NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Onder Beioovering
10i
22e Jaargang. No. 6525
Verschijnt dagelijks, behaive op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 7 OCTOBER 1904 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
perdriemaanden: 9n ^an reêels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem L20 Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der n i s 4 5
gemeente)„1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland *1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Afzonderlijke nummers 0.(02)^ Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>£ T<3b£
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
HAARLEM's DAGBLAD
plaatst dagelijks advertentiën van
VRAAG EN AANBOD,
(geen Winkel-Annonces) voor
Een Kwartje per plaatsing
DRIEMAAL mits binnen een week, voor
TWEE KWARTJES te zamen.
Betaling contant.
Grootte der Adv. hoogstens zes regels.
Binnenland
DE OPDRACHT VAN
DE „EVERTSEN".
Wij namen in een vorige editie van
ons blad aldus schrijft de Tele
graaf een bericht uit ,,Het Volk"
over, waarin vermeld werd, dat H.
M.'s „Evertsen", in verband met de
strubbelingen in het havenbedrijf,
met geheime zending naar Amster
dam is gezonden, en dat eenige ma
trozen naai* Amsterdam zijn overge
plaatst, „wellicht", aldus „Het Volk"
„om daar anti-militairisten te ver
vangen".
Wij hebben naar aanleiding van
dat bericht informaties ingewonnen
en kunnen thans het volgende mede-
deelen
Inderdaad is de „Evertsen" naar
Amsterdam geëxpediceerd met het
oog op de eventueele relletjes in de
haven. Zooals bekend is wordt er on
der de havenarbeiders, vooral na het
ontslag van A. C. Wessels uit de ge
vangenis, weer een heftige actie ge
voerd.
Menigmaal gebeurt het, dat de
woordvoerders onder de bootwerkers
's ochtends, voor den aanvang van
het werk, op een geïmproviseerd
spreekgestoelte, zooals vaten en kis
ten, de werklieden toe spreken. Hier
door wordt de geest van verzet na
tuurlijk niet weinig aangewakkerd en
het is reeds bij het lossen van eenige
schepen voorgekomen, dat er werk
staking dreigde.
We kunnen dus met recht zeggen
het broeit in onze haven. En nu moge
het waar zijn, zooals ons verzekerd
werd, dat er van een plan tot staken
onder de havenarbeiders geen sprake
is, toch behoort het niet tot de onmo
gelijkheden, dat het solidariteits-dui-
veltje op een zeker oogenblik eens
klaps uit zijn kistje komt springen en
het werk, voor zoover de Scheeps- en
Bootwerkersbondmannen het m hun
macht hebben, gedeeltelijk wordt
stop gezet.
Deze mogelijkheid moet de regee
ring overwogen hebben bij het. zen
den van de „Evertsen".
Wij kunnen verder nog melden, dat
niet alleen de „Evertsen" gereed ligt
om een oogje in 't zeil te houden,
maar dat eveneens een vijftal stoorn-
sloepen in gereedheid zijn gebracht
voor den surveillance-dienst in onze
haven.
Wat nu het tweede gedeelte van
het bericht uit „Het Volk" betreft,
kunnen wij uit „zeer goede bron"
mededeelen, dat de vorige week on
geveer een 10-tal matrozen hier zijn
gekomen om de plaats in te nemen
van voor den dienst in Oost-Indië be
stemde makkers, die met de „Hertog
Hendrik" en de „Zeeland" derwaarts
gaan.
In plaats van anti-militairistische
zijn het hier dus zuiver militairisti-
sche redenen, die tot de overplaatsing
hebben geleid.
EEN NIEUW ..WILHELMUS".
Waarom zouden we niet met een
kleine wijziging het Wilhelmus van
Vondel zingen? vroeg de „Van Dag
tot Dag"-schrijver onlangs in het
„Hbld.".
Wilhelmina van Nassouwe
Ben ik vroom Hollandsch bloed,
Mijn vaderland getrouwe
Met leven, lijf en goed.
Ik wil het vendel sweien
Van Holland's fieren leeuw,
En mtt Oranje-meien
Bedekken wee® en weeuw.
's Lands rechten en vrijheden
Ik helpen zal in zwang
In geen vereende steden
Gewetens felle dwang
Of tirannije li jen
Ik wensch de goe gemeent
En trouwe burgerijen
Door liefd' te zien vereend
Deze twee coupletten zijn zoo bij
zonder krachtig en opwekkend, en
hebben geen aanvulling noodig.
