NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. )e Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 6353 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 17 MAART 1904. B ARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN; Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) „1-30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers - 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.371? de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster Directeur J. C. PÊEREB00M. ADVERTENTIËN: Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer./0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31b's Faubourg Montmartre. Tweede Blad. TORPEDO'S Xu de torpedo's in den oorlog in het erre Oosten zoo groote rol spelen is t niet onaardig daar iets meer van weten. In de ..Zaterdagavond" deel-, n wij reeds iets mee over torpedo's mijnen, die neergelegd worden, er volgt thans een beschrijving, door n zee-officier gegeven in het H.bld. n de torpedo's, die worden wegge- ioten. Om de torpedo's in het water te wer en wordt gebruik gemaakt van lan dinrichtingen, zijnde stalen of bron- n buizen, die of vastgebouwd zijn het schip, of kunnen draaien om n pivot en dan torpedo-kanonnen orden genoemd. Dit laatste maakt hter weinig verschil daar voor het vuren een draaibare lanceerinrich- toch ook in een bepaalden stand ordt vastgezet en verder door draai- van het schip de goede richting ordt verkregen. Van achteren wordt lanceerinrichting gesloten door een Iiksel en om te zorgen, dat de torpe- o bij slingeren of stampen van het :hip niet naar buiten glijdt, dient ne berginrichting welke de torpedo t op het oogenblik van lanceeren 'in den staai't vasthoudt. De torpe- i's worden uit de lanceerinrichting [dreven met behulp van samenge- jrste lucht of door middel van bus- uit. In den regel kan men van beide Bddelen gebruik maken, waartoe jen aan de lanceerinrichting een af- mr accumulator vindt, die gevuld 1 worden met lucht van zekere lining en een kruitkamer, waarin i lading buskruit kan worden ge- laatst. Door te trekken aan een kruk [ordt, ingeval men lucht gebruikt, a klep gelicht en stroomt de lucht de buis, waardoor de torpedo wordt lortgedreven, terwijl bij gebruik van uit de lading door een wrijvings-1 jpje wordt ontstoken. De snelheid. larmede de torpedo de buis verlaat, slechts zeer gering. Terwijl toch de lellieid van een granaat dikwijls leer dan 700 M. per sec. bedraagt, is, M. voor een torpedo al veel. De lanceerinrichting. waarvan hier; Irake was, is boven water geplaatst. Ilij een onderwaterlanceerinrichting j i de inrichting ingewikkelder. Zoo- j fa de torpedo hierbij toch met een) Bdeelte buiten boord komt, onder- [ndt zij zulk een «normen druk van et voorbijstroomende water, dat zij sker zou verbuigen en breken. Mem Ddt daarom bij een onderwaterlan- j eerinrichting een huiten- en een bin- enbuis, welke binnenhuis aan den) oorkant een schild heeft, hetwelk de irpedo eenigszins tegen den druk van et water beschermt. Bij het lancee- j in nu wordt eerst de binnenhuis door Iimengeperste lucht naar buiten ge- i rukt en vervolgens door die zelfde icht de torpedo uit de binnenhuis J eperst, waarbij het schild de torpedo J sschermt tot zij met den staart nij-j m a vrij van het schip is. Daar 't schild pp den duur ook niet sterk genoeg zou j ja om bij een snelloopend schip den uk van het water te weerstaan, irdt de binnenhuis op het oogenblik,1 lat de torpedo vrij is van het schip iutomatisch weder binnen boord ge it. Om nu de torpedo voor gebruik ge- ed te maken wordt zij op schragen slegd, zoodat men er van alle kanten led bij kan. Zij wordt geladen met tcht. gesteld voor een bepaalde diepte n den regel 3 a 5 M.) en wanneer nen haar gebruikt voor oorlogsdoel- iden wordt tevens eene zinkinrich- ting