Haarlemss Dagblad
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Een Kwartje per plaatsing
Twee Kwartjes te zamen
Grootte der Adv. hoogstens zes regels
Onder Betoovering
22e Jaargang. No. 6553
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 9 NOVEMBER 1904 B
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per dr,e maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor dempen' in' dén omtrek Wa'ar een Agent gevestigd is (kom 'dei HaarIen' van 1~5 re&eIs f°-7t5' elke re&el 'Tiee[ °'15- Reclames 30 Cent per regel.
gemeente)„1.30 j)JGroote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland„1.65 ^wl jl wHT Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Geïiïusfreercf Zondagsblad, 'voor Haarlem W. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
plaatst dagelijks Advertentiën van
(geen Winkel-Annonces) voor
DRIEMAATj, mits binnen een Weekvoor
Betaling Contant
LUSTEN EN LASTEN.
III.
Indien we van de verschillende ge-
meenten, welker rekening in het vo-
rig overzicht werd vergeleken, de
huishoudkosten optellen, dan vormen
de beschreven rubrieken een uitgaven-
totaal per hoofd der bevolking be
dragend
Rotterdam
Amsterdam
Den Haag
Groningen
Leiden
Utrecht
Leeuwarden
Arnhem
Haarlem
Zwolle
25.86'
23.69'
„21.98'
19.85
19.57'
19.55
17.97
17.90
16.83'
12.41'
De nu goedgekeurde begrooting voor
1905 vermeldt in hoofdstuk VIII der
uitgaven twee groote posten welke die
geheele begrooting drukken. Voor af
lossing van geldleeningen is n.l. uit
getrokken f 243.000, voor renten
1333.224.87. Met elkaar f 576.224.87,
een bedrag hooger dan alle kosten
van Lager Onderwijs, Openbare Wer
ken, Armwezen, Verlichting en Brand
weer te zamen.
In dit opzicht is Haarlem in beslist
zeer ongunstige conditie. Na t ver
effenen der aflossing en renteverplich
ting over dit jaar zal op 1 Januari
het totaalcijfer der gemeenteschuld
zijn f 9.548.869.80. Of wederom omge
slagen per hoofd der bevolking voor
eiken ingezetene f 139.07. De andere
hier telkens besproken gemeenten zijn
bijna alle veel minder belast, zooals
blijkt uit het onderstaand overzicht
Hieruit blijkt zonneklaar dat onze
stedelijke huishouding in vergelij
king met de andere gemeenten beslist
goedkoop is ingericht. Waarvan
de verklaring is te vinden in de be
trekkelijk kleine uitgaven voor Brand
weer, Verlichting, Armwezen, Lager
Onderwijs en Openbare Werken. Wat
dit laatste betreft dan onder eenige
reserve, omdat men hier een werk
wel eens wat heel gauw als „buiten
gewoon werk" betitelt, terwijl men
elders b.v. in Den Haag er gere
geld naar streeft een deel der buiten
gewone werken uit den gewonen
dienst en uit de gewone inkomsten te
voldoen.
Doch nu rijst de vraag rekening
houdend met de matige kosten der
huishouding- hoe 't dan wel ver
klaard worden moet, dat toch de las
ten hier zoo aanzienlijk zijn. Zóó aan
zienlijk, dat de grens der belastbaar
heid hier vermoedelijk is bereikt en
een 'hooger opvoeren der lasten wel
licht een gevaarlijke proefneming zou
wezen. En het anwoord op_die vraag
kan, dunkt me, tweeledig zijn. Voor
eerst worden de huishoudkosten der
gemeente zeer aanzienlijk opgevoerd
door de renten en aflossing
der gemeenteschuld. In de
tweede plaats verhindert het ge
brekkig belastingsysteem
zooveel te beuren als gebeurd worden
kan, ook met behoud van hetzelfde
percentage.
der gemeenteschulden,
gerekend
hoofd der bevolking
Amsterdam
f 231.30
Rotterdam
151.08
Haarlem
139.07
Arnhem
95743
Groningen
91.43
Den Haag
80.49
Leeuwarden
69.64
Utrecht
59.01
Zwolle
47.87
Leiden
De nog aanzienlijk hooger cijfers
van Amsterdam en Rotterdam berus
ten voor een belangrijk deel op de
groote uitgaven voor de haveninrich
ting en de verbinding met de zee.
