BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. fïstuu'hisfürischs Wxndslingsn Haarlemmer Halletjes HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ZONDAttSJiBIEYEN. 21. Een Yerhuisboeltj'e. Ami f. De hooge, massale wagengevaarten met de groote letters op het zijvlak, die de straat versperren terwijl ze in hun geopenden muil tafels en kasten x tapijtrollen zien verdwijnen als leelgoed, raken gaandeweg hoe ferder we ons verwijderen van den lsten Mei weer op stal. Een enkele nakomer rolt u nog voorbij. Een verhuiswagen van 'n beetje leeftijd krijgt ervaring van inboedels. 1 Edel en onedel heeft hij overgebracht, laar met verklaarbare geringschat- ing zou hij neerzien op een armzalig rommeltje als mij verleden week voor- hij trok op een der Amsterdamsche sluizen. De plasregen week niet. Regen schermen schuurden langs elkaar. Naargeestige gezichten keken er on der uit. Kleverige modder spatte naar alle kanten. Een handkar had het hard te ver antwoorden. De man die er voor ge spannen was, rekte zich zoo ver mo gelijk uit. Een vrouw en een opge- gp schoten jongen duwen têgeïT de sluis op. Een haveloos meisje ran een paar jaar ouder da nde jongen steunt van terzij het opgetaste meubilair. Het inboedeltje heeft inderdaad niet veel te beteekenen, al ligt lie el het hebben en houden van 't gezin, op de kar, wat beddegoed, een tafel, een paar stoelen, waaraan eenig keuken gereedschap is opgehangen, een ver veloos kastje, een standaard voor een vogelkooi, en wat voorts een lap zeil doek aan het oog onttrekken mag. Zoo sukkelt het moeizaam voort over het spattend plaveisel, tot ze straks verkleumd, door en door nat, de nieu- Iwe woning zullen bereiken. Zij zal wel niet veel beter zijn dan het ver trek dat men zoo even vaarwel zei. Maar in de oude buurt hadden ze geen crediet meer. In andere omge ving hoopt men weer in beter doen te komen, althans opnieuw eenigen tijd het uit te houden. In de vijf jaar, sedert ze in de hoofdstad zijn aange komen, is het de vierde maal, dat tot dit redmiddel de toevlucht genomen wordt. Daar ginds, op het platteland, ligt verscholen tusschen vriendelijk ge boomte het huisje dat hen vijf jaren geleden nog herbergde. Hemelsbreed 't zoo ver niet. Maar voor hen is 9 t een onbereikbare verte. Als bij wij- I len de gedachte aan terugkeer ne- velig opdoemt aan den horizon dan zijn lusteloosheid en vol komen gebrek aan alle hulpmiddelen er aanstonds bij om ieder plan in de geboorte te smoren. Ik staarde hen eenige oogenblikken [aandachtig na, mijn oude kennis- ai. Want, amicedaarom vertel ik u het geval ik had van onder mijn parapluie de familie herkend. De kin deren waren me ontgroeidhen zou ik onder 't voorbijgaan niet hebben opgemerkt. En de vrouw nauwelijks, al bleef er na een paar seconden geen i twijfel over. Maar Jaap, met zijn niet alledaagsch uiterlijk, zijn krulkop, zijn puntbaai'd indertijd wat beter) verzorgd dan thans hij was 't, on- i miskenbaar! Zijn zwoegende figuur' voor de lcar liet weinig plaats voor het aanmatigend brutale, dat hem' eertijds onder zijn kornuiten tot een ,,heër" maakte. Niettemin, evenals de j herinnering uit den vergrijsden be- I jaarde den kloeken zwartharigen vriend van een 25-tal jaren geleden te 'voorschijn brengt, zóo stond Jaap i eensklaps voor mijn geest, zooals hij. j hangend over het hek voor zijn huisje l/met norsclien groet den mijnen beant-, I woordde. j Jaap had van moeder natuur bij een onafhankelijken aard een verbeelding- rijk brein meegekregen, dat slechts wat ontevredenheid naast zich noodig had om te komen tot de meest avon- I tnurlijke plannen. Hij woonde er wer-: kelijk niet onaardig in zijn Kennemer-1 landsche bosschaadje. Neen, goed be-i zien woonde hij er deksels aardig. Wie, er