aangebrachi, waardoor aan het einde van de baan wanneer de torpe do niet treft, een klep geopend wordt. Hierdoor loopt de ballastkamer vol water en zinkt de torpedo. Dit 5s noodig, want een ronddrijvende tor pedo zonder de Schotsche wapen spreuk ..Niemand raakt mij straffe loos aan" te mogen voeren, is zeer gevaarlijk en zou belangrijke averij kunnen maken aan het schip, dat haar gelanceerd had of andere be vriende schepen. Verder wordt alles aan de torpedo flink van olie voor zien, de buis vanbinnen ook met oh'e bespoten en daarna de torpedo inge voerd. Alvorens echter geheel in de lanceerinrichting te verdwijnen, klopt de torpedo-officier haar nog eens lief kozend op haar vetten rug of tegen haar dikken buik, want een torpedo wil met liefde behandeld worden. Al leen dan zal zij trachten evenals Je dankbare zoon van den Schoolmeester, altijd den rechten weg te gaan", het geen een eerste eïsch is voor raak- schieten. De deksel van de lanceerin richting wordt nu achter de torpedo gesloten, de afvoeraccumulator met lucht gevuld en we zijn thans klaar voor het schot. Wanneer nu geduren de het gevecht tusschen groote sche- j pen de torpedo-officier, aan wien van' te voren de bedoelingen van den com mandant worden kenbaar gemaakt, het oogenblik om te lanceeren gunst5g acht. kan de torpedo op zijn order worden afgevuurd. In de eeuw van electriciteit levende, zal het echter nie mand verwonderen, dat de torpedo- officier dit van uit zijn toren ook electrisch kan doen, waaraan hij de i voorkeur geeft. Het bepalen vaxi het oogenblik, waarop gevuurd moet wor den, is theoretisch zeer eenvoudig en! geschiet met een peiltoestel, doch men j moet om te raken de koers en,vaart van den vijand weten en deze. zijn zeer moeilijk te schatten. Vandaar dat lanceeren tegen ter anker liggende schepen, zooals 9 Febr. bij Port Ar thur geschiedde, zooveel gemakkelij ker is. Op torpedobooten bepaalt de boots-, commandant zelf het oogenblik van lanceeren. Hij heeft daar het stuur- j wiel, de machinekamertelegraaf en het peiltoestel vlak bij elkander. Een druk op den contactknop, een vreemdsnij dend geluid en een projectiel van 500 KG. is onderweg, zijn baan alleen ver radende door wat luchtbellen, om zijn lading van 90 KG. schietkatoen tegen een vijandelijk schip tot explosie te brengen. Het zijn dure schoten, welke pl. min. ƒ0000 kosten, doch één zulk een schot is dan ook voldoende om een slagschip van 10 millioen gulden, buiten gevecht te stellen. Wat nu de vaartuigen betreft, waar-' op lanceerinrichtingen voorkomen, j men vindt ze op pantserschepen en kruisers van over de 14,000 ton tot op torpedobootjes die 400 maal kleiner zijn. Het juiste vuur van het moderne geschut en de grootere vuursnelheid zijn oorzaak geweest, dat op bijna alle schepen, waar dat mogelijk was, de lanceerinrichtingen onder water zijn geplaatst daar de kans, dat een torpe do zou worden getroffen te groot werd en zij bij springen binnen boord eene groote verwoesting in het eigen schip zou aanrichten. Men kan niet zeggen, dat op onze grootere schepen de lan ceerinrichtingen volgens een vast als deugdelijk uitgemaakt beginsel zijn; opgesteld. Onze pantsei'schepeu type Kortenaer hebben bijv. lanceerinrich tingen in de breede zijde en eene lan ceerinrichting achteruit, welke men de hekbuis noemt. De 6 nieuwe krui sers hebben bovendien een buis recht vooruit, de ..Koningin-Regentes" en de ..De Ruyter" hebben twee breede zijde onderwater lanceerinrichtingen en een boegbuis terwijl de Hertog Hendrik" in plaats van een boegbuis een hek- lanceerinrichting heeft gekregen. Daar op deze schepen de artillerie echter het hoofd- en de ton>edo slechts bijwapen is, zullen wij hierbij niet langer stil staan, doch overgaan tot de torpedo booten. waarop het onderzeesche wa pen de hoofdrol speelt. Het eerste vaartuig, dat bestemd was om op te treden als een torpedo boot met groote snelheid werd waar- sclv:- :i- in 1873 gebouwd. Dit vaar tuig was echter bestemd voor spar- torpedo's. Doch in <°~7 verscheen de Lightning. Zij was zooals admiraal Colomb zegt lichter gebouwd dan ooit een scheepsbouwmeester had kunnen droomen. 