RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Esn Khur-Ts8k8(iwedsttijd. Zou hr eft - Ik Wat. (door NELLY DE MUNNIK). Stoffel in de Stad. i'ifcens was er een jongen, Stoffel ge- eti ;ten, die op liet land woonde. In stad had hij twee neefjes, Jan en ;t| !t ui iens ging Stoffel hij zijn neefjes en «eren. Kee, de meid, bracht hem "ij sr stad. maar te midden van 'tge- i ag werd hij vreeselijk bang. Dit ici zijn tante spoedig en daarom jn je zij „Gaat samen maar wat adelen". o? an en Piet begonnen te lachen, j e' zeiden..Kom dan maar, boertje. 'd mperd, wij zijn dapper, ga maar 'if t ons mee." ,Weet je wat", zei Piet, „we zul- naar 't Panopticum gaan". |ei laar toen ze daar waren, zag onze iffel al de beelden voor menschen B, en hij bleef vol verbazing staan >r een man, die een half gevuld dt is in de hand hield. ,Baas, hoe heet je toch vroeg d( jffel, ..en waarom drink je je glas t leeg ia Jaar het beeld antwoordde natuur- i r flati! i i ■a ad: niet, en nu werd Stoffel zoo bang hij hard wegholde, luidkeels roe ,0, dat zijn hier allemaal oode dienders" ot piet en Jan waren half ziek van 't tithen, en liepen Stoffel achterna. ,'kV. il naar huis toe riep Stoffel, daar kwam juist Keetje _aan. d-Wil naar huis toe", riep Stoffel r,: er. 'k ga hier dood en hij met ut etje mee. en Piet lachten zich bijna een ,- fc- Als wij maar eens op 'tland ko- i". riepen ze, ..dan zullen we je eens toonen, dat we daar ook mmer één zijn We zullen slootje ringen, paardje rijden, en... laat ar bed I" kII. Jan en Piet op het 1 and. .Hartelijk welkom, lieve neefjes ept onze Stoffel. „We gaan een ir je maken, hier zijn twee ezels, ik d te paard >r Bevend beklimmen de broertjes hun els. En terwijl Stoffel voortjaagt een ruiter, zijn ze allebei hun lojjats al kwijt. ,We willen niet meer ezel rijden, it|rzin nu eens iets andersLaten we eens gaan slootje springen I" ,Dat doet me plezierzei Stoffel, k weet heel mooie breede slooten. zal de pret pas komen 1 Een. twee... Stoffel is er al over. li PlofDaar ligt neef Jan midden in n a vlieten neef Piet is aan het :l ntige ijzerdraad blijven naugen e ebei schreeuwen ze moord eu c. and. :1 „Naar huis toe, naar huis toe ifc epen nu de neven. lom spant den wagen in, en ons sieetal wordt door Keetje als een ar zieken ingepakt, in Aan de deur lacht onze Stoffel het ■mldenpaar eens dapper uit, en roept e chend ,,'tLand valt niet mee, ver dus maar Gij hebt de stad, o helden lit zoek het op de velden Zoo heeft elk wat 'nDat is dus nu het heele nieuwe. d kleur-teekenwedstrijd. „Wat is j t nu hoor ik er eentje vragen. >r 1, dat zal ik je eens gauw vertel- 'g a. lees dus maar eens wat hier- der staat. Maar bekijk eerst liet h aatje hierboven goed, en verlies a t niet, want dan verdwijnt alle •dstrijd-kans. Ten eerste zal ik dan 3 vertellen, dat alle kinderen, die hebben, mee mogen doen met zen nieuwen wedstrijd. Al heb je nu toe nog niet meegedaan aan wedstrijden, al heb je me zelfs ig nooit geschreven, je hoeft niet te nken „Nu mag 't misschien niet eerwant meedoen mag je altijd. Aan mijn oude vriendjes en vrien- nnetjes hoef ik dat niet meer te dellen, want die weten wel, dat ik heel prettig vind, als ze meedoen. Nu is deze kleur-teekenwedstrijd rdcelt in drie afdeelingen, en dat deze keer