BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
GROOTE HOUTSTRAAT
55.
r Haarlemmer Halletjes.
11
ZATERDAG 23 JULI 1904
DE ZATERDAGAVOND
18
85f HAARLEM'S DAGBLAD KOST
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
Se:
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
ZONDAGSBRIEVEN.
31.
Mannen Tan Stavast.
'k0 Amice,
X<?* De week die achter ons ligt was
lor lien die willen meeleven met de
'ft' sbeurtenissen van den dag een bij-
drukke. Het was bijna niet
ogelijk al het toestroomend nieuws
omvamen en de vele en velerlei
drukken behoorlijk te verwerken.
uiten rekening latend het Oost-Azia-
sch ooilogsnieuws dat dagelijks on-
i aandacht vraagt, en zooveel meer
at ons vaderland niet van nabij
takt, heb ik het oog op drie gebeur-
missen die elk op zichzelf in staat
I i voldoende zouden zijn geweest om
eslag te leggen op onze volle be-
ngstelling en waarvan thans de
^ene de andere verdrong.
Ik twijfel niet of gij weet welke
ebeurtenissen ik bedoelde feestelij-
e ontvangst van generaal van
leulsz, de staatkundige crisis en den
.y.ood van den ex-president Kruger.
Te vielen bijna samen. Was 't niet op
[0 recies denzelfden dag tegen het eind
er vorige week dat zoowel de beslis-
ling der Eerste Kamer al# de doods-
i.jaare uit Clarens ons bereikten En
e aankomst van den grooten Atjeh-
eld ligt daar niet vele dagen van af.
enoeg alle nieuws, alle beschou-
ringen, mededeelingen en verslagen
ie als gevolg van deze gebeurtenis-
en tot ons kwamen, vulden de bla-
en en de gesprekken gedurende den
en „p dezer week. Het was niet bij te
louden.
Aan welke zijde men sta ten aan-
van de crisis die ons staatsleven
is doormaakt, dat ze gewichtig is
buitengewoon, beseft ieder. En
gevoel van stille deelneming en
Jemming bevangt ons bij de ge-
bte aan de ons allen dierbare
Hooge Vrouwe, in wier jeugdige en
feedere handen een beslissing gelegd
was, voor menigen oudbeproefden
^staatsman bijna te zwaar.
Doch niet hierover schrijf ik u. Het
|iijn de beide andere onderwerpen on-
^tcr vaderlandscbe belangstelling, die
'mij heden een woord in de pen ge-
Iflien. Ik denk aan Paul Kruger en
Taan generaal Van Heutsz, aan de
[Hpndergegane en de rijzende zon.
Wanneer er sprake is van samen
vallende en elkaar verdringende in
drukken, dan schijnt bet mij toe
Krugers doodstijding te zijn, die,
Obns overvallende te midden van
"onze binnenlandsche politieke span-
P, eenige schade geleden beeft,
r is zij aan niemand ongemerkt
bij gegaanmenig woord zelfs is
over geuit. 'Toch zou vooral de
deelneming die het doodsbericht in
mi buitenland ondervond, zouden me-
jnig krachtig woord of treffende op
merking in buitenlandsche bladen ge-
uit, die thans als de éendaags-vlin-
ders van een telegram-bericht voor
bijgaan, beter tot hun recht gekomen
zijn. Wel leven we snel, maar hier
werd toch een snaar aangevoerd die
bestemd was om na te trillen in de
harten des volks. Hi§r en daar werd
een woord gezegd zóo warm of zóo
juist, dat er in een rustiger week Iets
langer over zou zijn nagepraat. Ver
gun mij eene enkele aanhaling te
doen uit een Belgisch blad.
„Eéne voldoening kreeg de grijze
Kruger alvorens voor goed de oogen
te sluiten.
Hij mocht het aanschouwen, hoe
de gansche wereld thans overtuigd
is geworden van de kwade trouw en
de dubbelhartigheid vah Engeland
hoe het Kruger-regiem, zoo gesmaad
door de Engelschen, thans dooreen
regiem van slavernij en gedwongen
arbeid is vervangen hoe de Engel-
sche werklieden zeiven verjaagd en
vervangen worden door Chineezsn,
die voor 1 schelling per dag arbei
den hoe de „rotte oligarchie" der
Boeren vervangen is door de tiran-
nij der Randlords, wier speelpop is
Zijne Majesteits hooge commissaris,
lord Milner.
