NIEUWS- en ADV ER rBNTlÉBLAD,
Leekepraatjes gw Onderwijs.
De Graal von
Varnow.
21e Jaargang
JUNI 1904
ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN:
Voor Haarlem DRIE RSAAKDEW; Van regels 5C Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor de dtMpenÈn'daï omtrek waóf 'een Agent gevestigd is (kom dei ^ften van 1-5 regels/a75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regeL
gemeente) L3G Oroote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland 1M Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Geïllustreerd zS^blad, voor Haarlem I j 037$ Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
g de omstreken en franco per post 0 45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der VenHdMiitecfeffip ïdmngXoster-. Directeur J C PEEREB00R1 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en ^-eciames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hes Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland Compagnie Générale de Publicite Etrangère G. L DAUBE Co., JOHN F JONES, Snee., Parijs, 31*1* Faubourg Montmartre.
Tweede Blad.
IV.
Nu zal ik dan hier meedeelen wat
ik gehoord heb. Den bewusten onder
irijzer een oude stadgenoot, maar
wat jonger kwam ik op de Markt
tegen en ik vroeg hem zoo, of hij
mijn Leekepraatjes ook las. Uw
En ik vond z'n verrassing heel
leuk. Hij vertelde me toen, dat de
irrondissements-schoolopziener zoo
bijzonder gesteld is op die en's pt
r's achter een, mijn, zijn, enz. Dat noe
men ze dan buigingsuitgangen. Ik
vroeg hem waarom genoemde autori
teit er zoo opgesteld was, en 't ant
woord wasanders sla je de schen
dende handen aan onze moedertaal.
Wat ik opkeekIk begreep er
ets van en zei: mijn moeder zei
toch meen ik net als ik eenmijn,
njri, enz, ja ook wel eens 'n, m'n, z'n,
'net als de moeder van onze eigen
jongens ook. Jawel, maar ziet U, aan
onze schrijftaal bedoelt hij. Daar
hebben ze mij gelukkig nooit mee
vervolgd, zei ik, wat is dat voor iets'?
Wel het Nederlandsch dat U schrijft
en ik schrijf en wij allen schrijven.
Maar mijn Rotterdammer dan? Die
doet het toch niet. Laat eens kij
ken En ik sloeg hem voor samen
de Kroon een glas bier te drinken
dan zou ik hem trakteeren. Nu
dat trof goedhet bier was lekker,
maar we vonden op de heele leestafel
niet een krant die niet de schendende
handen aan de moedertaal sloeg.
Zouden al die kranten menschen dat
nu al weer vergeten zijn? Of hebben
ze nooit goed Nederlandsch geleerd
Maar van je eersten staan toch aan
Ml hoofd er van of werken er aan
mee, of hebben er aan meegewerkt, 't
Was mij te geleerd, maar de onder- j
wijzer glimlachte als had hij nog een
pijl op z'n boog en zei: Ziet U, me
neer, U staat er zoo geheel buiten,
maar bij de examens moet je al die
dingen weten. A zoo, zei ik waar
de vriend, maar schrijven ook?
Dikwijls wel, dan staat er op de stuk
ken schriftelijk werk gedrukt, dat de
buigingsuitgangen er bij geplaatst moe
ten worden. Dus dan moet iets wat
er niet is toch eegeven worden.
Ja, maar ze zijn er geweest Waar-
ichtig, ook hij begon vuur te vatten
^en hield den schoolopziener trouw
hand boven het hoofd, wat heel
if van hem was, heel zoet, maar
toen dacht ik bij me zelfjongen,
toen jij nog in ons stadje woonde,1
toen Jacht je toch ruimer dan tegen- j
woordig. Ligt dat nou aan jou of.
aan Haarlem? En zoo prakkeseeren-j
de zei ik verder niets dandus dan
Bchrij ven jullie oud-Nederlandschen
gooide het op een andere boeg. Maar
nou begrijp ik meteen ook de klacht
van een fabrikant, dien ik op de socië
teit eens ontmoette. Die zeidan
komen er jongens bij je, die hun ge
tuigschrift meenemen. Getuig-
schrift Van welke school? Van
de Lagere zei hij Wat blief'? En
geeft dat schoolhoofd, dan een rapport
over zoo'n heelen iongenNeen,
dat doet het schoolhoofd niet, maar
Commissie voor het Lager Onder
wijs na gehouden examen. En
wie zitten daar dan inMisschien U
ook wel binnenkort; daar kan ieder
een in komen. Nou, enfin, dat doet
nu ook niets terzake, maar die ge
tuigschriften zijn in den regel prach
tig, ging de fabrikant voort: ik had
er laatst een die had alle vakken
uitmuntend behalve twee aie zeer goed
waren. Het papiertje was al een paar
jaar oud, maar ik zeg U, dat z'n
schrijfproef op m'n kantoor lang niet
uitm- ntend was; wat een taaltje!