eens niet naar denleef- d. Je kunt meedoen in de afdeeling p je het prettigst lijkt, en ook in n eer dan één afdeeling, als je dat e aag wilt. In iedere afdeeling wor (Bij de plaat). den de beste inzendingen bekroond. In de eerste afdeeling zijn de prij zen voor de jongens of meisjes, die bovenstaand plaatje het netste kleu ren. In de tweede afdeeling zijn de prijzen voor de jongens of meisjes, die bovenstaand plaatje het netste nateekenen. In de derde afdeeling zijn de prij zen voor de jongens en meisjes, die bovenstaand plaatje het netste na teekenen en daarna kleuren. Bij het kleuren mag je krijt of verf gebruiken. Ook mag je bij het teeke nen de plaat vergrooten of verklei nen. Nu heb ik gezegd dat de drie af deelingen deze keer niet verdeeld zijn naar den leeftijd, maar je begrijpt wel dat, als ik twee inzendingen kr>4" die even netjes zijn, de eene van een jongen van acht jaar en de tweede van een jongen van vijftien jaar, de achtjarige meer kans heeft op een prijs. De px-ijzen zullen bestaan uitschil- derdoozen, teekendoozen, figuurza gen, bloemendoozen, passerdoozen, boeken in prachtbanden, enz. De inzendingen moeten in mijn be zit zijn uiterlijk Donderdag 23 Juni a.s., en de uitslag zal bekend worden gemaakt in het nummer van 2 Juli. Op je werk zelf moet duidelijk ver meld staan je naam, je leeftijd en je woonplaats. Bovendien moet je er bij opgeven, of je werkelijk alleen hebt gewerkt, of dat je geholpen bent. De INZENDINGEN, DIE AAN DEZE VOORWAARDEN VOLDOEN, GAAN BIJ BEKRONING VOOR Ik hoop dat jullie evenveel zin in dezen kleur-teekenwedstrijd hebt als i ik, en dat je daarom al je krachten aan het plaatje zult beproeven. Tot 2 Juli dus JUicSit-Vhdstrijürii. <s\ tai-Sf V UtaSy-; Door de prijzenwinnaars in den raadselwedstrijd werden de volgende prijzen en premies gekozen Elsje van de Ban een zelfdruk- kerij Rika Hubers een handwerk- doosAbraham Walter een voet bal Lize van Os een plantentrom- melJacob Mok en Kobus Kappelhoff allebei „Een Gelukkig Viertal" door Aletta HoogKoosje Kruyt „Alleen in een kleine Stad" door A. C. Kuiper, en Frits de Boer koos „Mijne zwarte Metgezellin" door Stanley. Goede oplossingen van de raadsels der vorige week ontving ik van Marietje SevekeLeonard Germe- raad, 9Johan Vester, 7Cornelia Wolzak, 7; Johanna Ploeg, 4; Hans Willem Germeraad, 9 Rika Hubers, 7Hermina Kruyt, 10 Mien Germe raad, 9Willem en Rinske Petri, 10 Maria Kenzen, 7Hendrik Ploeg, 6 Johan Wolzak, 7 Koosje Kruyt, 10 Frits de Boer, 9Johan Germeraad, 9 Abram en Theo van Buschbach, 9 Nelly Aukes, 9 Johanna van Kessel, 3 Bernard van Kessel, 2Christina Romeyn, 5 Trijntje Steeman, 5 Hen drik van Seventer, 9. Brievenbus. van je gehoord Boos was ik anders heelemaal niet, en nu ik gehoord heb dat je het zoo druk hebt gehad, kan ik me best begrijpen, dat je geen tijd had om brieven te schrijven. Nu, en dan moet ik je eerst nog eens geluk- wenschen, omdat je overgegaan bent! Hoeveel klassen heb je nu nog voor je „Kregelig wordt ik heelemaal niet, ik vind al* die brieven juist gezellig, en ik vind het ook erg prettig, datje; me nu weer geregeld wilt schrijven, j Ik kan me goed begrijpen, dat je te- leurgesteld was, toen je den uitslag' van den verhaaltjeswedstrijd las, want ik kan wel zien, dat je er erg je best op gedaan hadt. Het was heusch ook heel goed, en daarom heb ik het be-| waard maar vind je goed, dat ik het in „Voor onze Jeugd" plaats, al is het niet bekroond'? Ik had je dat al eerder willen vragen, maar vergat het telkens,. Er komt wel weer eens een verhaaltjeswedstrijd, maar wanneer' weet ik nog niet. Nu schrik ik zelf van zoo'n lang antwoord Dag Elze Gerard H. