4*/ NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. HAARLEM'S DAGBLAD ÉEH KWARTJE f WEE KWARTJES 22e Jaargang. No. 6511 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1904 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N: per drie maanden: $JlfL ^an reSe^s 50 Cts.; 'edere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem - 1-20 -T Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent geveshgd ,s (kom der V Oroote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post'door Nederland' I L65 0'/TIJ jLTNKleine advertentign 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.02}| t Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3733 A de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advcrtentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. TWEEDE BLAD. Van de Boekentafel. niet meer harden hij toeterde zóó geweldig, dat je van al de anderen niks hoorde. Toen zijn we met zijn zeventienen naar den directeur ge- gaan, en we hebben gezeid ,,Jan, als die snuiter niet wordt opgeredderd. Onze Nederlandsche letterkunde is dan komen wijlui niet meer terug in over 't algemeen het tegendeel van.de kemedie." Nou! uwé begrijpt, vas- vroolijk. Evenals over de Noorsche te klanten laten ze niet zoo gauw hangt ook over onze litteratuur een schietenonzen zin hebben we gehad mist van zwaarmoedigheid, niet heten daarom zeg ik nou leven en laten minst over de werken van onze mo-: leven, de trompet is de laan uit, laat derne schrijvers. Wie de boeken vannou in Godsnaam die twee slokkers Couperus, Querido, van Hulzen en an-1 maar verder fluitenze hebben ook deren gelezen heeft, moet verlangen huiskouwens, maar een miserabel ge- naar- ppn mansrh die lachen kan. .hoor is t, daar met van ,,Üwé is hier zeker nog vreemd, hè naar een mensch, 't Zijn alle figuren vol ziels- of lijfs-1 - ellende, sombere personen in zwaar-1 meneer vraagt de naaste hmir- moedige omgeving (vrouw weer en zonder antwoord af te Helaas, de°Nederlandsche humoris- i wachten vervolgt zij „Ja de rijk- ten zijn maar dun gezaaid, 't Is of t dom komt hier nou jmstement niet ieder die de pen voeren kan. in ons^én en g land den versombcrenden indruk on-1L L^n Opli dergaat van de kille regenbuien, van1 .k m°et even in t hieltje breien Och terwind. \\e hebben bijna frcci vron- ,,.11,,, m'n neet en m'n nicht spelen lijke schrijvers en de weinige die we( t een zoon van de juf. hebben worden nog met eens gewaar- frouw h, naast me tusschenbeijS„ deerd. Wijsneuzig gepraat over geen b H raijn jon z00n 00k I00.„ kunst, vervangt waardeering Pijnlijk'zw|jgende rol; verleden week heit ie peuterende critiek die alles tot in de nog j.r.pj goed gedaan toen was binnenste vezels wil nasporen be- je 700',-, soortement Turk in Oros- neemt de mogelijkheid om eens pret- man hij had 'n tulband op, wat 'n tig, ongedwongen te lachen. 'mooie1" Dat overkomt ook den populairstenNou en mijn Gerrit h0it laatst van onze volks-humoristen, Justus voor don falsaris gespeeld in ..De van Maurik. En toch. als de moder-'schat van den zeeroover 'tis an ne jufjes die met een rimpelneusje ders een kalf van een jongen daar zijn schetsen afkeuren omdat ze „och niet van gut, zoo terre terre zijn. zoo trivi- j Intusschen is, na de drie gebruike- aal". als die dametjes een van zijn lijke slagen op den houten vloer van bundels openslaan, dan overkomt, het het tooneel, het scherm opgehaald en hun, dat ze gaan lezen en blijven wordt een decoratief zichtbaar, dat doorlezen en zelfs wel, als het te pas de stoutste verwachtingen overtreft, komt, het uitschateren, als niemand' „Gelukkig", fluistert