BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
fïstuu'hisfürischs Wxndslingsn
Haarlemmer Halletjes
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
ZONDAttSJiBIEYEN.
21.
Een Yerhuisboeltj'e.
Ami f.
De hooge, massale wagengevaarten
met de groote letters op het zijvlak,
die de straat versperren terwijl ze in
hun geopenden muil tafels en kasten
x tapijtrollen zien verdwijnen als
leelgoed, raken gaandeweg hoe
ferder we ons verwijderen van den
lsten Mei weer op stal. Een enkele
nakomer rolt u nog voorbij.
Een verhuiswagen van 'n beetje
leeftijd krijgt ervaring van inboedels.
1 Edel en onedel heeft hij overgebracht,
laar met verklaarbare geringschat-
ing zou hij neerzien op een armzalig
rommeltje als mij verleden week voor-
hij trok op een der Amsterdamsche
sluizen.
De plasregen week niet. Regen
schermen schuurden langs elkaar.
Naargeestige gezichten keken er on
der uit. Kleverige modder spatte naar
alle kanten.
Een handkar had het hard te ver
antwoorden. De man die er voor ge
spannen was, rekte zich zoo ver mo
gelijk uit. Een vrouw en een opge-
gp schoten jongen duwen têgeïT de sluis
op. Een haveloos meisje ran een paar
jaar ouder da nde jongen steunt van
terzij het opgetaste meubilair.
Het inboedeltje heeft inderdaad niet
veel te beteekenen, al ligt lie el het
hebben en houden van 't gezin, op de
kar, wat beddegoed, een tafel, een
paar stoelen, waaraan eenig keuken
gereedschap is opgehangen, een ver
veloos kastje, een standaard voor een
vogelkooi, en wat voorts een lap zeil
doek aan het oog onttrekken mag.
Zoo sukkelt het moeizaam voort over
het spattend plaveisel, tot ze straks
verkleumd, door en door nat, de nieu-
Iwe woning zullen bereiken. Zij zal
wel niet veel beter zijn dan het ver
trek dat men zoo even vaarwel zei.
Maar in de oude buurt hadden ze
geen crediet meer. In andere omge
ving hoopt men weer in beter doen te
komen, althans opnieuw eenigen tijd
het uit te houden. In de vijf jaar,
sedert ze in de hoofdstad zijn aange
komen, is het de vierde maal, dat tot
dit redmiddel de toevlucht genomen
wordt.
Daar ginds, op het platteland, ligt
verscholen tusschen vriendelijk ge
boomte het huisje dat hen vijf jaren
geleden nog herbergde. Hemelsbreed
't zoo ver niet. Maar voor hen is
9 t een onbereikbare verte. Als bij wij-
I len de gedachte aan terugkeer ne-
velig opdoemt aan den horizon
dan zijn lusteloosheid en vol
komen gebrek aan alle hulpmiddelen
er aanstonds bij om ieder plan in de
geboorte te smoren.
Ik staarde hen eenige oogenblikken
[aandachtig na, mijn oude kennis-
ai.
Want, amicedaarom vertel ik
u het geval ik had van onder mijn
parapluie de familie herkend. De kin
deren waren me ontgroeidhen zou
ik onder 't voorbijgaan niet hebben
opgemerkt. En de vrouw nauwelijks,
al bleef er na een paar seconden geen i
twijfel over. Maar Jaap, met zijn niet
alledaagsch uiterlijk, zijn krulkop,
zijn puntbaai'd indertijd wat beter)
verzorgd dan thans hij was 't, on- i
miskenbaar! Zijn zwoegende figuur'
voor de lcar liet weinig plaats voor
het aanmatigend brutale, dat hem'
eertijds onder zijn kornuiten tot een
,,heër" maakte. Niettemin, evenals de
j herinnering uit den vergrijsden be-
I jaarde den kloeken zwartharigen
vriend van een 25-tal jaren geleden te
'voorschijn brengt, zóo stond Jaap
i eensklaps voor mijn geest, zooals hij.