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag, al ben ik nu erg laat. Maar je hadt me ook niet ge schreven, wanneer je jarig was Zeg Gerard, waar blijft nu het? Vond Pa het niet goed Als je het nog be waard hebt zou ik het toch erg graag eens van je zien De groeten voor Pa en Moe en Voor jou. Brieven aan de Redactie van de Cornelia W. Heb je dat mooie tr- u i raadsel zelf bedacht'? Dan plaats ik kmder-atdeclmg moeien yetmden hel vast Wat 2ai joban die 20oveeI worden aan Me). M. C. v. DoornVan teekenen houdt, dezen wedstrijd Sophuistraat No. 22, Haarlem. i prettig vinden Ga je ook meedoen RAADSELS Deze raadsels behooren niet bij den wedstrijd, maar zijn alle ingezonden door kinderen, die „Voor onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mijt voor Donderdagmor gen oplossingen zenden, wor den in het volgend nummer van de Courant bekend ge maakt. 1. (Ingezonden door Frits de Boer). 1. 2, 3 en 4 wordt gedroogd in bed den gebruikt. 9, 8, 3 en 6 is niet ja. 4, 5, 9 en 7 draagt men aan den vinger. 3, 8 en 6 is een getal. Het geheel is een eiland en bestaat uit negen letters. 2. (Ingezonden door Gustaaf C. Vicarius). Met welken bol wordt nooit ge gooid 3. (Ingezonden door Gerard Hek keiman). Mijn geheel komt voor in een be kend versje. Mijn eerste is een jongens- of een meisjesnaam. Mijn tweede deel is een honden naam. 4. (Ingezonden door Truus Sprin ger). Wat is het tegenovergestelde van timmerlui 5. (Ingezonden door Wilhelmina Gerritsen). Er was eens een huis met zeven verdiepingen en op elke verdieping waren zeven kamers en in elke ka mer stonden zeven bedden, en in elk bed sliepen zeven kinderen. Hoeveel schoenen hadden zij noodig? 6. (Ingezonden door Kobus Kappel hoff). Maak uit de onderstaande letters eens iets, dat de winkelier gebruikt, lwaeaehgcs. 7. (Ingezonden door Comelis Ebel van Twïsk). Wat belet den ruiter op heit paard te zitten'? 8. (Ingezonden door Cisca v. Maas). Wat men hier uit maken moet is in Haarlem welbekend ealrsjmrlheehlatema. 9. (Ingezonden door Hans Willem Germeraad). Waar gaat af en wordt toch groo- ter 10. (Ingezonden door Rebecca Mok). Welke zonen zijn dochters Oplossingen van de raadsels der vorige week 1. Eendracht maakt macht. 2. Charles Dickens. 3. Klokhen. 4. Zachtmoedig. 5. Koppestok. 6. Gierstraat. 7. Europa. 8. Dierentuin. 9. Trouw, rot, touw. 10. Briefkaart. Johanna P. Wel Jo, wat hou jij' er een prachtig postpapier op na i Vind je het eigenlijk niet jammer om' dat te gebruikenIk vind 't gezellig, dat je mee gaat doen aan de wed-! strijden, en dat je goed je best doet, zie ik wel aan het schrijven, want; voor zoo'n klein ding van negen schrijf je keurige brieven. Het raadsel vind ik goed. Vind je het niet grappig om heelemaal vooraan in de Brieven bus te staan? P i e t K. Prettig, dat je me ook eens een brief hebt geschreven. Ik vind dat Anton en jij mooie raadsels beden ken, en daarom