Binnenland
HOFBERICHTEN.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder
zal den 17en dezer vertrekken naar
Arolsea. om aldaar een tiental dagen
te vertoeven, van daar naar König in
het Odenwaldongeveer midden No
vember hoopt H. M. in het lancl terug
te zijn.
Hare Majesteit zal vergezeld wor
den door jonkvrouw van do Poll. hof
dame, en door jonkheer A. G. Schim-
melpenninck, thesaurier kamerheer.
HET VREDESPALEIS.
Een medewerker van een Ameri-
kaansch blad, de lthaca Daily News,
heeft een onderhoud gehad met An-
drewr D. White, indertijd leider van
de Amerikaansche gedelegeerden ter
vredesconferentie in den Haag. Het
gesprek liep over het plan tot bijeen
roeping eener nieuwe conferentie
(White verwachtte geen heil daarvan
voordat de oorlog uit was) en ook
over Carnegie's gift.
Als Carnegie's voornemen ten uit
voer wordt gelegd, zoo zeide White,
zal een dergelijk gebouw van belang
zijn voor de geheele wereld, niet en
kel om het gebruik dat ervan ge
maakt wordt, maar vooral als een
symbool dat tot de natiën spreken zal
van het groote beginsel. Ook al maak.
ten de regeeringen geen gebruik er
van, dan zouden de open deuren van
den vredestempel een welsprekend be
roep doen op de volkeren.
En een nieuwe vredesconferentie
zou, naar White's oordeel, een goede
gelegenheid zijn om de tegenwoordi
ge Nederlandsche regeering haar
plicht in te scherpen. „Het is zeker
dat als de regeering die tijdens de
Haagsche conferentie aan 't bewind
was, zoo liberaal en breed van opvat
tingen, nog bestond, er voor dit in
ternationale paleis van justitie al
lang een plaats gevonden zou zijn,
dat men reeds bezig zou zijn met het
optrekken van de muren.
„Hoe de tegenwoordige Nederland
sche regeering haar tactiek van tal
men en weifelen denkt overeen te
brengen met haar plicht tegenover het
land, is moeilijk te vatten. Mijn per
soonlijke meening is, dat als het flin
ke Nederlandsche volk, met zijn kalm
gezond verstand, inziet welk een scha
de dit ministerie berokkent door zulk
talmen, het wel in verzet zal komen."
White spreekt de hoop uit, dat de
Nederlanders deze houding van hun
regeering niet langer zullen dulden,
hun land heeft immers een groote
onderscheiding genoten, en men be
gint zich hier en daar reeds af te
vragen of er misschien iets achter
steektof die laksheid niet wordt te
weeggebracht door invloeden die het
beginsel der scheidsrechtelijke beslis
sing tegenwerken
DE OVERIJSELSCHE QUAESTIE.
In de Overijselsche quaestïe komt
een nieuw stadium. De heer J. Ho
ven, die onlangs het bekende ultima
tum stelde, heeft gisteren bedankt als
lid van de Prov. Staten van Overijsel.
Door Ged. Staten van Overijsel is
bepaald, dat de verkiezing in de va
cature Hoven zal plaats hebben op 24
October a. s. en de stemming en her
stemming op 31 October en 7 Novem
ber daaraanvolgende.
Wanneer het een beetje gewoon
gaat, komt er te Zwolle een herstem
ming en is bij de najaarsvergadering
de zetel van Hoven nog vacant. En
wanneer dan in dien tusschentijd het
Kon. besluit tot het kiezen van leden
voor de Eerste Kamer gekomen is.
'T OUDE LOO.
Men schrijft ons
Bij het opgraven van de grachten
om het ridderslot ,,'tOude Loo" in
het Koninklijk Park, zijn twee oude
steenen fonteinen, oogenschijnlijk nog
in zeer goeden staat, voor den dag
gekomen. Deze fonteinen liggen
hetgeen wel eigenaardig is nog
geen meter van elkander af.
Ven-der is nog opgegraven de hou
ten fundeering van de valbrug 1
geheele lengtehet hout bevindt zich
in tamelijk goeden staat.
Omtrent de onderaardsche gang,
die zou loopen van het Oude Loo naar
het kasteel „De Canneburgh" te Vaas-
sen (twee uur afstands), verkeert men
nog in hét onzekere.
Te Apeldoorn loopt echter het ge
rucht,-dat de gang reeds is gevon
den, maar men de zaak voorioopig
nog geheim wil houden.
