Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Haarlem
Vergadering van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Haarlem
op y Augustus 1904, des avonds te
halfacht uur, op het Raadhuis.
Tegenwoordig de lieeren Mr. Johs.
Enschedé, E. J. Westerveld, H. T.
Peltenburg, E. H. Krelage, P. G.
Heems en G. van der Most van Spijk.
Werd mededeeling gedaan van de
sedert de vorige vergadering ingeko
men stukken, waaronder
a. Een brief van Burgemeester en
Wethouders, d.d. 21 Juli, houdende
mededeeling, dat de Raad in zijne
vergadering van den 13den bevorens
had goedgekeurd liet tot dat einde bij
schrijven van 29 Maart toegezonden
nieuw reglement va norde voor deze
Kamer, met de daarin gebrachte wij
ziging.
b. Een brief van Burgemeester en
Wethouders, d.d. 19 Juli, waarbij in
antwoord op het schrijven dezer Ka
mer van 16 Juni wordt bericht, dat
in het onderhoud van den weg langs
de Zomervaart, voor zoover het daar
op onbestrate gedeelte betreft, zal
worden voorzien, door grind en steen
slag te doen brengen, alsmede dat,
nadat ten gevolge van voldoenden
regenval de weg minder hard en stof
fig zal zijn geworden, daarmede zal
worden begonnen.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Een schrijven van den heer A.
Rinkema. lid van den Raad dezer ge
meente, d.d. 29 Juli, waarbij, onder
overlegging eener plattegrondteeke-
ning, het advies der Kamer wordt ge
vraagd omtrent de twee navolgende
punten
lo. of de door hem in den gemeen
teraad gemaakte opmerkingen om
trent de constructie van de nieuwe
brug over den Kampei-singel nabij
den Kleinen Houtweg gegrond wa
ren
2o. of het voor de scheepvaart niet
wenschelijker ware geweest, dat de
landhoofden en liet midden juk van de
brug in de richting van de as van de
vaart waren gelegd.
Werd besloten den heer Rinkema te
antwoorden, dat het naar de meening
der Kamer niet op haren weg ligt
het door hem gevraagd advies te
geven.
Dat zij intusschen wel van de ge
legenheid gebruik maakt om mede te
deélen, dat ook in de Kamer zelve de
vrees reeds was uitgesproken gewor
den, dat bij het ontwerpen van den
bouw zoowel van de nieuwe brug over
den Kampersingel als voor die over
den Heerensingel niet voldoende met
het belang van de scheepvaart zou
zijn rekening gehouden, terwijl met
het oog op de nieuwe goederenhaven
aan de Leidsèhe Vaart een behoorlij
ke verbinding te water met het
Spaarne in het vervolg nog meer van
belang zal worden.
Dat de Kamer evenwel gemeend
heeft, aangezien de bouw dier brug
gen was ondernomen was, zich van
eenig advies te moeten onthouden.
Voorts, dat, na kennisneming van
de overgelegde teekening, de boven
uitgesproken vrees haar alleszins ge
wettigd voorkomt.
d. Een brief van de firma Levert
Schuttel, likeurstokers alhier, d.d. 2
Augustus, over den exporthandel van
ih Nederland vervaardigde likeuren
naar de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, voor zoover die, door be
voorrechting van importeurs uit
Frankrijk, Duitschland, Italië en Por
tugal, feitelijk buiten de Amerikaan-
sche markt wordt gesloten, waarom
zij het van het grootste belang acht,
dat onze Regeering met den meesten
spoed in dit geval van de Amerikaan-
sche Regeering eene toezegging zal
weten te verkrijgen, waardoor de slag
voor deze export-industrie kan wor
den afgweend, en tevens verzoeken,
dat hunne belangen door deze Kamer
bij Z. E. den Minister van Binnen-
landsche Zaken met kracht worden
verdedigd en aanbevolen.
Werd besloten, aan dit verzoek ten
spoedigste gevolg te geven door een
adres aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken en tevens zich hier
over ook te wenden tot den Min. van
Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Door een der leden werd met genoe
gen melding gemaakt van de door het
gemeentebestuur genomen maatrege
len ten einde de belemmering der
passage in en bij de Anthoniestraat,
waarop in de vorige vergadering door
hem gewezen werd, te doen ophou
den, meer bepaald wat betreft de al
daar bestaande brug over den Burg
wal, die thans weer lean worden ge
passeerd.
