bedraagt, is,
M. voor een torpedo al veel.
De lanceerinrichting. waarvan hier;
Irake was, is boven water geplaatst.
Ilij een onderwaterlanceerinrichting j
i de inrichting ingewikkelder. Zoo- j
fa de torpedo hierbij toch met een)
Bdeelte buiten boord komt, onder-
[ndt zij zulk een «normen druk van
et voorbijstroomende water, dat zij
sker zou verbuigen en breken. Mem
Ddt daarom bij een onderwaterlan- j
eerinrichting een huiten- en een bin-
enbuis, welke binnenhuis aan den)
oorkant een schild heeft, hetwelk de
irpedo eenigszins tegen den druk van
et water beschermt. Bij het lancee- j
in nu wordt eerst de binnenhuis door
Iimengeperste lucht naar buiten ge-
i rukt en vervolgens door die zelfde
icht de torpedo uit de binnenhuis
J eperst, waarbij het schild de torpedo
J sschermt tot zij met den staart nij-j
m a vrij van het schip is. Daar 't schild
pp den duur ook niet sterk genoeg zou j
ja om bij een snelloopend schip den
uk van het water te weerstaan,
irdt de binnenhuis op het oogenblik,1
lat de torpedo vrij is van het schip
iutomatisch weder binnen boord ge
it.
Om nu de torpedo voor gebruik ge-
ed te maken wordt zij op schragen
slegd, zoodat men er van alle kanten
led bij kan. Zij wordt geladen met
tcht. gesteld voor een bepaalde diepte
n den regel 3 a 5 M.) en wanneer
nen haar gebruikt voor oorlogsdoel-
iden wordt tevens eene zinkinrich-
ting aangebrachi, waardoor aan het
einde van de baan wanneer de torpe
do niet treft, een klep geopend wordt.
Hierdoor loopt de ballastkamer vol
water en zinkt de torpedo. Dit 5s
noodig, want een ronddrijvende tor
pedo zonder de Schotsche wapen
spreuk ..Niemand raakt mij straffe
loos aan" te mogen voeren, is zeer
gevaarlijk en zou belangrijke averij
kunnen maken aan het schip, dat
haar gelanceerd had of andere be
vriende schepen. Verder wordt alles
aan de torpedo flink van olie voor
zien, de buis vanbinnen ook met oh'e
bespoten en daarna de torpedo inge
voerd. Alvorens echter geheel in de
lanceerinrichting te verdwijnen, klopt
de torpedo-officier haar nog eens lief
kozend op haar vetten rug of tegen
haar dikken buik, want een torpedo
wil met liefde behandeld worden. Al
leen dan zal zij trachten evenals Je
dankbare zoon van den Schoolmeester,
altijd den rechten weg te gaan", het
geen een eerste eïsch is voor raak-
schieten. De deksel van de lanceerin
richting wordt nu achter de torpedo
gesloten, de afvoeraccumulator met
lucht gevuld en we zijn thans klaar
voor het schot. Wanneer nu geduren
de het gevecht tusschen groote sche- j
pen de torpedo-officier, aan wien van'
te voren de bedoelingen van den com
mandant worden kenbaar gemaakt,
het oogenblik om te lanceeren gunst5g
acht. kan de torpedo op zijn order
worden afgevuurd. In de eeuw van
electriciteit levende, zal het echter nie
mand verwonderen, dat de torpedo-
officier dit van uit zijn toren ook
electrisch kan doen, waaraan hij de i
voorkeur geeft. Het bepalen vaxi het
oogenblik, waarop gevuurd moet wor
den, is theoretisch zeer eenvoudig en!
geschiet met een peiltoestel, doch men j
moet om te raken de koers en,vaart
van den vijand weten en deze. zijn
zeer moeilijk te schatten. Vandaar dat
lanceeren tegen ter anker liggende
schepen, zooals 9 Febr. bij Port Ar
thur geschiedde, zooveel gemakkelij
ker is.
