Kwartjes-Advertentiën NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. Éénmaal voor Een kwartje. Driemaal voorTwee kwartjes 22e Jaargang. No. 6506 Verscnijnt dagelijks, benaive op ion- ci, DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1904 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)„1.30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02)£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37)1" de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. TWEEDE BLAD. 00RL0GSVARIA. EEN ONDERHOUD MET DEN GE ZAGVOERDER DER „PASCAL". Een medewerker van de „Figaro" heeft kapitein Senès, den gezagvoer der van den Franschen kruiser „Pas- I cal", te Toulon geïnterviewd. Hij deel de mede verbaasd te zijn over de on juiste berichten die men over de eer ste zeegevechten heeft afgedrukt. Men heeft zelfs interviews met hem gepu bliceerd, die in het geheel niet heb ben plaats gehad. Hij gaf een juister verslag van den zeeslag voor Port- Arthur op den 9en Februari j.l. dan de bladen van hun oorlogscorrespon denten ontvingen. De Japansche be- velhebber admiraal Oerioe schreef 1 aan kapitein Senès een brief in het 1 Engelsch, waarin hij hem mededeel de van plan te zijn de Russische sche pen aan te vallen, desnoods in de haven zelf en hem dus den raad gaf de ..Pascal" in veiligheid te brengen. Kapitein Senès had daarop een onder houd met de gezagvoerders Bryly en Borea van de Engelsche en Italiaan- sche oorlogsbodems en slaagde er in hen te overtuigen dat zij zich behoor den te verzetten tegen een aanval in neutrale wateren. Hij deelde daarop den comman dant van de „Varyag' kapitein Roed- nef, den inhoud van den brief van admiraal Oerioe mede. De Rus riep daarop uit, dat hij zich als verloren beschouwde dat men hem niet uit- noodigde een gevecht te beginnen, maar dat hij met een ware slachting bedreigd werd. Hij was nu genood zaakt 700 man een zekeren dood te- j gemoet te voeren. Het protest van de neutrale sche pen was natuurlijk nutteloos. De I „Varyag" en de „Korietz" werden na een hevigen strijd ernstig beschadigd. Toen de „Varyag" voor anker lag, zond kapitein Senès booten uit om I commandant Roednef bij te staan, j Deze was gewondhij ontving den Franschman met groote warmte en toonde hem de verwoesting die het j Japansche vuur had aangericht. Op het dek lagen 48 dooden en 80 ge wonden de kanonnen waren vernield en overal lagen de stukken over het dek verspreid. Uit het achterschip, J dat in brand stond, stegen dikke rook wolken op. Daar alle booten stukgeschoten wa ren, nam kapitein Senès op zich voor het overbrengen der gewonden te zorgen. De 45 gewonden en de rest der equipage werden aan boord van de „Pascal" gebracht. Onderweg be zweken nog 3 gewondenlater aan boord nog 8. Daarop brachten de boo ten der „Korietz" nog 160 man naar de „Pascal". Ten slotte nam de Fran- sche kruiser nog 50 man op, de equi- page uitmakend van het Russische stoomschip „Soengari", dat in brand gestoken werd om het niet in handen van de Japanners te doen vallen. Den j volgenden dag vroegen de Russische kolonies te Tsjemoelpo en Seoul, aan I boord van de „Pascal" te mogen ko- men, wat toegestaan werd. Zoodoen- de had kapitein Senès voor 450 man meer dan zijn equipage te zorgen. Hij gaf echter een deel van deze overbe volking over aan de Engelsche en de Italiaansche kruisers. De dames van het Japansche Roode Kruis in Korea namen de gewonden over en de Ja pannors stonden den kapitein toe, hun linies te passeeren. Daarna stoomde de „Pascal" zoo snel mogelijk naar Sjanghai, waar hij 2 dagen later aankwam. Daar werden de Russische burgers aan land gebracht en 8 da gen later te Saigon de