Door den heer Postdirecteur alhier
werd de meening der Kamer gevraagd
omtrent een door hem op verzoek van
belanghebbenden voorgenomen maat
regel, ten eerste om op den zooge-
naamden Koninginnedag de laatste
postbestelling voor dien dag achter
wege te laten, en ten tweede, om het
postkantoor op dien dag na het mid
daguur gesloten te houden.
Tegen het eerste bestond bij de ver
gadering geen bezwaar, tegen het
laatste wel.
Eindelijk werd ter tafel gebracht
eene ontwerp-missive aan Z. E. den
Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid, behelzende de gewone
jaarlijksche voorloopige opgave om
trent den toestand van handel en nij
verheid in deze gemeente.
DTl ontwerp werd na voorlezing
vastgesteld als volgt
Ter voldoening aan het bij Uwer
Exc.ties Missive van 20 April 1903 no.
203 gedaan verzoek, om telken jare
vóór 15 Augustus eenige opgave te
ontvangen omtrent den toestand van
handel en nijverheid in deze gemeen
te, hebben wij de eer, voor zoover de
thans verloopen maanden van 1904
betreft, U. E. kortelijk het volgende
mede te deélen.
Fabrieksnijverheid.
Volgens ons gedane opgave moest
vooral op het gebied der machine-
industrie over eene algemeene slapte
in het werk op deze soort van fabrie
ken geklaagd worden. Alleen met
groote inspanning konden de hier be
staande machinefabrieken aan den
gang worden gehouden. En dit ge
schiedde vooral door het aannemen
en uitvoeren van werken in het bui
tenland, ja zelfs buiten Europa, niet
tegenstaande de groote concurrentie
welke er ook op dit gebied van dien
ktyit was waar te nemen. Sedert Rus
land voor de buitenlandsche indus
trie is gesloten, worden de nadeelige
gevolgen hiervan ook door Neder-
landsche fabrieken niet weinig onder
vonden.
Intusschen valt het niet te ontken
nen, dat het Haarlemsche fabrieks
wezen zich in de laatste jaren niet
onbelangrijk heeft uitgebreid en dat
het getal fabrieken buiten die van
machinerieën weer met eenige is ver
meerderd.
Ambachtsn ij verheid.
Ook op dit gebied was het niet zoo
druk als in vorige jaren. De natuur
lijke oorzaak hiervan is wel het min
der bouwen van nieuwe huizen of
woningen dan vroeger, doch nog al
tijd blijft de lust daartoe voortduren
en geeft dit ook door de toenemende
uitbreiding der gemeente in hare om
geving nog aan vele handen werk,
en is het niet te vreezen, dat dit in
de eerste jaren zal ophouden. De be
langrijke spoorwegwerken, die in en
buiten Haarlem worden er nog zullen
worden uitgevoerd komen ook zeker
niet weinig ten voordeele van onze
ambachtsnijverheid.
Kleinhandel en Winkelne
ring.
De kleinhandel breidde zich uit
ook door de toenemende welvaart der
naburige gemeenten. De winkelnering
ondervond nog steeds de nadeelige
gevolgen van de groote concurrentie.
Het getal winkels neemt jaarlijks toe.
Daardoor valt het velen dikwijls
moeilijk, met winst zaken te doen.
Marktwezen.
De toestand van het Haarlemsche
marktwezen kon over het algemeen
niet gunstig genoemd worden. Kaas-
en veemarkten wijzen jaarlijks een
verminderd cijfer van aanvoer aan.
Alleen de jaarlijksche zoraerpaarden-
markt gaf reden tot tevredenheid.
Buitenlandsche Handel,
meer bepaald die in
bloembollen.
Ofschoon de Hyacinten zich nog
niet geheel hersteld bleken te hebben
van de gevolgen der vorstschade van
het vorige jaar, kan toch over het
algemeen, dank zij het zeer gunstige
weder, de oogst bevredigend genoemd
worden. Bollen van eerste grootte zijn
echter schaarsch en hun hoedanig
heid Iaat te wenschen over.
Het Tulpengewas is over 't alge
meen goed.
De handel was tot einde Juli traag,
daar verscheidene afnemers, met hef
oog op de vrij aanzienlijke hoeveel
heden, verleden jaar door hen van de
ingekochte bollen onverkocht overge
houden dit jaar hun orders belang
rijk hebben verminderd. Wellicht
draagt de eenigszins onzekere poli
tieke toestand van Europa het zijne
hiertoe bij. Uit den aard der zaak
lijdt de handel op Rusland ernstig
onder den oorlogstoestand.