j hangend over het hek voor zijn huisje
l/met norsclien groet den mijnen beant-,
I woordde.
j Jaap had van moeder natuur bij een
onafhankelijken aard een verbeelding-
rijk brein meegekregen, dat slechts
wat ontevredenheid naast zich noodig
had om te komen tot de meest avon-
I tnurlijke plannen. Hij woonde er wer-:
kelijk niet onaardig in zijn Kennemer-1
landsche bosschaadje. Neen, goed be-i
zien woonde hij er deksels aardig. Wie,
er langs kwam, in welk jaargetij ook, j
met. een oog voor een lief kijkje op
duinweide en abeelen-straatweg en'
waterplas, met hoog sparregroen in
de verte, macht zeggen Hier zou ik
mijn tenten willen opslaan.
En Jaap had er oog en hart voor.
In den kleurigen herfst droomde hij
met zijn schoone omgeving mee. Maar
ook het wakkere leven en groeien
van het voorjaar vertrouwde hem
zijn geheimen toe. Dan nam
zijn geest vlucht, naar Amerika of
Australië, waarvan de faam hem ver
teld had. Daar was geld en daar was
vrijheid. Bovenaldaar kende geen
mensch je. Hier bleef je tot je ouden
dag voor jan en alleman: Jaap de'
boerenknecht. Toch figureerden Arae-j
rika en Australië maar voor de leus j
in zijn droomen. Wat anders zou hij
in de verre landen over zee beginnen
dan opnieuw de spa of de hooivork ter j
hand te"ïrèmen, die hij zoo zielsgraag
aan kant zetten wou. Daarvoor be-'
hoefde hij ook zoo ver niet te gaan.
Amsterdam kon al zijn wenschen ver
vullen, als 't maar een beetje wou
meeloopen. Dóar was van alles.
Neel was langzamerhand van uit
de oppositie, door een neutrale perio-
de heen, voor de plannen gewonnen. I
De gestadig vallende droppel holt den i
steen uit. Een keurig winkeltje waau-|
in ze als juffrouw achter de toon- j
bank stond èn geld verdiende, ter- j
wijl Jaap terzelfder tijd aan een van
de takken van .den grooten boom dei-
hoofdstad schudde, dat had zijn liclit-
zijden, die al gloeiender op haar ont-j
wakende verbeelding vielen. En de
kinderen Jaap had gelijk groei
den ze hier niet als boerenkinkels op?
Mietje mettertijd bij een costuum-
naaister en Jan, kantoorschrijver,
dat was eenige aanzienlijke sporten
hooger dan melken en hooien Neel
begon er zich in te verkneuteren.
„Als er in 't geheel geen kans opj
was" zei Jaap op 'n goeden dag'
tegen Neel „dan hield ik m'n mond.
Maar er komen standjes genoeg open
in de stad, die met jou geldje te be
reiken zijn.
Daar had N'ëel ook al over gedacht.
Toen Jaap den eersten van de vol-i
gende maand zijn gewone intrestje I
beurde bij den notaris, zei hij bij 'tj
sluiten van zijn portemonnaie
,,'t Kan wel zijn, dat we gauw de,
lxeele zevenhonderd gulden willen j
lichten."
En t'huis
,,'k Heb 't den notaris niaar vast'
gezegd. Daar was geen bezwaar tegen, j
zei-;i-ie, al vond ie het niet verstan- j
digAls w ij 't maar verstandig
vinden
Sedert was er jreen houden aan. i
De advertenties in 't „Nieuws", trou
wer dan ooit geraadpleegd, boden
overvloedige assistentie. Vele waren!
de „melkstanden", waarin zóo en zoo-!
veel vaten 's weeks werden verkocht, I
de brooddepóts die een ruim burger-!
bestaan opleverden en slechts wegens!
vertrek naar het buitenland open-!
kwamen, de kruidenierszaakjes voor j
veel uitbreiding vatbaar, de bierhuis-
jes zonder vergunning, waarop een!
deel van de koopsom kon blijven
staan en de "Bodewijken, voor een;
futje over te nomen.