de juffrouw, er bij is. die nog steeds „in 't hieltje breit" 't Is of wij Nederlanders ons er('tls een bosch twee en dertig voor schamen, dat we een humoris- drie vier vijf en dertig - nou tisch boek mooi vinden. Zware litte- j komt Toon dadelijk op zes en der- ratuur van hangen en branden en tig dat's de beste speler, hij kan ziels-uitpluizing staat deftiger. d'r wat mee zeven en dertig hij Ik wil wel erkennen, dat „Oude'is tafeldienaar en aanspreker ook Kennissen" van Van Maurik mijacht en dertig je kan zoo zien, dat weer veel plezier heeft gedaan. On- hij met de voornamigheid bekend is der dezen titel heeft de firma Vannegen en dertig." Holkema Warendorf twaalf schet-' Wie kan de breiende juffrouw 111 sen verzameld, van zeker verschillen- dezen klompenschouwburg zoo be de waarde, maar die toch allen zon-schrijven, als Van Maurik dat doet? der onderscheid zich aangenaam la- ten lezen en den armen mensch, die van nature toch al zoo zwaarmoedig i Op de Boekentafel ligt dezen keer is. eens een beetje vroolijkheid bij-; nog meer humor. Niet van Neder- brengen. Wie hypochonder is, die lezelandschen oorsprong. Ik herinner me, het schetsje over een vergeten schouw- dat jaren geleden de- Amerikaansche burg en een miskend kunstenaar. j illustratie ..Harpers Weekly" een Ik ontleen daaraan deze fragment, zonderling verhaal gaf (geïllustreerd De bezoekers hebben plaats geno-nog wel) van beroemde of beruchte men op een der voorste banken enpersonen uit vroegere eeuwen, die in bewonderen nu de meer dan men- de onderwereld waren terecht geko- schelijke inspanning, waarmede de men en daar, als schimmen, geza- drie musici hun plicht vervullen. Metmenlijk een huisboot (de echt En- heldenmoed in 't hart en het. oog gelsche house-boat) bewoonden, die schitterend van heilig vuur, trotsee-ze als sociëteit hadden ingericht. Ho ren zij hooge f's en g's en wagen hun merus, Napoleon, Demosthenes, ba- eigen gehoorvliezen aan dc smarte- ron Von Münchhausen, Shakespeare, lijke uitingen hunner kunst. I Hamlet, Dr. Johnson, Darwin, Sim- ,,'tls reëel niet uit te houwen, me-1 son en wie al niet meer, zijn gewoon neer!"' zucht eensklaps een prözaïscho. daar elkaar te ontmoeten en voeren juffrouw, die vlijtig aan haar brei- er gesprekken, waarvan de aardig- kous werkt en dien arbeid voor een beid vooral is, dat ze elkaar's naam oogenblik laat rusten, als zij ver-'en reputatie afbreuk doen. In 't oor- volgt „Ze bennen van avond erg in spronkelijk moet het boekje opgang de pruimen, hoorHèje nekharen1 gemaakt hebben, maar ik vrees, dat gaan overeind staan door dat muziek-het 'ons, Nederlanders, niet bekoren kie, en je tanden doen er zeer van." zal. 'tis met humor precies als met „Maak nou maar zoo'n drokkie niet. de gesteldheid van den bodem ze is Mijntje ze bennen vanavond nogal in alle Europeesche landen anders, bizonder koest't was veel slimmer, Een staaltje van den trant scène ,,'t Is vreeselijk". fluisterde Welling ton tot Bonaparte. „Erger dan Waterloo", antwoordde de ex-keizer met een gedwongen lachje..maar wij kunnen er oogen- blikkelijk een eind aan maken. Arte- mas Ward vertelde mij eens, hoe een godsdienstige openluchtmeeting, die hij bijwoonde in de West, in 't water viel door een hondengevecht, dat zoozeer de belangstelling opwekte, dat de lui van hun plaatsen opvlogen om te kunnen zien. Kunnen jij en ik niet voorwenden, dat wij ruzie hebben? Een persoon lijke aanval van jou op mij, zal dat volkje wakker schudden en Goldsmith uit de knoei helpen. Zeg. dat je 't goed vindt, maar pas op, dat het niet te hard aankomt. „Ik ben je man", zei