Op torpedobooten bepaalt de boots-,
commandant zelf het oogenblik van
lanceeren. Hij heeft daar het stuur- j
wiel, de machinekamertelegraaf en het
peiltoestel vlak bij elkander. Een druk
op den contactknop, een vreemdsnij
dend geluid en een projectiel van 500
KG. is onderweg, zijn baan alleen ver
radende door wat luchtbellen, om zijn
lading van 90 KG. schietkatoen tegen
een vijandelijk schip tot explosie te
brengen. Het zijn dure schoten, welke
pl. min. ƒ0000 kosten, doch één zulk
een schot is dan ook voldoende om
een slagschip van 10 millioen gulden,
buiten gevecht te stellen.
Wat nu de vaartuigen betreft, waar-'
op lanceerinrichtingen voorkomen, j
men vindt ze op pantserschepen en
kruisers van over de 14,000 ton tot op
torpedobootjes die 400 maal kleiner
zijn. Het juiste vuur van het moderne
geschut en de grootere vuursnelheid
zijn oorzaak geweest, dat op bijna alle
schepen, waar dat mogelijk was, de
lanceerinrichtingen onder water zijn
geplaatst daar de kans, dat een torpe
do zou worden getroffen te groot werd
en zij bij springen binnen boord eene
groote verwoesting in het eigen schip
zou aanrichten. Men kan niet zeggen,
dat op onze grootere schepen de lan
ceerinrichtingen volgens een vast als
deugdelijk uitgemaakt beginsel zijn;
opgesteld. Onze pantsei'schepeu type
Kortenaer hebben bijv. lanceerinrich
tingen in de breede zijde en eene lan
ceerinrichting achteruit, welke men
de hekbuis noemt. De 6 nieuwe krui
sers hebben bovendien een buis recht
vooruit, de ..Koningin-Regentes" en de
..De Ruyter" hebben twee breede zijde
onderwater lanceerinrichtingen en een
boegbuis terwijl de Hertog Hendrik"
in plaats van een boegbuis een hek-
lanceerinrichting heeft gekregen. Daar
op deze schepen de artillerie echter het
hoofd- en de ton>edo slechts bijwapen
is, zullen wij hierbij niet langer stil
staan, doch overgaan tot de torpedo
booten. waarop het onderzeesche wa
pen de hoofdrol speelt.
Het eerste vaartuig, dat bestemd
was om op te treden als een torpedo
boot met groote snelheid werd waar-
sclv:- :i- in 1873 gebouwd. Dit vaar
tuig was echter bestemd voor spar-
torpedo's. Doch in <°~7 verscheen de
Lightning. Zij was zooals admiraal
Colomb zegt lichter gebouwd dan ooit
een scheepsbouwmeester had kunnen
droomen. 27 ton water verplaatsende
en 28 M. lane was zii te groot
om een sloep te heeten en te klein
om een schip te worHoi genoemd.
Maar zij kon een projectiel lanceeren
in staat om elk bestaand schip in
een sla" te' vernielen en ze bezat de
toenmaals verbazende vaart van 19
mijl. Uit deze Lightning hebben zich
langzamerhand de tegenwoordige tor
pedobooten met eene waterverplaat
sing tot 180 ton en eene snelheid van
meer dan 26 mijl ontwikkeld.
Engeland ging e- cWhts schoorvoe
tend toe over, doch langzamerhand,
toen Frankrijk zijn torpedo vloot
voortdurend uitbreidde, maakte zich
de onrust meester van de gemoederen.
Men zag in die Fransche torpedoboot-
vloot eene niet langer to verachten
bedreiging der Engelsche slagschepen
en onder den indruk hiervan ging
men over eerst tot het bouwen van
torpedo-gunboats, welke proef echter
mislukte en daarna tot het scheppen
van een vloot van torpedoboot-destro-
yers.
Deze vaartuigen hebben geheel den
vorm van torpedobooten, verplaatsen
300—450 ton water en loopen 27—30
mijl, daarbij een vermogen ontwik
kelende gelijk aan dat van de 10 maal
grootere Friesland".
Onze grootste booten hebben een
waterverplaatsing van 142 ton, een
vaart van 25 a 26.5 mijl en zijn be
wapend met 3 torpedo-kanonnen,
waarvan er twee tot bijna recht voor
uit kunnen lanceeren, terwijl er een
achteruit is opgesteld en zijn torpedo
kan afvuren onder hoeken van 45
90° en 135° aan weerszijde van de
kiel. Men vindt op deze booten verder
2 snelvurende kanonnen van 5 c.M..
waardoor zij in staat zijn den strijd
aan te binden met een destroyer.
