Rubriek voor Dames. Een Duitsch artikeltje wijst op een nog weinig bekende tak van vrouwe lijk liefdewerk, n.l. die van hulp bij de zorgen voor ontslagene gevange nen. In bijna alle groote steden be staan vereenigingen, die zich ten doel stellen ontslagen gevangenen, voor wie het begrijpelijkerwijze moeilijk is weer een betrekking te vinden, daar bij behulpzaam te zijn, opdat zij de gelegenheid hebben zich weer aan een geregeld burgerbestaan te wen nen. Behalve deze wel is waar moei lijke maai' ook gezegende tak hunner werkzaamheid is er voor de vrouw" een ander dankbaar terrein openDe hulp voor de families der gevangenen gedurende den straftijd. Dit werk is meer geëigend voor vrouwen omdat daarvoor verstand van het huishou den bijzonder te pas koint. De „Ve*r- eeniging tot verzorging van ontsla gen gevangenen in Kottbus" heeft daarom, het besluit genomen daar naast een dames-comité op te richten. Dat vergadert maandelijks ten huize van de echtgenoote des voorzitters» om over elkaar's ondervindingen van gedachten te wisselen, om verzoeken tot ondersteuningen te berde te bren gen en de toegezegde geldelijke bij dragen voor de beschermelingen in ontvangst te nemen. Iedere dame heeft hoogstens twee familiën te ver zorgen. waardoor zij de handen niet te vol heeft om goed bekend te wor den met de omstandigheden dier bei de gezinnen. Bijna nooit wordt de ondersteuning in geld toegekend, doch in den vorm van voedingsmid delen, bezorging van arbeid, kleeding- stukken, en onder dak brengen van kinderen, die anders onverzorgd ach ter moeten blijven, enz. In Mei en Juni levert de bloeiende weide aan alle bloemenvriendinnen een verrukkelijke pracht voor schalen en vazen. Er is niets schooners, dan de fijne kleuren en vormen der veld bloemen, die in haar bescheidenheid hoofdzakelijk als massa en door de schilderachtige rangschikking der kleuren de aandacht trekken. Alles is sierlijkheid en gratie aan deze wilde kinderen der lente. Het bloeien op de weide begint met het gele speenkruid en gaat voort in alle mogelijke tinten blauw, lila's, wit, rood. Een volle bos wilde primula's in een matblauwe vaas voldoet uit stekend. In een slanke vaas van rose glas voldoen bijzonder goed de gan- ze-bloemen .op lange stelen, of het Haarlemsch klokkespel te zamen met koekoeks-bloemen, terwijl vergeet-mij- niet en korenbloemen beter in een witte vaas passen. Ofschoon veronderstellende, dat de meesten mijner lezeressen al geheel op de hoogte zijn van de constructie en het gebruik van den stoomkoker, wil ik hierover nog even een woordje zeggen voor 't geval, dat er sommi gen zijn, die er alleen maar een heel vage voorstelling van hebben. Eigenlijk bestaat hij uit eenige pannen boven elkaar geplaatst, waar van de onderste het waterreservoir is. Van hieruit loopt door alle pannen een buis, waardoor de stoom gevoerd wordt. Öm de spijzen wat nauwer met den stoom in aanraking te bren gen en daardoor wat vlugger gaa^ te laten worden is er in elke pan een opening in de buis. Die toevoer van stoom is echter niet altijd ge- wenscht, orndat er dan licht te veel vocht bii het eten komt, daarom is het mogelijk den stoomtoevoer door middel van een metalen ring af te sluiten. Een ander soort bestaat uit een waterreservoix*. waarin een soort ver giet, dat gelegenheid geeft om een paxx op te plaatsen, die pan wordt overdekt door een ander vergiet, waar op weer een pan geplaatst kan wor den, enz. Het geheel wordt door een groote bus bedekt. Het voordeel van dezen stoomkoker is, dat men pannen kan gebruiken, die men nog heeft en ér ook kleine schaaltjes of sauskommen in kan zetten. Behalve dat de spijzen op deze wijze toebereid veel meer haar voe dingswaarde behouden, kunnen zij niet aanbranden, niet overkoken, op één gas- of petroleumpit kunnen ver schillende spijzen tegelijk gekookt worden, op stoom kan men veel sma kelijker resten warmen dan op het vuur. Bij