BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Haarlemmer Halletjes. ZATERDAG 25 JUNI 1904 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ZONDAGSBRIEVEN. 27. Steken ouder water. Amice, „Goed rond, goed Zeeuwsch" zegt het spreekwoord, dat onzen landge- nooten op de eilanden van Nederlands Zuidwesthoek eere doet. Laat ons ho pen dat zij die eer ten volle verdie nen. Mocht dit het geval zijn wat ik niet weet uit te maken dan zul len wij Hollanders, Groningers, Gel- derslui, of van wat afkomst we wezen mogen, hun de eer niet benijden, doch ons spiegelen aan hun voorbeeld. Want, nietwaar er ligt een groote lofspraak in. Een goede Zeeuw," wil men zeggen, is rondborstig, openhar tig, ongeveinsd. Wellicht ook slaat het spreekwoord ten deele op de Zeeuw- sche manieren, die daarmee als een voudig en weinig vormelijk worden voorgesteld. We willen ons echter maar aan de eerste, aanstonds zich opdringende opvatting houden. De rondborstigheid, als gevolg van welke deugd hun flinkweg uit den mond komt, wat het hart ingeeft, ddt is het, wat in het spreekwoord geprezen wordt. Is 't niet eigenaardig tusschen twee haakjes dat men naast de uitdrukkingen rond borstig, rond Voor een zaak uitkomen en dergelij ke, ook wel hooren kan vierkant iemand de waarheid zeggen, vier kant een ander tegenspreken, alsof niet rond en vierkant precies tegenovergestelde begrippen waren Ja, curieuser nog, we gebruiken in dezelfde beteekenis de woorden p 1 a t- weg ën vlak weg Hij kwam er plat weg voor uit. Ik zei 't hem vlak in 't gezicht. En dergelijke gezegden meer. Maar ieder voelt dat de tegenstrij digheid, die hierin zou gelegen zijn dat we de volkomen tegenovergestelde begrippen van „rond" en „vlak" en „vierkant" gebruiken voor éenzelfde zaak, slechts een schijnbare tegen strijdigheid is. Want hoewel onder ling zeer verschillend hebben die woorden met elkaar gemeen dat ze ieder voor zich in zegswijzen als de bovengenoemde gebruikt worden als tegenstelling van oneffen, puntig, stekelig of scherp, He-do el d wordt en dat past immers op de begrippen rond, vierkant en p 1 a t in gelijke mate dat alle pun tige, prikkelende, en dus venijnig wondende, uitsteeksels ontbreken. Dit geldt vooral wel van het woordje rond. En daarom wordt het bij voor keur gebruikt vooropenhartig, zon der achterhoudendheid" eerlijk en geheel. „Rond" is zulk een gezegde dat precies als de voortrollende bal, van alle kanten zich laat bezien. Met ronde manieren nu is niet goed overeen te brengen die wijze van doen, die ik in het opschrift aanwees als: Steken onder water ge ven. Ieder begrijpt wat ermee wordt be doeld. Men verstaat er onder: iemand zijdelings een onaangenaamheid zeg gen een stekelige opmerking maken niet recht op den man af, maar aan een ander adres dan voor het welk zij eigenlijk bestemd is. Hetzij dan dat de opmerking schijnbaar zoo in 't algemeen de wereld wordt inge worpen, hetzij -ze tot A. wordt gericht terwijl ze B. wil treffen. De taalkundigen beweren dat de uitdrukking eigenlijk een dooreenmen- geling is van twee andere. Men sprak, zoo zeggen ze, eenvoudig van „iemand een steek geven"maar" men kende ook de zegswijze, aan het scheepsge vecht ontleend, „een schot onder wa ter geven". Deze twee gezegden zou- laten later door de spraakmakende gemeente zijn dooreengehaspeld tot een steek onder water. Nu, die guaestie laten we voor de heeren taalgeleerden. Wat we er on der verstaan, is algemeen bekend. Pauliene zal 'k eens zeggen lo geert buiten bij