Benedendeks is de ruimte in hoofd
zaak verdeeld in een verblijf voor het
volk, daarachter bevinden zich ketel-
ruim en machinekamer en daarachter
het logies voor commandanten, offi
cieren en machinisten. De bemanning
bestaat uit 24 man. De kleinere en
tevens oudere booten zijn ongeveer
op dezelfde wijze ingericht. In plaats
van twee torpedokanonnen vindt men
echter vooruit 2 vast in de boot ge
bouwde boegbuizen. Een boegbuis
heeft eenige voordeelen boven eene
lanceerinrichting, die een hoek maakt
met de kiellijn, doch door de groote
vaarten, welke de booten zijn gaan
loopen. heeft men er van moeten af
stappen, daar de torpedo niet onmid
dellijk haar snelheid van 30 mijl heeft
en de boot over de torpedo Heen-
stoomde. Dit was gevaarlijk voor de
boot zelf en afgescheiden daarvan,
werd de torpedo uit koers gedrongen
en bereikte dan haar doel niet.
Hierboven werd even gesproken van
de mogelijkheid dat de Lightning met
een slag elk bestaand schip kon ver
nielen. De gebruikte term is voor den
tegenwoordigen tijd wat sterk, doch
in ieder geval is ook thans nog een
torpedoboot in staat, een slagschip
buiten gevecht te stellen. Misschien
zal men hierom de vraag stellen.
waarom er nog slagschepen van tien
millioen gulden gebouwd worden als
een torpedoboot van 200.000 ze kan
doen zinken. Het antwoord hierop is.
dat een torpedoboot niet onder alle
omstandigheden kan optreden. Hun
kolenvoorraad is te gering om lang in
zee te blijven, bij eenigszins hooge
zee verliezen ze te veel van haar
vaart en het leven aan boord wordt
onder die omstandigheden voor de
opvarenden onhoudbaar. ..Twee of
drie dagen in volle zee is alles, wat
zij kunnen verdragen", werd er van
booten van 100—150 ton gezegd door
een Amerikaansch zeeofficier kort na
den oorlog met Spanje.
Onze booten en de bemanningen die
de reis naar Indië gemaakt hebben,
hebben getoond meer te kunnen ver
dragen, doch wie de reisbeschrijvin
gen leest, zal zien hoe eenige dagen
slecht weer ook de krachten onzer
menschèn uitputten.
Binnenland
Brand in het Raadhuis te Delft.
Men meldt uit Delft
Heel veel heeft het niet gescheeld
of ons fraaie Stadhuis ware in den
afgeloopen nacht een prooi der vlam
men geworden.
Te 4 uur werd de concierge, tevens
gemeentebode, Van der Horst, die op
de bovenverdieping woont, ter plaatse
boven de kamer van den secretaris,
wakker door een sterke brandlucht en
zich uit bed begevende, sloeg hem
dadelijk een verstikkende rook tege
moet. Nadat de brandweer gewaar
schuwd was, die met lofwaardigen
spoed en met talrijk materiaal aan
rukte, bleek, dat in de secretaris-ka
mer het vuur met kracht om zich
heen had gegrepen. Een vlammenzee
was het inwendige der kamer gelijk.
Inmiddels had het vuur, door zuiging,
zijn weg naar boven gevonden en een
klein' deel van den vloer van het ge
meente-museum verteerd. Ja, zelfs
dreigde een oogenblik ernstig gevaar,
toen de vlammen hun weg naar den
kap van liet gebouw hadden gevon
den en daar de zware eiken balken
hadden aangetast. Op dat oogenblik
achtte men het noodig, de branri-
bluschmiddelen der gemeente (4 spui
ten waren in werking, benevens drie
stralen op de waterleiding) te ver
sterken, en richtte men tot de direc
tie der Ned. Gist- en Spiritusfabriek
het verzoek, de stoomspuit dezer on
derneming te doen aanrukken. Toen
deze echter enkele minuten later ter
plaatse kwam, had de gemeentebrand
weer liet ergste gekeerd, zoodat de
stoomspuit verder in reserve bleef.