Voor productieve werken dus. Haar
lem geniet de twijfelachtige eer num
mer drie op dezen schuldenstaat te
zijn. Met nog wel de ongunstige bij
komstigheid, dat hier de schuld mee-
rendeels is aangegaan voor de over
name en inrichting der gemeentebe
drijven. Voor productieve werken
slechts een bescheiden deel.
Ongunstig is hier niet alleen het
totaalcijfer der schulden, renten en
aflossingen, ook het systeem der
schulddelging is niet onberispelijk.
Een m. i. ernstige fout is, dat de
schulden zijn aangegaan met een af
lossing over veel te langen termijn
Voor het oogenblik moge dat eenige
verademing geven, het is eigenlijk
een wisseltrekken op het nageslacht
j, en wreekt zich (Björnson's critiek in
zijn jongste werk geldt dus ook voor
ons) in de toekomst. En de meerdere
verademing is ook meer schijn dan
wezen, want juist de mogelijkheid,
dat de aflossing zoo lang kan wor
den uitgesteld, lokt uit een meer
dere lichtvaardigheid bij het
aangaan van de schuld.
Die fout in het systeem der schuld
delging houdt de gemeente op den
duur in ongunstige conditie en als
we onze leeningen gaan vergelijken
met die van andere steden moet dit
wel opvallen. Als voorbeeld nemen we
voor een nieuwe vergelijking bijv.
Utrecht.
De Utrechtsche gemeentelijke staat
van schulden, renten en aflossing
vermeldt een 6-tal leeningen, alle
aangegaan vóór 1893, met een aflos
singtermijn van 37 a 40 jaren. De na-
deihand gesloten leeningen zijn alle
aangegaan onder het beding te in 33
34 jaar af te lossen.
Behalve bij een zeer kleine leening
van het jaar 1873 is voor alle schul
den der gemeente Haarlem een aflos
singstermijn van minstens 40 jaar
aangenomen. Van de 4 groote leenin
gen der laatste jaren is deze zelfs 40
50 jaar. Voorwaar, een opmerkelijk
verschil.
Toegestemd zij, dat de moeilijkheid
der aflossing zoo ietwat wordt ver
schoven. Doch wat men aan de eene
zij wint verliest men aan de andere,
omdat van het tweede jaar der aflos
sing af, de rentebetaling noodeloos
wordt verzwaard. Wat te meer klemt
omdat reeds het bedrag der renten
dat der schuldaflossing zoo aanzien
lijk overtreft.
En daarbij is een verplichte aflos
sing op betrekkelijk korten termijn
steeds een uitmuntende rem tegen
roekeloos geldleenen. Een hier toe
passelijk spreekwoord zegt, dat men
wel dansen kan al danst men niet
met de bruid. En wanneer de gemeen
teraad zichzelf de verplichting had
opgelegd om de serie van geldleenin
gen, door Haarlem in de laatste ja
ren aangegaan, in wat korter tijd af
te lossen, dan zou de zuinigheid zich
wel krachtiger hebben verzet tegen't
wat al te weelderig inrichten der ge
meente-bedrijven.
Kortom, het hier door de gemeente
aanvaard systeem van geldleenen en
aflossen is verwerpelijk met 't oog op
de toekomst. Ook voor 't heden.
REYNE.