Blijkt dit inderdaad zoo. dan is een
middeleeuwse!) reuzenwerk, ontdekt,
daar de gang in dit geval ontzaglijk
diep moet zijn gegraven en ook zóó
zijn gebouwd, dat het in die streken
overvloedige water er niet binnen kon
dringen, Bht eertijds nog jong ge
boomte, dat thans na eeuwen reus
achtige wortels heeft verkregen, kon
zich om de muren van het onder-
grondsche werk hebben geslingerd
waardoor het tevens voor ondergang
zou zijn behoed.
Zekerheid omtrent dit alles is ech
ter nog niet verkregen.
(„Tel.")
BEVORDERING DER
WETENSCHAP.
In eene onlangs te 's-Gravenhage
gehouden bijeenkomst werd besloten
tot de oprichting eener Vereeniging
tot het bevorderen van de beoefening
der wetenschap onder de katholieken
in Nederland. Blijkens de in diezelfde
bijeenkomst vastgestelde statuten, zal
de vereeniging dit doel trachten te
bereiken door het houden van verga
deringen, en door te bevorderen en
te ondersteunen het uitgeven van ge
schriften, het optreden in wetenschap
pelijke leringen, en in 't algemeen
den wetenschappelijken arbeid van
katholieke geleerden in Nederland.
De vereeniging bestaat uit vier afdeo-
lingen, zich aansluitende aan vier fa
culteiten onzer universiteiten, met
name de rechtsgeleerde, de genees
kundige, de wis- en natuurkundige
en de letterkundige afdeeling.
Als lid worden in 't algemeen
slechts toegelaten zij, die een docto
ralen graad aan eene Nederlandsche
universiteit hebben verkregen of een
daarmede op ééne lijn staand exa
men hebben afgelegd. De vereeni
ging draagt geenszins 'n apologetisch
karakter, zooals de onlangs opgerich
te vereeniging Petrus Canïsius, even
min beoogt zij concurrentie aan te
doen aan de reeds bestaande neu
trale wetenschappelijke vakvereni
gingen zij heeft slechts ten doel, de
aaneensluiting te bevorderen en meer
wetenschappelijk leven op te wekken
onder die katholieken, welke blijkens
hunne volbrachte studiën aangewe
zen zijn, het wetenschappelijk peil
onder de katholieken hoog te hou
den.
Tot de eerste jaarvergadering in
Mei 1905 werden als leden van het
bestuur der vereeniging gekozen dr.
C. H. H. Spronck, hoogleeraar te
Utrecht, voorzitter mr. dr. A. A. H.
Struycken, advocaat, te 's-Gravenha
ge, secretarismr. dr. D. Kooien, lid
van den centralen raad van bea-oep,
te Utrecht, penningmeestermr. A.
P. L. Nelissen, raadsheer in den
Hoogen Raad, te 's-Gravenhage (te
vens voorzitter der rechtsgeleerde af
deeling) dr. P. M. J. Woltering,
hoofdinspecteur van de volksgezond
heid, te 's-Hertogenbosch (tevens
voorzitter der geneeskundige afdee
ling) dr. G. J. van Swaay, hoog
leeraar aan de Polytechnische
School te Delft (tevens voorzitter der
wis- en natuurkundige afdeeling), en
dr. L. J. W. Smit, rector aan het
gymnasium te 's-Hertogenbosch (te
vens voorzitter der letterkundige af
deeling).
DE STORM.
De zee heeft Donderdag' weer vele
offers geëischt.
Uit IJmuiden wordt gemeld, dat
daar aan de kust vier visschersscliiu-
ten met man en muis zijn vergaar».
..Binnen de pieren is een botter ver
gaan, de Enkhuizér botter 12, schip
per Havelaarvoorts zijn dicht bij de
pieren nog 'twee andere vischbotters
verongelukt, waarvan de' namen on
bekend zijn, en dan is er wrakhout
aangespoeld van de blazerschuit M
A 124.
Geen twijfel, of de beide opvaren
den van dit vaartuig, Cornelis de
Vries en Klaas Prins, beiden gehuwd,
zijn in de golven, omgekomen.
Eerstgenoemde iaat cené vrouw en
drie kinderen, een bij hem inwonen-
den weesjongen en een ouden vader
onverzorgd achter. Het jongste van
de kinderen is slechts drie weken
oud.
Men is hier ze ar onder den indruk
van deze noodlottige gevolgen van
den storm, te meer, omdat men voor
verlies van nog meer menschenlevens
vreest, wijl er nog een talrijke vis-
schersvloot op zee is. De visschers
toch zijn in zekeren zin door den
plotseling opgekomen storm overval
len anders zouden ze wel eerder een
veilige haven opgezocht hebben. Dat
hier tot dusver zoo weinig visschers-
schepen zijn binnengevallen, moet
toegeschreven worclen aan de om
standigheid, dat er in den afgeloopen
nacht buitengaats een zware mist
hing, waardoor het lang niet gemak
kelijk was, de vuren te zien. Zoo is
het begrijpelijk, dat velen de haven
zijn voorbij gevaren.
