NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. ie;: 21e Jaargang. No. 6388 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 28 APRIL 1904 B ARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN URHE MAANDEN; Voor Haarlemf 1,20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02>2 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 ss de omstreken en franco per post r 0.45 Uitgave der Vennootschap Laurens Coster Directeur J C. PÉEREB00M, ADVERTENTIÊN: Van i—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers.. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31"s Faubourg Wontmartre. Tweede Blad. Binnenland Drankwet. De Regeering heeft nog een nota van rijzigingen ingezonden. f De voorgestelde wijzigingen betref - C [en redactieverbeteringen van meer of minder ondergeschikt belang. Eenige die niet louter redactioneel zijn, wor- htflen als volgt toegelicht. Zooals het tweede lid van artikel 2a thans luidt, zou ook afstand gedaan plkunnen worden van een logements- vergunning, die niet onder het maxi mum valt, en dus telkens opnieuw verleend kan worden. De bedoeling ran deze bepaling, spoedige daling tot iet maximum te bevorderen, zou dan rerijdeld worden. Door toevoeging van ;en nieuw derde lid aan het betrek lelijke artikel wordt dit voorkomen. Een andere wijziging strekt om mo- (gelijk te maken het verkrijgen van een logementsvergunning na de tap- persvergunning. Een logement of hotel is dikwijls te vens herberg of koffiehuis. De Regee ring meent, dat er geen reden is dit te belemmeren. Ook artikel 22 wordt gewijzigd, om dat blijkens de toelichting het lij nader inzien niet noodig schijnt ook slijters te dwingen in het bedrijfs- aa perceel te wonen. »egl Een toevoeging aan het slot van het j d artikel strekt om de weduwe ten volle agjjin de rechten te doen treden van haar overleden echtgenoot. tel iht 'UI rii tin jto 3kh instellen van een tweede klasse wa ter-polo. Het bondsbestuur zou een commis sie van drie leden aanwijzen, welke zich zou hebben te belasten met de leiding der water-polo-wedstrijden. Toen de vergadering zoover gevor derd was, bleek evenwel, dat de af gevaardigde van Rotterdam tegen zijn bedoeling in had gestemd vóór de in stelling van een tweede klasse water polo. Zijn mandaat luidde tegen te stemmen. De vereadering besliste toen niet zonder oppositie dat de eerste stemming ongeldig was, en er een tweede zou worden gehouden. Daarop werd liet voorstel van ..De Jonge Kampioen" verworpen, zoodat de tweede klasse water-polo niet zal worden ingesteld. Medegedeeld werd, dat de jaarlijk- sche wedstrijd van Het IJ zal worden gehouden op 3 Juni die van de Rot- terdamsche Zwemclub op 30 Juni, en die van de zwemvereeniging hetZwar- te Water, te Zwolle, op 10 Jöli. Goedgekeurd werd de samenstelling eener commissie, aan wier hoofd de bondsvoorzitter staat, die de voorstel len van Het IJ en De Jonge Kampi oen" aan een nader onderzoek zal on derwerpen. Ned. Zwembond. Te Amsterdam is de jaarlijksche al- temeene vergadering gehouden van len Nederlandschen Zwembond, on- thoJter leiding van den heer W. E. Bre- dius W.Ezn, Blijkens het jaarverslag van den se- jretaris, den lieer J. W. Bianchi Jr. 01 behield de Bond in het afgelooper 3ej> aar hetzelfde aantal aangesloten ver- eenigingen, namelijk 14, met 72 leden :n 266 donateurs, onder wie niet be JL [repen zijn de leden van de Groning- >ge iche en Utrechtsche zwemclubs, wei- te, wegens te geringe belangstelling, jeen opgaven gedaan hebben. enlr Het ledental der vereenigingen gaat 'stadig achteruit, terwijl daarente gen het polo-spel meer belangstelling indervindt. Met dank werd gememo reerd de n-ift van 200 der Maatschap lij tot redding van drenkelingen. Op iet verzoek om steun aan de Regee- ring werd weigerend geantwoord, om- iat de Bond niet beschouwd kanwor- B^len als federatie van clubs voor het H. (gebeele land. Het