Het was mijn voornemen met dit
derde artikel de reeks „Lusten en
Lasten" te besluiten. De beschouwing
is zoo uitgedijd dat nog een vierde
noodig is. In dat slotartikel zullen
dan de gemeentelasten worden be
schreven en vergeleken.
er van deze heeren een streven zal
uitgaan het publieke kunstleven in
Haarlem te doen opbloeien, iets dat
door zeer velen als zeer noodig zal
worden beschouwd.
Als een introductie bij het Haar-
lemsch publiek is deze tentoonstelling
bedoeld geweest, ik hoop dat nu ook
't Haarlemsch publiek eens genegen
[zal blijken de kennismaking voort te
zetten. Laat mij, om zulks te bevor-
deren, verteilen wat er te zien was,
en van welke hoedanigheid.
Het eerst wilde ik dan noemen den
heer J. Visser, wiens geteekend por-
tret van den dichter Hk. Mulder,
hoewel niet volmaakt de gelijkenis,
toch zeker het karakter geheel begre-
jpen weergeeft.
j Het grootste aandeel had 't werk
.van den heer J. B. Kamp. Handig,
artistiek, karaktervol, doch ruw soms
overdreven teekenaar had hij tal van
schetsen, pastellen en een aquarel.
die soms goed van kleur, bijna altijd
goed van expressie waren. Mij beviel
't best een bruin duin. met huisje
achter en helderwitte berken voorop
j geteekend. verder edn dennenbosch,
een deel. een door een boom heen
,bezond huis, en voor z'n veelal ruwe
;naa.ktstudies een in goeden toon ge-
houden zittende vrouw.
1 Een portret van den heer J. Bron-
ner, vlug geteekend. meen 'k al op
1 „Kunst zij ons Doel" gezien te* hebben,
j Zijn decoratief werk leek mij vaak
rheel mooi van lijn, vlakverdeeling,
enz.
Het vele werk van den heer F. Mep-
pelink kon mij niet bekoren; vaak
st.iif. soms zwak, soms misteekend
Jwas zijn werk in olie. water, pastel
:eu krijt. Zijn koeien zijn, evenmin als
zijn aangezichten, foutloos geteekend.
Het hek "van Elswout leek mij 'tbest.
De heer W. Kruymel Jr. had in twee
ontwerpen plafonds een heel mooi
j idéé, vrij goed, soms zwak gestyleerd.
Zijn aangegeven kunstnaaldwerk was
goed van lijn en kleur, en rustig
j De heer Jan Bronner beviel mij van
'kleur niet erg. Die roze gebogen man
was in mijn oogen mis, die huzaar
zoo-zoo. Zijn olieverf schets van een
ruïne geeft mij aanleiding tot een
opmerking, die ook de studie van den
heer R. Heiloo geldt: jonge schilders
moesten trachten 't metier, techniek.
door en door machtig te worden, en
1 moesjten eens niet doen als groote
meesters van defcen tijd, die détails
verwaarloozen kunnen, omdat zij
zoo'n verbazende kunde hebbenzij
moesten liever een ploeteren op één
stukje muur, dan een heel stuk ruïne,
[of een zonbeplekte boerderij te onder
nemen en er in te falen
t Den heer Bronner's schets in bas-
relief, portret van J. B. Kamp was
vol karakter
i Deze tentoonstelling was een ken
nismaking, en een aangename... ik
hoop er meerdere en dan rijpere te
zien.
i Cd. K.
HET TOONEEL.
Stadsnieuws
HAARLEMSCIIE KUNSTK RING.
Tentoonstelling.
Zondag heeft deze vereeniging een
tentoonstelling van eenig werk dei-
leden gehouden.
Zooals bekend is heeft de vereeni
ging O. D. O. zich met bovenstaan-
den naam herdoopt, tevens een ver
algemeening van haai' werken bedoe
lend. Het is zeer te waardeeren, dat
Vereeniging.
In de groote zaal van de Sociëteit
Vereeniging gaf Zondagavond het
Tooneelgezelschap onder directie van
Charles de la Mar een voorstelling
voor een zeer goed bezette zaal.