Binnenland.
HOFBERICHT.
Met den koninklijken exprestrein
vertrokken gisteren om 1.18 H. M. de
Koningin, in een witten reismantel
gehuld, en Z. K. H. Prins Hendrik,
in de uniform van schout-bij-nacht,
met gevolg in groot tenue naar 's-Her-
togenbosch. De koninklijke familie
was te voet van het paleis naar den
trein gegaan, dié begeleid werd door
de heeren v. d. Burg, Otterloo en
Koster. De burgemeester van Apel
doorn en arts Pot waren op liet per
ron aanwezig. Van hen beiden nam
het koninklijk echtpaar afscheid. De
Koningin en de Prins werden luide
toegejuicht door het talrijke publiek.
DE OPENING DER
STATEN-GENERAAL.
Men leest in de Haagsche kroniek
der „N. Gron. Ct."
De Kameropening zal dit jaar iets
bijzonders zijnhet is thans uitge
maakt, dat II. M. de Koningin door
den Prins der Nederlanden vergezeld,
en niet onwaarschijnlijk ook in tegen
woordigheid van H. M. de Koningin
Moeder, de nieuwe zitting van de
Staten-Generaal zal openen in de ge
restaureerde ridderzaal op het Bin
nenhof. Men is er zóóver mee gevor
derd, dat de plechtigheid er zal kun
nen plaats vinden.
Eindelijk is men 't omtrent de
plaatsing van den troon, aan een van
de zijden der groote zaal eens gewor
den. Er is nu aan de afwerking van
den troon begonnen, de meubileering
en cle plaatsing van de gekleurde ven
sters zijn ter hand genomen en in 't
begin van September hoopt men ge
reed te zijn met de zaal voor de ver
eenigde zitting.
BENOEMING.
Tot burgemeester van Muiden is
benoemd de heer J. L. de Raadt.
De Koningin en de Prins
in Noord-Brabant.
Hare Majesteit de Koningin Wil-
helmina is met Zijn Koninklijke
Hoogheid Prins Hendrik der Neder
landen Woensdag te 's Hertogenbosch
aangekomen om van daar uit heden,
Donderdag, aan de grootsche werken
tot opening van den Nieuwen Maas
mond Haar vorstelijke wijding te
geven.
Brabant's hoofdstad stelde de eer,
om het Koninklijk echtpaar binnen
hare veste te mogen ontvangen, op
hoogen prijs. De stad, die overal ver
sierd was geworden, had een blij en
feestelijk aanzien, en ieder wande
laar was getooid met sjerpen en co-
carden in de kleur van het Vorstelijk
Huis.
De Ilooge Gasten, die met een salon-
trein aankwamen wei-den door den
Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant, mr. A. E. J. baron van
Voorst tot Voorst, naar de feestelijk
versierde ontvangzaal van het station
geleid, waar zij opgewacht werden
door den burgemeester van 's Herto
genbosch, jhr. P. J. J. S. M. van der
Does de Willebois met de wethouders
en den secretaris, de leden van Gede
puteerde Staten met den griffier, de
Kamerheeren in buitengewonen dienst
jhr. mr. Snoeck en jhr. mr. F. van
Rijckevorsel, jhr. Verheyen, jager-
meester in buitengewonen dienst, het
lid der Tweede Kamer jhr. mr. A. van
Sasse van IJsselt. de generaal-majoor
Ridder van Rappard, bevelhebber in
de derde militaire afdeeling, de ma
joor der schutterij J. van der Steen,
de overste Mensing, plaatselijk com
mandant. de president van het hoog
gerechtshof mr. Van Meeuwen, met
den procureur-generaal, en mr. Tak
den officier van justitie, en enkele an
dere autoriteiten.
Zeer hartelijk begroette H. M. den
Burgemeester, die het Vorstelijk
Echtpaar welkom heette. Hierna wer
den de autoriteiten voorgesteld, ter
wijl H. M. bloemen werden aange
boden door het dochtertje van den
griffier Mr. W. M. Landschot en door
freules Van der Does de Willebois.
Na deze ontvangst werden de rij
tuigen bestegen en werd de tocht naar
het Gouvernementsgebouw aanvaard.
In de stad werd de stoet met groot
enthousiasme begroet., overal werden
de Hooge Gasten hartelijk toegejuicht
en talrijke hoera's stegen op.
