NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Onder Beioovering 10i 22e Jaargang. No. 6525 Verschijnt dagelijks, behaive op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 7 OCTOBER 1904 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: perdriemaanden: 9n ^an reêels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem L20 Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der n i s 4 5 gemeente)„1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland *1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.(02)^ Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>£ T<3b£ de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. HAARLEM's DAGBLAD plaatst dagelijks advertentiën van VRAAG EN AANBOD, (geen Winkel-Annonces) voor Een Kwartje per plaatsing DRIEMAAL mits binnen een week, voor TWEE KWARTJES te zamen. Betaling contant. Grootte der Adv. hoogstens zes regels. Binnenland DE OPDRACHT VAN DE „EVERTSEN". Wij namen in een vorige editie van ons blad aldus schrijft de Tele graaf een bericht uit ,,Het Volk" over, waarin vermeld werd, dat H. M.'s „Evertsen", in verband met de strubbelingen in het havenbedrijf, met geheime zending naar Amster dam is gezonden, en dat eenige ma trozen naai* Amsterdam zijn overge plaatst, „wellicht", aldus „Het Volk" „om daar anti-militairisten te ver vangen". Wij hebben naar aanleiding van dat bericht informaties ingewonnen en kunnen thans het volgende mede- deelen Inderdaad is de „Evertsen" naar Amsterdam geëxpediceerd met het oog op de eventueele relletjes in de haven. Zooals bekend is wordt er on der de havenarbeiders, vooral na het ontslag van A. C. Wessels uit de ge vangenis, weer een heftige actie ge voerd. Menigmaal gebeurt het, dat de woordvoerders onder de bootwerkers 's ochtends, voor den aanvang van het werk, op een geïmproviseerd spreekgestoelte, zooals vaten en kis ten, de werklieden toe spreken. Hier door wordt de geest van verzet na tuurlijk niet weinig aangewakkerd en het is reeds bij het lossen van eenige schepen voorgekomen, dat er werk staking dreigde. We kunnen dus met recht zeggen het broeit in onze haven. En nu moge het waar zijn, zooals ons verzekerd werd, dat er van een plan tot staken onder de havenarbeiders geen sprake is, toch behoort het niet tot de onmo gelijkheden, dat het solidariteits-dui- veltje op een zeker oogenblik eens klaps uit zijn kistje komt springen en het werk, voor zoover de Scheeps- en Bootwerkersbondmannen het m hun macht hebben, gedeeltelijk wordt stop gezet. Deze mogelijkheid moet de regee ring overwogen hebben bij het. zen den van de „Evertsen". Wij kunnen verder nog melden, dat niet alleen de „Evertsen" gereed ligt om een oogje in 't zeil te houden, maar dat eveneens een vijftal stoorn- sloepen in gereedheid zijn gebracht voor den surveillance-dienst in onze haven. Wat nu het tweede gedeelte van het bericht uit „Het Volk" betreft, kunnen wij uit „zeer goede bron" mededeelen, dat de vorige week on geveer een 10-tal matrozen hier zijn gekomen om de plaats in te nemen van voor den dienst in Oost-Indië be stemde makkers, die met de „Hertog Hendrik" en de „Zeeland" derwaarts gaan. In plaats van anti-militairistische zijn het hier dus zuiver militairisti- sche redenen, die tot de overplaatsing hebben geleid. EEN NIEUW ..WILHELMUS". Waarom zouden we niet met een kleine wijziging het Wilhelmus van Vondel zingen? vroeg de „Van Dag tot Dag"-schrijver onlangs in het „Hbld.". Wilhelmina van Nassouwe Ben ik vroom Hollandsch bloed, Mijn vaderland getrouwe Met leven, lijf en goed. Ik wil het vendel sweien Van Holland's fieren leeuw, En mtt Oranje-meien Bedekken wee® en weeuw. 