27 ton water verplaatsende en 28 M. lane was zii te groot om een sloep te heeten en te klein om een schip te worHoi genoemd. Maar zij kon een projectiel lanceeren in staat om elk bestaand schip in een sla" te' vernielen en ze bezat de toenmaals verbazende vaart van 19 mijl. Uit deze Lightning hebben zich langzamerhand de tegenwoordige tor pedobooten met eene waterverplaat sing tot 180 ton en eene snelheid van meer dan 26 mijl ontwikkeld. Engeland ging e- cWhts schoorvoe tend toe over, doch langzamerhand, toen Frankrijk zijn torpedo vloot voortdurend uitbreidde, maakte zich de onrust meester van de gemoederen. Men zag in die Fransche torpedoboot- vloot eene niet langer to verachten bedreiging der Engelsche slagschepen en onder den indruk hiervan ging men over eerst tot het bouwen van torpedo-gunboats, welke proef echter mislukte en daarna tot het scheppen van een vloot van torpedoboot-destro- yers. Deze vaartuigen hebben geheel den vorm van torpedobooten, verplaatsen 300—450 ton water en loopen 27—30 mijl, daarbij een vermogen ontwik kelende gelijk aan dat van de 10 maal grootere Friesland". Onze grootste booten hebben een waterverplaatsing van 142 ton, een vaart van 25 a 26.5 mijl en zijn be wapend met 3 torpedo-kanonnen, waarvan er twee tot bijna recht voor uit kunnen lanceeren, terwijl er een achteruit is opgesteld en zijn torpedo kan afvuren onder hoeken van 45 90° en 135° aan weerszijde van de kiel. Men vindt op deze booten verder 2 snelvurende kanonnen van 5 c.M.. waardoor zij in staat zijn den strijd aan te binden met een destroyer. Benedendeks is de ruimte in hoofd zaak verdeeld in een verblijf voor het volk, daarachter bevinden zich ketel- ruim en machinekamer en daarachter het logies voor commandanten, offi cieren en machinisten. De bemanning bestaat uit 24 man. De kleinere en tevens oudere booten zijn ongeveer op dezelfde wijze ingericht. In plaats van twee torpedokanonnen vindt men echter vooruit 2 vast in de boot ge bouwde boegbuizen. Een boegbuis heeft eenige voordeelen boven eene lanceerinrichting, die een hoek maakt met de kiellijn, doch door de groote vaarten, welke de booten zijn gaan loopen. heeft men er van moeten af stappen, daar de torpedo niet onmid dellijk haar snelheid van 30 mijl heeft en de boot over de torpedo Heen- stoomde. Dit was gevaarlijk voor de boot zelf en afgescheiden daarvan, werd de torpedo uit koers gedrongen en bereikte dan haar doel niet. Hierboven werd even gesproken van de mogelijkheid dat de Lightning met een slag elk bestaand schip kon ver nielen. De gebruikte term is voor den tegenwoordigen tijd wat sterk, doch in ieder geval is ook thans nog een torpedoboot in staat, een slagschip buiten gevecht te stellen. Misschien zal men hierom de vraag stellen. waarom er nog slagschepen van tien millioen gulden gebouwd worden als een torpedoboot van 200.000 ze kan doen zinken. Het antwoord hierop is. dat een torpedoboot niet onder alle omstandigheden kan optreden. Hun kolenvoorraad is te gering om lang in zee te blijven, bij eenigszins hooge zee verliezen ze te veel van haar vaart en het leven aan boord wordt onder die omstandigheden voor de opvarenden onhoudbaar. ..Twee of drie dagen in volle zee is alles, wat zij kunnen verdragen", werd er van booten van 100—150 ton gezegd door een Amerikaansch zeeofficier kort na den oorlog met Spanje. Onze booten en de bemanningen die de reis naar Indië gemaakt hebben, hebben getoond meer te kunnen ver dragen, doch