Na de aankomst in het Gouverne
mentsgebouw werd een intieme thee
gehouden, en om half acht werd dooi
de Staten van Noord-Brabant een
feestmaal aangeboden aan het Vorste
lijk paar in de Statenzaal. De Staten
leden werden in de ontvangkamer
aan de Koningin en den Prins voor
gesteld, waarna zij hunne plaatsen
aan tafel innamen. De gouverneur
nam plaats aan de rechterzijde van
de Koningin, de baronesse Van Voorst
tot Voorst was gezeten naast Prins
Hendrik.
Voor het dessert hield de Commis
saris der Koningin een toespraak;
waarin hij nogmaals de Hooge Gas
ten een hartelijk welkom toeriep in
de provincie. Aan het slot van zijn
rede stelde spr. voor om uit te roe
pen:,.Lang leven de Koningin en den
Prins der Nederlanden
Alle aanwezigen steimden daar drie
werf mede in.
Hierna nam H. M. het woord, en
dankte, ook namens den Prins, den
Commissaris voor de vertolking van
de gevoelens van aanhankelijkheid
en trouw, welke de bevolking dei-
provincie voor het Koninklijke Huis
koestert. Ik wensch, zoo zei H. M., u
van onze zijde de verzekering te ge
ven, dat wij warme genegenheid voor
haar gevoelen en oprecht belangstel
len in alles, wat kan bijdragen tot
haar welvaart en geluk. Hierna stelde
H. M. een dronk in op het welzijn
en den bloei der provincie, waaraan
door de dischgenooten geestdriftig
werd voldaan.
De Provinciale Noord-Brabantschc
en 's-iïertogenbossche Courant heeft
ter gelegenheid van het Koninklijk
bezoek aan Den Bosch een feestnum
mer uitgegeven, prijkende met de
portretten van H. M. de Koningin en
Z. K. H. Prins Hendrik.
De feestcourant, omgeven met een
oranje-kleurigen rand, bevat o.m. een
Welkomstgroet aan het Koninklijk
Echtpaar, en voorts een artikel over
de heden plaats vindende plechtig
heid de opening van den Nieuwen
Maasmond, door de Koningin.
Dit feit is van de grootste beteeke-
nis. Om de rampen te voorkomen, die
honderden jaren lang vaak 't vrucht
bare gedeelte van Nederland, dat zicli
uitstrekt tusschen Maas en Waal en
om Den Bosch, teisterden, werd in
1883 besloten tot de algemeene schei
ding van de rivieren Maas en Wa&7
en tot het verleggen van de uitmon
ding der Maas.
Na een ingespannen arbeid van 21
jaren is thans dit grootsche werk tot
stand gebracht, ter verbetering van
ons rivierstelsel.
Die verbetering zal een triomf zijn
voor de wetenschap en techniek van
onzen tijd, zegt de ,,H. Ct." in het
door ons aangehaalde artikel.
Het feestnummer van De Noordbra-
banter is eveneens met oranje-kleuri
gen rand versierd, en bevat mede een
welkomstgroet, en een waardeerend
artikel, gewijd aan de blijde incom-
ste van Ilare Majesteit Koningin Wil-
helmina en Z. K. H. Prins Hendrik".
Ook in dit blad wordt gewezen op de
opening van den Maasmond.
II. M. onze geliefde Koningin, zegt
de Noordbrabanter, zal een werk ver
richten, dat in Hare regeering een
grootsche daad zal wezen van hooge
beteekenis, vooral voor ons gewest.
POLITIEBOND.
Het hoofdbestuur van den Alge-
meenen Nederlandschen Politiebond
heeft aan de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal het volgende adres ver
zonden
Geven met verschuldigden eerbied
te kennenJ. P. Engelman, te Hee
renveen W. L. H. Koster Henke te
Amsterdam D. Beunker, te Ensche
de K. Kramer, te Apeldoorn, en J.
W. van Loon, te Tholen, samen vor
mende het hoofdbestuur van den Al-
gemeenen Nederlandschen Politie
bond, erkend bij Kon. besluit van 1
Maart 1904, no. 14
dat door hen met belangstelling is
kennis genomen van de door de re
geering voorgestelde wijziging van de
Gemeentewet, meer in het bijzonder
van het voorgestelde art. 145bis.
dat uit de toelichting van dit art.
blijkt, dat de daarin ontworpen rege
ling o.a. omtrent het geven van on
gevraagd ontslag, het opleggen van
disciplinaire straffen, de gelegenheid
tot het inbrengen van bezwaren daar
tegen en de eindbeslissing daarover,
niet van toepassing zal zijn op de
gemeente-politie, omdat daaromtrent
in de Gemeentewet reeds is voorzien.