groenten, vleesch en versch»s vruchten behoeft men geen vocht toe te voegen, wel bij rijst, ex*wten, boo- nen, gedroogde groenten en vruch ten. HUISHOUDELIJKE WENKEN. I. Om te weten of vi9ch versch is, moet de reuk frisch zijn, de kieuwen rood, de oogen niet ingevallen en het vleesch veerkrachtig. TI. Spiegels mogen niet zoo opge hangen worden, dat de zonnestralen er op vallen. De zon werkt in óp het kwikzilver en maakt het glas met blauwe strepen. koopen gesteld wwrden op rekening van het oveivloedige geld, waarvoor plaatsing gezocht" werd. Zuid-Amerikaansche fondsen waren ongeanimeerdde nieuwe 5 Cu- baansche Leening genoot goede be langstelling, terwijl, in verband met Parijsche aankooporders, de 5 Mexi canen vast gestemd waren. 4% Oblig. Japan en de verschillen de Cliineesche leeningen ontmoetten eenige vraag, welke koersverbeterin- gen ten gevolge hadden. In de afdeeling der Koloniale Cre- diet-Instellingen en Cultuuronderne mingen maakte de willige stemming der laatste weken plaats voor luste loosheid. De verschillende waarden der Cultuur Maatschappij der Vor stenlanden maakten hierop eene uit zondering en het waren vooral de Wxnstaandeelen dezer Maatschappij, welke veel belangstelling ondervon den. De Tabakshoek was stil doch vast, na de inschrijving, welke bevredigen de resultaten opleverde. De verwach tingen voor den oogst van dit jaar luiden gunstig. De strijd tusschen de Standard Oil Cy. en de Shell Cy. miste zijn invloed niet op de hier verhandeld wordende Petroleum Aandeelen. Was men aan vankelijk overtuigd, dat de Indische Maatschappijen buiten deze tarieven- oorlog stonden, beschouwingen in de financieele bladen influ ene eerden blijkbaar het publiek en door groot locaal aanbod moesten de meeste soortexx eenige percenten prijs geven. De stemming ter Beurze is voor dezen hoek zeer verdeeld; tegenovër aankoopen van eerste-klasse huizen staan verkoopen van firma's met goe de petroleumrelatiën. Door de Stan dard Oil Cy. schijnt een baisse-cam pagne tegen de Koninklijke op touw gezet. Voor het leveren van stukken dezer Maatschappij voor ééne maand werd eene rente van 4 per jaar ge boden. De Russische soorten waren vrij vast, doch met weinig affaire. De te Londen gehouden vergadering van aandeelhouders der Bibi Eybat, waar op gunstige mededeelingen werden ge daan, veroorzaakte eene vaste stem ming voor dit fonds. Met belangstelling ziet men de jaar verslagen der Indische Petroleum- Maatschappijen tegemoet en onge twijfeld zullen deze een goeden indruk te weeg brengen. De productie dezer Maatschappijen over de eerste vijf maanden van dit jaar is aanzienlijk meer dan in het zelfde tijdvak van het afgeloopen jaar, zooals uit onderstaand staatje blijkt. KONINKLIJKE PETROLEUM MIJ. 1903 1904 Jan. 368.300 units 503.100 units. Febr. 324.800 503.300 Mrt. 420.150 504.900 April 405.500 501.900 Mei 459.800 507.400 sche Leening zijn nog niet in de offi- cieele noteering van de Vereeniging voor den Effectenhandel opgenomen. De koersen waartegen dit fonds da- gelijke verhandeld wordt, vindt U o.a. iedere avond in eene advertentie in het ..Algemeen Handelsblad". JAN. Met den verkoop van de door U gekochte en betaalde lichte Ameri- kaansche Shares behoeft U nog geen haast te maken. Weliswaar behoo- ren in den Komkommertijd willige markten tot de groote uitzonderingen, doch vóór de presidentsverkiezing verwacht men algemeen betere prij zen. BLOC. COCO. 5 mild. 1.978.550 2.530.6< SUMATRA PALEMBANG. 1903 1904 Jan. 42.000 units 91.000 units. Febr. 30.500 Mrt. 62.500 April 48.500 Mei 61.000 80.000 71.500 71.000 59.500 373.000 5 mnd. 244.500 MOEARA - ENIM. 1903 1904 Jan. 91.100 units 152.500 units. Febr. 87.800 227.100 Mrt. 114.800 267.800 April 112.000 185.900 Mei 96.800 244.700 5 mnd. 502.500 1.078.000 BEURSO VERZICHT. 