„De vergunning in dit artikel be doeld, wordt niet geweigerd dan wan neer dit gevorderd wordt met het oog op brandgevaar of redenen van vei ligheid voor de bezoekers. In dit ge val moet het daartoe strekkende be sluit met redenen omkleed zijn". Voorts adviseert de Commissie om den aanhef van de derde alinea te doen luiden als volgt „Bij het verleenen der vergunning wordt door Burgemeester en Wethou ders met het oog op brandgevaar of redenen van veiligheid voor de be zoekers bepaald, enz." Ter wille van een juiste toepassing van art. 157 adviseert de Commissie om aan art. 158 toe te voegen „e indien niet zijn opgevolgd de bepalingen, welke door Burgemeester en Wethouders zijn gemaakt, op grond van het derde lid, lett. e van artikel 157." Door den heer W. Stolp is voorge- stelt, om aan lett. e. van art. 157 toe te voegen Onder bepaling, dat van dit voorschrift de Vereeniging en het Brongebouw uitgezonderd zijn. Ook dit voorstel ontraadt de Com missie, omdat het volgens haar oor deel niet aangaat om in een a 1 g e- m e e n e politieverordening, die be oogt voorschriften van algemeenen aard, dergelijke met name aangedui de uitzonderingen op te nemen. Door den heer Van de Kamp is voorgesteld als slotalinea aan art 157 der politieverordening het navolgen de toe te voegen „Van de uit kracht van dit artikel gegeven beschikkingen van Burge meester en Wethouders, staat voor belanghebbenden binnen veertien da den beroep open bij den Gemeente- Raad". (Die beschikkingen betreffen het verleenen van vergunningen voor het doen houden van uitvoeringen enz., benevens van het geven van voor schriften). De heer STOLP heeft zijn toelich ting al gegeven in zijn stuk. De heer VAN DE KAMP zal ook kort zijn. Spr. meent, dat zijn voorstel alle partijen kan bevredigen. De heer SNELTJES zegt, dat alle voorstellers het eens zijn. dat eenige verandering noodig is. Dit art. 157 heeft vroeger altijd- voldaan, maar velen meenen, dat de toevoeging in Februari gedaan over het vastzetten van stoelen, wel eenige wijziging be hoefde. Vandaar, dat spr. alleen over 't vastzetten der stoelen beroep op den Raad zou wenschen. De heer MODOO is 't hiermee niet geheel eens. Dat er nu oppositie komt, is omdat B. en W. nu pas gebruik hebben gemaakt van het artikel. De Raad bedoelde dus met de aanneming van de bekende motie het geheele ar tikel. Werd op 't denkbeeld van den heer Sneltjes ingegaan, dan waren alleen die zalen gebaat, die nu in 't gedrang komen wegens 't voorschrift van het vastzetten der stoelen. De anderen zouden er niet mee gebaat zijn en uitzonderingen acht spr. ver keerd. Vandaar dat spr. heeft voorgesteld, de bevoegdheid van B. en W. over te brengen bij den Raad. Dat dit wegens den korten tijd, waarin beslissing moet worden gegeven, niet kan, geeft spr. niet toe. B. en "VV. kunnen advi- seeren, de Raad zal verantwoordelijk zijn. Dat is eigenlijk het kardinale punt. De schouwburg is gesloten om de brand te Chicago. Beter is 't, dat de Raad zulke zaken behandelt, die zal dat niet zoo snel doen. Spr. is over deze daad zeer gegriefd. Wat toch is 't geval? De exploitant had vergun ning, zij het ook niet schriftelijk, ook B. en W. beschouwden het als een doorloopende vergunning, bewijze dat de architect der gemeente telkens nieuwe verbeteringen heeft voorge schreven. Dezen werden steeds ge maakt. Natuurlijk meende de exploi tant dus, dat zijn gebouw aan de eischen voldeed en de gewekte ont stemming is dus begrijpelijk. Was het gebouw zoo heel slecht, hoe hebben B. en W. het dan zoolang laten ge bruiken, of het kon er nog wel niee door en dan had men alsnog den ex ploitant. scherpere maatregelen kun nen gelasten. B. en W. hebben nu niet goedge- daan. De Raad is indirect verantwoor delijk, wegens het overbrengen van de verantwoordelijkheid van B. enW. Mocht het voorstel-Bijvoet c. s. wor den verworpen, dan zal spr. voor het voorstel-Van de Kamp stemmen. Dat beginselhooger beroep op den Raad is geen nieuwigheid in de politiever ordening. Er is gefluisterd, dat het College van B. en