dat evenwél de regeling van de po
sitie van de ambtenaren en beambten
der gemeente-politie in het desbetref
fend art. 191 van de Gemeentewet
niet gelijk is aan die, welke in het
ontworpen art. 145bis ten opzichte van
de gemeentelijke werklieden wordt
voorgesteld
dat, hoewel door de regeering er
kend wordt, dat de positie van de
ambtenaren bij afzonderlijke wet ge
regeld moet worden, daardoor de
vrees niet is weggenomen, dat alsdan
de gemeente-politie wederom daar
buiten kan gehouden worden met het
thans gebezigde argument, dat hare
rechtspositie reeds bij de Gemeente
wet geregeld is
dat in den loop der jaren voldoende
bleek, dat de regeling van de rechts
positie der gemeentepolitie in het al-
1 gemeen niét voldoende meer en meer
onzeker is. Immers in gemeenten,
waar geen commissaris van politie is,
en dat zijn er meer dan 1000, wordt
volgens art. 191 van de Gemeentewet
èn de ambtsinstructie vastgesteld, èn
ontslag gegeven door den burgemees
ter, zonder dat deze aan iemand
daaromtrent verantwoording schuldig
is. Ook in gemeenten waar een com
missaris van politie is, kunnen zich
omstandigheden voordoen, die het
wenschelijk doen zijn, dat aan de ge
meentelijke politie-ambtenaren en -be
ambten gelegenheid gegeven worde
tot hooger beroep
redenen waarom zij de vrijheid ne
men, uwe Kamer beleefd te verzoe
ken, het daarheen te willen leiden,
dat nevens de door de regeering
voorgestelde wijziging, een wijziging
'van art. 191 der Gemeentewet worde
ter hand genomen, welke de rechts
positie van de gemeentelijke politie
ambtenaren en -beambten op hechte-
ren grondslag doet rusten.
KANTOOR- EN
HANDELSBEDIENDEN.
In een voor de pers niet toeganke
lijke internationale conferentie van
handels- en kantoorbedienden, staan
de op liet standpunt van den klassen
strijd, is een resolutie aangenomen,
waarin wordt gezegd dat de maat
schappelijke toestand van den kan
toorbediende steeds onzekerder en
minder loonend wordt en steeds meer
een proletarisch karakter aanneemt;
dat, evenals de arbeiders, die in de
productie werkzaam zijn, zijn plaats
in de maatschappij is bij de niet-be-
zittende klasse ,de klasse der loon
arbeiders dat hij alleen tot verbete
ring van zijn toestand kan geraken
wanneer hij georganiseerd is in een
vereeniging, die alle collega's op
neemt, zonder onderscheid van geloof,
afstamming en geslacht en welke ver
eeniging haar doel tracht te bereiken
in aansluiting aan de algemeene op
het standpunt van den klassestrijd
staande arbeidersvereenigingendat
dus de bestaande vereenigingen van
kantoorbedienden, die op het burger
lijke standpunt staan, ondeugdelijk
zijn, en dat bet derhalve noodzakelijk
is om de kantoorbedienden in te lich
ten omtrent hun waren toestand in
de maatschappij, en dat zij, die op
het standpunt dezer resolutie staan,
tot plicht hebben om zoodra in hun
land de tijd daarvoor gekomen is, een
zelfstandige vereeniging op te rich
ten of aan een zoodanige vereeniging
deel te nemen, waaraan het juiste
standpunt ten grondslag ligt.
ONZE TUIN.
De vereeniging Onze Tuin (ter ver
zorging van onechte kinderen) hield
Woensdag te Utrecht onder voorzit
terschap van den heer K. Taekema,
van Haarlem, eene algemeene verga
dering. Mejuffrouw L. M. de Waal
Malefijt en de heer F. B. Visser wer
den als bestuursleden herkozen, ter
wijl in de plaats van den heer P.
Taekema, van Haarlem, die als zoo
danig bedankte, als secretaris be
noemd werd de heer C. J. Smit, van
Haarlem.
INBRAAK.
Klaarblijkelijk is kort geleden te
Middelburg een brutale inbraak ge
pleegd.
Sedert een dag of veertien is de fa
milie V. d. L., wonende op het Mo
lenwater, uitstedig.
