VERTENT IEBL AD.
De Graat von
Varnow.
21e Jaargang. No. 6434
Ver-schijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 23 JUNI 1904
des omtoefc waas eera Agent gevestigd is (kom des
1.20
Voo? Haarlem
Voof de dorpera i
gemeente) 6 1.30
Franco per post door - c 1.65
Afzonderlijke nummers s 0.02>£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37^
s a de omstreken en franco per post 0.45
Oltgavs 4et VsBBWHÖssJlisf Imomc Crater. Blwcttor J. C. PEEREBOOM
ADVERTENTIËN;
Van 1 —5 regels 5C Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regeL
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Kleine advertentièn 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Adverteren worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiön
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F JONES, Suce., Parijs, 3fits Faubourg Montmartre.
Tweede Blad.
Leskepraatjes over Onderwijs.
VI.
Laatst was ik in de gelegenheid
een redevoering van Jhr. Gr. Graaf
land te hooren, waarin hij het nut
betoogde van het individueel optreden
in ons leger, dat maakte dat men
op de „mennekes" huizen kon bouwen,
omdat zij, zich zelf bewust, en voor
hun verantwoordelijkheid staande,
hun plicht zouden doen. Dat indi-
vidueele is nu, vind ik, niet alleen
in het leger noodig, maar in alle
ambten, in alle vakken, in alle be
trekkingen. En dat individueel komt
op onze opleidingsscholen volstrekt
niet tot zijn recht. M'n dochtertje
dat op de Lagere School in Gverijsel
de lieveling, durf ik wel zeggen, was
geweest, omdat er niets gebeuren kon,
zij kon niets zien of hooren, of ze
moest weten hoe dat zoo kwam, en
telkens als de les om was of onder
de les ook wel als meester het voor
allemaal geschikt vond kreeg zij ant
woord. Ook wel eens, natuurlijk heel
vaak: „ja, kind, dat kan ik je nu
nog niet uitleggen, dat begrijp je
wel als je ouder wordt", maar het
meisje werd er door gescherpt in het
waarnemen en groeide dus geestelijk,
zoo goed als lichamelijk. En nu
hier op de opleidingsschool zette
zij dat voort, maar al heel gauw
hoorde ze: „Ja, kind als ik dat zeg
dan is het zoo, hoor je." Veel later
pas vernamen we dat, maar we merk
ten al gauw na onze komst hier, dat
het kind stil was, als ze uit school
kwam; en toen we het eenmaal ge
hoord hadden, dat de juffrouw haar
niet-begrijpen-en-dus-twijfelen uit de
hoogte behandeld had, toen begreep
ik ook waarom het kind nu maar
weinig meer vroeg.
Er is een bepaald stuk onderwij s-
koek gesneden voor elke klas; dat
stuk moet opgekauwd worden in
zoo'n jaar, want aan het einde van
alle jaren samen moet de koek op
zijn. En wie daar nu het geregeldst
van gegeten hebben, komen door
hun examen voor de H. B. S. Eet
men nu ongeregeld zoo'n jaar, omdat
er te veel geantwoord moet worden
op weetgierige vragenonze jongens
hebben toch altijd een waarom? vóór
in den mond; dan moet men zich
een volgend jaar een indigestie eten.