En het Boerenvolk zwijgt en lijdt
in stilte en wacht zijn tijd.
Men heeft het alles ontnomen
wat het bezat, wat het lief had, wat
het beminde; men heeft het in
boeien geklonken en van alles be
roofd doch niet heeft men het kun
nen berooveu van zijne idealen en
één ding is niet in liet ^p-af gegaan
met de onafhankelijkheid de liefde
voor taal en geboortegrond.
Als één man staan zij nu weer,
schouder aan schouder, in de liefde
tot de taalde taal is gansch het
volk, i-iep Wolrnarans uit en al de
voormannen der Boeren spraken in
denzelfden zin.
Neen, een volk dat alles veil heeft
voor het behoud zijner nationaliteit
zal niet vergaan en zijn naam zal
niet uitgewischt worden in de rang
lijst van de volkeren der aarde.
Eens rijst voor dat volk de zonne,
die hare milde stralen zal werpen
over de Vereenigde Staten van Zuid-
Afrika.
En zoo het waar is dat de blik
van een stervende ver in de toe
komst peilt, wellicht heeft de grijze
Kruger dan den dageraad bespeurd
van een nieuw leven voor zijn volk."
Een bezield en ferm woord als deze
Belg daar spreekt, raakt het hart,
i Toen het bericht van Krugers dood
1 kwam,1 stond mij eensklaps voor den
geest het mooiste portret dat Braa-
kensiek ooit gemaakt heeft voor zijn
platen in het weekblad „de Amster
dammei-". Geen humor bestuurde toen
zijn stift maar- een diep gevoel van
hartelijke deelneming. Het mag een
'jaar of drie' geleden zijn, naar ik
'meen. dat de smartelijke tijding van
den dood van mevrouw Kruger den
balling bereikte. Toen nam Braaken-
'siek zijn krijt en teekende dien
'mooien en weigel ij ken den kop vol
'smart en gepeinzen en berusting bo-
j ven zijn bijbel, dien velen met mij
nooit zullen vergeten.
Zóo dacht ik hem later in zijn een
zaam vertrek te Hilversum of aan de
Middellandsche zee, verloren in wee
moedige herinneringen aan het verle-
den, schoone beelden oproepend in
wakenden droom. De herinneringen
van den huisvader rezen samen met en eerlijkheid. Indien deze kroon den
die van den vaderlander en den hoogen landsambtenaar siert is het
staatsman in zijn droomgezichten op. !volk gerust, wat ook gebeure Wij
D'oübaas zat weer in den grooten rie-gelooven dat Van Heutsz, die uit het
ten stoel in de veranda te Pretoria, j Instructiebataljon te Kampen de lad-
omringd van maag en volksgenoot, 'der tot de hoogste sport opklom, die
of sprak de mannen zijns volks toe in kroon van bekwaamheid en eerlijk-
den Volksraad, of opende de voor- heid draagt.
spoedige telegrammen uit Colenso, Heil Indië onder zijn nieuwen Gou-
uit het heetst en schoonst van den verneur-Generaal
Met vnendschappelijken groet
yours
LECTORI SALUTEM.
Natuurhistorische Wandelingen
in en om Haarlem.
oorlogstijd. Maar opwakend met be
vende lippeji bracht hij de hand aan
de oogen en veegde de tranen wegen
verjoeg de beelden die hem een wijle
hadden kunnen troosten. De werke
lijkheid sprak weer. Hij bladerde
voort in zijn bijbel, boog het hoofd
er over heen en bad.
De ouderdom stompt de fijnste ze-
nuwen van het gevoel af, zegt men. i
Het mag zoo zijn Het mag ook bij j
hem zoo geweest zijn Een troost is i
■t zelfs dit te denken, als w *e-n j enz 20uden hedea
hoe een de Wet en de la Rey en de hootdsciStel v^n onzen tocht uit_
Botha terugverlangden naai den maken) volgens onze belofte den vori-
ouden bodem, hoe een president gen keer gedaan. In ordeen boven-
Steyn, al herstellend, de hoop op een dien belooft het een leerrijke wande-
terugzien van zijn vaderland voelt ling te worden ook, want meer dan
wassen. tien keer heeft men ons deze week wel
I Oom Paul heeft er alleen van mo- verzekerd, dat men met belangstelling
gen droomen. Maar als zijn trouw "e volgende wandeling tegemoet zag
I omdat men al eens v"-1-
XVIII.