Opgevoerd werden twee blijspelen.
Eerst „Een jaloersche tijger", en
daarna „Een dolle dag", ook wel ge
titeld ,.Een snoepreisje naar Berlijn".
Beide stukken hadden veel succès.
Er werd braaf gelachen en de aan
wezigen genoten blijkbaar zeer, te
oordeelen naar het luide applaus, dat
telkens door de zaal klonk.
„MARGUERITE GAUTIER".
door
Mevr. JULIA VAN LIER CUYPERS.
Zondagavond is de heer S. Fran
ken met het „Amstels Tooneelgezel
schap" in de „Kroon" geweest, om
Mevr. Van Lier gelegenheid te geven
haar Marguerite Gautier-uitbeelding
te laten zien.
En we zijn er eens heengegaan
niet om te c'onstateeren hoever haar
werk van dat van. andere „Dameaux
Cemélias"-vertolksters als Sarah
Bernhardt en Mevr. MannBouw
meester. af staat (dat zou onbil
lijk wezen) maar om het verschil
eens waar te nemen in uitbeeldingen
dezer drie vrouwen.
Terwijl Sarah Bernhardt haar uit
beelding één samenweefsel van raf-
finementen doet zijn. waarin elke
beweging, stand, geluiduitbrenging
en kleedingplooi van een vooruit be
rekend en bestudeerd effect is
(métierwerk van een verblindende
virtuositeit) waarbij de natuur
echter geheel is zoek gemaakt, ter-
wijl Mevr. Mann een vertolking doet
zien, waarin ook wel een poging valt
waar Te nemen tot subtiliseering,
met allerlei poses die voor den spie
gel zijn ingestudeerd, maar waarin
het krachtige ras-temperament der
Bouwmeesters toch telkens in vlagen
natuur komt doorbrekenis de Mar
guerite Gautier van Mevr. Van Lier
juist een en al natuur, ja wel wat al
te veel natuur, d. w. z. dat ze bij ge
brek aan voldoende tooneelraffine-
menten, trucs of métierhandigheid te
veel gewone vrouw is gebleven en te
weinig courtisane is geworden.
Haar Marguerite >s dan ook wat
ruwer dan die van Sarah Bernhardt
of van Mevr. Mann. De hare is gceu
„Parisienne", maar een Hollandsche
vrouw geworden. Haar gebaar, gang
en geluid was nogal erg te forsch
vr.or een teringlijderes. Schmink en
poudre-de-riz, benevens een kuchje,
hadden deze krachtige gestalte vol
bloed en leven niet tut een Paiisien
ne kunnen vervormen, wier dagen
geteld zijn. En ook van geluid was
hoar Marguerite zeer forsch. Vooral
kwam dit uit, wanneer Marguerite
tan haar illusies verhaalt en o. a.
zegt„Ik droomde van buiten zijn
wat door Sarah Bernhardt met haar
bekende „voi d'or" in een gouden
fluistering werd uitgesproken, diet-1!
achter in de zaal duidelijk verstaan
baar was. terwijl Mevr. Van Lier bet
op een toon van krachtige d'\ taping
zei.
Toch viel er in haar lat-n
maar zeggen -- ..Hollandsch.' ver
tolking ook veel te waardecnn en
liet zij goede speelmomenten zien.
zooals o. a. in baar afscheid van Ar-
i'ïand Duval. Ze was, volgens de
klachten van haar talent vu komen
tegen deze rol opgewassen.
Mevr. Van Lier's ..Marguerite
Gautier" was o. i. uitnemend geschik.
\oor het publiek, dat gemeenlijk
Jags in den schouwburg Komt. En dit
is nu niet als een hatelijkheid oe-
doeld, maar we willen er dlevn iminï
mee zeggen, dat haar ..vatiing aa
vertolking van deze rol 't gemakke
lijkst te begrijpen is voor een publiek,
dat niet van raffinementen op het
tooneel houdt en de subtiliteiten van
het Parijsche cocotte leven als te ver
af voelt.