Zoo iets kan in een goede school
niet voorkomen en zoo wordt dan
ook week vóór, week na een stuk
van de koek afgesneden. Dat gaat
ftllpR zoo machinaal, dat het eten ten
slotte ook machinaal gaat en er geen
genot meer in het wetenschappelijk
smullen bestaat. Zou dat ook de re
den zijn, waarom er zoo weinig opge
wektheid vaakt heerscht en er met
zoo'n haat van het „hok" gespro
ken wordt? iLaatst sprak ik een
vader, wiens jongen, naar hij zei, in
het eerste schooljaar vlak nadat het
de kunst van schrijven geleerd had
zulke aardige brieven schreef, één
van vier kantjes vol. Na dat eerste
jaar kwam zoo iets niets meer voor
'een brief was een karwei voortaan
Valt dit onder dezelfde rubriekj te
brengen? Zoo'n jongen is op z'n ze-
vende jaar toch nog niet blaséOf
is het een verschijnsel misschien dat
zich meer onder jongens voordoet
En nu het resultaat? Laatst sprak
ik een leeraar, en ik vroeg hem hoe
hy er over dacht. Hij vond mijn
beeld nogal goed gekozen en zei: ze
denken bij ons met dat koek eten
door te kunnen gaan. Maar ze moe
ten bij ons zelf werken, zelf denken
en dat valt dan vaak niet mee. Vraag
de andere helft van een volzin, nadat
je zelf de eene gezegd hebt en het
antwoordt zal bij jongens en meisjes
meestal goed zijnzoo goed leeren ze
hun lessen wel. Maar gooi den boel
nu eens even door elkaar en vraag
eens om één hoofdzaak en ze zitten
heel lang met open monden. Wie er
dan het gauwst bij zijn, het vlugst-
van-denken dus, dat zijn in den regel
die van buiten, d w.z. die niet van de
opleidingsscholen komen. Die hebben
blijkbaar mógen en dürven vragen.
Die kunnen ook luisteren. En vroeg
ik: 7.ou dat nu alles niet beter wor
den als we de toelatings-examens
afschaften? Maar zijn antwoord was
niet bemoedigend, 't Zou kunnen zijn
dat het iets gaf, maar hij vreesde:
niet veel. Waarom? Beter zou
het er zeker van worden, want dan
kwam het er niet meer op aan of
men veel van buiten had geleerd,
maar of men goed z'n verstand kon
gebruiken en allicht zou er meer op-
den ten bedrage van een niet onbe
langrijke som op die begrooting.
Werd al betoogd, dat de eisch een
rechtverkorting was van liet regenten-
college, niet behoorende tot de be
voegdheid van den raad, en werd ook
al voorgesteld de rekeningen niet
goed te keuren om een beslissing van
Gedeputeerden uit te lokken, de raad
eischte de overlegging van kwitan-
tiën. En het gevolg was, dat het re
genten-college unaniem zijn ontslag
nam; daarvoor had liet reeds... ge
waarschuwd. De raad meende, dat
nu eenmaal de geheimhouding, al
strekt de overlegging alleen maar voor
de leden van den raad, niet meer
van onzen tijd iseen zeker princi-
pieele zaak, die toch een interpretatie
van Gedeputeerden zal moeten uitlok
ken. De hardnekkige tegenstand prik
Uit de Pers.
De reddiug van d n M'ddensfand
In ,,De Kroniek" een artikel van den
bekenden soc.-democraat F. M. Wi-j
baut. onder dit opschrift, naar aan-
leiding van de door de heeren C. M.1
M. van den Berg en prof. Jitta uitge
brachte praeadviezen voor een a. s. t
congres
Over het eerste schrijft de heer
Wibaut
,,Deze Middenstands-selfhelp doet
stellig frisscher aan dan het reactio
naire gedoe van de eigenlijke mid-
denstandspolitiek, die ons wel haast
door de politie in de kleine winkels
zou willen laten sleepen om er onze
inkoopen te doen. Doch liet schijnt
kelde den raad tot afkeuring van een onzeker, dat dit ei van Columbus de
begiftiging, waarbij de controle op de j wondere kracht zal hebben om den
verordening niet mogelijk is. j middenstand gezond en sterk te ma-
Wat blijken zal, we weten het niet. j ken. Het is eigenlijk, voor ons land,
Allerminst heeft de raad reden, hethet ei van den heer Fiedeldij Dop, die
regenten-college te verdenken, maar'reeds alom in het land voor de pro-
de meerderheid liet door de aanne-paganda van winkeliers-coöperatie is
ming eener motie het college gaan. opgetreden. Er zullen zonder twijfel
Juist omdat beroep werd gedaan op wel kleine winkeliers zijn, die dooi
de verantwoording in andere gemeen-onbelangrijken omzet onvoordeeligin
tern komt ons deze quaestie van zoo-koopen en voor wie in gezamenlijken
veel bela^~ voor. dat ook elders daar-1 inkoop voordeel zal zijn gelegen. Hoe
aan wel de aandacht mag worden ge- j sterker de winkeliers zich door geza-
wiid. -i;:i- 4
Diefstal met muziek.