E&nige ma.anden later trok Jaap)
naar den notaris, en naar Amsterdam, I
en naar huis fferugals de ge- j
lukkige eigenaar van een komenij-
zaakje in de Anjeliersdwarsstraat. De
huur van het huis was „billijk over
te nemen".
Een komenij-zaakjeHet kon niet
mooierWant van eieren, boter en
kaas hadden ze immers verstand
slag gegeven. Neel hielp vriendelijk, j
maar onhandig, het afnemend aantal
klanten. Jaap ging schudden aan den
grooten Amsterdamschen boom, maar
zag honderd gretige, gauwe handen
naast de zijna om de vruchten op te;
vangen.
De teleurstelling was groot éfi het j
verval gink snel. Duizenden woonden i
ï-ondom hen heen zoo geheel an- J
ders als in het huisje aan den duin-
rand en toch kwam hier over hen1
een gevoel van wanhopige "éénzaam-
heid in de groote menschenwoestijn.
Ze raakten zoek in de menigte.
Daar rijdt nog een verhuiswagen j
langs mijn woning, amice Misschien
voert hij den inboedel van stadsmen- j
schen naar de villa, die verleden jaar;
vlak bij het bekoorlijk plekje vanj
Jaaps vroeger© woning is verrezen, j
Met een groet
t.t.
LECTORI SALUTEM.
iu eix om Haarlem.
Toen 't op scheiden kwam uit het
heerlijk brokje natuur, waarin ze hun
leven' lang hadden ï-ondgekeken, was
Jaap week. Hij had eigenlijk zijn
boomen zoo lief. En over zijn helde
ren geest viel een voorgevoel van
mislukking.
Maar Neel, die altijd gevonden had
dat er in een boom niet veel conver
satie stak, terwijl ze zich veel beloofde;
van een gezellig buur- of winkelpraat
je, was vol illusie. Zij zag in haar'
levendig verbeeldingspel Mietjo mo
diste en Jan alle dagen met een wit.
overhemdje op een kantooi-kruk.
„En voor een kleinigheid ga je den
heelen Zondag met mekaar uit, mu-
ziek ie geef, zooals juffrouw Dei-ksen
van de week zei", babbelde ze
voort, terwijl ze haar Zondagsche
schoenen in een hoekje van de kist
stopte. Dan tot Jaap: „Voor jou ben:
ik blij dat al dat gedrens van Jaap 1
voor en Jaap na van den ochtend tot!
den avond van de baan is."
„Juffrouw, een half pond zoetemelk-!
sclie en twee onsies rookvleescliGrut,
wat klinkt dat gekgrunnikte ze
stilletjes.
„Wat zeg-ie?" vroeg Jaap.
„Niks 't Was net of ik de winkel- j
schel al hoorde".
De wagen was opgeladen. De sleu-j
tel van 't huisje bij den boer gebracht, i
Met 'hun viertjes stapten ze op 't sta-
tion af. De kinderen zaten met hun
gedachten in 't nieuwe huis.
Moeder beantwoordde alle vragen.
Vader keek fier rond. Laat ze gerust
roepeu Dag Jaap 't Is voor 't laatst
Het komenij-winkeltje bleek een te-
ringlijdei-tje. Eon groote zaak op den
hoek had 't al sedert jaren den nek-
Meimaand goot den ï-egen, ,,'t ver
frissend nat", hij volle stroomen neer.
Te veel op eens. 't Is of er geen op
houden aan is, en regen verveelt zoo
spoedig. En geen wondei-, hoeveel
plannetjes worden er door in de war.
gebracht. Bovendien moet al dat wa-',
ter worden weggevoerd alles is zoo
vuil, zoo nat. Heeft de regen opgehou
den, dan gevoelen we ons.nog niet'
prettig gestemd. l3e natte kleeren moe
ten droog en dat drogen kost warmte,
veel warmte, die aan onze huid wordt,
onttrokken. En is de lucht wat opge
klaard, en do lucht wat droger, dan
neemt daar de verdamping toe, wat i
ook al weer afkoeling tengevolge
heeft, 't Is kil, in huis en op straat.