Wellington, waarop hij groote opgewondenheid veinzende, brulde ...Tij NooitIk heb nog meer respect voor een jongen met een proppenschieter, dan ik ooit voor jou had en een oogenblfkkelijk be wijs van zijn onverschrokkenheid gaf, door het veldstoeltje waarop Bona parte zat, onder den grooten verove- raar weg te trekken, en den held van j Austerlitz met een geweldigen plof op 1 den grond te laten vallen. Het gaf dadelijk sensatie. Vergeleken bij een 1 treffen tusschen de twee grootsche fi guren van Waterloo, scheen een le- zing van Goldsmith's werken door j hem zelf niet te voldoen aan de meest bescheiden voorwaarden tot het le vendig houden der belangstelling van een. publiek. Bijgevolg waren dekam- pende veldheercn het middelpunt der belangstelling en toen een vredelie- vend lid van de vergadering, dat het ongepaste van het incident inzag,1 schreeuwde „Smijt hem er uit, smijt hem er uitstormden de bedienden binnen en pakten bij noodlottige ver gissing den armen Goldsmith bij zijn I kraag, duwden hem ruw de deur uit j en het dek over en gooiden hem aan wal, zonder van de loopplank gebruik te maken. Toen dit gedaan was, ver- klaarden de twistende generaals hun gedrag en toen de vrede hersteld was, 1 werd een commissie uitgezonden met 1 geschikte verontschuldigingen om i Goldsmith te zoeken. De goede, beste ziel kwam terug, maar cjaar hij zijn i boek in de consternatie verloren had, I mocht hij verder dien avond op zijn 1 lauweren blijven rusten, wat hem zelf nog aangenamer was dan het publiek. Tot zoover het verhaal. Ik betwijfel of de Bredasche Boek. en Uitg.MaaK j aan deze vertaling veel genoegen be leven zal. Deze soort van humor is (ik zou wel willen zeggen gelukkig. zeer on-Hollandsch. plaatst dagelijks: Advertentiën van Vraag en Aanbod (geen Winkel-Annonces) voor - - - per plaatsing DRIEMAAL, mits binnen een Week, voor Grootte der, Adv. hoogstens 6 regels Betaling i Contant. 00RL0GSVAR1A Brieven uit Berlijn. gante heeren en dames, die anders op dezen tijd tevergeefs in „noordelijke" tramlijnen gezocht zouden worden, aanstalten maakten om uit te stap pen toesprak met de woorden: „Als u naar den „Klugen Hans" wilt, gaat u rechts de Griebenowstrasse in, hei derde huis links van den hoek en dan de poort door naar de binnenplaats." In den beginne kwamen hoofdzake lijk cavalerie-officieren en sportman nen Hans hun opwachting maken, doch naarmate de faam zich ver breidde in de „hoogste en allerhoog ste kringen", waartoe de garde caval- lerie behoort, werd het gehalte der bezoekers steeds veelzij diger. Hooge adel en hofkringen, ministeries en hooge school, generale staf en opera, geleerde wereld en de pers, alles zond zijn vertegenwoordigers naar de Griebenowstrasse om den Klugen Hans gade te slaan. Ten aanschouwe Binnenland toen de trompetter d'r nog bij was," zegt haar buurvrouw, die nog dikker is en nog grooter breikous hanteert. En tot de ongewone bezoekers zich wendend, het bemutste hoofd ha'f voorbij Mijntje stekend, merkt zij lachend aan„Dien vent hebben we eindelijk weggekregen we konden 't schrijven van den acteur John Ken- drick Bangs. Er is vertelavond in de huisboot en Goldsmith zal de vijf eerste hoofdstukken van „t.he Vicar of Wokefield" voorlezen. Napoleon en Wellington beraadslagen over een middel om aan de dreigende verve ling tc ontkomen. En nu volgt deze EEN MERKWAARDIGE PALING. Door den scheepstimmerman en visscher H. H. Smit te Giethoorn werd i aan den correspondent van de „Zw. 1 Crt." aldaar een door hem gevangen paling ter bezichtiging gesteld, zooals i wij nog nimmer hebben gezien en: 'waarschijnlijk ook bij niemand be-j kend is, nl. wat de kleur betreft. De vorm is gelijk aan dien van de gewo- ne paling, doch de kleur der huid is wit, de kop tot achter de vinnen zui- ver oranjekleurig, zoo ook de rugvin en een klein gedeelte van den staart. Wel komt het voor dat bij ziekte de kleur der huid bleeker wordt, doch dat1 is bij dit dier niet het geval. Het is zoo vlug mogelijk en bepaald een pracht-exemplaar. 