„De vergunning in dit artikel be
doeld, wordt niet geweigerd dan wan
neer dit gevorderd wordt met het oog
op brandgevaar of redenen van vei
ligheid voor de bezoekers. In dit ge
val moet het daartoe strekkende be
sluit met redenen omkleed zijn".
Voorts adviseert de Commissie om
den aanhef van de derde alinea te
doen luiden als volgt
„Bij het verleenen der vergunning
wordt door Burgemeester en Wethou
ders met het oog op brandgevaar of
redenen van veiligheid voor de be
zoekers bepaald, enz."
Ter wille van een juiste toepassing
van art. 157 adviseert de Commissie
om aan art. 158 toe te voegen
„e indien niet zijn opgevolgd de
bepalingen, welke door Burgemeester
en Wethouders zijn gemaakt, op
grond van het derde lid, lett. e van
artikel 157."
Door den heer W. Stolp is voorge-
stelt, om aan lett. e. van art. 157 toe
te voegen Onder bepaling, dat van
dit voorschrift de Vereeniging en het
Brongebouw uitgezonderd zijn.
Ook dit voorstel ontraadt de Com
missie, omdat het volgens haar oor
deel niet aangaat om in een a 1 g e-
m e e n e politieverordening, die be
oogt voorschriften van algemeenen
aard, dergelijke met name aangedui
de uitzonderingen op te nemen.
Door den heer Van de Kamp is
voorgesteld als slotalinea aan art 157
der politieverordening het navolgen
de toe te voegen
„Van de uit kracht van dit artikel
gegeven beschikkingen van Burge
meester en Wethouders, staat voor
belanghebbenden binnen veertien da
den beroep open bij den Gemeente-
Raad".
(Die beschikkingen betreffen het
verleenen van vergunningen voor het
doen houden van uitvoeringen enz.,
benevens van het geven van voor
schriften).
De heer STOLP heeft zijn toelich
ting al gegeven in zijn stuk.
De heer VAN DE KAMP zal ook kort
zijn. Spr. meent, dat zijn voorstel alle
partijen kan bevredigen.
De heer SNELTJES zegt, dat alle
voorstellers het eens zijn. dat eenige
verandering noodig is. Dit art. 157
heeft vroeger altijd- voldaan, maar
velen meenen, dat de toevoeging in
Februari gedaan over het vastzetten
van stoelen, wel eenige wijziging be
hoefde. Vandaar, dat spr. alleen over
't vastzetten der stoelen beroep op den
Raad zou wenschen.
De heer MODOO is 't hiermee niet
geheel eens. Dat er nu oppositie komt,
is omdat B. en W. nu pas gebruik
hebben gemaakt van het artikel. De
Raad bedoelde dus met de aanneming
van de bekende motie het geheele ar
tikel. Werd op 't denkbeeld van den
heer Sneltjes ingegaan, dan waren
alleen die zalen gebaat, die nu in 't
gedrang komen wegens 't voorschrift
van het vastzetten der stoelen. De
anderen zouden er niet mee gebaat
zijn en uitzonderingen acht spr. ver
keerd.
Vandaar dat spr. heeft voorgesteld,
de bevoegdheid van B. en W. over te
brengen bij den Raad. Dat dit wegens
den korten tijd, waarin beslissing
moet worden gegeven, niet kan, geeft
spr. niet toe. B. en "VV. kunnen advi-
seeren, de Raad zal verantwoordelijk
zijn.
Dat is eigenlijk het kardinale punt.
De schouwburg is gesloten om de
brand te Chicago. Beter is 't, dat de
Raad zulke zaken behandelt, die zal
dat niet zoo snel doen. Spr. is over
deze daad zeer gegriefd. Wat toch is
't geval? De exploitant had vergun
ning, zij het ook niet schriftelijk, ook
B. en W. beschouwden het als een
doorloopende vergunning, bewijze dat
de architect der gemeente telkens
nieuwe verbeteringen heeft voorge
schreven. Dezen werden steeds ge
maakt. Natuurlijk meende de exploi
tant dus, dat zijn gebouw aan de
eischen voldeed en de gewekte ont
stemming is dus begrijpelijk. Was het
gebouw zoo heel slecht, hoe hebben
B. en W. het dan zoolang laten ge
bruiken, of het kon er nog wel niee
door en dan had men alsnog den ex
ploitant. scherpere maatregelen kun
nen gelasten.
B. en W. hebben nu niet goedge-
daan. De Raad is indirect verantwoor
delijk, wegens het overbrengen van
de verantwoordelijkheid van B. enW.
Mocht het voorstel-Bijvoet c. s. wor
den verworpen, dan zal spr. voor het
voorstel-Van de Kamp stemmen. Dat
beginselhooger beroep op den Raad
is geen nieuwigheid in de politiever
ordening.
Er is gefluisterd, dat het College
van B. en W. verbolgen, was en heen
zou gaan. Niemand heeft getwijfeld
aan de goede bedoelingen van B. en
W., maar dezen behoeven het zich niet
tot oneer te rekenen, als hun stand
punt niet wordt goedgekeurd.