militairen. EEN SCHITTEREND WAPENFEIT. In de National-Zeitung schrijft een deskundige Generaal Koeropatkin heeft, toen hij zijn hoofdmacht onttrok aan het gevaar, door de Japanners omsingeld te worden, een te merkwaardiger wapenfeit volbracht omdat alle facto ren waarop hij in gewone omstan digheden had mogen rekenen, hem in den steek lieten. Zijn cavalerie is zoo beslist beneden hun roep gebleven dat men aan de waarde van de kozakken in den mo dernen oorlog sterk gaat twijfelen. Er was in militaire kringen al vaak beweerd dat de kozakken geen recht- streeksche gevechtswaarde hadden, maar men verwachtte niet dat zij in die mate zouden tekortschieten als verkenningstroepen. In den aanvang van dezen oorlog vertelde men ons telkens, dat de Japansche cavalerie zoo slecht was. Maar het schijnt dat zij in de vlakte van Liao-jang alles deed wat men van haar eischte, ter wijl de kozakken geen enkele opdracht van eenig belang goed ten uitvoer brachten. Het is niet noodig, hier weer over het fiasco der Russische artillerie in den loop van dezen oorlog te spreken. Dit fiasco komt niet voor rekening van do troepen en nog minder van de leiders. De Russen hadden eenvoudig geen kanonnen genoeg, zij schijnen, wat wel zonderling klinkt, zich geen rekenschap gegeven te hebben van de overwegende rol van de artillerie in den modernen oorlog. En de trans portdienst heeft zelfs niet aan de ge ringste verwachtingen beantwoord. De door en door verouderde inrichting van den Russischen transportdienst heeft het Mantsjoersche leger vastge klonken aan den spoorweg, wat een ernstige hinderpaal vormde voor elk optreden aanvallenderwïjs. En Koe ropatkin is niet geheel van schuld in dat opzicht vrij te pleiten, daar hij minister van ooiiog was voordat hij in Mantsjoerije het opperbevel aan vaardde. STEEDS VOL GOEDEN MOED. De Petersburgsche correspondent van de New-York Herald zendt aan zijn blad deze merkwaardige indruk ken Ik heb mij eenige moeite gegeven om te weten te komen wat men hier van den toestand denkt. Er is mij gebleken dat, terwijl men in handels kringen niet weinig ongerust is over de zekerheid dat de oorlog nu nog lang zal duren, de militairen het met Koeropatkin eens zijn dat de Russen eerst in het voorjaar tot den aanval kunnen overgaan, en dat zij moeten terugtrekken zoolang zij daartoe nog niet gereed zijn. De Russen rekenen erop, dat het leger zijn winterkwartieren betrekken zal. Mochten de Japanners den oor log zonder ophouden voortzetten, dan zou dit Koeropatkin's berekeningen niet weinig in de war sturen. In de afgeloopen weken heeft het publiek zich eraan gewend dat de bladen hun allerlei slecht nieuws brachten. Wat er ook gebeuren moge Koeropat kin verslagen, Port Arthur ingeno men, de vloot gezonken dat alles zal geen verschil maken. Zelfs al mochten de Russische troepen naar Moskou terugtrekkenmen is over tuigd dat zij zullen terugkeeren, in grooter getale, en de Japanners ver pletteren. EEN BLOEDIGE STRIJD. De correspondent van de Daily Te legraph bij Koeroki's leger seint uit Liao-jang van 5 SeptemberHet wel slagen van Koeroki's flankbeweging hing af van het bezit van een lagen ronden heuvel bij Heyentai, welks groene hellingen het tooneel van een der bloedigste ontmoetingen in dezen oorlog geworden zijn. Koeroki nam het heuveltje in een nachtelijken aanval met de punt van de bajonet, na een bloedigen strijd die uren had geduurd. Den volgenden dag werden de Ja panners daar begroet met granaat kartetsen, doch daardoor lieten zij zich niet verdrijven. En des nachts werd aan beide zijden besloten tot een nachtaanvalde Japanners wilden de Russische batterij nemen, de Russen wilden