verslag van den penningmees- r, den beer A. C. Cosijn, gaf de vol- jende cijfers aan: inkomsten 374, latig saldo ƒ32. Tot lid van het bestuur werd her kozen de beer A. C. Cosijn, en geko- ien in de plaats van den heer Jac. "lusly, de beer P. Latenstein, van aandam. Besloten werd de Groningsche Zwemclub als lid te royeeren wegens wanbetaling. Een langdurige cor respondentie van het bondsbestuur niet die club had geen resultaatde brieven naar Groningen gezonden, lieven onbeantwoord. Eenige discussie ontspon zich naar aanleiding van een voorstel van de Zwemvereeniging „Het IJ", om het ge tal polo-kampioenschappen uit te brei den, en een voorstel van „De Jonge ïampioen" ,om het getal persoonlijke n kampioenschappen te vermeerderen ook door instelling van langere af standen). Het IJ wilde een commissie be- loerad hebben, die de beide voorstel en zou onderzoeken en het volgend aar daarover rapport uitbrengen. De longe Kampioen verzette zich echter tegen dat uitstel. De heer Merens (Haarlem) bestreed het voorste] van ..De Jonge Kampi oen", vooral op dezen grond, dat de langere af stands-wedstrijden uit den hooze zijn, wegens het nadeel, dat de iwemmers er, uit een gezondheids oogpunt, van ondervinden. De voorzitter verklaarde, dat het bestuur in het algemeen niet ingeno men is met de uitbreiding der per soonlijke kampioenschappen, wegens de bezwaren, welke daartegen van medisch standpunt zijn geuit. Intus- schen wenscht het in deze een passie ve houding aan te nemen, omdat het legen sommige onderdeelen niet zul ke overwegende bezwaren heeft. Wèl ^as het bestuur tegen de instelling van een tweede klasse water-polo. Spreker bracht daarom eerst in stem ming de vraag, of de vergadering in bet algemeen was voor de uitbreiding der persoonlijke kampioenschappen. Deze vraag beantwoordde de meer derheid der afgevaardigden ontken nend. Echter ging z>' mede met het voorstel om eenige afzonderlijke kam pioenschappen te wijzigen. Zij bracht de korte baan van 120 meter terug op 80 meter, zooals „De Jonge Kampi oen" wenschte, en besloot ook tot het op£ Berooying yaii een koloniaal. Het lijk dat Dinsdag 1.1. uit de Maas nabij de Boompjes te Rotterdam werd opgevischt is herkend als dat van den 27-jarigen varensgezel Andries W. een bekende van politie en justitie. Gisternamiddag werd net lijk, dat in vergevorderden staat van ontbin ding verkeerde, door den rechter van instructie en officier van justitie ge schouwd in het lijkenhuisje te Croos- wijk. Men vermoedt dat W. de 4e mede plichtige is in zake de berooving van den koloniaal Smets in den nacht van 2 op 3 Maart aan de Oosterkade. waarbij een der aanranders te water is geraakt. Pokken te Rotterdam. Zondagnamiddag is te Rotterdam aangekomen het ss. „Wtitenberg" der Bremer Lloyd, die geladen met een 30.000 balen Santoskoffie, komende van Santos, ligplaats nam in de Rijn haven. Bij ingesteld onderzoek werd door een geneeskundige een geval van pok gen geconstateerd bij een der kinde ren van de passagiers. Onmiddellijk werden alle quaran taine-maatregelen genomen. Negen der opvarenden zijn voorloopig naar de observatie-inrichting overgebracht en de pokkenlijdster naar het hulp- ziekenhuis Woudenstein. Te Maassluis bad men bet schip gewoonweg laten passeeren. De inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht te 's-Gravenhage is te legrafisch verwittigd en werd gister middag te Rotterdam verwacht voor het lossen der lading. Uit de Arbeiderswereld Congres R.K. Werklieden vereeni gingen in het Aartsbisdom Utrecht. Zondag werd te Enschedé het con gres gehouden, bijgewoond door ge delegeerden van 30 afdeelingen uit het bisdom. De heer H. Engels, voorzitter der afdeeling Enschedé, heette de aanwe zigen welkom en wees op het gewicht der bijeenkomst, waarin zullen wor den besproken ontwerpenArbeids contract, Arbeidswet en Ziekteverze kering. Baron Van Wijnbergen