menlijk optreden maken, hoe langer
zij het zullen volhouden in den strijd.
Doch overwinnen het „Waarenhaus"?
Overwinnen het overmachtige groot-
kapitaal dat in negen gevallen van de
op tien de productie beheerscht van de
In den nacht van Donderdag
Vrüdag hebben dieven te Vaals (Lim-waren, die de winkeliers, ook veree-
ui&gu ou amouL üuu vi 1.1 \j y- yi «'uaft iu uucn uictrii i y aaxo \uiiii ucliou, onu YJC MlUftOliClo, „UJY icico
gewektheid bij de leerlingen zijn dan bursr) zich door middel van het uit-1 nigde winkeliers, moeten koopen? Of
t»n oi to I sniiden eener sroote trlasruit toegang- de srondstoffen beheerscht zoo winke-
weten te verschaffen tot de restaura-liers-coöperaties zelve fabrieken willen
tiezaal van den heer J., alwaar twee inrichten Het grootkapitaal, dat, zoo
muziekautomaten aanwezig zijn. j dra het dit voordeelig acht, zelf win-
Na het eerste van het ingeworpen keiier en ook wel leurder wordtdan
aantal grosschen ontdaan te hebben,alles tegelijk isbeheerscher van de
zocht mén verder succès bij het twee- grondstof, van de productie, van het
de. doch o hemel, op eetas klinkt eenvervoer, van de handelsinrichtingen
aardig mopje- -door het. -vertrek, het-jn het groot en in het klein, zoodat
welk de inbrekers lials over kop deed alle winst die uit den verbruiker is te
vluchten door het raam, zonder dat - halen, na aftrek van de minstmogelij-
zi] verder naar de schoone muziekke verkoopkosten, terecht komt bij de
luisterden. De ^eigenaar werd door dit andere millioenen, het grootkapitaal
geven gewoon ontwikkelend onder- zeldzaam onverwacht concert wakker, I grooter en machtiger komt maken. Het
wijs, zonder ons om welk programma 1 doch inmiddels waren de inbrekers is niet aannemelijk, dat zelfs de reu-
te bekommeren. Daar konden dejweer in zekerheid. j zenmacht" van de winkeliers-cóöpe-
examinatoren wel niet anders doen int)ra, f!, 1,1 ,n" 1 ratie het grootkapitaal zal belemme-
dan ja en amen zeggen. - Maar delï^f" M WftalSSd Zate i reH in rtezen Zooals eIke ver"
pischèn voor de toelating dan9 rateur e Simpelvela plaat.,bruikscoöperatie vindt ook de winke-
eiscnen voor ae loeianng aan. i alwaar ook een muziekautomaat door n cortDpratie de grenzen van hare
Dan moesten die vanzelf-gewijzigd middel van inbraak -eplunderd werd. SS,kken door dl behSrschl"
'Jr. V.U Ar. Rnrrroe. Tfov. Koido i I ,1a JaJorc IIldGIll gcl-l OKKen UUUr UB De 11 etjrbUIierb
vaak krijgt die jongen van z'n colle-
gaas op z'n kop die iets weten wil.