's Lands rechten en vrijheden Ik helpen zal in zwang In geen vereende steden Gewetens felle dwang Of tirannije li jen Ik wensch de goe gemeent En trouwe burgerijen Door liefd' te zien vereend Deze twee coupletten zijn zoo bij zonder krachtig en opwekkend, en hebben geen aanvulling noodig. Slechts in tijden van gevaar, als het geheele volk gewapend 's lands grenzen verdedigt, zou het derde couplet behoeven te weerklinken Schep moed dan, Heeren Staten, Uw veldheer staat bereid, De ruiters en soldaten Weer naar de grenzen leidt. Wat schrikt gij voor of achter, 't Land heeft aan d' een zij duin, Aan d' ander zij den Wachter En Schutsheer van den tuin. WILD RIJDEN. Maandagavond werd in dettx ge meenteraad te Arnhem door den heer Middelkoop geïnterpelleerd over de onveiligheid aan de Apeldoornsche straat en weg, wat betreft het woest rijden mot rijwielen en automobielen. Op last van den burgemeester werd daar nu van Maandagmiddag af een post geplaatst, 't welk ten gevolge had, dat een twaalftal wielrijders dien avond voor het rijden zonder licht, 'twoest rijden, het rijden zon der bel, werd geverbaliseerd. Een der overtreders was weiger achtig om zijn naam op te geven en werd toen verzocht mede te gaan naar het politiebureau. Hij weigerde evenwel een stap te doen, zoodat hij met fiets en al op een handwagen werd gelegd en aldus onder grooten toeloop van volk, naar het bureau werd gebracht. DE NED. BANK STAAT IN DEN WEG. Twee arbeiders staan met elkaar het nieuwe bankbiljet, dat Zaterdag voor het eerst uitgegeven is, te be kijken. De eene tot den gelukkigen bezitter: Mooi voor de propaganda, wat? De G. B. De een Zie maar. Links staat een arbeider, rechts de welvaart- Beiden strekken naar elkaar een arm uit. Maar de arbeider kan niet bij de welvaart komen, omdat de Nederland- sche Bank er tusschen staat. (Historisch). treden en werd het telkenmale ge stoord in de volvoering van zijn pro gram. De toestand toonde eenige over eenkomst met dien in België, na den val van het laatste ministerie-Frère- Orban en zijn vervanging door een kabinet uit de Rechterzijde. Het straatgeweld en Kamerspektakel werd toen een oogenblik zoo groot, dat twee der katholieke ministers tot af treden werden gedwongen. De katho lieke partij week echter niet, en nog altijd heeft zij de teugels van het bewind in handen, hoe onverzoenlijk liberalen en socialisten haar mochten blijven bevechten. En naarmate 1905 nadert zullen de moeil kheden hier te lande toene- andere plaats ook een maaltijd ge houden, maar de kapitein, die bij een bevordei*ing gepasseerd was door den gouverneur, had daar mee ge weigerd een dronk te wijden aan Daendels. Een gedienstige had het overgebriefd aan Daendels en daarop was de uitnoodiging tot den kapitein gekomen om aan zijn tafel te ver schijnen, wat niet geweigerd kon wor- m. Toen nu ook daar de kapitein bleef weigeren, stond Daendels op, haaide een pistool te voorschijn en zei „Met dit pistool zou ik je gedood hebben, als je laf genoeg geweest waart achting voor mij te huichelen. Maar je hebt getoond een man van eer te zijn. Hier is mijn hand, ik be vorder je tot majoor EENE SLACHTING. Men meldt uit Koevorden aan de „Zwolsche Ct." Had voor eenigen tijd te Vlieghuis onder deze gemeente een slachting plaats onder een kudde schapen, waarschijnlijk door roofzuchtige hon den. een soortgelijk geval kwam hier weder voor. Een vijftigtal Drentsche schapen weidde in een stuk land nabij de stad eigendom van de Gebr. Vos. Toen men eens ging zien, was de geheele kudde uit elkander gedre ven. Hier en daar vond men er een terug, maar verscheurd, verdronken of deerlijk gehavend. Slechts elf wa ren ongeschonden. De politie heeft de zaak in han den, maar of zij succès zal hebben, wordt betwijfeld. Uit de Pers. Het „Centrum" wijst op de moei lijkheden die