3 10 Juni 1904. Niettegenstaande de groote ruimte van geld, bleef ook gedurende de af geloopen week de handel ter Beurze wederom binnen zeer enge grenzen beperkt. De ondernemingsgeest van het pu bliek is tot een minimum gedaald en de pogingen in het werk gesteld, om hierin verandering te brengen, lijden alle schipbreuk. Het behoeft geen be toog, dat onder deze omstandigheden de koersfluctuatiën van zeer weinig beteekenis zijn. Slechts in enkele fondsen waren de omzetten van eenig belang. In de eerste plaats behoort hiertoe de Hollandsche Staatsschuld, welke zich kenmerkt door een bijzon der willige stemming, welke vooral in den koers der Integralen tot uitdruk king kwam. Enkele Europeesche Staatsfondsen sloten zich bij deze opwaartsche bewe ging aan, in navolging van Parijs, voor Russen, Turken en Portugeezen meerdere belangstelling viel waar te nemen. In hoofdzaak moeten deze aan- Uitgezonderd eenige belangstelling voor Aand. Kwandang Soemalata, welke daardoor iets In koers opkwa men, waren de Mijnwaarden verlaten. Hoewel de omzetten nog gering ble- ven, was in de Arnerikaansche markt j de stemming vast, vooral voor de Kolenlijnen met Aand. Ontario aan de spits welke circa 3 procent ver beterden. Geruchten omtx-ent eene mogelijke kleine dividendbetaling op deze^ Shares, deden de rondte. Van de Graan-sporen verbeterden de Atchison Topeca van 701/8 tot 713/4 en de Union Pacific van 82 tot 83 7/8. De Steel Shares ontmoetten locale vraag, teiwijl in Bewijzen van Deel- gerechtigdheid Intern. Land Syndi caat en Certificatiën Mexico niets omging. Gunstige verwachtingen omtrent de binnenkort te publiceeren jaarver slagen en dividend-geruchten waren oorzaak, dat voor de Aand. Holland- sche Spoor en Staatsspoor eenige meerdere belangstelling aan den dag; werd gelegd. De Tramweg-waarden waren ver laten. Prolongatie-rente ter Beurze noteerde van 1 3/4 tot 21/4 met groot aanbod en uiterst geringe vraag. BLOC. CORRESPONDENTIE. Aanvragen om inlichtingen1 s. v. p. te adresseex-en aan 1 ,,BLOC", adres: Redactie Haarlem's Dagbl.", Groote Houtstraat 55, en deze uiter lijk Woensdag te verzen- den.Niet onderteekende aan vragen blijven onbeant woord. Desgewenscht wor den de antwoorden, in- plaats van onder de voor letters des inzenders, onder een door hen op te geven cijfer of woord geplaatst. V. te H. Uwe Loten Weerbaarheid zijn tot dusverre nog niet uitgeloot 1 Juli heeft de eerstvolgende trekking plaats. ABONNE. De daling in Aand. Ko ninklijke heeft met den intrinpieken toestand van de Maatschappij niets te maken. Opruimingen van houders, welke in de naaste toekomst goed- kooper hopen te kunnen inkoopen en blanco verkoopen voor Amerikaan- sche rekening zijn de eenige oorza ken voor de verlaging. L. v. R. te B. Het dividend Nedei'l. Handel-Maatschappij is nog niet be kend. H. P. te H. De 5 Oblig. Cubaan- Ottomar Bouman was verliefd, ver liefd tot over de ooren en dat was geen gekheid, want nog nooit in zijn heele leven dertig zomers telde hij reeds was hij ernstig met Amor in conflict gekomen. Nu echter had hij het zwaar te pakken. Zij was schoon, schoon als een en gel. Di-iemaal slechts had hij in haar nabijheid vertoefd, dezelfde lucht als zij ingeademd, haar wonderboeiende oogen hij wist niet of het blauwe of grijze waren gezien en toch werd hij onweerstaanbaar tot haar aangetrokken. Ottomar wist echter niet, wie zij was en waar zij woonde. Toen hij haar de eerste maal zag in den Schouwburg, had een oude heer met witten baard naast haar gezeten. Haar vader misschien mis schien ook nietNa de voorstelling waren beiden in een rijtuig gestegen en in den donkeren avond verdwe nen. Den tweeden keer het was In .,De Kroon" en weer was de witge- baarde heer bij haar had hij haar plotseling uit het oog verlorenzij moest bepaald tijdens de voorstelling de loge verlaten hebben. En de laatste maal, dat hij haar gezien had, was zij weer in gezel schap van den ouden heer in een met twee prachtige schimmels he spannen rijtuig hem snel voorbij