NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
ie;:
21e Jaargang.
No. 6388
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 28 APRIL 1904 B
ARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
URHE MAANDEN;
Voor Haarlemf 1,20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02>2
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37
ss de omstreken en franco per post r 0.45
Uitgave der Vennootschap Laurens Coster Directeur J C. PÉEREB00M,
ADVERTENTIÊN:
Van i—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers.. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31"s Faubourg Wontmartre.
Tweede Blad.
Binnenland
Drankwet.
De Regeering heeft nog een nota van
rijzigingen ingezonden.
f De voorgestelde wijzigingen betref -
C [en redactieverbeteringen van meer of
minder ondergeschikt belang. Eenige
die niet louter redactioneel zijn, wor-
htflen als volgt toegelicht.
Zooals het tweede lid van artikel 2a
thans luidt, zou ook afstand gedaan
plkunnen worden van een logements-
vergunning, die niet onder het maxi
mum valt, en dus telkens opnieuw
verleend kan worden. De bedoeling
ran deze bepaling, spoedige daling tot
iet maximum te bevorderen, zou dan
rerijdeld worden. Door toevoeging van
;en nieuw derde lid aan het betrek
lelijke artikel wordt dit voorkomen.
Een andere wijziging strekt om mo-
(gelijk te maken het verkrijgen van
een logementsvergunning na de tap-
persvergunning.
Een logement of hotel is dikwijls te
vens herberg of koffiehuis. De Regee
ring meent, dat er geen reden is dit
te belemmeren.
Ook artikel 22 wordt gewijzigd, om
dat blijkens de toelichting het
lij nader inzien niet noodig schijnt
ook slijters te dwingen in het bedrijfs-
aa perceel te wonen.
»egl Een toevoeging aan het slot van het
j d artikel strekt om de weduwe ten volle
agjjin de rechten te doen treden van haar
overleden echtgenoot.
tel
iht
'UI rii
tin jto
3kh
instellen van een tweede klasse wa
ter-polo.
Het bondsbestuur zou een commis
sie van drie leden aanwijzen, welke
zich zou hebben te belasten met de
leiding der water-polo-wedstrijden.
Toen de vergadering zoover gevor
derd was, bleek evenwel, dat de af
gevaardigde van Rotterdam tegen zijn
bedoeling in had gestemd vóór de in
stelling van een tweede klasse water
polo. Zijn mandaat luidde tegen te
stemmen. De vereadering besliste
toen niet zonder oppositie dat de
eerste stemming ongeldig was, en er
een tweede zou worden gehouden.
Daarop werd liet voorstel van ..De
Jonge Kampioen" verworpen, zoodat
de tweede klasse water-polo niet zal
worden ingesteld.
Medegedeeld werd, dat de jaarlijk-
sche wedstrijd van Het IJ zal worden
gehouden op 3 Juni die van de Rot-
terdamsche Zwemclub op 30 Juni, en
die van de zwemvereeniging hetZwar-
te Water, te Zwolle, op 10 Jöli.
Goedgekeurd werd de samenstelling
eener commissie, aan wier hoofd de
bondsvoorzitter staat, die de voorstel
len van Het IJ en De Jonge Kampi
oen" aan een nader onderzoek zal on
derwerpen.
Ned. Zwembond.
Te Amsterdam is de jaarlijksche al-
temeene vergadering gehouden van
len Nederlandschen Zwembond, on-
thoJter leiding van den heer W. E. Bre-
dius W.Ezn,
Blijkens het jaarverslag van den se-
jretaris, den lieer J. W. Bianchi Jr.
