Rubriek voor Dames.
Een Duitsch artikeltje wijst op een
nog weinig bekende tak van vrouwe
lijk liefdewerk, n.l. die van hulp bij
de zorgen voor ontslagene gevange
nen. In bijna alle groote steden be
staan vereenigingen, die zich ten doel
stellen ontslagen gevangenen, voor
wie het begrijpelijkerwijze moeilijk is
weer een betrekking te vinden, daar
bij behulpzaam te zijn, opdat zij de
gelegenheid hebben zich weer aan
een geregeld burgerbestaan te wen
nen. Behalve deze wel is waar moei
lijke maai' ook gezegende tak hunner
werkzaamheid is er voor de vrouw"
een ander dankbaar terrein openDe
hulp voor de families der gevangenen
gedurende den straftijd. Dit werk is
meer geëigend voor vrouwen omdat
daarvoor verstand van het huishou
den bijzonder te pas koint. De „Ve*r-
eeniging tot verzorging van ontsla
gen gevangenen in Kottbus" heeft
daarom, het besluit genomen daar
naast een dames-comité op te richten.
Dat vergadert maandelijks ten huize
van de echtgenoote des voorzitters»
om over elkaar's ondervindingen van
gedachten te wisselen, om verzoeken
tot ondersteuningen te berde te bren
gen en de toegezegde geldelijke bij
dragen voor de beschermelingen in
ontvangst te nemen. Iedere dame
heeft hoogstens twee familiën te ver
zorgen. waardoor zij de handen niet
te vol heeft om goed bekend te wor
den met de omstandigheden dier bei
de gezinnen. Bijna nooit wordt de
ondersteuning in geld toegekend,
doch in den vorm van voedingsmid
delen, bezorging van arbeid, kleeding-
stukken, en onder dak brengen van
kinderen, die anders onverzorgd ach
ter moeten blijven, enz.
In Mei en Juni levert de bloeiende
weide aan alle bloemenvriendinnen
een verrukkelijke pracht voor schalen
en vazen. Er is niets schooners, dan
de fijne kleuren en vormen der veld
bloemen, die in haar bescheidenheid
hoofdzakelijk als massa en door de
schilderachtige rangschikking der
kleuren de aandacht trekken.
Alles is sierlijkheid en gratie aan
deze wilde kinderen der lente. Het
bloeien op de weide begint met het
gele speenkruid en gaat voort in alle
mogelijke tinten blauw, lila's, wit,
rood. Een volle bos wilde primula's
in een matblauwe vaas voldoet uit
stekend. In een slanke vaas van rose
glas voldoen bijzonder goed de gan-
ze-bloemen .op lange stelen, of het
Haarlemsch klokkespel te zamen met
koekoeks-bloemen, terwijl vergeet-mij-
niet en korenbloemen beter in een
witte vaas passen.
Ofschoon veronderstellende, dat de
meesten mijner lezeressen al geheel
op de hoogte zijn van de constructie
en het gebruik van den stoomkoker,
wil ik hierover nog even een woordje
zeggen voor 't geval, dat er sommi
gen zijn, die er alleen maar een heel
vage voorstelling van hebben.
Eigenlijk bestaat hij uit eenige
pannen boven elkaar geplaatst, waar
van de onderste het waterreservoir is.
Van hieruit loopt door alle pannen
een buis, waardoor de stoom gevoerd
wordt. Öm de spijzen wat nauwer
met den stoom in aanraking te bren
gen en daardoor wat vlugger gaa^
te laten worden is er in elke pan
een opening in de buis. Die toevoer
van stoom is echter niet altijd ge-
wenscht, orndat er dan licht te veel
vocht bii het eten komt, daarom is
het mogelijk den stoomtoevoer door
middel van een metalen ring af te
sluiten.
Een ander soort bestaat uit een
waterreservoix*. waarin een soort ver
giet, dat gelegenheid geeft om een
paxx op te plaatsen, die pan wordt
overdekt door een ander vergiet, waar
op weer een pan geplaatst kan wor
den, enz.
Het geheel wordt door een groote
bus bedekt. Het voordeel van dezen
stoomkoker is, dat men pannen kan
gebruiken, die men nog heeft en ér
ook kleine schaaltjes of sauskommen
in kan zetten.
Behalve dat de spijzen op deze
wijze toebereid veel meer haar voe
dingswaarde behouden, kunnen zij
niet aanbranden, niet overkoken, op
één gas- of petroleumpit kunnen ver
schillende spijzen tegelijk gekookt
worden, op stoom kan men veel sma
kelijker resten warmen dan op het
vuur.
Bij groenten, vleesch en versch»s
vruchten behoeft men geen vocht toe
te voegen, wel bij rijst, ex*wten, boo-
nen, gedroogde groenten en vruch
ten.
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
I. Om te weten of vi9ch versch is,
moet de reuk frisch zijn, de kieuwen
rood, de oogen niet ingevallen en het
vleesch veerkrachtig.