wie de reisbeschrijvin gen leest, zal zien hoe eenige dagen slecht weer ook de krachten onzer menschèn uitputten. Binnenland Brand in het Raadhuis te Delft. Men meldt uit Delft Heel veel heeft het niet gescheeld of ons fraaie Stadhuis ware in den afgeloopen nacht een prooi der vlam men geworden. Te 4 uur werd de concierge, tevens gemeentebode, Van der Horst, die op de bovenverdieping woont, ter plaatse boven de kamer van den secretaris, wakker door een sterke brandlucht en zich uit bed begevende, sloeg hem dadelijk een verstikkende rook tege moet. Nadat de brandweer gewaar schuwd was, die met lofwaardigen spoed en met talrijk materiaal aan rukte, bleek, dat in de secretaris-ka mer het vuur met kracht om zich heen had gegrepen. Een vlammenzee was het inwendige der kamer gelijk. Inmiddels had het vuur, door zuiging, zijn weg naar boven gevonden en een klein' deel van den vloer van het ge meente-museum verteerd. Ja, zelfs dreigde een oogenblik ernstig gevaar, toen de vlammen hun weg naar den kap van liet gebouw hadden gevon den en daar de zware eiken balken hadden aangetast. Op dat oogenblik achtte men het noodig, de branri- bluschmiddelen der gemeente (4 spui ten waren in werking, benevens drie stralen op de waterleiding) te ver sterken, en richtte men tot de direc tie der Ned. Gist- en Spiritusfabriek het verzoek, de stoomspuit dezer on derneming te doen aanrukken. Toen deze echter enkele minuten later ter plaatse kwam, had de gemeentebrand weer liet ergste gekeerd, zoodat de stoomspuit verder in reserve bleef. Te half zeven in den morgen had men het vuur geblusehtechter sloeg te half tien Dinsdagmorgen in de kap van het gebouw nog een vlam uit. De brandweer houdt den geheelen dag nog de wacht. De schade is belangrijk, maar wordt door assurantie gedekt. De gemeente is bij de Parijsche Union verzekerd. De kamer van den secretaris is to taal uitgebrand. De woning van den concierge ten deele. Het gemeente museum leed niet; alleen de vloer werd -belangrijk door het vuur aan getast, terwijl een historische arm stoel door het vuur en enkele plaat werken door het water werden be schadigd, Het historisch-waardevolle gemeente-archief heeft absoluut niet geleden. Ook de schilderstukken in de trouwzaal bleven ongedeerd. De Raadzaal leed noch van vuur. noch van water. Wel gingen ter secretarie drukwer ken van waarde teloor, welks verlies inderdaad een ramp is. Op het terrein van den brand waren o. m. de burgemeester, de wethouders vele leden van den gemeenteraad, de garnizoenscommandant, de gemeente architect, enz. De brandweer heeft met inspanning het vuur tot betrekkelijk kleine afme ting weten te beperken. De oorzaak is vermoedelijkhet eerst smeulen, daarnaa vuur vatten van een bint, gelegen aan de boven- achterzijde van den schoorsteen 'n de secretaris-kamer, welke bint daar na den zolder in vuur zette. Het Lager ouderwijs. Het hoofdbestuur van het „Neder- landsch Onderwijzers-Genootschap" heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin het zijn instemming betuigt met het ingediende ontwerp tot wijzi ging en aanvulling van de Wet op het Lager Onderwijs, en van de Bur gerlijke Pensioenswet, daarbij even wel te kennen geeft, dat het nog eeni ge nadere wijzigingen van belang zou de achten. De voornaamste van die nadere aan wijzingen zijn De leeftijd, waarop recht op pen sioen verkregen is, worde verlaagd, en wel zoo, dat zij intreedt voor onder wijzers na 40-jarigen dienst of vol brachten 60-jarigen leeftijd, voor on derwijzeressen na 30-jarigen dienst of volbrachten 50-jarigen leeftijd. De bepaling worde opgenomen, dat onderwijzers na volbrachten 70-jari- gen en onderwijzeressen na volbrach ten 60-jarigen leeftijd verplicht zijn pensioen te vragen. Bij de beslissing over het al of niet toekennen van pensioen, ingeval