behandelt het ontwerp-Arbeidscontract. Spreker wijst er op, dat het ontwerp eene wijziging dn aanvulling betreft van het ontwerp-Drucker, voor de in diening waarvan den Minister dank en hulde mag worden gebracht. Wa ren de gevallen, die het contract zal omvatten, gedeeltelijk geregeld bij bepalingen in het Wetboek van Koop handel en het Burgerlijk Wetboek, een overwegende plaats besloegen zij daarin niet. Volgens ons geldend bur gerlijk recht wordt de arbeidsover eenkomst gerangschikt onder de over eenkomsten van huur en verhuur, van welke overeenkomsten tweeërlei soort bestaanhuur van goederen en huur van diensten. Een belangrijk voor deel van het arbeidscontract zal zijn, dat het los wordt gemaakt van de huurovereenkomst en gemaakt wordt tot een contract van een geheel bijzon dere soort, dat niet tot een of andere rubriek van contracten gerekend wordt, maar uit haar aard en wezen een geheel bijzonder karakter draagt. De arbeid wordt door dit contract in zijn werkelijk wezen gekenmerktbij wordt van de huurovereenkomst los gemaakt. Het is een nieuw hoogst belangrijk principe. De werkman wordt daar door niet meer gelijk gesteld meteen werktuighij is niet meer eene ma chine gelijk. Die opvatting veld te doen winnen, zal hier het werk van den wetgever zijn. Mag het den Minister gelukken, dit ontwerp als wet in het „Staatsblad" te zien, dan zal hij met voldoening daarop terug kunnen zien. Het ware karakter van den arbeid wordt, daar mede aangegeven. Spreker wees er op, dat het arbeids contract privaatrechtelijk in het ont werp is geregeld binnen de grenzen van ons privaatrecht. De Minister was van oordeel, dat het vakvereenigings- leven nog niet dien vasten vorm heeft aangenomen en die hooge ontwikke ling heeft gekregen, noodig voor de collectieve regeling van het contract. Bovendien bestond het gegronde be zwaar, dat eei^J dergelijke regeling niet in de vier zittingsjaren zoude t< stand kunnen worden gebracht. Toch kan een krachtig verenigings leven den grondslag aangeven voor het opbouwen van het contract. Het ontwerp is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten in den meest uitgebreiden zin, doch niet op personen in dienst van publiek-rech- telijke lichamen. Spreker mednt, dat de regeering niet zoo reactionair is als wel wordt voorgesteld. Het is de bedoeling den werknemer ziin vrijheid te waarborgen al '-1' hij zich in dienst van den werkgever. Spreker wijst er op, dat de gehuwde vrouw geen machtiging van haren echtgenoot behoeft voor het aangaan van het contract. De man kan echter, wanneer hij meent, dat het aangaan van het arbeidscontract schadelijke gevolgen voor het gezin heeft, bij den kantonrechter op vernietiging er van aandringen. Ook minderjarigen kun nen een contract sluitendoor vader of voogd kan echter geëischt worden, dat het loon hun wordt uitbetaald. Spreker ~r,eft de voorkeur aan eene schriftelijke loonovereenkomst bij een mondelinge, terwijl hü er op wijst hoe nood het is dat datsene, wat voor diensten niet in geld wordt betaald, als waarde in geld b'" contract wordt aangegevenevengoed als dit b" het hoofd eener school geschiedt, wiens huishuur naast het bedrag zijner be zoldiging wordt "enoemd. ook al ge niet hij vrije woning. Omtrent het beboeten mag wel wor den bepaald, hoe dikwijls zich dit in het uiterste geval ma? herhalen; eene bepaling, dat niet hooger mag worden beboet dan het loon van één dag, is niet voldoende. Spr. wiist er op, dat in geval van nood den arbeiders de verplichting kan —-wion opgelegd, dienst te verrichten voor anderen op de verbreking van dienstbetrekking voor welke ten opzichte van den ar beider even gunstige of gunstiger be palingen moeten bestaan als voor den werkgever. Proeftijd en contractbreuk worden daarna behandelS. Omtrent het laatste zegt spreker, dat tot schadeloosstelling een deel var. het loon kan worden ingehouden. Het zou