NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD. De Erfgenaam van het Majoraat 21e Jaargang. No. 6360 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 25 MAART 1904. B HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: v OR!E MAANDEN: Van 1—5 regels SO Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor de^hn-pen'in'dén omtrek waar een Agent'gevestigd is (kom der Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per reget gemeente) 1.30 ~3y'jfc&ht-fi Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland 1.65 0 Jk 'ff? Wl« Kleine advertenttén 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Geïllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertenti6n worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangire G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31t>'Faubourg Montmartre. Tweede Blad. Binnenland. "Wijziging van het B. W. Het bestuur van de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers heeft zich, inzake het ontwerp van wet tot wijzi ging en aanvulling van de bepalin gen in het B. W. omtrent huur van dienstboden en werklieden enz., met een adres tot de Tweede Kamer ge wend, waarin ingenomenheid wordt betuigd met de indiening van dit ont werp. Met het beginsel en de grondgedach te der ontworpen regeling kan het bestuur zich volkomen vereenigen en in 't algemeen ook met de bijzonder heden dier regeling, maar het c.jpert eenige bedenkingen ten opzichte \an eenige punten. Zoo wordt aangedrongen op het (hum vervallen van art. 16371 en het d<iar voor in de plaats stellen van de een voudige bepaling, dat de betaling van ioon in ongeoorloofde bestand- deelen niet als betaling geldt. Een tweede opmerking betreft art. 1637m, waar in de tweede zinmede sub 2o. en 3o. gezegd wordt, dat toe gestaan wordt een beding, krachtens hetwelk de arbeider deelneemt m eenig (aan bij bestuursmaatregel gestelde voorwaarden voldoend) fonds "f een deel van het loon. van minder jarigen in de Rijkspostspaarbank kan w rden belegd. Het bestuur acht aet in het wezenlijk belang der arbeid* dat oe toepassiug dezer beide bepalingen niet uit vrees voor mogelijke misbri tken te zeer worde beperkt. Het verzoekt daarom het daarheen te willen leiden dat uit de bepaling sub 3o de beper king tot de Rijkspostspaarbank weg valt en liet dringt aan op een met de eisclien der practijk rekeninghouden de samenstelling van den bedoelden bestuursmaatregel, zoodat daardoor het vootrbestaan van deugdelijk ge bleken fondsen niet in de waagschaal wordt gesteld. Niet zonder bedenking schijnt hel. bestuur de bepaling van art. 163Se, de arbeider verliest niet zijn aanspraak op het overeengekomen naar tijd- tijdruimte vastgesteld loon, wanneer hij verhinderd is geweest den bedon gen arbeid te verrichten tengevolge van een niet door opzet of onredelijk heid veroorzaakte ziekte. Het voor naamste bezwaar is niet dat het ..op zet" moeilijk te bewijzen zal zijn, maar het komt het bestiur voor da: door deze bepaling een regeling wordt vsstgesteld, welke vooruit loopt op d> eerlang te wachten wetsvoordracht nopens ziekteverzekering. Het bestuur oordeelt, dat dit artikel noch in liet belang der werkgevers, noch en wel veel minder in het belang der ar beiders zijn zaldat eene incidentieele regeling als deze niet in het ontwerp thuis behoort en dat bovendien de voorgedragen regeling in de praktijk tot ernstige bezwaren zou leiden, hei- ?;een met voorbeelden wordt aange oond. In art. 1638q wordt bepaald, dat het loon moet worden betaald uiterlijk den derden dagblijkens de Memorie van Toelichting geldt de Zondag niet als een vrije dag zoodat het op Za terdag verschuldigd loon uiterlijk den