't Beest is gekocht door den redac- teur van ..Natuurleven", die het naar j een museum zal opzenden. DE EERSTE VREDESSTEM IN RUSLAND. De bekende redacteur van de Pe- tersburgsche „Graidanine". prins Metsjerski, heeft in een artikel Rus land aangespoord om elke gedachte van vrede te sluiten niet dadelijk te verwerpen, terwijl hij zijn afkeuring uitspreekt over de bladen, die den oorlog a outrance prediken. Hij gaat zelfs zoover te zeggen, dat om Japan uit te putten, men wel tien jaar zou moeten krijg voeren; hij zag liever een verbond met Japan, dan dat twee volken elkander vernietigen, louter ten pleziere van Engeland. Hoewel men voorshands natuurlijk geen groot gewicht aan het artikel hecht, is liet te begrijpen, dat het in de Russische hoofdstad druk bespro ken wordt. HET VERTROUWEN VERMINDERT. Een telegram uit Tokio aan de „Times" meldt, dat de voornaamste Japansche bladen zeer verrast zijn over de verandering van meening in Engeland 11a den slag bij Liao-jang. Deze bladen wijzen er op. dat Japan niet strijdt om door de wereld toege juicht te worden, maar om zijn be staan en den vrede in het Verre Oos ten. te verzekeren. Maar. al is Jajjan onverschillig voor de goedkeuring van de andere mogendheden, het hecht zeer veel aan het oordeel van Engeland, zijn bondgenoot, waaraan het alles verschuldigd is. Daarom is het nu ook de plicht van Japan te on derzoeken waarom de Engelschen nu niet meer zooveel vertrouwen in het Japansche leger hebben als vroeger. MOBILISATIE. Uit Tokio verneemt de „Daily Ex press", dat de Japansche generale staf bevel heeft gegeven tot het rno- biliseeren van een deel der militie, waartoe behooren personen van 30 tot 40 jaar. Zij zullen nog dit jaar op het oorlogsterreiu aankomen. Na deze troepen kan Japan nog slechts solda ten ouder dan 40 jaar onder de wa pens brengen. De Japansche regeering had venvacht, deze nieuwe mobilisa tie eerst in het begin van lieTWolgend jaar te moeten gelasten. Doch de zwa re verliezen bij Liao-jang hebben aan vulling der troepen dringend noodza kelijk gemaakt. (Van onzen correspondent). „DER KLUGE HANS". Berlijn, 15 September 1904. Ieder lezer zal wel eens bij zichzelf de opmerking gemaakt hebben, dat de schijnbaar onbeduidendste dingen, dikwijls niet meer dan fragmenten van feiten of niemendalletjes, uit onze prille jeugd in ons geheugen zijn ach tergebleven. Zoo is mij uit mijn kin derjaren de geheimzinnige geschiede nis, waarvan me de „clou" echter is ontschoten, bijgebleven van een betoo- verd paard, welks lotgevallen de prachtige stof leverde voor een geïl lustreerd kinderboek. Op een mooien zomerdag rijdt een onbekende jonge elegante heer, op een edel zwart paard gezaten de poort uit Niemand i u'iTde omliggéudó"hüt kont den schooner, ru.ter, memand dje uU hunne rams«n h vermoedt in hem den toovenaar die k Hans bMoek yan d(m Min^,e; uit wraak z,ju vijand onschadel k en 0nderwiK van dan 0pper-presi- stom heeft gemaakt door hem m een dent der il)ci van 'a( M£,sk paard te veranderen, dat door hem ad]udant des Kelzers van of(lcieren wordt bereden en aan zijn wil moet van don geMralen sta( van Pr0, gehoorzamen. Deze geschiedenis, Dessoi hoogle6raar in de psychologie