een vriendin, wier papa er gerij op nahoudt, al is noch het voertuig noch de rossinant eerste klasse equipage. Maar de goede man doet z'n best om de vriendinnen van zijn dochter er mee te gerieven. Ze zijn dan ook gewoon er dankbaar van te profiteeren, al mocht eene enkele er nu of dan een goedig gekheidje op maken. Maar bij die goedige scherts houdt Paulien haar mond om bijv. den anderen dag aan den maaltijd met het meest effen gezicht en de vriendelijkste manieren haren gast heer te vertellen hoe dol ze is op hard rijden en breed uit te meten de ge- nietelijkheden van de moderne rijtuig jes, waarmee zekere neef Johan de omwonenden van zijn villa, verbaast. Mevrouw zal 'k eëns zeggen heeft twee dienstboden, Anna en Kee tje. Het horloge van Kee heeft de heb belijkheid van heel onaccuraat teloo- pen. Heeft ze een boodschap gedaan, een vrijen avond gehad, geregeld ligt ze met den tijd overhoop. Nu zal ik niet beweren dat Kee niet eens een „goed rond" standje krijgt, maar tel kens weer moet ze aanhooren me- vrouws zoetelijke uitweidingen, die niet tot haar maar tot Anna worden gericht, over de uitnemende eigen schap van mevrouws dochters van steeds precies op tijd thuis te zijn. „Al hebben mijn dochters ook iedw het hare", voegt mevrouw 9rhij. Daar zit zal ik nog eens zeggen een clubje getrouwen aan de so- cieteitstafel. Eén uit het gezelschap blijkt op zeker punt van de vader- landsche geschiedenis danig in de war. Men neemt hem eens flink in 't ootje en daarmee uit. Maar stekelige Doornveld zet een effen gezicht en als er een paar dagen later aan'hetzelfde tafeltje gesproken wordt over een zoon van een der heeren, die voor een examen zakte, dan zegt Doorn veld tot een buurman zoo hij z'n neus weg maar met een scherpen klemtoonJa, dat 's nou een jon gen, maar wil je wel gelooven dat je zoogenaamd beschaafde lui hebt die in de geschiedenis van d'r eigen land heg noch steg weten? Juffrouw Hederilc zal ik eindelijk nog eens zeggen erg puntig en netjes zoowel op haar meubilair als op haar toilet, heeft geburen op de thee, een afdoener. Eene van haar heelt het zwak niet al te zeer uit te munten in de deugden, waarin'juffrouw Hede- rik groot is. De ongelukkigeZe krijgt bitterboekjes bij haar thee in dubbelen zin. Ach, ze weet wel waar in ze tekortschiet. Ze weet wel dat juffrouw Hederiks scherpziend oog zonder aflaten haar niet altijd onbe rispelijk uitgedoste dochtertjes mon stert. Maar kon ze weten hier genoo- digd te zijn om het afschieten van puntige pijltjes bij te wonen'; pijltjes, 't is zoo, die haar volstrekü niet recht streeks raken, maar die niettemin vlak langs haar ooren heen, achter haar in 't behangsel vliegen Een opmerking, nief recht op den man af, kan in enkele gevallen zijn een geestige scherts, een leuke uitval, een onschuldige plagerij. Dan is zij natuurlijk geoorloofd. Zoo iets moeten we van elkaar kunnen verdragen. Dat alles wat op de lijn der plagerij ligt ten allen tijde uiterst gevaarlijk blijft, dat plagerij een wapen is, hetwelk slechts weinig menschen goed han- teeren, behoeft daarbij niet te worden vergeten. Mè-g zelfs niet worden verge ten. Doch hoe dit zij, wee den kit- teloorigen mensch, die op dit punt niets kan verdragen. Men moet er niet te spoedig hij zijn met te klagen over „steken onder water". Zijn ze niet al scherp bedoeld, lach dan mee met de rest. Tegenover kleine kinderen kan zulk een steekje met vriendelijke bedoeling misschien goed op zijn plaats zijn. Iets moet noodig eens gezegd