01 behield de Bond in het afgelooper
3ej> aar hetzelfde aantal aangesloten ver-
eenigingen, namelijk 14, met 72 leden
:n 266 donateurs, onder wie niet be
JL [repen zijn de leden van de Groning-
>ge iche en Utrechtsche zwemclubs, wei-
te, wegens te geringe belangstelling,
jeen opgaven gedaan hebben.
enlr Het ledental der vereenigingen gaat
'stadig achteruit, terwijl daarente
gen het polo-spel meer belangstelling
indervindt. Met dank werd gememo
reerd de n-ift van 200 der Maatschap
lij tot redding van drenkelingen. Op
iet verzoek om steun aan de Regee-
ring werd weigerend geantwoord, om-
iat de Bond niet beschouwd kanwor-
B^len als federatie van clubs voor het
H. (gebeele land.
Het verslag van den penningmees-
r, den beer A. C. Cosijn, gaf de vol-
jende cijfers aan: inkomsten 374,
latig saldo ƒ32.
Tot lid van het bestuur werd her
kozen de beer A. C. Cosijn, en geko-
ien in de plaats van den heer Jac.
"lusly, de beer P. Latenstein, van
aandam.
Besloten werd de Groningsche
Zwemclub als lid te royeeren wegens
wanbetaling. Een langdurige cor
respondentie van het bondsbestuur
niet die club had geen resultaatde
brieven naar Groningen gezonden,
lieven onbeantwoord.
Eenige discussie ontspon zich naar
aanleiding van een voorstel van de
Zwemvereeniging „Het IJ", om het ge
tal polo-kampioenschappen uit te brei
den, en een voorstel van „De Jonge
ïampioen" ,om het getal persoonlijke
n kampioenschappen te vermeerderen
ook door instelling van langere af
standen).
Het IJ wilde een commissie be-
loerad hebben, die de beide voorstel
en zou onderzoeken en het volgend
aar daarover rapport uitbrengen. De
longe Kampioen verzette zich echter
tegen dat uitstel.
De heer Merens (Haarlem) bestreed
het voorste] van ..De Jonge Kampi
oen", vooral op dezen grond, dat de
langere af stands-wedstrijden uit den
hooze zijn, wegens het nadeel, dat de
iwemmers er, uit een gezondheids
oogpunt, van ondervinden.
De voorzitter verklaarde, dat het
bestuur in het algemeen niet ingeno
men is met de uitbreiding der per
soonlijke kampioenschappen, wegens
de bezwaren, welke daartegen van
medisch standpunt zijn geuit. Intus-
schen wenscht het in deze een passie
ve houding aan te nemen, omdat het
legen sommige onderdeelen niet zul
ke overwegende bezwaren heeft. Wèl
^as het bestuur tegen de instelling
van een tweede klasse water-polo.
Spreker bracht daarom eerst in stem
ming de vraag, of de vergadering in
bet algemeen was voor de uitbreiding
der persoonlijke kampioenschappen.
Deze vraag beantwoordde de meer
derheid der afgevaardigden ontken
nend. Echter ging z>' mede met het
voorstel om eenige afzonderlijke kam
pioenschappen te wijzigen. Zij bracht
de korte baan van 120 meter terug op
80 meter, zooals „De Jonge Kampi
oen" wenschte, en besloot ook tot het
op£
Berooying yaii een koloniaal.
Het lijk dat Dinsdag 1.1. uit de Maas
nabij de Boompjes te Rotterdam werd
opgevischt is herkend als dat van den
27-jarigen varensgezel Andries W.
een bekende van politie en justitie.
Gisternamiddag werd net lijk, dat
in vergevorderden staat van ontbin
ding verkeerde, door den rechter van
instructie en officier van justitie ge
schouwd in het lijkenhuisje te Croos-
wijk.
Men vermoedt dat W. de 4e mede
plichtige is in zake de berooving van
den koloniaal Smets in den nacht van
2 op 3 Maart aan de Oosterkade.
waarbij een der aanranders te water
is geraakt.
Pokken te Rotterdam.
Zondagnamiddag is te Rotterdam
aangekomen het ss. „Wtitenberg" der
Bremer Lloyd, die geladen met een
30.000 balen Santoskoffie, komende
van Santos, ligplaats nam in de Rijn
haven.
Bij ingesteld onderzoek werd door
een geneeskundige een geval van pok
gen geconstateerd bij een der kinde
ren van de passagiers.