Waar velen zich hier over verwon
deren. is het, feit, dat door de red
dingsboot zelfs geen enkele poging 'S
aangewend, om dc in nood verke^r- n-
de arme visschers te redden. Toen ;le
Enkhuizér botter 12 als het ware .n
den mond van de haven was ver
gaan, kon men verdachten, dat meer
visschersvaartuigèn, na den geheelen
nacht tegen wind én golven gekampt
te hebben, zouden trachten bier bin
nen te loopen, e"n bij de felle bran
ding op den stroom langs, de kust is
dit voor de kleine open scheepjes
lang niet gemakkelijk. Een der bot
ters, van de zuid komende, sloeg plot
seling om, toen het zeil werd omge
zet, om de haven binnen te zeilen.
Het ongeluk werd door vele visschers
en zeelieden aan de haven gezien.
Het was hartverscheurend, die kloeke
mannen, terwijl het behoud zoo nat ij
was, in de golven te zien omkomen.
Ware de reddingsboot in de buurt
geweest, misschien bad nog de be
manning, of een deel daarvan. ge-P'l
kunnen worden.
De stoomtrawler Heemskerk", die
bij de Noorderpier een botter zag
vergaan, zag nog een man drijvend
bezig, een deel van zijn bovenklea
ding uit' te trekken, om zoc mogelijk
zijn leven te redden.
De reddingsboot, die wij hier heb
ben, is van de nieuwste constructie
slaat zij om. dan rijst zij weer van
zelf overeindwaarvoor hebben wij
die boot hier, als zij bij zulk nood
weer zelfs niet in zee wordt gelaten'?
Den ganschen dag stond een troep
menschen nabij den ingang der ha
ven, bij de semaphore, velen om naai
de woeste zee te zien, de wit gekuifde
golven te zien aanrollen, beukend te
gen de pieren eta den golfbreker,
waartegen zij opstijgerden. hun wol
ken schuim hoog doende opspatten.
Onze zeebonken echter hadden geen
oog voor het indrukwekkende natuur
tafereel, maar tuurden met bezorgde
blikken over de wijde zée, of er nog
niet een zeil in zicht kwam.
Om kwart voor zes ongeveer kwam
de botter TJrk 293 de haven binnen.
1-Iet had weinig gescheeld of zij was
tegen de pier geslagenfokkeschoot
en giek waren gebroken. Zij was
reeds te laag afgedreven en ervaren
zeelieden noemden bet een wonder,
dat zij nog behouden is binnengeko
men. Ware zij inderdaad tegen de
(pier geslagen, er waren drie men
schenlevens meer vetrloren gegaan.
De loodsboot is des namiddags bin
nengekomen met ingeslagen brug.
Bij Zandvoort zat gisteren één vis
schersvaartuig op het strand, bij Eg-
mond was dit het geval met twee
visschersvaartuigèn.
Bij Maassluis is de bom SCH 93,
ter hoogte van de exnortslachterij
der firma Hudig en Pieters, na in
aanvaring te zijn geweest, gezon
ken.
De bemanning wist zich te redden.
Volgens te Amsterdam ontvangen
bericht zijn Donderdagochtend, ten
gevolge van den hevigen wind,, voor
Nieuwe diep drie botters omgeslagen
en met man en muis vergaan.
Bij de Zuidcrhaaksboei is de bótter
H 1, schipper Will ems, omgeslagen,
waarbij de opvarenden verdronken.
Nabij Falga strandden twee visch-
scbuiten de H39 en UK94. Van bei
de vaartuigen werd liet volk-gered.
Ter hoogte van Callantsoog is een
onbekend visschersvaartuig omgesla
gen. Omtrent dit schip ontbreken na
dere bijzonderheden.
Donderdag woei van het stormsig
naaltoestel bij den vuurtoren te Sche-
veningen de zwarte vlag, teeken van
feilen storm.
Minder woest en onstuimig dan wel
kokend en schuimend rolden dehoo-
ge baren, tot den gezichtseinder witte
koppen uitstekende, naar het strand
aan. Het belangwekkendste oogenblik
was Donderdagmiddag toen de vloed
op zijn hoogste was en de ziedende
golven tegen den strandmuur schuim-
spattend uiteensloegen.