De heer LOOMETJER is het eens
met den heer Sneltjes. Dit is een be
middelend voorstel, al heeft men ge
zegd, dat het inconsequent is. Art.
157 is van tijd tot tijd toegepast, maar
heeft nooit aanleiding tot bezwaar
gen. Heb-je bloed gezien
Neen.
Ahadus geen moorden de
werktuigkundige slaakte een zucht
van verlichting.
Geen moord? antwoordde de jon
gen kijk het lijk maar eens in 't
gelaat, zooals ik gedaan heb ik zal
dat gezicht nooit vergetenEn de
zwarte vogel is ook dood.
Hebt ge mijnheer niet gezien
Neen ik heb er niet aangedacht
te kijken of ik hem ook zag. Ga nu
zelfs naar boven
Ik zal mij er wel voor wachten,
sprak Weber zacht; dat zou een ge
legenheid zijn om mijn vingers te
branden.
Maar Anna kon misschien nog
wel het leven gered worden, bracht
Louise in' het midden.
De werktuigkundige haalde zijne
schouders op, alsof hij wilde zeggen,
dat dit hem in zijn besluit niet kon
doen wankelen.
Je kunt. de redenen wel gissen,
waarom ik beneden blijf, hernam hij.
ik zou niet. graag nog eens zulk een
moeilijken tijd doorleven. Wij zullen
een dokter en de politie roepen tot,
zoolang moet alles blijven zooals het
is.
De bakkersjongen wilde, zich verwij
deren. Weber sprong schielijk hem in
den weg.
.li j blijft hier, beval hij. Dat zou
er nog aan ontbreken, dat. de heelc
gegeven. Nu is de nieuwe bijvoeging
gekomen en de heer Stolp wil een
paar gebouwen uitzonderen, wat spr.
niet wenscht. Wel neemt de Raad iets
terug van wat in Februari aan B. en
W. is gegeven. Dit moge inconsequent
zijn, toch zullen velen daarmee ge
baat zijn.
De heer RASCH is tegeu de voor
stellen van de heeren Sneltjes enVan
de Kamp. Slechts in één art. wordt
hooger beroep toegelaten, n.l. in art.
184.
De Raad heeft de maatregelen te
gen brandgevaar opgedragen aan B.
en W., omdat hij er dus niet over kon
oordeelen. Immers gaat het niet aan,
dat in geval van geschil de Raad het
dan beter weten zou.
Bovendien is hooger beroep onmo
gelijk in gevallen, waarbij spoed noo
dig is. In de praktijk zal de Raad ko
men voor tal van moeilijkheden en
b. v. hebben te beslissen, of ergens
een noodtrap of nooddeur zal moeten
worden gemaakt, of waar noodlichten
neergehangen.
Over dit alles wil men heenstappen
wegens de quaestie van 't vastzetten
der stoelen, een quaestie, die door alle
deskundigen in verschillende steden
gelijkluidend wordt beoordeeld.
Hooger beroep van een enkele voor
waarde acht spi\ niet logisch. Zullen
B. en W. de vergunning blijven ver
leenen, wanneer de Raad in hooger
beroep vastzetten der stoelen niet
noodig vindt Spreker kan zich daar
niet indenken. De verantwoordelijk
heid blijft toch bij B. en W. en moet
daar ook blijven.
De heer MODOO bestrijdt de mee
ning van den heer Rasch, dat de
mensclien voor allerlei beuzelingen bij
den Raad zullen komen, omdat hun
dit veel tijd zou kosten. Ze zullen al
leen bij sluiting van hun gebouw in
hooger beroep komen. Spr. verklaart
zich incompetent ten opzichte van de
politieverordening, maar competent in
de beoordeeling van den tegenwoordi-
gen toestand, die z. i. niet goed is.
De heer VAN STYRUM, nagaande,
wanneer de Raad in zijn politieveror
dening uitzonderingen maakt voor
hooger beroep, meent, dat het amen
dement-Van de Kamp niet voor aan
neming vatbaar is, omdat de gemeen
tewet de uitvoering eener verorde
ning opdraagt aan B. en W.
De heer BIJVOET heeft geaarzeld
om het woord te voeren. Het advies
der rechtsgeleerde Commissie stelcle
hem teleur. I-Iij had in haar boezem
weerklank gehoopt te vinden van de
stemming van den Raad bij de aan
neming der bekende motie.
Er is ernstig over gedacht, om te-
i genover dit afkeurend advies, het
voorstel in te trekken, maar ondanks
dit advies bleef spr. van meening, dat
het goed was de verantwoordelijkheid
van B. en W. over te brengen op den
Raad. Het voorstel bedoelt de vast
stelling der voorwaarden van B. en i
W. over te brengen naar den Baad.
Daartegen bestaat geen wettelijk be
zwaar. Het practische bezwaar van
den tijd weegt daarom niet. omdat ge-
bouwen als waarover het gaat, voort
durend voor voorstellingen en uitvoe
ringen worden gebruikt, zoodat heter
niet op aankomt, of de Raad vooraf
de voorwaarden vaststelt of B. en W.