TI. Spiegels mogen niet zoo opge
hangen worden, dat de zonnestralen
er op vallen. De zon werkt in óp het
kwikzilver en maakt het glas met
blauwe strepen.
koopen gesteld wwrden op rekening
van het oveivloedige geld, waarvoor
plaatsing gezocht" werd.
Zuid-Amerikaansche fondsen waren
ongeanimeerdde nieuwe 5 Cu-
baansche Leening genoot goede be
langstelling, terwijl, in verband met
Parijsche aankooporders, de 5 Mexi
canen vast gestemd waren.
4% Oblig. Japan en de verschillen
de Cliineesche leeningen ontmoetten
eenige vraag, welke koersverbeterin-
gen ten gevolge hadden.
In de afdeeling der Koloniale Cre-
diet-Instellingen en Cultuuronderne
mingen maakte de willige stemming
der laatste weken plaats voor luste
loosheid. De verschillende waarden
der Cultuur Maatschappij der Vor
stenlanden maakten hierop eene uit
zondering en het waren vooral de
Wxnstaandeelen dezer Maatschappij,
welke veel belangstelling ondervon
den.
De Tabakshoek was stil doch vast,
na de inschrijving, welke bevredigen
de resultaten opleverde. De verwach
tingen voor den oogst van dit jaar
luiden gunstig.
De strijd tusschen de Standard Oil
Cy. en de Shell Cy. miste zijn invloed
niet op de hier verhandeld wordende
Petroleum Aandeelen. Was men aan
vankelijk overtuigd, dat de Indische
Maatschappijen buiten deze tarieven-
oorlog stonden, beschouwingen in de
financieele bladen influ ene eerden
blijkbaar het publiek en door groot
locaal aanbod moesten de meeste
soortexx eenige percenten prijs geven.
De stemming ter Beurze is voor
dezen hoek zeer verdeeld; tegenovër
aankoopen van eerste-klasse huizen
staan verkoopen van firma's met goe
de petroleumrelatiën. Door de Stan
dard Oil Cy. schijnt een baisse-cam
pagne tegen de Koninklijke op touw
gezet. Voor het leveren van stukken
dezer Maatschappij voor ééne maand
werd eene rente van 4 per jaar ge
boden.
De Russische soorten waren vrij
vast, doch met weinig affaire. De te
Londen gehouden vergadering van
aandeelhouders der Bibi Eybat, waar
op gunstige mededeelingen werden ge
daan, veroorzaakte eene vaste stem
ming voor dit fonds.
Met belangstelling ziet men de jaar
verslagen der Indische Petroleum-
Maatschappijen tegemoet en onge
twijfeld zullen deze een goeden indruk
te weeg brengen.
De productie dezer Maatschappijen
over de eerste vijf maanden van dit
jaar is aanzienlijk meer dan in het
zelfde tijdvak van het afgeloopen jaar,
zooals uit onderstaand staatje blijkt.
KONINKLIJKE PETROLEUM MIJ.
1903 1904
Jan. 368.300 units 503.100 units.
Febr. 324.800 503.300
Mrt. 420.150 504.900
April 405.500 501.900
Mei 459.800 507.400
sche Leening zijn nog niet in de offi-
cieele noteering van de Vereeniging
voor den Effectenhandel opgenomen.
De koersen waartegen dit fonds da-
gelijke verhandeld wordt, vindt U
o.a. iedere avond in eene advertentie
in het ..Algemeen Handelsblad".
JAN. Met den verkoop van de door
U gekochte en betaalde lichte Ameri-
kaansche Shares behoeft U nog geen
haast te maken. Weliswaar behoo-
ren in den Komkommertijd willige
markten tot de groote uitzonderingen,
doch vóór de presidentsverkiezing
verwacht men algemeen betere prij
zen.
BLOC.
COCO.
5 mild. 1.978.550
2.530.6<
SUMATRA PALEMBANG.
1903 1904
Jan. 42.000 units 91.000 units.
Febr. 30.500
Mrt. 62.500
April 48.500
Mei 61.000
80.000
71.500
71.000
59.500
373.000
5 mnd. 244.500
MOEARA - ENIM.
1903 1904
Jan. 91.100 units 152.500 units.
Febr. 87.800 227.100
Mrt. 114.800 267.800
April 112.000 185.900
Mei 96.800 244.700
5 mnd. 502.500
1.078.000
BEURSO VERZICHT.
3 10 Juni 1904.
Niettegenstaande de groote ruimte
van geld, bleef ook gedurende de af
geloopen week de handel ter Beurze
wederom binnen zeer enge grenzen
beperkt.