W. verbolgen, was en heen zou gaan. Niemand heeft getwijfeld aan de goede bedoelingen van B. en W., maar dezen behoeven het zich niet tot oneer te rekenen, als hun stand punt niet wordt goedgekeurd. De heer LOOMETJER is het eens met den heer Sneltjes. Dit is een be middelend voorstel, al heeft men ge zegd, dat het inconsequent is. Art. 157 is van tijd tot tijd toegepast, maar heeft nooit aanleiding tot bezwaar gen. Heb-je bloed gezien Neen. Ahadus geen moorden de werktuigkundige slaakte een zucht van verlichting. Geen moord? antwoordde de jon gen kijk het lijk maar eens in 't gelaat, zooals ik gedaan heb ik zal dat gezicht nooit vergetenEn de zwarte vogel is ook dood. Hebt ge mijnheer niet gezien Neen ik heb er niet aangedacht te kijken of ik hem ook zag. Ga nu zelfs naar boven Ik zal mij er wel voor wachten, sprak Weber zacht; dat zou een ge legenheid zijn om mijn vingers te branden. Maar Anna kon misschien nog wel het leven gered worden, bracht Louise in' het midden. De werktuigkundige haalde zijne schouders op, alsof hij wilde zeggen, dat dit hem in zijn besluit niet kon doen wankelen. Je kunt. de redenen wel gissen, waarom ik beneden blijf, hernam hij. ik zou niet. graag nog eens zulk een moeilijken tijd doorleven. Wij zullen een dokter en de politie roepen tot, zoolang moet alles blijven zooals het is. De bakkersjongen wilde, zich verwij deren. Weber sprong schielijk hem in den weg. .li j blijft hier, beval hij. Dat zou er nog aan ontbreken, dat. de heelc gegeven. Nu is de nieuwe bijvoeging gekomen en de heer Stolp wil een paar gebouwen uitzonderen, wat spr. niet wenscht. Wel neemt de Raad iets terug van wat in Februari aan B. en W. is gegeven. Dit moge inconsequent zijn, toch zullen velen daarmee ge baat zijn. De heer RASCH is tegeu de voor stellen van de heeren Sneltjes enVan de Kamp. Slechts in één art. wordt hooger beroep toegelaten, n.l. in art. 184. De Raad heeft de maatregelen te gen brandgevaar opgedragen aan B. en W., omdat hij er dus niet over kon oordeelen. Immers gaat het niet aan, dat in geval van geschil de Raad het dan beter weten zou. Bovendien is hooger beroep onmo gelijk in gevallen, waarbij spoed noo dig is. In de praktijk zal de Raad ko men voor tal van moeilijkheden en b. v. hebben te beslissen, of ergens een noodtrap of nooddeur zal moeten worden gemaakt, of waar noodlichten neergehangen. Over dit alles wil men heenstappen wegens de quaestie van 't vastzetten der stoelen, een quaestie, die door alle deskundigen in verschillende steden gelijkluidend wordt beoordeeld. Hooger beroep van een enkele voor waarde acht spi\ niet logisch. Zullen B. en W. de vergunning blijven ver leenen, wanneer de Raad in hooger beroep vastzetten der stoelen niet noodig vindt Spreker kan zich daar niet indenken. De verantwoordelijk heid blijft toch bij B. en W. en moet daar ook blijven. De heer MODOO bestrijdt de mee ning van den heer Rasch, dat de mensclien voor allerlei beuzelingen bij den Raad zullen komen, omdat hun dit veel tijd zou kosten. Ze zullen al leen bij sluiting van hun gebouw in hooger beroep komen. Spr. verklaart zich incompetent ten opzichte van de politieverordening, maar competent in de beoordeeling van den tegenwoordi- gen toestand, die z. i. niet goed is. De heer VAN STYRUM, nagaande, wanneer de Raad in zijn politieveror dening uitzonderingen maakt voor hooger beroep, meent, dat het amen dement-Van de Kamp niet voor aan neming vatbaar is, omdat de gemeen tewet de uitvoering eener verorde ning opdraagt aan B. en W. De heer BIJVOET heeft geaarzeld om het woord te voeren. Het advies der rechtsgeleerde Commissie stelcle hem teleur. I-Iij had in haar boezem weerklank gehoopt te vinden van de stemming van den Raad bij de aan neming der bekende motie. Er is ernstig over gedacht, om te- i genover dit afkeurend advies, het voorstel in te trekken, maar ondanks dit advies bleef spr. van meening, dat het goed was de verantwoordelijkheid van B. en W. over te brengen op den Raad. Het voorstel bedoelt de vast stelling der voorwaarden van B. en i