volgenden Dinsdag betaald moet wor den. Te dezer zake merkt het bestuur op, dat deze regel tot bezwaren zal aanleiding geven in groote onderne mingen, waar een talrijk personeel op stukloon werkt; met de berekening van het aan ieder toekomende zijn vaak meer dan twee dagen gemoeid moet de betaling uiterlijk Dinsdag plaats hebben, dan zal Zondagsarbeid vaak onvermijdeliik zijn voor hen, die met de berekening der loonen zijn belast. In hetzelfde artikel wordt voorts bij de te late loonsbetaling een rentevoet voor schadeloosstelling vastgesteld, welke adr. buitensporig hoog acht Ten aanzien der artikelen 1639h en 1639j, waarin voor opzegging der dienstbetrekking van onbepaalijen duur de termijn is 1 week met verlen ging van elkens 2 weken voor elk on- J afgebroken jaar tot een maximum van 26, wijst adr. er op, dat ook deze be paling in de praktijk tot ernstige moeilijkheden aanleiding kan geven voor de werkgevers, terwijl door deze bepaling ook de arbeider door dén vaak langdurigen opzeggingstermijn niet zelden meer gebonden kan wor den dan voor hem gewenscht is. Adr. is van meening, dat de wetgever voor de opzegging der dienstbetrekking van onbepaalden duur een vasten termijn van bijv. 4 weken buiten verband met het aantal dienstjaren moet stellen een termijn, welke als wettelijk mi nimum geldt. Eindelijk worden nog eenige beden kingen in het midden gebracht ten aanzien der eigenmachtige verbreking van de dienstbetrekking. Vooreerst wordt de redactie dei- overeenkomstige bepalingen in bet vóór-ontwerp Drucker gelukkiger ge acht, terwijl de andere opmerking be treft de hoegrootheid der schadeloos stelling bij eigenmachtige verbreking. Ook te dien aanzien geeft adr. aan mr. Drucker's stelsel verbeurte van twee weken loon of vaststelling van het bedrag door den rechter de voor keur boven het stelsel van de Regee- rjttg. Gemeentelijke Brandverzekering Dinsdag is verschenen het rapport van de in Juli 1902 door den Haag- schen Raad benoemde Commissie uit zijn midden, om verslag uit te bren gen nopens het vraagstuk van Ge meentelijke Brandverzekering. Resumeerende stelt de commissie, bestaande uit de Raadsleden A. G. Bodaan, B. Janse Johz., P. H. van der Kemp, voorzittermr. J. A. E. A. Lisman, secretaris en J. H. Wameke, den Raad voor aan H. M. de Koning in een adres aan te bieden, waarin eerbiedig te kennen wordt gegeven dat de in vele gemeenten, waaron der ook deze, toenemende eischen voor een goede organisatie der brand weer, in verband met de steeds zwaar der geldelijke lasten voor de gemeen-! ten. reeds dikwijls de wenschelijkheid deden uitspreken om het brandverze keringswezen plaatselijk te regelen in het belang der burgerij dat dit belang naar veler meening, niet slechts kan bestaan in derecht- streeksche financieele voordeelen, die van een plaatselijke regeling het ge volg kunnen zijn, maar ook dat daar door een prikkel ontstaat tot de aan houdende verbetering van het brand weerwezen en al hetgeen daarmede in politioneel opzicht verband houdt Redenen waarom de Raad eerbiedig verzoekt, dat het Hare Majesteit moge behagen in overweging te nemen om j door wijziging van de gemeentewet j aan de gemeente een grootere vrijheid j van handelen in de regeling van deze belangrijke aangelegenheid te schen- j ken. Het adres gaat vergezeld van het uitvoerig rapport der Commissie. waarin bet gewicht van deze aange- i legenheid uitvoerig in 't licht wordt j gesteld. Onstaimig weer. Men meldt uit den Haag Te Scheveningen is 't stormachtig. De wind waait krachtig uit het zuid westen en de §tormbal is geheschen. In den afgeloopen nacht heeft 't voor de kust nogal gespookt, met 't gevolg dat een ter