komen ze in de cou rant. Maar hoe oud zijn jullie eigen- j lijk Heerlijk, om van die groote wan- i deltochten te maken met „Concor- I dia". Zijn er veel jongens in, en houd je veel van gymnastiek? Anna S. Dank je wel voor de mooie briefkaart uit Meppel. Ben je daar wel eens geweest En ga je nu ook weer meedoen aan den nieuwen wedstrijd? i S. J. V. Tot nu toe heb ik je nog niet kunnen antwoorden, maar daar- om ben je dezen keer dan ook een van de eersten, 't Is nu eens geenver- haaltjes-wedstrijd, zooals je ziet, maar ik hoop, dat je zin hebt hieraan ook eens mee te doen; dan komt er een volgende keer weer eens een verhaal tjes-wedstrijd. Nu wou ik nog erg graag weten, waar je woont, en hoe je voornaam eigenlijk is. T r u i d a E. Wat knap, dat je al j in de vijfde klas zitNu, je schrift i ziet er altijd keurig uit, en je maakt I ook heel weinig fouten, en als ik je, naar je brieven te oordeelen, in een i klas had moeten zetten, dan had ik ook dadelijk de vijfde uitgekozen i Maar waar ben je eigenlijk op school Nu ben ik benieuwd te hooren, of je ook veel van kleuren en teekenen houdt Kobus K. Wel Kobus, is het boek mooi'? Gerard schreef me al. dat het er erg inooi uitzag, maar of het nu van binnen ook mooi is, dat moet je me zelf maar eens vertellen. Wat dat Anton, die naar Amsterdam was, en me zelf maar eens vertellen. Was dat woorden- en sommen-wedstrijden? Leg me eens uit, wat je daarmee be doelt. Trijntje en Bertus S. De nieu we raadsels zijn goed. Zoo gauw als er weer eens plaats is, zal ik ze op nemen. Jammer dat je niet alle raad sels kon vinden Nu, blijf maar goed je best doen, misschien gaat het dan een volgenden keer wel beter. Hoe oud is Bertus, dat heb je me nog niet ver teld Elze W. Ik ben blij, dat ik weer eens een brief van je kreeg. Ik had geloof ik, in wel twee maanden niets J a c J o h. Sthn. Ik zie daar, dat ik je nog niet verteld heb, dat de raadsels goed zijn. Wat zullen de jongens en meisjes een werk hebben om dat te raden, denk je ook niet? Vooral het tweede lijkt me erg moei lijk J o G. Wat moest ik lachen om dat kopje en schoteltje, dat kleine Willy aan Siets gaf, maar waar ze zelf uit wou drinken Was Siets niet dolblij met haar horloge? Je moet haar voor mij bedanken voor de mooie brief kaart, ik vind het erg aardigEn nu zoo'n zestienjarige jonge dame. Vin- den jullie haar niet verschrikkelijk groot De groeten voor allemaal Nelly A. Wat vond ik het aardig, dat Ma mij deze keer schreef inplaats van Nelly. Nu Nel, je moet Mama har telijk voor mij bedanken voor haar prettigen brief! En hoe is't nu met de hoofdpijn, gaat het nu weer wat be ter? Je moet maar zorgen, dat je gauw weer heelemaal opgeknapt bent, want het is niets plezierig om ziek te zijn, vind je wel Ik vind 't prettig, dat je eens bij me wilt komen als je weer eens in Haarlem komt. Nu, dag NelVergeet vooral niet om mijn groeten aan Mama over te brengen Lize v. O. Prettig, dat je blij bent met de plantentrommel. Nu moet je me maar eens vertellen of je er mooie bloemen in naar huis brengt. Doe je ook aan bloemen drogen, en houd je er ook een plantenpers op na Ik ken Marie v. d. B. niet. Is ze ook bij je op school Als ze zin heeft om mee te gaan doen, vind ik het best. En nu zou ik haast nog vergeten om je heel