worden en een rechtstreeksche vermaning zou al te zwaarwichtig zijn. Welnu, dan.doen al de kleinen er hun voordeel mee. Maar de hoofdwaarheid blijft, dat steken onder water uit den booze zijn. Onbegrijpelijk is 't, hoe iemand zou kunnen meenen dat men langs dezen weg het best een vriend zijn feilen toont. Onbegrijpelijk, dat men ze in een stelsel van opvoeding plaats ver leent. Is de bedoelde persoon niet erg slim, dan gaat de steek "hem voorbij zonder getroffen te hebben, al zal dit geval zich wel zelden voordoen. Want meestal komt de steek uit een min of meer verstoord gemoed, dat het wa pen scherp genoeg heeft weten te pun ten en den slag grof genoeg toe brengt. Wordt de onaangename opmerking dus wel degelijk begrepen èn door het slachtoffer èn door de andere le den van 't gezelschap wat dan trouwens ook in de bedoeling ligt, dan bereikt men niets dan ontstemming, zonder te overtuigen en zonder kans op verbetering. Veeleer wekt men ver zet en verharding. Is de getroffene I een kind of een onderhoorige, ze gaan mokken of worden brutaal. Is 't een oudere, zij zoeken de gelegenheid om met gelijke munt te betalen. Goede vrucht indien ze al werd beoogd is nimmer te wachten. Dat spreekt als een Boek. Al wat tegen de liefde zondigt, al wat met de waarheid in strijd is, spant de paar den achter den wagen. „Goed rond, goed Zeeuwsch". Bestraf berisp, vermaan, toorn, bespot des-; noods vierkantweg Kunt ge dat niet, meent gij daartoe het recht te missen, is daartoe de gelegenheid niet geschikt, dan... zwijg! Maar „ste ken onder water" zijn uit het tuighuis van den duivel. t.t. LECTORI SALUTEM. Natuurhistorische Wandelingen in en om Haarlem. XIII. Belofte maakt schuld, zegt het spreekwoord, en ofschoon ik me ge noeg aangetrokken gevoel door aller lei waterbewoners, waarover vele en nog eens vele bijzonderheden te vertel len zijn, toch laten we de stekelbaars- jes met hunne fraaie nestjes, de ver- schillende torren en kevers met hun ne larven, de libellen, de draaitorre- tjes, de bootsmannetjes of rugzwem- j mers, de waterloopers, schorpioenen, wantsen en hoe al dat kleine gedierte meer mag heeten, voor een oogenblik met rust. Ter gelegener tijd zullen ze ons zelf wel weer aan onze belofte van de vorige week herinneren. Zijn er dan andere, meer actueele j onderwerpen vraagt ge zeker. Me dunkt, bij een oogenblik nadenkens valt het niet moeilijk te bepalen, wat j-mij en ook u allen in de laatste week zoo is opgevallen. De roos, nog altijd de Koningin der i bloemen, domineert thans in onze parken en tuinen, vervult de lucht i met zachte geuren, doet den anti-be- wonderaar zelfs een oogenblik stilhou den, om oog en hart te vergasten aan die schoone kleuren, die schoone vor men. Van het eenvoudige duinroosje tot de grootste en schoonste onzer tui nen, ze zijn alle mooi. Van de bijna I 70.000 ingezetenen onzer veste geloof j ik dan ook zeker, dat er weinigen zijn, 1 die niet van rozen houden. Zijn de bloemen in 't algemeen ieder een welkom, de rozen zeker in 't bij zonder. Kinderen geven ze aan hunne moeder op haren verjaardag, de jon geling aan zijn beminde, de werkza me huisvader verrast er zoo vaak zijn echtgenoote mede, en als we een oog slaan op de begraafplaatsen dan zien we ook daar aan de dierbare afge storvenen heel wat rozen gewijd. Wie eens op onze bloemenmarkten ziet, zal :zeker opmerken, dat het aan- j tal rozen groot is. Wie vrij geregeld eens een oogje werpt in de bloemen winkels, vindt daar bijna het geheele jaar