reede liggende log- gerbom „Sch 62", reeder J. Tuijt, wel ker vangst, zooals de gewoonte is bij de kielschepen, met een bootje zou worden afgehaald, is gestrand op een paar meters afstand van het hoofd in zee, voor de Kerkwerf. De bom heeft aan de kiel belangrijke schade gekre gen, is lek en zit vrij diep in 't zand. Men weet dat er in den lateren tijd onderscheidene van die logger-bom- men type Minister Lely zijn aange bouwd, in de verwachting dat met dat type de haven zal kunnen bin nengevaren worden. Ter reederij van de erven de Niet aan het schuitengai is wederom zulk een vaartuig op sta pel gezet. Inbrekers. Men meldt uit Amsterdam Het is der politie gelukt twee man nen te arresteeren, die zich door mid del van opsluiting toegang hadden verschaft tot eene woning in de Pon- tanusstraat. Een der insluipers bleek een oude bekende van de politie te zijn. Hij werd in het bezit gevonden van een electrischen zaklantaarn, 25 loopers en een ijzeren hamer. Goed afgeloopen. Gisterenmiddag werd er op de rivier te Rotterdam een Rijnschip gesleept door de sleepboot Neptunus, van den heer P. Smit. Achter dat Rijnschip hadden A. G. en P. Witsteijn, jon gens van 15 en 20 jaar, hun roeiboot vastgemaakt om zich te laten sleepen. Plotseling bij het zwaaien op de ri vier ging het Rijnschip over boei 24 heen, die, nadat het schip voorbij was, weder boven kwam en juist te gen de roeiboot waarin de jongens zaten aanbonste, waardoor deze kan telde en de jongste er uitsloeg. Zijn broer wist zich in de boeiboot die achter het rijnschip aan bleef slee pen. vast te houden en kwam met den schrik vrij. Eerst later vernam hij dat zijn broeder, dien hij reeds ver dronken dacht, was gered door de bemanning van de sleepboot Delfts haven II en gebracht naar het politie bureau aan de Voorstraat. Deze 15-jarige had zich in de rivier eenigen tijd boven weten te houden voor men hulp kon verleenen. Lettereu en Kunst Over Vlaamsche Tooneelspelers. In Het Tooneel bespreekt Marcellua Emants een voorstelling te Gent (door den Multatuli-Ivring) van Cyriel Buys se's. Het Gezin van Paemel en van zijn eigen Nieuwe leus. Het stuk van Buysse beviel hem toen beter dan bij de lezing. „In Buysse's stuk had bij de lez!ng niet alleen het samendringen van le gebeurtenissen, maar ook het grove karakteriseerwerk mij gehinderd. Ik vond in „Het Gezin van Paemel" mat heid, gebrek aan dramatisch leven en leek deze matheid bij de vertooning niet volkomen verdwenen, het stuk boeide mij toch veel meer dan ik had verwacht. Waaraan dit toe te schrijven Toen ik na afloop van de voorstelling m.t de vertooners sprak, zeide er een ,,'t is alles zoo waar, wat er in dit stuk voorkomt." Dit geeft aan, waar de verklaring van het verschijnsel moet worden gezocht. Wat ik niet al tijd als waar had gevoeld, gevoelden deze landgenooten van den schrijver wel degelijk als waar en wisten zij ook naar waarheid weer te geven in hun spel. Wij, koele, kalm-gebarende Noord-Nederlanders, zijn er wel wat gauw toe geneigd onze Zuidelijke broeders te beschuldigen van een voor liefde voor het melodramatische. Ik wil die voorliefde zeker niet geheel loochenenmaar wat ons overdrij ving, leege woorden-uitbundigheid lijkt, is toch wel een natuurware ge voelsuiting voor den Vlaming en die natuurwaarheid gevoelen wij dan, zoodra het stuk of de rol door een Vlam'ng wordt vertolkt. De leden van den Multatuli-Kring, geen artisten van beroep, wisten <n menig oogenblik Buysse's stuk met zulk een treffende levenswaarheid te spelen, dat ondanks hun tekortkomin gen waarover aanstonds de voorstelling een bijval vond, die mijn verwachting verre overtrof. En zoo kom ik nu vanzelf op