gewenscht zijn, dat het ingehou den bedrag voor de arbeiders werd gereserveerd, om ook in geval de pa troon failliet ging en, zooals dat wel wel gebeurt, slechts de belastingen overschieten, de arbeider zijn eigen dom met rente zou terug kunnen er langen. De Rijkspostspaarbank is hier voor de aangewezene. Deze maatregel is noodig. ook al is loon preferente schuld. De omstandigheden, waaronder con tractbreuk geschiedt, dienen naar bil lijkheid te worden beoordeeld. Een hoos-st belangrijke taak wordt hier aan den kantonrechter opgedragen. De inleiding werd met onverdeelde aandacht gevolgd. De heer Van de Pavert gaf een be knopt overzicht van de Arbeidswet. Het leerlingstelsel werd in de eerste plaats door spr, behandeld. Het toege ven van den Minister aan den wensch derTwentsche en Tilburger fabrikan ten om voor vrouwen en meisjes den werktijd te veranderen, vindt bij spr. geen instemming. Besproken wordt de loodwitfabricatie, nachtarbeid voor bakkers, enz. Aan het debat werd door een 10-tal personen deelgenomen. .Wegens het ver gevorderde uur werd de inleiding over het ontwerp ziekte verzekering niet gehouden. De voorzitter deelde mede, dat ze in druk zal verschijnen en tegen een la gen prijs zal worden verkrijgbaar ge steld. De heer Brouwer van Hilversum, brak een lans voor de uitgesloten diamantbewerkers. De diamantbewer kers dienen gesteund te worden, krachtiger dan tot heden. Er wordt on der hen armoede geleden en 't is plicht van allen om voor hesn diep in den zak te tasten,opdat zij in staat worden ge steld den strijd tegen den machtigen juwelier uit te vechten. Krachtige steun is noodig; de strijd in Amster dam moet gewonnen worden. Na de rede van den heer Brouwer werd f 45.72 gecollecteerd. De Bondsadviseur, de heer F. H. Bult, verkreeg nu het woord. Spr. ver klaarde tevreden te kunnen zijn over dezen bondsdag,die in vergelijking van den eersten, een schitterende mag hee- ten. Spr. wees vervolgens op alles wat langs ordelijken en wettelijken weg kan worden tot stand gebracht, wan neer onderling vertrouwen bestaat. Wanneer eenheid, gelijkheid en brov derschap de leuze is en blijft, dan za!. de R. K. Volksbond eens als een groot falanx meer en meer naderen tot het doelhet verkrijgen der sociale her vormingen. Met den wensch dat de R. K. arbei- dersvereenigingen de keurbenden mo gen zijn en blijven van de vele arbei- dersvereenigingen in den lanae, en dat de afgevaardigden over 2 jaar weer in staat mogen zijn een nationaal vak congres te organiseeren, sluit spreker onder daverend applaus. Nadat de voorzitter nog heeft mede gedeeld dat VinkeVeen. Laren en Baarn als afdeelingen zijn toegetre den. sluit hij de samenkomst, die naar hij hoopt ten zegen moge strekken van den Nederlandschen arbeider. Uit de Pers De Drankwet. Het weekblad „De Amsterdammer' bespreekt bet ingediende dranwet- ontwerp als instrument van drankbe strijding en komt daarbij tot de vol gende slotsom „dat ook deze van christelijke zijde aangeboden Drankwet zich door niets onderscheidt van de kleine middeltjes welke tot dusverre van andere zijde zijn gegeven, om den „Volkskanker" tegen te gaan. „Van het christelijk beginsel in de zen Staatsarbeid geen spoor. „Bij de wet tot bestrijding van de loterij-zonde zonde is immers voor geloovigen het woord aanvaardt men ten minste den plicht om den Staat te reinigen van het euvel, zelf baat te zoeken bij het loterij-misdrijf. Van dat zondig geld mocht hij niet langer profiteeren en nu is het wel wat komisch Satan nog twintig jaar verlof te geven, zij 't dan ook in steeds beperkter kring, de zielen te verleiden het beginsel wordt toch eenige eerbied betoond. „Bij den drank, als bron van Staats inkomsten, niets daarvan. „Over de zes en twintig millioen ac cijns-opbrengst geen woord. „Ter afsluiting van liet onafzien baar veld, waarop de Nederlanders, ten bate van 's Rijks schatkist, zich aan