hartelijk te feliciteeren Dat zou heel erg zijn, en daarom doe ik het maar i gauw. Ik heb een verjaardagboekje, waar ik jullie allemaal inschrijf, vind je dat niet leuk Komen de vriendin- netjes op visite? De groeten aan Mina Wilhelmina en A1 i da G. Wat hebben jullie me weer een mooie briefkaarten gestuurd Erg mooi, die springende fontein, en Frans Hals is ook erg duidelijk. Wel bedankt, hoor Nelly d e M. Het boek heb je zeker wel gekregen, is 't niet? Als je 't uit hebt, mag je weer wat anders heb ben, „De kleine Heide", of „Vinei de kleine fluitspeler", als je die nog niet kent. Als ik voorbijkom, zal ik naar boven wuiven, dan kan je zien, dat ik het ben. Goed? Prettig, dat je been nu zoo goed vooruit gaat. Ik hoop maar, dat het nu gauw weer heele maal beter is. Ik ben benieuwd om van je te hooren, hoe je „Een klein jokkentje" vindt. Was het niet te kin derachtig? Ik heb het altijd een erg aardig boek gevonden, maar toen ik het kreeg, was ik een klein beetje jon ger dan jij nu Mejuffrouw G. Eerst wilde ik aan een van de jongens antwoorden, maar ik wist niet, wie van de drie er dan uit te pikken, en ik vind het bij nader inzien, toch ook beter,U zelf even te antwoorden op Uw alleraar digste brief. Ik krijg altijd graag brie ven van de jongens, hun werk ziet er altijd zoo keurig uit, dat het een plezier is om er naar te kijken. Pret tig. dat Johan ingenomen is met de boeken. L. en W. zouden ze ook wel mogen lezen, maar ik ben bang, dat dit tweetal wat te moeilijk voor ze is. Een volgende keer zal ik ook op hen rekenen. Vriendelijke grooten voor U en de jongens. Hendrik v. S. Eigenlijk waren er dezen keer al 10 raadsels, maar omdat je het zoo vriendelijk vraagt, zal ik deze keer het bedoelde raadsels als No. 11 midden in de Brievenbus zet ten. Ik hoop, dat je nu tevreden bent. 11. Wat maakt ge uit onderstaande woorden thee, kapo. Hoeveel raadsels je goed hadt van den wedstrijd weet ik niet precies meer. Aardig, dat je Dinsdag eens wilt komen, om kennis te maken Het 9e raadsel vond ik niet gek, en de meeste kinderen hadden het ook ge raden. Wat beteekende dat rijmpje eigenlijk Nu, Hendrik, tot Dinsdag dus Beruardus vanK. Ik hoop, dat je een volgenden keer wat meer raad sels zult vinden, want als dit een wedstrijd geweest was, was je heusch niet in aanmerking gekomen voor een prijs, en Johanna ook niet. Maar, al- doende leert men, zullen we maar den ken, hè? Mien G. Ja, het boek eindigt wel treurig, maar ik vind het toch erg mooi. Anneke is zoo'n bijzonder lief meisje, vind je niet, altijd zoo gedul dig en vriendelijk, en het is heelemaal zoo'n aardige familie. Wat heeft die Siets liet drukpas om negen uur 's avonds thuis De volgende week krijg je een langer antwoord. Veel plezier op de wandeling. Zondag Rinske en Willem P. Jan mag ook wel meedoen is hij jonger dan jullie? Ben je al lang bij Mijn heer H. op school, W. Veel succes met het examen, zoo'n voldoening als je daar door komt, hè Wat een grap pig postpapier houd je er op na In dat bovenste cirkeltje had je eigenlijk je portret moeten plakken Maria K. Dank je wel voor je twee brieven. Ik begrijp best. dat je dat moeilijke raadsel niet kon vinden, maar er zijn ook grooteren bij. zie je Maar dat zoo'n kleine meid als jij ze niet allemaal hebt is niets