gereden. IJij, wist dus niet meer van haar, dan dat zij een engel was en dat hij haar zielslief had, anders niets, en dat stemde hem treurig, zeer treuiïg. En in zulk een melancholieke stem ming had Ottomar den weg naar den Hout ingeslagen. Hier kon hij on gestoord zijn gedachten den vrijen loop laten en de oude eiken waren de geduldige toehoorders naar zijne zuchten. Lang reeds had hij doelloos langs de beschaduwde paden geslenterd, toen hij in een door boomen inge sloten halven kring een door een breedgetakten boom beschaduwde bank zag staan, die tot zitten nood de. Zorgvuldig stofte hij met den zak doek het stof van de bank en spreid de de panden van zijn jas uit elkaar, om te gaan zitten, toen plotseling een heesch ..Bezet weerklonk. Verschrikt wendde Ottomar zich omde bank was toch leeg geweest Maar hij zag niemand, van wien de waarschuwing kon uitgegaan zijn. Hoe is het mogelijk, dat men zich zoo vergissen kan, bromde hij voor zich heen, terwijl hij andermaal aan stalten maakte, om te gaan zitten. Opnieuw klonk hetzelfde heesch „Be zet Thans begon de zaak Ottomar vx-eemd voor te) komen. Hij raapte al zijn moed bijeen en riep luide in het kreupelhout Wie daar? Spitsboef luidde het antwoord waarop onmiddellijk een overmoedig lachen volgde. Verrast richtte Ottomar den blik naar boven in den boom, want van daar kwam het geluid der heesche stem en spoedig had hij de oplossing van het raadsel gevonden. Tusschen de bladeren zat een grijze papegaai en keek met zijn listige oogen op den eenzamen wandelaar neer. Morrrrgen Morrrrgen krijs.ch- te hij Ottomar zijn groet tog. Morgen Morgen antwoordde Ottomar lachend. Je lijkt me een fidele ventBen je weggevlogen En hoe heelt je? Coco Coco antwoordde de pa pegaai en kwam een tak lager. Zoo, zoo, dus Coco Zou je nog niet wat naar beneden komeiï", dat ik met mijn hand bij je kan? Spitsboef Spitsboef schold de papegaai. Ho, ho, wat ben je onbeleefd, lachte Ottomar. Schatje klonk het vergoelijkend uit Coco's snavel. Zie je, dat is beter, altijd be leefd zijn. Maar hoe moet ik het aan leggen, om je naar heneden te krij gen Want hier, in den Hout, kun je niet blijven. Kom, Coco, kom 1 Hij hield den papegaai de hand te gen. Deze kwam nog een tak lager, keerde, en draaide den kop naar alle zijden en hekeek Ottomar's vingers nauwkeurig, doch paste er voor op, er op te gaan zitten. Toe, kom, dan, sprak Ottomar hem toe. Laat je toch niet zoo lang bidden, ik meen het heusch goed met je Maar Coco liet zich bidden en wel zeer, zeer lang. Meer dan een uur stolde hij Ottomar's geduld op de proef. Eindelijk liet hij zich verlok ken en sprong op de uitgestrekte hand. Zoo, Coco, dat is mooi van je. Nu zal ik je mee naar huis nemen en je eten geven. Bij deze woorden streek Ottomar hem zacht over de veeren en Coco liet het zich kalm welgevallen, toon de zichzelfs dankbaar, door zijn nieu wen heer een vriendschappelijk,,Spits boef toe te roepen. Het schemerde reeds, toen Ottonjar zijn woning bereikte. Is „Haarlem's Dagblad" er al? vi-oeg hij aan zijn hospita, die hem opendeed. Neen, mijnheel", nog niet, maar wat hebt u daar voor een aardig diertje O, hoe lief Zij strekte de hand uit naar Coco, maar deze zette de veeren overeind en krijschte haar een minachtend „Oude hekstegemoet. Bah, wat een afschuwelijk mormelriep de vrouw boos. U wilt het dier toch niet houden, mijnheer, Bouman Volstrekt nietCoco is niet van I mij. Ik heb hem In den Hout gevan-( een en zal in het Dagblad nazien, of zijn rechtmatige eigener den vluch teling al opvraagt. Wees dus zoo goed, mij de krant te brangen, zoo dra zij in de bus gedaan wordt. De hospita beloofde het en Ottomar 'ing naar zijn kamer. Coco vloog van zijn hand en ging op -een kast zitten. Anna Anna, waar ben je riep hij. terwijl hij zoekend de kamer rond keek. Anna? Wie is dat? Je meesteres zeker Schatje antwoordde Coco. En daarop bleef hij maar aldoor om Anna