BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. GROOTE HOUTSTRAAT 55. r Haarlemmer Halletjes. 11 ZATERDAG 23 JULI 1904 DE ZATERDAGAVOND 18 85f HAARLEM'S DAGBLAD KOST REDACTIE EN ADMINISTRATIE Se: DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6 IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ZONDAGSBRIEVEN. 31. Mannen Tan Stavast. 'k0 Amice, X<?* De week die achter ons ligt was lor lien die willen meeleven met de 'ft' sbeurtenissen van den dag een bij- drukke. Het was bijna niet ogelijk al het toestroomend nieuws omvamen en de vele en velerlei drukken behoorlijk te verwerken. uiten rekening latend het Oost-Azia- sch ooilogsnieuws dat dagelijks on- i aandacht vraagt, en zooveel meer at ons vaderland niet van nabij takt, heb ik het oog op drie gebeur- missen die elk op zichzelf in staat I i voldoende zouden zijn geweest om eslag te leggen op onze volle be- ngstelling en waarvan thans de ^ene de andere verdrong. Ik twijfel niet of gij weet welke ebeurtenissen ik bedoelde feestelij- e ontvangst van generaal van leulsz, de staatkundige crisis en den .y.ood van den ex-president Kruger. Te vielen bijna samen. Was 't niet op [0 recies denzelfden dag tegen het eind er vorige week dat zoowel de beslis- ling der Eerste Kamer al# de doods- i.jaare uit Clarens ons bereikten En e aankomst van den grooten Atjeh- eld ligt daar niet vele dagen van af. enoeg alle nieuws, alle beschou- ringen, mededeelingen en verslagen ie als gevolg van deze gebeurtenis- en tot ons kwamen, vulden de bla- en en de gesprekken gedurende den en „p dezer week. Het was niet bij te louden. Aan welke zijde men sta ten aan- van de crisis die ons staatsleven is doormaakt, dat ze gewichtig is buitengewoon, beseft ieder. En gevoel van stille deelneming en Jemming bevangt ons bij de ge- bte aan de ons allen dierbare Hooge Vrouwe, in wier jeugdige en feedere handen een beslissing gelegd was, voor menigen oudbeproefden ^staatsman bijna te zwaar. Doch niet hierover schrijf ik u. Het |iijn de beide andere onderwerpen on- ^tcr vaderlandscbe belangstelling, die 'mij heden een woord in de pen ge- Iflien. Ik denk aan Paul Kruger en Taan generaal Van Heutsz, aan de [Hpndergegane en de rijzende zon. Wanneer er sprake is van samen vallende en elkaar verdringende in drukken, dan schijnt bet mij toe Krugers doodstijding te zijn, die, Obns overvallende te midden van "onze binnenlandsche politieke span- P, eenige schade geleden beeft, r is zij aan niemand ongemerkt bij gegaanmenig woord zelfs is over geuit. 'Toch zou vooral de deelneming die het doodsbericht in mi buitenland ondervond, zouden me- jnig krachtig woord of treffende op merking in buitenlandsche bladen ge- uit, die thans als de éendaags-vlin- ders van een telegram-bericht voor bijgaan, beter tot hun recht gekomen zijn. Wel leven we snel, maar hier werd toch een snaar aangevoerd die bestemd was om na te trillen in de harten des volks. Hi§r en daar werd een woord gezegd zóo warm of zóo juist, dat er in een rustiger week Iets langer over zou zijn nagepraat. Ver gun mij eene enkele aanhaling te doen uit een Belgisch blad. „Eéne voldoening kreeg de grijze Kruger alvorens voor goed de oogen te sluiten. Hij mocht het aanschouwen, hoe de gansche wereld thans overtuigd is geworden van de kwade trouw en de dubbelhartigheid vah Engeland hoe het Kruger-regiem, zoo gesmaad door de Engelschen, thans dooreen regiem van slavernij en gedwongen arbeid is vervangen hoe de Engel- sche werklieden zeiven verjaagd en vervangen worden door Chineezsn, die voor 1 schelling per dag arbei den hoe de „rotte oligarchie" der