waaraan ik misschien m tientallen van da scho<j] yan d(m b van jaren met gedacht heb, doemt roemden „atuurkenner wilhelm Böi- plotseling m mijn herinnering op, nu I sch (va„ wiens voornaaniste wer_ i we staan tegenover het raadsel van k6n iiLiebesl6ben in die Natur„ Van I "Klugen Hans Sonnen und Sonnenstaubchen" en Leefden we nog een paar eeuwen 1 andere uitstekend6 HoUandsche edi- terug het lijdt geen twijfel of de von ÜM verschonan bij de firma w j popul. zou al gauw prompt hebben TWem0 cie (0 en uitgemaakt, dat het met alles op na- vele andare uH gele6rd| tuurlijken weg toegaat met den phae-1 en v00rname kr[D nomenalen Hans, dat er tooverij m j I het spel is en óf hij zelf. óf zijn bege- Hans „spreekt' met en drukt zijn leider, óf beiden tegelijk op al te gedachten uit door middel van zijn goeden voet staan met sinjeur dui- lïoef, rekent als de beste, telt op en vel. Wie weet, misschien zouden bei- trekt af, werkt met breuken, leest, den de wonderbaarlijke „klugheit" onthoudt namen van bezoekers en van Hans met gevangenisstraf of heeft zelfs een fijn gehoor. Het onder- erger moeten betalen. Gelukkig leven zoek, in hoeverre zijn gehoorvermo- I we in meer verlichte tijden en zal gen is ontwikkeld, had op de volgen- Hans juist tengevolge van zijn knap- tie wijze plaats. Evenals het bij een 1 pe bol wel een groote carrière maken gesprek in een spiritistische séance als hij het tweede examen, dat voor nogal omslachtig toegaat en elk woord de deur staat, en waarbij men hem letter voor letter door kloppen moet harde noten te kraken zal geven, even worden uitgespeld, geeft Hans de ge- glansrijk doorstaat als het eerste, j vraagde noot door een zeker aantal Maar laat ik niet langer in raadsels malen kloppen met den hoef aan. Zijn spreken. De lezer zal me vrageneigenaar, de heer v. Osten, met wien „Wie is die Hans en wat is er met Hans reeds cenige jaren „gewerkt" j hem gebeurd waardoor heeft de jon-1 heeft, deelde aan den „interviewer", ge man dan zoo zeer de aandacht tot Prof- Schillings, componist, mede, zich weten te trekken j dat Hans een c met één hoefslag, een Om u niet langer in het onzekere h met zeven, een a met 6 hoefslagen ie laten, wil ik maar dadelijk met de j aanduidt, en nu ging de componist hoofcTzaak beginnen, dat de knappe aan het examineeren, door met een j Hans geen jonge of oude man is, j kleine harmonica een toon aan te maar een mooie zwarte hengst, wiens geven, welke door Hans onmiddellijk kundigheden en groote gaven van juist wercl aangeduid. Na eenige her- I hoofd (bijna had ik er bijgevoegdhalingen van dit experiment, ging j„ook van hart") reeds verscheidene men tot een moeilijker vraagstuk weken tout Berlin bezighoudt. In zijn over. Prof. Schillings liet nu gelijk- bescheiden „woning", of liever dan tijdig verschillende tonen hooren, buiten, op de binnenplaats van een in j waarop Hans op de vraag naar het het noorden der stad gelegen huis aantal ook hierop het juiste antwoord aan de Griebenowstrasse heeft hij we-gaf. Zelfs ging hij hierin verder dan ken lang, dag aan dag bezoeken ont- eenige heeren uit den kring, die op vangen van allerlei illustre persona- de vraag van Prof. Schilling, welke I ges, tot wie de faam van zijn handig- tonen hij gelijktijdig op de harmonica heden was doorgedrongen. i gespeeld had, het antwoord schuldig Ja, de toeloop werd zóó sterk, dat bleven, terwijl Hans achtereenvolgens de tramconducteur in de morgenuren eerst het aantal en dan de verschil- al dadelijk zijn publiek wist te taxee- lende gespeelde tonen: e h f, tot ver ren en, zoodra de wagen de Griebe- bazing der omstanders met hoefslag nowstrasse genaderd was en de ele- aangaf. FenllEeSon. De Terugkeer van Sherlock Holmes door CONANDOYLE. 