getwist had
over de vraag, zou die boom een den
gen droomen. Maar als zijn
gebeente eenmaal rusten zal in zijn
vaderland, zal zijn graf een bedt- j öf een^spar rtjn.
vaartsoord zijn vol beloften voor den Welaan dan, flink opgestapt. Onder
Afrikaander't loopen zullen we beginnen met en-
Kruger een zon die zachtkens I kcle van de algemeene dwalingen weg
doofde onder de kim, ofschoon achter te nemen. Zooals we weten, heeft men
en hoven zich uitstralend, breed, In 11" Planten ingedeeld tot groepen, de-
L. I ze weer tot grootere, enz., alleen om
gulden en paarse glanzen. Van jie^ overziCht over 't geheele planten-
Heutsz een uit den Oosterhemel op- rijk gemakkelijker te maken,
gegane zon, gerezen ter volle middag-De" heide eerste groote groepen,
hoogte, brandend als in de tropen. waarin men de planten indeelde,
Een man, niet van weemoedig ge- zijn sporeplanten en zaadplanten.
peins over het verleden zoo min als j Tot de eerste groep behooren wieren,
Transvaals president-zelf eenmaal 1 zwammen, mossen varens, paarde-
1 staarten, enz., tot de zaadplanten de
was maai van kloek beraad en van overlge Deze brengen alle zaad voort,
korte daad, wiens toekomst vele be- zijn r;jp geworden eitjes, die al
loften schijnt te bergen in haar 0f njet \n vruchtbeginsels zijn opge-
schoot. Hij wordt gevierd en hij j sloten. Wil men deze eitjes, kleine kor-
neemt de hulde die hij verdient in reltjes, eens zien, dan tracht men een
ontvangst, maar op een wijze die hem bloem van een erwt of boon te krij-
eert en siert, eenvoudig en beschei- j j?en- bloembekleedselen, kelk en
den Ik stel mij voor dal het feestvie- 32^°^
ren hem lang genoeg dunrt Met on- voorzichtig ook nog de eerste weg, en
geduid denkt hij. .tussehen de een- I vve hebben een jonge peul in de hand.
vormige toespraken die hij aanhoort j Beschouwen we deze tegen 't licht,
aan de vele belangen, wier bespre- dan zien we heel duidelijk, netjes op
king hem wacht. Atjeh's verdere pa- een rij gezeten, de jonge zaadjes. Komt
cificatie, Indië's verdediging, de za- 1 nu liet stuifmeel op den stamper, dan
En nu de dennen. Deze naam is even
fout, als dat men alle samengesteld-
bloeraigendahlia's, zonnebloemen,
margrieten, madeliefjes, enz. enz. met
den naam paardebloemen zou willen
bestempelen. En dat is toch al te gek.
Men. zou dan spreken van een tuin-
paardebloem, een kamerpaardebloem,
enz. enz., evenals men thans spreekt
van kamerdennetjes enz.
De algemeene -familienaam voor al
deze planten is naaldboomen of coni
feren. Op beide namen is wel wat af
te dingen, maar voor het meerendeel
passen ze uitstekend. Wel zijn er
naaldboomen met grootere, platte
bladeren, evenals loofboomen. wel
zijn er onder de coniferen enkele, die
in plaats van kegels een soort bes
dragen (coniferen beteekent kegel
dragers), maar ook elders komt een
voor ons zullen ons maar tevreden
stellen met het spreekwoord geen
regel zonder uitzondering of de uit
zonderingen bevestigen den regel.
De familie der coniferen dan omvat
tal van geslachten, enkele van di>
dergelijke afwijking voor en wij
geslachten weer met vele soorten.
Een zeer bekend geslacht is dat der
dennenmaar nog een oogenblik ge
duld en we zijn terug, waar we den
I vorigen keer bleven, namelijk aan den
duinweg van 't Kolkje naar Kraantje
lek. Daar zien we voor ons, ofschoon
niet groot, een paar boschjes van den
't Zuiden van Frankrijk, waar in de
Landes een dergelijke duinformatie is.
We zouden thans nog enkele andere
dennen de revue kunnen laten pas-
seeren. maar laat dit tweetal voor
loopt genoeg zijn.
De volgende week ontmoeten we el
kaar in 't Bloemendaalsche Bosch, om
eens naar de sparren om te zien.