Kwam de lieve Mei-zon maar alles
verwarmen, omoch, bij. te veel,
warmte, en met de lucht vol water
damp, vinden we het al weer niet
naar onzen zin. 't Is zwoel, drukkend,
omdat ons lichaam dan weer geen
zweet genoeg kan verdampen, om af;
te koelen en op temperatuur te hou-
den. j
Beter zijn er dan de zwammen aan)
toe warmte en vocht, ziedaar wat
vele doet groeien en zich vormeihg-i
vuldigen, dat ze soms in een pa ar da-i
gen millioenen en nogmaals millioe-j
nen sporen kunnen 'voortbrengen, die
elk voor zich weer verder groeien. En'
o, wee als het zijn woekerplanten of
parasieten van onze cultuurgewassen.
danbrengen we slechts in herin-
nering de gevreesde aardappelziekte, j
't vuur in de hyacinthen, enz.
De meeste planten zijn tegen regen)
vrij goed beveiligd, zijn het hier)
haartjes of een waslaagje aan de op-i
pervlakte der bladeren, die te veel
water afvoeren, elders weer het groote i
aantal huidmondjes, die maar steeds!
water doen verdampen dan weer zijn
er allerlei eigenaardige inrichtingen,
bewegingen om te voorkomen, dat!
stuifmeel, vruchten, enz. te nat. wor-
den. Let op uwe wandeling er vooral;
op, hoe tal van vruchten, die zich an- j
ders met kleppen, tanden, sporiën,
spleten openen, zich tegen den regen
gaan sluiten. En de bloemen sluiten
zich ook, ja, laten zelfs de kopjes han
gen om te zorgen, dat bet stuifmeel
niet nat wordt. Maar blijft de regen
aanhouden als thans, dan bestaat er
voor de planten ook meer dan één
reden, waarom ze ten. doode zijn op
geschreven, of althans geen of slecht
zaad voortbrengen. Toch is bij vele
het herstellingsvermogen nog al
groot.
Onder de voorjaarskinderen (en
toch in 't algemeen let men veel te
weinig op boomen en heesters) komen
tal van schoone bloemen voor bij die
reuzen, die vooral door beginnende
botanici over 't hoofd worden gezien.
En onder die boomen nemen weereen
voorname plaats in onze verschillende
vruchtboomen appel en peer, pruim
en kers, amandel en perzik, morel en
kriek, enz. enz. Steunende op de groo- i
te hoeveelheid reservevoedsel van het
vorige jaar, dat niet alleen de knop
pen vormde, maar ook tevens voor.
provisie zorgde, las er nog geen blade
ren zijn om dat te bereiden. En de 1
meeste bloeien zonder blad, of het
moest zijn, dat bet vruchtzetten dade-i
lijk zooveel eischte, dat spoedig ge
brek zou kunnen intreden. Hoe was
't met onze iep, die thans zijn vrucb-
tjes bijna rijp heeft
En zou bij al die bloemen uit elke
bloem een vrucht ontstaan, dan was!
de boom niet bij machte ze groot te:
brengen. Maar er gaan vele te gronde.
Nu eens zijn het atmospherische in
vloeden. regen, aanhoudende regen of
vorst, die maken dat de bloeitijd pas
seert zonder dat er Bevruchting heeft
plaats gegrepen, dan weer zijn er tal
van insecten, di© Zich meester maken
van de teere deelen, stampers en meel
draden of een ander maal zijn het
woekerz'wammen, die tal van bloemen,
soms geheele takken met bloemen of
zelfs met jonge vruchten doen afster
ven. Geen wonder dus, dat alleen die
planten zijn kunnen blijven leven, die
de bloemen'in grooten getale voort
brengen. Én onze vruchtboomen doen
dat. Als met een laken van bloemen
overtogen, dragen zij niet bet minst
bij tot den roem van het voorjaar. Hoe1
is oen boomgaard dan in feeaèöos ge
huld. z'
De niet. rustende tuinbouw begreep
dan ook terecht, dat er onder die
vruchtboomen vele zijn, die onze par-,
ken zouden kunnen versieren. Onze j
sieraadboomen zijn dit vooral door;
bloem, blad en vrucht, al mogen we
den geheelen vorm ook niet "uit het!
oog verliezen. Zoodoende komt het, dat!
we in de parken, en ook in die van
onze stad zooveel boomen en heesters
terugvinden, na voiwant aan onze
vruchtboomen. We willen voor deze
week uwe aandacht slechts vragen
voor een enkelen boom.