Wordt een gebouw een enkele maal
voor een uitvoering bestemd, dan kan
ook voor B. en W. de tijd te kort
schieten. Tn verband hiermee trekt
spr. in, wat hij gezegd heeft ten op
zichte van het gebruik van een kof
fiehuis bij een verkiezing.
De Commissie ziet geen redenen van
utiliteit voor de aanneming van het
.voorstel. Spr. ziet die wel en.meent,
i dat de Raad nog staat op hetzelfde
standpunt als bij de aanneming der
1 motie, namelijk het gevaar voor de
vrije uitoefening van een bedrijf. Van
daar dat spr. liet wenschelijk achtte,
dat de Raad voortaan de voorwaarden
i vaststellen, zou. Die redenen bestaan
nog evenzeer, als voordat de heer
Meier zijn advies had uitgebracht. De
ze achtte het gevaar voor brand in
de Vereeniging zeer gering en het ge
vaar voor verstikking eveneens. Waar
om moeten dan maatregelen worden
voorgeschreven, die alleen ten doel
kunnen hebben om de menschen er
nog wat spoediger uit te laten gaan?
In het Brongebouw zal wel elk lid
zich hebben afgevraagd, of ook daar
met die breede ingangen, de stoelen
nog moeten worden vastgezet. Het
vastzetten der stoelen noemt spr. een
vooropgezet denkbeeld. Nog altijd is
spr. voor het overbrengen der verant
woordelijkheid naar den Raad.
De heer THIJSSEN wil wel verkla
ren, dat hij zelf voor de motie heeft
gestemd en wel omdat hij de advie
zen, waarop de besluiten waren ge
nomen, te weinig doorwerkt en ge-
zaghebbend vond. Na dien tijd is er
een ander rapport ingekomen, dat spr.
hoeft doen veranderen van opinie,
van een man, die algemeen geldt als
deskundige op dit gebied.
Men wil thans doorgaan op de een
maal opgevatte meening, maar een
lichaam als de Raad, zoo veelzijdig
samengesteld, is voor dergelijke be
slissing niet het aangewezen College.
Beter is dit toevertrouwd nan eenldei-
buurt in opschudding gebracht en het
huis bestormd werd door nieuwsgio-
rigon. .Tij moet - wachten, totdat, de
politie komt, omdat je getuigenis te
gewichtig is.
Maar ik mag mij niet langer
hier Ophouden, jammerde de knaap,
de baas.„
I De baas moet met de omstandig
heden rekening houden. Jij bent ver
ontschuldigd. Louise, loop gauw naar
den commissaris van politichij
j woont hier dicht bijhoud je nergens
op en spreek met niemand over het
gebeurde.
Zonder aarzelen snelde Louise heen.
De bakkersjongen beproefde ander
maal eene poging om t,e ontsnappen.
De klanten wachten, zei hij.
Laat ze maar wachten, ant
woord.de Weber, en wierp hem een
dreigenden blik toe jij blijft hier!
De knaap scheen te zien, dat ver
dere tegenstribbeling vruchteloos was;
bijzette zijn broodmaud op den grond,
ging op een stoel zitten en sloeg on
afgebroken elke beweging van den
werktuigkundige gade, die met zijn
misvormden voet, zonder ophouden,
door de kamer strompelde,
Waren de kamers in wanorde
vroeg Weber na een poos. Lagen er
stoelen op den grond...
Neen, alles was netjes in de pun
tjes.
En de deuren onen
Alle.
ner College, voorgelicht door zijn,
ambtenaren.
De heer BEIJNES meent, dat men
aan een verkeerd touwtjo trekt. Men
heeft alleen te zorgen voor brandge
vaar. In de Vereeniging kan dit al
leen komen, van het tooneel en daar
tegen had men maatregelen moeten
nemen. Vaste stoelen voorkomen geen
brand, beletten evenmin een paniek.
De heer GROOT is vóór de motie-
Van de Kamp geweest en vindt nu
nog de plotselinge sluiting van den
Schouwburg onnoodig. Toch meent
spr., dat vastzetten van stoelen in
groote vergaderingen wel noodig is
voor de veiligheid. In 't Leger des
Heils heeft spr. in den eersten tijd
wel eens barricades van stoelen ge
zien. Staan de stoelen niet vast, dan
slingert de sterkste de stoelen wegen
hindert daarmee den zwakkere.
Dit zal spr. niet beletten voor het
voorstel-Bijvoet te stemmen, om de be
slissing bij den Raad te brengen. Met
de gemeentewet komt men daardoor
niet in strijd, dit gebeurt alleen als
de bepalingen onuitvoerbaar waren.
Voor spr. is het geen bezwaar, dat
een gebouw niet zou kunnen bestaan
als het do stoelen vast moest zetten.