Mevr. Van Lier had dan ook veel
succès.
FRANS NETSCHER.
Binnenland
HOFBERICHTEN.
Tilly Koenen heeft Zondagvond op
verzoek van Koningin Wilhelmina
voor het Hof op Dobbin een liederen-
avond gegeven.
(N. R. Ct.)
j DE TRANSVAALSCHE
CONSULAATKWESTIE.
j Generaal Louis Botlia heeft aan den
minister van buiteidandsche zaken,
naar aanleiding van de door hem
gesproken woorden aangaande de
Consulaat-kwestie, een brief gericht,
waarin wordt gezegd, dat het hem
t diep leed doet, te lezen, dat door Zij
ne Excellentie gezegd werd
„Dat er Afrikaners en Nederlanders
gevonden worden, die uit een politiek
oogpunt gaarne den consul-generaal
voor Zuid-Afrika te Pretoria zouden
zien geplaatst, als een sociaal mid
delpunt van de Afrikaner groep, wel
ke zich aldaar samentrekt, is den
minister bekend, doch maant tevens
tot voorzichtigheid. Een consul-gene
raal van Nederland te Pretoria toch
zou lichtelijk bloot staan aan pogin
gen om hem te betrekken in een kring
van met den tegenwoordigen toe
stand minder ingenomen elementen.
Wfc/ is waar zou men mogen ver-
vvachten. dat de te benoemen titula
ris aan dergelijke pogingen weer
stand zou weten te bieden, doch zijn
positie, die toch reeds in vele opzich
ten een moeilijke zal zijn, zou er
zeker niet gemakkelijker door wor
den."
Wij, Afrikaners, hebben geenerlei
bedoeling om den Nederlandschen
consul-generaal te Pretoria in eenig
iets te betrekken met uwen tegen
woordigen consul, den heer Van de
Sande Bakhuijsen, heb ik, nocli een
onzer voormannen, ooit een seconde
getracht te raadplegen in eenig zoo
genaamde politieke zaak of wat daar
mede in verband staat.
Welke politieke zaak of groepen
kunnen hierin gemeend zijn?
Wij beooeren in ons streven, dat
door u politiek wordt, genoemd, niets
anders dan de vooruitgang van ons
volk en dat recht worde gedaan aan
de oude inwoners van de gewezen
Zuid-Afrikaansclie Republiek, hetzij
volgens maatschappelijke rechten of
volgens aangegane overeenkomsten.
Behalve dit zou het voor ons im
mers ongepast en onbillijk zijn ons
in diermate te bewegen als door u
wordt beweerd, nadnt wij zooveel
goeds en hartelijks hebben ondervon
den en nog ondervinden van de zijde
van Hare Majesteit uwe hooggeeer-
biedigde Vorstin en haar volk.
Het spijt ons meer dan wij kunnen
uitspreken, dat Uwe Excellentie deze
beschuldigende woorden heeft geuit,
want wij hebben dat niet verdiend en
er bestaat in de verste verte geen re
den daartoe.
Waaront een klein arm volk in zijn
reeds diepe ellende» en armoede,
waarin liet buiten zijn eigen wil en
schuld werd gebracht, nog zijdel ing-
sclie stooten moet ontvangen, is ons
niet begrijpelijk.
Met het oog op den ernstigen aard
van de beschuldiging tegen ons en
die wij ver van ons moeten werpen,
mec% ik verplicht te zijn dit schrijven
aan l'we Excellentie zoo spoedig mo
gelijk te do on publiceeren.
Met alle hoogachting heb ik de eer
te zijn
Van Uwe Excellentie
i de dienstwillige dienaar,
(w,g.) LOUIS BOTIIA.
F©utllet»a.
door
FRANK FRANKFORT MOORE.
Uit het Engelse b.