Boeren vervangen is door de tiran- nij der Randlords, wier speelpop is Zijne Majesteits hooge commissaris, lord Milner. En het Boerenvolk zwijgt en lijdt in stilte en wacht zijn tijd. Men heeft het alles ontnomen wat het bezat, wat het lief had, wat het beminde; men heeft het in boeien geklonken en van alles be roofd doch niet heeft men het kun nen berooveu van zijne idealen en één ding is niet in liet ^p-af gegaan met de onafhankelijkheid de liefde voor taal en geboortegrond. Als één man staan zij nu weer, schouder aan schouder, in de liefde tot de taalde taal is gansch het volk, i-iep Wolrnarans uit en al de voormannen der Boeren spraken in denzelfden zin. Neen, een volk dat alles veil heeft voor het behoud zijner nationaliteit zal niet vergaan en zijn naam zal niet uitgewischt worden in de rang lijst van de volkeren der aarde. Eens rijst voor dat volk de zonne, die hare milde stralen zal werpen over de Vereenigde Staten van Zuid- Afrika. En zoo het waar is dat de blik van een stervende ver in de toe komst peilt, wellicht heeft de grijze Kruger dan den dageraad bespeurd van een nieuw leven voor zijn volk." Een bezield en ferm woord als deze Belg daar spreekt, raakt het hart, i Toen het bericht van Krugers dood 1 kwam,1 stond mij eensklaps voor den geest het mooiste portret dat Braa- kensiek ooit gemaakt heeft voor zijn platen in het weekblad „de Amster dammei-". Geen humor bestuurde toen zijn stift maar- een diep gevoel van hartelijke deelneming. Het mag een 'jaar of drie' geleden zijn, naar ik 'meen. dat de smartelijke tijding van den dood van mevrouw Kruger den balling bereikte. Toen nam Braaken- 'siek zijn krijt en teekende dien 'mooien en weigel ij ken den kop vol 'smart en gepeinzen en berusting bo- j ven zijn bijbel, dien velen met mij nooit zullen vergeten. Zóo dacht ik hem later in zijn een zaam vertrek te Hilversum of aan de Middellandsche zee, verloren in wee moedige herinneringen aan het verle- den, schoone beelden oproepend in wakenden droom. De herinneringen van den huisvader rezen samen met en eerlijkheid. Indien deze kroon den die van den vaderlander en den hoogen landsambtenaar siert is het staatsman in zijn droomgezichten op. !volk gerust, wat ook gebeure Wij D'oübaas zat weer in den grooten rie-gelooven dat Van Heutsz, die uit het ten stoel in de veranda te Pretoria, j Instructiebataljon te Kampen de lad- omringd van maag en volksgenoot, 'der tot de hoogste sport opklom, die of sprak de mannen zijns volks toe in kroon van bekwaamheid en eerlijk- den Volksraad, of opende de voor- heid draagt. spoedige telegrammen uit Colenso, Heil Indië onder zijn nieuwen Gou- uit het heetst en schoonst van den verneur-Generaal Met vnendschappelijken groet yours LECTORI SALUTEM. Natuurhistorische Wandelingen in en om Haarlem. oorlogstijd. Maar opwakend met be vende lippeji bracht hij de hand aan de oogen en veegde de tranen wegen verjoeg de beelden die hem een wijle hadden kunnen troosten. De werke lijkheid sprak weer. Hij bladerde voort in zijn bijbel, boog het hoofd er over heen en bad. De ouderdom stompt de fijnste ze- nuwen van het gevoel af, zegt men. i Het mag zoo zijn Het mag ook bij j hem zoo geweest zijn Een troost is i ■t zelfs dit te denken, als w *e-n j enz 20uden hedea hoe een de Wet en de la Rey en de hootdsciStel v^n onzen tocht uit_ Botha terugverlangden naai den maken) volgens onze belofte den vori- ouden bodem, hoe een president gen keer gedaan. In ordeen boven- Steyn, al herstellend, de hoop op een dien belooft het een leerrijke wande- terugzien van zijn vaderland voelt ling te worden ook, want meer