Is die zulks dan waard Volg me
naar het Kenaupax-k. waar de bloem
bollen worden opgevolgd door perken
met vergeetxxxijniet, waar de rhododen
drons hunne stevige knoppen ont
plooien, waarMaar ik zie het al.
De grootste attractie daar is
DE DUBBELE KERS.
Waarom dan nog noodeloos uw aan
dacht gevraagd voor andex-e dingen.
Van uit de Kenaustraat komende,
houden we spoedig halt voor diexx
rnajestueuzen boom. De sterke, ietwat
korte stam wordt gedekt door eexx
minstens 8 10 M. breeden kroon. En
wat een bloemenprachtNeen, dat is
overheerlijk. Geen takje, of het zitlet-
terlijk van onderen tot boven vol bloe
men, en zoo ergens, dan kan men hier
spreken, als met een wit laken over
dekt. Met meer dan kwistige hand
gaf de natuur hier wat ze geven kon.
En jaar op jaar doet ze dat. Wie den
boom eens gezien heeft, loopt op zijn
wandelingen in de Meimaand steeds
even langs die pracht. En och, hoe-
velen zouden er in Haarlem wonen,
die den boom nog nooit zagen, ja,
hoeveel voorbijgangers passeeren daar
niet, xonder dit mooie natuur-product
even te aanschouwen. Houden ze dan
niet van bloemen Welzeker Maar ze
zien hel eenvoudig niet. De dagelijk-
sche bezigheden houden hen op straat
zelfs zoodanig bezig, dat ze veel
schoons ongezien voorbijloopen. en als
't er op aan komt, mede hun stem te
laten hooren, wanneer er te critisee-
ren valt, dan zijn dat vaak de groot
steMaar beschouwen we onze kers
wat nader. De plantkundigen en wel
niemand minder dan de groote Lin
naeus zelf, gaf dezen boom den
Latijnschen naam van Prunus
avium. Deze variëteit krijgt bij
dien naam nog de afkortingen f 1. p 1.
(is f 1 o r e p 1 e n o), wat beteekent
dubbele bloemen. De bloemen, die
laag genoeg hangen om ze te kunnen
bekijken, hebben geen meeldraden,
xxxeer. Ze zijn alle, en er waren er veel,
tot bloemblaadjes geworden, vandaar
die mooie zuivervvitte roosjes, in
schermpjes bijeengezeten en hangen
de aan de lange dunne bloemsteeltjes.
Aan de vrij krachtige takken zitten er
duizenden en nog eens duizenden.
Ieder bloempje op zich zelf beschouwd
i« mooi: zoo'n schermpje, waarvan do
afzonderlijke bloemsteeltjes juist ver
genoeg uitstaan, om elk bloempje te
doen uitkomen, prachtig en dan zoo'n
tak met vele van die schennen, waar-
tusschen juist genoog blad om het-
reine wit nog mooier ie doen uitko
men en daxx die geheele boom
Neen, een beschrijving kan slechts
een vage voorstelling geven van dit
moois. We zouden wel de reclame te
baat willen nemen en roepen allo
lezers toe ..gaat het zien". Onkosten
brengt bet niet met zich nxede. "t geeft
u frissche wangen, 't laat u oen
©ogenblik uw dagelijksche beslomme
ringen vergeten en natuurgenot is
een zuiver, verheffend genot.
J. STURING.
EURS-OYERZICHT
Onze medewerker Bloc
deelt ons mede, dat er in de afgeloo-
pen week op financieel gebied zoo wei
nig is omgegaan, dat hij het onnoodig
acht daarvan een overzicht of beschou
wing te leveren.