Velen kwamen uit de stad om het
grootsche natuurtafereel te aanschou
wen, trotseerende den zandopstuiven-
den westenwind.
De Pier, van waar men, eenmaal
de rotonde bereikt, vrijstond, werd
druk bezocht.
STROOPENDE ONBEZ. RIJKS
VELDWACHTERS.
Geeu geringe sensatie, schrijft de
Zutph. Ct., verwekt onder de vele ja
gers in de buurt het volgende voor
val
„ln den afgeloopen nacht warende
marechaussees Gerrits en Verbeke,
van. de brigade Ruurlo, op jacht-sur-
veillance onder Borculo, en bemerk
ten omstreeks half 12 drie personen,
twee stroopende met behulp van een
lichtbak en geweer, terwijl eenderde
het wild droeg.'De marechaussees be
kropen de stroopers tot op korten af
stand en vielen toen twee van hen
aan. De derde nam dadelijk de
vlucht.
De Stroop,er, die door marechaus
see Gerrits werd besprongen, keerde
zich tegen zijn aanvaller met bet
jachtgeweer, doch Gerrits was hem
voor en loste een schot uit zijn re
volver, den strooper tegelijkertijd grij
pende. Het bleek toen, dat de stroo
per... jachtopziener en onbezoldigd
rijksveldwachter was. Het schot van
den marechaussee had hem in den
arm getroffen.
De marechaussee Verbeke had in-
tusschen den anderen strooper gevat,
die eveneens onbezoldigd rijksveld
wachter bleek te zijn.
Het is te begrijpen, dat dit voorval
veel opzien baart, te meer, omdat het
stroopen met den lichtbak in die om
geving reeds meermalen was waar
genomen, zonder dat men er achter
kon komen, wie de daders waren.
Door het constateeren van dit geval
laat zich het niet-snappen der stroo
pers begrijpen."
EEN PROEFPREEK.
Te L., (een Groninger dorpje), zou
een predikant worden beroepen. Een
zou er een proefpreek hóuden, en een
paar gemeentenaren waren naar den
trein gegaan, om hem af te halen.
Men kwam echter te vroeg, en spande
uit in het stationskoffiehuis. In de
gelagkamer aldaar zat een heer aan
een broodje. Ons gezelschap nam
eveneens plaats, en praatte er lustig
op los. De dominee kreeg ook een
beurt, speciaal zijn particulier leven,
waarover men zich niet al te gunstig
uitliet.
De trein kwam, maar met dezen
geen predikant. Het gezelschap kwam
weer in het koffiehuis, en toen zij
hun misnoegen er over uitspraken,
dat dominee hen zoo'n vergeefsche
reis had laten doen, stond de etende
gast op, en zei, of ze misschien hem
moesten afhalenhij was predikant,
en moest te L. preeken, maar hij was
een trein eerder gekomen, dan hij
aanvankelijk had gedacht. Men stapte
in, de dominee werd later beroepen,
maar bedankte.
(Vad.)
VERMOORD.
't Was in den stillen nacht van
Maandag op Dinsdag dat de rijks
veldwachter van Haarlemmermeer,
Eisinga, zijn lantaarn met carbid en
water vulde, aanstak en op zijn fiets
zette, waarop hij even later ook zich
zelf plaatste om, vóórgelicht door den
hellen lichtbundel, den donkeren weg
naar Sloten op te fietsen.
Nadat hij eenigen tijd gereden had,
viel zijn lichtbundel opeens op eem
met bloed bevlekten zak. „Bloed",
dacht de rijksveldwachter, „en dat
in een zak". Hij sprong van zijn rij
wiel, greep den zak en ontdekte dat
er een man mee liep. Hij greep nu
den man vast en vroeg
Wat zit er in dien zak?
Ik ben een eerlijk man, stotterde
de zakdrager.
Maar hoe komt 't, dat er bloed uit
den zak druppelt, vroeg de politie
man.
Ik beu een eerlijk man, herhaal
de de zakdrager.
De rijksveldwachter vond dat de
zaak geheimzinnig begon te worden
en hij nam den zakdrager mee naar
zijn woning in de „Meer".
Laat nu eens zien, geef eens op.
De zakdrager gaf zijn zak over en
de veldwachter haalde ze er uit.
Zeven zei hij somber en
alle zeven de bals afgesneden.
Alle zeven, bevestigde de zak
drager bevend.
En met hun goedige, verglaasde
oogen keken ze alle zeven den zak
drager aan en er lag als een gruw
baar verwijt in die oogen tegen den
moordenaar. Een verwijt om nooit te
vergeten.