Pleit dat niet tegen die Commissie
dacht ik luid. Maar hij zei: nee,
ze vergeten dedingen zoo gauw weer!
Er komt zooveel van de praktijk in
hun leven voor, dat ze de school
gauw vergeten zijn.
Toen waren wij op wat anders over
gegaan, maar nu ik dat gesprek met
m'n Twentschen stadgenoot heb ge
had, begrijp ik dat zaakje heel goed
Dat oud-Nederlandsche met al z'n
uitgangen, die er niet zijn; dat kan
geen sterveling onthouden en dan
gaat er voor 't gemak a)les maar mee
uit. Dan pleit het toch stellig niet
voor de school.
OVERIJSELAAR.
Binnenland
Werken ou leeren.
Het hoofd eener plattelandsschool
schrijft aan den „Gelderl."
Reeds dikwijls merkte ik onder dm
schooltijd lusteloosheid en slaperig
heid bij een 11-jarigen, achterlijken
jongen. Ik stelde een nauwkeurig
onderzoek in naar de leefwijze van
het gezin en hoorde, dat de knaap
geregeld 's morgens om 5 uur op
stond om te spitten of ander zwaar
werk te verrichten tot ongeveer 9 uur
(schooltijd); tusschen half twaalf en 2
uur viel er voor hem nog altijd een
of ander te verrichten en na 4 uur
moest bet ventje' dadelijk weer naai
den akker om daar te arbeiden tot
den donkeren avond. Of zoo'n kind
zelfs bij geregeld schoolbezoek veel
beter wordt van de leerplichtwet?
Ook zag ik een 7-jarigen jongen met
een broer van 11 jaar voor de egge
trekken om het aardappelenland fijn
te maken. Inderdaad een paarden-
werk
Zou hieraan niets te veranderen
zijn? Een gemeentebestuur is toch
niet onmachtig?
Aan deze nog onbewoonde huizen
laten verscheidene leveranciers van
eetwaren, gebak, wildbraad en gevo
gelte hun waren op last van Z. be
zorgen. De meeste dezer bestellingen
worden dan door bovenwonende buren
in „bewaring" genomen. Aangezien
men na al deze practijken niets meer
van Z. hoort, vermeent men met een
krankzinnige te doen te hebben. In
het bezit van een geheelen bundel
huurcontracten valt het den man niet
moeilijk, andere verhuurders ook te
bewegen een contract met hem af te
sluiten.
Men zij gewaarschuwd. Z." is lijden
de aan grootheidswaanzin en reeds
vroeger in het gesticht te Gheel op
genomen.
In het volgend nummer van het
blad vinden we het volgende inge
zonden stuk
Vervolgd of gek!
In het Rott. Nwbl. van Maandag
kwam het volgende stukje voor
Verschillende huiseigenaren zijn de
dupe geworden van Leonard Z., oud-
joux-nalist, ex-verslaggever van 't Ge
ïllustreerd Politienieuws, ex-inge
nieur hij den bouw van het Panama
kanaal en wat dies meer zij. Hij geeft
voor te wonen aan de Nicolaas Zas-
straat of aan het Gedempte Slaak,
voorgevende te zijn vertegenwoordiger
van een maatschappij, werkende met
een kapitaal van twee millioen gul
den, ten doel hebbende de vestiging
van volksapotheken en den verkoop
van geneesmiddelen, waarop die
maatschappij patent zou hebben, ver
voegt zich bij huiseigenaren tot het
huren van groote, ruime, luchtige
benedenhuizen.
Vóórdat de verhuurde woningen
nog bewoond worden is de schilder
reeds bezig op de ruiten te schilderen
een groot roode kruis en de woorden
„volksapotheek".