Heyentai hernemen. Geen van beiden slaagden zij in him plan. De Russen rukten met roekelooze dap perheid tegen den heuvel op enhad- detr 15ijna den top bereikt, toen zij door de Japanners ontvangen werden met bajonetten en kogels, en gedwon gen met groote verliezen terug te trekken. De Japansche aanval op de Russi sche batterij werd ontdekt door de Wij hebben een belangrijk besluit genomen. Van 15 September a.s. af zullen wij namelijk plaatsen Kwartjes-Advertentiën. Alle Advertentiën, die betrekking hebben op VRAAG- en AANBOD, zooals Huizen te huur of te koop ge vraagd of aangeboden, Personeel, dat gevraagd wordt of zich aanbiedt, alles wat door particulieren zooal eens te koop wordt gevraagd of aangeboden: een hond? een fiets, een kat, een naaimachine, een papegaai, een schuit, een vogelkooi, kortom alles waar over men in de courant zoogenaamde kleine advertentiën pleegt te doen plaatsen, (uitgezonderd Familieberichten, gewone winkeliers-advertentiën, annonces van aanbe steding, publieke verkoop, vermakelijkheden e. d. m., worden geplaatst ter grootte van hoogstens 6 regels: (te plaatsen in één week) Elke regel meer 5 cent meer. Welk een enorme prijsvermindering dit is kan men nagaan, als men weet, dat tegen woordig een enkele advertentie van 6 regels 60 cent kost. Thans zal één advertentie Een kwartje, DKIE adver tentiën te zomen tvyee kwartjes kosten. Wij zijn hiertoe gekomen, omdat onze steeds stijgende oplage dezen voor het publiek zeer voordeeligen maatregel mogelijk maakt. De advertentiën moeten bij aanbieding betaald worden. Voor buiten is toezending van postwissel of postzegels noodig. De advertentiën worden dagelijks aan onze Bureaux GROOTE HOUTSTRAAT 55 en Z.-B. SPAARNE 6 aan genomen. Door onzen zeer grooten lezerskring, die zich nog voortdurend uitbreidt, is het succes van deze adverten tiën verzekerd. DE ADMINISTRATIE. eTSictrische zoeklichten, waardoor de Russen de juiste positie der aanvallers leerden kennen. Een bataljon werd eenvoudig weggemaaid. De Japan ners werden teruggedreven en vernis tigd. Men kan niet zeggen dat de aanval afgeslagen werd, want de mannen stierven bij hoopen voor de kanonnen. Ik bezocht Heyentai toen het leger voortrukfê, ik zag nooit iets vreese- lijkershonderden dooden lagen on begraven en de groene hellingen wa ren zoo bedekt met bloedpoelen dat 't onmogelijk was er te loopen zonder er in te trappen. De geheele heuvel was bedekt met wapens, kleeding- stukken van beide legers en daar- tusschen lagen honderden bloedige gebroken, verwrongen bajonetten op hoopen. Het bezit van deze paar honderd vierkante meters groene heuvel had 3000 man aan dooden en gewonden gekost. GERUCHTEN VAN VREDE. De Romeinsche „Gazette del Popoio" weet mede te deelen, dat, naar de meening van Delcassé, een Russische overwinning in Mantsjoerije de mo gendheden in staat zal stellen, hun welwillende bemiddeling aan te bie den. De „Daily News" verneemt uit goe de bron, dat Rusland reeds nu niet ongeneigd wezen zou onder aanne melijke voorwaarden vrede te slui ten. De „Daily Post", uit Birmingham, weet nog meerdit blad vertelt dat Keizer Wilhelm als bemiddelaar zal optreden en dat Rusland bereid ?s vrede te sluiten onder deze voor waarden lo. Rusland erkent de hegemonie van Japan in Korea, onder voor waarde dat de handelsovereenkom sten met dit land niet veranderd zul len worden, en dat de Russische handel niet zal worden beperkt 2o. Port Arthur en Dalny zullen tot open havens worden verklaard, even als de havenplaatsen in Mantsjoerije, genoemd in een overeenkomst tus- schen China, de Vereenigde Staten en Engeland 3o. De benoeming van vreemde con suls zal worden toegestaan