langs kwam, in welk jaargetij ook, j met. een oog voor een lief kijkje op duinweide en abeelen-straatweg en' waterplas, met hoog sparregroen in de verte, macht zeggen Hier zou ik mijn tenten willen opslaan. En Jaap had er oog en hart voor. In den kleurigen herfst droomde hij met zijn schoone omgeving mee. Maar ook het wakkere leven en groeien van het voorjaar vertrouwde hem zijn geheimen toe. Dan nam zijn geest vlucht, naar Amerika of Australië, waarvan de faam hem ver teld had. Daar was geld en daar was vrijheid. Bovenaldaar kende geen mensch je. Hier bleef je tot je ouden dag voor jan en alleman: Jaap de' boerenknecht. Toch figureerden Arae-j rika en Australië maar voor de leus j in zijn droomen. Wat anders zou hij in de verre landen over zee beginnen dan opnieuw de spa of de hooivork ter j hand te"ïrèmen, die hij zoo zielsgraag aan kant zetten wou. Daarvoor be-' hoefde hij ook zoo ver niet te gaan. Amsterdam kon al zijn wenschen ver vullen, als 't maar een beetje wou meeloopen. Dóar was van alles. Neel was langzamerhand van uit de oppositie, door een neutrale perio- de heen, voor de plannen gewonnen. I De gestadig vallende droppel holt den i steen uit. Een keurig winkeltje waau-| in ze als juffrouw achter de toon- j bank stond èn geld verdiende, ter- j wijl Jaap terzelfder tijd aan een van de takken van .den grooten boom dei- hoofdstad schudde, dat had zijn liclit- zijden, die al gloeiender op haar ont-j wakende verbeelding vielen. En de kinderen Jaap had gelijk groei den ze hier niet als boerenkinkels op? Mietje mettertijd bij een costuum- naaister en Jan, kantoorschrijver, dat was eenige aanzienlijke sporten hooger dan melken en hooien Neel begon er zich in te verkneuteren. „Als er in 't geheel geen kans opj was" zei Jaap op 'n goeden dag' tegen Neel „dan hield ik m'n mond. Maar er komen standjes genoeg open in de stad, die met jou geldje te be reiken zijn. Daar had N'ëel ook al over gedacht. Toen Jaap den eersten van de vol-i gende maand zijn gewone intrestje I beurde bij den notaris, zei hij bij 'tj sluiten van zijn portemonnaie ,,'t Kan wel zijn, dat we gauw de, lxeele zevenhonderd gulden willen j lichten." En t'huis ,,'k Heb 't den notaris niaar vast' gezegd. Daar was geen bezwaar tegen, j zei-;i-ie, al vond ie het niet verstan- j digAls w ij 't maar verstandig vinden Sedert was er jreen houden aan. i De advertenties in 't „Nieuws", trou wer dan ooit geraadpleegd, boden overvloedige assistentie. Vele waren! de „melkstanden", waarin zóo en zoo-! veel vaten 's weeks werden verkocht, I de brooddepóts die een ruim burger-! bestaan opleverden en slechts wegens! vertrek naar het buitenland open-! kwamen, de kruidenierszaakjes voor j veel uitbreiding vatbaar, de bierhuis- jes zonder vergunning, waarop een! deel van de koopsom kon blijven staan en de "Bodewijken, voor een; futje over te nomen. E&nige ma.anden later trok Jaap) naar den notaris, en naar Amsterdam, I en naar huis fferugals de ge- j lukkige eigenaar van een komenij- zaakje in de Anjeliersdwarsstraat. De huur van het huis was „billijk over te nemen". Een komenij-zaakjeHet kon niet mooierWant van eieren, boter en kaas hadden ze immers verstand slag gegeven. Neel hielp vriendelijk, j maar onhandig, het afnemend aantal klanten. Jaap ging schudden aan den grooten Amsterdamschen boom, maar zag honderd gretige, gauwe handen naast de zijna om de vruchten op te; vangen. De teleurstelling was groot éfi het j verval gink snel. Duizenden woonden i ï-ondom hen heen zoo geheel an- J ders als in het huisje aan den duin- rand en toch kwam hier over hen1 een gevoel van wanhopige "éénzaam- heid in de groote menschenwoestijn. Ze raakten zoek in de menigte. Daar rijdt nog een verhuiswagen j langs mijn woning, amice