door rozen. Dit is wel het zeker ste bewijs, dat ze haren weg vinden en de kweekers steeds kunnen voortgaan met vermenigvuldigen. Er zijn dan ook in óns land tal van speciale rozen- kweekerijen, daarenboven houden niet alleen alle boomkweekers, maar ook tal van bloemisten en particulieren zich met het aankweeken Van rozen bezig. Behalve de gewone manier van voortkweeking door stekken, worden de (hieèste veredeld. De gewone wijze van vermenigvuldiging zou zijn die door zaad. maar dit'levert niet het gewenschte resultaat, daar de bloem dan niet beantwoordt aan de oor spronkelijke. Bovendien is het nog wel de vraag, of de meeste gekweekte sóórten met hare dubbele bloemen wel vruchten voortbrengen. Aan het gewone Duinroosje, aan de Hondsroos, aan de Rosa rugosa, en tal van an dere vinden we genoeg rozebottels met zaadook bij enkele andere, minder gevulde rozen wordt nog zaad voort gebracht, maar bij de meeste rozen zijn de meeldraden verdwenen, of lie ver, veranderd in bloemblaadjes. Stuifmeel ontbreekt dan vaak en ook de vruchtbeginsels zijn vaak slecht ontwikkeld. Nu zou het voor de hand liggen de soorten te gaan stekken, maar vele zijn er, die een zwak wor telgestel hebben en zich slecht ontwik kelen. Wil men bovendien stamrozen, dan kan 't niet anders, of men moet zich daartoe van soorten bedienen, die flinke stammen maken. Deze stammen worden veelal in het wild gezocht, soms gekweekt uit zaailingen. Voor de struikrozen maakt men steeds van zaailingen of stekken gebruik. Of schoon bij de laatste het enten voor komt, is voor de rozen vaak het ocu- leeren het middel voor de veredeling. Oculeeren komt van oculus, dat betee- fcentoog. Een oog is hetzelfde als 'knop. Bij het oculeeren wordt dan ook slechts een knop overgebracht. Op de plaats dan, die men daarvoor ge schikt acht, hij struikrozen op den bloötgelegdenwortelhals, bij stamro zen op den stam zelf, of op de zijtak ken, er zoo dicht mogelijk bij. Dat de onderstam in flinke conditie moet ver- keeren, spreekt wel van zelf, als daar op een deel van een andere wordt overgebracht. In den tijd nu, dat ten gevolge van den vermeerderden sap stroom de bast eehigszins losser zit, brengt men in den onderstam een T-vormige insnijding aan, en licht de hoekjes bast op. Nu neemt men van de roos, die men wenscht, een knop met een schildje van den bast en het bladstelletje er nog aan, dat dan met een als handvatsel kan dienen, schuift dit schildje in de gevormde opening, zorgt dat de bovenrand van de bast, die vast zit, gelijk zit met den boven rand van de bast van het schildje, door dit laatste, als het reeds onder de opgelichte hoekjes zit, hij te snij den. Zullen de gemaakte wonden genezen en de oculatie gelukken, dan moet al les met een scherp mes en'vlug den worden, om uitdrogen te voorko men. Nu wordt de wonde dichtgebon den, niet te stijf, dat het knelt, maar toch stijf genoeg. Is de veredeling nu in 't voorjaar geschied, dan moet men nog alles be- 1 dekken met entwas om verdamping 1 en daardoor uitdroging te voorkomen. De dan vastgroeiende knop zal den- j zelfden zomer nog uitloopen, van daar „oculeeren met schietend oog." Veel beter en ook veel meer toegepast wordt het „oculeeren met slapend oog". Dit geschiedt in Juli tot Septem ber. Is de oculatie gelukt, wat men reeds na veertien dagen kan zien, dan moet men nog op enkele zaken letten, het ingroeien der bandjes voorkomen, het regelen van den sapstroom, daar la ter de zoogenaamde wilde deelen wor den verwijderd en de