Slechts in tijden van gevaar, als
het geheele volk gewapend 's lands
grenzen verdedigt, zou het derde
couplet behoeven te weerklinken
Schep moed dan, Heeren Staten,
Uw veldheer staat bereid,
De ruiters en soldaten
Weer naar de grenzen leidt.
Wat schrikt gij voor of achter,
't Land heeft aan d' een zij duin,
Aan d' ander zij den Wachter
En Schutsheer van den tuin.
WILD RIJDEN.
Maandagavond werd in dettx ge
meenteraad te Arnhem door den heer
Middelkoop geïnterpelleerd over de
onveiligheid aan de Apeldoornsche
straat en weg, wat betreft het woest
rijden mot rijwielen en automobielen.
Op last van den burgemeester werd
daar nu van Maandagmiddag af een
post geplaatst, 't welk ten gevolge
had, dat een twaalftal wielrijders
dien avond voor het rijden zonder
licht, 'twoest rijden, het rijden zon
der bel, werd geverbaliseerd.
Een der overtreders was weiger
achtig om zijn naam op te geven en
werd toen verzocht mede te gaan
naar het politiebureau. Hij weigerde
evenwel een stap te doen, zoodat hij
met fiets en al op een handwagen
werd gelegd en aldus onder grooten
toeloop van volk, naar het bureau
werd gebracht.
DE NED. BANK STAAT IN DEN
WEG.
Twee arbeiders staan met elkaar
het nieuwe bankbiljet, dat Zaterdag
voor het eerst uitgegeven is, te be
kijken.
De eene tot den gelukkigen bezitter:
Mooi voor de propaganda, wat?
De G. B.
De een Zie maar. Links staat
een arbeider, rechts de welvaart-
Beiden strekken naar elkaar een arm
uit. Maar de arbeider kan niet bij de
welvaart komen, omdat de Nederland-
sche Bank er tusschen staat.
(Historisch).
treden en werd het telkenmale ge
stoord in de volvoering van zijn pro
gram. De toestand toonde eenige over
eenkomst met dien in België, na den
val van het laatste ministerie-Frère-
Orban en zijn vervanging door een
kabinet uit de Rechterzijde. Het
straatgeweld en Kamerspektakel werd
toen een oogenblik zoo groot, dat
twee der katholieke ministers tot af
treden werden gedwongen. De katho
lieke partij week echter niet, en nog
altijd heeft zij de teugels van het
bewind in handen, hoe onverzoenlijk
liberalen en socialisten haar mochten
blijven bevechten.
En naarmate 1905 nadert zullen de
moeil kheden hier te lande toene-
andere plaats ook een maaltijd ge
houden, maar de kapitein, die bij
een bevordei*ing gepasseerd was door
den gouverneur, had daar mee ge
weigerd een dronk te wijden aan
Daendels. Een gedienstige had het
overgebriefd aan Daendels en daarop
was de uitnoodiging tot den kapitein
gekomen om aan zijn tafel te ver
schijnen, wat niet geweigerd kon wor-
m.
Toen nu ook daar de kapitein bleef
weigeren, stond Daendels op, haaide
een pistool te voorschijn en zei
„Met dit pistool zou ik je gedood
hebben, als je laf genoeg geweest
waart achting voor mij te huichelen.
Maar je hebt getoond een man van
eer te zijn. Hier is mijn hand, ik be
vorder je tot majoor
EENE SLACHTING.
Men meldt uit Koevorden aan de
„Zwolsche Ct."
Had voor eenigen tijd te Vlieghuis
onder deze gemeente een slachting
plaats onder een kudde schapen,
waarschijnlijk door roofzuchtige hon
den. een soortgelijk geval kwam hier
weder voor.
Een vijftigtal Drentsche schapen
weidde in een stuk land nabij de stad
eigendom van de Gebr. Vos.
Toen men eens ging zien, was de
geheele kudde uit elkander gedre
ven. Hier en daar vond men er een
terug, maar verscheurd, verdronken
of deerlijk gehavend. Slechts elf wa
ren ongeschonden.
De politie heeft de zaak in han
den, maar of zij succès zal hebben,
wordt betwijfeld.
Uit de Pers.
Het „Centrum" wijst op de moei
lijkheden die sinds 1901 aan het hui
dig Kabinet zijn in den weggelegd:
„De spoorwegstaking in het vorige
jaar was een gebeurtenis, even ver
rassend als overstelpend. Nog nooit
had een regeering voor zulk een „heet
vuur" gestaan. Maar nog andere bui
tensporigheden zou zij hebben te be
strijden.