W. over te brengen naar den Baad. Daartegen bestaat geen wettelijk be zwaar. Het practische bezwaar van den tijd weegt daarom niet. omdat ge- bouwen als waarover het gaat, voort durend voor voorstellingen en uitvoe ringen worden gebruikt, zoodat heter niet op aankomt, of de Raad vooraf de voorwaarden vaststelt of B. en W. Wordt een gebouw een enkele maal voor een uitvoering bestemd, dan kan ook voor B. en W. de tijd te kort schieten. Tn verband hiermee trekt spr. in, wat hij gezegd heeft ten op zichte van het gebruik van een kof fiehuis bij een verkiezing. De Commissie ziet geen redenen van utiliteit voor de aanneming van het .voorstel. Spr. ziet die wel en.meent, i dat de Raad nog staat op hetzelfde standpunt als bij de aanneming der 1 motie, namelijk het gevaar voor de vrije uitoefening van een bedrijf. Van daar dat spr. liet wenschelijk achtte, dat de Raad voortaan de voorwaarden i vaststellen, zou. Die redenen bestaan nog evenzeer, als voordat de heer Meier zijn advies had uitgebracht. De ze achtte het gevaar voor brand in de Vereeniging zeer gering en het ge vaar voor verstikking eveneens. Waar om moeten dan maatregelen worden voorgeschreven, die alleen ten doel kunnen hebben om de menschen er nog wat spoediger uit te laten gaan? In het Brongebouw zal wel elk lid zich hebben afgevraagd, of ook daar met die breede ingangen, de stoelen nog moeten worden vastgezet. Het vastzetten der stoelen noemt spr. een vooropgezet denkbeeld. Nog altijd is spr. voor het overbrengen der verant woordelijkheid naar den Raad. De heer THIJSSEN wil wel verkla ren, dat hij zelf voor de motie heeft gestemd en wel omdat hij de advie zen, waarop de besluiten waren ge nomen, te weinig doorwerkt en ge- zaghebbend vond. Na dien tijd is er een ander rapport ingekomen, dat spr. hoeft doen veranderen van opinie, van een man, die algemeen geldt als deskundige op dit gebied. Men wil thans doorgaan op de een maal opgevatte meening, maar een lichaam als de Raad, zoo veelzijdig samengesteld, is voor dergelijke be slissing niet het aangewezen College. Beter is dit toevertrouwd nan eenldei- buurt in opschudding gebracht en het huis bestormd werd door nieuwsgio- rigon. .Tij moet - wachten, totdat, de politie komt, omdat je getuigenis te gewichtig is. Maar ik mag mij niet langer hier Ophouden, jammerde de knaap, de baas.„ I De baas moet met de omstandig heden rekening houden. Jij bent ver ontschuldigd. Louise, loop gauw naar den commissaris van politichij j woont hier dicht bijhoud je nergens op en spreek met niemand over het gebeurde. Zonder aarzelen snelde Louise heen. De bakkersjongen beproefde ander maal eene poging om t,e ontsnappen. De klanten wachten, zei hij. Laat ze maar wachten, ant woord.de Weber, en wierp hem een dreigenden blik toe jij blijft hier! De knaap scheen te zien, dat ver dere tegenstribbeling vruchteloos was; bijzette zijn broodmaud op den grond, ging op een stoel zitten en sloeg on afgebroken elke beweging van den werktuigkundige gade, die met zijn misvormden voet, zonder ophouden, door de kamer strompelde, Waren de kamers in wanorde vroeg Weber na een poos. Lagen er stoelen op den grond... Neen, alles was netjes in de pun tjes. En de deuren onen Alle. ner College, voorgelicht door zijn, ambtenaren. De heer BEIJNES meent, dat men aan een verkeerd touwtjo trekt. Men heeft alleen te zorgen voor brandge vaar. In de Vereeniging kan dit al leen komen, van het tooneel en daar tegen had men maatregelen moeten nemen. Vaste stoelen voorkomen geen brand, beletten evenmin een paniek. De heer GROOT is vóór de motie- Van de Kamp geweest en vindt nu nog de plotselinge sluiting van den Schouwburg onnoodig. Toch meent spr., dat vastzetten van stoelen in groote vergaderingen wel noodig is voor de veiligheid. In 't Leger des Heils heeft spr. in den eersten tijd wel eens barricades van stoelen ge zien. Staan de stoelen niet vast, dan slingert de sterkste de stoelen wegen hindert daarmee den zwakkere. Dit zal spr. niet beletten voor het voorstel-Bijvoet te stemmen, om de be slissing bij