4) Maar deze glazen zijn een raad sel voor mij, dat beken ik. Zag me vrouw Brackenstall werkelijk de drie mannen drinken Ja, dat wist zij zeker. Dan valt er niets meer van te zeggen. En toch moet u toegeven, dat de drie glazen zeer merkwaardig zijn. Hopkins. Wat, ziet u niets b ij z o n- ders? Nu. dan spreken wij er niet meer over. Misschien ben ik als spe cialiteit geneigd meer achter een zaak te zoeken, dan zij eigenlijk wel t.e beduiden heeft. Natuurlijk zal het wel niets dan toeval zijn. wat ik in de glazen zie. En nu, goede morgen. Hopkins. Mij dunkt, ik kan u verder niet meer van dienst zijn en u schijnt een stellige overtuiging om trent de zaak te hebben. U zal het mij zeker wel laten weten, als Ran dall gevangen genomen is. of als er nog iets bijzonders aan 't licht mocht komen. Ik vertrouw, dat ik u spoedig zal kunnen gelukwenschen mot uw succes. Kom Watson, ik verbeeld mij dat wij onzen tijd beter elders kun nen besteden. Tijdens onze terugreis kon ik aan hot gelaat van Holmes zien, dat hij iets trachtte te ontraadselen wat hem vreemd voorkwam. Telkens deed hij zijn best die gedachte van zich af te zotten en met mij te praten, of alles duidelijk was, maar dan kwam dc. twijfel weer, en zijn saamgetrokken wenkbrauwen en de afgedwaalde blik zijner ooge n deed zien, dat zijn ge dachten weer verwijlden in de eet kamer van Abbey Grange, waarin dat nachtelijk treurspel had plaats ge had. Eindelijk sprong hij plotseling in een opwelling overeind, juist toen onze trein een station van een voor stad wilde verlaten, hij liep naar h -d platform en trok mij mee er af. Pardon beste kerel, zei hij, toen wij de achterste wagens van onzen trein in een bocht zagen verdwijnen het zou mij spijten als ik je het slachtoffer maakte van wat wel kan blijken enkel een gril te zijn. maar, waarachtig Watson, ik kan die zaak maar niet zoo laten, voor wat zij op 't oogenblik is. Mijn instinct komt daar heftig tegen op. Het is niet in orde ik zou daarop kunnen zwe ren. En toch was het verhaal van me vrouw Brackenstall volledig, de dienstbode versterkte dien indruk inog, de détails kwamen uit. Wat heb ik er tegen in te brengen Drie wijn glazen, dat is alles. Maar als wij al les onverwacht gezien hadden, als ik alles onderzocht had met de zorg. die ik had moeten betoonen, als wij geen verhaal hadden moeten aanhooren, waardoor wij bevooroordeeld waren, zou ik dan niet iets meer bepaalds gevonden hebben om op in te gaan"' Natuurlijk zou ik dat. Ga op deze bank zitten, Watson, totdat er een trein voor Chislehurst aankomt, en laat ik je dan eens een mogelijk heid uitleggen, maar eerstens ver zoek ik "3e dan de gedachte van je af te zetten, dat alles, wat de kamenier of haar meesteres gezegd mag heb ben, noodzakelijk de waarheid moet zijn. De bekoorlijke persoonlijkheid van mevrouw Brackenstall mag ons gezond oordeel niet in de war bren gen. In haar verhaal zijn détails, di". als wij ze met een koel hoofd bekii j ken, onze achterdocht opwekken, t Veertien dagen geleden ongeveer sloe gen deze booswichten een goeden slag te Sydenham. Daarvan stond i een verslag in de couranten en dat j moest natuurlijk iedereen, die een geschiedenis wilde bedenken, waarin denkbeeldige roovers voorkwamen. z:ch herinneren. Natuurlijk zijn mis dadigers. die juist een stukje bedre ven hebben, gewoonlijk te blij om .kalm en gelukkig te genieten van de 'voordeelen, die zij behaald hebben. dan dat zij dadelijk weer op een an dere gevaarlijke