Man ga zitten, want je staat te
trillen op je beenen1 zei de veld
wachter hier, drink 'n kopje koffie
en eet wat."
De veldwachter schonk koffie en
smeerde 'n boterham en de zakdra
ger at en dronk en bekwam wat.
En vertel me nu 'ns vanwaar ze
zijn, zei de veldwachter.
Nou, laat 'k dan maar zeggen,
'k zie da'k met 'n vriendelijk mensch
te doen heb, ze zijn van boer Pieter,
antwoordde de koffiedrinker.
Weet je wat zei de veldwach
ter nu en haalde iets uit zijn broek
zak laat ik je dan zoolang deze
dingen aan je handen do'en en ga
dan met me mee en wijs me precies
waar je ze weggehaald hebt.
De zakdrager dronk zijn kommetje
koffie uit, kreeg kettinkjes om de
polsen en volgde den veldwachter
naar de boerderij van boer Pieter, te
Sloten. Daar wees hij 't hok, waar
ze in gezeten hadden.
Boer Pieter werd opgeklopt. Hij
verscheen in zijn onder-pantalon.
Hoeveel heb je er? vroeg de veld
wachter.
Zeven, verklaarde de boer.
En hij ging naar 't hok, waarin
zijn zeven lievelingen hadden gezeten
en dat nu leeg was.
Alle zeven wegriep hij ait in
vertwijfeling.
Alle zeven gekeeld, zei de veld
wachter.
Ja, alle zeven, zuchtte de zak-
man, die nü achter slot en grendel
zit en wegens diefstal van konijnen
terecht moet staan. (Tel.)
GELUKKIGEN.
De prijs van f 100.000 der 376ste
Staatsloterij is gevallen op No. 1637.
Dit lot is in zijn geheel geplaatst dooi
den heer A. Smits, collecteur van de
Staatsloterij te Roermond, en voor
het grootste gedeelte) in Roermond.
Naar de ,,L. K." vernoemt, behoo-
ren o. m. tot de gelukkigen de ge
vangenbewaarders te Roermond, die
3 twintïgsten te verdeden krijgen.
Een tiende is ten deel gevallen ai
de politiebeambton te Venlo en be
nevens een tiende aan eenige spoor
wegambtenaren aldaar.
„De Nieuwe Courant" meldt
Konden wij verleden jaar zomer
melden, dat een deel van het zetter.s-
personeel van ,De Nieuwe Courant"
het gelukje had, dat op een vijfde
lot in de Ned. Staatsloterij de laatste
hooge prijs met premie van f 30.000
was gevallen, dit jaar is hun hetzelf
de buitenkansje te beurt gevallen.
BETERENDE.
De schoenmaker D., te 's-Hertogen
bosch. wiens leven dezer dagen in
groot gevaar werd gebracht toen hij
door een revolverschot werd getrof
fen, dat door den onbezoldigden rijks
veldwachter Van den Bogaart werd
gelost, zal zeer waarschijnlijk en bo
ven verwachting het leven er afbren
gen. Zijn broeder, de sigarenmaker,
die bij dezelfde gelegenheid ook een
schot opliep, maar in het been werd
geraakt, zal weldra, het gasthuis kun
nen verlaten.
Van den Bogaart bevindt zich nog
altijd in voorloopige hechtenis.
EEN MOOIE GIFT.
Aan den Volksbond, Vereeniging te
gen Drankmisbruik, is door een be
langstellend vriend uit Baarn een
som geschonken van vijf duizend gul
den.
Deze gift zal den Bond, aan wiens
werkkracht juist thans in zijn perio
de van snel en gestadig toenemenden
bloei zoo hooge eischen worden ge
steld, tot veel en belangrijk werk in
staat stellen.
DE HOGERHUIS-ZAAK.
Mr. J. W. Spin heeft een adres tot
invrijbeidsstelling Wiebren Ho
gerhuis aan H. M. de Koningin in
gediend.
BRANDEN.
Te Hulst is brand ontstaan in de
schuur van den landbouwer Van
Bunden. De schuur en stallen werden
een prooi der vlammen, terwijl een
paard en 4 stuks hoornvee in de
vlammen omkwamen. Alles was
slechts laag verzekerd.
Te Dordrecht zijn in de woning des
heeren J. C. Kloppert, in de Groote
Spuistraat, door het in brand gera
ken van eenige kleedingstukken een
portaal en zolder uitgebrand. De be
woner vluchtte door een raam, doch
moest zich aan een kozijn vastklam
pen om niet naar beneden te storten.
Het duurde betrekkelijk lang eer de
heer K. uit deze gevaarlijke positie
werd gered. Verzekering dekt de
schade.