Onmiddellijk werden alle quaran
taine-maatregelen genomen. Negen
der opvarenden zijn voorloopig naar
de observatie-inrichting overgebracht
en de pokkenlijdster naar het hulp-
ziekenhuis Woudenstein.
Te Maassluis bad men bet schip
gewoonweg laten passeeren.
De inspecteur van het geneeskundig
staatstoezicht te 's-Gravenhage is te
legrafisch verwittigd en werd gister
middag te Rotterdam verwacht voor
het lossen der lading.
Uit de Arbeiderswereld
Congres R.K. Werklieden vereeni
gingen in het Aartsbisdom
Utrecht.
Zondag werd te Enschedé het con
gres gehouden, bijgewoond door ge
delegeerden van 30 afdeelingen uit
het bisdom.
De heer H. Engels, voorzitter der
afdeeling Enschedé, heette de aanwe
zigen welkom en wees op het gewicht
der bijeenkomst, waarin zullen wor
den besproken ontwerpenArbeids
contract, Arbeidswet en Ziekteverze
kering.
Baron Van Wijnbergen behandelt
het ontwerp-Arbeidscontract.
Spreker wijst er op, dat het ontwerp
eene wijziging dn aanvulling betreft
van het ontwerp-Drucker, voor de in
diening waarvan den Minister dank
en hulde mag worden gebracht. Wa
ren de gevallen, die het contract zal
omvatten, gedeeltelijk geregeld bij
bepalingen in het Wetboek van Koop
handel en het Burgerlijk Wetboek,
een overwegende plaats besloegen zij
daarin niet. Volgens ons geldend bur
gerlijk recht wordt de arbeidsover
eenkomst gerangschikt onder de over
eenkomsten van huur en verhuur, van
welke overeenkomsten tweeërlei soort
bestaanhuur van goederen en huur
van diensten. Een belangrijk voor
deel van het arbeidscontract zal zijn,
dat het los wordt gemaakt van de
huurovereenkomst en gemaakt wordt
tot een contract van een geheel bijzon
dere soort, dat niet tot een of andere
rubriek van contracten gerekend
wordt, maar uit haar aard en wezen
een geheel bijzonder karakter draagt.
De arbeid wordt door dit contract in
zijn werkelijk wezen gekenmerktbij
wordt van de huurovereenkomst los
gemaakt.
Het is een nieuw hoogst belangrijk
principe. De werkman wordt daar
door niet meer gelijk gesteld meteen
werktuighij is niet meer eene ma
chine gelijk. Die opvatting veld te
doen winnen, zal hier het werk van
den wetgever zijn.
Mag het den Minister gelukken, dit
ontwerp als wet in het „Staatsblad"
te zien, dan zal hij met voldoening
daarop terug kunnen zien. Het ware
karakter van den arbeid wordt, daar
mede aangegeven.
Spreker wees er op, dat het arbeids
contract privaatrechtelijk in het ont
werp is geregeld binnen de grenzen
van ons privaatrecht. De Minister was
van oordeel, dat het vakvereenigings-
leven nog niet dien vasten vorm heeft
aangenomen en die hooge ontwikke
ling heeft gekregen, noodig voor de
collectieve regeling van het contract.
Bovendien bestond het gegronde be
zwaar, dat eei^J dergelijke regeling
niet in de vier zittingsjaren zoude t<
stand kunnen worden gebracht.
Toch kan een krachtig verenigings
leven den grondslag aangeven voor
het opbouwen van het contract.
Het ontwerp is van toepassing op
de arbeidsovereenkomsten in den
meest uitgebreiden zin, doch niet op
personen in dienst van publiek-rech-
telijke lichamen. Spreker mednt, dat
de regeering niet zoo reactionair is
als wel wordt voorgesteld. Het is de
bedoeling den werknemer ziin vrijheid
te waarborgen al '-1' hij zich in
dienst van den werkgever.