erg. Wat een heerlijk vooruitzicht, om naarlJmui- den te gaan En wat moet je icderen dag een eind loopenMaar je vindt het zeker prettig op school, is het niet? Hendrik P. Wel Hendrik, ik denk dat de zetter zich vergist heeft, Wat klinkt dat gek, hè'? Ik ben blij, Ploeg heet, en niet Hendrik Vloeg Wat klinkt dat gek, hê Ik ben blij, dat je niet aan de raadsels geholpen wordt, dan vind ik ook niets aardig. Dag Hendrik Johanna Elizabeth G. Pret tig, dat je ook mee gaat oplossen. Houd je veel van raadsels radenNu ben ik benieuwd of je ook mee zult doen aan den nieuwen wedstrijd. Lijkt het je nogal leuk Koosje K. Nu moet je me eens vertellen hoe oud of je bent en hoe veel broertjes en zusjes je wel hebt. Ik ken nu Koosje, Dirk en Hermina. Wie is de oudste? Ik ben blij, datje het boek mooi vindt. Hermina vertel de je zeker wel, dat je het anders nog mocht ruilen Frits de B„ Hendrika de B., Johan V., Marietje S., Theo en Abram v. B„ Christina R., Cato Fr., Jacob M., Jo han W„ Rika H„ geduld tot het vol gend nummer. 8paarpotten in de oudheid. Bij de opgravingen, die baron Hil- d a van Gaertringen op het eiland ,an de inrichting van zulke vergaar- hera ondernomen heeft, zijn ook rie steenen offerblokken te voor- 11 chijn gekomen, die ons voor de eer- Q ie maal een levendige voorstelling assen in de antieke tempels geven. 11e drie bestaan uit een steenen voet een er van is zelfs blijkbaar oor grootere zekerheid, uit de rots elf gehouwen. Op het voetstuk past ten verschuifbaar steenen deksel, faarin een opening om het geld door e werpen. Beschutting tegen diefstal ood de zwaarte van den deksel of j ikwijls ook een slot, dat door mid-1 el van klampen of pinnen af te slui-1 en was. Echter werden ook de offergiften inj ertrouwen op de heiligheid der •laats op geheel en al open plekken leergelegd, evenals men tegenwoordig iog in Griekenland aan den kant van lea weg in kleine uithollingen van te rots geldstukjes kan zien liggen, ie voor een kapel bestemd zijn, die enige schreden van den weg af in •et veld staat. Zulke offerblokken nu faren in lederen Griekschen tempel e vinden, en zij brachten op veel be- ochte heilige plaatsen aardige som- Den op, naar blijkt uit de lijsten der Binpelbeambten van Delphi, waarop aarlijks de ontvangst uit de drie of- erblokken genoteerd wordt, maar 'aarentegen ook onder de uitgaven •et loon staat aangeteekend voor de 'erschillende arbeiders, die bij het ••penen moesten helpen. Ook in Italië zijn meermalen zulke ipaarpotten uit tempels afkomstig, te-1 ruggevonden. Een, die gevonden werd op de plek van h ,t oude Cluentum, is een steenen cylinder van i meter hoogte. Bovenop ziet men om de ope ning voor het geld heen een op schrift, bevattende de opdracht aan Apollo, het onderste deel was vroeger in een houten standaard geplaatst. De inhoud van den spaarpot bestond uit 5000 denaren. Andere spaarpotten wa ren van steen, maar hadden een me talen bodem. In 't bijzonder merk waardig is het exemplaar, dat kort geleden te Vertault aan de „Cote d'Ort" opgegraven werd. Het stelt voor een 28 cM. breede bank methoo- ge leuning, waarop twee Gallische godheden gezeten zijn. Tusschen hen is in het zitvlak een spleet aange bracht, waardoor de geldstukken in een holle ruimte onder de bank vie len. Dikwijls