LASTER.
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van het tegen mij
gericht artikel, voorkomende in uw
nummer van heden, 5e blad, onder de
abriek: „Stadsnieuws", ben ik zoo
vrij u te berichten dat door mij tegen
den schrijver van bedoeld artikel een
klacht bij den Edelachtb. Heer Offi
cier van Justitie wordt ingediend. In-
tusschen verwacht ik van uw, mij
sedert jaren bekende, onpartijdigheid,
dat u mij wel zult toestaan in be
knopte termen op dat stuk te ant
woorden. Laat mij dan in de eerste
plaats u doen opmerken dat ik mij
1 nimmer heb uitgegeven voor ,,ex-
ingenieur bij den bouw van het Pa-
j nama-kanaal". Wel is het een feit, 'dat
door bewijzen kan wordrai gestaafd,
j dat ik den len April 1882, na eerst
j drie maanden aan het hoofdkantoor
te Parijs gewerkt te hebben, uit een
aantal van 30 sollicitanten na verge
lijkend examen benoemd werd tot
„attaché a l'Agence Supérieure de la
Compagnie Universelle du Canal In-
terocéanique de Panama" tegen een
salaris van negen duizend francs
j 's jaars, benevens 12 pCt. vergoeding
j voor huisvesting.
Na een verblijf van slechts zes
I maanden aan de landengte was ik de
i eenig overgeblevene van onze geheele
j expeditie, bestaande uit acht jonge
mannen. Al de anderen waren in en
kele uren aan de gele koorts bezwe
ken. Toen vroeg ik mijn eervol ontslag
aan, hetgeen mij werd verleend en
den 5en October van hetzelfde jaar
keerde ik per stoomboot „Moselle"
1 naar Europa terug. Mijn ouders, die
hier destijds op de Leuvehaven woon
den (mijn vader, die gedurende tal
van jaren te Amsterdam als privaat
docent in de moderne talen^alom ge
acht en bemind was, had zich ver
plicht gezien tengevolge van een ern
stige ziekte zijn werkkring op te ge
ven) verkeerden in de waan, dat ik
gekrenkt was in mijn geestvermo
gens en ik werd met een list naar het
krankzinnigengesticht aan de Hoog
straat overgebracht. Daar hield men,
mij zes weken, zijnde de door de wetj
voorgeschreven termijn tot observatie.
Na mijn ontslag wendde ik alle denk-'
bare pogingen aan om een bescheiden
positie te erlangen, maar ik moest
helaas ondervinden, dat het de voor
keur verdient uit een gevangenis dan
uit een krankzinnigengesticht ontsla
gen te worden.
Ik werd door een ieder geminacht
en verguisd. Ten einde raad vestigde
ik mij als agent van buitenlandsche
huizen, doch werd spoedig weder naar
het gesticht getransporteerd. Ja,
zulks geschiedde niet minder dan vier
malen, telkens als ik zakeh wilde
doen. Eindelijk in 1888 benoemd tot
redacteur-verslaggever van het Ge
ïllustreerd Politienieuws, bekleedde ik
die betrekking tot volkomen tevre
denheid mijner superieuren tot 15 Mei
1895, toen het blad geliquideerd werd.
Wederom trachtte ik een betrekking
te vinden, maar de vloek van het ver
leden rustte nog steeds op mij. Wat
er sedert met mij is gebeurd, welke
verschrikkelijke wederwaardigheden
ik nog moest ondervinden zou mij te
ver voeren om hier te vermelden. Ik
heb een brochure onderhanden, welke
binnenkort het licht zal zien onder
den titel„Vijf malen met gezond
verstand in een krankzinnigenge
sticht."