Spreker wijst er op, dat de gehuwde
vrouw geen machtiging van haren
echtgenoot behoeft voor het aangaan
van het contract. De man kan echter,
wanneer hij meent, dat het aangaan
van het arbeidscontract schadelijke
gevolgen voor het gezin heeft, bij den
kantonrechter op vernietiging er van
aandringen. Ook minderjarigen kun
nen een contract sluitendoor vader
of voogd kan echter geëischt worden,
dat het loon hun wordt uitbetaald.
Spreker ~r,eft de voorkeur aan eene
schriftelijke loonovereenkomst bij een
mondelinge, terwijl hü er op wijst hoe
nood het is dat datsene, wat voor
diensten niet in geld wordt betaald,
als waarde in geld b'" contract wordt
aangegevenevengoed als dit b" het
hoofd eener school geschiedt, wiens
huishuur naast het bedrag zijner be
zoldiging wordt "enoemd. ook al ge
niet hij vrije woning.
Omtrent het beboeten mag wel wor
den bepaald, hoe dikwijls zich dit in
het uiterste geval ma? herhalen; eene
bepaling, dat niet hooger mag worden
beboet dan het loon van één dag, is
niet voldoende. Spr. wiist er op, dat
in geval van nood den arbeiders de
verplichting kan —-wion opgelegd,
dienst te verrichten voor anderen op
de verbreking van dienstbetrekking
voor welke ten opzichte van den ar
beider even gunstige of gunstiger be
palingen moeten bestaan als voor den
werkgever.
Proeftijd en contractbreuk worden
daarna behandelS.
Omtrent het laatste zegt spreker,
dat tot schadeloosstelling een deel var.
het loon kan worden ingehouden. Het
zou gewenscht zijn, dat het ingehou
den bedrag voor de arbeiders werd
gereserveerd, om ook in geval de pa
troon failliet ging en, zooals dat wel
wel gebeurt, slechts de belastingen
overschieten, de arbeider zijn eigen
dom met rente zou terug kunnen er
langen. De Rijkspostspaarbank is hier
voor de aangewezene.
Deze maatregel is noodig. ook al is
loon preferente schuld.
De omstandigheden, waaronder con
tractbreuk geschiedt, dienen naar bil
lijkheid te worden beoordeeld. Een
hoos-st belangrijke taak wordt hier
aan den kantonrechter opgedragen.
De inleiding werd met onverdeelde
aandacht gevolgd.
De heer Van de Pavert gaf een be
knopt overzicht van de Arbeidswet.
Het leerlingstelsel werd in de eerste
plaats door spr, behandeld. Het toege
ven van den Minister aan den wensch
derTwentsche en Tilburger fabrikan
ten om voor vrouwen en meisjes den
werktijd te veranderen, vindt bij spr.
geen instemming. Besproken wordt de
loodwitfabricatie, nachtarbeid voor
bakkers, enz.
Aan het debat werd door een 10-tal
personen deelgenomen.
.Wegens het ver gevorderde uur werd
de inleiding over het ontwerp ziekte
verzekering niet gehouden.
De voorzitter deelde mede, dat ze in
druk zal verschijnen en tegen een la
gen prijs zal worden verkrijgbaar ge
steld.
De heer Brouwer van Hilversum,
brak een lans voor de uitgesloten
diamantbewerkers. De diamantbewer
kers dienen gesteund te worden,
krachtiger dan tot heden. Er wordt on
der hen armoede geleden en 't is plicht
van allen om voor hesn diep in den zak
te tasten,opdat zij in staat worden ge
steld den strijd tegen den machtigen
juwelier uit te vechten. Krachtige
steun is noodig; de strijd in Amster
dam moet gewonnen worden.
Na de rede van den heer Brouwer
werd f 45.72 gecollecteerd.
De Bondsadviseur, de heer F. H.
Bult, verkreeg nu het woord. Spr. ver
klaarde tevreden te kunnen zijn over
dezen bondsdag,die in vergelijking van
den eersten, een schitterende mag hee-
ten. Spr. wees vervolgens op alles wat
langs ordelijken en wettelijken weg
kan worden tot stand gebracht, wan
neer onderling vertrouwen bestaat.