Misschien voert hij den inboedel van stadsmen- j schen naar de villa, die verleden jaar; vlak bij het bekoorlijk plekje vanj Jaaps vroeger© woning is verrezen, j Met een groet t.t. LECTORI SALUTEM. iu eix om Haarlem. Toen 't op scheiden kwam uit het heerlijk brokje natuur, waarin ze hun leven' lang hadden ï-ondgekeken, was Jaap week. Hij had eigenlijk zijn boomen zoo lief. En over zijn helde ren geest viel een voorgevoel van mislukking. Maar Neel, die altijd gevonden had dat er in een boom niet veel conver satie stak, terwijl ze zich veel beloofde; van een gezellig buur- of winkelpraat je, was vol illusie. Zij zag in haar' levendig verbeeldingspel Mietjo mo diste en Jan alle dagen met een wit. overhemdje op een kantooi-kruk. „En voor een kleinigheid ga je den heelen Zondag met mekaar uit, mu- ziek ie geef, zooals juffrouw Dei-ksen van de week zei", babbelde ze voort, terwijl ze haar Zondagsche schoenen in een hoekje van de kist stopte. Dan tot Jaap: „Voor jou ben: ik blij dat al dat gedrens van Jaap 1 voor en Jaap na van den ochtend tot! den avond van de baan is." „Juffrouw, een half pond zoetemelk-! sclie en twee onsies rookvleescliGrut, wat klinkt dat gekgrunnikte ze stilletjes. „Wat zeg-ie?" vroeg Jaap. „Niks 't Was net of ik de winkel- j schel al hoorde". De wagen was opgeladen. De sleu-j tel van 't huisje bij den boer gebracht, i Met 'hun viertjes stapten ze op 't sta- tion af. De kinderen zaten met hun gedachten in 't nieuwe huis. Moeder beantwoordde alle vragen. Vader keek fier rond. Laat ze gerust roepeu Dag Jaap 't Is voor 't laatst Het komenij-winkeltje bleek een te- ringlijdei-tje. Eon groote zaak op den hoek had 't al sedert jaren den nek- Meimaand goot den ï-egen, ,,'t ver frissend nat", hij volle stroomen neer. Te veel op eens. 't Is of er geen op houden aan is, en regen verveelt zoo spoedig. En geen wondei-, hoeveel plannetjes worden er door in de war. gebracht. Bovendien moet al dat wa-', ter worden weggevoerd alles is zoo vuil, zoo nat. Heeft de regen opgehou den, dan gevoelen we ons.nog niet' prettig gestemd. l3e natte kleeren moe ten droog en dat drogen kost warmte, veel warmte, die aan onze huid wordt, onttrokken. En is de lucht wat opge klaard, en do lucht wat droger, dan neemt daar de verdamping toe, wat i ook al weer afkoeling tengevolge heeft, 't Is kil, in huis en op straat. Kwam de lieve Mei-zon maar alles verwarmen, omoch, bij. te veel, warmte, en met de lucht vol water damp, vinden we het al weer niet naar onzen zin. 't Is zwoel, drukkend, omdat ons lichaam dan weer geen zweet genoeg kan verdampen, om af; te koelen en op temperatuur te hou- den. j Beter zijn er dan de zwammen aan) toe warmte en vocht, ziedaar wat vele doet groeien en zich vormeihg-i vuldigen, dat ze soms in een pa ar da-i gen millioenen en nogmaals millioe-j nen sporen kunnen 'voortbrengen, die elk voor zich weer verder groeien. En' o, wee als het zijn woekerplanten of parasieten van onze cultuurgewassen. danbrengen we slechts in herin- nering de gevreesde aardappelziekte, j 't vuur in de hyacinthen, enz. De meeste planten zijn tegen regen) vrij goed beveiligd, zijn het hier) haartjes of een waslaagje aan de op-i pervlakte der bladeren, die te veel water afvoeren, elders weer het groote i aantal huidmondjes, die maar steeds! water doen verdampen dan weer zijn er allerlei eigenaardige inrichtingen, bewegingen om te voorkomen, dat! stuifmeel, vruchten, enz. te nat. wor- den. Let op uwe wandeling er vooral; op, hoe tal van vruchten, die zich an- j ders met kleppen, tanden, sporiën, spleten openen, zich tegen den regen gaan sluiten. En de bloemen sluiten zich ook, ja, laten zelfs de kopjes han gen om te zorgen, dat bet stuifmeel niet nat wordt. Maar blijft de regen aanhouden