werden gevonden kleine bronzen spaarpotten, versierd met de afbeeldsels der godheden, voor wie zij bestemd waren. Naar het voorbeeld der inzamelpot- ten voor de godheid zijn nu ook reeds zeer vroeg in particuliere woningen kleine geldkistjes, meestal uit klei ver vaardigd, neergezet om sparen telee- ren. Vele vondsten van muntstukken zijn er gedaan met het ontdekken van zulke spaarpotten. De oudste huis spaarpot, is die van terracotta, die bij de Duitsche opgravingen te Trient werd ontdekt. Hij stelt aan den voor kant het front voor van een tempel schatkamer, tusschen twee halve zui len en door drie hooge treden toegan kelijk gemaakt. In 't gevelveld is de spleet aangebracht om het geld door te werpen en aan den achterkant is een vierkante opening die door een houten of metalen plaatje kon worden afgesloten. Een groot aantal spaarpotten heeft Pompeji ook weer aan den dag ge bracht. Zij zijn gedeeltelijk in navol ging van de geldkisten vervaardigd, en dan ook zijn het eenvoudige ronde van boven gesloten potten van klei met een spleet er in, geheel op de zelfde manier als bij ons nog heden steenen spaarpotten gemaakt worden. Ook in het tegenwoordige Italië wor den zij nog gebruikt en heeten daar dindarolo. In Duitschland zijn even eens talrijke Romeinsche spaarpotten gevonden. Zoo stiet met te Worms bij het onderzoek van den loop eener Ro meinsche waterleiding op een geheel nest van meer of minder beschadig de spaarpotten, waarschijnlijk de overblijfsels van een pottenbakkerij. Ook zijn er gevonden in den vorm van schalen, gelijkend op lampen van klei, daaronder te Rome eene met beeldhouwwerk versierd, waaruit op te maken was. dat die voor een Nieuwjaarsgeschenk bestemd was, want men herkent allerlei zoetigheden ook de pitten van pijnappels en kleine koekjes, daaronder een asteeken, dat in 't bijzonder voor gelukaanbrengend gehouden werd. Andere vertooneneen beeltenis van Mercurius. den be schermgod van den handel en ieder beroep, die dus voor de spaarpotten een buitengewoon zinrijke versiering was. Ook het beeld van Fortuna past zeer goed voor de spaarpotten. In de plaats van deze geluksgodin is opeen spaarpot in den vorm van een bijen korf in 't museum te Gotha een cir cus-koetsier gezet. Misschien moest de beeltenis van den overwinnenden en tengevolge daarvan snel rijk geworden wagenbestuurder een goed voorteeken zijn voor den bezitter van een spaar pot. Jokai anecdoten. Dc onlangs overleden Hongaarsche schrijver Jokai placht te zeggen, dat hij volstrekt niet trotsch was op zijn werken. Maar hij liet zich er wel een beetje op voorstaan de dichter Toldv eens had gezegd, dat hij onder Jokai's boeken er geen had gevonden, dat men niet gaarne zijn dochter in handen zou geven. Jokai's scherpste bestrijder was de criticus Gyalay. Toen hij bij de jong ste volkstelling de vraag moest beant woorden, of hij schrijven kon, vulde Jokai op het biljet in: „Ik geloof van ja, maar Gyalay zegt neen." Eens vertelde iemand, dat de rijke graaf Zichy aan de stad Pest een kostbaar standbeeld had geschonken. Dat is ook watzeide een ander. Dat is voor Zichy precies zooveel alsof ik aan de stad een sig'aar van zeven kreutzer zou schenken. Toegegeven, viel Jokai in. Maar hebt ge de stad reeds een sigaar van zeven