een eigenschap, die de Vlamingen niet alleen als men- schen. maar ook als kunstenaars be zitten en die bij Noord-Nederlanders zoo vaak ontbreekt. Toen Cyriel Buys se een poosje in Nederland had ge woond, zeide hij mij eens„Tooneel spelers hier spelen in mijn oogen dik wijls alsof ze slaapwandelaars wa ren". Die woorden duiden van het Vlaamsche standpunt gezien pree'es hetzelfde aan, dat wij van onzen kant op het oog hebtfen als we zeggende Wamingen maken vaak veel te veel lawaai, zoowel met hun stemmen als met hun bewegingen. Begrijpen wij hun uitschallende drukte slecht, zij deinzen terug voor onze leuke ges'o- tenheid. En nu is 't duidelijk, dat leuke geslotenheid juist in het too- neelspelen dat krachtig tot de toeschouwers spreken moet ons dwars moet zittenwat des te meer klemt, daar wij zoo vaak Fransclie en in 't algemeen uitheemsche stukken hebben te vertolken." Een muzikale Staking? Naar aanleiding van een bericht van De Tel. over een revolutie-werk staking aan het Amsterdamsch Con servatorium, schrijft men nader aan dit blad, dat dat bericht niet in allen deele juist was. Eenige vrouwelijke leerlingen van den heer en mevr. Mo- rello hadden, waarschijnlijk onder den invloed van anderen, plotselingeu twijfel gekregen aan den goeden staat harer stembanden en op denzelfden dag heimelijk een onderzoek bij een deskundige aangevraagd. Dat liep gunstig af, maar toen de heer en mevrouw Morello zelve eenig vermoe den kregen van dat heimelijk onder zoek, verzochten zij onmiddellijk offi cieel om een deskundig onderzoek en dienden zij tegelijkertijd hun ontslag in. De expertise liep wederom ten gunste der onbeschadigde stembanden af en het ontslag is nog niet door den directeur aangenomen. Er, wordt nu door hem een enquête ingesteld, daar er alle redenen bestaan om te gelooven aan intriges van buiten het Conservatorium staande musici en men nu wenscht voor goed een eind te maken aan alle heimelijke aantij gingen, waaraan genoemde leeraaren zijn vrouw blootstaan. Uit de Arbeiderswereld. Voorkoming van Werkeloosheid Uit Enschede meldt men: De Kamer van Arbeid voor de bouw bedrijven richtte een circulaire aan allen die bij de bouwvakken betrok ken zijn, waarin een 5-tal middelen worden aan de hand gedaan ter voor koming van werkeloosheid in den winter, die zich hier dan ook zeer ernstig doet gevoelen. Die middelen zijnlo. verlenging van den opleve ringstermijn 2. afschaffing van on deraannemingen door bouwvakarbei ders 3o. oprichting van een arbeids beurs 4o. verzekering tegen werke loosheid 5o. particulier werk, dat 's winters kan geschieden dan ook te laten uitvoeren. Uit de Diamantnijverheid. De Antwerpsche correspondent van de Tel. schrijft d.d. 22 Maart: Hedenochtend zijn een massa werk lieden onder de voorwaarden der pa troons terug aan den arbeid gegaan. Op den middag waren 503 molens be zet. Verstellers en snijders medegre- kend waren hedenochtend ongeveer 700 werklieden aan den arbeid. En mor gen komen daar, naar de patroons verzekeren nog wel een honderd bij. Deze afvalligheid op zóó groote schaal heeft begrijpelijkerwijze heel wat ont moediging tusschen de volhardende stakers gezaaid, en lang niet gemak kelijk zullen de leiders het hebben om te beletten dat een massa schapen méér nog over de brug loopen. Tot eenïg betreurenswaardig incident is het evenwel nog niet gekomen. Wel schoolden in vrij groot aantal de sta kers samen voor de fabrieken waar .gewerkt werd en klonken eenige min der vriendelijke complimenten links en rechts, doch de handen bleven voor zichtig in de tesschen. Hedennamid- dag wordt een algemeene vergadering van den Bond gehouden. Minister Kuyper heeft thans