sinds 1901 aan het hui dig Kabinet zijn in den weggelegd: „De spoorwegstaking in het vorige jaar was een gebeurtenis, even ver rassend als overstelpend. Nog nooit had een regeering voor zulk een „heet vuur" gestaan. Maar nog andere bui tensporigheden zou zij hebben te be strijden. Met toenemende heftigheid zette zich de oppositie aan 't werk, en wij beleefden dit jaar het schouwspel van een provincialen stembusaerfjd, wel ke een zeldzaam scherp partij-karak ter droeg. Onomwonden kwam men er voor uit, dat men door middel van deze verkiezingen het ministerie zoo veel mogelijk in zijn arbeid wenschte te belemmeren, misschien wel ten val te brengen. En toen de toeleg mislukte, werden in de Eerste Kamer debatten gevoerd, waarbij de beza digdheid, welke dit lichaam pleegt te kenmerken, te eenenmale ontbrak. De Kamer werd ontbonden en een nieuwe staking was het gevolg ditmaal van leden der Provinciale Staten. Inderdaad wanneer er sprake is van bestrijding, van vinnige hartstochte lijke bestrijding met buitengewone middelen, van moeilijkheden, welke geen vorig kabinet op zijn weg ont moette, dan heeft het ministerie die in ruime mate ondervonden. Op al lerlei wijze bestookt, met parlemen taire en onparlementaire wapenen, moest het voortdurend afwerend op- ;men Na al wat vooraf is gegaan, kan men er staat op maken, dat het vol- 'gend jaar de verkiezingscampagne ,voor de Tweede Kamer een ongemeen heftig karakter dragen zal. De partij drift zal culmineeren in dien strijd, de afkeer van het zoo smalend be sproken Christelijk regeeringsbeleid iin een wilde propaganda zien lucht geven. En hét zal er niet op aanko- imen tot welke schakeering van de Linkerzijde men behoort, wanneer men slechts bereid is front te maken i tegen het Ministerie. Negatief bij uitstek zal de leuze 'zijn. j Men kan het lezen in een artikel, dat het „Handelsblad" wijdde aan de verkiezing te Assen. De vaan der beginselen moet worden opgerold, teg einde zooveel mogelijk manschappen te verzamelen die storm loopen tegen het kabinet. j Alle krachten zoo heet "het «moeten de vrijzinnigen inspannen, '„om het kwaad, dat ons land naar hun inzien bedreigt, zooveel doenlijk te keeren en, reeds in het volgend •jaar bij de aftreding der TweedeKa- j mer, zoovele zetels als maar mogelijk j is te heroveren." j En dan wijst het blad verder op t het artikel, waarin het advies werd igegeven om de vrijzinnige gelederen J vooral te sluitenlater, als eenmaal de „clericalen" waren onder ge- j bracht zou men wel weer over de ge schillen kunne npraten, die de vrij zinnigheid verdeeld houden. „Maar", zegt het Centrum, als dan de verdeeldheid weer gaat spreken, zal men de gevolgen zien." OORLOGSVARIA maken. Er schijnt echter een soort handel gemaakt te worden in het be hulpzaam zijn der deserteurs in hun poging tot ontvluchten. DE HOUDING DER CHINEEZEN. In een interview met den corres pondent van de „Rouskoje Slovo", Verklaarde generaal Koeropatkin, dat de tegenwoordige toestand vol moei lijkheden is, daar alles tot stand g9* bracht moet worden in een vreemd land, waar men met de vijandigheid der Chineezen had af te rekenen. De generaal gaat voort met geduld en hoop aan de troepen te prediken en zegt hun dat de zegepraal der Russen en de verplettering der Japanners geen tijfel lijdt. Uit de laatste inlichtingen van het oorlogstooneel ontvangen, blijkt dat men zeer ongerust is over de bedrij vigheid der Chineezen en vooral die der Tsoengoezen. die zelfs door Ja- pansche officieren zouden aangevoerd worden. De Japanners worden door de Chineezen geholpen in- het herop bouwen van versterkingen en volgens den heer Nemirovitsj Dantchenko zou den deze laatste verklaard hebben, dat zij vurig hoopten Moekden in han den der