kreutzer cadeau gedaan Bij een feestmaal, dat eens te zij ner eer gegeven werd, begon één der aanzittenden een toost met de woor den Moritz Jokai is de koning der Hongaarsche dichters. Zijn hoofd draagt geen kroon, doch... Een pruik, viel Jokai, die zeer vroeg kaal werd, hem lachend in de rede. In één zijner romans teekent Jokai een ridder, die geen kindoren heeft en naar Palestina trekt pm voor kinderzegen te bidden. De uitgever liet door een teekenaar een t'telblad ontwerpen, waarop het afscheid van den ridder moest worden afgebeeld. De teekenaar begreep zijn opdracht echter verkeerd en toekende bij het afscheidstooneel een half dozijn kin deren. die zich aan de rokken der burchtvrouw vastklemden. De uitge ver wilde de teekening niet hebben en den teekenaar geen honorari im uitbetalen. Jokai echter vond een middel, om den armen drommel te helpen. Hij laschte n.l. in den roman de volgende zinsnede „De burchtvrouw evenwel hield zooveel van kinderen, dat zij de gewoonte had. de kinderen van haar personeel rondom zich te verzamelen, ze op de armen droeg en van 's mor gens vroeg tot 's avonds met hen speelde." De kleedwoede onzer dagen. In een veelgelezen Londensch blad doet miss Braddon een waarschu wing hooren tegen do steeds stijgen de toilet-weelde der Engelsche dames. Hoeveel elegante dames uitgeven, schrijft zij, komt men zoo nu en dan te weten, wanneer een leverancier een dame gerechtelijk vervolgt om een rekening te voldoen van twee of drie jaar. eenige duizenden guldens. Die buitensporigheid van onzen tijd zit niet in de verbruikte stoffen, want die zijn goedkooper dan vroeger, maar in de kunstvolle garneering. In den vori ge n zomer bijv. moest een kleed 100 meter dure Guipurekant of iets der gelijks hebben. De Engelsche dames hebben in de laatste jaren millioenen voor garneersel uitgegeven, en naast de drankzucht bij de vrouwen uit de slecht befaamde stadsgedeelten, is de kleedwoede der vrouwen in het West end en de voorsteden een der ergste teekenen van onzen tijd. Men moet de uitstallingen der groote zaken maar eens zien en als men dan denkt aan het huishouden van een ambte naar met 1200 gulden inkomen, of van een jongen man der city met 3600, dan komt men onwillekeurig tot de slotsom, dat ze vaak bezwijken onder den last, om een vrouw goed te moeten kleeden. Het is het „er om en er aan" wat zooveel kost. Om de bezoekers te over treffen wordt het kleed gekocht, niet om den eigen man te behagen, en vóór alles moet het modern en niet van het vorige jaar zijn. Om der wille van de onverzadelijke godin mode moet het tropenwoud zijn schoonste vogels, de wildernis haar polsdleren geven, hult zich de vrouw zelfs in den zachtsten winter tot aan de kin in een zwaren pels of draagt in Oc tober of Maart, zelfs als er een scher pe wind waait, een blouse van mous seline. Om de mode werpt de vrouw een kleedingstuk weg, dat ze het vo rig jaar van haar man heeft afgebe deld. al is het nog zoo goed als nieuw. GOEDE HOOP. Vader (tot jongmensch, die om de hand zijner dochter vraagt). Hebt u geld? Trouwlustige. Neen, maar ik heb te Arnhem een rijken oom. Vader. Zonder kinderen? Trouwlustige. Neen, hij heeft zes kinderen, maar die rijden allen met een automobiel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 9