aan de A. J. V. en den A. N. D. B. ken baar gemaakt op welke wijze hij zijne interventie wil verleenen, tot oplos sing van het geschil in de diamant industrie. Z.Exc. sielt op den voor grond, dat over de door hem aange geven wijze van interventie niet on derhandeld kan worden. Niet goed keuren er van zal beteekenen, dat de betrokkenen de interventie afwijzen goedkeuren, dat zij de in beginsel aanvaarde interventie nu ook in dezen bepaalden vorm aannemen, en bereid zijn haar, voor zooveel van de betrok kenen afhangt, mogelijk te maken. Dan noemt de minister de volgende bepalingen le. Van Maandag 28 Maart e.k. ten 3 uur, tot 1 April e.k. ten 3 uur. zal ik niet dan tusschenpersoon zijn, ten einde te trachten door onderhandelin gen de partijen tot overeenstemming te brengen. 2e. De A. J. V. eenerzijds en de ge- zamenli j ke werkliedenvereenigingen anderzijds, benoemen elk een gevol machtigd gedelegeerde, met wie ik zal hebben te onderhandelen. Deze gedelegeerden vervoegen zich, van behoorlijke brieven van machti ging voorzien, aan het departement van binnenlandsche zakende eerste om drie uur, de tweede om vier uur, op Maandag 28 Maart e.k., en blijven te 's-Gravenhage ter beschikking zoo dikwijls hunne tegenwoordigheid door mij noodig wordt gekeurd. 3e. Is op 1 April om drie uur geen overeenstemming verkregen, dan wordt van dat oogenblik af, mijne interventie arbitraal, en geef ik mijn uitspraak uiterlijk 4 April. 4e. De beslissing waartoe, hetzij door onderhandeling, hetzij scheids- rechtelijk gekomen wordt, geldt, voor zoover haar uitvoering aan geen vroe ger tijdstip gebonden is, tot 1 April 1905, en wordt tijdig voor dien dag aan de goedkeuring, en des vereischt, aan de herziening onderworpen, van eene inmiddels op mijn initiatief door beide partijen te benoemen commissie. Beide partijen benoemen hierin een gelijk aantal leden. De voorzitter wordt door deze leden uit haar mid den, mits met algemeene stemmen, benoemdanders door den arbiter. Deze commissie brengt haar oordeel uit vóór 1 April 1905. Haar reglement wordt door den arbiter vastgesteld,- en kan na 1 April 1905 door de com missie zelve, indien partijen hare be stendiging wenschen, naar eigen goedvinden worden herzien. Het ant woord op de vraag of de betrokkenen deze wijze van interventie goedkeuren, ziet de minister vóór a.s. Vrijdag morgen te 10 uur tegemoet. De werk- j lieden-Vereenïgingen zullen ventueel, gezamenlijk één gedelegeerde benoe men. Hedenavond vergadert de A. N. D. B. ten einde hierover eene beslissing te nemen. Geëindigde Staking. Men meldt uit Sappemeer, dat de werklieden, die Maandag den arbeid neerlegden, Dinsdag dezen weer be gonnen. De eisch der metselaars, verhooging van 17 cent uurloon tot 25 cent, werd niet ingewilligd. Men is overeengeko men het werk van de metselaars uit te besteden. Rechtszaken Inbraak te Delft. In den nacht van 3 op 4 Februari j.l. werd ingebroken in het kantoortje van een bloemisterij aan de Houttui nen te Delft en uit een zich aldaar be vindenden lessenaar een bedrag van ongeveer ƒ200 gestolen. Van dien diefstal verdacht, had zich t een koopman uit Delft voor de Iïaag- sche Rechtbank te verantwoorden. J Niettegenstaande zijn pantoffels pre cies pasten in de voetsporen nabij ie broeikas, het vinden van geld in zijn I bezit en nog eenige andere aanwijzin- gen, ontkende bekl. alle schuld aan den diefstal en opperde hij het deuk- beeld, dat die bedreven was door zijn kameraad, tijdens dat hij een dutje I deed. j De kameraad beweerde zijnerzijds, I dat hij in den bewusten nacht met bekl. naar de bloemisterij was gegaan j nadat zij eerst een aantal kroegen hadden bezocht. Bekl. was toen over het hek gewipt, hij had kort daarop gerinkel van glas gehoord en een oogenblik later verscheen bekl. weer en op weg naar Rotterdam had uij hem twee bankbiljetten van ƒ25 gege ven, zoomede 3 rijksdaalders en eenig pasgeld. Uit het verdere getuigenver hoor bleek, dat te Rotterdam hier en daar verteringen waren gemaakt, in- koopen waren gedaan, oude reken'n- Feuilleton, Navjr het DvAtsch van E VON WERNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. 