De heer SNELTJES acht zijn voor
stel niet het slechtste van wat geop
perd is. Werd het voorstel-v. d. Kamp
aangenomen, dan zou een eindeloos
harrewarren over kleinigheden daar
van het gevolg zijn.
Een amendement door spr. inge
diend, wordt ondersteund.
De heer DE BRAAL staat nog
steeds op 't zelfde standpunt. B. en W.
Ti ebben gehandeld in het besef hunner
hooge verantwoordelijkheid. Daarover
glijden verschillende heeren nu heen.
Nam de Raad de verantwoordelijkheid
over, dan zou dat voor B. en W. alles
behalve aangenaam wezen.
De heer RASCH vraagt, waarom de
heer Sneltjes alleen hooger beroep
wenscht voor 't vastzetten van stoe
len? Alleen omdat daarmee nu moei
lijkheid is Maar morgen kan er be
zwaar rijzen tegen een noodtrap?
Waarom dan daarvan geen hooger be
roep? Juist over die vaste stoelen zijn
de deskundigen het overal eens.
De heer SCHRAM is het hiermee
volkomen eens. Elders zijn belangheb
benden tevreden met den maatregel
der vaste stoelen en zeggen, dat ze
zich daartegen nooit verzet zouden
hebben, als ze vooraf geweten hadden,
welke voordeelen daaraan verbonden
waren. Spr. heeft ook voor de beken
de motie gestemd maar zal na de ad
viezen der deskundigen de beslissing
hij B. en W. laten.
De heer STOLP trekt wegens het
amendement-Sneltjes zijn voorstel in.
De heer LOOMEIJER, den heer
Rasch beantwoordende, zegt, dat an
dere bepalingen dan die van vastzet
ten der stoelen nooit aanleiding heb
ben gegeven tot bezwaar. Ze is een
nieuwigheid en een gevoelsquaestie.
Vóór een statistiek is opgemaakt van
panieken, geschied in zalen met of
zonder vaste stoelen, kan elke leek
een oordeel over dit punt hebben. Van
meer technischen aard zijn bepalin
gen over deuren, trappen en derge-
1 ijken.
De heer BIJVOET heeft ook den
heer Meier hooren spieken van de
dankbaarheid der exploitanten voor
't vastzetten der stoelen. Twee be
stuursleden der Soc. Vereeniging, de
heeren Zeewoldt en Binger, hebben
een onderzoek te Amsterdam ingesteld
en van exploitanten vernomen, dat ze
steen en been klagen over dat voor
schrift, dat hun veel geld kost en geen
nut oplevert.
Het art. 157, dat alleen spreekt van
brandgevaar, wordt toegepast alsof
het sprak van maatregelen voor de
veiligheid in 't algemeen. De toepas
sing is dus onjuist. Spr. zou dus in
elk geval wenschen, dat voorstellen
tot wijziging van dit art. spoedig zul
len worden ingediend.
De heer MODOO betoogt nog eens,
dat hij het niet had tegen' de> maatre
gelen voorgeschreven door B. en W.
voor de veiligheid. Zijn bezwaar be
trof alleen de plotselinge sluiting van
den Schouwburg.
De heer THIJSSEN vraagt, of niet
gestemd zal worden over de voorstel
len der rechtsgeleerde Commissie.
De heer VAN STYRUM zegt, dat
wel degelijk de meerderheid der
Comm. dit beschouwde als een voor
stel, al wordt er ook gesproken van
advies.
De heer BIJVOET juicht een. beslis
sing in deze vergadering over het
advies der Comm. zeer toe, maar
meende, dat deze geen voorstel had
gedaan.
De heer VAN DE KAMP vraagt, hoe
de heer Sneltjes zich hij aanneming
van zijn voorstel de toepassing heeft
gedacht van art. 157 c., betreffende
het aantal personen. Zoodoende zou
er een grooter aantal stoelen kunnen
staan, dan er volgens B. en W. perso
nen mogen wezen.
De VOORZ. brengt de sluiting der
komedie ter sprake en geeft de verzeke
ring, dat B. en W. niet overijld zijn te
werk gegaan. B. en W. hebben na de
rapporten onverantwoordelijk geacht,
nog eene voorstelling te doen geven._
Ook de slaapkamerdeur vanj
mijnbeer Thalstein
Nou, hoe kan ik weten, waar
mijnheer Thalstein slaapt? antwoord
de de jongen. Vroeger ben ik wel
eens in de keuken geweest, maar
nooit verder.
- De slaapkamer ligt naast de
woonkamer, zeide de werktuigkundi
ge, en zooals je straks hebt verteld
ligt' in de woonkamer het lijk...
Denkt ge dan, dat ik door de
kamer zou zijn gegaan Nog niet
voor een millioen.
Heb je niets gehoord?
Wat?
-- Een steunen„of...
Lieve hemel, houd op, ik raak
anders den schrik niet kwijtriep de
jongen onlstdld. Mijn heele leven zal
ik aan dit uur denken.