dan wassen. tien keer heeft men ons deze week wel I Oom Paul heeft er alleen van mo- verzekerd, dat men met belangstelling gen droomen. Maar als zijn trouw "e volgende wandeling tegemoet zag I omdat men al eens v"-1- XVIII. getwist had over de vraag, zou die boom een den gen droomen. Maar als zijn gebeente eenmaal rusten zal in zijn vaderland, zal zijn graf een bedt- j öf een^spar rtjn. vaartsoord zijn vol beloften voor den Welaan dan, flink opgestapt. Onder Afrikaander't loopen zullen we beginnen met en- Kruger een zon die zachtkens I kcle van de algemeene dwalingen weg doofde onder de kim, ofschoon achter te nemen. Zooals we weten, heeft men en hoven zich uitstralend, breed, In 11" Planten ingedeeld tot groepen, de- L. I ze weer tot grootere, enz., alleen om gulden en paarse glanzen. Van jie^ overziCht over 't geheele planten- Heutsz een uit den Oosterhemel op- rijk gemakkelijker te maken, gegane zon, gerezen ter volle middag-De" heide eerste groote groepen, hoogte, brandend als in de tropen. waarin men de planten indeelde, Een man, niet van weemoedig ge- zijn sporeplanten en zaadplanten. peins over het verleden zoo min als j Tot de eerste groep behooren wieren, Transvaals president-zelf eenmaal 1 zwammen, mossen varens, paarde- 1 staarten, enz., tot de zaadplanten de was maai van kloek beraad en van overlge Deze brengen alle zaad voort, korte daad, wiens toekomst vele be- zijn r;jp geworden eitjes, die al loften schijnt te bergen in haar 0f njet \n vruchtbeginsels zijn opge- schoot. Hij wordt gevierd en hij j sloten. Wil men deze eitjes, kleine kor- neemt de hulde die hij verdient in reltjes, eens zien, dan tracht men een ontvangst, maar op een wijze die hem bloem van een erwt of boon te krij- eert en siert, eenvoudig en beschei- j j?en- bloembekleedselen, kelk en den Ik stel mij voor dal het feestvie- 32^°^ ren hem lang genoeg dunrt Met on- voorzichtig ook nog de eerste weg, en geduid denkt hij. .tussehen de een- I vve hebben een jonge peul in de hand. vormige toespraken die hij aanhoort j Beschouwen we deze tegen 't licht, aan de vele belangen, wier bespre- dan zien we heel duidelijk, netjes op king hem wacht. Atjeh's verdere pa- een rij gezeten, de jonge zaadjes. Komt cificatie, Indië's verdediging, de za- 1 nu liet stuifmeel op den stamper, dan En nu de dennen. Deze naam is even fout, als dat men alle samengesteld- bloeraigendahlia's, zonnebloemen, margrieten, madeliefjes, enz. enz. met den naam paardebloemen zou willen bestempelen. En dat is toch al te gek. Men. zou dan spreken van een tuin- paardebloem, een kamerpaardebloem, enz. enz., evenals men thans spreekt van kamerdennetjes enz. De algemeene -familienaam voor al deze planten is naaldboomen of coni feren. Op beide namen is wel wat af te dingen, maar voor het meerendeel passen ze uitstekend. Wel zijn er naaldboomen met grootere, platte bladeren, evenals loofboomen. wel zijn er onder de coniferen enkele, die in plaats van kegels een soort bes dragen (coniferen beteekent kegel dragers), maar ook elders komt een voor ons zullen ons maar tevreden stellen met het spreekwoord geen regel zonder uitzondering of de uit zonderingen bevestigen den regel. De familie der coniferen dan omvat tal van geslachten, enkele van di> dergelijke afwijking voor en wij geslachten weer met vele soorten. Een zeer bekend geslacht is dat der dennenmaar nog een oogenblik ge duld en we zijn terug, waar we den I vorigen keer bleven, namelijk aan den duinweg van 't Kolkje naar Kraantje lek. Daar zien we voor ons, ofschoon niet groot, een paar boschjes van den 't Zuiden van Frankrijk, waar