kroon of struik gevormd moet worden uit de verede- ling enz. Want die enkele knop, af- komstig van de een of andere roos, verbergt in zich alle kenmerken van hare moeder, niet alleen kleur en vorm van bloem en blad, maar ook de meer of mindere bloemrijkheid, in j 't kort alle goede maar ook alle slechte eigenschappen. De eigenlijke vermenigvuldiging ge- schiedt dus door zaaiing van wilde of j soms ook door stekking van enkele daarvoor geschikte sóórten, terwijl ieder individu daarna veredeld wordt En zoo wordt het aantal rozen groot. Hoe men aan al die verschil lende soorten of liever variëteiten komt, hoe men die alle tot groepen kan brengen .zou ons te lang bezig houden. Een nog eveneens belangrijke zaak moeten we om dezelfde reden onaan- geroerd laten, n.l. de snoei en verdere behandeling van de rozen in den tuin. J. STURING. De Parijzenaar. Ofschoon hij zich niet mocht ver- j heugen in de gunst van de officieren van het regiment, leefde hij toch al- tijd in vrede met zijne kameraden, want hij was zoo levendig en zoo on- weerstaanbaar geestig. "Schoolonder wijs had hij weinig genoten, daar hij op zeer jeugdigen leeftijd begonnen wasteen ambacht te leeren, maar hij had zeer veel gelezen, alles inderdaad wat hij maar machtig had kunnen wordennovellen, dagbladen, boeken met reisbeschrijvingen, wonderlijke avonturen, allerlei litteratuur, en daar hij een stalen geheugen had, was hij een aangenaam man in gezel schap. Hij kon ook vrij goed zingen, decla meerde als een geboren tooneelspeler, en was altijd in de weer met den meest onweerstaanbaren onzin, zoo dat hij werkelijk de ziel en het leven van het regiment was. Om zijne le vendigheid en zijn tallooze geestige Een ZaterdagaYOüdpraatje. Ouder dagteekening van 11 Juni heb ben Burgemeester en Wethouders een officieele kennisgeving de wereld in gestuurd aangaande de Zwem- en Bad inrichting aan het Noorderbuiten-' spaarne, waarbij werd gemeld gelet op artikel zooveel van de algemeene politieverordening, gelet op het Raads besluit nummer zooveel, dat met in gang van Maandag 13 Juni van de zwem- en badinrichting in het Noor- derspaarne kosteloos zou kunnen wor den gebruik gemaakt en dat de inrich ting voor het publiek tot Augustus ge opend zou zijn van 's morgens zes uur af enz. Nu hen ik niet bijgeloovig, maar ik vermoedde, na het lezen van deze kennisgeving, toch al dadelijk onheil. Wat voor goeds zou er kunnen komen uit een besluit, gedateerd op den elf den en dat zou ingaan op den dertien den En zie, mijn vrees werd bewaar heid, want een jeugdige kappersbe diende, die roet prijzenswaardige han digheid overtollige haren van mijn ge zicht schoor, vertelde er tevens bij hoe hij, zonder succes, geprobeerd had om daar in 't Noorderspaarne, een bad te gaan nemen. „De zwemschool aan de Houtvaart moet u denken, is voor een kappers bediende te duur. Ik zou dus naar de inrichting op 't Noorder Buitenspaar ne gaan. Goed, ik sta te half zes op en ben te zes uur aan den Spaarndam- merweg, daar moet je dan roepen of wenken, ziet u, en dan komt een inan xnet een bootje om je te halen. Maar ik zag niks, niemendal, geen man en geen bootje en de deur van de zwem inrichting was dicht. Tot half zeven heb ik gewacht, toen had ik geen j tijd meer en ben weggegaan, want iki moest op mijn werk wezen." „Weet je wel zeker", vroeg ik, „dat alles dicht was „Nou, dat weet ik heel zeker. Den volgenden dag ben ik weer gegaan, j maar toen aan den overkant, den- j kende dat het misschien daar beter