Japanners te zien vallen. PAS BEGONNEN. Generaal Romanof, vroeger bevel hebber over de 6de Russische divisie, heeft zich in een interview met de Nowosti Dnja wijs en bedachtzaam uitgelaten. De groote oorlog, zei hij, is pas begonnen met Liao-jang. Wij mogen nu een reeks van bloedige ge vechten verwachten en, naar mijn meening, zal de thans komende pe riode van den Russischen opmarach de ingewikkeldste en moeilijkste helft van den veldtocht blijken. De ge neraal erkent verder vrijmoedig dat het bergachtige terrein, hetwelk de Russen bij de verdediging tot dusver van zooveel nut is geweest, dan niet meer Rusland's bondgenoot zal wezen maar integendeel van voordeel voor den vijand zal worden. Hij geeft toe, dat de Japanners tot dusver betrek kelijk gemakkelijk de Russische vleu gels zijn omgetrokken en (Vraagt dan pessimistisch„Hoe zullen wij den yijspi overvleussles m omsingelen met een leger van 300,000 man?" Na tuurlijk gelooft hij in Rusland's zege praal. „maar al winnen wij het, zoo zal de oorlog toch ernstig wezen, aan gezien de vijand zich zeer bekwaam en dapper getoond heeft." JAPANNERS UIT SIBERIë VERJAAGD. ZIEKTE IN HET JAPANSCHE LEGER. Volgens een „Daily Mail"-bericht uit Tsifoe is de beri-beri een ware geesel voor het Japansche leger in Mandsjoerije. De intendatuur is niet in staat afwisseling te brengen in de voeding en verpleging. De ziekte heeft zulke uitbreiding aangenomen, dat bij verschillende gelegenheden de troe- pen zich verzetten tegen een bevel om tot den aanval over te gaan, verkla rende dat zij zóó door de beri-beri ver zwakt waren, dat zij niet met de noo- dige snelheid voortrukken kunnen. De officieren dreigden in zulke geval len de soldaten neder te schieten, waarop de arme kerels zich met moei te voortsleepten. Koloniën. Feuilleton. doorS FRANK FRANKFORT MOORE. Uit het Engelseh. Ons bezoek was een toeval, zei de man, die in de schaduw gebleven was. Een gelukkig toeval, voegde hij er bij, omdat maar, als wij mogen, komen wij morgenochtend terug. U zal dan wel tot de overtuiging komen dat u er niet zoo slecht aan toe is, als 'twel lijkt, denk ik. Mevrouw Archie Browne zal wel veel sympa thie voor u hebben, en haar moeder, mevrouw Innisfail, niet minder. Daar hebben wij juist behoefte aanriep mevrouw La Roache, vol verlangen bijna van haar stoel sprin gend. Een vrouw een beschaafde vrouw. Zij zal ons begrijpen. Ik geloof, dat u daarop kan ver trouwen, zei dezelfde man. Er mogen vreemde dingen gebeu ren in Ierland, maar er zijn vrou wen. Maar nu mogen wij niet lan ger blijven. Wij worden onbeleefd Goede nacht. Hij had zich al omgekeerd en ver dween in de hal. - Ja, wij moeten heengaan, zei de ander. Wij hebben u al te laug ge hinderd. Goede nacht. - We zijn zoo blij, dat u gekomen is. Alles scheen zoo hopeloos zoo geheimzinnig. U weet nu, dat wij be hoefte hebben aan hulp. Goede nacht, zei Claire. - Het is niet de moeite waard om over te spreken. Probeer nog een paar uurtjes te slapen, zei nij. Hij greep naar de deur. Maar als u heengaat, als be gon mevrouw La Roache. Claire legde haar hand op haar moeder's arm, om haar tegen te ouden en de man sloot zachtjes de deur. Het geluid van voetstappen klonk hol door de hal. Wat een verlichtingzei Claire. Ik heb een gevoel, alsof al onze zor gen voorbij zijn. Wat een rust, dat ter gelegener tijd die beide heeren kwamen, nu wij geen raad meer wis ten. Er is mij een pak van 't hart ge nomen. Hij beloofde, dat wij een vrouw zouden ontmoeten, zeide haar moeder. Vier-en-twintig jaar lang was rij getrouwd geweest. HOOFDSTUK IV. Zij probeérden niet dadelijk weer te gaan slapen. De moeder keek haar EEN MAN VAN EER. Men verhaalt het volgende van den gouverneur-generaal Daendels, tijdens