De ondernemingsgeest van het pu
bliek is tot een minimum gedaald en
de pogingen in het werk gesteld, om
hierin verandering te brengen, lijden
alle schipbreuk. Het behoeft geen be
toog, dat onder deze omstandigheden
de koersfluctuatiën van zeer weinig
beteekenis zijn. Slechts in enkele
fondsen waren de omzetten van eenig
belang. In de eerste plaats behoort
hiertoe de Hollandsche Staatsschuld,
welke zich kenmerkt door een bijzon
der willige stemming, welke vooral in
den koers der Integralen tot uitdruk
king kwam.
Enkele Europeesche Staatsfondsen
sloten zich bij deze opwaartsche bewe
ging aan, in navolging van Parijs,
voor Russen, Turken en Portugeezen
meerdere belangstelling viel waar te
nemen. In hoofdzaak moeten deze aan-
Uitgezonderd eenige belangstelling
voor Aand. Kwandang Soemalata,
welke daardoor iets In koers opkwa
men, waren de Mijnwaarden verlaten.
Hoewel de omzetten nog gering ble-
ven, was in de Arnerikaansche markt
j de stemming vast, vooral voor de
Kolenlijnen met Aand. Ontario aan
de spits welke circa 3 procent ver
beterden. Geruchten omtx-ent eene
mogelijke kleine dividendbetaling op
deze^ Shares, deden de rondte.
Van de Graan-sporen verbeterden
de Atchison Topeca van 701/8 tot
713/4 en de Union Pacific van 82 tot
83 7/8.
De Steel Shares ontmoetten locale
vraag, teiwijl in Bewijzen van Deel-
gerechtigdheid Intern. Land Syndi
caat en Certificatiën Mexico niets
omging.
Gunstige verwachtingen omtrent
de binnenkort te publiceeren jaarver
slagen en dividend-geruchten waren
oorzaak, dat voor de Aand. Holland-
sche Spoor en Staatsspoor eenige
meerdere belangstelling aan den dag;
werd gelegd.
De Tramweg-waarden waren ver
laten. Prolongatie-rente ter Beurze
noteerde van 1 3/4 tot 21/4 met groot
aanbod en uiterst geringe vraag.
BLOC.
CORRESPONDENTIE.
Aanvragen om inlichtingen1
s. v. p. te adresseex-en aan 1
,,BLOC", adres: Redactie
Haarlem's Dagbl.", Groote
Houtstraat 55, en deze uiter
lijk Woensdag te verzen-
den.Niet onderteekende aan
vragen blijven onbeant
woord. Desgewenscht wor
den de antwoorden, in-
plaats van onder de voor
letters des inzenders, onder
een door hen op te geven
cijfer of woord geplaatst.
V. te H. Uwe Loten Weerbaarheid
zijn tot dusverre nog niet uitgeloot
1 Juli heeft de eerstvolgende trekking
plaats.
ABONNE. De daling in Aand. Ko
ninklijke heeft met den intrinpieken
toestand van de Maatschappij niets
te maken. Opruimingen van houders,
welke in de naaste toekomst goed-
kooper hopen te kunnen inkoopen en
blanco verkoopen voor Amerikaan-
sche rekening zijn de eenige oorza
ken voor de verlaging.
L. v. R. te B. Het dividend Nedei'l.
Handel-Maatschappij is nog niet be
kend.
H. P. te H. De 5 Oblig. Cubaan-
Ottomar Bouman was verliefd, ver
liefd tot over de ooren en dat was
geen gekheid, want nog nooit in zijn
heele leven dertig zomers telde hij
reeds was hij ernstig met Amor in
conflict gekomen. Nu echter had hij
het zwaar te pakken.
Zij was schoon, schoon als een en
gel. Di-iemaal slechts had hij in haar
nabijheid vertoefd, dezelfde lucht als
zij ingeademd, haar wonderboeiende
oogen hij wist niet of het blauwe
of grijze waren gezien en toch
werd hij onweerstaanbaar tot haar
aangetrokken. Ottomar wist echter
niet, wie zij was en waar zij woonde.
Toen hij haar de eerste maal zag
in den Schouwburg, had een oude
heer met witten baard naast haar
gezeten. Haar vader misschien mis
schien ook nietNa de voorstelling
waren beiden in een rijtuig gestegen
en in den donkeren avond verdwe
nen.
Den tweeden keer het was In
.,De Kroon" en weer was de witge-
baarde heer bij haar had hij haar
plotseling uit het oog verlorenzij
moest bepaald tijdens de voorstelling
de loge verlaten hebben.
En de laatste maal, dat hij haar
gezien had, was zij weer in gezel
schap van den ouden heer in een
met twee prachtige schimmels he
spannen rijtuig hem snel voorbij
gereden.
IJij, wist dus niet meer van haar,
dan dat zij een engel was en dat hij
haar zielslief had, anders niets, en
dat stemde hem treurig, zeer treuiïg.
En in zulk een melancholieke stem
ming had Ottomar den weg naar den
Hout ingeslagen. Hier kon hij on
gestoord zijn gedachten den vrijen
loop laten en de oude eiken waren
de geduldige toehoorders naar zijne
zuchten.