te An- toeng en Moekden, onder voorwaar de dat de heerschappij van Rusland in Mantsjoerije door Japan erkend zal worden en geregeld in een inter nationale overeenkomst, ook door China te onderteekenen 4o. De schadeloosstelling en oor logskosten zullen nader worden ge regeld. KOEROPATKIN'S TERUGTOCHT. Hot belangrijke telegram uit Liao- jang. over de terugroeping der troe pen van Koeroki, die nog het groot ste gevaar voor Koeropatkin schenen op te leveren, is niet officieel, en hoewel er niets onwaarschijnlijks in ligt dat de Japanners het vruchte- looze inzien van verdere pogingen tot vervolging, zal men goed doen, zijn oordeel op te schorten. Ook een cor respondent van het „Nowoje Wrem- ja" seint dat de Japanners de ver volging gestaakt hebben. Volgens dezen correspondent scheen in den omtrek van Moekden alles lustig te zijn. De Russische konvooi en werden niet meer door den vijand lastig gevallen. De wegen waren ten naastenbij droog. Het weer moet ech ter afwisselend zijn, want nog den 8sten woédde er een hevige storm. met slagregens, over Moekden, zoo dat de laaggelegen streken over stroomd werden. De Chineezen te Moekden houden zich rustig, maar de bevolking van Mantsjoerije toont zich zeer ontevreden, daar er bij de snelle marschen der beide legers geen gelegenheid is om de schade, aan ge bouwen en aan den oogst toege bracht, vast te stellen, zoodat geen schadeloosstellingen worden uitge keerd. In den omtrek van Liao-jang werden heele dorpen platgebrand, het gewas zwaar beschadigd vee, enz. weggenomen. Koeropatkin zelf moet zich nog te Liao-jang bevinden. Zijn achterhoede bestaat uit versche troepen uit Euro pa. en het 5e Siberische corps heeft de opdracht. Koeroki bezig te houden ten einde tijd te winnen. DE LAATSTE GEVECHTEN VOOR DEN TERUGTOCHT. Omtrent de laatste episoden uit den veldslag om Liao-jang heeft de „Mosk. Wjedomosti" nog de volgen de bijzonderheden Aan de divisie van generaal Orlof was opgedragen den rechtervleugel van Koeroki's leger aan te vallen, den Japanschen bevelhebber daar bezig te houden en zoo aan generaal Koeropatkin de gelegenheid te geven het Japansche korps in de flank te vallen. De divisie-Orlof ging den 2den September tot den aanval over. maar werd teruggeslagen. Zijn terugtocht werd bemoeilijkt door het onjuiste gerucht, dat zijn korps omsingeld was, waardoor verwarring ontstond. Ondanks den ongunstigen afloop van dezen aanval, greep Koeropatkin met twee divisies generaal Koeroki aan. Hij streed niet zonder succès, maar moest ten slotte wijken voor de overmacht van de Japanners. In den nacht op 3 September kreeg het garnizoen van Liao-jang bericht, dat Koeropatkin op Koeroki de over winning had behaald. Des ochtends werd deze tijding met hoera-geroep en het zingen van het volkslied be groet. Een half uur later kwam van den opperbevelhebber de order Liao- jang dadelijk te ontruimen. De terug tocht was reeds begonnen, toon ge neraal Saboerajef gelastte te wachten totdat de avond gevallen zou zijn. De Russische troepen keerden in hun stellingen terug en moesten daar een lieeten strijd voeren. Do Japan ners, die den aangevangen terug tocht hadden bemerkt, openden een hclsch vuur op de Russische kolonie en de Chincescho wijk en rukten tot den aanval op. Zij werden met groote verliezen teruggeworpen. Bij het vallen van den avond ver stomde het geschutvuur, slechts het geweervuur hield aan. De Russische troepen trokken in uitstekende orde terug over zeven bruggen, met inbe grip van de spoorwegbrug en een ponton-brug. Deze laatste werd afge broken en medegevoerd, de vaste bruggen werden in brand gestoken. De terugtocht had zoo stil plaats, dat