J. STURING.
Een Ongewone Huwelijksreis.
Op zekeren prachtigen Meimorgen
begaven een krachtige jongeman en
een zeer lieftallige jongedame zich
in groote haast naar de te Dover aan
den steiger liggende boot voor Ca
lais.
Waarheen, mijnheer'? vroeg de
portier, toen zij hun bagage afgaven.
Brussel, zeide de jongeman, en
zich tot zijn gezellin wendend
Hoe zullen wij ons noemen, lief
ste, Clark of Harris? Ik stel voor het
eerste.
De jongedame keek zenuwachtig
rond, alsof een Duitsche gouvernante
haar op de hielen zat (wat in werke
lijkheid het geval was).
O, Charlie, fluisterde zij. daar
Grovén Den, den boom, die zeker in staat iemand naar ons te kijken, be-
ons vaderland wel het talrijkst ver- paald een detective. Ik wil dirt it
tegenwoordigd is, want groote aan-aan boord gaan, geef mij dus mijn
plantingen vinden we daarvan in Ge!
derlanci, Noord-Brabant enz., waai
de Den in den schralen bodem vrij
goed voort wil.
kaartje, dan kan je mij volgen, zoo
dra je met de bagage klaar bent.
Zij sloop heen, haar gelaat nog
achter haar parasol verbergend, ter
ken van landbouw en verkeer en on
derwijs en binnenlandsch bestuur on
zer koloniën in het Oosten. Want de
stem des volks, doorgedrongen tot
Hare Majesteit, heeft hem aangewe
zen om weldra den troon van Buiten
zorg te bezetten, den staf van den
Onderkoning te zwaaien over Insu
linde.
Mogen zijn schoone voornemens
hem gelukken en onze blijde hoop
in vervulling gaan. De tijden zijn
zwaar genoeg, vol angstige vragen en
donkere wolken en belemmerenden
partijstrijd, om ons wat glorie en
licht en kloeken gang van zaken in
onze koloniën te gunnen.
Tal van voortreffelijke, nuttige,
dienstige, .eervolle eigenschappen vor
men met elkaar des menschen per
soonlijkheid. Onder deze ïgenschap-
pen staan bovenaan bekwaamheid
dringt dit tot de eitjes door, die gaan
zwellen en opgroeien tot zaden. Bij
tal van. planten blijven deze in het
vruchtbeginsel opgesloten. We spre
ken dan van bedektzadigen. Enkele
families zijn er echter, waar deze eitjes
niet. in vruchtbeginsels zijn opgeslo
ten. waar de vruchtbladen zich dus
niet om de zaden sluiten, zoodat deze
open en bloot ligggen. De naam naakt-
zadigen is ons dus duidelijk. Verge
lijken we bijv. een zaadje van een den,
spar, enz. eens met een graankorrel
of met een zoogenaamd zaadje van
een zonnebloem, dan zijn do eerste
dus alleen omgeven door een zaad
huid, de andere bovendien door een
vruchtwand.
Tot de naaktzadigen behooren niet
veel families in de eerste plaats, wat
men gewoonlijk aanduidt als dennen,
verder de Cycadeeën, waarvan enkele
ons de alweer verkeerdelijk genoemde
palmbladeren der grafkrans leveren,
en nog geen enkele meer.
Een goed opmerker zal aan iep of wijl de vermeende detective den jon-
eik, linde of beuk wel eens opgemerkt from an naderde.
hebben, dat er twee soorten takjes! - Flemingben ju het. zeide deze
zijn. lange en korte. Dit is ook hel j '"et een zucht van verlichting. Wat
geval bij de dennen, maar daar zijn I voert je hierheen
de korte wel heel kort, bijna niet teO' Charles was ,iet ®e^e"
zien en hier bij onze hoornen slechts lj'£e antwoord.Ik vraag u wel pai-
bezet met 2 naalden. Soms zijn er 3, rtlon, maar men heeft u vanmorgen
dan weer 5, maar meestal 2, aan denvroeg met miss Laura Antrobus uit
voet dooreen paar vliesjes omgeven. Icle St. Clcmenskeik zien komen. U
Wel komt er een dennensoort voor ™1 mij excuseeren maar ik raadde
met slechts één naald, maar als alge j wat «edaan hadt...