Maar of daarmee zoo'n heele school
zich wijzigde, of daarmee in eens de
lust tot onderwijs-koeketen en- koek-
geven verdwenen zou zijn? Dat be
twijfel ik wel. Immers, als de hoof
den het zoo heel naar vonden zooals
het nu is, zouden ze wel protesteeren
en zeggen: wij doen het niet; wij
Van beide inbraken zijn
onbekend.
Een raar geval.
de daders getrokken door
I der productie, de beheerscliers der
I grondstof.
I Ook is het niet zeker, dat de par-
I ticulfère coöperatie zich door dewin-
j keliers-coöperatie zoo aanstonds over-
j bodig zal laten maken. Het gaat bij
Te Holzet Vaals doet zich een zeld de coöperatie nu niet tegen de winke-
dnwen ën dnt met het mooiste weer 1zaam geval voor. Twee personen be-; liers als personen, doclTtegen de win-
ÜUW'Q en dat met het mooiste weer. <lkaar het recht ïim imurdcr kelierswinst. Daar zal het tegen blij-
Zou de ereemgin0 tot ereenvou- - van een en dezelfde woning te zijn. i ven gaan, ook zoo die winst, die ioch
digmg van Examens en Onderwijs, j)e oude huurder betaalt huur en wil altijd de winst van tussclienpersonen
de V. E. O. daar niets aan kunnen er niet uit, de nieuwe huurder heeft blijft, op andere wijze wordt verkre-
een half jaar de huur vooruitbetaald gen.
volgens een schriftelijke kwitantie. Maar wat voor den waren midden-
doch kan er niet in. De een beplant stander niet minder erg isde win-
zorgvuldig den tuin, de ander gooit keliers-cooperatie van den heer Van
het goed des anderen daags over de den Berg zal even boosaardig als de
heg en plant er zijne planten in; deze „particuliere" coöperatie een aantal
scène herhaalt zich steeds, de tuin-middenstanders uithongeren tot den
haag moet het ook al ontgelden en. dooci Wat moet er van de grossiers
wqrdt door de vermeende rechtheb-1 komen> ajs kleine winkeliers ge-
bende uitgebroken, om vrij den tuinzamenujk jjjj den fabrikant of bij den
m-r,eiT nnen -exporteur in het productieland gaan
Beiden loopen naar de politie, om ]i0open Wat van de reizigers, die nu
tegen elkaar proces-verbaal te doen I deze winkoliers v00r hurfne aankoo-
worden. Ze konden bij de Burger
school b.v. er toch geen honderd af
wijzen.
Ja wel, zei ik, maar ons gepraat
geeft niet veel. Ondertusschen blijft
voor onze kinderen het laatste stukl
onderwijskoek nog al zwaar te ver
doen Hier bestaat tot nog toe geen
afdeeling.
OVERIJSELAAR.
Binnenland
Eeu gasthuizen-kwestie.
Men schrijft uit Amsterdam aan het
,,N. v..h. N."
Hoe het ۆders_ gaat, we weten het
niet. Maar dat het hier gaat onder
een entre-nous-tje van regenten der
drie gasthuizen met de toekenning
van preuves, dien schijn had het in
de raadszitting van Zaterdag, toen
met liardnekkigen onwil bij monde
van den regenten-voorzitter het be
stuur weigerde over te leggen de kwi-
tanties van toegekende z.g. maaltij-
opmaken. doch het zaakje is al te
ingewikkeld en er zal een Salomo's
oordeel moeten geveld worden, eer
beide rechthebbenden er zich bij zul-
ln neerleggen.
pen bezoeken, van de agenten en de
commissiohairs Zijn dat ook geen
middenstanders, zelfs handeldrijven
de Men ziet hetde winkeliers-coö
peratie zal wel sommige middenstan
ders tijdelijk kunnen helpen, dochten
koste van anderen„zaaiende de
slachtoffers langs haren weg".