van invaliditeit, worde ook aan het school toezicht. een zekere invloed gegeven. Artikel 39 der Wet op het Lager On derwijs worde vervangen door een ander, waarin de volgende bepalingen zijn opgenomen a. bij opheffing zijner betrekking wordt de onderwijzer niet ontslagen, maar tijdelijk buiten dienst gesteld b. gedurende den tijd, dat hij bui ten dienst gesteld is, geniet hij een wachtgeld ten bedrage van i van zijn inkomen, als hij minder dan vijf. dienstjaren heeft, van 2/3 van zijn in komen als hij meer dan 15 en minder dan 25 dienstjaren heeft, van zijn volle j salaris als hij meer dan 25 dienstjaren heeft c. het minimum van het wachtgeld] bedraagt f 500. Aan de bijzondere onderwijzers worde hetzelfde recht op pensioen ver zekerd als aan de openbare onder wijzers. Ook de onderwijzers, reeds vóórj 1878 werkzaam aan bijzondere scho len, die gesubsidieerd werden door de gemeente, en na 1878 in openbare ver-1 anderd of opgeheven zijn, krijgen! recht op pensioen voor hun geheelen diensttijd aan die scholen. de belasting van zijn gezel h ƒ4, en 2e. de vervolgingskosten en de kosten der rechtszaak tot een bedrag van ruim ƒ79, «lit laatste als rechtmatige straf voor zijn eigen onnadenkendheid en nonchalance en het bedrag op grond van het artikel der wet, waarin bepaald wordt, dat de patroon :nge- val zijn ondergeschikte geen belasting wil betalen, voor de rechtbank kan worden gedaagd om mededeeling te doen van „gelden, geldswaarden en goederen, niets uitgezonderd, als hij verschuldigd is. of zal worden" aan zijn ondergeschikte, ten einde daarop zal kunnen worden verhaald, wat hij aan belasting schuldig is. De bakker, die van het bestaan van zulk een artikel niet had gedroomd, kwam dus van een koude reis thuis. Ter waarschuwing. In de „Ned. Bakkerscourant" staat een verhaal van een bakker, die er) door toedoen van zijn knecht en door. eigen onattentheid leelijk is inge- loopen. De knecht betaalde zijn hoofdelijken omslag niet, ontving de gebx-uikelijke reeks papieren als waarschuwing, I aanmaning enz., maar bleef weiger-j achtig. Toen werden den patroon allerlei papieren thuisgebracht, maar deze gaf ze, nonchalant genoeg, aan zijn knecht die er al even weinig notitie van nam als van de aan hem geadresseer de stukken. Eindelijk was het geduld van den fiscus op, de patroon werd gedagvaard eixmoest betalenle Een raar geval. Een interessant geval zal zich waar schijnlijk binnenkort voordoen. Een Indisch officier is in Indië afgekeurd wegens voortdurende ongeschiktheid voor alle militaire diensten, en dien tengevolge daarvan gopensioixneerd op een oogenblik, dat het hem al bij zonder slecht schikte om naar Ne derland te gaan en daar voorgoed te blijven. Edoch, er schoot hem niets anders over en hij schikte zich in zijn lot. In Europa ging het hem meer naar den vleesche dan hij had dui*ven ho pen en na een poos verdiende hij zooveel, dat hij aan het sluiteix van een flinke verzekering kon gaaxx den ken. De daaraan voorafgaande zeer strenge keuring viel naar genoegen uit, de geneesheer wenschte zijn cliënt geluk met zijn uitmuntend lichaam, waarop, zeide de medicus, niets hoe genaamd was aan te merken. Nog een wijl daarna recommandeer de hij zich voor een betrekking bij het Nederlandsche leger, waartoe al leen benoembaar zijn gewezen offi cieren, die voor den actieven dienst lichamelijk volkomen geschikt worden geacht. Aan dien eïsch voldeed hij na een nauwgezet geneeskundig onder zoek, maar de door hem verlangde benoeming volgde niet, een gelukki ger mede-candidaat zag zich daartoe uitverkoren. Hij wil nu de vraag bij de Tweede Kamer aanhangig maken, of hij in Indië niet lichtvaardig en zonder dringende xxoodzakelijkheid is afge keurd of zooals de uitkomst en de praktijk hebben bewezen, een tot drie jaren verlengd buitenlandsch