Te Nijmegen brandde in de Groote
straat het benedengedeelte van het
woonhuis van den slager Martens
uit. De geheele inboedel werd een
prooi der vlammen de aangrenzen
de perceelen beliepen waterschade.
Een en ander was verzekerd.
Te Winschoten is Woensdag het
manufactuurmagazijn van de firma
Albering geheel uitgebrand, doordat
een lucifer achteloos werd wegge
worpen. De schade wordt door verze
kering gedekt.
ONGELUKKEN.
Te Slagharen, gem. Ambt-Harden-
berg Ov.), gingen twed meisjes naai
de duintjes aldaar, om zand te gra
ven. Terwijl ze daarmede bezig wa
ren, viel het zand naar beneden en
werd een der meisjes geheel daaron-|
der bedolven, zoodanig, dat niet te
zien was op welke plek zij verdwenen
was.
Het andere meisje liep naar het
naastbijzijnde huis om hulp te vra
gen; een oude vrouw, die daar woon
de, ging met haar mede, doch kon
niet veel uitrichten. Gelukkig kwa
men nu een paar arbeiders voorbij,
die een schop bij zich hadden. Op de
onduidelijke aanwijzingen van het
angstige meisje, begon een van hen
te graven, en weldra stootte hij op
iets. Nu werd, voorzichtig het zand
weggenomen en het bedolven meisje
werd er uitgehaald. Zij was geheel
bewusteloos, doch werd gelukkig weer
tot bewustzijn gebracht ën heeft nu
van het ernstig ongeluk geen ander
letsel bekomen dan een schram aan
het hoofd en een wond aan liet ooi-
door de spade, welke langs het hoofd
was gegleden.
Landbouw en Veeteelt
LANDBOUWPARAGRAAF.
Thans is verschenen de landbouw-
paragraaf in het werkprogram van
den Vrijzinnig-democratischen Bond,
met toelichting.
Blijkens het voorwoord van het be
stuur nam de Vrijzinnig-democrati
sche Bond bij de vaststelling van zijn
werkprogram op 11 Januari 1902 daar
in voorioopig ook een en ander op,
betrekking hebbende op den land
bouw. Doch dit geschiedde met de
uitdrukkelijke verklaring, daarop na
der terug te willen komen, nadat het
bestuur een hiertoe strekkend voor
stel zou hebben voorbereid of door
eene commissie doen voorbereiden.
Aan dit laatste de voorkeur gevend,
ten einde de voorlichting van deskun
digen te erlangen, noodigde het be
stuur voor het lidmaatschap van de
bedoelde commissie uit en vond bet
tot aanvaarding ervan bereid de hee
ren J. Boer Hzn. te Utrecht, H. D.
Ebbens te Nieuw-Beerta, mr. E. Fok
ker te Utrecht, P. Hofstra te Wijnal-
dum, Z. Middelkoop te Leeuwarden,
C. Nobel te Schagen, A. Rauwerda te
Leeuwarden. U. G. Schilthuis Jzn. te
Groningen en J. Welleman te Krab-
bèndijke.
Als vrucht van hun arbeid kon een
ontwerp landbouw-paragraaf met toe
lichting in November 1903 aan de lo
den van den Bond worden aangebo
den, welk ontwerp na eenige aanvul
ling en gëringe wijziging door de al-
gemeene vergadering van 28 Mei j.l.
in het werkprogram van den Bond
werd opgenomen.
Hetgeen thans wordt voorgelegd,
bestaat alsnu uitlo. de landbouw-
paragraaf van den Vrijzinnig-demo
cratischen Bond. zooals zij op ge
noemde algemeene vergadering werd
vastgesteld 2o:' de toelichting van de
hand der commissie3o. een aanvul
ling der toelichting, behoorende bij
h,étgeen door de algemeene vergade
ring aan het ontwerp-paragraaf werd
toegevoegd.
Aan het slot van zijn voorwoord be
tuigt het bestuur aan de commissie,
in het bijzonder aan haren rappor
teur, den heer Boer, warmen dank
voor den belangrijken arbeid, dien zij,
ten bate van het landbouwvraagstuk,
voor den Bond heeft willen verrich
ten.
Kerk en School
ACADEMISCHE EXAMENS.
Aan de universiteit te Leiden zijn
tot heden door den rector magnificus
voor de eerste' maal ingeschreven 173
nieuwe studenten, verdeeld als volgt
Rechten 61, Rechten en Letteren 24.
Geneeskunde 32, Wis- en Natuurkun
de 24, Letteren en Wijsbegeerte) 19,
en in Godgeleerdheid 13 studenten.