Te half zeven in den morgen had
men het vuur geblusehtechter sloeg
te half tien Dinsdagmorgen in de kap
van het gebouw nog een vlam uit. De
brandweer houdt den geheelen dag
nog de wacht.
De schade is belangrijk, maar
wordt door assurantie gedekt. De
gemeente is bij de Parijsche Union
verzekerd.
De kamer van den secretaris is to
taal uitgebrand. De woning van den
concierge ten deele. Het gemeente
museum leed niet; alleen de vloer
werd -belangrijk door het vuur aan
getast, terwijl een historische arm
stoel door het vuur en enkele plaat
werken door het water werden be
schadigd, Het historisch-waardevolle
gemeente-archief heeft absoluut niet
geleden. Ook de schilderstukken in de
trouwzaal bleven ongedeerd.
De Raadzaal leed noch van vuur.
noch van water.
Wel gingen ter secretarie drukwer
ken van waarde teloor, welks verlies
inderdaad een ramp is.
Op het terrein van den brand waren
o. m. de burgemeester, de wethouders
vele leden van den gemeenteraad, de
garnizoenscommandant, de gemeente
architect, enz.
De brandweer heeft met inspanning
het vuur tot betrekkelijk kleine afme
ting weten te beperken.
De oorzaak is vermoedelijkhet
eerst smeulen, daarnaa vuur vatten
van een bint, gelegen aan de boven-
achterzijde van den schoorsteen 'n
de secretaris-kamer, welke bint daar
na den zolder in vuur zette.
Het Lager ouderwijs.
Het hoofdbestuur van het „Neder-
landsch Onderwijzers-Genootschap"
heeft een adres gezonden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal,
waarin het zijn instemming betuigt
met het ingediende ontwerp tot wijzi
ging en aanvulling van de Wet op
het Lager Onderwijs, en van de Bur
gerlijke Pensioenswet, daarbij even
wel te kennen geeft, dat het nog eeni
ge nadere wijzigingen van belang zou
de achten.
De voornaamste van die nadere aan
wijzingen zijn
De leeftijd, waarop recht op pen
sioen verkregen is, worde verlaagd, en
wel zoo, dat zij intreedt voor onder
wijzers na 40-jarigen dienst of vol
brachten 60-jarigen leeftijd, voor on
derwijzeressen na 30-jarigen dienst of
volbrachten 50-jarigen leeftijd.
De bepaling worde opgenomen, dat
onderwijzers na volbrachten 70-jari-
gen en onderwijzeressen na volbrach
ten 60-jarigen leeftijd verplicht zijn
pensioen te vragen.
Bij de beslissing over het al of niet
toekennen van pensioen, ingeval van
invaliditeit, worde ook aan het school
toezicht. een zekere invloed gegeven.
Artikel 39 der Wet op het Lager On
derwijs worde vervangen door een
ander, waarin de volgende bepalingen
zijn opgenomen
a. bij opheffing zijner betrekking
wordt de onderwijzer niet ontslagen,
maar tijdelijk buiten dienst gesteld
b. gedurende den tijd, dat hij bui
ten dienst gesteld is, geniet hij een
wachtgeld ten bedrage van i van zijn
inkomen, als hij minder dan vijf.
dienstjaren heeft, van 2/3 van zijn in
komen als hij meer dan 15 en minder
dan 25 dienstjaren heeft, van zijn volle j
salaris als hij meer dan 25 dienstjaren
heeft
c. het minimum van het wachtgeld]
bedraagt f 500.
Aan de bijzondere onderwijzers
worde hetzelfde recht op pensioen ver
zekerd als aan de openbare onder
wijzers.