roepen. Kort daarna werd aan de deur ge klopt. Binnen 1 krijschte Coco, nog voor Ottomar op het kloppen had kunnen antwoorden. De hospita kwam binnen met de krant. Dat is ook toevalligriep zij met hoogrood gelaat. Het mormel heet immers Coco? CocoCoco antwoordde Coco in Ottomar's plaats. Vijf-en-twintig gulden worden voor den eerlijken vinder uitgeloofd, ging de vrouw voort. De menschen moete ntoch niet goed bij hun vi st and zijn vijf-en-twintig gulden voor zulk een afschuwelijk mormel als het nu nog een zwaan, of een pauw was, of desnoods een kip, om te braden, maar zoo'n... Coco is een lief diertje, viel Otto mar zijn hospita in de rede, en veel meer waard dan u denkt. Maar geef nu de krant eens; waar staat het? "O, juist daar „Een grijze papegaai, luiste rend naar den naam „Coco" en zeer druk sprekend, is van morgen weggevlogen. De eer lijke vinder krijgt -een beloo ning van vijf-en-twintig gul den. Adres Villa „Christina", Aerdenhout." Ottomar legde de krant neer. Villa „Chx-istina". Aex-denhout, zei hij bij zichzelf, zou ik daar van avond nog heen"""" - Natuurlijk U zult toch het mor mel geen nacht in huis houden meende de hospita. misschien zon<i»n de menschen morgen weer spiit hebben van hun vijf-en-twintig gulden. Oude heksviel Coco haai' krij- schend in de i"ede en woedend liep de hospita de kamer uit. Toen Ottomar, die een rijtuig ge nomen had, voor Villa „Christina" in Aerdenhout kwam, was het reeds zóó donker, dat hij slechts met moei te het naambordje op het hek kon lezen. Gustaaf Werner" ontcijferde hij. Daarop belde hij p<n-> en onmid dellijk verscheen een dienstmeisje, dat hem eerst van het hoofd tot de voeten opnam en eindelijk zeide Ah, onze Coco Ik zal u dadelijk bij de juffrouw aandienen. I Ottomar gaf zijn kaartje en weinige oogenblikken later werd hij een hel I verlicht vertrek binnengeleid. Coco voelde zich direct thuis. AnnaAnna, waar ben je riep hij. En als daarop de deur openging, fladderde hij de binnentredende te gemoet en ging op haar schouder zitten. Ottomar maakte een buiging, j Neem me niet kwalijk, juffrouw, dat ik zoo laat nog... De overige woorden bleven hem in de keel steken. Hij werd rood in het I gelaat en verrukt hingen zijn blikken aan de bekoorlijke vex-schijning. Zij was liet, zij, de engel, die sedert we ken z,n denken en voelen in beslag nam. Hoe schoon, hoe beeldschoon was ze, nu ze zoo dicht bij hem stond. I En nu nu reikte zij hem de hand vi'iendelijk keek zij hem aan met haar glanzende oogen blauwe wa- ren het, thans kon hij het duidelijk zien; haar rozenmond ging open en woorden van dank kwamen over haar lippen. Maar plotseling zweeg zij. Verlegen sloeg zij de oogen neerde bewondei'ing, die uit Ottomar's blik ken sprak, was ook te onomwonden. Gelukkig babbelde Coco van blijd- schap over zijn terugkeer onophou- j delijk- Anna Schatje Anna, schatje riep hij telkens, vroolijk op den schouder van zijn meesteres heen en weer huppelend. Zoo hielp hij beiden door de eerste) vex-legenheid heen. Ottomar vertelde, hoe en waar hij den vluchteling had gevangen en An- na Werner luisterde oplettend naar hem. Doch plotseling kwam er weer zwij gen. Anna dacht aan de belooning van vijf-en-twintig gulden voor den eerlijken vinder. Zij durfde het niet wagen, dien heer het geld aan te bie den. En toch moest zij haar belofte houden. Maar hoe het aan te leggen Ottomar begreep haar weifelen. Hij kwam. haar tegemoet en zij was er hem innig dankbaar voox*. U hadt een helooning voor den vinder uitgeloofd, juffrouw, zeide hij. Mag ik u verzoeken, die te geven aan een arm gezin? Voor mij is de gunst een, zij het ook nog zoo korte poos, in uw nabijheid te hebben mo- gen doorbrengen, de hoogste beloo- 1 ning. Hij boog. Nog eenmaal voelde hij de kleine, zachte hand in de zijne, hoorde hij de zachte stem en kort daai'op stond hij weer buiten, op den donkeren weg. I In-gelukkig snelde bij naar