den Raad te brengen. Met de gemeentewet komt men daardoor niet in strijd, dit gebeurt alleen als de bepalingen onuitvoerbaar waren. Voor spr. is het geen bezwaar, dat een gebouw niet zou kunnen bestaan als het do stoelen vast moest zetten. De heer SNELTJES acht zijn voor stel niet het slechtste van wat geop perd is. Werd het voorstel-v. d. Kamp aangenomen, dan zou een eindeloos harrewarren over kleinigheden daar van het gevolg zijn. Een amendement door spr. inge diend, wordt ondersteund. De heer DE BRAAL staat nog steeds op 't zelfde standpunt. B. en W. Ti ebben gehandeld in het besef hunner hooge verantwoordelijkheid. Daarover glijden verschillende heeren nu heen. Nam de Raad de verantwoordelijkheid over, dan zou dat voor B. en W. alles behalve aangenaam wezen. De heer RASCH vraagt, waarom de heer Sneltjes alleen hooger beroep wenscht voor 't vastzetten van stoe len? Alleen omdat daarmee nu moei lijkheid is Maar morgen kan er be zwaar rijzen tegen een noodtrap? Waarom dan daarvan geen hooger be roep? Juist over die vaste stoelen zijn de deskundigen het overal eens. De heer SCHRAM is het hiermee volkomen eens. Elders zijn belangheb benden tevreden met den maatregel der vaste stoelen en zeggen, dat ze zich daartegen nooit verzet zouden hebben, als ze vooraf geweten hadden, welke voordeelen daaraan verbonden waren. Spr. heeft ook voor de beken de motie gestemd maar zal na de ad viezen der deskundigen de beslissing hij B. en W. laten. De heer STOLP trekt wegens het amendement-Sneltjes zijn voorstel in. De heer LOOMEIJER, den heer Rasch beantwoordende, zegt, dat an dere bepalingen dan die van vastzet ten der stoelen nooit aanleiding heb ben gegeven tot bezwaar. Ze is een nieuwigheid en een gevoelsquaestie. Vóór een statistiek is opgemaakt van panieken, geschied in zalen met of zonder vaste stoelen, kan elke leek een oordeel over dit punt hebben. Van meer technischen aard zijn bepalin gen over deuren, trappen en derge- 1 ijken. De heer BIJVOET heeft ook den heer Meier hooren spieken van de dankbaarheid der exploitanten voor 't vastzetten der stoelen. Twee be stuursleden der Soc. Vereeniging, de heeren Zeewoldt en Binger, hebben een onderzoek te Amsterdam ingesteld en van exploitanten vernomen, dat ze steen en been klagen over dat voor schrift, dat hun veel geld kost en geen nut oplevert. Het art. 157, dat alleen spreekt van brandgevaar, wordt toegepast alsof het sprak van maatregelen voor de veiligheid in 't algemeen. De toepas sing is dus onjuist. Spr. zou dus in elk geval wenschen, dat voorstellen tot wijziging van dit art. spoedig zul len worden ingediend. De heer MODOO betoogt nog eens, dat hij het niet had tegen' de> maatre gelen voorgeschreven door B. en W. voor de veiligheid. Zijn bezwaar be trof alleen de plotselinge sluiting van den Schouwburg. De heer THIJSSEN vraagt, of niet gestemd zal worden over de voorstel len der rechtsgeleerde Commissie. De heer VAN STYRUM zegt, dat wel degelijk de meerderheid der Comm. dit beschouwde als een voor stel, al wordt er ook gesproken van advies. De heer BIJVOET juicht een. beslis sing in deze vergadering over het advies der Comm. zeer toe, maar meende, dat deze geen voorstel had gedaan. De heer VAN DE KAMP vraagt, hoe de heer Sneltjes zich hij aanneming van zijn voorstel de toepassing heeft gedacht van art. 157 c., betreffende het aantal personen. Zoodoende zou er een grooter aantal stoelen kunnen staan, dan er volgens B. en W. perso nen mogen wezen. De VOORZ. brengt de sluiting der komedie ter sprake en geeft de verzeke ring, dat B. en W. niet overijld zijn te werk gegaan. B. en W. hebben na de rapporten onverantwoordelijk geacht, nog eene voorstelling te doen geven._ Ook de slaapkamerdeur vanj mijnbeer Thalstein Nou, hoe kan ik weten, waar mijnheer Thalstein slaapt? antwoord de de jongen. Vroeger ben ik wel eens in de keuken geweest, maar nooit verder. - De slaapkamer ligt naast de woonkamer, zeide de werktuigkundi ge, en zooals je straks hebt verteld ligt' in de woonkamer het lijk... Denkt ge dan, dat ik