in de Landes een dergelijke duinformatie is. We zouden thans nog enkele andere dennen de revue kunnen laten pas- seeren. maar laat dit tweetal voor loopt genoeg zijn. De volgende week ontmoeten we el kaar in 't Bloemendaalsche Bosch, om eens naar de sparren om te zien. J. STURING. Een Ongewone Huwelijksreis. Op zekeren prachtigen Meimorgen begaven een krachtige jongeman en een zeer lieftallige jongedame zich in groote haast naar de te Dover aan den steiger liggende boot voor Ca lais. Waarheen, mijnheer'? vroeg de portier, toen zij hun bagage afgaven. Brussel, zeide de jongeman, en zich tot zijn gezellin wendend Hoe zullen wij ons noemen, lief ste, Clark of Harris? Ik stel voor het eerste. De jongedame keek zenuwachtig rond, alsof een Duitsche gouvernante haar op de hielen zat (wat in werke lijkheid het geval was). O, Charlie, fluisterde zij. daar Grovén Den, den boom, die zeker in staat iemand naar ons te kijken, be- ons vaderland wel het talrijkst ver- paald een detective. Ik wil dirt it tegenwoordigd is, want groote aan-aan boord gaan, geef mij dus mijn plantingen vinden we daarvan in Ge! derlanci, Noord-Brabant enz., waai de Den in den schralen bodem vrij goed voort wil. kaartje, dan kan je mij volgen, zoo dra je met de bagage klaar bent. Zij sloop heen, haar gelaat nog achter haar parasol verbergend, ter ken van landbouw en verkeer en on derwijs en binnenlandsch bestuur on zer koloniën in het Oosten. Want de stem des volks, doorgedrongen tot Hare Majesteit, heeft hem aangewe zen om weldra den troon van Buiten zorg te bezetten, den staf van den Onderkoning te zwaaien over Insu linde. Mogen zijn schoone voornemens hem gelukken en onze blijde hoop in vervulling gaan. De tijden zijn zwaar genoeg, vol angstige vragen en donkere wolken en belemmerenden partijstrijd, om ons wat glorie en licht en kloeken gang van zaken in onze koloniën te gunnen. Tal van voortreffelijke, nuttige, dienstige, .eervolle eigenschappen vor men met elkaar des menschen per soonlijkheid. Onder deze ïgenschap- pen staan bovenaan bekwaamheid dringt dit tot de eitjes door, die gaan zwellen en opgroeien tot zaden. Bij tal van. planten blijven deze in het vruchtbeginsel opgesloten. We spre ken dan van bedektzadigen. Enkele families zijn er echter, waar deze eitjes niet. in vruchtbeginsels zijn opgeslo ten. waar de vruchtbladen zich dus niet om de zaden sluiten, zoodat deze open en bloot ligggen. De naam naakt- zadigen is ons dus duidelijk. Verge lijken we bijv. een zaadje van een den, spar, enz. eens met een graankorrel of met een zoogenaamd zaadje van een zonnebloem, dan zijn do eerste dus alleen omgeven door een zaad huid, de andere bovendien door een vruchtwand. Tot de naaktzadigen behooren niet veel families in de eerste plaats, wat men gewoonlijk aanduidt als dennen, verder de Cycadeeën, waarvan enkele ons de alweer verkeerdelijk genoemde palmbladeren der grafkrans leveren, en nog geen enkele meer. Een goed opmerker zal aan iep of wijl de vermeende detective den jon- eik, linde of beuk wel eens opgemerkt from an naderde. hebben, dat er twee soorten takjes! - Flemingben ju het. zeide deze zijn. lange en korte. Dit is ook hel j '"et een zucht van verlichting. Wat geval bij de dennen, maar daar zijn I voert je hierheen de korte wel heel kort, bijna niet teO' Charles was ,iet ®e^e" zien en hier bij onze hoornen slechts lj'£e antwoord.Ik vraag u wel pai- bezet met 2 naalden. Soms zijn er 3, rtlon, maar men heeft u vanmorgen dan weer 5, maar meestal 2, aan denvroeg met miss Laura Antrobus uit voet dooreen paar vliesjes omgeven. Icle St. Clcmenskeik