Met toenemende heftigheid zette
zich de oppositie aan 't werk, en wij
beleefden dit jaar het schouwspel van
een provincialen stembusaerfjd, wel
ke een zeldzaam scherp partij-karak
ter droeg. Onomwonden kwam men
er voor uit, dat men door middel van
deze verkiezingen het ministerie zoo
veel mogelijk in zijn arbeid wenschte
te belemmeren, misschien wel ten
val te brengen. En toen de toeleg
mislukte, werden in de Eerste Kamer
debatten gevoerd, waarbij de beza
digdheid, welke dit lichaam pleegt te
kenmerken, te eenenmale ontbrak.
De Kamer werd ontbonden en een
nieuwe staking was het gevolg
ditmaal van leden der Provinciale
Staten.
Inderdaad wanneer er sprake is van
bestrijding, van vinnige hartstochte
lijke bestrijding met buitengewone
middelen, van moeilijkheden, welke
geen vorig kabinet op zijn weg ont
moette, dan heeft het ministerie die
in ruime mate ondervonden. Op al
lerlei wijze bestookt, met parlemen
taire en onparlementaire wapenen,
moest het voortdurend afwerend op-
;men
Na al wat vooraf is gegaan, kan
men er staat op maken, dat het vol-
'gend jaar de verkiezingscampagne
,voor de Tweede Kamer een ongemeen
heftig karakter dragen zal. De partij
drift zal culmineeren in dien strijd,
de afkeer van het zoo smalend be
sproken Christelijk regeeringsbeleid
iin een wilde propaganda zien lucht
geven. En hét zal er niet op aanko-
imen tot welke schakeering van de
Linkerzijde men behoort, wanneer
men slechts bereid is front te maken
i tegen het Ministerie.
Negatief bij uitstek zal de leuze
'zijn.
j Men kan het lezen in een artikel,
dat het „Handelsblad" wijdde aan
de verkiezing te Assen. De vaan der
beginselen moet worden opgerold, teg
einde zooveel mogelijk manschappen
te verzamelen die storm loopen tegen
het kabinet.
j Alle krachten zoo heet "het
«moeten de vrijzinnigen inspannen,
'„om het kwaad, dat ons land naar
hun inzien bedreigt, zooveel doenlijk
te keeren en, reeds in het volgend
•jaar bij de aftreding der TweedeKa-
j mer, zoovele zetels als maar mogelijk
j is te heroveren."
j En dan wijst het blad verder op
t het artikel, waarin het advies werd
igegeven om de vrijzinnige gelederen
J vooral te sluitenlater, als eenmaal
de „clericalen" waren onder ge-
j bracht zou men wel weer over de ge
schillen kunne npraten, die de vrij
zinnigheid verdeeld houden.
„Maar", zegt het Centrum, als dan
de verdeeldheid weer gaat spreken,
zal men de gevolgen zien."
OORLOGSVARIA
maken. Er schijnt echter een soort
handel gemaakt te worden in het be
hulpzaam zijn der deserteurs in hun
poging tot ontvluchten.
DE HOUDING DER CHINEEZEN.
In een interview met den corres
pondent van de „Rouskoje Slovo",
Verklaarde generaal Koeropatkin, dat
de tegenwoordige toestand vol moei
lijkheden is, daar alles tot stand g9*
bracht moet worden in een vreemd
land, waar men met de vijandigheid
der Chineezen had af te rekenen. De
generaal gaat voort met geduld en
hoop aan de troepen te prediken en
zegt hun dat de zegepraal der Russen
en de verplettering der Japanners
geen tijfel lijdt.
Uit de laatste inlichtingen van het
oorlogstooneel ontvangen, blijkt dat
men zeer ongerust is over de bedrij
vigheid der Chineezen en vooral die
der Tsoengoezen. die zelfs door Ja-
pansche officieren zouden aangevoerd
worden. De Japanners worden door
de Chineezen geholpen in- het herop
bouwen van versterkingen en volgens
den heer Nemirovitsj Dantchenko zou
den deze laatste verklaard hebben,
dat zij vurig hoopten Moekden in han
den der Japanners te zien vallen.
PAS BEGONNEN.