Maar om nu op het tegen mij ge
richt artikel terug te komen, zoo is
het volkomen waar, dat ik van begin
Mei tot vóór enkele dagen gewoond
heb in de Nicolaas Zasstraat 19 ten
huize van de weduwe M. J. Wolff,
zijnde de vrouw, met wie ik sedert 14
Mei van het vorig jaar in ondertrouw
ben opgenomen. Thans sedert enkele
dagen woon ik bij haar, Gedempte
Slaak 94. Ik heb mij niet uitgegeven
als vertegenwoordiger eener maat
schappij, doch heb gezegd en dit m
volkomen juist, dat er een maat
schappij „Sanitas" zal worden opge
richt, waarvan ik als directeur zal
optreden. De ontwerp-acte is reeds
door een notaris opgemaakt en be
vindt zich in mijn bezit. Het is ech
ter een besliste leugen, dat ik ge
sproken heb van een kapitaal van
twee millioen, het maatschappelijk
kapitaal wordt vastgesteld op f125.000,
waarvan f 25.000 dadelijk moet gefour
neerd worden, terwijl voor de restee-
rende f 100.000 een leening zal worden
uitgeschreven. De winkelhuizen zijn
door mij gehuurd op mijn eigen naam
en de huurcontracten, geen bundel,
maar drie stuks, zijn in mijn bezit.
Er is nooit of nimmer sprake geweest
van groote, ruime, luchtige beneden
huizen, maar alleen van geschikte
winkelhuizen voor volksapotheken.
Het is volkomen juist, dat, vóórdat
de winkelhuizen nog bewoond worden,
reeds op de ruiten geschilderd wordt:
Internationale Volksapotheek Sani
tas", doch dit geschiedt alleen voor
reclame. Geheel bezijden de waarheid
is de bewering, dat aan de nog onbe
woonde huizen „eetwaren, gebak,
wildbraad of gevogelte" op mijn last
worden bezorgd en dan door de bo
venwonende buren in „bewaring" ge
nomen.
Gelukkig bezit ik hier ter stede nog
een groot aantal goede vrienden en die
heeren, die mij sedert vele jaren van
nabij gekend hebben, zijn allen ver
ontwaardigd over de infame wijze,
waarop men tracht mij onmogelijk te,
maken. Alles gaat uit van mijn eigen
familie die mij sedert de laatste twee-
en-twintig jaren aanhoudend ver
volgt.
Mijn broeder, wonende te M. Glad-
bach, en mijn zuster, onderwijzeres
te Oude Tonge, spanden een mijner-
neven er voor om het mij onmogelijk
te maken zaken te doen en die neef
kwijt zich uitstekend van zijn taak.
Op dit oogenblik gaat in Rotterdam
algemeen het gerucht, dat ik krank
zinnig ben, ja, eenige dagen geleden
bevond ik mij in den sigarenwinkel
van den heer Wijgers op het Haag-
scheveer, welke heer mij sedert vele
jaren kent, toen daar iemand binnen
kwam, dien ik nog nooit had gezien.
Hij riep den winkelier naar buiten
en vroeg hem of hij wel wist, dat ik
krankzinnig ben.
Het wordt waarlijk tijd, dat aan
deze lage lasterpraatjes een einde
komt, en daarom zal ik dezer dagen
in een openbare vergadering in het
Alg. Verkooplokaal een voordracht
houden over mijn wederwaardighe
den van de laatste 22 jaren.
Nu mijn brave ouders dood zijn,
behoef ik niemand meer te ontzien.
U dank zeggende voor de mij ver
leende plaatsruimte, teekent, hoogach
tend,
LEONARD ZANGERS.
't Kwam niet te pas.
Wij lezen in Rott. Nbl.
In een groote stad in de nabijheid
van Halfweg heeft zich het volgende
op een openbare lagere school afge
speeld
De districtsschoolopziener bezocht de
school, wordt ontvangen door het
reeds zeer veel dienstjaren tellend
hoofd der school.
Beiden nemen den hoed af, maar
het schoolhoofd zet den zijne weer op,
omdat hij voor zijn gezondheid ge
dwongen is met gedekt hoofd te loo-
pen.
SchoolopzienerMijnheer, ik heb
mijn hoed af.
Schoolhoofd Dat zie ik, mijnheer,
voor gezondheidsredenen houd ik den
mijne op.
SchoolopzienerHet komt niet te
pas, dat u in tegenwoordigheid van
een hooger geplaatst ambtenaar met
gedekten hoofde staat.
Desniettemin bleef het hoofd van
den onderwijzer gedekt.
Een paar uur na het schoolbezoek
ontvangt het hoofd der school een
briefje om 's middags op een bepaald
uur bij den districts-schoolopziener te
komen.
Het hoofd der school gaat op den
bepaalden tijd naar diens woning,
maar krijgt <daar ten antwoord, dat
mijnheer niet thuis is, waarop de be
zoeker zijn kaartje afgeeft ten bewij
ze dat hij aan het verzoek om te ko
men voldaan heeft.