zien komen. U Wel komt er een dennensoort voor ™1 mij excuseeren maar ik raadde met slechts één naald, maar als alge j wat «edaan hadt... meen kenmerk, waaraan de dennen te Juist, luidde het op hoogen toon herkennen zijn, kunnen we gerust gegeven antwoord Miss Laura Antro- vaststellen naalden in bundeltjeszijn hedenmorgen in het van twee (drie of vijf). geheim getrouwd, wij hadden daar Volgen we den roodbruinen stamon^c ïedencn voor. omhoog, dan zien we, dat er van den Ja: mijnneer. regelmatigen groei niet veel is over-l Fleming keek bedrukt. Ilij was een gebleven. Alleïiei schadelijke invloe-1 o»'1 bediende van mr. Charles familie denzeewinden, verschillende insec- f» zeer Hoed op de hoogte van de ge- ten. zijn oorzaak, dat die regelmaat spannen verhouding tussehen mr. spoedig verloren gaat. I Charles en zijn grootvader, sir Joseph Aan de takken zien vve thans tolF- vvien hij woonde. Miss van groene kegels hangen, ze gouvernante vveot zeker nog niei rijp, ofschoon ze er reeds vom me -t het voorjaar 1903 aanhangen. Op den Neeu' ™r; Charles. Nog niet grond liggen er ookdoor de aan-I^T z' fl het wel merken. All, houdende droogte geheel open. do daar gaat de stootólmt. Houd mij nu schubben zijn tamelijk dik en hebben niet op- Wat voerde je hieiheen l elk een knobbel op de buitenvlakte. I cl- ""ipheer, ik hoorde van- Ook al weer kenmerken, waaraan de nwgeh, dat sir Joseph vandaag naar dennen te herkennen zijn. I B"uss,01 vertrekt en ik dacht dat u dat ,i misschien graag zou w-eten. Gaan we een stap of wat verder, danj BrusselEn ik heb ook kaartjes zien we alweer dennen, maar toch naar Brussel genomen. Maar dau onderscheiden van defce. Dennen zeg rnoet ik ze direct inruilen. Dan gaan gen we, bedoelen we misschien ookwij naar Parijs, naaldboomen? Laat eens zien. Do Op hetzelfde óogenblik stak de Ca- meer dan 12c.M. lange naalden staanlaisDover langzaam van wal en ijl- 2 aan 2. In orde. De kegels zijn ke-de de jonge bruid, een kreet slakend, gelvormig, ze hangen, de schubben j naar de verschansing, zïui dik met knobbels, dus 'tis eenl Charlie, je bent te laat den. Maar zeker niet de gewone. Neen I Dat is niets, lieveling, ga"zonder de regelmaat is hier ook beter be- mij. waard gebleven, de boom kan dus Zal ik te Calais op je wachten blijkbaar heter tegen den zeewind, 'tj —Neen. Ga door naar Parijs Is dan ook werkelijk de Zee-der. Grand Hotel. waarvan in onze duinen heel wat aan-Wat zeg je plantingen voorkomen maar meer in Daar de afstand grooter werd, kon- Een Zaterdagavondpraatje. „Fidelio", zei mijn neef Wouter, „we hebben, dat mag niet ontkend ■worden, een mooien zomer, veel zon, wind, kortom alles naar den jarrd. Er zijn weliswaar nu wêer iDSclien die naar regen verlangen, iedereen kun je het eenmaal iet naar den zin maken. Wat mij itreft, ik zou wezenlijk het volmaak te geluk op aarde gevonden hebben, ;wanneer ik maar „Wanneer je maar..." zei ik vra- „Wanneer ik maar mijn aanslag- wbiljet van de plaatselijke inkomsten- ontvangen had." „Wouter" zei ik, „wat ben jij een Tverschrikkelijke huichelaar Dat je Verlangde naar de eerste nieuwe ha- 'gjring kan ik me van zoo'n verstokten Jsmuller als jij begrijpen dat je hoopt I op een overvloedigen frambozenoogst sj kan er ook nog mee door, maar dat je zit te snakken naar je aanslagbil- jet van de inkomstenbelasting dat "1 noem ik ergerlijke huichelarij. Ik zou dl in staat wezen, onze familierelatie verder te loochenen, wanneer het mij maar hielp. Schaam jo wat, jij belas- tingfarizeër ,,'t Is met jou", zei Wouter met ter gende kalmte, „weer 't oude doen. Praten vóór je tijd en