de zonde overgeven, hier endaar een staketseltjeeen bord met een waarschuwing er opeen eindje koord een stükje prikkeldraad, maar van Staatswege gelijke zorg, met ge lijk vertrouwen als vroeger opgoeden uitslag, om het goud te leiden naar 's lands brandkast. „Men had nu toch, met het oog opveling verdienen, dat de Staat al de die twintig loterij-jaren, iets van ge- erkende vereenigingen krachtig steun- lijken geest voor de gelden uit drank-1 de, en tot de vermeerdering van dit verbruik van dit Ministerie mogen ver-1 aantal aanspoorde, door ruime bijdra- wachten. Zeker het ligt niet in het j gen in uitzicht te stellen. Daar leven vermogen van de Regeering een wet j duizenden, die in deze richting ijve- te maken, waardoor bv. in twintig of j Hg arbeiden willenindien de Staat dertig jaar het drank-misbruik wordt I het toont te waardeerenzullen er geroeid. Maar wat van haar, als weldra tienduizend zijn. geld, dat de Staat uit den alcohol trekt, te bestemmen tot een positieve bestrijding „van de zonde van het drankmisbruik „Zeker, wij kunnen niet op eens de millioenen missen, waardoor wij tot dusverre in staat zijn onze veel te weelderige staathuishouding te bekos tigen. „Maar Kuyper, het is bekend, leeft en rekent niet bij den dag. Voor de stichting van zijn medische faculteit met drie professoren zag hij een ver schiet van vijftig jaar met de Staats loterij denkt hij in twintig jaar klaar te zullen komen welnu, waarom wil de hij ons en zijn mede-christenen- partijgenooten thans niet verblijden met bet voornemen, om b.v. jaarlijks één of twee vijf-en-twingste deelen van het totaal der jenever-accijnsgelden te besteden tot beperking van den volks kanker zoolang het noodig is „Dit zou nog maar een klein begin zijn, want wie weet het niet, dat een Staat, die inderdaad de drankzucht wil tegengaan, iets anders te doen heeft dan heel goedkoope, maar voor drankslijters en het publiek lastige wetten te maken daar de drankzucht alleen verzwakt en op den duur ge fnuikt kan worden door de verbete ring van de volkzeden en den volks geest. En om deze verbetering lang zamerhand te verkrijgen, zijn midde len noodig, die ontzettend groote som men gelds vorderen. Moest ons land, indien de Staat werkelijk zich schaam de over zoo rijke bron van inkomsten uit het „oneerbare", niet dozijnen van verbeterhuizen voor drankzuchtigen bezitteneen wel georganiseerden rijks-geneeskundigen dienst tegen het alcohol-misbruik Hadden niet reeds lang de Staat en de Gemeente, welke laatste nota bene ook al iets van haar nooddruft dekt met een vergunnings recht, gedwongen moeten zijn voor die jenevergelden volkskoffiehuizen, tehui zen, leeszalen, inrichtingen voor on schuldige spelen en van gezellig ver keer, enz enz., te stichten, opdat er een tienvoudige mededinging ware met de kroeg, die meestal, in steden en dorpen, geen andere concurrentie dan die van haars gelijke kent? „Zoude voor een Staat, die er prijs op stelt de drankzucht te beteugelen, er niet eer nog te weinig dan te veel zijn, als hij voor dit doel de geheele opbrengst van zijn drankaccijns be stemde Wij gelooven het inderdaad. En juist de volksopvoeding, door het geen wij hierboven noemden en door zooveel dat daarbij te noemen zou zijn, is zoo onontbeerlijk, zullen de propagandisten tegen alcoholgebruik en misbruik met meer succes dan tot heden werken. Toch onderschatte men ook thans hun invloed niet. Oneindig meer kracht gaat er van dezen uit dan van welke drankverkoopwet ook, en daarom zou het, meenen wij, aanbe- Christelijke Regeering, ongetwijfeld te vorderen zou zijn, is den Staat ge leidelijk onafhankelijk te maken van de opbrengst van den jenever-accijns. „Dit is, zoo zouden wij denken in deze, haar eerste plicht. „Maar in 't bijzonder opmerkelijk is het, dat dit Kabinet zóó vast overtuigd is van het blijven vloeien der alcohol- ,Hoe van zooveel millioenen in de