huis. Slapeloos wentelde hij zich dien nacht op zijn bed rond en als de dag gloor de, kleedde hij zich aan, om in de morgenlucht zijn brandend hoofd te koelen. j Hij richtte zijn schreden naar Aer- J denhout, onweerstaanbaar werd hij er i heengetrokken. Villa Christina was 'n mooi huisje, middenin een tuin met schaduwrijke boomen en prachtige bloemen. Waar zou zij nu zijn? Zij sliep ze ker nog. Maar waar Daar ging een venster open en een blond hoofdje keek er uit. Zij was het Verlegen nam Ottomar den hoed af en glimlachend, het blozend kopje zacht buigend, beantwoordde Anna zijngroet. Ottomar was in de wolken. En den volgenden morgen, op het zelfde uur, groette Ottomar zijn aan gebedene weder en Anna dankte met een vriendelijk knikje. En zoo ging het voortaan dagelijks, twee weken lang, tot Ottomar op een morgen alle jalousieën van de villa Christina neer gelaten vond. Urenlang liep hij voor het huis op en neer, maar binnen be woog zich niets. Huis en tuin waren als uitgestorven. En daar het ook de volgende dagen, als Ottomar door Aerdenhout wandelde zoo bleef, werd hij wanhopig. Wat had hij hier nog te maken, nu hij haar niet meer kon zien? Weg, weg van hier! riep hem een inwendige stem toe en hij gehoor zaamde er aan. Hij pakte zijn koffer en vertrok nog denzelfden dag. In het Grand Hotel te Scheveningen nam Ottomar voor eenige dagen ka mers. Het was al laat in den avond, toen hij er aankwam en hij ging dus spoedig naar bed. Deji volgenden mor gen liet hij het ontbijt klaar zetten op het balcon. dat bij zijn zitkamer be hoorde. Ottomar wilde het zich juist gemakkelijk maken in een leunstoel, toen hij plotseling onder zich een krij- schend „Morrrrrgen, moiTrrrgen" ver nam. Als geëlectriseerd sprong hij op, keek over de balconleuning naar om laag en zagCoco. Met een fijnen, zilveren ketting was hij aan het bal con vastgemaakt. En weer krijschte Coco zijn„Morrr- gen, morrrrrgen 1" en uit de kamer werd zijn groet door een zachte vrou- westem beantwoord. Goeden morgen, Coco klonk het uit de balcondeur en Ottomar had willen jubelen van geluk. Hij had de stem van Anna herkend. Coco Coco riep hij naar om laag. Coco luisterde. Hij draaide den kop naar alle zijden en kreeg eindelijk, na lang zoeken, den roeper in het oog. SpitsboefSpitsboegriep hij naar boven. Foei, Coco, mag je schelden? vroeg de zachte stem. Schatje stelde Coco zijn meeste- res gerust. Anna Schatje Wat scheelt er aan, Coco vroeg weer de vrouwestem. Coco hongerrr Zoo, heeft Coco honger? Zal ik hem dan iets te knabbelen brengen? Suikerrr, suikerrr, hoei*rra krijschte Coco vergenoegd. Een arm werd zichtbaar en Otto mar zag hoe Anna den papegaai een klontje suiker toestak. Wat zegt Coco nu vroeg zij. Suikerrr, suikerrr. hoerrraant woordde Coco. Neen, zóó niet. Wat zegt Coco Spitsboef Spitsboef Anna lachte. Dank je, zei Anna hem voor. Coco bleef echter bij zijn „Spits boef Spitsboefen daarbij keek hij zoo boos naar Ottomar, dat deze zich niet kon onthouden, luid te lachen. Verrast trad Anna naar de leuning van het balcon en keek omhoog naar den lacher. Een donkere blos overtoog j haar gelaat, toen zij Otomar zag. j Wat een toeval, juffrouw, zei hij groetend, ik ben op goed geluk af op I reis. gegaan en reeds op de eerste hal- te heb ik het genoegen, u te ontmoe- ten. I Sedert wanneer is u hier? vroeg I Anna, om in haar verlegenheid toch i iets te zeggen. Gisteravond pas ben ik aangeko- i men. Maar het valt u moeilijk, naar boven te spreken. Hebt u uw morgen- j wandeling al gemaakt I Neen, wilt u me vergezellen Als u het goed vindt, heel graag. Goed, binnen tien minuten ben ik beneden op het terras. I Nog een vluchtig hoofdknikje en An- na verdween in de kamer. Ook Otto- j mar verliet het balcon, om zich voor 1 de wandeling gereed te maken. Plot seling echter hoorde hij buiten Coco's stem \yeer. Bezetbezet 1 riep het praatzuch tige dier. Om te zien, wien