onderneming zou- -den uitgaan. Ook zijn doortrapte booswichten niet gewoon zoo vroeg :n den avond er op uit te trekken, even min om een vrouw te slaan vóór dat zij begint te schreeuwen, men zou zoo denken, dat het de zekerste ma nier was om haar aan 't schreeuwen te brengen ook is liet iets onge woons. dat zij een moord zouden be gaan als hun aantal zoo groot is. dat zij één man gemakkelijk den baas kunnen blijvenverder, dat zij met zoo weinig tevreden zouden zijn als er veel meer in hun bereik is en eindelijk dat zulke kerels een flese'i half leeg zouden laten staan. Wat dunkt je van dit alles, Watson Hc-t is een groote verzameling onwaarschijnlijkheden, dat is zeker en toch is er niets tegen te zegeon. Mij schijnt het meest onwaarschijM lijke toe, dat mevrouw Brackenstall aan den stoel zou zijn vastgebon den. - Daar ben ik nog zoo zeker niet van, Watson, want duidelijk is lief. dat zij haar moesten vermoorden ot haar anders zóó moesten vastbinden, dat zij niet dadelijk kon loskomen. Maar hoe het zij, je bent nu ook wel overtuigd door dit alles, nietwaar, dat er iets onwaarschijnlijks is in het verhaal van mevrouw Bracken stall. En als de klap op de vuurpijl komt nu het incident van de wijn glazen. Wat. is er met de wijnglazen Zie je ze staan, als je do oogen dichtknijpt Ik zie ze duidelijk voor mij. Men heeft ons verteld, dat drie' mannen er van dronken. Komt jc dat waarschijnlijk vcor? - Waarom niet Er was wijn !n ieder glas. Juist, maar overblijfselen van vliegen waren er maar in één glas. Dat moet je toch hebben opgemerkt. Wat maak je daaruit op Dat het glas met dien rommel erin waarschijnlijk het laatst ge vulde glas was. Volstrekt niet. In de flesch zat het er vol van en bet is onwaar schijnlijk, dat de beide eerste glazen zuiver waren en het derde glas zoo heel onzuiver. Dat kan ik op twee manieren verklaren en ook maar op twee manieren. De eene is dat, nadat het tweede glas gevuld was. de flesch hevig is heen en weer geschud, zoodat alle rommel in het derde glas kwam. Dat is niet heel waarschijnlijk. Neen, ik ben zeker, dat ik 't bij 't rechte eind heb. Wat denkt u er dan van Dat er maar twee glazen ge bruikt zijn, en dat het bezinksel van beiden werd overgegoten in een derde glas. daarmee, meteen den val- schen indruk geven, dat er hier drie menschen waren geweest. Op die ma nier moesten alle doode vliegen in het laatste glas komen, nietwaar? Ja, ik ben overtuigd, dat het zoo is. Maar als ik de ware oplossing van dit écne raadseltje gevonden heb. dan wordt metteen die doodgewone zaak verhoven tot een heel merk waardige, want het kan alleen be- teokenen, dat mevrouw Brackenstall en haar kamenier ons met voorbe dachten rade hebben voorgelogen, dat geen woord van dat verhaal geloof verdient, dat zij een of andere ge wichtige reden hebben om den waren misdadiger geheim te houden en dat wij, zonder haar hulp den waren schuldige moeten vinden. Dat is het geen ons nu te wachten staat en, Watson, daar is de trein naar Chis lehurst. Men was op Abbey Grange zeer verbaasd ons terug te zien, maar toen Sherlock Holmes hoorde, dat Stanley Hopkins afwezig was om be richt te zenden naar hoofdzetels, nam hij onverwijld bezit van de eet kamer. deöd de deur aan den bin nenkant op slot en was twee uur lang verdiept in een van die ijverige on derzoekingen. die tot in de kleinste bijzonderheden doordrongen, die -ie solide basis vormden, waarop zijn schitterende gebouwen van ontdek kingen waren opgetrokken. In een hoek gezeten als eon belangstellend student, die de demonstraties van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5