verlof niet zou hebben kunnen dienen, om hem volledig te genezen en hem voor den actieven kolonialen dienst te be houden. En wordt die vraag bevestigend be antwoord. dan is hij van plan, een schadeloosstelling te vragen voor de hem onnoodig toegebrachte schade van eeix geheel ontijdige pensionnee- ring. Wel zou hij liever weder in rang en anciënniteit intreden, doch hij be grijpt, dat men zich daartegen met hand en tand verzetten zal. en wil zich daarom met een geldelijke indem niteit tevredenstellen. De uitslag van dezen avontuurlij ken stap wordt met nieuwsgierigheid te gemoet gezien en kan, wanneer hij met succes bekroond wordt, vérstrek kende gevolgen hebben. Ik voor mij twijfel op dien grond reeds aan een voor requestraht bevredigend ant woord. Bat. Nbl. F o u i 11 e t o ii. A'aar het Didtsch van E. VON WERNER. 50) Dat scheen wel een verklaring te even voor het ontstemde humeur van jongen man, dien iedere ontmoe- ag met zijn oom opnieuw onaaxxge- ftam aandeed, maar daar zou nu poedig een einde aan komen. Over cht dagen wilden de vreemde gasten ilfheim verlaten en naar DuitschlanJ Mugkeeren zc#i dan ook de scha- uw wijken, die met hen gekomen ras? Daar klonken voetstappen, Harald Borvik kwam over het kerkhof aan- randelen. dat slechts door een lage ïtiur van het tuintje gescheiden was lij scheen geen nlan te hebben naar Ie pastorie Je gaan, want hij keek erschrikt op bij den aanblik van het ange meisje, dat in haar peinzen ge- toord werd. Harald Ben je weer in Raans- al? •Siixds gisterenavond, antwoordde hij en kwam langzaam naderbij. Wij hebben van het ongeluk ge hoord. Je moest in Drontheim achter blijven tengevolge van dien val Is het op het jacht gebeurd Neen, aaxx wal. Heeft echter xxiet veel te beteekenen, het is alweer voor bij. Hildur keek hem aan op zijn voorhoofd was een rood litteeken te zien, maar het was niet gropt, eigen lijk niets dan een schram en Harald was nooit gewoon drukte over zoo iets te maken. Wil je niet binnenkomen vroeg zü op de kleine poort in den muur wijzend, haar hij schudde het hoofd. Neen, ik heb niet veel tijd. Ben overigens blij. dat ik weer thuis en bij mijn moeder ben. Je blijft toch maar acht dagen Men zegt immers, dat de „Zeeade laar" dan weer vertrekt Ja maar ik blijf hier heb al in Drontheim mijn ontslag genomen In Drontheim Breng je het jacht niet naar Hamburg terug? Neen. Ik was eigenlijk alleen voor Noorwegen verbonden. Nu heb ben zij mij niet meer noodig, er is al een andere stuurman. Hij zal het jacht door dé* Noordzee brengen. Hildur luisterde met steeds grooter verbazing. Het was heelemaal niet iets voor Thorvik, dat hij het schip, dat hij aangenomen had te besturen door een ander in de haven lietbren gen. Anders hield hij met taaiheid vast aan zijn rechten, zoowel als aan zijn plichten exx had zijxx plaats xxooit aan eexx vreemde overgelaten. Hii scheen haar vérbaziner echter niet te bemerken en vroeg plotseling Je hebt het nu zeker heel druk met den uitzet Op welken dag is het huwelijk nu bepaald? Over zes weken. Den verjaardag van vader. Dan eerst? Jammer! Dan zul je niet de eer te beurt vallen, de voor name bloedverwanten als gasten op de bruiloft te zien. Zij maakten im mers onlangs na kerktijd een bezoek bij je vader, exx siixds dien tijd is ze ker alles vrede exx vriendschap? Bernard gaat alleen met zijn verwanten om, als hij moet. zei Hil dur kalm en beslist. Hij heeft hen niet meer dan drie- of viermaal ge zien in al dien tijd. En dat was misschien al te veel mompelde Harald, maar het jonge meisje hooi'de de halfluide opmerking en keek hem onvriendelijk aan. Schei uit. Harald Dat zijn fa miliezaken, die alleen Bernard en mij aangaan. Jelui zijn wel vrienden Geweestviel hij haar op ruwen toon in de rede. Nu is het uit. eigen lijk was dat al lang zoo, en