Nauwelijks thuis ontvangt hij we-
wedero mhet verzoek op een vastge
steld tijdstip te verschijnen.
Het hoofd der school gaat niet, maar
schrijft een briefje, waarin hij mede
deelt, dat de hoedengeschiedenis nu
maar uit moet zijn en hij komt niet.
Hierop volgt weder een brief, waar
in de districts-schoolopziener ant
woordt, dat hij bij den betrokken wet
houder een aahklacht heeft inge
diend wegens onbeleefdheid.
We zijn benieuwd, wat de wethou
der met de klacht zal beginnen.
meer om mede te deelen, dat ook
onze Regeering enkele maanden ge
leden in groote onrust verkeerd heeft,
'zoodat zij in onze zeevesting Den
Helder belangrijke militaire maatre
gelen heeft doen nemen. Aan de be
wapening van de forten aldaar is toen
met grooten spoed gewerkt,want men
had reden tot bezorgdheid, dat een
vreemde scheepsmacht in casu
een Russische daar wel eens den
i noodigen voorraad steenkolen, enz.,
desnoods gewapenderhand, kon ko-
men halen.
j Dat er voorts in den aanvang van
I den Russisch-Japanschen oorlog een
kritiek oogenblik is geweest, bij den
twijfel of Engeland wel onzijdig zou
blijven, eb dat die onzijdigheid
slechts door de pressie van meerdere
groote mogendheden verkregen is. is
nu ook geen geheim meer. Gelukkig
voor den wereldvrede, en speciaal ge-
I lukkig voor Nederland, dat wegens
zijn kusten en havens, en vooral we-
I gens zijn koloniën, dan zeker niet bui-
ten schot zou gebleven zijn
J In die dagen zijn hier minister-ra-
I den gehouden, waarin zeer ernstige
bezorgdheid heerschte en waarbij de
voorlichting van een landgenoot van
grooten naam op 't gebied van staats-
en volkenrecht is ingeroepen.
Een eigenaardig verzoek.
Door den heer P. Kolpa, gemeente
architect en directeur der gemeente
reiniging te Almelo, die indertijd sol
liciteerde naar de betrekking van
gemeente-bouwmeester te Gouda, en
als no. 4 op de voordracht werd ge
plaatst. is een verzoek tot het ge
meentebestuur van Gouda gericht,
cm tegemoetkoming de kosten, door
hem gemaakt bij of voor zijn sollici
tatie, die hoewel ook in zijn belang,
toch zeker niet in het minst zijn ge
maakt in het belang der gemeente
Gouda.
Het verzoek komt B. én W. exor
bitant voor, daar de door den adres
sant bedoelde kosten vermoedelijk
veroorzaakt zijn door de herhaalde
bezoeken, die hij aan Gouda en aan
de leden van Kbt gemeentebestuur
bracht, zonder echter daartoe van
bevoegde zijde te zijn uitgenoodigd.
Dat deze bezoeken niet in het minst
in het belang der gemeente zouden
ziin geschied, kan, volgens B. en W.
bezwaarlijk onderschreven worden,
en zou voeren tot het gevolg, dat de
kosten van bezoeken, die ongevraagd
door sollicitanten aan leden van het
gemeentebestuur worden gebracht,
zouden behooren te worden vergoed.
B. en W. stellen dan ook den Raad
voor afwijzend op het verzoek te be
schikken.
Vreemd bezoek.
Uit. Den Haag meldt men
Naar wij vernemen, is tot dusver
geen wijziging gekomen gelijk dit
verleden jaar wel het geval is ge
weest, in het voornemen om het Duit-
sche Noordzee-eskader op zijn oefe-
ningsreis dezen zomer een bezoek te
doen brengen aan onze havens.
Het eskader dat uit meer dan 30
slagschepen, kruisers, torpedobooten,
torpedojagers, enz., is samengeste'd,
zal zich dan in vier division verdee-
len en zouden Den Helder, IJ muiden,
Rotterdam en Vlissingen ieder door
een divisie worden bezocht in de helft
van Juli.
De geheele actieve vlagvloot staat
onder hevel van admiraal Von Kós-
ter.
Nederland en de Oorlog. Brand.