Ook de onderwijzers, reeds vóórj
1878 werkzaam aan bijzondere scho
len, die gesubsidieerd werden door de
gemeente, en na 1878 in openbare ver-1
anderd of opgeheven zijn, krijgen!
recht op pensioen voor hun geheelen
diensttijd aan die scholen.
de belasting van zijn gezel h ƒ4, en
2e. de vervolgingskosten en de kosten
der rechtszaak tot een bedrag van
ruim ƒ79, «lit laatste als rechtmatige
straf voor zijn eigen onnadenkendheid
en nonchalance en het bedrag op
grond van het artikel der wet, waarin
bepaald wordt, dat de patroon :nge-
val zijn ondergeschikte geen belasting
wil betalen, voor de rechtbank kan
worden gedaagd om mededeeling te
doen van „gelden, geldswaarden en
goederen, niets uitgezonderd, als hij
verschuldigd is. of zal worden" aan
zijn ondergeschikte, ten einde daarop
zal kunnen worden verhaald, wat hij
aan belasting schuldig is.
De bakker, die van het bestaan van
zulk een artikel niet had gedroomd,
kwam dus van een koude reis thuis.
Ter waarschuwing.
In de „Ned. Bakkerscourant" staat
een verhaal van een bakker, die er)
door toedoen van zijn knecht en door.
eigen onattentheid leelijk is inge-
loopen.
De knecht betaalde zijn hoofdelijken
omslag niet, ontving de gebx-uikelijke
reeks papieren als waarschuwing, I
aanmaning enz., maar bleef weiger-j
achtig.
Toen werden den patroon allerlei
papieren thuisgebracht, maar deze gaf
ze, nonchalant genoeg, aan zijn knecht
die er al even weinig notitie van
nam als van de aan hem geadresseer
de stukken. Eindelijk was het geduld
van den fiscus op, de patroon werd
gedagvaard eixmoest betalenle
Een raar geval.
Een interessant geval zal zich waar
schijnlijk binnenkort voordoen. Een
Indisch officier is in Indië afgekeurd
wegens voortdurende ongeschiktheid
voor alle militaire diensten, en dien
tengevolge daarvan gopensioixneerd
op een oogenblik, dat het hem al bij
zonder slecht schikte om naar Ne
derland te gaan en daar voorgoed te
blijven.
Edoch, er schoot hem niets anders
over en hij schikte zich in zijn lot.
In Europa ging het hem meer naar
den vleesche dan hij had dui*ven ho
pen en na een poos verdiende hij
zooveel, dat hij aan het sluiteix van
een flinke verzekering kon gaaxx den
ken. De daaraan voorafgaande zeer
strenge keuring viel naar genoegen
uit, de geneesheer wenschte zijn cliënt
geluk met zijn uitmuntend lichaam,
waarop, zeide de medicus, niets hoe
genaamd was aan te merken.
Nog een wijl daarna recommandeer
de hij zich voor een betrekking bij
het Nederlandsche leger, waartoe al
leen benoembaar zijn gewezen offi
cieren, die voor den actieven dienst
lichamelijk volkomen geschikt worden
geacht. Aan dien eïsch voldeed hij na
een nauwgezet geneeskundig onder
zoek, maar de door hem verlangde
benoeming volgde niet, een gelukki
ger mede-candidaat zag zich daartoe
uitverkoren.
Hij wil nu de vraag bij de Tweede
Kamer aanhangig maken, of hij in
Indië niet lichtvaardig en zonder
dringende xxoodzakelijkheid is afge
keurd of zooals de uitkomst en de
praktijk hebben bewezen, een tot drie
jaren verlengd buitenlandsch verlof
niet zou hebben kunnen dienen, om
hem volledig te genezen en hem voor
den actieven kolonialen dienst te be
houden.
En wordt die vraag bevestigend be
antwoord. dan is hij van plan, een
schadeloosstelling te vragen voor de
hem onnoodig toegebrachte schade
van eeix geheel ontijdige pensionnee-
ring. Wel zou hij liever weder in rang
en anciënniteit intreden, doch hij be
grijpt, dat men zich daartegen met
hand en tand verzetten zal. en wil
zich daarom met een geldelijke indem
niteit tevredenstellen.
De uitslag van dezen avontuurlij
ken stap wordt met nieuwsgierigheid
te gemoet gezien en kan, wanneer hij
met succes bekroond wordt, vérstrek
kende gevolgen hebben. Ik voor mij
twijfel op dien grond reeds aan een
voor requestraht bevredigend ant
woord. Bat. Nbl.
F o u i 11 e t o ii.
