Haarlemss Dagblad NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Vraag en Aanbod Een Kwartje per plaatsing Twee Kwartjes te zamen Grootte der Adv. hoogstens zes regels Onder Betoovering 22e Jaargang. No. 6553 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 9 NOVEMBER 1904 B HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per dr,e maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor dempen' in' dén omtrek Wa'ar een Agent gevestigd is (kom 'dei HaarIen' van 1~5 re&eIs f°-7t5' elke re&el 'Tiee[ °'15- Reclames 30 Cent per regel. gemeente)„1.30 j)JGroote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland„1.65 ^wl jl wHT Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Geïiïusfreercf Zondagsblad, 'voor Haarlem W. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. plaatst dagelijks Advertentiën van (geen Winkel-Annonces) voor DRIEMAATj, mits binnen een Weekvoor Betaling Contant LUSTEN EN LASTEN. III. Indien we van de verschillende ge- meenten, welker rekening in het vo- rig overzicht werd vergeleken, de huishoudkosten optellen, dan vormen de beschreven rubrieken een uitgaven- totaal per hoofd der bevolking be dragend Rotterdam Amsterdam Den Haag Groningen Leiden Utrecht Leeuwarden Arnhem Haarlem Zwolle 25.86' 23.69' „21.98' 19.85 19.57' 19.55 17.97 17.90 16.83' 12.41' De nu goedgekeurde begrooting voor 1905 vermeldt in hoofdstuk VIII der uitgaven twee groote posten welke die geheele begrooting drukken. Voor af lossing van geldleeningen is n.l. uit getrokken f 243.000, voor renten 1333.224.87. Met elkaar f 576.224.87, een bedrag hooger dan alle kosten van Lager Onderwijs, Openbare Wer ken, Armwezen, Verlichting en Brand weer te zamen. In dit opzicht is Haarlem in beslist zeer ongunstige conditie. Na t ver effenen der aflossing en renteverplich ting over dit jaar zal op 1 Januari het totaalcijfer der gemeenteschuld zijn f 9.548.869.80. Of wederom omge slagen per hoofd der bevolking voor eiken ingezetene f 139.07. De andere hier telkens besproken gemeenten zijn bijna alle veel minder belast, zooals blijkt uit het onderstaand overzicht Hieruit blijkt zonneklaar dat onze stedelijke huishouding in vergelij king met de andere gemeenten beslist goedkoop is ingericht. Waarvan de verklaring is te vinden in de be trekkelijk kleine uitgaven voor Brand weer, Verlichting, Armwezen, Lager Onderwijs en Openbare Werken. Wat dit laatste betreft dan onder eenige reserve, omdat men hier een werk wel eens wat heel gauw als „buiten gewoon werk" betitelt, terwijl men elders b.v. in Den Haag er gere geld naar streeft een deel der buiten gewone werken uit den gewonen dienst en uit de gewone inkomsten te voldoen. Doch nu rijst de vraag rekening houdend met de matige kosten der huishouding- hoe 't dan wel ver klaard worden moet, dat toch de las ten hier zoo aanzienlijk zijn. Zóó aan zienlijk, dat de grens der belastbaar heid hier vermoedelijk is bereikt en een 'hooger opvoeren der lasten wel licht een gevaarlijke proefneming zou wezen. En het anwoord op_die vraag kan, dunkt me, tweeledig zijn. Voor eerst worden de huishoudkosten der gemeente zeer aanzienlijk opgevoerd door de renten en aflossing der gemeenteschuld. In de tweede plaats verhindert het ge brekkig belastingsysteem zooveel te beuren als gebeurd worden kan, ook met behoud van hetzelfde percentage. der gemeenteschulden, gerekend hoofd der bevolking Amsterdam f 231.30 Rotterdam 151.08 Haarlem 139.07 Arnhem 95743 Groningen 91.43 Den Haag 80.49 Leeuwarden 69.64 Utrecht 59.01 Zwolle 47.87 Leiden De nog aanzienlijk hooger cijfers van Amsterdam en Rotterdam berus ten voor een belangrijk deel op de groote uitgaven voor de haveninrich ting en de verbinding met de zee. Voor productieve werken dus. Haar lem geniet de twijfelachtige eer num mer drie op dezen schuldenstaat te zijn. Met nog wel de ongunstige bij komstigheid, dat hier de schuld mee- rendeels is aangegaan voor de over name en inrichting der gemeentebe drijven. Voor productieve werken slechts een bescheiden deel. Ongunstig is hier niet alleen het totaalcijfer der schulden, renten en aflossingen, ook het systeem der schulddelging is niet onberispelijk. Een m. i. ernstige fout is, dat de schulden zijn aangegaan met een af lossing over veel te langen termijn Voor het oogenblik moge dat eenige verademing geven, het is eigenlijk een wisseltrekken op het nageslacht j, en wreekt zich (Björnson's critiek in zijn jongste werk geldt dus ook voor ons) in de toekomst. En de meerdere verademing is ook meer schijn dan wezen, want juist de mogelijkheid, dat de aflossing zoo lang kan wor den uitgesteld, lokt uit een meer dere lichtvaardigheid bij het aangaan van de schuld. Die fout in het systeem der schuld delging houdt de gemeente op den duur in ongunstige conditie en als we onze leeningen gaan vergelijken met die van andere steden moet dit wel opvallen. Als voorbeeld nemen we voor een nieuwe vergelijking bijv. Utrecht. De Utrechtsche gemeentelijke staat van