als thans, dan bestaat er voor de planten ook meer dan één reden, waarom ze ten. doode zijn op geschreven, of althans geen of slecht zaad voortbrengen. Toch is bij vele het herstellingsvermogen nog al groot. Onder de voorjaarskinderen (en toch in 't algemeen let men veel te weinig op boomen en heesters) komen tal van schoone bloemen voor bij die reuzen, die vooral door beginnende botanici over 't hoofd worden gezien. En onder die boomen nemen weereen voorname plaats in onze verschillende vruchtboomen appel en peer, pruim en kers, amandel en perzik, morel en kriek, enz. enz. Steunende op de groo- i te hoeveelheid reservevoedsel van het vorige jaar, dat niet alleen de knop pen vormde, maar ook tevens voor. provisie zorgde, las er nog geen blade ren zijn om dat te bereiden. En de 1 meeste bloeien zonder blad, of het moest zijn, dat bet vruchtzetten dade-i lijk zooveel eischte, dat spoedig ge brek zou kunnen intreden. Hoe was 't met onze iep, die thans zijn vrucb- tjes bijna rijp heeft En zou bij al die bloemen uit elke bloem een vrucht ontstaan, dan was! de boom niet bij machte ze groot te: brengen. Maar er gaan vele te gronde. Nu eens zijn het atmospherische in vloeden. regen, aanhoudende regen of vorst, die maken dat de bloeitijd pas seert zonder dat er Bevruchting heeft plaats gegrepen, dan weer zijn er tal van insecten, di© Zich meester maken van de teere deelen, stampers en meel draden of een ander maal zijn het woekerz'wammen, die tal van bloemen, soms geheele takken met bloemen of zelfs met jonge vruchten doen afster ven. Geen wonder dus, dat alleen die planten zijn kunnen blijven leven, die de bloemen'in grooten getale voort brengen. Én onze vruchtboomen doen dat. Als met een laken van bloemen overtogen, dragen zij niet bet minst bij tot den roem van het voorjaar. Hoe1 is oen boomgaard dan in feeaèöos ge huld. z' De niet. rustende tuinbouw begreep dan ook terecht, dat er onder die vruchtboomen vele zijn, die onze par-, ken zouden kunnen versieren. Onze j sieraadboomen zijn dit vooral door; bloem, blad en vrucht, al mogen we den geheelen vorm ook niet "uit het! oog verliezen. Zoodoende komt het, dat! we in de parken, en ook in die van onze stad zooveel boomen en heesters terugvinden, na voiwant aan onze vruchtboomen. We willen voor deze week uwe aandacht slechts vragen voor een enkelen boom. Is die zulks dan waard Volg me naar het Kenaupax-k. waar de bloem bollen worden opgevolgd door perken met vergeetxxxijniet, waar de rhododen drons hunne stevige knoppen ont plooien, waarMaar ik zie het al. De grootste attractie daar is DE DUBBELE KERS. Waarom dan nog noodeloos uw aan dacht gevraagd voor andex-e dingen. Van uit de Kenaustraat komende, houden we spoedig halt voor diexx rnajestueuzen boom. De sterke, ietwat korte stam wordt gedekt door eexx minstens 8 10 M. breeden kroon. En wat een bloemenprachtNeen, dat is overheerlijk. Geen takje, of het zitlet- terlijk van onderen tot boven vol bloe men, en zoo ergens, dan kan men hier spreken, als met een wit laken over dekt. Met meer dan kwistige hand gaf de natuur hier wat ze geven kon. En jaar op jaar doet ze dat. Wie den boom eens gezien heeft, loopt op zijn wandelingen in de Meimaand steeds even langs die pracht. En och, hoe- velen zouden er in Haarlem wonen, die den boom nog nooit zagen, ja, hoeveel voorbijgangers passeeren daar niet, xonder dit mooie natuur-product even te aanschouwen. Houden ze dan niet van bloemen Welzeker Maar ze zien hel eenvoudig niet. De dagelijk- sche bezigheden houden hen op straat zelfs zoodanig bezig, dat ze veel schoons ongezien voorbijloopen. en als 't er op aan komt, mede hun stem te laten hooren, wanneer er te critisee- ren valt, dan zijn dat vaak de groot steMaar beschouwen we onze