door de kamer zou zijn gegaan Nog niet voor een millioen. Heb je niets gehoord? Wat? -- Een steunen„of... Lieve hemel, houd op, ik raak anders den schrik niet kwijtriep de jongen onlstdld. Mijn heele leven zal ik aan dit uur denken. Dus je hebt niets gehoord? vroeg Weber nog eens. Neen, niets Dan zal de rentenier ook dood zijn. O, hoe vreeselijk Hoe oud ben je Zestien jaar. Zoo, en dan nog zoo laf Je zult je nog wel aan andere dingen moe ten gewennen wat gaan jou die vreemde menschen boven aan Dat kunt ge wel zeggen, maar ik heb nog nooit het lijk van een ver moorde gezien. De werktuigkundige trad naar het Wat dicht bij is, trekt meer (|p aan dacht dan wat ver af is, maar voor wie voor de verantwoordelijkheid staat, verdwijnt die afstand en kan er wel sprake zijn van een spoedig maar niet van een overhaast besluit. De uitkomst heeft toch getoond, dat B. en W. gelijk hadden met dat be sluit te nemen. Opgeschroefde ar tikelen spraken over groote nadeelen, gebleken is, dat die zoo groot niet waren. Wel voorzagen B. enW. eeni ge schade en ook ontstemming bij 't publiek. Hadden de heeren Modoo en Schram op deze plaats gezeten, dan zouden zij niet anders beslist heb ben, dan B. en W. Wordt overgegaan tot stemming. Een uitgebreide discussie ontstaat over de prioriteit van de voorstellen. Ten slotte wordt besloten de volg orde, die hieronder blijkt. Het voorstel-Bijvoet wordt ver worpen. Voor waren de heeren Beijnes, Seignette, Groot, Bijvoet. Van den Berg, Van de Kamp, Modoo en Rinkema. Het voorstel-Van de Kamp werd even eens verworpen. Vóór stemden de zelfde leden. Het voorstel-Sneltjes werd even eens verworpen. Voor de heeren Seig nette, Sneltjes, Leunen, Stolp, Van den Berg en Loomeijer. Zonder stemming werden goedge keurd de aanvullingen, voorgesteld door de rechtsgeleerde Commissie. Punt. 9. Adres van het bestuur van den Alg. Ned. Timmerliedenhond, afd. Haarlem, om aan den aannemer van de school in 't Kleverpark, den heer C. Nederkoorn, te vergunnen geen 11 uur, maar 10 uur daags te doen wer ken, ten einde eenigszins tegemoet te komen in veler werkloosheid. B. en W. stellen voor, aan adres sant te berichten, dat er van een door den Baad te verleenen vergunning geen sprake zijn kan, daar 11 uur de maximum arbeidstijd is en de aan nemer dus eiken gewenschten arbeids tijd beneden 11 uur kan invoeren. Aldus aangenomen. Punt 10. Ingekomen is een adres van het bestuur der afdeeling Haarlem van den Ned. Steenhouwersbond „Een dracht maakt Macht", houdende ver zoek om het voor het te bouwen open baar slachthuis noodige steenhouwers- werk hier ter stede te doen geschie den. Met het oog op de groote kosten van vervoer van onbewerkte steen stellen B. en W. voor afwijzend op dit adres te beschikken. Aldus besloten. Punt 11. B. en W. stellen voor de jaarwedde van den opzichter voor het dagelijksch toezicht op den Hout en de plantsoe nen te verhoogen met f 150 en alzoo te brengen op 1150. Zij achten deze verhooging billijk, omdat door dezen opzichter vele extra surveill.-diensten worden verricht, terwijl dan tevens een juistere verhouding tusschen de- jaarwedde van genoemden ambtenaar en die der voorbelden in het leven zal worden geroepen. De heer SNELTJES, van meening dat tusschentijdsche verhoogingen on- gewenscht zijn, stelt voor dit uit te stellen tot bij de begrooting. De heer DE BRAAL stemt hiermee in en heeft daarover niets bij de stukken gevonden. De VOORZ. zegt, dat slechts bij uitzondering tusschentijds verhooging wordt voorgesteld. Het College acht deze billijk. De surveillance wordt, drukker en uitgebreider. Daarom wenschten B. en W. er niet mee te wachten. Het voorstel-Sneltjes wordt onder steund. De heer WINKLER, als lid van de Commissie voor den Hout en de plant soenen, licht toe, waarom deze ver hooging voor Baardse niet eerder is voorgesteld. (Gemompelneen, la ter De VOORZ. zegt, dat het B. en W. spijten zou, als de Raad met het voorstel-Sneltjes meeging. In 't Col lege van B. en W. is ook ter sprake gekomen, het te laten rusten tot de bcgrooting, al ware 