Coco een plaats betwistte, keek Ottomar weer over het balcon en herkende tot zijn niet ge- ringen schrik den ouden heer met den witten baard, in wiens gezelschap hij Anna hét eerst had gezien. Een dienst- meisje was bezig hem een zachte reis deken om te doen. De oude heer was zeker ziek. i Gelukkigdacht Ottomar, want anders ging hij misschien meewan- delen. Dan echter schaamde hij zich over deze gedachte. Wie kon de oude heer anders zijn dan de vader van An na Anna, waar ben je Anna, waar ben je? riep Coco op dat oogenbliken stoorde Ottomar in zijn gepeins. Zou Anna al beneden wachten Hij l keek naar omlaag. Ja, daar stond zij en knikte tegen Coco. I Met een paar sprongen was Otto mar de trappen af en eenige oogen blikken later liep hij naast Anixa langs het strand. De oude heer met den witten baard was, zooals Ottomar vermoed had, de vader van Anna. Ottomar werd na de j wandeling aan hem voorgesteld en bracht nu al zijn tijd door in gezel schap van Anna en haar vader. Aan verre wandelingen kon de oude heer, die aan rheumatiek leed, niet deelne men. Die moesten de jongelui alleen ondernemen. Veertien dagen waren op deze wijze reeds voorbijgegaan. Weder keerden Anna en Ottomar van een morgen wandeling naar het hotel terug. Zij vonden de kamer leegmijnheer Wer ner had zich door een knecht naar het strand lafen brengen. Alleen Coco was er. Hij zat treurig in een hoek hij voelde zich gekrenkt, dat men hem alleen gelaten had. Toen Anna en Ot tomar de kamer binnenkwamen, kwam hij vroolijk uit zijn hoek te voor schijn en vloog op den schouder zij ner meesteres. Schatje Schatje riep hij vroo lijk. Wie is je schatje, Coco vroeg Ottomar. Anna Anna riep Coco. Anna lachte. Maar Ottomar trad dicht op Coco toe, streek hem zacht over de veeren en fluisterde Gelukkig dier Een diepe gloed kwam over Anna's gelaat. Verward sloeg zij de oogen neer, toen zij Ottomar's blikken op zich voelde rusten en zij beefde zacht. Is het waar, wat Coco zegt? vroeg Ottomar, terwijl hij de hand van het meisje greep, of hebt ge in uw hari nog plaats voor een ander? Bezetriep Coco. Maar Ottomar bekommerde er zich niet om. De blik, dien hij uit Anna's oogen opving, had hem verraden, dat Coco de waarheid niet sprak. Zacht trok hij de geliefde naar zich toe en drukte een kus op haar blank Voor hoofd. Spitsboefriep Coco verontwaar digd. Anna echter dreigde hem met den vinger. Foei, Coco, mag je scheldenzei ze verwijtend, hoe heet mijn scht ik heb het je toch geleerd? Nu, heet mijn schat? OttoinariT, Ottomarrrkrijst te Coco gehoorzaam. Ottomar keek verrast op. Hij stret de armen uit en Anna zonk aan zi borst. Coco vloog verschrikt van ha schouder, ging op de tafel zitten keek een oogenblik verba'asd naar gelukkige paar. Dan riep hij, als w hij, wat er gebeurd was Anna Ottomaixr Hoeri'ra Groente kweekende mieren. De mieren zijn van oudsher alkali meen bekend en bewonderd om ha 1,1 'k b'izondere eigenschappen, hare vlchtj en bijna menscheliike schranderhei De Bijbelsche wijze verwees deisj' luiaard naar haar voorbeeld en e hol man der nieuwere wetenschap, pi ad fessor Dubois Reymond, zeide vi tuu haar „Met welk een diepen eerbi aac staat de natuurondei'zoeker voor 1 «ag nietige eiwitklompje,hetwelk een mi a v tot hersenen dient." ;,Mi De mieren houden slaven en hu tb dieren zij beoefenen den landboi 5 en wat misschien niet algemeiPpe bekend is ook de Toenteteelt. «Nx De door hen gekweekte groente ut •eene soort van eetbaren paddensto flr Eenige mierensoorten in Texas le Toe gen geheele moestuinen aan van ito paddenstoelen, welke aan het uiterts de van witte dradige stengels soort van knop dragen, eenigszitt 1 gelijkende naar bloemkool in livat klein. Waar de mieren zulke bloei?