kers wat nader. De plantkundigen en wel niemand minder dan de groote Lin naeus zelf, gaf dezen boom den Latijnschen naam van Prunus avium. Deze variëteit krijgt bij dien naam nog de afkortingen f 1. p 1. (is f 1 o r e p 1 e n o), wat beteekent dubbele bloemen. De bloemen, die laag genoeg hangen om ze te kunnen bekijken, hebben geen meeldraden, xxxeer. Ze zijn alle, en er waren er veel, tot bloemblaadjes geworden, vandaar die mooie zuivervvitte roosjes, in schermpjes bijeengezeten en hangen de aan de lange dunne bloemsteeltjes. Aan de vrij krachtige takken zitten er duizenden en nog eens duizenden. Ieder bloempje op zich zelf beschouwd i« mooi: zoo'n schermpje, waarvan do afzonderlijke bloemsteeltjes juist ver genoeg uitstaan, om elk bloempje te doen uitkomen, prachtig en dan zoo'n tak met vele van die schennen, waar- tusschen juist genoog blad om het- reine wit nog mooier ie doen uitko men en daxx die geheele boom Neen, een beschrijving kan slechts een vage voorstelling geven van dit moois. We zouden wel de reclame te baat willen nemen en roepen allo lezers toe ..gaat het zien". Onkosten brengt bet niet met zich nxede. "t geeft u frissche wangen, 't laat u oen ©ogenblik uw dagelijksche beslomme ringen vergeten en natuurgenot is een zuiver, verheffend genot. J. STURING. EURS-OYERZICHT Onze medewerker Bloc deelt ons mede, dat er in de afgeloo- pen week op financieel gebied zoo wei nig is omgegaan, dat hij het onnoodig acht daarvan een overzicht of beschou wing te leveren. Rubriek voor Dames. Haar man te volgen, waarheen het hem belieft zich te begeven, die woorden zijn zeker door niemand meer letterlijk ter harte genomen dan door de vrouwen, die haar mannen vergezeld hebben op hun ontdekkingsreizen. Zoo'n besluit is voor een vrouw geen kleinigheid. Daarvoor is noodig veel liefde." veel moed, veel kracht, om zich allerlei gemakken te ontzeggen en een vol- komen begrijpen \;m ïviUmm. Een Zaterdagarondpraatje. Vroeger waren de werkzaamheden van de wethouders over de vier func tionarissen aldus verdeeld Een voor openbare werken. Een voor financiën. Een voor onderwijs. Een voor den Burgerlijken Stand. De laatste had het minste te doen. Openbare werken is geen kleinigheid, onderwijs is geen bagatel, financiën.... nu. daar behoeven we elkaar niets van te vertellen, dat is de zenuw van de negotie en een zenuw, die onder de steeds klimmende eischen inderdaad pijnlijk trillen kan. Maar de Burger lijke Stand was een bedaarde af dee- ling. Als de huwelijken maar- zonder fouten gesloten werden, zoodat ze niet overgesloten behoefden te worden en alles werd behoorlijk in dc regis ters genoteerd, daar kon de wethou der, die dezen tak van dienst beheer de. rustig slapen en behoefde hij er zich niet eens wat van aan te trekken, dat zijn registers en de werkelijkheid niet altijd met elkaar klopten. D:t was de schuld van het publiek, dat vergat te berichten, dat het, naar el ders verhuisd of hier was komen wo nen. Sedert zijn de oxxistaxxdigheden ver anderd. Nog altijd is de Burgerlijke Stand de afdeeling die den minsten aansloot lijdt en geeft, maar er -s een tak van gemeentelijk beheer bij-, gekomen, namelijk de lichtfabrieken. I Een vijfde wethouder benoemen ging niet aan, omdat de gexxxeentewet het! verbiedt, Pr. Nieuwenhuijzen Kruse- man, rlje lichtfabrieken en onderwijs! samen bad, vfêlde meer voor de ver lichting van de huizen, dan voor die van de hoofden, deed dus het ondei- wijs aan Mr. de Haan Hugenholtz over en zoo zou de Burgerlijke Stand er lxeelemaal bij ingeschoten zijn, wanneer de heer Vaxx Lennep, die vroeger al meermalen huwelijken had helpen sluiten, zich xxiet bereid had verklaard, officieel als ambtenaar van den Burgerlijken Stand op te treden. We hebben dus nu