Aan de universiteit te Amsterdam
is afgelegd, het propaedeutisch me
disch examen door den heer P. G. F.
H. M. A. Ven-mast en het theoretisch
geneeskundig examen door de hee
ren E. S. Frank, C. Bakker en F. H.
van der Kwast.
Bevorderd tot doctor in de rechts
wetenschap, op stellingen, de Heer
H. J. Boelen, geb. te Amsterdam.
Sport en Wedstrijden
BOKSEN.
Te New-Durham, in den Ameri-
kaarischen staat New-Jersey, hééft
ee« bolcspartij -tusschen twee ar.-a-
teurs een noodlottigen afloop gehad.
Een der boksers zeeg dood* neer,
dadelijk nadat hij een stoot tegen de
borst had gekregen.
WIELERNIEUWS.
Op de baan van Neuilly bij Parijs
lieeft Rene Pottier het amateurs-uiir-
record van de wereld en het Fransch
algemeen record zonder gangmaking
verbeterd en dit op 40 kilom. 340 me
ter gebracht, onder controle van de
V. F!" In het eerste half uur reed
hij 20 kilom.' 190 m.
Nimrod.
Op Zondag 23 Optober zal op de
banen van de Koninklijke Jachtyer-
eèrnging „Nimrod" aan den Zijlweg
te Haarlem den eindwedstrijd voor
den Tir Réglementaire gehouden wor
den.
Aan dezen wedstrijd zijn gerechtigd
om deel te nemen de/ heeren G. J.
van der Vliet, C. M. Viruly, R. de
Favauge, E. L. baron van Voorst tot
Voorst, F. A. J. C. baron van Voorst
tot Voorst en F. J. Evelink Busgers.
De wedstrijd zal om half twaalf
aanvangen.
Leger en Vloot.
PAARDEN VOOR DE
VELD-ARTILLERIE.
Men scljrijft aan de „Tel."
Gelijk' algemeen bekend is, moet,
bij eene eventueéle mobilisatie van
ons leger, eön groot aantal paarden
voor de veld-artillerie worden aange
schaft.
Deze omstandigheid is een gevolg
van de belangrijke uitgaven, welke
gemoeid zouden zijn met het in tij:d
van vrede beschikbaar hebben van
het aantal paarden, noodig om op
oorlogsvoet uit te rukken.
Teneinde nu op afdoende wijze te
kunnen nagaan in hoeverre bedoelde
paarden al dadelijk voor het gebruik
in de batterijen geschikt zullen zijn,
heeft de minister van Oorlog besloten
om in 1905 een belangrijke proef te
doen nemen met het huren van
paarden, voor de veld-artillerie.
Rechtszaken
HOOGE RAAD.
De Teyler-quaestie.
In de Teyler van der Hulst-zaalc
concludeerde Donderdag de adv.-gen.
bij den Hoogen Raad mr. Ort tot
verwerping van het cassatieberoep te
gen het arreist van het Amsterdam-
scbe hof, waarmede adv.-gen. zich
vereenigde, daar ook volgens Z.E.A.
een dagvaarding op straffe van nie
tigheid moet bevatten de namen Ier
gedaagden. En al geeft nu de wet
niet aan de wijze, waarop tnbekende
erfgenamen kunnen worden gedag
vaard alleen art. 4 No. 6 bevat te
dien aanzien een bepaling, welke
in dit geval niet toepasselijk is dit
neemt niet weg, dat in alle andere
gevallen dan in art. 4 No. 6 de erf
genamen met name moeten worden
vermeld.
Het incidenteel cassatieberoep vi"
de onbekende erfgenamen, die ais-
nog in cassatie verschenen waren,
achtte mr. Ort niet ontvankelijk om
dat zij niet in de voorafgaande in
stanties partij in het geding waren
geweest.
Uitspraak 18 Ncv. a.s.
DE KASSIERS VAN HOYTEMA
VOOR HET HOF.
Voor het gerechtshof in den Haag
werd gistermiddag in hooger beroep
behandeld de zaak der gebroeders J.
G. en H. van Hoytema, kassiers en
commissionairs in effecten te Delft,
door de Haagsche rechtbank wegens
de bekende verduisteringen van ef
fecten die zij uit hoofde van hun be
roep onder zich hadden, veroordeeld
resp. tot 2^- jaar en 9 maanden ge
vangenisstraf.
Geëischt werd voor den eersten bekl.
2^, voor den tweeden 2 jaar.
Het uitvoerig verslag in deze zaak
werd uitgebracht door-raadsheer-rap
porteur mr. Sterck.