- koolbedden kweeken, tieren die mB-o1 lig, terwijl deze paddenstoelen, a a k de menschen beproeven ze te kwi Hm ken, zeer dikwijls slechts uiteig Vl langzaam of in het geheel niet gro,»>r en. Hoe zij dat gedaan krijgen, d I haar geheim, waar men tot dusvei PJ' nog niet achter is gekomen. in i Eigenaardig is, dat de mieren vi eene bepaalde soort er zijn vi i Tx scheidene soorten van groente-kwi P kende mieren alleen eten van lióe gewas, dat door haar is gekweekt, as e Legt men haar kunstmatig gekwé'e m te „bloemkool" voor, dan wordt aed door haar versmaad. Ook eten t r miex'en uit het eene nest niet van g troi was, door mieren van een ander xy cl- gekweekt. ad Men ziet daarin een 'nieuw bewij it z dat het instinct der miex-en buite Q gewoon fijn is en in vele opzicht rtel scherper dan de waarnemingen dh< menschelijke zintuigen. ake ),te: Het Toortlirengen Tan kracht nit de warmte der aar 'j? Beschouwt men de hoeveelheade energie, die in den vorm van he aak water in de wanne - bronnen te vocirdi schijn treedt, zoo vertegenwoordi Paj dit zeker een zeer groot bedrag, iuv kan zij ook niet voor het drijven vt j ex eene gewone stoommachine- gebrui 1. worden, zoo is toch de hitte van hNa water voldoende een machine in gaiier te houden, die met gemakkelijk „Je dan als water kokende vlö'eistoffileei (ether, alcohol, koolzuur, enz.) gio< dreven wordt. Daarover is dan oom reeds dikwijls gesproken. Men ki et weliswaar gemakkelijk de diepte ln\' ;ik inrit palen, waar in 't binnenste der aari eon voor het dx-ïiven eener stoommxi chine toereikende temperatu ijnt heerscht, die diepte is echter op v< jk plaatsen zóó belangrijk, dat het g d". bruiken der daar aanwezige warm ssc geheel is uitgesloten, jn Aan de techniek zal 'twel met df el tijd gelukken, boorgaten van 50 T meter diepte even gemakkelijk tem ken, als die van 500 meterbove dien zou men voor dat doel plaats.! iee kunnen opzoeken, waar zich nog èi t e overblijfsel van vulkanische energied niet te diep onder de aardoppei"vla i,Ik te bevinden, zonder twijfel zou m< fan daar oori boorgat diep genoeg ku iar nen maken, totdat men omstreeks i nat een temperatuur van 150 graden Cj sius kwam. De grootste 2warighè ligt overigens niet in het maken vaip voldoend diepe boorgaten, maar in liet voortdurend verkrijgen van vcDie doende energie uit het lage gesteent dei want als eenig water in zoo eenhooine gat uit hoogere aardlagen kon biield nendringen, zou het gesteente, dilri het boorgat omringt, spoedig afko ku. len. Dat nauwelijks te vermijden oifg gerief noodzaakt dus tot een diep n, met 250 graden tot '300 graden Celsii te -aan, als men zich aan de oppe vlakte nog van een hitte van 150 gïi den wil verzekei-en. 'Voorshands staa ons drie wegen open, de warmte uffij het binnenste der aarde pracjisch gebruiken. De eene is, een bij lage temper!..-., tuur kokende vloeistof bij booi'gatetior van betrekkelijk geringe diepte te g Er bruiken, de tweede, bijzonder geschi kki te plekken in de nabijheid van vu e'1 kanen of zeer heete bronnen voor de aanleg van krachtstations te laezéi i - de derde, zulk heet water onmiddeleei lijk ter vex-warming te gebruiken. P Licht zouden wij in niet verre tof., komst de .strengheid van 't poolkl,— maat kunnen zien verminderen doon o warme stroomingen uit het ondei aai-dsche vuur, en 'tis niet zoo oi denkbaar, dat de naaste omgevifl van vulkanen, zooals van de Moi Pelee en den Vesuvius, met fabrieke bevolkt worden, die aan die reuzei slangen hun vorig gif onttrekken e het ten zegen der menschheid bi'uiken. VERTROUWELIJK. Jantje (tot jeugdigen vriend de in familie). Zeg! Jij gaat trouweiest: met onze Lise. Heer. Hoe weet jij dat Jantje. Och, ik hoorde papa var ochtend tot mama zeggen, dat 't toe!11 nog beter was dan heelemaal man. ZIJN HEILIGSTE GEVOELENS. Zij. Beste Adolf, ik bieb. je tot no| toe in den waan gelaten, dat pa rijmel is maar ik beken je eerlijk, dat lxi mij niets kan meegeven. Hij (na eenig zwijgen). Hoe heb|^| ge zoo met mijn heiligste •durven spelen 47 Je .Zi l Belt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 8