een bouwenden wethouder, den heer De Breukeen cijfei-enden wethouder, Dr. Kruseman een lichtendeh wethouder, Dx\ Nieu wenhuijzen Kruseman, en een onder richtenden wethouder, Mr. de Haan Hugenholtz. Die Burgerlijken Stand nu is in den laatst,en tijd in alle gemeenten van ons vaderland ter sprake geko men. Opmerkelijk is het, hoe verschil lend de geleerden daarover denken. Sommigen moeten de daaraan ver bonden" werkzaamheden verrichten pro deo. in goed Hollandsch gezegd voor niets. Anderen krijgen er een kleine vergoeding voor, weer anderen worden er zeer behoorlijk voor be taald. In Haarlem is de zaak inderdaad bescheiden geregeld. De heer Vaxx Lennep krijgt f200. de heeren Vaxx Campen exx Verkes krijgen elk 100. In Bemxebroek geschiedt het al bijster goedkoop. Daar zijn de burgemeester, de secretaris exx oen raadslid ambte naar vaxx deix Burgerlijken Stand exx niemand krijgt or iets voor. terwijl vaxx verdere hulp niet gesproken wordt. „Maar Beixnebroek is een kleine ge meente". zal men zeggen. Juist, ze telt 12G7 zielen. Velsen. dat 12619 zie len heeft, is dan ook bijna tienmaal zoo groot exx toch wordt er voor die werkzaamheden voor dexx Burgerlij ken Stand niets extra's betaald. De burgemeester, de secretaris ent' twee wethouders zijn daar ambtenaren van den Burgerlijken Stand. Niemand! krijgt er extra vergoeding, zelfs niet de twee klerken, die hulp zullexx ver- leenen. Alleen zal bij de begrooting1 worden overwogen, of het billijk zal zijn dezen laatsten eeix vergoeding toe te kennen. Zandvoort (3201 zielen) heeft weel een andere regeling. Daar doet de se cretaris alles voor f225, behalve de huwelijken, die de burgemeester gra tis sluit. Er lxeerscht onderlinge ver vanging met één wethouder en een ambtenaar ter secretarie krijgt f 50 vergoeding voor schrijfwerk. Is de se cretaris afwezig, dan moet hij zijn plaatsvervanger betalen. In Beverwijk heeft men de zaak heel anders opgevat. Voor deze gemeente van 5776 zielen zijn vijf ambtmaren van den Burgerlijken Stand aange steld. De burgemeester sluit daar de huwelijken en ontvangt daarvoor per stuk ijk vraag voor dit huiselijke woord excuus) zes gulden. De secre taris krijgt voor de overige werk zaamheden f600 en twee ambtenaren elk f100 voor hun hulp. Ik denk zoo, dat de heer Van Sty- rura dit niet geweten heeft, toen hij in de laatste Raadsvergadering zei, dat men zijn tijd beter besteden kan, dan met het sluiten van huwelijken. Al thans in Beverwijk gaat dat niet op. Zes gulden per huwelijk, zondereenig gevaar voor concuiTentie, is aardig betaald. Advocaten, zooals de heer Van Styrum, krijgen maar zes exx dertig stuivers voor eeix advies waar aan dikwijls veel meer te veiTiapstuk- kexi valt. Blijkbaar stelt het gemeentebe stuur van Beverwijk het huwelijk op hoogen prijs. Het ziet niets liever, dan de huwelijksschuit, veel liever deze in elk geval, dan die andere schuit, waarover zooveel te doen is geweest, de Velser pont over het kanaal. Dit scheepke. dat zich door zijxx kuren eix grillen al zoo vaak geblameerd heeft en nu door een ketting in het rechte spoor wordt gehouden, heeft zooals nu weer gebleken is, nog een ander gebrek cn wel een dat onherstelbaar is. Het stomme dier is te klein. De stoomtram kaxx er op met drie wa gens, maar voor een vierden is geen plaats: die moet afzonderlijk worden overgezet. Ik heb eens aan een deskundige ge- vraagd, hoe het toch wel komen zou, dat oxxze Nederlandsche Waterstaat zoo'n treurig figuur maakt niet deze poxxt, hoewel de Nederlandsche Water staatsingenieur over 't algemeen zoo hoog staat en ook in het buitenland zoo wordt gewaardeerd. Dc x-eden daarvan is, zei hij, dat men dit werk niet alleen aan deix Waterstaat bad moeten opdragen, vooral de schipperij had er aan te