In een Haagschen brief in de Uit Ambt Ommen meldt men
..Arnh. Ct." lezen we Nauwelijks is de eene brand ge-
Het is nu geen onbescheidenheid 1 bluscht of opnieuw is er Zondagmid-
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
Dat is geen uitspanning voor je,
sprak zij ojj zekeren avond tot hem
je hebt genoeg gewerkt en kan des
avonds wel rust nemen. Waaromwil
je niet met vader meegaan Aan
njn stamtafel in 't bierhuis wordt
over velerlei zaken gesproken, die jou
belang kunnen inboezemen, en een
geestrijke uitspanning en verstrooi
ing heeft ieder noodig. die, zooals jij,
den geheelen dag zoo hard werkt.
Heinrich zag van zijne teekeningen
op, en een weemoedig lachje omgaf
zijne lippen.
Alles wat daar gesproken wordt,
heeft voor mij geen waarde, ant
woordde hij. Er is mij weinig aan
gelegen hoe anderen over de vragen
van den dag denken en oordeelen
mijn eigen oordeel is mii genoeg en
de kletserij van de stad boezemt mij
geen belang in. Hier is mijne uit
spanning. moederliefDeze teekenin
gen verschaffen mij genoegen, want.
zij zijn mijn eigen werk, mijn uit
vinding, die mij eer en roem zal ver
schaffen.
Trots en vol bewondering schitter- j
den de oogen der oude vrouw zij
legde hare hand op den arm van ha-
ren zoon, die juist weder naar den
passer wilde grijpen.
Ik geloof je. ofschoon ik er niets
van begrijp, sprak zij met hartelijke
deelnemingmaar of je een week
vroeger of later je doel bereikt, moet
je toch hetzelfde zijn. Je hebt ginds
'het lachen en zingen verleerd
en ik kan je niet zeggen, hoe
zeer me dat soijtik zou er veel voor
over hebben, als ik je nog eens zoo
hartelijk kon hooren lachen, zooals
je dat vroeger kon.
Heinrich had onder de vermanende
rede van zjjne moeder het hoofd op
zijn arm gelegd en keek peinzend
voor zich.
Het lachen heb ik verleerd m dat
verschrikkelijk uur, dat ik nog zoo
dikwijls iji droom doorleef, hernam
hij misschien komt die tijd later we
der terug. Ik zeg misschien, moeder,
maar ik' kan het nu nog niet geloo-
venzulk eene gebeurtenis vergeet
i men trouwens in eeuwigheid niet.
Als ik met deze twee vuisten den man
j kon wurgen, voor wiens schuld mijn
arme broeder zijn leven moest laten,
I dan zou ik misschien opgeruimder
ziin
Heinrich riep zijn moeder ver
schrikt. Vergeet, wat niet meer is te
veranderen en laat den moordenaar
aan zijn eigen geweten. Je plaagt je
zelf, vervolgde zij, en het bedroeft je
oude vader en moeder, dat zij je niet
meer vroolijk zien. Wat gebeurd is,
kan je toch niet meer veranderen en
die droeve gedachten knagen aan het
merg van je gebeente.
Daarom wijd ik al mijn denken
aan dezen arbeid, zei hij, en een
trotsch lachje van zelfbewustzijn
gleed daarbij over zijn gelaat. Zulke
sloten te maken, daaraan heeft nog
niemand in ons land gedacht; alles
wat op dat gebied gedaan is, noem
ik kinderspel tegenover dit resultaat
van mijn denken en werken. En alle
voordeelen, die uit deze uitvinding
kunnen worden geslagen, neem ik al
leen voor mijik zal een fabriek op
richten voor het vervaardigen ,van
ijzeren inbraakvrije kasten en kisten
Vlieg maar niet te hoogwaar
schuwde de oude vrouw.
Ik ben zeker van mijn zaak.
moederdesniettemin zal ik mij eerst
dan in de- zegepraal verheugen, als
ik haar behaald heb.
En heb je er nog niet aan ge
dacht een eigen haard te bouwen
vroeg zij. terwijl haar liefdevolle blik
met verwachting op hem rustte.
Zijne wangen kleurden zich don
kerder hij boog het hoofd dieper over
de teekeningen. om zijn verlegenheid
te verbergen.
Ik heb hier immers aan niets
gebrek zei hij.