meen kenmerk, waaraan de dennen te Juist, luidde het op hoogen toon
herkennen zijn, kunnen we gerust gegeven antwoord Miss Laura Antro-
vaststellen naalden in bundeltjeszijn hedenmorgen in het
van twee (drie of vijf). geheim getrouwd, wij hadden daar
Volgen we den roodbruinen stamon^c ïedencn voor.
omhoog, dan zien we, dat er van den Ja: mijnneer.
regelmatigen groei niet veel is over-l Fleming keek bedrukt. Ilij was een
gebleven. Alleïiei schadelijke invloe-1 o»'1 bediende van mr. Charles familie
denzeewinden, verschillende insec- f» zeer Hoed op de hoogte van de ge-
ten. zijn oorzaak, dat die regelmaat spannen verhouding tussehen mr.
spoedig verloren gaat. I Charles en zijn grootvader, sir Joseph
Aan de takken zien vve thans tolF- vvien hij woonde. Miss
van groene kegels hangen, ze gouvernante vveot zeker
nog niei rijp, ofschoon ze er reeds vom me -t
het voorjaar 1903 aanhangen. Op den Neeu' ™r; Charles. Nog niet
grond liggen er ookdoor de aan-I^T z' fl het wel merken. All,
houdende droogte geheel open. do daar gaat de stootólmt. Houd mij nu
schubben zijn tamelijk dik en hebben niet op- Wat voerde je hieiheen l
elk een knobbel op de buitenvlakte. I cl- ""ipheer, ik hoorde van-
Ook al weer kenmerken, waaraan de nwgeh, dat sir Joseph vandaag naar
dennen te herkennen zijn. I B"uss,01 vertrekt en ik dacht dat u dat
,i misschien graag zou w-eten.
Gaan we een stap of wat verder, danj BrusselEn ik heb ook kaartjes
zien we alweer dennen, maar toch naar Brussel genomen. Maar dau
onderscheiden van defce. Dennen zeg rnoet ik ze direct inruilen. Dan gaan
gen we, bedoelen we misschien ookwij naar Parijs,
naaldboomen? Laat eens zien. Do Op hetzelfde óogenblik stak de Ca-
meer dan 12c.M. lange naalden staanlaisDover langzaam van wal en ijl-
2 aan 2. In orde. De kegels zijn ke-de de jonge bruid, een kreet slakend,
gelvormig, ze hangen, de schubben j naar de verschansing,
zïui dik met knobbels, dus 'tis eenl Charlie, je bent te laat
den. Maar zeker niet de gewone. Neen I Dat is niets, lieveling, ga"zonder
de regelmaat is hier ook beter be- mij.
waard gebleven, de boom kan dus Zal ik te Calais op je wachten
blijkbaar heter tegen den zeewind, 'tj —Neen. Ga door naar Parijs
Is dan ook werkelijk de Zee-der. Grand Hotel.
waarvan in onze duinen heel wat aan-Wat zeg je
plantingen voorkomen maar meer in Daar de afstand grooter werd, kon-
Een Zaterdagavondpraatje.
„Fidelio", zei mijn neef Wouter,
„we hebben, dat mag niet ontkend
■worden, een mooien zomer, veel zon,
wind, kortom alles naar den
jarrd. Er zijn weliswaar nu wêer
iDSclien die naar regen verlangen,
iedereen kun je het eenmaal
iet naar den zin maken. Wat mij
itreft, ik zou wezenlijk het volmaak
te geluk op aarde gevonden hebben,
;wanneer ik maar
„Wanneer je maar..." zei ik vra-
„Wanneer ik maar mijn aanslag-
wbiljet van de plaatselijke inkomsten-
ontvangen had."
„Wouter" zei ik, „wat ben jij een
Tverschrikkelijke huichelaar Dat je
Verlangde naar de eerste nieuwe ha-
'gjring kan ik me van zoo'n verstokten
Jsmuller als jij begrijpen dat je hoopt
I op een overvloedigen frambozenoogst
sj kan er ook nog mee door, maar dat
je zit te snakken naar je aanslagbil-
jet van de inkomstenbelasting dat
"1 noem ik ergerlijke huichelarij. Ik zou
dl in staat wezen, onze familierelatie
verder te loochenen, wanneer het mij
maar hielp. Schaam jo wat, jij belas-
tingfarizeër
,,'t Is met jou", zei Wouter met ter
gende kalmte, „weer 't oude doen.