pas moeten komen. Die weet van tegenstand door stroom, door spuien Ik heb die' meéning eerbiedig aan gehoord en breng ze hier ongewijzigd over. Alleen vraag ik nxe af. wat Wa terstaat beteekent, als ziiix beoefena- ren niet nxeer de deskundigen zijxx op het gebied van den staat van 't wa ter. In elk geval is het 'maar te wen schen, dat er niet te veel vreemde lingen naar de Velsensche toestan- dexx zullen komen kijken en ik zeg dat met des te nxeer nadruk, omdat mijn wensch van de vorige week ver hoord is en we eindelijk in Haarlem eens wat flinks op t gebied van vreemdelingenverkeer totstand zullen zien komen. De nieuwe Comxxxiss-'e, die oixder Verfraniïngs vleugelen de zen tak zal bevorderen, heeft groote pUxxxneix. Verschillende zaken zijn reeds duchtig voorbereid een infor matiebureau, voor landgenoot en vreemdeling, gidsen aan het station, een bekxxopt. boekje en nog vele ande re goede zaken zijix gereed of ondex-- weg. Dat iets dergelijks hier niet over bodig is, blijkt wel hieruit, dat de zeer schaarse berichten, die over de plannen in de couranten hebben ge staan, reeds twee aanvragen van bui ten de stad ten gevolge haddeneen oixx een rijtuig exx de tweede tot het afhuren van een extra-tram naar Zandvoort. Aan die goede zaak heeft de heer A. van Rossunx eeix belangrijk aandeel gehad, dat hier wel eens even her dacht xxxag worden en mét hem o. a. de heeren H. J. Visser en W. A. J. van de Kamp, die allexx tijd exx moeite over hebben gehad exx ïxog hebben voor de goede zaakde bevordering vaxx het vreemdelingenverkeer iji Haarlem. Onze stad en bare omstreken zijxx zoo mooi, dat weten de menschen laxxg niet genoeg en nooit te veel. Nu de Vereeniging tot Verfraaiing dezen kant uitgegaan is. doet zij een beroep op de ingezetenen, om in grooten getale lid te worden. Zij zoekt „adhaerenten", oxxx te spreken met de circulaire, waarbij vei-schillen de ingezetenen de burgerij aansporen tot steunen van. de diamantbewerkers. Geen' mooi woord dat adhaerenten. Zullen we voortaan inschrijvers gaaix noemen subscribenten en niet meer van tegenstanders traan spreken, maar van opponenten? Dan zal het woord betalingen moeten plaats maken voor payenxenten en zullen we zoo lang- zamerhand lxeelemaal verfransebt of vex-latiniseerd worden. Ik hoop. dat ik dat niet meer bele ven zal, maar ik vrees er voor. We leven zoo vex-bazend snel, men kan nooit zeggen, wat er in tien of twin tig jaar gebeurd zal zijn. En als be wijs daarvan kan dienen, dat iemand die zich in 18S/ kwam vestigen op den Jansweg, thans, zeventien jaar later, op twee na het langst op den Jansweg heeft gewoond."" Hoeveel nieuwe menschen zijn er dus na hem met gekomen. Minder dan ooit hoeft dit onrustige mensch engeslacbt oen blijvende plaats op deze aarde, 't Is in de joegjagvan de moderne maatschappij een voort durend veranderen, een stuivertje wis selen zonder eind. En wie dan xiog eens een poosje rustig op dezelfde plaats wil blijven, die kan het niet vinden met zijn zitplaats. Ik heb hier de leden van den Raad op het oog die klagen over de harde, trijpen stoe len, waarop zij gedoemd zijn elke veertien dagen eenige uren door te brengen. Hun hai-t verlangt terug naar de veel aangenamer zetels in de oude zaal. Onze burgemeester evenwel maakt nog geen aanstalten om met den Raad weer daarheen te verhuizen. En toch zijn er teekenen. die doen vermoeden, dat men er over denkt. In eiken hoek van de oude Raadszaal is een Theo- fakkel opgehangen en daar reeds se^ dert lang die zaal weinig of niet ge- wordt, ligt, het voor de hand, dat de Raad er spoedig terug zal kee- x'exx en dat do fakkels zullexx worden gebruikt tot blussching van het op laaiend vuur der discussies. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7