Lang reeds had hij doelloos langs
de beschaduwde paden geslenterd,
toen hij in een door boomen inge
sloten halven kring een door een
breedgetakten boom beschaduwde
bank zag staan, die tot zitten nood
de. Zorgvuldig stofte hij met den zak
doek het stof van de bank en spreid
de de panden van zijn jas uit elkaar,
om te gaan zitten, toen plotseling een
heesch ..Bezet weerklonk.
Verschrikt wendde Ottomar zich
omde bank was toch leeg geweest
Maar hij zag niemand, van wien de
waarschuwing kon uitgegaan zijn.
Hoe is het mogelijk, dat men zich
zoo vergissen kan, bromde hij voor
zich heen, terwijl hij andermaal aan
stalten maakte, om te gaan zitten.
Opnieuw klonk hetzelfde heesch „Be
zet
Thans begon de zaak Ottomar
vx-eemd voor te) komen. Hij raapte al
zijn moed bijeen en riep luide in het
kreupelhout
Wie daar?
Spitsboef luidde het antwoord
waarop onmiddellijk een overmoedig
lachen volgde.
Verrast richtte Ottomar den blik
naar boven in den boom, want van
daar kwam het geluid der heesche
stem en spoedig had hij de oplossing
van het raadsel gevonden. Tusschen
de bladeren zat een grijze papegaai
en keek met zijn listige oogen op den
eenzamen wandelaar neer.
Morrrrgen Morrrrgen krijs.ch-
te hij Ottomar zijn groet tog.
Morgen Morgen antwoordde
Ottomar lachend. Je lijkt me een
fidele ventBen je weggevlogen En
hoe heelt je?
Coco Coco antwoordde de pa
pegaai en kwam een tak lager.
Zoo, zoo, dus Coco Zou je nog
niet wat naar beneden komeiï", dat
ik met mijn hand bij je kan?
Spitsboef Spitsboef schold de
papegaai.
Ho, ho, wat ben je onbeleefd,
lachte Ottomar.
Schatje klonk het vergoelijkend
uit Coco's snavel.
Zie je, dat is beter, altijd be
leefd zijn. Maar hoe moet ik het aan
leggen, om je naar heneden te krij
gen Want hier, in den Hout, kun je
niet blijven. Kom, Coco, kom 1
Hij hield den papegaai de hand te
gen. Deze kwam nog een tak lager,
keerde, en draaide den kop naar alle
zijden en hekeek Ottomar's vingers
nauwkeurig, doch paste er voor op,
er op te gaan zitten.
Toe, kom, dan, sprak Ottomar
hem toe. Laat je toch niet zoo lang
bidden, ik meen het heusch goed
met je
Maar Coco liet zich bidden en wel
zeer, zeer lang. Meer dan een uur
stolde hij Ottomar's geduld op de
proef. Eindelijk liet hij zich verlok
ken en sprong op de uitgestrekte
hand.
Zoo, Coco, dat is mooi van je.
Nu zal ik je mee naar huis nemen en
je eten geven.
Bij deze woorden streek Ottomar
hem zacht over de veeren en Coco
liet het zich kalm welgevallen, toon
de zichzelfs dankbaar, door zijn nieu
wen heer een vriendschappelijk,,Spits
boef toe te roepen.
Het schemerde reeds, toen Ottonjar
zijn woning bereikte.
Is „Haarlem's Dagblad" er al?
vi-oeg hij aan zijn hospita, die hem
opendeed.
Neen, mijnheel", nog niet, maar
wat hebt u daar voor een aardig
diertje O, hoe lief
Zij strekte de hand uit naar Coco,
maar deze zette de veeren overeind
en krijschte haar een minachtend
„Oude hekstegemoet.
Bah, wat een afschuwelijk
mormelriep de vrouw boos. U wilt
het dier toch niet houden, mijnheer,
Bouman
Volstrekt nietCoco is niet van I
mij. Ik heb hem In den Hout gevan-(
een en zal in het Dagblad nazien, of
zijn rechtmatige eigener den vluch
teling al opvraagt. Wees dus zoo
goed, mij de krant te brangen, zoo
dra zij in de bus gedaan wordt.
De hospita beloofde het en Ottomar
'ing naar zijn kamer. Coco vloog van
zijn hand en ging op -een kast zitten.
Anna Anna, waar ben je riep
hij. terwijl hij zoekend de kamer rond
keek.
Anna? Wie is dat? Je meesteres
zeker
Schatje antwoordde Coco.
En daarop bleef hij maar aldoor om
Anna roepen.
Kort daarna werd aan de deur ge
klopt.
Binnen 1 krijschte Coco, nog voor
Ottomar op het kloppen had kunnen
antwoorden.
De hospita kwam binnen met de
krant.