zou lukken, 't Was weer hetzelfde, de; deur weer dicht en er kwam niemand i Een jongen die voorbijging vertelde nu, dat de man in de zwemschool wel j eens om negen uur verscheen. Toen ben ik maar weer heengegaan. Wat moest ik anders doen?" Ja, dat wist ik ook niet, maar wan neer B. en W. plechtig aankondigen dat de inrichting te zes uur geopend wordt, moet het op liefhebbers van zwemmen minstgenomen een eigen- aardigen indruk maken, wanneer ze te half zeven nog dicht is. Vooral om dat in diezelfde proclamatie van Bur gemeester en Wethouders stond te le zen, dat het verboden is, in de open bare wateren te baden of te zwemmen. Onze jeugdige kapper, blijkbaar een jonge man met veel gevoel voor wet en recht, had dat dan ook niet willen doen. Maar de inrichting aan de Hout vaart was hem te duur En de inrichting aan 't Noorder- buitenspaarne was dicht I Naar ik gehoord heb, heeft hij, daar hij toch zwemmen wou, toen maar een bootje gehuurd en is in 't Spaarne gaan zwemmen, wat verboden is. Zoo kweekt men zondaren Het groote schilderij van Kenau op de wallen van Haarlem in het portaal van 't Prinsenhof, staat nu achter een hekje. Een monumentaal ijzeren hek, keu rig van vorm, een wonder van Haar- lemsche smeedkunst, vervaardigd door den beroemden maker van kunst smeedwerk Dingesmaar niet heusch't Is een houten hekje, een hek van heel doodgewoon waaiboo- menhout, roodbruin geverfd, een hek, dat onder broeders een paar kwartjes waard is. Niemand die het niet ge zien heeft kan het op zijn rechte waarde, ik bedoel hier natuurlijk kunstwaarde, schatten. Men verzuime dus niet de gelegenheid, dit wonder van bouwwerk te gaan aanschouwen. De deur staat open en Be heer Steen- kist is bereid, om den weetgierigen bezoeker toe te laten en desgewenscht een en ander toe te lichten. Als ik het goed begrijp zijn B. en W. van plan, langzamerhand van dit portaal een soort van museum of kunsthal te maken. Behalve de schoo ne afbeeldingen van Lourens Jans- zoon Coster hangen aan den muur nog een paar landkaarten, van het oostelijk en van het westelijk half rond. Voor de kennis der aardrijks kunde zijn ze van minder aanbelang, met het oog op hun hoogen leeftijd, maar als antiquiteit is die versiering ongetwijfeld van groote waarde. Daar die kaarten wat hoog hangen, kan iemand als ik, van gemiddelde groot te, niet goed zien wat er op staat. Men heeft mij gezegd dat Amerika er nog niet op voorkomt en eenige zwarte plekken in den oceaan doen dan ook wel denken aan de schepen van Co lumbus en zijn mannen, die aan 't va ren zijn om dit werelddeel te ontdek ken. Intusschen kan het ook wel we zen, dat het niet de schepen van Co lumbus zijn, maar de ongerechtighe den van vliegen, die nu eenmaal niets ontzien, zelfs niet een afbeelding van 't heelal, die zooals deze door het Nederlandsch Onderwijzersgenoot schap is goedgekeurd. Ligt het in de bedoeling van ons ge meentebestuur, om in dit portaal van 't Prinsenhof allerlei merkwaardige zaken bijeen te brengen, dan vestig ik mijnerzijds de aandacht op Cos ters monument in den Hout, dat te genwoordig daar, nu sedert de ver- beteringen van den Hout, verschillen de wegen samenloopen op hei punt waar dit is opgericht, hneer dan ooit i de aandacht trekt. Langs die diverse' paden wandelen de menschen er heen I en staan stom van bewondering of I van iets anders. Is die eerste stom-1 heid voorbij, dan gaan ze aan 't ra- den wat dat beduidt. De een zegt ,,'t is natuurlijk een reclame voor i Woestduin zie je dan