A'aar het Didtsch van
E. VON WERNER.
50)
Dat scheen wel een verklaring te
even voor het ontstemde humeur van
jongen man, dien iedere ontmoe-
ag met zijn oom opnieuw onaaxxge-
ftam aandeed, maar daar zou nu
poedig een einde aan komen. Over
cht dagen wilden de vreemde gasten
ilfheim verlaten en naar DuitschlanJ
Mugkeeren zc#i dan ook de scha-
uw wijken, die met hen gekomen
ras?
Daar klonken voetstappen, Harald
Borvik kwam over het kerkhof aan-
randelen. dat slechts door een lage
ïtiur van het tuintje gescheiden was
lij scheen geen nlan te hebben naar
Ie pastorie Je gaan, want hij keek
erschrikt op bij den aanblik van het
ange meisje, dat in haar peinzen ge-
toord werd.
Harald Ben je weer in Raans-
al?
•Siixds gisterenavond, antwoordde
hij en kwam langzaam naderbij.
Wij hebben van het ongeluk ge
hoord. Je moest in Drontheim achter
blijven tengevolge van dien val Is
het op het jacht gebeurd
Neen, aaxx wal. Heeft echter xxiet
veel te beteekenen, het is alweer voor
bij.
Hildur keek hem aan op zijn
voorhoofd was een rood litteeken te
zien, maar het was niet gropt, eigen
lijk niets dan een schram en Harald
was nooit gewoon drukte over
zoo iets te maken.
Wil je niet binnenkomen vroeg
zü op de kleine poort in den muur
wijzend, haar hij schudde het hoofd.
Neen, ik heb niet veel tijd. Ben
overigens blij. dat ik weer thuis en
bij mijn moeder ben.
Je blijft toch maar acht dagen
Men zegt immers, dat de „Zeeade
laar" dan weer vertrekt
Ja maar ik blijf hier heb al
in Drontheim mijn ontslag genomen
In Drontheim Breng je het
jacht niet naar Hamburg terug?
Neen. Ik was eigenlijk alleen
voor Noorwegen verbonden. Nu heb
ben zij mij niet meer noodig, er is al
een andere stuurman. Hij zal het
jacht door dé* Noordzee brengen.
Hildur luisterde met steeds grooter
verbazing. Het was heelemaal niet
iets voor Thorvik, dat hij het schip,
dat hij aangenomen had te besturen
door een ander in de haven lietbren
gen. Anders hield hij met taaiheid
vast aan zijn rechten, zoowel als aan
zijn plichten exx had zijxx plaats xxooit
aan eexx vreemde overgelaten. Hii
scheen haar vérbaziner echter niet te
bemerken en vroeg plotseling
Je hebt het nu zeker heel druk
met den uitzet Op welken dag is het
huwelijk nu bepaald?
Over zes weken. Den verjaardag
van vader.
Dan eerst? Jammer! Dan zul je
niet de eer te beurt vallen, de voor
name bloedverwanten als gasten op
de bruiloft te zien. Zij maakten im
mers onlangs na kerktijd een bezoek
bij je vader, exx siixds dien tijd is ze
ker alles vrede exx vriendschap?
Bernard gaat alleen met zijn
verwanten om, als hij moet. zei Hil
dur kalm en beslist. Hij heeft hen
niet meer dan drie- of viermaal ge
zien in al dien tijd.
En dat was misschien al te veel
mompelde Harald, maar het jonge
meisje hooi'de de halfluide opmerking
en keek hem onvriendelijk aan.
Schei uit. Harald Dat zijn fa
miliezaken, die alleen Bernard en mij
aangaan. Jelui zijn wel vrienden
Geweestviel hij haar op ruwen
toon in de rede. Nu is het uit. eigen
lijk was dat al lang zoo, en juist
daarom valt het mij moeilijk, te spre
ken. Aanbrengen is altijd een schan
delijk werk en jij zult natuurlijk den
ken, dat ik xxiijn eigen plannen daar
mee heb. Wees gerust, daarvoor keix
ik je veel te goed Ik kom bij joix er
niets verder mee, dat weet ik. maar
in weerwil daarvan zeg ik Houd de
oogen open
Waarom Wat bedoel je daar
mee vroeg Hildur, getroffen maar
zonder eenig vermoeden.