Dat is ook toevalligriep zij
met hoogrood gelaat. Het mormel
heet immers Coco?
CocoCoco antwoordde Coco
in Ottomar's plaats.
Vijf-en-twintig gulden worden
voor den eerlijken vinder uitgeloofd,
ging de vrouw voort. De menschen
moete ntoch niet goed bij hun vi
st and zijn vijf-en-twintig gulden
voor zulk een afschuwelijk mormel
als het nu nog een zwaan, of een
pauw was, of desnoods een kip, om
te braden, maar zoo'n...
Coco is een lief diertje, viel Otto
mar zijn hospita in de rede, en veel
meer waard dan u denkt. Maar geef
nu de krant eens; waar staat het?
"O, juist daar
„Een grijze papegaai, luiste
rend naar den naam „Coco"
en zeer druk sprekend, is van
morgen weggevlogen. De eer
lijke vinder krijgt -een beloo
ning van vijf-en-twintig gul
den. Adres Villa „Christina",
Aerdenhout."
Ottomar legde de krant neer.
Villa „Chx-istina". Aex-denhout,
zei hij bij zichzelf, zou ik daar van
avond nog heen"""" -
Natuurlijk U zult toch het mor
mel geen nacht in huis houden
meende de hospita. misschien
zon<i»n de menschen morgen weer
spiit hebben van hun vijf-en-twintig
gulden.
Oude heksviel Coco haai' krij-
schend in de i"ede en woedend liep de
hospita de kamer uit.
Toen Ottomar, die een rijtuig ge
nomen had, voor Villa „Christina" in
Aerdenhout kwam, was het reeds
zóó donker, dat hij slechts met moei
te het naambordje op het hek kon
lezen. Gustaaf Werner" ontcijferde
hij. Daarop belde hij p<n-> en onmid
dellijk verscheen een dienstmeisje,
dat hem eerst van het hoofd tot de
voeten opnam en eindelijk zeide
Ah, onze Coco Ik zal u dadelijk
bij de juffrouw aandienen.
I Ottomar gaf zijn kaartje en weinige
oogenblikken later werd hij een hel
I verlicht vertrek binnengeleid.
Coco voelde zich direct thuis.
AnnaAnna, waar ben je
riep hij.
En als daarop de deur openging,
fladderde hij de binnentredende te
gemoet en ging op haar schouder
zitten.
Ottomar maakte een buiging,
j Neem me niet kwalijk, juffrouw,
dat ik zoo laat nog...
De overige woorden bleven hem in
de keel steken. Hij werd rood in het
I gelaat en verrukt hingen zijn blikken
aan de bekoorlijke vex-schijning. Zij
was liet, zij, de engel, die sedert we
ken z,n denken en voelen in beslag
nam. Hoe schoon, hoe beeldschoon
was ze, nu ze zoo dicht bij hem stond.
I En nu nu reikte zij hem de hand
vi'iendelijk keek zij hem aan met
haar glanzende oogen blauwe wa-
ren het, thans kon hij het duidelijk
zien; haar rozenmond ging open en
woorden van dank kwamen over haar
lippen. Maar plotseling zweeg zij.
Verlegen sloeg zij de oogen neerde
bewondei'ing, die uit Ottomar's blik
ken sprak, was ook te onomwonden.
Gelukkig babbelde Coco van blijd-
schap over zijn terugkeer onophou-
j delijk-
Anna Schatje Anna, schatje
riep hij telkens, vroolijk op den
schouder van zijn meesteres heen en
weer huppelend. Zoo hielp hij beiden
door de eerste) vex-legenheid heen.
Ottomar vertelde, hoe en waar hij
den vluchteling had gevangen en An-
na Werner luisterde oplettend naar
hem.
Doch plotseling kwam er weer zwij
gen. Anna dacht aan de belooning
van vijf-en-twintig gulden voor den
eerlijken vinder. Zij durfde het niet
wagen, dien heer het geld aan te bie
den. En toch moest zij haar belofte
houden. Maar hoe het aan te leggen
Ottomar begreep haar weifelen. Hij
kwam. haar tegemoet en zij was er
hem innig dankbaar voox*.
U hadt een helooning voor den
vinder uitgeloofd, juffrouw, zeide
hij. Mag ik u verzoeken, die te geven
aan een arm gezin? Voor mij is de
gunst een, zij het ook nog zoo korte
poos, in uw nabijheid te hebben mo-
gen doorbrengen, de hoogste beloo-
1 ning.
Hij boog. Nog eenmaal voelde hij
de kleine, zachte hand in de zijne,
hoorde hij de zachte stem en kort
daai'op stond hij weer buiten, op den
donkeren weg.
I In-gelukkig snelde bij naar huis.