Het tweede prae-advies is van pro-
fessor mr. D. Josephus Jitta over „On
eerlijke Concurrentie". De professor is,
zooals den geleerde betaamt, voorzich
tiger dan de heer Van den Berg. Hij
belooft geen radicale redding. Over
de bescherming van den winkelstand,
als maatschappelijk zwakkere tegen
het. maatschappelijk sterkere grootbe
drijf heeft hij het hier niet. Die con
currentie van overmachtigen moge
„oneervol" zijn, maar ze is niet „on
eerlijk". „Oneerlijk" zijn enkel de be-
driegelijke middelen, die door de wet
kunnen worden geweerd. De heer Jit
ta, die den juridischen kant van het
vraagstuk het vorig jaar behandeld
heeft voor de Juristenvereertiging, her
innert er aan, dat veel wat als „on
eerlijke concurrentie" wordt genoemd,
thans reeds voor de wet strafbaar is
of algemeen als strafbaar wordt er
kend. Het gebruiken van eens anders
handelsmerk hijvoorbeeld. Wat aan
de wetten op dit punt ontbreekt, kan,
uitgaande van aanvaarde beginselen,
gemakkelijk worden aangevuld. Ook
tastbare flesschentrekkerij is reeds
strafbaar. Doch het is niet enkel on
der deze groote misdrijven, dat de
middenstand lijdt. Er zijn er kleinere
van wic-r booze werking deze groep
van nijveren moet worden bevrijd.
Daar is d,e „Bekladding" in een par
ticulier gesprek of in ruimen kring
„een zwart trachten te maken". Van
de kousen, die de concurrent verkoopt,
vertellen, dat ze gauw versleten zijn
bijvoorbeeld. „Overdreven lofuitingen
op eigen waren", zegt professor Jitta,
„vergelijkenderwijs uitgesproken of
geadverteerd, kunnen licht de grens
der bekladding raken". Wie van zijn
cacao of zijn margarine zou zeggen,
dat ze de beste is en de voordeelig-
ste in het gebruik, zou, vreezen wij,
deze grens overschrijden.
Er is verder, wij doen uit de rubrie
ken van strafbaarheid een keuze, de
„onderkruiping", o. a. „de aftroning
van klanten door lagere, aanbiedin
gen". Inderdaad in den handel, ook
wellicht buiten het winkelbedrijf, men
zou bijna willen zeggen een slechte ge
woonte, bij welker algeheele verdwij
ning zoowel de aangenaamheid van
het bedrijf als de broederlijkheid on
der de beoefenaars aanzienlijk zou
winnen.
Dan is er de „misleiding", o. a. „bij
een concurrent een dwaling opwek
ken" omtrent „de kans van verkoop
op een bepaalde markt en er is nog
veel meer.
Het is voor handeldrijvende midden
standers om van te watertanden geen
klanten meer verliezen door lagere
aanbiedingen van den concurrent
zijn concurrenten voortaan kunnen be-:
schouwen als vertrouwbare informa-
tiehureaux om te vernemen waar men
zijne waren het best aan den man
brengt.
Infusschen, wij hadden het al ver-'
moed, is de weg voor de wetgeving om
deze verbeteringen tot stand te bren
gen geen gemakkelijke en wellicht ook
geen snelle. Het gaat niet aan, zegt
professor Jitta, om, zooals feitelijk het
ontwerp Cort van der Linden bedoel
de, als beginsel te stellen „wie in het
handelsverkeer zondigt tegen de deugd
der waarachtigheid, is strafbaar".
Het is wel jammer, dat dit niet kan,
- want het lijkt zoo afdoende.
Maar hot kan niet, zegt het prae-
advies, en het komt tot de conclusie,
dat om afdoende wetgeving voor te
bereiden, de middenstanders zeiven
als deskundigen, aan het licht moeten
brengen in welke vormen het misdrijf
zich het meest openbaart. De Bond
moet op het congres hesluiten tot het
instellen van een onderzoek, waaruit
zal blijken, „welke bepaalde feiten
van eigenlijke oneerlijke concurrentie
komen in Nederland voor, zoo vaak en
met zulke nadeelige gevolgen, dat zij
door don Staat niet kunnen worden
geduld
De prae-adviseur is lid van den
„Ned. Bond van Vereenigingen voor
den Handeldrijvenden Middenstand".