aanmerking maken, waar het niet te pas komt. Ik zeg je, dat ik dolgraag zou willen, dat ik mijn aanslagbiljet maar had, dan wist ik meteen, waar ik voor 't vol gende jaar aan toe ben. Zoolang als het er nog niet is, weet je maar niet of ze je op 't stadhuis niet in een hoogere klasse plaatsen. Jongen, jon gen, neef, 't is zoo gevaarlijk. De ge meente heeft geld noodig, dat weten we allemaal. Wat is gemakkelijker dan de schroef nog eens een beetje aan te draaien „Hoe denk je dat zoo?" vroeg ik. ,,'t Kohier blijft zoolang weg", zei hij somber. „Geloof me, dat is een veeg teeken. In de laatste jaren is het nog nooit zoo laat geweest. In 1901 stelde de Raad het kohier vast op 26 Juni, in 1902 op 25 Juni, in 1903 op 15 Juli en nu is het al 23 Juli en 't is iiiog niet goedgekeurd. Zeker zitten ze op 't Stadhuis te piekeren of Jan nog niet een klasse hooger kan worden aangeslagen en Piet twee en Klaas drie j „En Wouter vier", zei ik, „want _zijn gelamenteer begon me te verve llen. „Je zanikt er over, alsof je een kwaad geweten hebt. Wie kan je wat maken, als je je inkomen naar waar heid opgegeven hebt?" ..Hoe durf je"begon hij met een groot vertoon van verontwaardi- ging, maar bedacht zich en zei„ik heb mijn inkomen precies even nauw keurig opgegeven als „Als wie?" „Als andere Haarlemmers", zei hij en toen keken we mekaar aan en barstten uit in lachen. „Maar er is wat anders", zei ik. ,,De gemeente verliest een zeker be drag aan rente. Stel, dat het kohier een maand later komt dan anders, zoodat de biljetten ook een maand later worden uitgeschreven, dan mist de gemeente, wanneer de belasting plichtige betalen moet in laat ons zeggen zes termijnen, de rente van den eersten termijn over een maand. Neem aan, dat liet totaalbedrag is f 450.000, dan is de eerste termijn f 75.000, de rente daarvan k 4 pet. be loopt over een jaar ƒ3000.— en dus over een maand250.Honderd rijksdaalders winstderving, Wouter Zou je daar niet eens een stukje over in de courant schrijven Wouter bleef ijzig kalm. „Jij bent", zei hij, „precies als de man, die ver onderstelde, dat de maan van koek was en daarop een theorie ging bou wen. De theorie was heel'mooi, maar 't fundament deugde niet. Hoeveel belastingschuldigen betalen, zou je denken, hun termijnen zonder waar schuwing of aanmaning?" „De helft?" zei ik aarzelend. „Twee van de honderd op zijn hoogst" zei hij. „Nu begrijp je dus al wel, dat het er voor de gemeente kas niet van afhangt wanneer de aan slagbiljetten in zee gaan, maar wel wanneer de waarschuwingen en aan maningen worden rondgestuurd. Doet de ontvanger dat op denzelfden tijd als verleden jaar. dan is er van ren tederving geen sprake." Ik stond verslagen. „Twee van de honderd Wouter, wat is het mensch- dom toch verdorven „Helaas ja", zei hij en draaide met zijn oogen, zooals een berouwvolle zondaar dat doen kan: ..Maar zeg eens. Fidelio „Wat is er?" „Behoor jij tot die 98 zondaren of ben je een van die twee braven?" „Helaas, Wouter, ik heb altijd mee gedaan met den grooten hoop. Jon- gen, zei mijn oude tante Margriet al tijd, zorg er voor, dat je doet zooals j de meeste menschen doen Al die buitenissigheid is maar last!" „Een tante Margriet heb ik nooit 'gehad", zei Wouter peinzend, „maar waarschuwingen en aanmaningen van de belasting des te meer. Adieu. Sterkte. Als ze ons verhoogd hebben, gaan we samen reclameeren. Dat maakt allicht meer indruk op de i Commissie." „Vlei je daar niet mee", zei ik, '„naar ik hoor moet die Commissie al een bijzonder onaandoenlijk gezel schap wezen." En zoo wachten wij nu gelaten op de dingen die komen zullen. Met