Wanneer eenheid, gelijkheid en brov
derschap de leuze is en blijft, dan za!.
de R. K. Volksbond eens als een groot
falanx meer en meer naderen tot het
doelhet verkrijgen der sociale her
vormingen.
Met den wensch dat de R. K. arbei-
dersvereenigingen de keurbenden mo
gen zijn en blijven van de vele arbei-
dersvereenigingen in den lanae, en dat
de afgevaardigden over 2 jaar weer in
staat mogen zijn een nationaal vak
congres te organiseeren, sluit spreker
onder daverend applaus.
Nadat de voorzitter nog heeft mede
gedeeld dat VinkeVeen. Laren en
Baarn als afdeelingen zijn toegetre
den. sluit hij de samenkomst, die naar
hij hoopt ten zegen moge strekken van
den Nederlandschen arbeider.
Uit de Pers
De Drankwet.
Het weekblad „De Amsterdammer'
bespreekt bet ingediende dranwet-
ontwerp als instrument van drankbe
strijding en komt daarbij tot de vol
gende slotsom
„dat ook deze van christelijke zijde
aangeboden Drankwet zich door niets
onderscheidt van de kleine middeltjes
welke tot dusverre van andere zijde
zijn gegeven, om den „Volkskanker"
tegen te gaan.
„Van het christelijk beginsel in de
zen Staatsarbeid geen spoor.
„Bij de wet tot bestrijding van de
loterij-zonde zonde is immers voor
geloovigen het woord aanvaardt
men ten minste den plicht om den
Staat te reinigen van het euvel, zelf
baat te zoeken bij het loterij-misdrijf.
Van dat zondig geld mocht hij niet
langer profiteeren en nu is het wel
wat komisch Satan nog twintig jaar
verlof te geven, zij 't dan ook in
steeds beperkter kring, de zielen te
verleiden het beginsel wordt toch
eenige eerbied betoond.
„Bij den drank, als bron van Staats
inkomsten, niets daarvan.
„Over de zes en twintig millioen ac
cijns-opbrengst geen woord.
„Ter afsluiting van liet onafzien
baar veld, waarop de Nederlanders,
ten bate van 's Rijks schatkist, zich
aan de zonde overgeven, hier endaar
een staketseltjeeen bord met een
waarschuwing er opeen eindje
koord een stükje prikkeldraad, maar
van Staatswege gelijke zorg, met ge
lijk vertrouwen als vroeger opgoeden
uitslag, om het goud te leiden naar
's lands brandkast.
„Men had nu toch, met het oog opveling verdienen, dat de Staat al de
die twintig loterij-jaren, iets van ge- erkende vereenigingen krachtig steun-
lijken geest voor de gelden uit drank-1 de, en tot de vermeerdering van dit
verbruik van dit Ministerie mogen ver-1 aantal aanspoorde, door ruime bijdra-
wachten. Zeker het ligt niet in het j gen in uitzicht te stellen. Daar leven
vermogen van de Regeering een wet j duizenden, die in deze richting ijve-
te maken, waardoor bv. in twintig of j Hg arbeiden willenindien de Staat
dertig jaar het drank-misbruik wordt I het toont te waardeerenzullen er
geroeid. Maar wat van haar, als weldra tienduizend zijn.
geld, dat de Staat uit den alcohol
trekt, te bestemmen tot een positieve
bestrijding „van de zonde van het
drankmisbruik
„Zeker, wij kunnen niet op eens de
millioenen missen, waardoor wij tot
dusverre in staat zijn onze veel te
weelderige staathuishouding te bekos
tigen.