Zijn vriendelijke bedoeling staat dus
boven twijfel. Ware het anders men
zou hem allicht verdenken hier met
den middenstand een grapje te ma
ken. Want wat hij hier van hen
vraagt, lijkt sprekend op een gewe
tensonderzoek en zulks in het open
baar Ho© dikwijls hebben wij onzen
concurrent misleid en hoe Hoe dik
wijls hebben wij hem door „lagere
aanbiedingen" „klanten afgetroond"?
Hoe dikwijls hebben wij onze waar
tegenover de zijne „overdreven" ge
prezen Of wellicht zelfs zijne waar
.zwart trachten te maken?"
Doch welke groote vooruitgang
wordt zonder offers verkregen De
boetedoening van deze openbare zelf
beschuldiging. is een kleine inleg, ver
geleken met de groote winst die de
verdwijning der oneerlijke concurren
tie voor den handeldrijvenden mid
denstand zal wezen.
Ten slotte deze conclusie
Zoo worden den middenstanders op
hun aanstaand congres twee methodes
van redding geboden. De eene is de
selfhelp van den heer Van den Berg,
waarvan te vreezen is, dat ze maar
een klein aantal zal helpen en die nog
maar tijdelijk. De andere is de hulp
van den wetgever om voortaan voor
ondeugd te worden behoed, nadat men
eerst zijn feilen en tekortkomingen
heeft aan het licht gebracht.
Men zal gaarne van de bra afma
king van het handelsbedrijf het beste
hopen. Doch wie bedenkt, dat het
stelsel zelf, waarvan getracht wordt
enkele gevolgen door strafwetgeving
te betoomen, onverkort blijft bestaan;
dat de concurrentie ook voortaan de
middenstanders voor de keus blijft
stellen „slaag, overtref uw buurman
in succes of ga onder", die zal niet
kunnen vorwachten, dat een paar min
of meer duidelijk geredigeerde straf
bepalingen de wijze van strijdvoeren
veel zullen verbeteren.
De middenstanders zijn uit hunnen
aard niet zondiger dan andere men
sehen. Hunne zonden, grootere en
kleine, die door een wet op „oneerlij
ke concurrentie" zouden worden ge
straft, spruiten voort uit den bitteren
strijd om het bestaan, dien zij heb
ben te voeren. Zoolang de strijd blijft
woeden, zal de broederlijkheid onder
de strijders niet innig, noch algemeen
kunnen worden.
Letteren en Kunst.
Eeu dryvende tentoon stelling
van Holl iiideehe kunst.
De heeren Bloys van Treslong, in
genieur en Zilcken, kunstschilder, heb
ben een plan gemaakt voor een on
derneming welke ten doel heeft de
belangen van den kunstenaar, in het
bijzonder ten opzichte van het buiten
land te behartigen, zoowel door het
arrangeeren van tentoonstellingen te
water en ook te land als door andere
middelen. Wat meer speciaal de drij
vende expositie betreft, deze zal ge
paard gaan met excursies op het ge
bied van de kunst, waaraan zoowel
kunstenaar en kunsthandelaars als
aankomende jongelui kunnen deelne
men.
Die excursies zullen tevens dienst
baar worden gemaakt aan het aan-
knoopen van connecties, het bestudee-
ren der artistieke en commercieele
verhoudingen, het samenwerken on
derling en met buitenlanders, enz.
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
44)
Bordeaux voor u en een licht Moe
zelwijntje voor mij, hernam hij. Zwa
re wijnen mag ik niet drinken; zij
bekomen mij niet goed.