wiens bestuur de bekende postweg over Java tot stand kwam en wiens onverzettelijke wil haast spreekwoor delijk is geworden. Op zekeren dag waren aan een maaltijd nevens Daendels een aantal officieren aangezeten. De adjudant van Daendels drinkt diens gezondheid en onmiddellijk staan allen op en drinken zijn gezondheid, behalve een leapitein, die, hoe men ook zijdelings poogt hem mee te doen opstaan, blijft zitten. Wat was het geval? Eenige dagen geleden was op een Men seint uit Eydtkunnen, op de Russisch-Duitsche grens, dat 700 Ja- panners, onder wie 99 vrouwen en 241 j xt kinderen, hier zijn aangekomen uit'^-Z-A UeRieilgU NlCUWS Siberië, van waar zij ten gevolge van den oorlog, verjaagd werden. De Japansche consul te Bremen is naar de Poolsche grens vertrokken om de Japanners te ontvangen. Den llen komen er nog 115 andere aan. Allen zullen zich den 20en October te Breinen op het stoomschip „Wille- had" inschepen voor Japan. VROUWELIJKE VERKENNER. dochter aan, en de dochter haar moeder. - Ik wou, dat ik je toegestaan had een van die belachelijke kaarsen uit te blazen, zei de oudste der beide dames. Wat zagen wij er slordig uit maar wat doet het er toe. zeide de jongste. Ik heb altijd gelachen ;n een tooneelstuk om het jonge meisje, dat sympathie verwacht voor haar rampzaligen toestand, terwijl heur haar keurig netjes is opgemaakt. Je bedoelt dat Haar moeder begreep er niets van. Zij vond haar dochter onvriendelijk. Op zichzelf vond zij het al een wreed heid van haar te verwachten, dat zij een raadsel zou oplossen op een mo ment, dat zij zich voelde als iemand, die pas ontwaakt is uit een vreemden droom. Je bedoelt dat maar wij we ten immers niet, wie zij zijn. Zij noemden hun namen niet. Waarom kwamen zij hier? Wie zijn zij? Wat zullen zij doen Zij noemden twee namen de namen van vrouwen, en dus is alles in orde, zei Claire lachend. Ik zag uw gelaat ophelderen bij het hooren van die vrouwennamen. Maar ik dacht, wat moeten wij aantrekken en waar moeten wij dat doen. Natuurlijk dacht ik daar ook over, zei haar moeder. Zullen wij een toilet aantrekken, passende bij deze ruïne of één, dat er mee in strijd is We passen nu op 't oogenblik volkomen bij de ruïne, waarin men ons gevonden heeft, zei Claire. Ja. zelfs tot ons kapsel toe. Toen hij ons zag die eene die het meest sprak weet ik zeker dat zijn eerste" ge dachte was „Zeker niet veel bijzon ders Daarom stem ik zonder be denken voor een toilet in contrast met de omgeving. Ik geloof, dat je gelijk hebt, lie ve, ofschoon het andere toilet schil derachtiger zou zijn. Maar Engelsche dames begrijpen nooit veel van de taal van het toilet in haar verschil lende nuances. Maar zij koopen haar costumes in Parijs, zei Claire. -— Hoe denk je over je crème serge japon merkte haar moeder op. Hoe zal ik haar aantrekken vroeg Claire, nadenkend in het vuur kijkend. Dat zal nog wel gaan. Ik heb een nog te gebruiken spiegel gezien in de slaapkamer, zei haar moeder geruststellend. Och, hoe dwaas zijn wij toch te babbelen over de nuances van ons toilet, terwijl wij voorloopig de groot ste behoefte hebben aan water en zeep! zei Claire. O, moeder, waar zul len wij dat vandaan halen Maar haar zorg was overbodig. RUSSISCHE DESERTEURS. Uit Bukarest wordt geschreven aan de „Frankf. Ztg.", dat dagelijks Rus sische deserteurs door de Rumeen- sche autoriteiten opgevangen worden. Deze ongelukkigen zijn zonder midde len van bestaan. Op de vraag waar om zij de gelederen ontvluchtten, wordt geantwoord dat de oorlog hoogst onpopulair is, terwijl het de ergernis wekt dat staande troepen j vreedzaam in het land blijven, ter- wijl de reservisten, familie-vaders en 1 oudere lieden, naar het verre oor- i logsterrein gezonden worden. Onder