„Maar Kuyper, het is bekend, leeft
en rekent niet bij den dag. Voor de
stichting van zijn medische faculteit
met drie professoren zag hij een ver
schiet van vijftig jaar met de Staats
loterij denkt hij in twintig jaar klaar
te zullen komen welnu, waarom wil
de hij ons en zijn mede-christenen-
partijgenooten thans niet verblijden
met bet voornemen, om b.v. jaarlijks
één of twee vijf-en-twingste deelen van
het totaal der jenever-accijnsgelden te
besteden tot beperking van den volks
kanker zoolang het noodig is
„Dit zou nog maar een klein begin
zijn, want wie weet het niet, dat een
Staat, die inderdaad de drankzucht
wil tegengaan, iets anders te doen
heeft dan heel goedkoope, maar voor
drankslijters en het publiek lastige
wetten te maken daar de drankzucht
alleen verzwakt en op den duur ge
fnuikt kan worden door de verbete
ring van de volkzeden en den volks
geest. En om deze verbetering lang
zamerhand te verkrijgen, zijn midde
len noodig, die ontzettend groote som
men gelds vorderen. Moest ons land,
indien de Staat werkelijk zich schaam
de over zoo rijke bron van inkomsten
uit het „oneerbare", niet dozijnen van
verbeterhuizen voor drankzuchtigen
bezitteneen wel georganiseerden
rijks-geneeskundigen dienst tegen het
alcohol-misbruik Hadden niet reeds
lang de Staat en de Gemeente, welke
laatste nota bene ook al iets van haar
nooddruft dekt met een vergunnings
recht, gedwongen moeten zijn voor die
jenevergelden volkskoffiehuizen, tehui
zen, leeszalen, inrichtingen voor on
schuldige spelen en van gezellig ver
keer, enz enz., te stichten, opdat er
een tienvoudige mededinging ware
met de kroeg, die meestal, in steden
en dorpen, geen andere concurrentie
dan die van haars gelijke kent?
„Zoude voor een Staat, die er prijs
op stelt de drankzucht te beteugelen,
er niet eer nog te weinig dan te veel
zijn, als hij voor dit doel de geheele
opbrengst van zijn drankaccijns be
stemde Wij gelooven het inderdaad.
En juist de volksopvoeding, door het
geen wij hierboven noemden en door
zooveel dat daarbij te noemen zou
zijn, is zoo onontbeerlijk, zullen de
propagandisten tegen alcoholgebruik
en misbruik met meer succes dan tot
heden werken. Toch onderschatte men
ook thans hun invloed niet. Oneindig
meer kracht gaat er van dezen uit dan
van welke drankverkoopwet ook, en
daarom zou het, meenen wij, aanbe-
Christelijke Regeering, ongetwijfeld te
vorderen zou zijn, is den Staat ge
leidelijk onafhankelijk te maken van
de opbrengst van den jenever-accijns.
„Dit is, zoo zouden wij denken in
deze, haar eerste plicht.
„Maar in 't bijzonder opmerkelijk is
het, dat dit Kabinet zóó vast overtuigd
is van het blijven vloeien der alcohol-
,Hoe van zooveel millioenen in de
schatkist af te komen, al klinkt het
zonderling, dit is in waarheid de
vraag.
„Naar wij meenen, is ze nog nooit
gesteld.
„Wel hoe nog méér geld uit den
alcohol te slaanen Harte is de
laatste virtuoos op dit gebied. Te-
baten. dat Harte of een ander nog met, leurgestelde virtuoos hij wilde,
geen woord heeft melding gemaakt J maar durfde toch niet
van eenigen fiscalen samenhang tus-1 „Hoe gemakkelijk zou het doel be-
schen de te verwachten werking der reikt kunnen worden, om den 27 mil-
Drankwet, zoo zij wordt aangenomen,; lioen uit het „oneerbare" genoten een
en die der tariefverhooging. Een ar-1 eerbare bestemming te geven, d. w. z.