Op den keper beschouwd heb ik
ook genoeg, antwoordde de rentenier,
maar liet het toch toe, dat zijn glas
weder gevuld werd. En als 't u goed
is, graaf, zullen wij op eikaars ge
zondheid drinken.
Met 't grootste genoegen, oom
ik durfde het u niet voor te stellen,
omdata ik de jongste ben.
Gekheid, wat bekommert een
verstandig man zich om dergelijke
vragen der welvoegelijkheidDus
klink eens met me
Op uw gezondheid, oom
Zij ledigden de glazen en de oude
beer waggelde, toen hij opstond, om
den graaf te omhelzen.
Ik hoop, dat wij trouwe vriend
schap voor elkaar zullen koesteren,
sprak hij met onvaste stem.
Dat lijdt geen twijfel, antwoordde
Augustik ben geen spelbreker en
voor een vriend kan ik mij opofferen.1
Dat geloof ik, knikte de rente-1
nier; je bent een fideele vent en hebt
een gezonde levensbeschouwing.
Daarvoor heb ik ook een moeilij-
ke school doorloopen.
't Heeft jou geen nadeel gedaan.
Zeker, 't was een gevaarlijke wegje
hadt evenzoo goed schipbreuk kunnen j
lijden
Dat niet
Maar onder de tooneelspelers
ik heb alle respect voor dat lichtzin-j
nig volkje.
't Is zoo erg niet als men 't zoo|
gaarne maakt. j
Maar toch erg genoegge zult I
bet tegendeel niet kunnen beweren, i
De rentenier bromde eenige woor-j
den en greep met bevende hand naar
het glas. I
August wilde juist de kamer verla
ten, "toen zijn vader binnenkwam.
Ik zoek je, sprak de graaf, ter
wijl hij door zijn lorgnet een vor-
schenden blik op den rentenier wierp;
de vrouw van den president is naar
hare kamers gegaan, daarmee is het
feest geëindigd en wij zullen heen-;
gaan.
—Wat is er gebeurd? vroeg August:
bezorgd. j
Niets bijzonders een kleine
flauwte daardoor een beweging on-
der de dames en het vertrek van die
gasten, aan wie dit vooral welkom
was voila tout! Neem afscheid, ik
verwacht je in de kleedkamer.
August schoof zijn arm in dien van
zijn vader en ging met hem de kamer
u;t.
zult alleen moeten gaan, zeide
hij fluisterend, ik heb dc-n erfoom be
loofd, hem naar huis te brengen heel
plezierig is dat nu juist wel niet, maar
u weet
Zeer welwees dan zoo goed en
houd mij niet langer op.
August dankte zijn vader, gaf hem
de hand en trad snel naar een be
diende, die hem scheen t» wachten en
inderdaad den last had hem te zoe
ken en in de familiekamer te bren
gen.
Helena en Irma waren ontroostbaar
over dit plotseling afbreken van het
feest. De bittere uitdrukkingen over
het voorgevallene gaven August te
kennen, dat zij de flauwte barer moe
der slechts voor een comedie hielden.
De president kwam na eenige oogen-
blikken ook binnen hij had Frits ver
zocht de plichten van den heer des
huizes over te nemen jegens de laat
ste gasten, die zich gereed maakten
te vertrekken.
Hoe deelnemend en bezorgd hij zich
ook hield, eenige uitdrukkingen, die
hem onwillekeurig ontsnapten, verrie
den toch, dat bij innerlijk boos was
op zijne echtgenoote.
August kon slechts een paar woor
den met hem wisselen de belofte aan
j oom gegeven dwong hem afscheid te
nemen en men deed ook geen moeite
hem terug te houden. De dames wa
ren niet in een humeur om een vroo-
lijk gesprek aan te knoopen en de
president wenschte zich ook naar zij
ne vertrekken te kunnen begeven.
De rentenier zwaaide tamelijk erg,
toen liij aan den arm van August het
huis verliet.