Rubriek voor Dames.
Haar man te volgen, waarheen het
hem belieft zich te begeven, die
woorden zijn zeker door niemand
meer letterlijk ter harte genomen
dan door de vrouwen, die haar
mannen vergezeld hebben op hun
ontdekkingsreizen. Zoo'n besluit is
voor een vrouw geen kleinigheid.
Daarvoor is noodig veel liefde." veel
moed, veel kracht, om zich allerlei
gemakken te ontzeggen en een vol-
komen begrijpen \;m ïviUmm.
Een Zaterdagarondpraatje.
Vroeger waren de werkzaamheden
van de wethouders over de vier func
tionarissen aldus verdeeld
Een voor openbare werken.
Een voor financiën.
Een voor onderwijs.
Een voor den Burgerlijken Stand.
De laatste had het minste te doen.
Openbare werken is geen kleinigheid,
onderwijs is geen bagatel, financiën....
nu. daar behoeven we elkaar niets van
te vertellen, dat is de zenuw van de
negotie en een zenuw, die onder de
steeds klimmende eischen inderdaad
pijnlijk trillen kan. Maar de Burger
lijke Stand was een bedaarde af dee-
ling. Als de huwelijken maar- zonder
fouten gesloten werden, zoodat ze
niet overgesloten behoefden te worden
en alles werd behoorlijk in dc regis
ters genoteerd, daar kon de wethou
der, die dezen tak van dienst beheer
de. rustig slapen en behoefde hij er
zich niet eens wat van aan te trekken,
dat zijn registers en de werkelijkheid
niet altijd met elkaar klopten. D:t
was de schuld van het publiek, dat
vergat te berichten, dat het, naar el
ders verhuisd of hier was komen wo
nen.
Sedert zijn de oxxistaxxdigheden ver
anderd. Nog altijd is de Burgerlijke
Stand de afdeeling die den minsten
aansloot lijdt en geeft, maar er -s
een tak van gemeentelijk beheer bij-,
gekomen, namelijk de lichtfabrieken. I
Een vijfde wethouder benoemen ging
niet aan, omdat de gexxxeentewet het!
verbiedt, Pr. Nieuwenhuijzen Kruse-
man, rlje lichtfabrieken en onderwijs!
samen bad, vfêlde meer voor de ver
lichting van de huizen, dan voor die
van de hoofden, deed dus het ondei-
wijs aan Mr. de Haan Hugenholtz
over en zoo zou de Burgerlijke Stand
er lxeelemaal bij ingeschoten zijn,
wanneer de heer Vaxx Lennep, die
vroeger al meermalen huwelijken had
helpen sluiten, zich xxiet bereid had
verklaard, officieel als ambtenaar
van den Burgerlijken Stand op te
treden.
We hebben dus nu een bouwenden
wethouder, den heer De Breukeen
cijfei-enden wethouder, Dr. Kruseman
een lichtendeh wethouder, Dx\ Nieu
wenhuijzen Kruseman, en een onder
richtenden wethouder, Mr. de Haan
Hugenholtz.
Die Burgerlijken Stand nu is in
den laatst,en tijd in alle gemeenten
van ons vaderland ter sprake geko
men. Opmerkelijk is het, hoe verschil
lend de geleerden daarover denken.
Sommigen moeten de daaraan ver
bonden" werkzaamheden verrichten
pro deo. in goed Hollandsch gezegd
voor niets. Anderen krijgen er een
kleine vergoeding voor, weer anderen
worden er zeer behoorlijk voor be
taald.
In Haarlem is de zaak inderdaad
bescheiden geregeld. De heer Vaxx
Lennep krijgt f200. de heeren Vaxx
Campen exx Verkes krijgen elk 100.
In Bemxebroek geschiedt het al bijster
goedkoop. Daar zijn de burgemeester,
de secretaris exx oen raadslid ambte
naar vaxx deix Burgerlijken Stand exx
niemand krijgt or iets voor. terwijl
vaxx verdere hulp niet gesproken
wordt.