Praten vóór je tijd en aanmerking
maken, waar het niet te pas komt. Ik
zeg je, dat ik dolgraag zou willen, dat
ik mijn aanslagbiljet maar had, dan
wist ik meteen, waar ik voor 't vol
gende jaar aan toe ben. Zoolang als
het er nog niet is, weet je maar niet
of ze je op 't stadhuis niet in een
hoogere klasse plaatsen. Jongen, jon
gen, neef, 't is zoo gevaarlijk. De ge
meente heeft geld noodig, dat weten
we allemaal. Wat is gemakkelijker
dan de schroef nog eens een beetje
aan te draaien
„Hoe denk je dat zoo?" vroeg ik.
,,'t Kohier blijft zoolang weg", zei
hij somber. „Geloof me, dat is een
veeg teeken. In de laatste jaren is het
nog nooit zoo laat geweest. In 1901
stelde de Raad het kohier vast op 26
Juni, in 1902 op 25 Juni, in 1903 op 15
Juli en nu is het al 23 Juli en 't is
iiiog niet goedgekeurd. Zeker zitten ze
op 't Stadhuis te piekeren of Jan nog
niet een klasse hooger kan worden
aangeslagen en Piet twee en Klaas
drie
j „En Wouter vier", zei ik, „want
_zijn gelamenteer begon me te verve
llen. „Je zanikt er over, alsof je een
kwaad geweten hebt. Wie kan je wat
maken, als je je inkomen naar waar
heid opgegeven hebt?"
..Hoe durf je"begon hij met
een groot vertoon van verontwaardi-
ging, maar bedacht zich en zei„ik
heb mijn inkomen precies even nauw
keurig opgegeven als
„Als wie?"
„Als andere Haarlemmers", zei hij
en toen keken we mekaar aan en
barstten uit in lachen.
„Maar er is wat anders", zei ik.
,,De gemeente verliest een zeker be
drag aan rente. Stel, dat het kohier
een maand later komt dan anders,
zoodat de biljetten ook een maand
later worden uitgeschreven, dan mist
de gemeente, wanneer de belasting
plichtige betalen moet in laat ons
zeggen zes termijnen, de rente van
den eersten termijn over een maand.
Neem aan, dat liet totaalbedrag is
f 450.000, dan is de eerste termijn
f 75.000, de rente daarvan k 4 pet. be
loopt over een jaar ƒ3000.— en dus
over een maand250.Honderd
rijksdaalders winstderving, Wouter
Zou je daar niet eens een stukje over
in de courant schrijven
Wouter bleef ijzig kalm. „Jij bent",
zei hij, „precies als de man, die ver
onderstelde, dat de maan van koek
was en daarop een theorie ging bou
wen. De theorie was heel'mooi, maar
't fundament deugde niet. Hoeveel
belastingschuldigen betalen, zou je
denken, hun termijnen zonder waar
schuwing of aanmaning?"
„De helft?" zei ik aarzelend.
„Twee van de honderd op zijn
hoogst" zei hij. „Nu begrijp je dus
al wel, dat het er voor de gemeente
kas niet van afhangt wanneer de aan
slagbiljetten in zee gaan, maar wel
wanneer de waarschuwingen en aan
maningen worden rondgestuurd. Doet
de ontvanger dat op denzelfden tijd
als verleden jaar. dan is er van ren
tederving geen sprake."
Ik stond verslagen. „Twee van de
honderd Wouter, wat is het mensch-
dom toch verdorven
„Helaas ja", zei hij en draaide met
zijn oogen, zooals een berouwvolle
zondaar dat doen kan: ..Maar zeg
eens. Fidelio
„Wat is er?"
„Behoor jij tot die 98 zondaren of
ben je een van die twee braven?"
„Helaas, Wouter, ik heb altijd mee
gedaan met den grooten hoop. Jon-
gen, zei mijn oude tante Margriet al
tijd, zorg er voor, dat je doet zooals
j de meeste menschen doen Al die
buitenissigheid is maar last!"
„Een tante Margriet heb ik nooit
'gehad", zei Wouter peinzend, „maar
waarschuwingen en aanmaningen
van de belasting des te meer. Adieu.
Sterkte. Als ze ons verhoogd hebben,
gaan we samen reclameeren. Dat
maakt allicht meer indruk op de
i Commissie."
„Vlei je daar niet mee", zei ik,
'„naar ik hoor moet die Commissie
al een bijzonder onaandoenlijk gezel
schap wezen."