Dus je hebt niets gehoord? vroeg
Weber nog eens.
Neen, niets
Dan zal de rentenier ook dood
zijn.
O, hoe vreeselijk
Hoe oud ben je
Zestien jaar.
Zoo, en dan nog zoo laf Je zult
je nog wel aan andere dingen moe
ten gewennen wat gaan jou die
vreemde menschen boven aan
Dat kunt ge wel zeggen, maar
ik heb nog nooit het lijk van een ver
moorde gezien.
De werktuigkundige trad naar het
Wat dicht bij is, trekt meer (|p aan
dacht dan wat ver af is, maar voor
wie voor de verantwoordelijkheid
staat, verdwijnt die afstand en kan er
wel sprake zijn van een spoedig maar
niet van een overhaast besluit.
De uitkomst heeft toch getoond, dat
B. en W. gelijk hadden met dat be
sluit te nemen. Opgeschroefde ar
tikelen spraken over groote nadeelen,
gebleken is, dat die zoo groot niet
waren. Wel voorzagen B. enW. eeni
ge schade en ook ontstemming bij 't
publiek. Hadden de heeren Modoo en
Schram op deze plaats gezeten, dan
zouden zij niet anders beslist heb
ben, dan B. en W.
Wordt overgegaan tot stemming.
Een uitgebreide discussie ontstaat
over de prioriteit van de voorstellen.
Ten slotte wordt besloten de volg
orde, die hieronder blijkt.
Het voorstel-Bijvoet wordt ver
worpen. Voor waren de heeren
Beijnes, Seignette, Groot, Bijvoet.
Van den Berg, Van de Kamp, Modoo
en Rinkema.
Het voorstel-Van de Kamp werd even
eens verworpen. Vóór stemden de
zelfde leden.
Het voorstel-Sneltjes werd even
eens verworpen. Voor de heeren Seig
nette, Sneltjes, Leunen, Stolp, Van
den Berg en Loomeijer.
Zonder stemming werden goedge
keurd de aanvullingen, voorgesteld
door de rechtsgeleerde Commissie.
Punt. 9.
Adres van het bestuur van den
Alg. Ned. Timmerliedenhond, afd.
Haarlem, om aan den aannemer van
de school in 't Kleverpark, den heer
C. Nederkoorn, te vergunnen geen 11
uur, maar 10 uur daags te doen wer
ken, ten einde eenigszins tegemoet te
komen in veler werkloosheid.
B. en W. stellen voor, aan adres
sant te berichten, dat er van een door
den Baad te verleenen vergunning
geen sprake zijn kan, daar 11 uur de
maximum arbeidstijd is en de aan
nemer dus eiken gewenschten arbeids
tijd beneden 11 uur kan invoeren.
Aldus aangenomen.
Punt 10.
Ingekomen is een adres van het
bestuur der afdeeling Haarlem van
den Ned. Steenhouwersbond „Een
dracht maakt Macht", houdende ver
zoek om het voor het te bouwen open
baar slachthuis noodige steenhouwers-
werk hier ter stede te doen geschie
den.
Met het oog op de groote kosten van
vervoer van onbewerkte steen stellen
B. en W. voor afwijzend op dit adres
te beschikken.
Aldus besloten.
Punt 11.
B. en W. stellen voor de jaarwedde
van den opzichter voor het dagelijksch
toezicht op den Hout en de plantsoe
nen te verhoogen met f 150 en alzoo
te brengen op 1150. Zij achten deze
verhooging billijk, omdat door dezen
opzichter vele extra surveill.-diensten
worden verricht, terwijl dan tevens
een juistere verhouding tusschen de-
jaarwedde van genoemden ambtenaar
en die der voorbelden in het leven zal
worden geroepen.
De heer SNELTJES, van meening
dat tusschentijdsche verhoogingen on-
gewenscht zijn, stelt voor dit uit te
stellen tot bij de begrooting.
De heer DE BRAAL stemt hiermee
in en heeft daarover niets bij de
stukken gevonden.
De VOORZ. zegt, dat slechts bij
uitzondering tusschentijds verhooging
wordt voorgesteld. Het College acht
deze billijk. De surveillance wordt,
drukker en uitgebreider. Daarom
wenschten B. en W. er niet mee te
wachten.
Het voorstel-Sneltjes wordt onder
steund.
De heer WINKLER, als lid van de
Commissie voor den Hout en de plant
soenen, licht toe, waarom deze ver
hooging voor Baardse niet eerder is
voorgesteld. (Gemompelneen, la
ter
De VOORZ. zegt, dat het B. en W.
spijten zou, als de Raad met het
voorstel-Sneltjes meeging. In 't Col
lege van B. en W. is ook ter sprake
gekomen, het te laten rusten tot de
bcgrooting, al ware 't alleen omdat
het er dan vlotter doorvloeit. Toch is
het wegens de billijkheid nu gedaan.
De heer GROOT acht het traktement
voldoende om het nog een poosje aan
te houden en ziet niet in, waarom
het meer moet zijn dan dat van den
voorman Van Deventer.