Thorvik antwoordde niet; h";
scheeix met zichzelf in strijd of hij
spreken of zwijgen zou, eindelijk be
gon hij weer:
Wij hebben ook verloofden aan
boord gehad. De prins is verloofd.
Ik weet het, met Sylvia Hohei.
fels. zei het jonge meisje. Dat was al
in Alfheim in orde gekomen, voordat
zij vertrokken en wij verwachtten het
al lang. Sylvia zal een mooie, trot-
sche bruid zijn, ik ken haar im
mers
Je kent haar niet! zei Harald
nadrukkelijk. Wat weet jij van haar
Jij kent haar als het blanke, vrnolij-
ke ding, dat na kerktijd bij jelui in
de pastorie kwam en jelui allemaal
behekste met haar vleierijen. Zelfs je
vader is nog in extaze. als hii daar
over spreekt. Ik heb haar indertijd
op de Noordzee anders gezien, toen
er een onweer losbrak en zij geheel
alleen op het dek kwam, van het
hoofd tot de voeten iix een stormman-
tel gehuld. Men zag alleen het bleeke
gezicht en de groote oogen, en daar
mee keek zij onverdroten voor zich
uit. knipte niet met de wimpers en
verheugde zich, als het er zoo donde
rend op losging. Storm-nixe" zei
de dichterlijke prins. Nu. hij zal met
zijn slaperige oogen de stormnixe niet
dwingen. Daar is een ander voor noo
dig en die is misschien niet ver te zoe
ken. Ik zeg het je nog eens houd
de oogen open
Hildur luisterde nog altijd, zonder
te begrijpen, maar toch kwam er een
onbestemd vermoeden in haar op. De
schaduw dook uit den achtergrond
op. waar ze zoolang gedreigd had.
en scheen vorm en gestalte aan te
nemen, nog herkende zij haar niet,
maar haar antwoord klonk onrustig
en beklemd.
Wat beteekenen die toespelingen.
Harald Ik begrijp ze niet. Spreek
duidelijker, opdat ik je kan begrij
pen
Harald keek haar aan. met een half
sombere.half smartelijke uitdrukking.
Het was hem aan te zien. dat liet.
hem moeite kostte, en dat geen zucli'
naar wraak hem dreef. Eindelijk
sprak hij met een harde, koude op
rechtheid. die niet scheen te vragen
of zij hem en anderen leed berok
kende.
Misschien moest ik zwijgen en je
met rust laten en als jij was zooais
alle anderen, dan zou ik het ook
doen. Een schurk is hii immers niet.
hij zal doen. wat. plicht en geweten
hem voorschrijven, en zij zal heen
gaan met haar prins, maar weten
moet je het toch. Ik had onlangs in
de kerk al ongemerk* dat hij op
schrikte, toen zij binnenkwam en pre
cies zoo deed zij op den ..Zeeadelaar"
toen zii hoorde, dat He Freia" in de
nabiiheid was. Wat hii elkaar be
hoort wordt niet "omakkelijk
gescheiden! Hij kan niet kalm en
vredig bij jou op Edsviken zitten en
het leven vergeten, waarvan hij eens
geproefd heeft, nu heelemaal niet. Hij
kan 'thier niet uithouden, moet weg
van m en van ons allen of hij wil of
of nietHij behoort nu eenmaal niet
tot Ho onzen en hij dan vastligt
aan de ketting, dan zul jij het moe
ten boeten, dat hij niet meer los kan
denk aan mijn woorden 5
Hildur was bleek geworden, lang
zamerhand begon zij te begrijpen,
zonder dat een naam genoemd werd,
en eindelijk vloog zii met een half on
derdrukten kreet overeind.
Bernard Sylvia? Neen. dat is
niet waar, dat kan niet zijn Harald.
je wilt je wreken, je hebt zelf hekend
dat je haat voelt voor Bernard. Zeg.
dat net niet waar is maak mij
toch niet zoo nameloos ongerust
Harald. ik smeek je
Als in doodsangst klonk haar smee-
ken, zij scheen zich nog aan een
stroohalm vast te klampen, maar
Thorvik schudde slechts somher het
hoofd.
(Wordt vervolgd).