genoegen heb ik gelezen dat er plannen bestaan om den burgemees- ter te verzoeken, de schutterij in Haar lem, die nu een dienstdoende is, tot j een rustende te verklaren. Hoewel mijn meening daarbij niet gevraagd zal worden en ik dus even veel aan die gedaanteverwisseling van de schutterij doen kan als cle j spreeuwen die om den torenspits van I de St. Bavo heenfladderen, wil ik toch hier wel zeggen, dat het naar 'mijn oordeel een goede zaak zou we zen, om de schutterij nu maar tot een rustende te verklaren. In haar bloeitijd had de schutterij al niet veel te heduiden. Haar in richting deugde niet. Iedereen be greep, dat schutters onder de be staande regeling, met zoo weinig oefe ningen, nooit tot een flink weerbaar korps konden worden gemaakt. De beste pogingen van officieren en ka der, onder wie er inderdaad waren die zich veel moeite voor de zaak ge troostten, konden dat niet verhelpen. Is er nu wel iets onaangenamers denkbaar, -dan dat je dingen moet doen, waarvan je overtuigd bent, dat ze geen nut kunnen opleveren? Ik weet niets ergers en de schutters hadden dan ook aan hunne oefenin gen duchtig het Tand, vooral omdat velen er hun werk door moesten ver zuimen en niet allen hunne verzuim de uren betaald kregen. Dat was zoo in den tijd toen het schutterkorps zooals ik zei nog in zijn bloeitijd was en ieder jaar aan groeide. Nu heeft de schutterij de te ring, er gaan er wel af, maar komen er niet bij en over drie jaar zal de laatste schutter het levenslicht heb ben uitgeblazen, als schutter wel te verstaan. Wordt de schutterij in afwachting daarvan tot een rustende verklaard, dan houden de oefeningen op en wordt er dus heel wat tijd bespaard, die be ter kan worden gebruikt. Ik kan mij haast niet voorstellen, wie daar iets tegen zou hebben, vooral niet omdat we een belangrijke uitbreiding van ons garnizoen hebben gekregen, die wat uniformen betreft, meer dan op weegt tegen het verlies van die der schutterij. Hebben we dus op 't oogenblik een dienstdoende schutterij te veel, aan den anderen kant hebben we een dienstdoende politieverordening te weinig. Maanden on maanden is dat nuttige boekwerk totaal uitverkocht. Toen ik in 't voorjaar eens informeer de wanneer het weer te krijgen zou zijn, scheen men te meenen van met Paschen. Nu, Paschen is voorbij en vergeten en Pinksteren al lang achter den rug en als 't zoo doorgaat dan zal 't wel Kerstmis worden vóór dit belangrijke drukwerk verschenen is, want, op mijn telephonische vraag aan 't stadhuis kreeg ik ten ant- woord, dat het er nog niet was, maar .dat ik over een paar dagen maar I weer eens moest informeeren, hoewel [men mij niet zeker zeggen kon, dat het er dan wel zou wezen. Ieder Nederlander wordt geacht de j wetten des lands te kennen. Ieder Haarlemmer derhalve de wetten der gemeente. Maar hoe ter wereld moet .ik die wetten kennen, als ik ze ner- gens lezen kan Zou de kantonreeh- ter mij veroordeelen, wanneer ik, de I politieverordening overtredende, tot Jmijn verontschuldiging aanvoerde, dat ik de verordening niet kan ken- I nen, omdat de gemeente geen exem plaren meer verkoopt? Ik zou be- nieuwd wezen naar het antwoord, «?at de scherpzinnigheid vin den heer Van der Mersch hierop geven zou. Enfin, over een paar dagen laat ik weer vragen aan 't Stadhuis. Des noods ben ik bereid, elke twee dagen te laten informeeren, of de politiever ordening al klaar is. Misschien kan dat een reden wezen om wat meer spoed achter de zaak te zetten. Of is 't misschien de warmte, die den spoed een beetje in den weg staat? FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7