De heer DE BRAAL zal nu stemmen
voor het voorstel van B. en W.
De heer MODOO voor dat van den
heer Sneltjes.
liet voorstel-Sneltjes wordt ver
worpen met 18 tegen 13 stemmen.
De heer MODOO zegt, dat de Raad
in 1900 besloot tot aanstelling van
een adviseur en werd de heer Sprin
ger benoemd, in 1902 kwam deze op
zichter er bij op een salaris van/1900,
dit werd in 1903 1000. Al presteert
hij veel, toch achtsp7-.de voorgestelde
verhooging niet noodig. waar die nas
venster en wierp een blik naar bui
ten.
Eindelijk sprak hij, toen hij de
uniform van den commissaris zag.
Nu zullen wij wel zekerheid krijgen.
Hij liet den beambte in. Zijn eerste
vraag gold zijne dochter.
Zij haalt een dokter, antwoord
de de commissaris, terwijl hij een
onderzoekenden blik op den bakkers
jongen wierp, zij zal wel dadelijk hier
zijn. Is u al boven geweest?
Neen, neen, zei Weber schielijk.
Ik laat het aam de politie over, om
liet feit te constateeren, en proces
verbaal op Ie maken. Hoort u eerst
eens wat deze knaap zegt.
De jongen moest opnieuw vertellen
wat hij gezien had; de commissaris
schreef dit op en toen kon hij heen
gaan.
Inmiddels was ook de dokter geko
men hij en Weber volgden den be
ambte, die nu de trap opging.
Noch op de traptreden, noch op de
witgeschrobde planken van de gang
werden er verdachte sporen gevon
den de deuren van den corridor en
de woonkamer waren open; alles be
vond zich juist zooals de bakkersjon
gen had getuigd. In de woonkamer la
gen Anna en de kraai dood op het
tapijt.
De dokter knielde naast het lijk
hij had het feit geconstateerd.
Hier is moord gepleegd, zei hij.
De vrouw is door een slag op 't hoofd
is geschied. Toen een andere opzich
ter een gratificatie vroeg, is die hem
geweigerd. B. en W. zeggen dat er
afstand moet blijven tusschen 't loon
van den opzichter en van de voor
werkers. Spr. is daar huiverig voor.
Hij stelt zich voor, dat er dan ook
weer afstand wezen moet tusschen het
salaris van den opzichter en dat van
den architect en dat diens salaris zal
worden voorgesteld op 1500.
De heer DE BRAAL zet opnieuw
zijn standpunt uiteen.
De heer SCHR.AM acht de jaar
wedde die immers 100 hooger is, dan
van Van Deventer, voldoende en de
VOORZ. verdedigt het voorstel van
B. en W., o.a. op grond, dat er ver
schil is tusschen het werk van Baard
se en dat van Van Deventer.
Het voorstel van B. en W. wöïdt
aangenomen. Tegen de heeren
Schram, Groot, Sneltjes, Stolp, Tol.
Spoor, Van Styrum, Van den Berg en
Modoo.
Het voorstel, om de verhoogirxg te
laten ingaan met 1 Juni 1904, gaf
den heer GROOT aanleiding om te
zeggen, dat wel aan de verhooging
van de hoogere, maar niet aan de
lagere tractementen terugwerkende
kracht kan worden verleend.
Het voorstel werd goedgekeurd.
Tegen de heerenSchram, Groot,
Sneltjes, Stolp, Spoor, Van Styrum,
Van de Kamp, Modoo en Rinkema.
Punt 12.
B. en W. stellen voor, de woning
van Mej. A. M. van Liemt, Ged. Oude
Gracht No. 75, wegens het ontbreken
van goed duinwater ongeschikt voor
bewoning te verklaren.
Goedgekeurd.
Punt 13.
B. en W. stellen voor de perceelen
Leliestraat 15A en 15 B, eiorenaar J.
de Blauw onbewoonbaar te verkla
ren, aangezien de voorgeschreven ver
beteringen niet zijn uitgevoerd.
Goedgekeurd.
Punt 14.
Adres van A. Honing, houdende ver
zoek om teruggaaf van gasgeld.
Wordt van de agenda afgevoerd.
Punt 15.
Ingekomen is een adres van C. R.
A. Hoeing om hem in huur of koop
af te staan een stuk der Gedempte
Beek, grenzende aan zijn perceel
Gedempte Oude Gracht 11, tot aan
de schutting van den heer Graaff.
B. en W .hebben bedenkingen tegen
den verkoo- waarom zij den Raad
voorstellen dit gedeelte tot weder
opzegging, doch uiterlijk 31 December
1905. te verhuren voor een bedrag van
f 12.16.
Mede is ingekomen een adres van
J. Nonnekes, houdende verzoek orn
een gedeelte van de Gedempte Beek
te mogen overbouwen, welk verzoek
B. en W. voorstellen van de hand te
wijzen.