Als advocaat der beklaagden trad
evenals in eerste instantie op mr. M.
P. G. Kappéyne van de Coppello.
De eerste bekl. had een memorie
aan het hof gericht, waarin hij uit
voerig trachtte aan te toonen dat de
rechtbank ten oprechte heeft aange
nomen dat hij opzettelijk wederrech
telijk gehandeld heeft.
Ter terechtzitting werd aix gevoe
len nader door den eersten bekl.
aangedrongen. Nimmer of nooit, in
de 28 jaar dat hij zaken heeft ge
daan, heeft het in zijn bedoeling ge
legen, zijn cliënten te benadeelen.
Het is niet waar, dat hij opzettelijk
wederrechtelijk heeft gehandeld. Hij
heeft den toestand van zijn zaak niet
geweten hij dacht dat die toestand
zeer gunstig was, daar per dag pro
visies van 300 tot 600 gulden verdiend
werden. Ofschoon de balans van 1901
debetsaldo's vertoonde, meende bekl.
dat de toestand van zijn zaak niet
ongunstig was. Bekl. ging nader de
punten van beschuldiging nazou
hij wederrechtelijk de stukken van
dé Spaarbank, waar hij jarenlang
secretarisvan was, hebben verduis
terd? enz.
Plotseling was de donderslag voor
bekl. gekomen dat zijn zaak bespro
ken werd en gesloten moest worden.
Toen kon bekl. niets meer aan den
tóestand veranderen. Doch in zijn
gemoed, voor zijn gevoel, weet bekl.
dat hij nooit de bedoeling had, we
derrechtelijk effecten te verduisteren.
Dat is de waarheid en niets dan de
waarheid riep bekl. ontroerd uit.
Op vragen van den president ver
klaarde bekl. dat hij met zijn broe
der in associatie handelde voor eigen
rekeningieder had het recht vóór
de zaak te handelen.
De tweede bekl. was voornamelijk
in appèl gekomen omdat hij veroor
deeld was op grond dat hij geweten
had dat er een circulaire was gezon
den aan het kantoor betreffende eene
conversievoorts, dat hij met zijn
medebekl. op één kantoor zat en met
hem in overleg had gehandeld. Bekl.
gaf uitvoerigs toelichtingen omtrent
dit punt, in verband met zijne ver
klaringen voor den rechter van in
structie.
De rechtbank had z. i. de zaak niet
klaar en helder voor oogen gehad;
daaróm was bekl. toen zijn broer
had geappelleerd mede in hooger
beroep gekomen. Bekl. was overtuigd
dat zijn broeder niet opzettelijk we
derrechtelijk had gehandeld.
Ook deze bekl. erkende dat wie van
hen beide ook teekende, de associatie
verbond. Zij hadden een onderhand-
sche associatie, waartoe zij beide ka
pitaal hadden verstrekt.
Beide beklaagden bleven overigens
in alle opzichten bij hun bekentenis
sen in eerste instantie afgelegd om
trent 'de ten laste gelegde feiten en
in het vonnis opgenomen.
Na een breedvoerig requisitoir con
cludeerde adv. gen. mr. Reitsma tot
handhaving der opgelegde straf aan
beide beklaagden. Hoewel beiden
moreel even schuld-'g zijn, is terecht
in het vonnis de meerdere strafrech
telijke verantwoordelijkheid van den
eersten bekl. in aanmerking- geno
men.
De verdediger, mr. Kappeyne van
de Coppello hield een zeer lang plei
dooi en betoogde dat beklaagden niet
met opzet hadden gehandeld, doch
dat alles was' toe te schrijven aan
grenzelooze domheid.
Uitspraak 20 Oct.
VERDUISTERING.
Donderdag stond voor de vierde ka
mer der Amsterdamsche Rechtbank
terecht de 32-jarige bode van Am
sterdam op Den Haag Johannes Vis
ser, wonende aan de Kattenburger
straat te Amsterdam, thans gedeti
neerd, beklaagd van verduistering.
Hem is ten laste gelegd
lo. dat hij t.e 's-Gravenhage en te
Amsterdam tusschen 9 November 1903
en 7 Juni 1904 een pak, bestemd voor
iemand tq Scheveningen, welke goe
deren hem den 9den November door
den expediteur A. D. Roodzant ter
bezorging waren afgegeven of welke
hij bij vergissing tusschen andere
goederen ter bezorging onder zich had
genomen, zich heeft toegeëigend
2o. dat hij te Amsterdam in de
maand Juni 1904 zich heeft toege-
eigend21 kostuumrokken en een
kostuumrok benevens een hoeveel-