de vluchtelingen was ook een luitenant, die verklaarde een slacht offer te zijn van zijn politieke in zichten. Deze deserteurs vertellen ont zettende verhalen over den nood en de ellende. De Rumeensche regeering heeft de grenswacht versterkt om den deser- teurs het overloopen onmogelijk te vóór stroomend water gehoord oven dat het rijtuig stil stond. Zij gingen weer liggen op baar stoelen en binnen vijf minuten waren zij beiden in een vasten slaap. Zij maakten zich over niets meer bezorgd, 1 dat was duidelijk. Zij ontwaakten vroeg in den mor-' gen. heerlijk opgefrischt. Claire zag. juist een donker-oogig meisje opbloo-j te voeten een kan melk door de hal1 dragen. Het kink keek haar aan. Nil haar vol verbazing met open mond aangestaard te hebben, vertelde zij. dat zij Eiley O'Leary was, en dat zii Mr. Sullivan lederen dag melk en brood bracht spek vertrouwde li ij haar niet toe. Neen, Mr. Sullivan dronk nooit thee, maar haar moeder wel, en er waren twee theepotten in huis. Hun hut stond een paar passen j verder en haar moeder zou zeker r graag een kopje thee voor de juffrouw klaar maken. O ja, er was een kom en kan in de hut, maar de kan was geleend door Mrs. Hurnhy en niet door haar teruggebracht, maar de kom was er vast en zeker, omdat haar moeder het meel voor het brood daarin kneedde. Claire meende, dat zij nooit meer zoo'n lief en verstandig kind gezien had. Zij ging met haar mee en onï dekte dat de hut van de familie O'Lea Tr - w - - ry geen halve mijl verder aan den Haar moeder had zeep in haai*; heuvelkant lag toilettasch. en zij had het geluid vanEen aardappelveld was er naast, en De correspondent van de Daily; Graphic heeft een aardige ontmoeting gehad met een vrouwelijke Russische I verkenner. Een fotografie van de •moderne „amazone" zond hij aan j zijn blad. De ontmoeting schetst hij als volgt „Bij het raam staat een zeldzaam klein mannetje, glad, lenig, baarde loos en kroesharig. Als hij niet een revolver had en officiers-uniform met berenmuts droeg, zou ik hem zonder tw fel voor een vrouw gehouden heb ben. Mijn buurman lachte om deze opmerking en vroeg mij, of ik voor gesteld wilde worden. „Alexander Iwanovitsch, mag ik de j vrijheid hebben u voor te stellen?"De naam klinkt mannelijk genoeg, maar ik raag worden als het officiertje j geen vrouw is. Wij raken aan het praten, en al spoedig wordt mijn ver- moeden als juist erkend, 1 Alexander Iwanovitsch is een Sibe rische studente, die de Oostersche ta len volkomen machtig is. Reeds tij- een geit knabbelde aan de reeds zeer afgeknabbelde blaren van een groepje struiken. Mrs. O'Leary was een zeer moeder lijke vrouw, die haar handen van schrik ton hemel hief. toen Claire haar verhaal deed. Heb je ooit meer zoo iets ge hoord riep zij uit. Och. die arme idiote oude heer! Hoe zou li ij weten, wat dames noodig hebben? Maar hij kan er niets aan doen! Hij is al twintig jaar lang krankzinnig, om dat hij alleen in 'tKasteel verblijf houdt en niemand naar hem omziet. Heusch, als ik niet dagelijks Eiley zond met hrood en melk en driemaal per week een stukje boter, dan zou de arme man gestorven zijn van den honger. Zoo sprak de goede vrouw ver der. terwijl zij bezig was het vuur onder den waterketel op te stoken. Haar man hield van een kop thee. als hij straks thuis kwam. - Wat had de juffrouw liever ster ke of slappe thee? Claire dronk eem kopje van de Keurigste thee. die zij ooit geproefd had. en voelde zich zeer vcrfrisclit. hi ley had gelijk gehad, een wasch- kom was aanwezig, zij werd schoon gemaakt en met water gevuld. Claire waschte zich en voelde zich daarna eon ander mensch. Mrs. O'Leary wist vee! meer van het Kasteel dan Claireen zij ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5