juist daarom valt het mij moeilijk, te spre ken. Aanbrengen is altijd een schan delijk werk en jij zult natuurlijk den ken, dat ik xxiijn eigen plannen daar mee heb. Wees gerust, daarvoor keix ik je veel te goed Ik kom bij joix er niets verder mee, dat weet ik. maar in weerwil daarvan zeg ik Houd de oogen open Waarom Wat bedoel je daar mee vroeg Hildur, getroffen maar zonder eenig vermoeden. Thorvik antwoordde niet; h"; scheeix met zichzelf in strijd of hij spreken of zwijgen zou, eindelijk be gon hij weer: Wij hebben ook verloofden aan boord gehad. De prins is verloofd. Ik weet het, met Sylvia Hohei. fels. zei het jonge meisje. Dat was al in Alfheim in orde gekomen, voordat zij vertrokken en wij verwachtten het al lang. Sylvia zal een mooie, trot- sche bruid zijn, ik ken haar im mers Je kent haar niet! zei Harald nadrukkelijk. Wat weet jij van haar Jij kent haar als het blanke, vrnolij- ke ding, dat na kerktijd bij jelui in de pastorie kwam en jelui allemaal behekste met haar vleierijen. Zelfs je vader is nog in extaze. als hii daar over spreekt. Ik heb haar indertijd op de Noordzee anders gezien, toen er een onweer losbrak en zij geheel alleen op het dek kwam, van het hoofd tot de voeten iix een stormman- tel gehuld. Men zag alleen het bleeke gezicht en de groote oogen, en daar mee keek zij onverdroten voor zich uit. knipte niet met de wimpers en verheugde zich, als het er zoo donde rend op losging. Storm-nixe" zei de dichterlijke prins. Nu. hij zal met zijn slaperige oogen de stormnixe niet dwingen. Daar is een ander voor noo dig en die is misschien niet ver te zoe ken. Ik zeg het je nog eens houd de oogen open Hildur luisterde nog altijd, zonder te begrijpen, maar toch kwam er een onbestemd vermoeden in haar op. De schaduw dook uit den achtergrond op. waar ze zoolang gedreigd had. en scheen vorm en gestalte aan te nemen, nog herkende zij haar niet, maar haar antwoord klonk onrustig en beklemd. Wat beteekenen die toespelingen. Harald Ik begrijp ze niet. Spreek duidelijker, opdat ik je kan begrij pen Harald keek haar aan. met een half sombere.half smartelijke uitdrukking. Het was hem aan te zien. dat liet. hem moeite kostte, en dat geen zucli' naar wraak hem dreef. Eindelijk sprak hij met een harde, koude op rechtheid. die niet scheen te vragen of zij hem en anderen leed berok kende. Misschien moest ik zwijgen en je met rust laten en als jij was zooais alle anderen, dan zou ik het ook doen. Een schurk is hii immers niet. hij zal doen. wat. plicht en geweten hem voorschrijven, en zij zal heen gaan met haar prins, maar weten moet je het toch. Ik had onlangs in de kerk al ongemerk* dat hij op schrikte, toen zij binnenkwam en pre cies zoo deed zij op den ..Zeeadelaar" toen zii hoorde, dat He Freia" in de nabiiheid was. Wat hii elkaar be hoort wordt niet "omakkelijk gescheiden! Hij kan niet kalm en vredig bij jou op Edsviken zitten en het leven vergeten, waarvan hij eens geproefd heeft, nu heelemaal niet. Hij kan 'thier niet uithouden, moet weg van m en van ons allen of hij wil of of nietHij behoort nu eenmaal niet tot Ho onzen en hij dan vastligt aan de ketting, dan zul jij het moe ten boeten, dat hij niet meer los kan denk aan mijn woorden 5 Hildur was bleek geworden, lang zamerhand begon zij te begrijpen, zonder dat een naam genoemd werd, en eindelijk vloog zii met een half on derdrukten kreet overeind. Bernard Sylvia? Neen. dat is niet waar, dat kan niet zijn Harald. je wilt je wreken, je hebt zelf hekend dat je haat voelt voor Bernard. Zeg. dat net niet waar is maak mij toch niet zoo nameloos ongerust Harald. ik smeek je Als in doodsangst klonk haar smee- ken, zij scheen zich nog aan een stroohalm vast te klampen, maar Thorvik schudde slechts somher het hoofd. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5