Generaal Romanof, vroeger bevel
hebber over de 6de Russische divisie,
heeft zich in een interview met de
Nowosti Dnja wijs en bedachtzaam
uitgelaten. De groote oorlog, zei hij,
is pas begonnen met Liao-jang. Wij
mogen nu een reeks van bloedige ge
vechten verwachten en, naar mijn
meening, zal de thans komende pe
riode van den Russischen opmarach
de ingewikkeldste en moeilijkste helft
van den veldtocht blijken. De ge
neraal erkent verder vrijmoedig dat
het bergachtige terrein, hetwelk de
Russen bij de verdediging tot dusver
van zooveel nut is geweest, dan niet
meer Rusland's bondgenoot zal wezen
maar integendeel van voordeel voor
den vijand zal worden. Hij geeft toe,
dat de Japanners tot dusver betrek
kelijk gemakkelijk de Russische vleu
gels zijn omgetrokken en (Vraagt dan
pessimistisch„Hoe zullen wij den
yijspi overvleussles m omsingelen
met een leger van 300,000 man?" Na
tuurlijk gelooft hij in Rusland's zege
praal. „maar al winnen wij het, zoo
zal de oorlog toch ernstig wezen, aan
gezien de vijand zich zeer bekwaam
en dapper getoond heeft."
JAPANNERS UIT SIBERIë
VERJAAGD.
ZIEKTE IN HET
JAPANSCHE LEGER.
Volgens een „Daily Mail"-bericht
uit Tsifoe is de beri-beri een ware
geesel voor het Japansche leger in
Mandsjoerije. De intendatuur is niet
in staat afwisseling te brengen in de
voeding en verpleging. De ziekte heeft
zulke uitbreiding aangenomen, dat bij
verschillende gelegenheden de troe-
pen zich verzetten tegen een bevel om
tot den aanval over te gaan, verkla
rende dat zij zóó door de beri-beri ver
zwakt waren, dat zij niet met de noo-
dige snelheid voortrukken kunnen.
De officieren dreigden in zulke geval
len de soldaten neder te schieten,
waarop de arme kerels zich met moei
te voortsleepten.
Koloniën.
Feuilleton.
doorS
FRANK FRANKFORT MOORE.
Uit het Engelseh.
Ons bezoek was een toeval, zei
de man, die in de schaduw gebleven
was. Een gelukkig toeval, voegde hij
er bij, omdat maar, als wij mogen,
komen wij morgenochtend terug. U
zal dan wel tot de overtuiging komen
dat u er niet zoo slecht aan toe is,
als 'twel lijkt, denk ik. Mevrouw
Archie Browne zal wel veel sympa
thie voor u hebben, en haar moeder,
mevrouw Innisfail, niet minder.
Daar hebben wij juist behoefte
aanriep mevrouw La Roache, vol
verlangen bijna van haar stoel sprin
gend. Een vrouw een beschaafde
vrouw. Zij zal ons begrijpen.
Ik geloof, dat u daarop kan ver
trouwen, zei dezelfde man.
Er mogen vreemde dingen gebeu
ren in Ierland, maar er zijn vrou
wen. Maar nu mogen wij niet lan
ger blijven. Wij worden onbeleefd
Goede nacht.
Hij had zich al omgekeerd en ver
dween in de hal.
- Ja, wij moeten heengaan, zei de
ander. Wij hebben u al te laug ge
hinderd. Goede nacht.
- We zijn zoo blij, dat u gekomen
is. Alles scheen zoo hopeloos zoo
geheimzinnig. U weet nu, dat wij be
hoefte hebben aan hulp. Goede nacht,
zei Claire.
- Het is niet de moeite waard om
over te spreken. Probeer nog een
paar uurtjes te slapen, zei nij.
Hij greep naar de deur.
Maar als u heengaat, als be
gon mevrouw La Roache.
Claire legde haar hand op haar
moeder's arm, om haar tegen te
ouden en de man sloot zachtjes de
deur.
Het geluid van voetstappen klonk
hol door de hal.
Wat een verlichtingzei Claire.
Ik heb een gevoel, alsof al onze zor
gen voorbij zijn. Wat een rust, dat
ter gelegener tijd die beide heeren
kwamen, nu wij geen raad meer wis
ten.
Er is mij een pak van 't hart ge
nomen. Hij beloofde, dat wij een
vrouw zouden ontmoeten, zeide haar
moeder. Vier-en-twintig jaar lang was
rij getrouwd geweest.
HOOFDSTUK IV.
Zij probeérden niet dadelijk weer
te gaan slapen. De moeder keek haar
EEN MAN VAN EER.
Men verhaalt het volgende van den
gouverneur-generaal Daendels, tijdens
wiens bestuur de bekende postweg
over Java tot stand kwam en wiens
onverzettelijke wil haast spreekwoor
delijk is geworden.