Slapeloos wentelde hij zich dien nacht
op zijn bed rond en als de dag gloor
de, kleedde hij zich aan, om in de
morgenlucht zijn brandend hoofd te
koelen.
j Hij richtte zijn schreden naar Aer-
J denhout, onweerstaanbaar werd hij er
i heengetrokken. Villa Christina was 'n
mooi huisje, middenin een tuin met
schaduwrijke boomen en prachtige
bloemen.
Waar zou zij nu zijn? Zij sliep ze
ker nog. Maar waar
Daar ging een venster open en een
blond hoofdje keek er uit. Zij was het
Verlegen nam Ottomar den hoed af
en glimlachend, het blozend kopje
zacht buigend, beantwoordde Anna
zijngroet. Ottomar was in de wolken.
En den volgenden morgen, op het
zelfde uur, groette Ottomar zijn aan
gebedene weder en Anna dankte met
een vriendelijk knikje. En zoo ging
het voortaan dagelijks, twee weken
lang, tot Ottomar op een morgen alle
jalousieën van de villa Christina neer
gelaten vond. Urenlang liep hij voor
het huis op en neer, maar binnen be
woog zich niets. Huis en tuin waren
als uitgestorven. En daar het ook de
volgende dagen, als Ottomar door
Aerdenhout wandelde zoo bleef, werd
hij wanhopig. Wat had hij hier nog
te maken, nu hij haar niet meer kon
zien? Weg, weg van hier! riep hem
een inwendige stem toe en hij gehoor
zaamde er aan. Hij pakte zijn koffer
en vertrok nog denzelfden dag.
In het Grand Hotel te Scheveningen
nam Ottomar voor eenige dagen ka
mers. Het was al laat in den avond,
toen hij er aankwam en hij ging dus
spoedig naar bed. Deji volgenden mor
gen liet hij het ontbijt klaar zetten op
het balcon. dat bij zijn zitkamer be
hoorde. Ottomar wilde het zich juist
gemakkelijk maken in een leunstoel,
toen hij plotseling onder zich een krij-
schend „Morrrrrgen, moiTrrrgen" ver
nam.
Als geëlectriseerd sprong hij op,
keek over de balconleuning naar om
laag en zagCoco. Met een fijnen,
zilveren ketting was hij aan het bal
con vastgemaakt.
En weer krijschte Coco zijn„Morrr-
gen, morrrrrgen 1" en uit de kamer
werd zijn groet door een zachte vrou-
westem beantwoord.
Goeden morgen, Coco klonk het
uit de balcondeur en Ottomar had
willen jubelen van geluk. Hij had de
stem van Anna herkend.
Coco Coco riep hij naar om
laag.
Coco luisterde. Hij draaide den kop
naar alle zijden en kreeg eindelijk, na
lang zoeken, den roeper in het oog.
SpitsboefSpitsboegriep hij
naar boven.
Foei, Coco, mag je schelden?
vroeg de zachte stem.
Schatje stelde Coco zijn meeste-
res gerust. Anna Schatje
Wat scheelt er aan, Coco vroeg
weer de vrouwestem.
Coco hongerrr
Zoo, heeft Coco honger? Zal ik
hem dan iets te knabbelen brengen?
Suikerrr, suikerrr, hoei*rra
krijschte Coco vergenoegd.
Een arm werd zichtbaar en Otto
mar zag hoe Anna den papegaai een
klontje suiker toestak.
Wat zegt Coco nu vroeg zij.
Suikerrr, suikerrr. hoerrraant
woordde Coco.
Neen, zóó niet. Wat zegt Coco
Spitsboef Spitsboef
Anna lachte.
Dank je, zei Anna hem voor.
Coco bleef echter bij zijn „Spits
boef Spitsboefen daarbij keek hij
zoo boos naar Ottomar, dat deze zich
niet kon onthouden, luid te lachen.
Verrast trad Anna naar de leuning
van het balcon en keek omhoog naar
den lacher. Een donkere blos overtoog
j haar gelaat, toen zij Otomar zag.
j Wat een toeval, juffrouw, zei hij
groetend, ik ben op goed geluk af op
I reis. gegaan en reeds op de eerste hal-
te heb ik het genoegen, u te ontmoe-
ten.
I Sedert wanneer is u hier? vroeg
I Anna, om in haar verlegenheid toch
i iets te zeggen.
Gisteravond pas ben ik aangeko-
i men. Maar het valt u moeilijk, naar
boven te spreken. Hebt u uw morgen-
j wandeling al gemaakt
I Neen, wilt u me vergezellen
Als u het goed vindt, heel graag.
Goed, binnen tien minuten ben
ik beneden op het terras.
I Nog een vluchtig hoofdknikje en An-
na verdween in de kamer. Ook Otto-
j mar verliet het balcon, om zich voor
1 de wandeling gereed te maken. Plot
seling echter hoorde hij buiten Coco's
stem \yeer.
Bezetbezet 1 riep het praatzuch
tige dier.