65) Wat is er dan voorgevallen? vroeg Hohenfels onrustig. Hebben =<->- lui het weer eens niet samen kunnen vinden Neen, volstrekt niet. Sylvia was echter ongesteld, en ik zag, dat mijn bijzijn haar stoorde. Daarom ben ik heengegaan en u wil ik nu ook alleen laten, papa, u wil zeker uw brieven nog vóór tafel inzien. Met die woorden nam de prins afscheid en ging heen, terwijl de minister hïi -*:in schrijftafel ging staan, maar hij keek alle papieren slechts vluchtig dooi", ofschoon er me nie gewichtig stuk bij was. De laat ste uren, op Edsviken doorgebracht, hadden al het andere op den achter grond gedrongen, behalve de groote, moeilijke zorg, die hem al sinds we ken verontrustte. Hij had er welis waar noch tegenover zijn neef, noch tegenover Sylvia met een woord van gesproken. Wat niet mocht bestaan, mocht ook niet uitgesproken worden, dat moest het liefst maar doodgezwe gen worden. Bernard zou al spoedig in het huwelijk treden en als hij in Duitschland kwam, was Sylvia ook getrouwd. Dan stond er een dubbele plicht tusschen hen. T'" ging naar zee, heel ver weg, zij zouden elkaar misschien in jaren niet weerzien, want hij zou natuurlijk altijd naar zijn vrouw gaan. Zij moesten erover heen komen, die twee, en voor een man van strenge plichtsopvatting zoo als Hohenfels sprak dat vanzelf. Hij had immers nooit liefgehad en wist niet, wat de strijd met een over machtige hartstocht beteekende. Sassenburg ging intusschen nog maals naar zijn meisje. Ziin voorne men om haar tot den avond piet meer op te zoeken, hield hij dus niet vol, ofschoon hij haar hedenmiddag weer in zeer opgewonden stemming verlaten had. Wel plaagde Sylvia hem niet meer met haar luimen, zooals vroeger, dat was opgehouden, maar nu was ze koel en op een afstand, hetgeen hem nog meer hinderde. Daarmee had zij hem ook zooeven afgeschrikt, en toch kwam hij, om haar het nieuws omtrent haar neef mee te deelen; het was immers een voorwendsel om haar twee uur eer der weer te zien. Vergeef mij als ik je stoor, be gon Alfred. Ik wilde je alleen maar meedeelen. dat papa zooeven terug gekomen is. Dat weet ik, klonk het kort te rug. Ik zag hem komen. Maar je kunt niet vermoeden, welk nieuwtje hij meebracht. Wij wa ren al zoo verbaasd over dat bezoek, het resultaat is nog verwonderlijker. Je neef houdt er van iedereen met zijn voornemens te verrassen. Dat deed hij indertijd, toen hij naar Raansdal ging en nu wil hij naar Duitschland terug keeren, wil weer dienst nemen bij de marine. Hij schijnt toch die zoo begeerde vrijheid te kunnen missen. De prins verwonderde zich, dat zijn nieuwtje zoo onverschillig opgenomen werd. Svlvia gaf geen teeken van ver rassing zij was weer van het balcon afgekomen en ging zitten, terwijl zij haar hoofd in de hand steunde. Ik denk, dat hij het met de wer keloosheid niet vinden kon. Hij ver langt terug naar het leven. Ja, daarin lijkt hij veel op je vader, die zijn verblijfin Alfheim ook als een soort van verbanning be schouwt, ofschoon hij er zijn gezond heid aan te danken heeft. Maar wat zeg je er wel van? Ik? Het voornaamste is, wat pa pa er wel van denkt. O, hij neemt den verloren zoon weer met open armen aan. Ik had nooit gedacht, dat