Nu nog niet, maar ik ben oud.
Heinrich, en eiken dag kan ik wor
den opgeroepen.
Moge God u nog lang in 't leven
sparen
Dat hopen wij, maar Gods raads
besluiten zijn ondoorgrondelijk en wij
moeten elk oogenblik op ons einde
voorbereid zijn. Dan meen ik ook nog.
dat jijzelf "naar een trouwe levens
gezellin moet uitzieniij bent oud en
wijs genoeg om te kiezen en...
Zeker, moederik erken de waar
de van een eigen haard en weet hem
te waardeeren, maar ik zou gaarne
eerst mijn proefstuk maken, om mijn
toekomstige vrouw een zeker bestaan
te kunnen aanbieden.
Ben jij zeker van je zaak?
Heinrich knikte.
Waartoe heb je dan nog een
proefstuk noodig?
Ook daarin hebt gij gelijk, ging
hij in gedachten voort, en zelfs als
het mislukte, dan bleven mij nog een
paar gezonde armen over, waarmede
ik vrouw en kinderen kan onderhon
den. U heeft gelijk, moeder, maarzijt
gij niet hang, dat er veel in dit huis
anders zou worden, als ik er eene
jonge vrouw in bracht?
Hoe het hier dan worden zal.
hangt alleen daarvan af. welk meisje,
jij mij als schoondochter brenri.
Hoe zou Louise u bevallen
Louise Weber? antwoordde zij
aangenaam verrast; niemand zou mij
i meer welkom zijnonder alle meis-
jes, die ik ken, is zij een parel.
Heinrich knikte tevreden, maar hij
vermeed den glinsterenden blik "Zijner
moeder te ontmoeten.
Weber is niet heel en al onbe
middeld. vervolgde zij na een poosje,
en Louise zal, als zijn eenig kind, al
les erven.
Daar heb ik niet naar te zien
ik bezit genoeg.
Toch is een bruidschat altijd
aangenaam ik weet nog heel goed.
hoe aangenaam het jou vader was,
toen mijne ouders hem de middelen
verschaften een eigen werkplaats op
te richten. Meer kreeg hij niet, maar
het was toereikend om in ons onder
houd te voorzien en ons gelukkig te
maken. Destijds was men weliswaar
eenvoudiger en bescheidener dan he
den. maar Louise stelt toch geen
groote eischen en de harde school, die
zij heeft doorloopen, zal haar in de
oogenblikken van beproeving moed
geven. Niemand blijft van tegenspoed
bevrijd, maar kommer en zorgen wor-
den gedragen als een liefderijk hart
den last verlicht.
Heinrich zweeghet werk scheen
I thans zijn volle opmerkzaamheid on-
I verdeeld in beslag te nemen en ook
zijne moeder kwam niet meer op het
thema terug; zij wilde haren zoon
niet dwingen het was beter als zij
hem tijd gunde ernstig en bedaard
over zijn voornemen na te denken.
Daags daarna werd Heinrich uit
de werkplaats naar het voorhuis
geroepen. Hij kon zijne verrassing
niet verbergen, toen hem hier graaf
Von Varnow tegemoet kwam.
Ik beloofde u op onze terugreis,
dat ik bij gelegenheid om u denken
zou. sprak de graaf met nederbuigen-
de vriendelijkheidgij ziet, dat ik
woord houd.
Heinrich had onwillekeurig de
wenkbrauwen samengetrokkendeze
half vertrouwelijke, half minachtende
toon mishaagde hem.
Heeft u een karwei voor me
vroeg hij ik ben bang. dat het mij
niet mogelijk zal zijn. u te hel
pen...
O. maar gij inoogt het mij niet
weigeren, want dit kan nie
mand anders doen, en het moet nog
I in dit uur gebeuren. Kan je een ijze-
1 ren brandkast van Chubb-sloten voor-
zien. ojien maken
j Heinrich keek hem verrast aan en
knikte bevestigend.
I Ik heb de kast eerst sedert een
j paar dagen, vervolgde August, en het
ongeluk wil, dat ik de sleutels heb
verloren.
Maar bij zulke kasten krijgt mei
twee of drie sleutels.
Zeer juisttwee exemplaren lig
gen in de gesloten kast en den der
den heb ik verloren. De agent, die mij