Om te zien, wien Coco een plaats
betwistte, keek Ottomar weer over het
balcon en herkende tot zijn niet ge-
ringen schrik den ouden heer met den
witten baard, in wiens gezelschap hij
Anna hét eerst had gezien. Een dienst-
meisje was bezig hem een zachte reis
deken om te doen. De oude heer was
zeker ziek.
i Gelukkigdacht Ottomar, want
anders ging hij misschien meewan-
delen.
Dan echter schaamde hij zich over
deze gedachte. Wie kon de oude heer
anders zijn dan de vader van An
na
Anna, waar ben je Anna, waar
ben je? riep Coco op dat oogenbliken
stoorde Ottomar in zijn gepeins.
Zou Anna al beneden wachten Hij
l keek naar omlaag. Ja, daar stond zij
en knikte tegen Coco.
I Met een paar sprongen was Otto
mar de trappen af en eenige oogen
blikken later liep hij naast Anixa
langs het strand.
De oude heer met den witten baard
was, zooals Ottomar vermoed had, de
vader van Anna. Ottomar werd na de
j wandeling aan hem voorgesteld en
bracht nu al zijn tijd door in gezel
schap van Anna en haar vader. Aan
verre wandelingen kon de oude heer,
die aan rheumatiek leed, niet deelne
men. Die moesten de jongelui alleen
ondernemen.
Veertien dagen waren op deze wijze
reeds voorbijgegaan. Weder keerden
Anna en Ottomar van een morgen
wandeling naar het hotel terug. Zij
vonden de kamer leegmijnheer Wer
ner had zich door een knecht naar het
strand lafen brengen. Alleen Coco was
er. Hij zat treurig in een hoek hij
voelde zich gekrenkt, dat men hem
alleen gelaten had. Toen Anna en Ot
tomar de kamer binnenkwamen, kwam
hij vroolijk uit zijn hoek te voor
schijn en vloog op den schouder zij
ner meesteres.
Schatje Schatje riep hij vroo
lijk.
Wie is je schatje, Coco vroeg
Ottomar.
Anna Anna riep Coco.
Anna lachte. Maar Ottomar trad
dicht op Coco toe, streek hem zacht
over de veeren en fluisterde
Gelukkig dier
Een diepe gloed kwam over Anna's
gelaat. Verward sloeg zij de oogen
neer, toen zij Ottomar's blikken op
zich voelde rusten en zij beefde zacht.
Is het waar, wat Coco zegt?
vroeg Ottomar, terwijl hij de hand
van het meisje greep, of hebt ge in
uw hari nog plaats voor een ander?
Bezetriep Coco.
Maar Ottomar bekommerde er zich
niet om. De blik, dien hij uit Anna's
oogen opving, had hem verraden, dat
Coco de waarheid niet sprak. Zacht
trok hij de geliefde naar zich toe en
drukte een kus op haar blank Voor
hoofd.
Spitsboefriep Coco verontwaar
digd.
Anna echter dreigde hem met den
vinger.
Foei, Coco, mag je scheldenzei
ze verwijtend, hoe heet mijn scht
ik heb het je toch geleerd? Nu,
heet mijn schat?
OttoinariT, Ottomarrrkrijst
te Coco gehoorzaam.
Ottomar keek verrast op. Hij stret
de armen uit en Anna zonk aan zi
borst.
Coco vloog verschrikt van ha
schouder, ging op de tafel zitten
keek een oogenblik verba'asd naar
gelukkige paar. Dan riep hij, als w
hij, wat er gebeurd was
Anna Ottomaixr Hoeri'ra
Groente kweekende mieren.
De mieren zijn van oudsher alkali
meen bekend en bewonderd om ha 1,1 'k
b'izondere eigenschappen, hare vlchtj
en bijna menscheliike schranderhei
De Bijbelsche wijze verwees deisj'
luiaard naar haar voorbeeld en e hol
man der nieuwere wetenschap, pi ad
fessor Dubois Reymond, zeide vi tuu
haar „Met welk een diepen eerbi aac
staat de natuurondei'zoeker voor 1 «ag
nietige eiwitklompje,hetwelk een mi a v
tot hersenen dient." ;,Mi
De mieren houden slaven en hu tb
dieren zij beoefenen den landboi 5
en wat misschien niet algemeiPpe
bekend is ook de Toenteteelt. «Nx
De door hen gekweekte groente ut
•eene soort van eetbaren paddensto flr
Eenige mierensoorten in Texas le Toe
gen geheele moestuinen aan van ito
paddenstoelen, welke aan het uiterts
de van witte dradige stengels
soort van knop dragen, eenigszitt 1
gelijkende naar bloemkool in livat
klein. Waar de mieren zulke bloei?-
koolbedden kweeken, tieren die mB-o1
lig, terwijl deze paddenstoelen, a a k
de menschen beproeven ze te kwi Hm
ken, zeer dikwijls slechts uiteig Vl
langzaam of in het geheel niet gro,»>r
en. Hoe zij dat gedaan krijgen, d I
haar geheim, waar men tot dusvei PJ'
nog niet achter is gekomen. in i
Eigenaardig is, dat de mieren vi
eene bepaalde soort er zijn vi i Tx
scheidene soorten van groente-kwi P
kende mieren alleen eten van lióe
gewas, dat door haar is gekweekt, as e
Legt men haar kunstmatig gekwé'e m
te „bloemkool" voor, dan wordt aed
door haar versmaad. Ook eten t r
miex'en uit het eene nest niet van g troi
was, door mieren van een ander xy cl-
gekweekt. ad
Men ziet daarin een 'nieuw bewij it z
dat het instinct der miex-en buite Q
gewoon fijn is en in vele opzicht rtel
scherper dan de waarnemingen dh<
menschelijke zintuigen. ake
),te:
Het Toortlirengen Tan kracht
nit de warmte der aar 'j?