32)
Toen Claire en haar moeder dien
middag wat zaten te praten met Ar
chie en zijn vrouw, kwam Stephen
naar beneden met een vreemdeling
een oude heer met eerwaardig voor
komen.
Beneden aan de trap bleven zij
staan om nog een ernstig woord sa
men te wisselen.
Ik heb dien man meer gezien,
zei Nora
Ken je hem niet? Het is Sir El-
lis Crofton. Een beroemd medicus uit
Londen. Wat doet hij hier?
Urguhart kwam naderbij, nadat de
oude heer afscheid genomen had en
vertelde, dat hij toevallig hoorde dat
do Londensche medicus met eene
mailboot hier aangekomen was en
dat men nu zijn advies gevraagd had
over de ongesteldheid van Mr. Trent.
Maar er is niets verontrustends, da
mes onze gastheer zal wel spoedig
hersteld zijn, het is eeïi lichte maag
aandoening.
Claire zei niets. Zij was overstelpt veel over je gesproken vandaag. Hij
v!Ln schrik en angst Het was haar. is voortdurend goed bij bewustzijn,
als had zij zelve schuld aanv deze j ja maar, zei Claire en zij ver
ongesteldheid. o- T7ii- i telde op haastigen, angstigen toon
Den volgenden dag kwam Sir Elli> van de zvvarte hand. die zij bovenhel
Crofton zich ook m het Constant o^ion had
Spring-Hotel1 instaïï«.rm, hetgeeng ur^hart lachte, doch zijn lach
cMr Tilni klonk onnatuurlijk maar dat merkte
ÏÏSfïfflSSÏÏMridï, zun -ft' f-> «"-'1
ris wel wilde doen gelooven. Het ge- van beminden zieke,
zeischap had den tact dien dag on- °hchk?m' hlL-dat is spel van
derling een uitstapje te arrangeeren, Je verbeelding geweest. In het niaan-
hetgeen volgens Urguhart Mr. Trent i lichtvallen er dikwijls zulke onver-
veel genoegen zou doen, beter zoo dan wachte schaduwen. Een plant, door
dat zijn gasten zich nu ook verplicht j den wind bewogen, kan daarvan oor
voelden thuis te blijven. Claire was zaak geweest zijn.
ook vap de partij, maar amuseeren Claire schudde het hoofd maar
deed zij zich niet, telkens dwaalden j hoe. hoe zou zij het iemand kun-
haar gedachten naar den eenzamen j nen doen gelooven.
zieke. Toen zij terugkwamen, stond Het is zoo droevig mogelijk,
Urguhart het gezelschap op te» wach- i zuchtte hij. Het was zoo'n beste
ten en nauwelijks had Claire zijn ge- j kerel.
laat gezien, of zij wist het ergste. j O, zeg niet. „was", riep Claire
Sir Ellis kon niet precies zeggen, uit.
wat de ziekte was. maar de patiënt j Neen. dat. zal ik ook niethij is
was uiterst zwak en ging steeds meer j nu nog in leven. Hij heeft over je
achteruit. gesproken, Claire. Nooit dacht ik. dat
Allen waren onder den indruk van j hij zoo over een vrouw zou kunnen
die tijding, zelfs Lady Innisfailsproken. Ja. lieve Claire, je zult ver
scheen haar welbespraaktheid verlo-1 wonderd zijn het nauwelijks wil-
ren te hebben. j len gelooven maar hij bemint je,
Claire bleef bij Stephen, terwijl de de arme kerelhij heeft je al be-
overigen van het gezelschap vertrok-mind van 't oogenblik af. dat hij je
ken om een bad te nemen. i voor 't eerst in Ierland ontmoette.
Ik ben blij, dat ik je even alleen Arme kerel arme man zei ze
kan spreken, zei hij. Mr. Trent heeft zonder eenig teeken van verwonde
ring te geven.
En, Claire, nu zou jij in staat
zijn de laatste dagen van zijn leven
op te vroolijken.