Op zekeren dag waren aan een
maaltijd nevens Daendels een aantal
officieren aangezeten. De adjudant
van Daendels drinkt diens gezondheid
en onmiddellijk staan allen op en
drinken zijn gezondheid, behalve een
leapitein, die, hoe men ook zijdelings
poogt hem mee te doen opstaan, blijft
zitten.
Wat was het geval?
Eenige dagen geleden was op een
Men seint uit Eydtkunnen, op de
Russisch-Duitsche grens, dat 700 Ja-
panners, onder wie 99 vrouwen en 241 j xt
kinderen, hier zijn aangekomen uit'^-Z-A UeRieilgU NlCUWS
Siberië, van waar zij ten gevolge van
den oorlog, verjaagd werden.
De Japansche consul te Bremen is
naar de Poolsche grens vertrokken
om de Japanners te ontvangen. Den
llen komen er nog 115 andere aan.
Allen zullen zich den 20en October te
Breinen op het stoomschip „Wille-
had" inschepen voor Japan.
VROUWELIJKE VERKENNER.
dochter aan, en de dochter haar
moeder.
- Ik wou, dat ik je toegestaan had
een van die belachelijke kaarsen uit
te blazen, zei de oudste der beide
dames.
Wat zagen wij er slordig uit
maar wat doet het er toe. zeide de
jongste. Ik heb altijd gelachen ;n
een tooneelstuk om het jonge meisje,
dat sympathie verwacht voor haar
rampzaligen toestand, terwijl heur
haar keurig netjes is opgemaakt.
Je bedoelt dat
Haar moeder begreep er niets van.
Zij vond haar dochter onvriendelijk.
Op zichzelf vond zij het al een wreed
heid van haar te verwachten, dat zij
een raadsel zou oplossen op een mo
ment, dat zij zich voelde als iemand,
die pas ontwaakt is uit een vreemden
droom.
Je bedoelt dat maar wij we
ten immers niet, wie zij zijn. Zij
noemden hun namen niet. Waarom
kwamen zij hier? Wie zijn zij? Wat
zullen zij doen
Zij noemden twee namen de
namen van vrouwen, en dus is alles
in orde, zei Claire lachend. Ik zag
uw gelaat ophelderen bij het hooren
van die vrouwennamen. Maar ik
dacht, wat moeten wij aantrekken en
waar moeten wij dat doen.
Natuurlijk dacht ik daar ook
over, zei haar moeder. Zullen wij een
toilet aantrekken, passende bij deze
ruïne of één, dat er mee in strijd is
We passen nu op 't oogenblik
volkomen bij de ruïne, waarin men
ons gevonden heeft, zei Claire. Ja.
zelfs tot ons kapsel toe. Toen hij ons
zag die eene die het meest sprak
weet ik zeker dat zijn eerste" ge
dachte was „Zeker niet veel bijzon
ders Daarom stem ik zonder be
denken voor een toilet in contrast
met de omgeving.
Ik geloof, dat je gelijk hebt, lie
ve, ofschoon het andere toilet schil
derachtiger zou zijn. Maar Engelsche
dames begrijpen nooit veel van de
taal van het toilet in haar verschil
lende nuances.
Maar zij koopen haar costumes
in Parijs, zei Claire.
-— Hoe denk je over je crème serge
japon merkte haar moeder op.
Hoe zal ik haar aantrekken
vroeg Claire, nadenkend in het vuur
kijkend.
Dat zal nog wel gaan. Ik heb
een nog te gebruiken spiegel gezien
in de slaapkamer, zei haar moeder
geruststellend.
Och, hoe dwaas zijn wij toch te
babbelen over de nuances van ons
toilet, terwijl wij voorloopig de groot
ste behoefte hebben aan water en
zeep! zei Claire. O, moeder, waar zul
len wij dat vandaan halen
Maar haar zorg was overbodig.
RUSSISCHE DESERTEURS.
Uit Bukarest wordt geschreven aan
de „Frankf. Ztg.", dat dagelijks Rus
sische deserteurs door de Rumeen-
sche autoriteiten opgevangen worden.
Deze ongelukkigen zijn zonder midde
len van bestaan. Op de vraag waar
om zij de gelederen ontvluchtten,
wordt geantwoord dat de oorlog
hoogst onpopulair is, terwijl het de
ergernis wekt dat staande troepen
j vreedzaam in het land blijven, ter-
wijl de reservisten, familie-vaders en
1 oudere lieden, naar het verre oor-
i logsterrein gezonden worden.