Hierbij is gevoegd een adres van
.Eigen Hulp", om hij verkoop ook
In aanmerking te komen.
De VOORZ. doet opmerken, dat B.
en W. juist geen verkoop, maar al
leen verhuring wenschen.
De heer SCHRAM vraagt, of de
brandput werkelijk zoo slecht is als
de heer Hoeing zegt. en of de omwo
nenden, ..Eigen Hulp" en de firma
Graaff, bij verhuring aan Hoeing, niet
geschaad worden in hunne belangen.
De heer DE BREUK antwoordt, dat
de put zeer' bruikbaar is voor brand,
al kan ze misschien onaangenaam
rieken, omdat ze zelden openkomt.
Wat de waarborgen voor de omwo
nenden betreft, daarin is volgens spr.
in de voorwaarden
Het voorstel wordt goedge-
k e u r d.
Punt 16.
Voorstel van B. en W. dit college
te machtigen aan de H. IJ. S. M. twee
gedeelten gemeentegrond kad. sectie
E Nos. 1468 en 1469 te zamen groot
212 vierk. M. in koop af te staan
voor den prijs van /3 de vierk. M.
Goedgekeurd.
Punt 17.
B. en W. stellen voor een gedeelte
van het terrein, behoorende bij de
boerderij „het Torentje" gelegen aan
de Kleverlaan, en eigendom der ge
meente, te bestemmen voor een open
bare speelplaats.
De heer SCHRAM juicht het voor
stel toe, maar met dat terrein wordt
aan de behoefte van speelplaatsen
niet voldaan. Nu meer en meer de!
kinderen van vroegere speelplaatsen
worden afgehouden,, dient daarin op
andere wijze te worden voorzien. Spr.
is voor dit voorstel dankbaar, maar
dringt aan op verbetering van de
speelplaats aan 't Prinsenbolwerk, die
bij regen onbruikbaar is. Kan daar
niet een halve meter zand op Nood
zakelijk is ook een speelplaats aan de
Leidschevaart, klachten over ruwheid
van de jeugd zullen, er door vermin
deren^
bedwelmd en toen met een dunkoord
gewurgd gewordende vogel schijnt
vergiftigd te zijn: dit laat het opge
zwollen lijk van de kraai met tame
lijke zekerheid vermoeden.
De commissaris liet zijn blik ruste
loos door de kamer gaanhij kon
geen sporen ontdekken, die hem een
aanknoopingspunt boden.
Er scheen geen worsteling tusschen
den moordenaar en zijn slachtoffer te
hebben plaats gehad niets bewees
zulksook ontkende de dokter deze
vraag.
Waar is de slaapkamer van Thal
stein vroeg de beambte aan Weber,
die zwijgend naar de deur wees. Ook
deze deur stond slechts aan men kon
er zich op voorbereiden, daarachter
nog een misdaad te ontdekken.
De commissaris trad naaar 't ledi
kant, de losse plank kraakte en'
knarste onder zijne voetenhij sloeg
er geen acht op, schoof driftig de
gordijnen weg, die het bed omhulden
en op 't zelfde oogenblik ontving hij
een stoot tegen de borst, die hem in
't midden der kamer deed tuimelen.
Help Dievenriep een schorre
stem, terwijl de hand van Thalstein
de revolver zocht, die van het nacht
tafeltje verdwenen was.
Maak zoo'n leven nietsprak de
beambte boos, ik hen het, de commis
saris van politie. Ge denkt toch zeker
niet, dat ik u bestelen wil?
De rentenier was overeind geko-
De heer GROOT meent, dat het nut
tig zou zijn, een speelplaats te vesti
gen op de gronden van het Lakenkoo-
persgilde, voor de Vereeniging tot
lichamelijke opvoeding. Daar is de
stad zeer uitgebreid. Opvoedend zou
dit werken voor ouderen en jongeren,
omdat het van alle kanten zichtbaar
is, zoodat het geregelde spel zeer zou
inburgeren.
Wat het terrein achter de school
aan de Parklaan betreft, zou spr. het
wenschelijk achten, dat voor speel
plaats van de school te bestemmen en
op Woensdag- en Zaterdagmiddag
voor algemeene speelplaats.
I-Iet nu voorgestelde terrein is we
gens zijn afgelegenheid lang niet vol
doende.
Misschien zou de Raad, als de Ver
eeniging zich nog eens tot den Raad
wendde, een stuk van den grond van
't Lakenkoopersgilde willen, afstaan
voor speelplaats, daar het met den
verkoop ook na de afschaffing van
de erfpacht ook zoo vlot nog niet
gaat.
Wat de speelplaats aan 't Vrouwen
hek betreft, ook daar zou spr. een
zandlaag wenschen.
De heer VAN DE KAMP vraagt of
er gevaar bestaat, dat wanneer dit
besloten is, er geen terrein is voor een
Technicum.