't alleen omdat het er dan vlotter doorvloeit. Toch is het wegens de billijkheid nu gedaan. De heer GROOT acht het traktement voldoende om het nog een poosje aan te houden en ziet niet in, waarom het meer moet zijn dan dat van den voorman Van Deventer. De heer DE BRAAL zal nu stemmen voor het voorstel van B. en W. De heer MODOO voor dat van den heer Sneltjes. liet voorstel-Sneltjes wordt ver worpen met 18 tegen 13 stemmen. De heer MODOO zegt, dat de Raad in 1900 besloot tot aanstelling van een adviseur en werd de heer Sprin ger benoemd, in 1902 kwam deze op zichter er bij op een salaris van/1900, dit werd in 1903 1000. Al presteert hij veel, toch achtsp7-.de voorgestelde verhooging niet noodig. waar die nas venster en wierp een blik naar bui ten. Eindelijk sprak hij, toen hij de uniform van den commissaris zag. Nu zullen wij wel zekerheid krijgen. Hij liet den beambte in. Zijn eerste vraag gold zijne dochter. Zij haalt een dokter, antwoord de de commissaris, terwijl hij een onderzoekenden blik op den bakkers jongen wierp, zij zal wel dadelijk hier zijn. Is u al boven geweest? Neen, neen, zei Weber schielijk. Ik laat het aam de politie over, om liet feit te constateeren, en proces verbaal op Ie maken. Hoort u eerst eens wat deze knaap zegt. De jongen moest opnieuw vertellen wat hij gezien had; de commissaris schreef dit op en toen kon hij heen gaan. Inmiddels was ook de dokter geko men hij en Weber volgden den be ambte, die nu de trap opging. Noch op de traptreden, noch op de witgeschrobde planken van de gang werden er verdachte sporen gevon den de deuren van den corridor en de woonkamer waren open; alles be vond zich juist zooals de bakkersjon gen had getuigd. In de woonkamer la gen Anna en de kraai dood op het tapijt. De dokter knielde naast het lijk hij had het feit geconstateerd. Hier is moord gepleegd, zei hij. De vrouw is door een slag op 't hoofd is geschied. Toen een andere opzich ter een gratificatie vroeg, is die hem geweigerd. B. en W. zeggen dat er afstand moet blijven tusschen 't loon van den opzichter en van de voor werkers. Spr. is daar huiverig voor. Hij stelt zich voor, dat er dan ook weer afstand wezen moet tusschen het salaris van den opzichter en dat van den architect en dat diens salaris zal worden voorgesteld op 1500. De heer DE BRAAL zet opnieuw zijn standpunt uiteen. De heer SCHR.AM acht de jaar wedde die immers 100 hooger is, dan van Van Deventer, voldoende en de VOORZ. verdedigt het voorstel van B. en W., o.a. op grond, dat er ver schil is tusschen het werk van Baard se en dat van Van Deventer. Het voorstel van B. en W. wöïdt aangenomen. Tegen de heeren Schram, Groot, Sneltjes, Stolp, Tol. Spoor, Van Styrum, Van den Berg en Modoo. Het voorstel, om de verhoogirxg te laten ingaan met 1 Juni 1904, gaf den heer GROOT aanleiding om te zeggen, dat wel aan de verhooging van de hoogere, maar niet aan de lagere tractementen terugwerkende kracht kan worden verleend. Het voorstel werd goedgekeurd. Tegen de heerenSchram, Groot, Sneltjes, Stolp, Spoor, Van Styrum, Van de Kamp, Modoo en Rinkema. Punt 12. B. en W. stellen voor, de woning van Mej. A. M. van Liemt, Ged. Oude Gracht No. 75, wegens het ontbreken van goed duinwater ongeschikt voor bewoning te verklaren. Goedgekeurd. Punt 13. B. en W. stellen voor de perceelen Leliestraat 15A en 15 B, eiorenaar J. de Blauw onbewoonbaar te verkla ren, aangezien de voorgeschreven ver beteringen niet zijn uitgevoerd. Goedgekeurd. Punt 14. Adres van A. Honing, houdende ver zoek om teruggaaf van gasgeld. Wordt van de agenda afgevoerd. Punt 15. Ingekomen is een adres van C. R. A. Hoeing om hem in huur of koop af te staan een stuk der Gedempte Beek, grenzende aan zijn perceel Gedempte Oude Gracht 11, tot aan de schutting van den heer Graaff. B. en W .hebben bedenkingen tegen den verkoo- waarom zij den Raad voorstellen dit gedeelte tot weder opzegging, doch uiterlijk 31 December 1905. te verhuren voor een bedrag van f 12.16. Mede is ingekomen een adres van J. Nonnekes, houdende verzoek orn een gedeelte