Dat noemt men nu diep in 't glas
kijken, bromde hij met onvaste stem.
Ik kan mij den tijd niet meer herin-
neren, dat 't mij 't laatst is overko
men.
En wat hindert dat. schertste
August. Die nimmer dronken is ge-
weest, is wis geen brave vent.
Niet zingen, beste vriend, niet,
i zingen verzocht de oude heer ang
stig. Dat ontbreekt er waarachtig nog
aan, dat de nachtwacht ons inpikt
j Wees maar niet bang
I Nou, nou. die maken weinig com-
plimenten Jij hebt ook een glaasje te
I veel, hé
Dat kan wel.
Dat spreekt vanzelfmen moet
feest vieren als er feest is lolde de
rentenier, schep vreugde in 't leven,
zoolang liet lampje schijntWeet-je
wat. beste vriend Je moet morgen
ochtend bij me komenAnna moet
een dïgestie-ontbijt voor ons klaar ma-
ken, dat klinkt als een klok. Aange
nomen
Met plezier
Goed dus afgemaakt. Maari
loop een beetje recht, oude sukkel, j
Donders, als ik jou daar niet had vast-1
gehouden, dan zou je nu in de goot,
liggen. Zeg. die appelflauwte van;
mijn schoonzusterVerdikkie, wat!
maakt die wijn mij slaperig.
Gelooft u niet aan die bezwij-;
ming vroeg August.
Loop heen! Comedie, zeg ik je. j
Maar tot welk doel
Ja. weet ik dat! spotte de oude
heer giebelend. Misschien was de laat-
ste flesch wijn wel uit den kelder ge-
haald. o, ik zeg je. die vrouwen
weten overal raad opzij zitten zei- j
den verlegen
Ik geloof toch niet. dat
Wat? Dat hot de laatste flesch!
wijn was? Comedie was het zekeri
Nóu, dien bordeaux van mijn broer j
drink ik ook nooit meer. die is mij te j
zwaaroch. lieve deugd, als Anna!
mij zóó ziet, dan héb ik geen deel van;
leven meer.
Kunt ge haar niet wegsturen
De rentenier bleef staan en zag zijn]
metgezel stijf aan. toen haalde hij zijn
snuifdoos uit zijn zak, om een snuifje;
te nemen, wat met eenige moeilijkhe
den gepaard ging. daar hij den arm
van August niet durfde loslaten.
-- Weg sturen? antwoordde hij.;
Daar rnoet-je maar niet aan denken!!
Waar zou ik eene andere huishoud-'
ster vinden
Dat is een kleinigheid
Daar heb-jij geen verstand van,
beste vriend. Neen, Anna kent mij en
mijne gewoontenSapperloot, daar
zijn wij al thuis!
L' heeft immers den sleutel
Natuurlijk.
Ik zal de deur opensluiten geef
mij den huissleutel.
Ja, ja. bromde de oude heer, ter
wijl hij in zijn zakken zocht, maar wij
zullen leven maken en als Anna be
neden komt
Ik blijf bij u, totdat ge in bed
ligt.
Gekheid, beste vriend, als ik eerst
maar in mijn slaapkamer ben, dan
zal ik het wel vinden.
Goed, ik zal u naar boven bren
gen.
Maar geen leven maken, hoor!
sprak do rentenier, die nu den sleutel
gevonden had.
August deed de deur open enboeg-
seerde zijn nieuwen vriend zoo goed
het ging in huis.
Zonder gedruiseh ging dit natuur
lijk niet,, want de oude heer strompcl-
de al te luidruchtig de trappen op.
Eindelijk waren zij boven; zij kwa
men in de woonkamer, waar de kraai
krassend uit haar slaap ontwaakte.
Stil. Gerrit riep de rentenier.
Daar op tafel staat een kaars, beste
vriend.
Ik heb baar a! gevonden, ant
woordde August, wiens stem plotse-