En zoo wachten wij nu gelaten op
de dingen die komen zullen.
Met genoegen heb ik gelezen dat er
plannen bestaan om den burgemees-
ter te verzoeken, de schutterij in Haar
lem, die nu een dienstdoende is, tot
j een rustende te verklaren.
Hoewel mijn meening daarbij niet
gevraagd zal worden en ik dus even
veel aan die gedaanteverwisseling
van de schutterij doen kan als cle j
spreeuwen die om den torenspits van
I de St. Bavo heenfladderen, wil ik
toch hier wel zeggen, dat het naar
'mijn oordeel een goede zaak zou we
zen, om de schutterij nu maar tot een
rustende te verklaren.
In haar bloeitijd had de schutterij
al niet veel te heduiden. Haar in
richting deugde niet. Iedereen be
greep, dat schutters onder de be
staande regeling, met zoo weinig oefe
ningen, nooit tot een flink weerbaar
korps konden worden gemaakt. De
beste pogingen van officieren en ka
der, onder wie er inderdaad waren
die zich veel moeite voor de zaak ge
troostten, konden dat niet verhelpen.
Is er nu wel iets onaangenamers
denkbaar, -dan dat je dingen moet
doen, waarvan je overtuigd bent, dat
ze geen nut kunnen opleveren? Ik
weet niets ergers en de schutters
hadden dan ook aan hunne oefenin
gen duchtig het Tand, vooral omdat
velen er hun werk door moesten ver
zuimen en niet allen hunne verzuim
de uren betaald kregen.
Dat was zoo in den tijd toen het
schutterkorps zooals ik zei nog in zijn
bloeitijd was en ieder jaar aan
groeide. Nu heeft de schutterij de te
ring, er gaan er wel af, maar komen
er niet bij en over drie jaar zal de
laatste schutter het levenslicht heb
ben uitgeblazen, als schutter wel te
verstaan.
Wordt de schutterij in afwachting
daarvan tot een rustende verklaard,
dan houden de oefeningen op en wordt
er dus heel wat tijd bespaard, die be
ter kan worden gebruikt. Ik kan mij
haast niet voorstellen, wie daar iets
tegen zou hebben, vooral niet omdat
we een belangrijke uitbreiding van
ons garnizoen hebben gekregen, die
wat uniformen betreft, meer dan op
weegt tegen het verlies van die der
schutterij.
Hebben we dus op 't oogenblik een
dienstdoende schutterij te veel, aan
den anderen kant hebben we een
dienstdoende politieverordening te
weinig. Maanden on maanden is dat
nuttige boekwerk totaal uitverkocht.
Toen ik in 't voorjaar eens informeer
de wanneer het weer te krijgen zou
zijn, scheen men te meenen van met
Paschen. Nu, Paschen is voorbij en
vergeten en Pinksteren al lang achter
den rug en als 't zoo doorgaat dan
zal 't wel Kerstmis worden vóór dit
belangrijke drukwerk verschenen is,
want, op mijn telephonische vraag
aan 't stadhuis kreeg ik ten ant-
woord, dat het er nog niet was, maar
.dat ik over een paar dagen maar
I weer eens moest informeeren, hoewel
[men mij niet zeker zeggen kon, dat
het er dan wel zou wezen.
Ieder Nederlander wordt geacht de
j wetten des lands te kennen. Ieder
Haarlemmer derhalve de wetten der
gemeente. Maar hoe ter wereld moet
.ik die wetten kennen, als ik ze ner-
gens lezen kan Zou de kantonreeh-
ter mij veroordeelen, wanneer ik, de
I politieverordening overtredende, tot
Jmijn verontschuldiging aanvoerde,
dat ik de verordening niet kan ken-
I nen, omdat de gemeente geen exem
plaren meer verkoopt? Ik zou be-
nieuwd wezen naar het antwoord, «?at
de scherpzinnigheid vin den heer
Van der Mersch hierop geven zou.
Enfin, over een paar dagen laat ik
weer vragen aan 't Stadhuis. Des
noods ben ik bereid, elke twee dagen
te laten informeeren, of de politiever
ordening al klaar is. Misschien
kan dat een reden wezen om wat
meer spoed achter de zaak te zetten.
Of is 't misschien de warmte, die den
spoed een beetje in den weg staat?
FIDELIO.