van de Gedempte Beek te mogen overbouwen, welk verzoek B. en W. voorstellen van de hand te wijzen. Hierbij is gevoegd een adres van .Eigen Hulp", om hij verkoop ook In aanmerking te komen. De VOORZ. doet opmerken, dat B. en W. juist geen verkoop, maar al leen verhuring wenschen. De heer SCHRAM vraagt, of de brandput werkelijk zoo slecht is als de heer Hoeing zegt. en of de omwo nenden, ..Eigen Hulp" en de firma Graaff, bij verhuring aan Hoeing, niet geschaad worden in hunne belangen. De heer DE BREUK antwoordt, dat de put zeer' bruikbaar is voor brand, al kan ze misschien onaangenaam rieken, omdat ze zelden openkomt. Wat de waarborgen voor de omwo nenden betreft, daarin is volgens spr. in de voorwaarden Het voorstel wordt goedge- k e u r d. Punt 16. Voorstel van B. en W. dit college te machtigen aan de H. IJ. S. M. twee gedeelten gemeentegrond kad. sectie E Nos. 1468 en 1469 te zamen groot 212 vierk. M. in koop af te staan voor den prijs van /3 de vierk. M. Goedgekeurd. Punt 17. B. en W. stellen voor een gedeelte van het terrein, behoorende bij de boerderij „het Torentje" gelegen aan de Kleverlaan, en eigendom der ge meente, te bestemmen voor een open bare speelplaats. De heer SCHRAM juicht het voor stel toe, maar met dat terrein wordt aan de behoefte van speelplaatsen niet voldaan. Nu meer en meer de! kinderen van vroegere speelplaatsen worden afgehouden,, dient daarin op andere wijze te worden voorzien. Spr. is voor dit voorstel dankbaar, maar dringt aan op verbetering van de speelplaats aan 't Prinsenbolwerk, die bij regen onbruikbaar is. Kan daar niet een halve meter zand op Nood zakelijk is ook een speelplaats aan de Leidschevaart, klachten over ruwheid van de jeugd zullen, er door vermin deren^ bedwelmd en toen met een dunkoord gewurgd gewordende vogel schijnt vergiftigd te zijn: dit laat het opge zwollen lijk van de kraai met tame lijke zekerheid vermoeden. De commissaris liet zijn blik ruste loos door de kamer gaanhij kon geen sporen ontdekken, die hem een aanknoopingspunt boden. Er scheen geen worsteling tusschen den moordenaar en zijn slachtoffer te hebben plaats gehad niets bewees zulksook ontkende de dokter deze vraag. Waar is de slaapkamer van Thal stein vroeg de beambte aan Weber, die zwijgend naar de deur wees. Ook deze deur stond slechts aan men kon er zich op voorbereiden, daarachter nog een misdaad te ontdekken. De commissaris trad naaar 't ledi kant, de losse plank kraakte en' knarste onder zijne voetenhij sloeg er geen acht op, schoof driftig de gordijnen weg, die het bed omhulden en op 't zelfde oogenblik ontving hij een stoot tegen de borst, die hem in 't midden der kamer deed tuimelen. Help Dievenriep een schorre stem, terwijl de hand van Thalstein de revolver zocht, die van het nacht tafeltje verdwenen was. Maak zoo'n leven nietsprak de beambte boos, ik hen het, de commis saris van politie. Ge denkt toch zeker niet, dat ik u bestelen wil? De rentenier was overeind geko- De heer GROOT meent, dat het nut tig zou zijn, een speelplaats te vesti gen op de gronden van het Lakenkoo- persgilde, voor de Vereeniging tot lichamelijke opvoeding. Daar is de stad zeer uitgebreid. Opvoedend zou dit werken voor ouderen en jongeren, omdat het van alle kanten zichtbaar is, zoodat het geregelde spel zeer zou inburgeren. Wat het terrein achter de school aan de Parklaan betreft, zou spr. het wenschelijk achten, dat voor speel plaats van de school te bestemmen en op Woensdag- en Zaterdagmiddag voor algemeene speelplaats. I-Iet nu voorgestelde terrein is we gens zijn afgelegenheid lang niet vol doende. Misschien zou de Raad, als de Ver eeniging zich nog eens tot den Raad wendde, een stuk van den grond van 't Lakenkoopersgilde willen, afstaan voor speelplaats, daar het met den verkoop ook na de afschaffing van de erfpacht ook zoo vlot nog niet gaat. Wat de speelplaats aan 't Vrouwen hek betreft, ook daar zou spr. een zandlaag wenschen. De heer VAN DE KAMP vraagt of er gevaar bestaat, dat wanneer dit besloten is, er geen terrein is voor een Technicum. De