De dienstbode, die den sleutel van
de voordeur onder haar berusting
heeft, gaat om den anderen dag in de
woning om een en ander te onder-:
houden. Zoo trad zij ook weder gis
terochtend te negen uur het huis bin
nen, waar zij, tot haar grooten schrik
weldra bespeurde, dat gedurende haar
afwezigheid ongenoode gasten waren
binnengedrongen. Het schrijfbureau
van den heer des huizes, staande in
de voorkamer, was geheel opengebro
ken en de inhoud ovex-hoop gehaald;
op den grond warden afgebrande lu
cifers gevonden. Van de brandkast,
die in een achter gelegen zijkamertje
stond, waren de plaatjes van de slo
ten afgcbi'oken. Of iets vermist wordt,
kan nog niet worden gezegd, daar de
inhoud van het bureau aan de dienst
bode niet bekend was. Op den grond
van de voorkamer werd een horloge
gevonden, dat de inbrekers klaarblij
kelijk versmaad of vergeten hebben.
In den tuin werd een stoel aange
troffen. die daar tevoren niet gestaan
had, terwijl de keukendeur open
stond het slot daarvan was onbe
schadigd. Aan de buitenzijde was
geen sleutelgat.
Het schijnt dus wel, dat de indrin
ger door den tuin het huis heeft be
reikt.
Van de bevindingen der dienstbode
is kemxis gegeven aan de politie, ter
wijl aan den heer v. d. L., die in
Boi'kulo vertoeft, het gebeurde gete
legrafeerd werd. Van den dader of de
daders schijnen nog geen aanwijzin
gen gevonden te zijn ook niet om
trent den tijd van de inbraak, die na
Maandagochtend schijnt gepleegd te
zijn.
Mogelijk is Maandagavond of
-nacht misbruik gemaakt van het feit,
dat vele menschen en een groot deel
der politiemacht elders, nl. op de
Markt enz., waren.
SCHIPBREUK.
Men schrijft uit Wijk aan Zee aan
het N. v. d. D.
Op den veelbelovenden feestdag
morgen van Maandag is een dag vol
ontroering gevolgd, maar gelukkig
ook een blij eindigende avond.
Omstreeks halftien werd het rucht
baar, dat een schip gestrand was in
de richting van Eginond, en dat de
reddingboot werd gereedgemaakt.
Reeds veel vroeger had de daarmede
belaste persoon overal de'menschen
opgeroepenmaar ,.de commissie"
woont te Beverwijk, en eerst op haar
orders mag de boot in zee gaan. De
hoofdonderwijzer, die óók in die
commissie zit. was niet thuis en dus
hier geen enkel verantwoordelijk per
soon aanwezig:
Daardoor werd het elf uur eer de
boot bij het gestrande schip was.
De twee jongste zoons van den
hier wonenden heer W. v. d. G. wa
ren dadelijk, toen zij het in noodvei*-
keerend schip om acht uur van het
duin uit zagen, er met een vlet heen-
geroeid (het is dxie kwartier van W.
a. Z.), maar de vlet sloeg om. Toch
waren zij weer zoo flink, dat de
jongste mede in de ï-eddingboot ging.
Alles liep naar het strand. Het was
een verschrikkelijk gezicht. Het schip
't was een Engelschc smak, toebe-
hooi'ende aan een reeder uit IJmui-
den en op vischvangst uit lag ge
heel op zijde, met de zeilen aan flar
den, terwijl aan de voorplecht vier
man zich vastklemden.
Toen het eb werd, trachtten ver
scheidene menschen het schip te be
reiken. Maar storm en branding wa
ren zóó hevig, dat men niets voor de
arme menschen kon doen. Groote gol
ven zag men steeds over schip en be
manning heenvliegen, zoodat nxen elk
oogenblik dacht, dat zij zouden wor
den weggeslagen.
De i-eddingboot. eenmaal in zee,
was dadelijk bij het schip. De eerste
poging mislukte. De boot dreef af en
de lijn kon niet gevangen worden.
De tweede poging, helaas mislukte
uog jammei'lijker dan de eerste. De
boot sloeg om en de mannen er uit
Gelukkig, dat zij van gordels voorzien
waren.
Eén man echter had gelukkig het
zeil of een touw van het schip gegre
pen, en toen konden al de mannen
en helpers, naar het schip wadend,
de schipbreukelingen bereiken, waar
na zij het onuitsprekelijk geluk had
den alle vier mannen behouden op
het strand te bi-engen.
Zij waren geheel uitgeput. Van
's morgens halfdrie, toen het schip lek
I geworden was, hadden zij aan de
pomp gestaan.