gument meer voor de laatste zou im- ze te doen strekken tot bestrijding van
mers toch geen weelde zijn. het oneerbare, waarvoor men zich als
„Hoe is bet nu mogelijk, dat Kuy- bron van Staatsinkomsten schamen
per zoo inconsequent kan zijn bij de moet. Indien men slechts hartelijk
wettelijke regeling betreffende twee wildeMaar geen enkele Regeering
volkszonden, de loterij en het drank-1 heeft ooit daaraan gedacht. WTelk een
misbruik? andere bestrijding van de drankzucht
„Hoe hij over „de zonde van het) kent zij, als het maken van een wetje,
drankmisbruik" bij de formuleering en j waarvan geen sterveling eenige verbe
de toelichting van zijn program dacht,tering van beteekenis verwachteen
is bekend indien niet vergeten. I wetje, waarvan steeds, gelijk ook van
„Opdat „het publiek terrein niet het nu aangebodene, de strekking is,
misbruikt worde om de zonde van het( om de kool en de geit gezamenlijk te
drankmisbruik te bevorderen, is o. i. i sparen. Een wetje tot dekking van al-
volstrekt noodzakelijk, dat patent voor leronhumaanst en alleronchristelijkst.
drankverkoop alleen aan apothekersliberaal of kerkelijk, Staatsmansfat-
worde gegeven", zoo schreef hij in soen.
1878. j „Is het nog noodig in het breede
,Nu is dit zeker wel wat „oude te betoogen, dat een Christelijke Re-
plunje", ten deele gekeerd, versteld en geering, die zich bezwaard gevoelt
van knoopen veranderd, naar de om-1 over het gebruik van jenevergeld, een
standigheden het vereischten, maar j krachtiger bewijs heeft te geven van
wij houden het er voor, dat dit buisje: aan de zijde der drankmisbruik-be
den Minister nog zeer wel past bij I strijders te staan, dan hetwelk gele
zijn Calvinistisch handwerk. In elk gen heet te zijn in zulk een onnoozel
geval zal de drankverkoop hem nog drankverkoop-wetje? Had zij, zinnen
schadelijk voor het maatschappelijk j de op middelen om de volkszeden en
leven en oneerbaar zijn;.... en hoe j den volksgeest te verheffen, niet aller-
kan hij dan een drankwet maken zon- eerst een centrum van actie voor haar
der 't vooruitzicht te openen, dat dit
„oneerbare" als geldbron voor den
Staat zal worden aangetast? Waar
om. zoo meenen wij te moeten vragen,
blijft Kuyper in gebreke, ook maar
r haar
zelf belmoren te stichten een afdee
ling aan één der Ministerieele Depar
tementen, van waar de werkzaamheid
in deze kan uitgaan, voor zoover de
Staat op dit terrein zich kan en moet
de geringste poging te doen, om het'doen gelden? Zou. indien er zulk een
middenpunt bestond, niet langzamer
hand een min of meer voldoende ken
nis worden verworven aangaande de
jammerlijke toestanden, die ook door
Staatshulp verbetering eischen en
zou een Minister dan ook niet betere
wetten durven aanbieden, dan zulke
onbeduidendheden voor de practijk,
als waarover we nu onze honderd en
later onze vijftig heel gewichtig zullen
hooren redeneeren, als hing er de
triomf der matigheid van af? Een
maal zulk een afdeeling aanwezig,
zoodat de Regeeringen tot een ijverige
studie van haar plichten jegens de na
tie in dit opzicht worden gedreven,
hoe vele zouden, in de richting die wij
aanwezen, niet de bemoeiingen blij
ken te zijn, waaraan de Staat als
drankmisbruik-bestrijder zich geroe
pen zou zien zijn krachten te wijden.
„Edoch, zoo iets ligt geheel buiten
het plan van elke Regeering. Zij int
jaar in jaar uit plm. 27 millioen, voor
een groot deel de vrucht van de ver
dierlijkende volksverwaarloozing, met
haar gevolg van verbijsterende ellen
de, en zij maakt zich van haar duur-
sten plicht op de gemakkelijkste wijs
af, om 't even welke godsdienstige of
Staatkundige beginselen in eere hee-
ten te zijn."
Bezoldiging Ambtenaren ?an den
Bnrgerlyken Stand.