Beschouwt men de hoeveelheade
energie, die in den vorm van he aak
water in de wanne - bronnen te vocirdi
schijn treedt, zoo vertegenwoordi Paj
dit zeker een zeer groot bedrag, iuv
kan zij ook niet voor het drijven vt j ex
eene gewone stoommachine- gebrui 1.
worden, zoo is toch de hitte van hNa
water voldoende een machine in gaiier
te houden, die met gemakkelijk „Je
dan als water kokende vlö'eistoffileei
(ether, alcohol, koolzuur, enz.) gio<
dreven wordt. Daarover is dan oom
reeds dikwijls gesproken. Men ki et
weliswaar gemakkelijk de diepte ln\'
;ik
inrit
palen, waar in 't binnenste der aari
eon voor het dx-ïiven eener stoommxi
chine toereikende temperatu ijnt
heerscht, die diepte is echter op v< jk
plaatsen zóó belangrijk, dat het g d".
bruiken der daar aanwezige warm ssc
geheel is uitgesloten, jn
Aan de techniek zal 'twel met df el
tijd gelukken, boorgaten van 50 T
meter diepte even gemakkelijk tem
ken, als die van 500 meterbove
dien zou men voor dat doel plaats.! iee
kunnen opzoeken, waar zich nog èi t e
overblijfsel van vulkanische energied
niet te diep onder de aardoppei"vla i,Ik
te bevinden, zonder twijfel zou m< fan
daar oori boorgat diep genoeg ku iar
nen maken, totdat men omstreeks i nat
een temperatuur van 150 graden Cj
sius kwam. De grootste 2warighè
ligt overigens niet in het maken vaip
voldoend diepe boorgaten, maar in
liet voortdurend verkrijgen van vcDie
doende energie uit het lage gesteent dei
want als eenig water in zoo eenhooine
gat uit hoogere aardlagen kon biield
nendringen, zou het gesteente, dilri
het boorgat omringt, spoedig afko ku.
len. Dat nauwelijks te vermijden oifg
gerief noodzaakt dus tot een diep n,
met 250 graden tot '300 graden Celsii
te -aan, als men zich aan de oppe
vlakte nog van een hitte van 150 gïi
den wil verzekei-en. 'Voorshands staa
ons drie wegen open, de warmte uffij
het binnenste der aarde pracjisch
gebruiken.
De eene is, een bij lage temper!..-.,
tuur kokende vloeistof bij booi'gatetior
van betrekkelijk geringe diepte te g Er
bruiken, de tweede, bijzonder geschi kki
te plekken in de nabijheid van vu e'1
kanen of zeer heete bronnen voor de
aanleg van krachtstations te laezéi i -
de derde, zulk heet water onmiddeleei
lijk ter vex-warming te gebruiken. P
Licht zouden wij in niet verre tof.,
komst de .strengheid van 't poolkl,—
maat kunnen zien verminderen doon o
warme stroomingen uit het ondei
aai-dsche vuur, en 'tis niet zoo oi
denkbaar, dat de naaste omgevifl
van vulkanen, zooals van de Moi
Pelee en den Vesuvius, met fabrieke
bevolkt worden, die aan die reuzei
slangen hun vorig gif onttrekken e
het ten zegen der menschheid
bi'uiken.
VERTROUWELIJK.
Jantje (tot jeugdigen vriend de in
familie). Zeg! Jij gaat trouweiest:
met onze Lise.
Heer. Hoe weet jij dat
Jantje. Och, ik hoorde papa var
ochtend tot mama zeggen, dat 't toe!11
nog beter was dan heelemaal
man.
ZIJN HEILIGSTE GEVOELENS.
Zij. Beste Adolf, ik bieb. je tot no|
toe in den waan gelaten, dat pa rijmel
is maar ik beken je eerlijk, dat lxi
mij niets kan meegeven.
Hij (na eenig zwijgen). Hoe heb|^|
ge zoo met mijn heiligste
•durven spelen
47
Je
.Zi
l
Belt