Een man was bewusteloos. Dr. Kui
per de bier logeerende directeur
van het Wilhelmina-Gasthuis te Am
sterdam heeft hem bijgebracht, en
toen is hij vervoerd naar het Kinder
ziekenhuis en daar opgenomen. De
andere drie mannen zijn door Terol,1
den brievengaarder, vriendelijk opge
nomen, gevoed, van droge kleeren
voorzien en in de gelegenheid gesteld
wat te slapen. Zij waren spoedig vei"-,
kwikt. Ook de andere ik heb hem
even gesproken is weder geheel
beter.
Het schip was niet vei-zekerd. Tij
dens de redding heeft een der zomer
gasten voor de manschappen een col
lecte gedaan.
Zij heeft tweehonderd gulden opge
bracht. Aan de vier geredden werd
hiervan 150 gegeven en de andere
50 werden verdeeld onder de kloeke
bemanning der Wijk-aan-Zeesche red
dingboot.
AANVARING.
Lloyds meldt uit Dover, dat het
Engelsche stoomschip James Westall
Woensdagmorgen om drie uur in hét
Kanaal in aanvaring kwam met de
Nederlandsche sleepboot Hollander.
De Hollander zonk, de geheele be
manning is verdronken, met uitzon
dering van een man. die op het dek!
van de James Westall sprong.
LOOD IN DE WATERLEIDINGEN.
Indertijd is gemeld, dat er te Mep-
pel in water uit de leiding lood ont
dekt was. Er zou een onderzoek inge
steld worden. Thans is dat onderzoek-
afgeloopendrie technologen uit
Delft hebben het verricht.
De circa 1800 aansluitingen zijn
alle onderzocht in den tijd van cix-ca
zes weken. Ixx 80 procent van de aan
sluitingen moet (naar de Mepp. Ct.
bericht), hoegenaamd -geen lood ge
vonden zijn, in een klein deel wèl en
in een zeer klein deel van de restee-
rende 20 pCt. slechts sporen van lood.
De dienstleidingen, meer dan de
binnenleidingen schijnen hier de oor
zaak der loodvorming te zijn.
HOL-BEWONERS.
't Is nog niet zoo heel lang geleden,
zegt de Avondpost, dat tal van Hol
landers een bezoek brachten aan den
heremiet Alberts, die op 't midden
van zijn akker veen, naar W meer
maar overigens in een bijna onbe
woonde streek, een hol tot woning
had gekozen. Hij verliet het hól nim
mer, tenzij een geduchte regenbui
hem er uit dreef. Dan wandelde hij
zoolang in 't veld, tot de bui voorbij
was. Kwamen er nieuwsgierigen een
kijkje nemen, dan kreeg men het ver
wilderde gelaat van den holbewoner
te zien. ftjet 't hoofd uit zijn hol
kwam ook hij dan de omstanders op
nemen en tot hem gerichte vragen
kort beantwoorden.
Thans heeft de politie op 't veen te
Westerende weder een bewoond hol
ontdekt, bewoond door een vrouw,
een weduwe De Vries. De ongelukki
ge moest met geweld het hol worden
uitgezet en naar 't armhuis overge
bracht.
MISHANDELING.
Bij het houden van nachtdienst in
het jachtveld te Borssele werden twee
jachtopzienei's door zes wildstrooper3
overmand en mishandeld. Vooral de
beambte Rottier moest het ontgelden.
Hem is een rib gebroken, terwijl hem
twee bloedende wonden aan het hoofd
toegebracht zijn. Bij de worsteling
zijn vuurwapens afgeschoten.
DE DOOD VAN VON PLEHVVE.
InJPlaiïóius werd Woensdagavond
een^vërgaftering gehouden van de af
deeling Amsterdam III der S. D. A.
P., waarin gesproken werd over den
mooi-d op den Russischen minister
Plehwe en de beteekenis daaiwan
voor de Joden van Rusland en van
Europa. Vei-schillende Russische spre
kers waren uitgenoodigd, die evenwel
eerst laat ter vergadering verschenen,
waarom allereerst een kort woord
werd gesproken door den lieer Jos.