Het „Weekblad voor den NederL
Bond van Gemeente-ambtenaren
schrijft ook naar aanleiding van het
voorstel door B. en \V. van Den Haag
met betrekking tot het in hoofde ge
noemde onderwerp aan den Raad ge
daan, dat blijkens de bedoeling van
de Regeering bij de jongste wijziging
der gemeente-wet in iedere gemeente
van meer dan 20.000 zielen minstens
een voldoend bezoldigd ambtenaar
van den burgerlijken stand zou aan
gesteld worden, die zonder eenige bij
betrekking te bekleeden, al zijn tijd
aan de waarneming van dat ambt
zou geven.
„Als men bedenkt, gaat het blad
voort, dat voor de richtige vervulling
van de betrekking van ambtenaar vau
den burgerlijken stand kennis van
recht en wet en practische vaardig
heid noodzakelijke vereischten zijn,
terwijl de ambtenaar van den burger
lijken stand in een gemeente van meer
dan 20.000 zielen door dezen werkkring
geheel in beslag genomen wordt, dan
mag de bezoldiging zonder de zeer
wenschelijke periodieke verhoogingen,
gemiddeld wel niet minder dan 1500
'sjaars bedragen. P;: abnormale toe
standen, zoowel wat den werkkring,
als wat de kosten van huisvesting
enz. betreft, zal dit bedrag natuurlijk
hooger moeten zijn.
„In gemeenten van 20.000 en minder
inwoners kan de bezoldiging minder
dan ƒ1500 'sjaars zijn, doch deze ver
mindering kan niet in evenredigheid
zijn van de vermindering van het be
volkingscijfer, daar wel de werkzaam
heden minder worden en dus de be
trekking van ambtenaar van den bur
gerlijken stand niet meer al den be
schikbaren tijd in beslag neemt, doch
de vereischte kennis en practische
bekwaamheid moet in groote en klei
ne gemeenten vrijwel gelijk zijn. De
ambtenaar van den burgerlijken stand
verkeert in dit opzicht in dezelfde
omstandigheden als de burgemeester,
de secretaris en de ontvanger."
„Maar., ook de helooning voor de
gemeenten boven de 20.000 zielen zal
eenigszins met hot zielental der ge
meente dienen te stijgen. Deze stij
ging kan echter met groote sprongen
geschieden, daar nu de werkzaamhe
den voor den ambtenaar niet meer
toenemen, aangenomen, zooals ons
juist schijnt, dat de eenige bezoldig
de ambtenaar in gemeenten van even
boven de 20.000 inwonres geheel door
dezen werkkring bezet is.
„In de grootere gemeenten zal door
het aanstellen van meerdere bezoldig
de ambtenaren en door hulppersoneel
gezorgd moeten worden, dat het werk
behoorlijk geschiedt. Vooral echter,
als er veel hulppersoneel is, vermeer
derde de verantwoordelijkheid van
den ambtenaar sterk en dit rechtvaar
digt in grootere gemeenten hoogere
bezoldiging.
„Sommige gemeentebesturen mis
kennen blijkbaar den geest der wet
door de ambtenaren ter secretarie,
reeds voor de wijziging van art. 149
der gemeentewet belasf met de admi
nistratieve werkzaamheden aan den
burgerlijken stand verbonden, te laten
in het genot der hezoldiging, welke
zij tot nog toe als ambtenaar ter se-
rötarie genoten en aan gedeputeerde
staten te a^viseeren hun bovendien
oen heel klein bedrag als bezoldiging
voor ambtenaar van den burgerlijken
stand toe te kennen niettegenstaande
zij een groot deel van den dag en in
groote gemeenten haast voortdurend
werkzaam zijn als ambtenaar van
den burgerlijken stand.
De financieele uitkomsten zijn bij
zoodanige regeling voor de ambtena
ren gelijk, doch zij worden daardoor
in hun hoedanigheid van ambtenaar
van den burgerlijken stand in veel te
afhankelijke positie tot het gemeente-