schatkist af te komen, al klinkt het zonderling, dit is in waarheid de vraag. „Naar wij meenen, is ze nog nooit gesteld. „Wel hoe nog méér geld uit den alcohol te slaanen Harte is de laatste virtuoos op dit gebied. Te- baten. dat Harte of een ander nog met, leurgestelde virtuoos hij wilde, geen woord heeft melding gemaakt J maar durfde toch niet van eenigen fiscalen samenhang tus-1 „Hoe gemakkelijk zou het doel be- schen de te verwachten werking der reikt kunnen worden, om den 27 mil- Drankwet, zoo zij wordt aangenomen,; lioen uit het „oneerbare" genoten een en die der tariefverhooging. Een ar-1 eerbare bestemming te geven, d. w. z. gument meer voor de laatste zou im- ze te doen strekken tot bestrijding van mers toch geen weelde zijn. het oneerbare, waarvoor men zich als „Hoe is bet nu mogelijk, dat Kuy- bron van Staatsinkomsten schamen per zoo inconsequent kan zijn bij de moet. Indien men slechts hartelijk wettelijke regeling betreffende twee wildeMaar geen enkele Regeering volkszonden, de loterij en het drank-1 heeft ooit daaraan gedacht. WTelk een misbruik? andere bestrijding van de drankzucht „Hoe hij over „de zonde van het) kent zij, als het maken van een wetje, drankmisbruik" bij de formuleering en j waarvan geen sterveling eenige verbe de toelichting van zijn program dacht,tering van beteekenis verwachteen is bekend indien niet vergeten. I wetje, waarvan steeds, gelijk ook van „Opdat „het publiek terrein niet het nu aangebodene, de strekking is, misbruikt worde om de zonde van het( om de kool en de geit gezamenlijk te drankmisbruik te bevorderen, is o. i. i sparen. Een wetje tot dekking van al- volstrekt noodzakelijk, dat patent voor leronhumaanst en alleronchristelijkst. drankverkoop alleen aan apothekersliberaal of kerkelijk, Staatsmansfat- worde gegeven", zoo schreef hij in soen. 1878. j „Is het nog noodig in het breede ,Nu is dit zeker wel wat „oude te betoogen, dat een Christelijke Re- plunje", ten deele gekeerd, versteld en geering, die zich bezwaard gevoelt van knoopen veranderd, naar de om-1 over het gebruik van jenevergeld, een standigheden het vereischten, maar j krachtiger bewijs heeft te geven van wij houden het er voor, dat dit buisje: aan de zijde der drankmisbruik-be den Minister nog zeer wel past bij I strijders te staan, dan hetwelk gele zijn Calvinistisch handwerk. In elk gen heet te zijn in zulk een onnoozel geval zal de drankverkoop hem nog drankverkoop-wetje? Had zij, zinnen schadelijk voor het maatschappelijk j de op middelen om de volkszeden en leven en oneerbaar zijn;.... en hoe j den volksgeest te verheffen, niet aller- kan hij dan een drankwet maken zon- eerst een centrum van actie voor haar der 't vooruitzicht te openen, dat dit „oneerbare" als geldbron voor den Staat zal worden aangetast? Waar om. zoo meenen wij te moeten vragen, blijft Kuyper in gebreke, ook maar r haar zelf belmoren te stichten een afdee ling aan één der Ministerieele Depar tementen, van waar de werkzaamheid in deze kan uitgaan, voor zoover de Staat op dit terrein zich kan en moet de geringste poging te doen, om het'doen gelden? Zou. indien er zulk een middenpunt bestond, niet langzamer hand een min of meer voldoende ken nis worden verworven aangaande de jammerlijke toestanden, die ook door Staatshulp verbetering eischen en zou een Minister dan ook niet betere wetten durven aanbieden, dan zulke onbeduidendheden voor de practijk, als waarover we nu onze honderd en later onze vijftig heel gewichtig zullen hooren redeneeren, als hing er de triomf der matigheid van af? Een maal zulk een afdeeling aanwezig, zoodat de Regeeringen tot een ijverige studie van haar plichten jegens de na tie in dit opzicht worden gedreven, hoe vele zouden, in de richting die wij aanwezen, niet de bemoeiingen blij ken te zijn, waaraan de Staat als drankmisbruik-bestrijder zich geroe pen zou zien zijn krachten te