hij zoo gemakke lijk en snel vergeven zou. Zoolangzij elkaar kenden, was er strijd tusschen hen, maar heden schijnt de vrede volkomen geteekend te zijn. Papa wil zelfs den ouden, grimmigen zeebeer, kapitein Werdeck, in den arm ne men, om zijn neef den terugkeer ge makkelijk te maken en is overtuigd, dat Werdeck dat gaarne doen zal. Voor hen is Bernard nu de man der toekomst, zij verwachten iets buiten gewoons van hem met betrekking tot onze Marine. De woorden waren weer vervuld van de bitterheid, die Alfred al in zijn ge sprek met den minister had laten blijken. Hij had Bernard en zijn recht op vrijheid en onafhankelijkheid al- j tijd verdedigd. Deze ommekeer be- I greep hij niet en de opmerking over den „droomer" had hem, ofschoon niet voor hem bedoeld, gevoelig ge kwetst. Hij voelde wel, dat bij zijn aanstaanden schoonvader slechts zijn vorstelijke afkomst en stand in de maatschappij gewicht in de schaal p legden, dat de énergieke man. voor j wien hooge geboorte slechts een ver plichting te meer tot arbeid was, met I eenige verachting neerkeek op het leven zonder „doel en arbeid", zoo als hij zelf het leidde. Eerst moet nog maar blijken, dat Bernard het vertrouwen waard is, begon hij weer, toen Sylvia zweeg. Tegenover zichzelf heeft hij nu al geen woord gehouden. Omdat hij den moed heeft gehad ongelijk te bekennen? Ik zou denken, dat het oneindig moeilijker is dan een eigenzinnig zich losrukken. En wat zegt zijn aanstaande vrouw van dat besluit Sassenburg trok de schouders op. Dat weet ik niet. Het zal haar' zeker niet welkom z;:- want zij heeft er op gerekend, met haar man in Eds viken te wonen. Ik zou alleen bang geweest zijn. dat hij toch niet veel thuis geweest was, dat zijn onrustig zeemansbloed hem altijd weer op zee gedreven had. In elk geval zal* het huwelijk in de volgende maand vol trokken worden. Hij zal ons het goe de voorbeeld geven. De laatste opmerking werd half schertsend geuit maar Sylvia ging er niet op in, zij antwoordde geen syllabe, dat kwetste haar verloofde blijkbaar, hij ging met nadruk voort Onze verloving wordt nu eerst na onzen terugkeer publiek en papa heeft mij altijd nog geen bepaald antwoord gegeven op mijn verzoek bet huweüïk binnen drie maanden te doen plaats hebben evenmin als jij. Sylvia bleef zwijgen, zij zat daar met krampachtig gevouwen handen zonder op te kijken, hijgend en snel klonk haar ademhaling, totdat zij ein delijk zachtjes zei Ik moet wat met je bespreken, Alfred. Wil je naar mij luisteren Alleen niet naar uitstel viel hij haar opgewonden in de r«de. Ik zal die drie maanden in Berlijn nog wel doorkomen, al die feestelijkheden en formaliteiten, die wij moeten door worstelen. Ik weet. dat 'ij daarvan houdt, er op gesteld bent en ik voeg mij naar je wenschen, maar langer moet je dat niet van mij vergen, dan gaan wij naar het Zuiden. Wij krui sen met den „Zeeadelaar" in de Mid- dellandsche Zee of maken een tocht naar ltidië of waarheen je wilt. De geheele wereld liet open voor ons en iij kent haar nog heelemaal niet, dat betooverende land der Tropen Hij hield op, want Sylvia stond met een hartstochtelijke beweging op en ging vlak voor hem staan. Houd op, bid ik je Ik heb je wat ernstigs, wat heel ernstigs te zeg gen. Ik zij stokte en scheen naar adem te snakken, toen bastte zij plotseling hartstochtelijk uitIk kan je vrouw niet worden. Alfred geef mij mijn woord terug Hij zakte inéén, als had hem een kogel getroffen. Niet in stnat een woord uit te brengen keek hii star zijn verloofde aan, wier gelaat pijn lijk verwrongen was, als bewijs, hoe moeilijk die bekentenis haar gevallen was. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5