de Japanners slechts de laatst aftrekkende troepen beschoten. SLECHTE ORGANISATIE. De bekende Russische oorlogscor respondent Nemirowitsj-Dantsjenko vestigt in een verslag over het ge- j vecht bij Tasjisjao de aandacht op de onvoldoende zorg van de intendaix- ce bij het Mantsjoerijsche leger. In het bijzonder treft zijn klacht den spoorwegdienst. Hij verhaalt dat de commandant van het station Annen- kof waggons gevraagd had om de voorraden te Tasjisjao in veiligheid te brengen. Hij kreeg ze echter niet, hoewel er tal van ledige waggons stonden en de voorraden moesten ver brand worden. Zoo gaat het overal, verzekert de schrijver. Aan den ande- Fenlliel«n. De Terugkeer van Sherlock Holmes door A. CO NANDOYLE. Het Avontuur van de Abbey Grange. Op edn bitterkouden morgen met vriezend weer in den winter van '97 werd ik door een kloppen op mijn schouder wakker gemaakt. Het was Holmes. De kaars in zijn hand ver lichtte zijn opgewonden, voorover ge bogen gelaat en dat vertelde mij met één oogopslag, dat er iets aan de hand was. Kom, Watson, kom riep hij. Er is geen tijd te verliezen. Vlug in je kleeren en kom Tien minuten later zaten wij beiden in een cab en ratelden door de stille straten, op weg naar Charing Cross Station. Zwakjes begon het te dagen en zoo nu en dan onderscheidden wi j vaag de gestalte van iemand, die vroeg aan 'twerk gin"- Holmes nestelde zich zwijgend in zijn zware winterjas en ik was blij hetzelfde te kunnen doen, want het was snerpend koud en wij hadden geen van beiden ontbeten. Eerst na dat wij aan het station wat warme thee gedronken hadden en onze plaat sen in den trein naar Kentish had den ingenomen, waren wij genoeg ontdooid, hij om te spreken en ik om te luisteren. Holmes haalde een briefje uit zijn zak en las het mij hardop voor Abbey Grange, Marsham- Kent, 3.30 uur. Waarde Mr. Holmes Het zou mij heel aangenaam zijn, als u onmiddellijk hulp ver leende in wat belooft een merk waardige zaak te worden. Het ligt juist in uw lijn. Behalve dat mevrouw er niet meer is, zal ik zorgen, dat alles zoo blijft, als ik het gevonden heb, maar ik ver zoek u geen oogenblik verloren te laten gaan, omdat het moeilijk is Sir Eustace daar zóó te laten liggen. Uw dienstwillige. STANLEY HOPKINS. Hopkins heeft mij zeven maal geroepen en ïdderen keer was zijn oproeping volkomen gerechtvaardigd, zei Holmes. Ik denk. dat iedere zaak- van hem wel voorkomt in uwe col lectie, en ik moet toestemmen, Wat son, dat jij een slag hebt om te schif ten, die veel vergoed van hetgeen mij in je verhalen minder bevalt. Je fa tale gewoonte om alles te bekijken uit het oogpunt van een verhaal en niet van een oefening in de weten schap, heeft gemaakt, dat wij je col lectie niet meer als een geregelde opsomming van bewijzen kunnen be schouwen. Je ziet de belangrijkste finesses over 't hoofd om je aandacht te bepalen bij geruchtmakende klei nigheden, die misschien den lezer op winden, maar hem onmogelijk wat kunnen leeren. Waarom schrijf je ze dan zelf niet? vroeg ik op bitteren toon. Dat zal ik, waarde Watson, dat zal ik. Op 't oogenblik heb ik 't, zoo als je weet, te druk, maar mijn laat ste levensjaren wil ik wijden aan het samenstellen van een bock, dat de geheele kunst van detectieve-zijn in één deel zal bevatten. Wij schijnen nu met een moord te doen te heb ben. Denk je dus, dat deze Sir Eusta ce dood is? Ja, mij dunkt van wel. Het schrijven van Hopkins verraadt he rige aandoening en hij is niet gauw- ontroerd. Ja, ik denk, dat er geweld in 'tspel is, en dat men het lijk heeft l&teri liggen, opdat wij het kun nen inspecteeren. Een zelfmoord al leen zou hem niet genoopt hebben mij te laten