„Maar Beixnebroek is een kleine ge
meente". zal men zeggen. Juist, ze
telt 12G7 zielen. Velsen. dat 12619 zie
len heeft, is dan ook bijna tienmaal
zoo groot exx toch wordt er voor die
werkzaamheden voor dexx Burgerlij
ken Stand niets extra's betaald. De
burgemeester, de secretaris ent' twee
wethouders zijn daar ambtenaren van
den Burgerlijken Stand. Niemand!
krijgt er extra vergoeding, zelfs niet
de twee klerken, die hulp zullexx ver-
leenen. Alleen zal bij de begrooting1
worden overwogen, of het billijk zal
zijn dezen laatsten eeix vergoeding toe
te kennen.
Zandvoort (3201 zielen) heeft weel
een andere regeling. Daar doet de se
cretaris alles voor f225, behalve de
huwelijken, die de burgemeester gra
tis sluit. Er lxeerscht onderlinge ver
vanging met één wethouder en een
ambtenaar ter secretarie krijgt f 50
vergoeding voor schrijfwerk. Is de se
cretaris afwezig, dan moet hij zijn
plaatsvervanger betalen.
In Beverwijk heeft men de zaak heel
anders opgevat. Voor deze gemeente
van 5776 zielen zijn vijf ambtmaren
van den Burgerlijken Stand aange
steld. De burgemeester sluit daar de
huwelijken en ontvangt daarvoor per
stuk ijk vraag voor dit huiselijke
woord excuus) zes gulden. De secre
taris krijgt voor de overige werk
zaamheden f600 en twee ambtenaren
elk f100 voor hun hulp.
Ik denk zoo, dat de heer Van Sty-
rura dit niet geweten heeft, toen hij in
de laatste Raadsvergadering zei, dat
men zijn tijd beter besteden kan, dan
met het sluiten van huwelijken. Al
thans in Beverwijk gaat dat niet op.
Zes gulden per huwelijk, zondereenig
gevaar voor concuiTentie, is aardig
betaald. Advocaten, zooals de heer
Van Styrum, krijgen maar zes exx
dertig stuivers voor eeix advies waar
aan dikwijls veel meer te veiTiapstuk-
kexi valt.
Blijkbaar stelt het gemeentebe
stuur van Beverwijk het huwelijk op
hoogen prijs. Het ziet niets liever, dan
de huwelijksschuit, veel liever deze in
elk geval, dan die andere schuit,
waarover zooveel te doen is geweest,
de Velser pont over het kanaal. Dit
scheepke. dat zich door zijxx kuren eix
grillen al zoo vaak geblameerd heeft
en nu door een ketting in het rechte
spoor wordt gehouden, heeft zooals
nu weer gebleken is, nog een ander
gebrek cn wel een dat onherstelbaar
is. Het stomme dier is te klein. De
stoomtram kaxx er op met drie wa
gens, maar voor een vierden is geen
plaats: die moet afzonderlijk worden
overgezet.
Ik heb eens aan een deskundige ge-
vraagd, hoe het toch wel komen zou,
dat oxxze Nederlandsche Waterstaat
zoo'n treurig figuur maakt niet deze
poxxt, hoewel de Nederlandsche Water
staatsingenieur over 't algemeen zoo
hoog staat en ook in het buitenland
zoo wordt gewaardeerd. Dc x-eden
daarvan is, zei hij, dat men dit werk
niet alleen aan deix Waterstaat bad
moeten opdragen, vooral de schipperij
had er aan te pas moeten komen. Die
weet van tegenstand door stroom,
door spuien
Ik heb die' meéning eerbiedig aan
gehoord en breng ze hier ongewijzigd
over. Alleen vraag ik nxe af. wat Wa
terstaat beteekent, als ziiix beoefena-
ren niet nxeer de deskundigen zijxx op
het gebied van den staat van 't wa
ter. In elk geval is het 'maar te wen
schen, dat er niet te veel vreemde
lingen naar de Velsensche toestan-
dexx zullen komen kijken en ik zeg
dat met des te nxeer nadruk, omdat
mijn wensch van de vorige week ver
hoord is en we eindelijk in Haarlem
eens wat flinks op t gebied van
vreemdelingenverkeer totstand zullen
zien komen. De nieuwe Comxxxiss-'e,
die oixder Verfraniïngs vleugelen de
zen tak zal bevorderen, heeft groote
pUxxxneix. Verschillende zaken zijn
reeds duchtig voorbereid een infor
matiebureau, voor landgenoot en
vreemdeling, gidsen aan het station,
een bekxxopt. boekje en nog vele ande
re goede zaken zijix gereed of ondex--
weg. Dat iets dergelijks hier niet over
bodig is, blijkt wel hieruit, dat de
zeer schaarse berichten, die over de
plannen in de couranten hebben ge
staan, reeds twee aanvragen van bui
ten de stad ten gevolge haddeneen
oixx een rijtuig exx de tweede tot het
afhuren van een extra-tram naar
Zandvoort.