dien dobbel- j steen niet?" „Volstrekt niet", zegt; de ander, ,,'t is een herinnering aan Scholtens hötel hier vlak bij wat zou anders die sauskom moeten bedui- j den Intusschen staat het monument1 daar dag in, dag uit, in weer en wind en wordt er niet mooier op. Vriende lijk inaar dringend verzoek ik dus I het een plaatsje te verleenen in- 'het j portaal van 't Prinsenhof, bij de twee halfronden en Kenau, van welke laatste men nu met meer recht dan J ooit te voren kan zeggen, dat ze „bij 't hek" is. Wil men in deze lokaliteit eenmaal ee<n verzameling van merkwaardighe-1 den aanleggen, dan kan men er nogi veel meer curiosa ophangen lo. het portret, levensgroot, van den burger van Haarlem, die van meening is, dat de gemeentezaken te snel worden behandeld 2o. een bij het vorige jaar vergele ken, verminderd belastingbiljet; 3o. een photographische afbeelding van wat de commandant der Amster- damsohe brandweer zoo treffend noemt„ordelijke panieken." Dit laatste vooral, om niet alleen ouderwetsche, manr ook bijzonder moderne dingen voor het nageslacht zorgvuldig te bewaren. En zoo kom ik als van zelf weer terug op de quaestie van Jt vastzetten der stoelen. De besturen van de ver schillende localiteiten hebben den tijd tot 12 Juli, om de verschillende voor schriften, ook die aangaande het vast maken van de stoelen uit te voeren. En al mag hét ook waar wezen, dat van de plannen om de groote zaal van de Vereeniging en het Bronge bouw nu maar te sluiten, niet veel komen zal, omdat er toch bij derge lijke exploitatie te veel belangen ge moeid zijn, om zoo maar een dergelij- ken krassen maatregel te nemen zooveel is wel zeker, dat de directiën zoodra de stoelen zijn vastgezet, nog een soort van reglement voor het ge bruik daarvan zullen moeten vaststel len. Daar ik nu toch over deze aange legenheid spreek en er dus ernstig over heb nagedacht, geef ik uit de volle edelmoedigheid mijns harten, een ontwerp van zoo'n reglement ge heel kosteloos aan belanghebbenden present. Artikel L Alleen een ordelijke pa niek is geoorloofd. Artikel II. Het gaan staan op stoe len is ten strengste verboden. Artikel III. Het uit elkander trekken vau vaste stoelen wordt voor onmoge lijk verklaard. Artikel IV. Zelfs in de heftigste doodsangst mag niemand over stoe len klimmen, daarvan de leuning af rukken, of een ander op zij duwen. Artikel V. Dringen is door dit re glement geheel vervallen. Overtreding van een der artikelen wordt gestraft met een boete, waar van het minimum duizend guldfen is en het maximum bepaald wordt door den commandant van de Amsterdam- sche brandweer. Wouter, mijn bravqneef, die zooals de lezer wel weet altijd graag tegen den keer ingaat, heeft het vastzetten van de stoelen zeer toegejuicht. „Had ik mijn zin", zei hij, „dan zou ik in de wereld nog een heeleboel andere zaken voortdurend of tijdelijk vast zetten. Daar las ik bijvoorbeeld van een beschonken man, die onlangs met alle geweld in de Bakenessergrachfc springen wou. Zoo'n vent moest vast gezet worden, net als de stoelen in de Vereeniging, dan kon hij niet naar de kroeg en niet naar de gracht loo- pen. Er gaan dagelijks paarden op hol. Zet ze vast. Wagens rijden tegen elkander aan. Zet ze vast. Alles wat nadeel of gevaar kan opleverenzet het vast". „Goed", zei ik, „maar onder één voorwaarde". „En die is „Dat wij beginnen met jou tong vast' te zetten, dan kan die geen kwaad meer doen en geen dwaasheid meer zeggen." FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7