overkomen. Wat het weg halen van de dame betreft, daaruit maak ik op, dat zij in haar kamer is opgeslotèn tijdens de tragédie. Het speelt in hooge kringen, Watson, zwaar papier, monogram „E. B.", een wapen, dat zegt veel. Ik denk, dat Hopkins er eer mee in kan leg gen en dat wij een interessanten morgen kunnen hebben. De misdaad is vóór twaalf uur vannacht bedre ven. Hoe kun je dat met mogelijk heid weten? Omdat ik de treinen nagekeken en daarmee rekening gehouden heb. De plaatselijke politie is natuurlijk ingeroepenzij moest het mededeelen aan Scotland Yard, Hopkins moester heen gaan en hij op zijn beurt moest mij weer waarschuwen. Met dat al les gaat een groot deel van avond en nacht heen. Hier zijn wij aan het Chislehurst Station, en onze twijfel zal spoedig opgeheven worden. Een rit van een paar mijlen over smalle landwegen bracht ons bij de poort van een park, die voor ons ge opend werd door een ouden portier, wiens ontdaan gelaat duidelijk het denken over een groot ongeluk ver ried. De laan liep door een voornaam park tusschen oude olmen en aan het einde stond een laag, breed uitge bouwd huis, met pilaren in 't front. Het middenstuk was blijkbaar heel oud en begroeid met klimop, maar de groote vensters toonden, dat men er moderne veranderingen had aan gebracht, en één vleugel van het huis scheen geheel nieuw te zijn. De jeugdige, slanke figuur en het opgewonden gelaat van den inspec teur Stanley Hopkins stond ons ;n de deur op te wachten. Ik ben heel blij, dat u gekomen is, Mr. Holmes. En u ook, Dr. Wat son Maar toch, als ik alles vooruit geweten had, zou ik u niet lastig gevallen zijn, want sinds mevrouw tot bewustzijn gekomen is, heeft zij zoo'n duidelijk verslag van het ge- beui-de gegeven, dat er voor ons niet veel meer overblijft te doen. U herin nert zich dat drietal booswichten toch nog wel Welk drietal, de drie Randall's? Juist, die vader met zijn twee zoons. Het is hun werk. Daar valt niet meer aan te twijfelen. Veertien dagen geleden voerden zij een stukje uit te Sydenham, zij zijn daar gezien en gesignaleerd. Wel koelbloedig om zoo dichtbij en zoo spoedig daarop weer wat uit te halen, maar zij zijn het buiten kwestie. Ditmaal is hun leven er mee gemoeid. Is*Sir Eustace dus dood? Ja zijn hersens zijn ingeslagen met zijn eigen pook. Sir Eustace Brackenstall, nieW De koetsier vertelde het mij. Juist een van de rijkste men- schen in Kent. Mevrouw Brackenstall is in de ontbijtkamer. Arme vrouw, het is een vreeselijke ondervinding voor haar. Toen ik haar eerst zag, was zij half dood. Mij dunkt, u moest eerst maar naar haar toe gaan en haar verslag van de feiten 'aan- hooren. Dan zullen wij samen de eet kamer onderzoeken. Mevrouw Brackenstall was geen gewone vrouw. Zelden heb ik zoo'n lieve, bevallige persoonlijkheid ge zien met zoo'n mooi gelaat. Zij had goudblond haar, blauwe oogen en zou ongetwijfeld de mooie gelaatskleur gehad hebben, die daarmee samen gaat als zij door de jongste onder vinding er niet bleek en ontdaan had uitgezien. Zij leed zoowel lichamelijk als geestelijk, want boven één oog had zij een leelijke, blauw gezwollen plek, die haar kamenier, een groote bejaarde vrouw, voortdurend met azijn ere water bevochtigde. De vrouw lag uitgeput achterover cp een canapé, maar haar vlugge opmerkzame blik, toen wij de kamer binnentraden en de bewegelijke uit drukking van haar mooie gelaats trekken. toonden, dat noch haar her sens, noch haar moed door die vree selijke ondervinding geschokt was. Zij was gewikkeld in een loshangen de peignoir van blauw en zilver, maar ëen zwart zijden avond-toilet hing over een stoel. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5