Aan die goede zaak heeft de heer A.
van Rossunx eeix belangrijk aandeel
gehad, dat hier wel eens even her
dacht xxxag worden en mét hem o. a.
de heeren H. J. Visser en W. A. J.
van de Kamp, die allexx tijd exx moeite
over hebben gehad exx ïxog hebben voor
de goede zaakde bevordering vaxx
het vreemdelingenverkeer iji Haarlem.
Onze stad en bare omstreken zijxx zoo
mooi, dat weten de menschen laxxg
niet genoeg en nooit te veel.
Nu de Vereeniging tot Verfraaiing
dezen kant uitgegaan is. doet zij een
beroep op de ingezetenen, om in
grooten getale lid te worden. Zij
zoekt „adhaerenten", oxxx te spreken
met de circulaire, waarbij vei-schillen
de ingezetenen de burgerij aansporen
tot steunen van. de diamantbewerkers.
Geen' mooi woord dat adhaerenten.
Zullen we voortaan inschrijvers gaaix
noemen subscribenten en niet meer
van tegenstanders traan spreken, maar
van opponenten? Dan zal het woord
betalingen moeten plaats maken voor
payenxenten en zullen we zoo lang-
zamerhand lxeelemaal verfransebt of
vex-latiniseerd worden.
Ik hoop. dat ik dat niet meer bele
ven zal, maar ik vrees er voor. We
leven zoo vex-bazend snel, men kan
nooit zeggen, wat er in tien of twin
tig jaar gebeurd zal zijn. En als be
wijs daarvan kan dienen, dat iemand
die zich in 18S/ kwam vestigen op
den Jansweg, thans, zeventien jaar
later, op twee na het langst op den
Jansweg heeft gewoond."" Hoeveel
nieuwe menschen zijn er dus na hem
met gekomen.
Minder dan ooit hoeft dit onrustige
mensch engeslacbt oen blijvende plaats
op deze aarde, 't Is in de joegjagvan
de moderne maatschappij een voort
durend veranderen, een stuivertje wis
selen zonder eind. En wie dan xiog
eens een poosje rustig op dezelfde
plaats wil blijven, die kan het niet
vinden met zijn zitplaats. Ik heb hier
de leden van den Raad op het oog
die klagen over de harde, trijpen stoe
len, waarop zij gedoemd zijn elke
veertien dagen eenige uren door te
brengen. Hun hai-t verlangt terug
naar de veel aangenamer zetels in de
oude zaal.
Onze burgemeester evenwel maakt
nog geen aanstalten om met den Raad
weer daarheen te verhuizen. En toch
zijn er teekenen. die doen vermoeden,
dat men er over denkt. In eiken hoek
van de oude Raadszaal is een Theo-
fakkel opgehangen en daar reeds se^
dert lang die zaal weinig of niet ge-
wordt, ligt, het voor de hand,
dat de Raad er spoedig terug zal kee-
x'exx en dat do fakkels zullexx worden
gebruikt tot blussching van het op
laaiend vuur der discussies.
FIDELIO.