Loopuit,, die het Russische rijk ver
geleek bij een heksenketel, waarin het
kookt en woelt, waarin revolutie en
opstand aan de orde van den dag
zijn. Men hoort er echter weinig van,
omdat de censuur alle publiciteit
weert. Nog steeds is het Russische
tsaremijk het bolwerk der reactie,
maar toch heeft ook de vrijheidsidee
zich daar baan gebroken, ondanks
alle onderdrukking. Plehwe heeft aan
die verdrukking een groot aandeel
genomen, en hoe men ook over den
moord op hem moge denken, ieder
zal moeten erkennen, dat hij zijn
verdiende loon heeft gehad. Hij was
het, die de Christenen tegen de Joden
opzette, en den Tsaar tegen alleniet-
i-eactionaire partijen. Spreker eindig
de met een eeresaluut te brengen aan
de Russische revolutionairen, de dra
gers der arbeidersbeweging (Applaus).
De Russische sprekers waren in
middels gearriveerd. Eerst word het
woord gevoerd door mevr. Vera Re-
skowslcy, die 22 jaar in Siberische
gevangenissen doorbracht. Zij vertel-
de van de macht der politie in Rus
land, die alle bezoekers van een ver
gadering als deze gevangen zou kun
nen nemen en naar SlFerië zendën.
Ook spreekster zou weer hetzelfde lot
treffen, als zij het waagde terug te
keeren. In Rusland is geen vrijheid
van drukpers of godsdienst, alles
moet daarom in het geheim geschie
den. De vestingen en gevangenissen
zijn er gevuld met veroordeelden, de
hoogescholen worden ontvolkt en niet
slechts de Tsaar is een despoot, maar
ook de gouverneurs der provinciën
bezitten dezelfde macht.
De volgende spreker, de heer Micael
Bei-g, vertegenwoordiger van de All-
gemeine Judische Arbeitersbund in
Rusland, noemde Plehwe den groot
sten beul van het tsarenrijk, die veel
heeft bijgedragen tot de onmensche-
lijke Jodenvervolgingen. Van den
bond, welken spr. vertegenwoordigt,
zijn alleen in het laatste jaar 400 le
den gearresteerd en verbannen. Toen
Plehwe aan de regeering kwam, ver
zekerde hij, dat hij do geheele revo
lutionaire beweging in één jaar zou
uitroeien. Maar dat gelukte hem niet,
want voor één veroordeelde kwamen
honderden anderen in de plaats, en
zoo zal het voortgaan, ondanks alle
maatregelen, die de Russische regee-
ring ook na den dood van Plehwe zal
nemen.
Het lid van den Oostem-ijkschen
Rijksdag, Daszynski, die daarna de
vergadering toesprak, schoof den Jo
denmoord te Kisjinef eveneens op de
schouders van Plehwe. Plehwe gaf de
menschheid een slag in het gezicht,
maar hij ontving een antwoord. Zijn
dood is een genoegdoening voor de
beleedigde menschheid en de op hem
gepleegde aanslag moet beschouwd
worden als de natuurlijke reactie te
gen de dwangmaaïfregelen der Russi
sche regeering.
De heer Roubanowitch, van Parijs,
sprak in denzelfden geest, en na hem
nog vijf andere spi'ekers, onder wie
mr. Troelstra. N. R. C.
VREEMDE PASMUNT.
In eene te Maastricht gehouden ver
gadering van den Maastrichtschen
middenstand werd besloten, een mon
sterpetitie aan de regeering te rich
ten, ten einde verlost te worden van
den omloop der vreemde pasmunt.
MISLUKTE ZELFMOORD.
Woensdagochtend om xxegen uur is
in den Haag in den goederenwagen
van den Staatsspoortrein aangebracht
een zwaar aan het hoofd verwond
persoon, dié, als verdachte, onder ge
leide van twee politiebeambten uit
Gouda hei-waarts overgebracht moest
worden
Het geval moet zich aldus hebben
toegedragen.
De arrestant was tusschen Moerka-
pelle en Zoetermeer uit den trein ge
sprongen, blijkbaar met het doel om
zich onder een uit de andere richting
naderenden trein te werpen.
Het doel miste; de arrestant kwam
met zijn hoofd tegen de rails terecht
en werd zoo gevonden, opgenomen en
verder met den trein getransporteerd.
Hij had onderweg vooi'gewend van
de retirade gebruik te moeten maken
en in plaats van terug te keeren in
zijn coupé, had hij langs een ande
re afdeeling van den waggon den
trein willen verlaten.
Bij aankomst in den Haag werd
hem door een geneeskundige in het
station het eerste verband gelegd,
waarna de verwonde per raderbaar
door de politie naar het ziekenhuis
werd vervoerd.
De man was gedetineerd te Utrecht
en is genaamd P. J- v. E. Hij heeft
Donderdag te Utrecht terechtgestaan