De VOORZ. zegt, dat dit voorstel
alleen de bedoeling heeft om te zien
of de Raad het in beginsel met B. en
W. eens is. Zoo ja, dan zullen eerlang
wel andere voorstellen nog den Raad
bereiken. De gronden van 't Laken
koopersgilde acht spr. te duur, maar
de beer Groot kan er een voorstel over
doen.
Spoedig zal den Raad een voorstel
tot regeling der prijzen van dezen
grond bereiken. Het gevaar, door den
heer Van de Kamp gevreesd, bestaat
niet.
Het voorstel wordt goedge
keurd.
Punt 18.
B. en W. bieden den Raad tot vast
stelling aan een nieuwe regeling van
jaarwedden van leeraren aan het
Gymnasium. Deze regeling komt
hierop neer De jaarwedde van den
Rector wordt bij afzonderlijk raads
besluit geregeld, alsook die van de
verschillende leeraren Conrector, ten
minste /2300, en ten hoogste /3200.
Leeraren in de Grieksche en Latijn-
sche taal en letterkunde, ten minste
/2000 en t,en hoogste 2900.
Omtrent de overgangsbepalingen
stellen B. en W. voor, dat met 1
Januari 1905 de Rector een jaarwedde
van /4000 zal genieten. De jaarwedde
van den leeraar in de Nederlandsche
taal, geschiedenis en aardijkskunde
voor de eerste twee vakken /2500 en
voor het onderwijs in laatstgenoemd
vak f 400. De jaarwedde van den leer
aar in wis-, natuur- en scheikunde
wordt dan bepaald op f 2900.
De heer SNELTJES stelt thans
ook voor, deze zaak uit te stellen tot
de begrooting 't geldt een belang
rijke zaak, de leden hebben het nog
maar kort in handen en konden het
nog niet beoordeelen.
r>it wordt ondersteund.
De heer RASCH zegt, dat het hier
een organieke regeling geldt, wat iet*
anders is dan een traktementsverhoo-
ging. Deze aan te houden, acht spr.
niet gewenscht, er is al zooveel werk
hij de begrooting.
De heer NIEUWENHUIJZEN KRU-
SEMAN wijst er op, dat tal van rege
lingen van onderw ij s-traktem enten
geschied zijn buiten de begrooting.
De heer SNELTJES herhaalt, dat
voor dit belangrijke financieele offer
de Raad niet behoorlijk tijd gehad
beeft ter overweging.
De VOOJRZ. zegt, dat B. en W. geen
bezwaar hebben tegen behandeling ia
een volgende vergadering.
De heer SNELTJES vereenigt zich
hiermee en neemt zijn voorstel dus
terug.
Punt 19.
B. en W. hebben de navolgende
voordracht opgemaakt ter voorziening
in de vacature aan de kostelooze
school A, ontstaan tengevolge van het
overlijden van J. van Maaswinkel
I. J. Kraal, te Haarlem, jaarwed
de 625.
J. Mantel, te Heer-Hugowaard, jaar
wedde 650.
D. Kuiper, te Haarlem, jaarwed
de ƒ600.
De eerst voorgedragene wordt be
noemd.
Punt 20.
Benoemd worden sternbureaux voor
de verkiezing van een lid van Prov.
Staten, wegens het bedanken van
Mr. W. A. 't Hooft, waarvoor de stem
ming op 11 en de herstemming op 18
Juli zal olaats hebben.
RONDVRAAG.
De heer BIJVOET brengt opnieuw
clc Kleverlaan ter sprake. De Voorz.
heeft 4 of 6 weken geleden gezegd, dat
de steenen al op den wal lagen. Spr.
vraagt, of ze al verder gekomen zijn.
i De VOORZ. kan den heer Bijvoet
geruststellen. De oorzaak der vertra
ging is de aanvraag van Bloemen-
daal om een wielrijderspad.
1 De vergadering woi'dt gesloten.
menzijn blik rustte strak op de aan
wezige personen.
Wat beduidt dat? vroeg hij be
treurend. Hoe komt ge in deze ka
mer?
Weet ge dan niet, wat er in den
afgeloopen. nacht hier gebeurd is?
antwoordde de commissaris.
Wat zou ik weten Ik heb gesla
pen als een os och, mijn arm hoofd!
wat klopt en hamert dat en wat heb
ik een dorst.Wie heeft u hier bin
nengelaten Waar is mijn huishoud
ster
Die is dood Kleed u aan en kom
in de woonkamer, dan zult ge
Dood riep de rentenier ontsteld,
terwijl hij met «en snellen sprong uit
't bed wipte. Dat is onmogelijk Anna
was gisteren nog frisch en gezond
Kleed u aan en kom, sprak de
beambte, en verliet toen met de ande
ren het vertrek.
Dat is een vreemde geschiedenis,
zei Weber, en schudde zijn hoofd.
Zonder gerucht kan deze misdaad niet
gepleegd zijn en de oude heer beweert
niets te hebben gehoord.
Wat dunkt u daarvan vroeg de
commissaris fluisterend.
Dat weet ik waarachtig niet.
(Wordt vervolgd.)