wijden. „Edoch, zoo iets ligt geheel buiten het plan van elke Regeering. Zij int jaar in jaar uit plm. 27 millioen, voor een groot deel de vrucht van de ver dierlijkende volksverwaarloozing, met haar gevolg van verbijsterende ellen de, en zij maakt zich van haar duur- sten plicht op de gemakkelijkste wijs af, om 't even welke godsdienstige of Staatkundige beginselen in eere hee- ten te zijn." Bezoldiging Ambtenaren ?an den Bnrgerlyken Stand. Het „Weekblad voor den NederL Bond van Gemeente-ambtenaren schrijft ook naar aanleiding van het voorstel door B. en \V. van Den Haag met betrekking tot het in hoofde ge noemde onderwerp aan den Raad ge daan, dat blijkens de bedoeling van de Regeering bij de jongste wijziging der gemeente-wet in iedere gemeente van meer dan 20.000 zielen minstens een voldoend bezoldigd ambtenaar van den burgerlijken stand zou aan gesteld worden, die zonder eenige bij betrekking te bekleeden, al zijn tijd aan de waarneming van dat ambt zou geven. „Als men bedenkt, gaat het blad voort, dat voor de richtige vervulling van de betrekking van ambtenaar vau den burgerlijken stand kennis van recht en wet en practische vaardig heid noodzakelijke vereischten zijn, terwijl de ambtenaar van den burger lijken stand in een gemeente van meer dan 20.000 zielen door dezen werkkring geheel in beslag genomen wordt, dan mag de bezoldiging zonder de zeer wenschelijke periodieke verhoogingen, gemiddeld wel niet minder dan 1500 'sjaars bedragen. P;: abnormale toe standen, zoowel wat den werkkring, als wat de kosten van huisvesting enz. betreft, zal dit bedrag natuurlijk hooger moeten zijn. „In gemeenten van 20.000 en minder inwoners kan de bezoldiging minder dan ƒ1500 'sjaars zijn, doch deze ver mindering kan niet in evenredigheid zijn van de vermindering van het be volkingscijfer, daar wel de werkzaam heden minder worden en dus de be trekking van ambtenaar van den bur gerlijken stand niet meer al den be schikbaren tijd in beslag neemt, doch de vereischte kennis en practische bekwaamheid moet in groote en klei ne gemeenten vrijwel gelijk zijn. De ambtenaar van den burgerlijken stand verkeert in dit opzicht in dezelfde omstandigheden als de burgemeester, de secretaris en de ontvanger." „Maar., ook de helooning voor de gemeenten boven de 20.000 zielen zal eenigszins met hot zielental der ge meente dienen te stijgen. Deze stij ging kan echter met groote sprongen geschieden, daar nu de werkzaamhe den voor den ambtenaar niet meer toenemen, aangenomen, zooals ons juist schijnt, dat de eenige bezoldig de ambtenaar in gemeenten van even boven de 20.000 inwonres geheel door dezen werkkring bezet is. „In de grootere gemeenten zal door het aanstellen van meerdere bezoldig de ambtenaren en door hulppersoneel gezorgd moeten worden, dat het werk behoorlijk geschiedt. Vooral echter, als er veel hulppersoneel is, vermeer derde de verantwoordelijkheid van den ambtenaar sterk en dit rechtvaar digt in grootere gemeenten hoogere bezoldiging. „Sommige gemeentebesturen mis kennen blijkbaar den geest der wet door de ambtenaren ter secretarie, reeds voor de wijziging van art. 149 der gemeentewet belasf met de admi nistratieve werkzaamheden aan den burgerlijken stand verbonden, te laten in het genot der hezoldiging, welke zij tot nog toe als ambtenaar ter se- rötarie genoten en aan gedeputeerde staten te a^viseeren hun bovendien oen heel klein bedrag als bezoldiging voor ambtenaar van den burgerlijken stand toe te kennen niettegenstaande zij een groot deel van den dag en in groote gemeenten haast voortdurend werkzaam zijn als ambtenaar van den burgerlijken stand. De financieele uitkomsten zijn bij zoodanige regeling voor de ambtena ren gelijk, doch zij worden daardoor in hun hoedanigheid van ambtenaar van den burgerlijken stand in veel te afhankelijke positie tot het gemeente-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5