Onder de vluchtelingen was ook een
luitenant, die verklaarde een slacht
offer te zijn van zijn politieke in
zichten. Deze deserteurs vertellen ont
zettende verhalen over den nood en
de ellende.
De Rumeensche regeering heeft de
grenswacht versterkt om den deser-
teurs het overloopen onmogelijk te
vóór
stroomend water gehoord oven
dat het rijtuig stil stond.
Zij gingen weer liggen op baar
stoelen en binnen vijf minuten waren
zij beiden in een vasten slaap. Zij
maakten zich over niets meer bezorgd, 1
dat was duidelijk.
Zij ontwaakten vroeg in den mor-'
gen. heerlijk opgefrischt. Claire zag.
juist een donker-oogig meisje opbloo-j
te voeten een kan melk door de hal1
dragen. Het kink keek haar aan. Nil
haar vol verbazing met open mond
aangestaard te hebben, vertelde zij.
dat zij Eiley O'Leary was, en dat zii
Mr. Sullivan lederen dag melk en
brood bracht spek vertrouwde li ij
haar niet toe. Neen, Mr. Sullivan
dronk nooit thee, maar haar moeder
wel, en er waren twee theepotten in
huis. Hun hut stond een paar passen
j verder en haar moeder zou zeker
r graag een kopje thee voor de juffrouw
klaar maken. O ja, er was een kom
en kan in de hut, maar de kan was
geleend door Mrs. Hurnhy en niet
door haar teruggebracht, maar de
kom was er vast en zeker, omdat
haar moeder het meel voor het brood
daarin kneedde.
Claire meende, dat zij nooit meer
zoo'n lief en verstandig kind gezien
had. Zij ging met haar mee en onï
dekte dat de hut van de familie O'Lea
Tr - w - - ry geen halve mijl verder aan den
Haar moeder had zeep in haai*; heuvelkant lag
toilettasch. en zij had het geluid vanEen aardappelveld was er naast, en
De correspondent van de Daily;
Graphic heeft een aardige ontmoeting
gehad met een vrouwelijke Russische
I verkenner. Een fotografie van de
•moderne „amazone" zond hij aan
j zijn blad.
De ontmoeting schetst hij als volgt
„Bij het raam staat een zeldzaam
klein mannetje, glad, lenig, baarde
loos en kroesharig. Als hij niet een
revolver had en officiers-uniform met
berenmuts droeg, zou ik hem zonder
tw fel voor een vrouw gehouden heb
ben. Mijn buurman lachte om deze
opmerking en vroeg mij, of ik voor
gesteld wilde worden.
„Alexander Iwanovitsch, mag ik de
j vrijheid hebben u voor te stellen?"De
naam klinkt mannelijk genoeg, maar
ik raag worden als het officiertje
j geen vrouw is. Wij raken aan het
praten, en al spoedig wordt mijn ver-
moeden als juist erkend,
1 Alexander Iwanovitsch is een Sibe
rische studente, die de Oostersche ta
len volkomen machtig is. Reeds tij-
een geit knabbelde aan de reeds zeer
afgeknabbelde blaren van een groepje
struiken.
Mrs. O'Leary was een zeer moeder
lijke vrouw, die haar handen van
schrik ton hemel hief. toen Claire
haar verhaal deed.
Heb je ooit meer zoo iets ge
hoord riep zij uit. Och. die arme
idiote oude heer! Hoe zou li ij weten,
wat dames noodig hebben? Maar hij
kan er niets aan doen! Hij is al
twintig jaar lang krankzinnig, om
dat hij alleen in 'tKasteel verblijf
houdt en niemand naar hem omziet.
Heusch, als ik niet dagelijks Eiley
zond met hrood en melk en driemaal
per week een stukje boter, dan zou
de arme man gestorven zijn van den
honger.
Zoo sprak de goede vrouw ver
der. terwijl zij bezig was het vuur
onder den waterketel op te stoken.
Haar man hield van een kop thee. als
hij straks thuis kwam.
- Wat had de juffrouw liever ster
ke of slappe thee?
Claire dronk eem kopje van de
Keurigste thee. die zij ooit geproefd
had. en voelde zich zeer vcrfrisclit.
hi ley had gelijk gehad, een wasch-
kom was aanwezig, zij werd schoon
gemaakt en met water gevuld.
Claire waschte zich en voelde zich
daarna eon ander mensch.
Mrs. O'Leary wist vee! meer van
het Kasteel dan Claireen zij ver-