De laatste dagen van zijn leven?
neen neenzeg dat niet het
kan niet zijn liet kan niet zijn,
riep Claire bijna hartstochtelijk.
Hij nam haar hand en keek haar
j teeder aan.
- Ilélaas hélaas zei hij. Zoo
zal hij toch niet heengaan, zonder
het grootste levensgenot gekend te
hebben.
Hij liet haar hand los en verwij
derde zich snel. Zijn emoties werden
zelfs hem te machtig.
I Den volgenden middag kwam Ur
guhart met doodsbleek gelaat weer bij
haar.
Mag ik je even alleen spreken
fluisterde Stephen en zij stond op en
I begaf zich naar haar kamer.
Claire Claire, riep hij uit.
Is hij al gestorven gestorven?
fluisterde ze.
Neen neen .jnf ar het. is een
kwestie van enkele uren, hernam hij.
Ik zei je immers gisteren, dat hij zoo
veel over je spreekt. Arme man
arme kerel Maar sinds vanmorgen
wordt hij beheerscht door slechts één
wensch. slechts een gedachte het
mag vreemd klinken Crofton zegt
hij heeft zulke gevallen ai verschei
dene keeren ontmoet het zou hem
zoo gelukkig maken ja., al is 't
maar voor een paar uur het kan
niet langer duren.
Maar wat meen je tochhoe
kan ik hem een uur een oogen
blik van geluk verschaffen zei
Claire.
Goede hemelIk dacht, dat je
[mij wel begrepen hadt. Claire, het is
de laatste wensch van een man, die
op sterven ligt zelfs nu op het
oogenblik kan het zijn laatste zucht
zijn hij wenscht nu nog met je te
trouwen.
Zij keek hem met wijdopen, ver
baasde oogen aan, en scheen zijn
bedoeling niet te begrijpen.
Zij keek hem aan. begon toen te
lachen zenuwachtig te lachen. Zij
viel in een stoel neer en zat daar
stil voor zich uit te kijken.
Begrijp je mij. Claire, begrijp je
mij vroeg hij. één harer handen in
de zijne nemend. Hij bemint je zoo
teeder. denkt aan niemand anders
dan aan jou. Crofton heeft hem de
waarheid gezegd en nu wil hij jou
zijn geheele vermogen nalaten. Hij is
volkomen bij kennis. Ik kon hem na
tuurlijk niet zeggen, of je er in toe
zoudt stemmen Maar je bent edel
en en je bemint mij. Doe het dan
ter wille van mi.i. Claire.
Moet ik dat doen ter wille van
jou zei ze op zoo harden toon. dat
haar gewone stem er niet uit te her
kennen was.
Ter wille van mij, zei hij weer.
Een bespotting een bespot
ting van het huwelijk
Het zou vrede geven aan een
man, die op sterven ligt.
Toen zweeg zij een heele poos en
het was hem een raadsel welke ge
dachten haar bezighielden. Plotse
ling barstte zij in tranen uit; hij
kwam bij haar staan, legde zijn arm
liefkoozend om haar schouders.
Mijn arm kind arm kind
fluisterde hij.
En toen kwam haar moeder de ka
mer binnen.
1 Lieveling lievelingzei ze.
Mr. Urguhart vertelde mij alles,
voordat hij bij je kwam.
Wat moet ik doen, moeder? U
moet bet maar zeggen.
Zeker kind, als je de laatste
uren van een stervende daardoor ge
lukkig kunt maken, doe dat dan, het
is een heerlijke plicht.
i Toen ging Cl aire naar Stephen Ur
guhart toe, die bescheiden voor 't
venster was gaan staan, zij schudde
hem woest bij den arm.
Zeg mij. riep zij uit. zeg mij,
Stephen Urguhart. of ik Philip Trent
moet trouwen
Als het aan mij ligt begon hij.
(Wordt vervolgd.)