VOORZ. zegt, dat dit voorstel alleen de bedoeling heeft om te zien of de Raad het in beginsel met B. en W. eens is. Zoo ja, dan zullen eerlang wel andere voorstellen nog den Raad bereiken. De gronden van 't Laken koopersgilde acht spr. te duur, maar de beer Groot kan er een voorstel over doen. Spoedig zal den Raad een voorstel tot regeling der prijzen van dezen grond bereiken. Het gevaar, door den heer Van de Kamp gevreesd, bestaat niet. Het voorstel wordt goedge keurd. Punt 18. B. en W. bieden den Raad tot vast stelling aan een nieuwe regeling van jaarwedden van leeraren aan het Gymnasium. Deze regeling komt hierop neer De jaarwedde van den Rector wordt bij afzonderlijk raads besluit geregeld, alsook die van de verschillende leeraren Conrector, ten minste /2300, en ten hoogste /3200. Leeraren in de Grieksche en Latijn- sche taal en letterkunde, ten minste /2000 en t,en hoogste 2900. Omtrent de overgangsbepalingen stellen B. en W. voor, dat met 1 Januari 1905 de Rector een jaarwedde van /4000 zal genieten. De jaarwedde van den leeraar in de Nederlandsche taal, geschiedenis en aardijkskunde voor de eerste twee vakken /2500 en voor het onderwijs in laatstgenoemd vak f 400. De jaarwedde van den leer aar in wis-, natuur- en scheikunde wordt dan bepaald op f 2900. De heer SNELTJES stelt thans ook voor, deze zaak uit te stellen tot de begrooting 't geldt een belang rijke zaak, de leden hebben het nog maar kort in handen en konden het nog niet beoordeelen. r>it wordt ondersteund. De heer RASCH zegt, dat het hier een organieke regeling geldt, wat iet* anders is dan een traktementsverhoo- ging. Deze aan te houden, acht spr. niet gewenscht, er is al zooveel werk hij de begrooting. De heer NIEUWENHUIJZEN KRU- SEMAN wijst er op, dat tal van rege lingen van onderw ij s-traktem enten geschied zijn buiten de begrooting. De heer SNELTJES herhaalt, dat voor dit belangrijke financieele offer de Raad niet behoorlijk tijd gehad beeft ter overweging. De VOOJRZ. zegt, dat B. en W. geen bezwaar hebben tegen behandeling ia een volgende vergadering. De heer SNELTJES vereenigt zich hiermee en neemt zijn voorstel dus terug. Punt 19. B. en W. hebben de navolgende voordracht opgemaakt ter voorziening in de vacature aan de kostelooze school A, ontstaan tengevolge van het overlijden van J. van Maaswinkel I. J. Kraal, te Haarlem, jaarwed de 625. J. Mantel, te Heer-Hugowaard, jaar wedde 650. D. Kuiper, te Haarlem, jaarwed de ƒ600. De eerst voorgedragene wordt be noemd. Punt 20. Benoemd worden sternbureaux voor de verkiezing van een lid van Prov. Staten, wegens het bedanken van Mr. W. A. 't Hooft, waarvoor de stem ming op 11 en de herstemming op 18 Juli zal olaats hebben. RONDVRAAG. De heer BIJVOET brengt opnieuw clc Kleverlaan ter sprake. De Voorz. heeft 4 of 6 weken geleden gezegd, dat de steenen al op den wal lagen. Spr. vraagt, of ze al verder gekomen zijn. i De VOORZ. kan den heer Bijvoet geruststellen. De oorzaak der vertra ging is de aanvraag van Bloemen- daal om een wielrijderspad. 1 De vergadering woi'dt gesloten. menzijn blik rustte strak op de aan wezige personen. Wat beduidt dat? vroeg hij be treurend. Hoe komt ge in deze ka mer? Weet ge dan niet, wat er in den afgeloopen. nacht hier gebeurd is? antwoordde de commissaris. Wat zou ik weten Ik heb gesla pen als een os och, mijn arm hoofd! wat klopt en hamert dat en wat heb ik een dorst.Wie heeft u hier bin nengelaten Waar is mijn huishoud ster Die is dood Kleed u aan en kom in de woonkamer, dan zult ge Dood riep de rentenier ontsteld, terwijl hij met «en snellen sprong uit 't bed wipte. Dat is onmogelijk Anna was gisteren nog frisch en gezond Kleed u aan en kom, sprak de beambte, en verliet toen met de ande ren het vertrek. Dat is een vreemde geschiedenis, zei Weber, en schudde zijn hoofd. Zonder gerucht kan deze misdaad niet gepleegd zijn en de oude heer beweert niets te hebben gehoord. Wat dunkt u daarvan vroeg de commissaris fluisterend. Dat weet ik waarachtig niet. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6