schulden, renten en aflossing vermeldt een 6-tal leeningen, alle aangegaan vóór 1893, met een aflos singtermijn van 37 a 40 jaren. De na- deihand gesloten leeningen zijn alle aangegaan onder het beding te in 33 34 jaar af te lossen. Behalve bij een zeer kleine leening van het jaar 1873 is voor alle schul den der gemeente Haarlem een aflos singstermijn van minstens 40 jaar aangenomen. Van de 4 groote leenin gen der laatste jaren is deze zelfs 40 50 jaar. Voorwaar, een opmerkelijk verschil. Toegestemd zij, dat de moeilijkheid der aflossing zoo ietwat wordt ver schoven. Doch wat men aan de eene zij wint verliest men aan de andere, omdat van het tweede jaar der aflos sing af, de rentebetaling noodeloos wordt verzwaard. Wat te meer klemt omdat reeds het bedrag der renten dat der schuldaflossing zoo aanzien lijk overtreft. En daarbij is een verplichte aflos sing op betrekkelijk korten termijn steeds een uitmuntende rem tegen roekeloos geldleenen. Een hier toe passelijk spreekwoord zegt, dat men wel dansen kan al danst men niet met de bruid. En wanneer de gemeen teraad zichzelf de verplichting had opgelegd om de serie van geldleenin gen, door Haarlem in de laatste ja ren aangegaan, in wat korter tijd af te lossen, dan zou de zuinigheid zich wel krachtiger hebben verzet tegen't wat al te weelderig inrichten der ge meente-bedrijven. Kortom, het hier door de gemeente aanvaard systeem van geldleenen en aflossen is verwerpelijk met 't oog op de toekomst. Ook voor 't heden. REYNE. Het was mijn voornemen met dit derde artikel de reeks „Lusten en Lasten" te besluiten. De beschouwing is zoo uitgedijd dat nog een vierde noodig is. In dat slotartikel zullen dan de gemeentelasten worden be schreven en vergeleken. er van deze heeren een streven zal uitgaan het publieke kunstleven in Haarlem te doen opbloeien, iets dat door zeer velen als zeer noodig zal worden beschouwd. Als een introductie bij het Haar- lemsch publiek is deze tentoonstelling bedoeld geweest, ik hoop dat nu ook 't Haarlemsch publiek eens genegen [zal blijken de kennismaking voort te zetten. Laat mij, om zulks te bevor- deren, verteilen wat er te zien was, en van welke hoedanigheid. Het eerst wilde ik dan noemen den heer J. Visser, wiens geteekend por- tret van den dichter Hk. Mulder, hoewel niet volmaakt de gelijkenis, toch zeker het karakter geheel begre- jpen weergeeft. j Het grootste aandeel had 't werk .van den heer J. B. Kamp. Handig, artistiek, karaktervol, doch ruw soms overdreven teekenaar had hij tal van schetsen, pastellen en een aquarel. die soms goed van kleur, bijna altijd goed van expressie waren. Mij beviel 't best een bruin duin. met huisje achter en helderwitte berken voorop j geteekend. verder edn dennenbosch, een deel. een door een boom heen ,bezond huis, en voor z'n veelal ruwe ;naa.ktstudies een in goeden toon ge- houden zittende vrouw. 1 Een portret van den heer J. Bron- ner, vlug geteekend. meen 'k al op 1 „Kunst zij ons Doel" gezien te* hebben, j Zijn decoratief werk leek mij vaak rheel mooi van lijn, vlakverdeeling, enz. Het vele werk van den heer F. Mep- pelink kon mij niet bekoren; vaak st.iif. soms zwak, soms misteekend Jwas zijn werk in olie. water, pastel :eu krijt. Zijn koeien zijn, evenmin als zijn aangezichten, foutloos geteekend. Het hek "van Elswout leek mij 'tbest. De heer W. Kruymel Jr. had in twee ontwerpen plafonds een heel mooi j idéé, vrij goed, soms zwak gestyleerd. Zijn aangegeven kunstnaaldwerk was goed van lijn en kleur, en rustig j De heer Jan Bronner beviel mij van 'kleur niet erg. Die roze gebogen man was in mijn oogen mis, die huzaar zoo-zoo. Zijn olieverf schets van een ruïne geeft mij aanleiding tot een opmerking, die ook de studie van den heer R. Heiloo geldt: jonge schilders moesten trachten 't metier, techniek. door en door machtig te worden, en 1 moesjten eens niet doen als groote meesters van defcen tijd, die détails verwaarloozen kunnen, omdat zij zoo'n verbazende kunde hebbenzij moesten liever een ploeteren op één stukje muur, dan een heel stuk ruïne, [of een zonbeplekte boerderij te onder nemen en er in te falen t Den heer Bronner's schets in bas- relief, portret van J. B. Kamp was vol karakter i Deze tentoonstelling was een ken nismaking, en een aangename... ik hoop er meerdere en dan rijpere te zien. i Cd. K. HET TOONEEL. Stadsnieuws HAARLEMSCIIE KUNSTK RING. Tentoonstelling. Zondag heeft deze vereeniging een tentoonstelling van eenig werk dei- leden gehouden. Zooals bekend is heeft de vereeni ging O. D. O. zich met bovenstaan- den naam herdoopt, tevens een ver algemeening van haai' werken bedoe lend. Het is zeer te waardeeren, dat Vereeniging. In de groote zaal van de Sociëteit Vereeniging gaf Zondagavond het Tooneelgezelschap onder directie van Charles de la Mar een voorstelling voor een zeer goed bezette zaal. Opgevoerd werden twee blijspelen. Eerst „Een jaloersche tijger", en daarna „Een dolle dag", ook wel ge titeld ,.Een snoepreisje naar Berlijn". Beide stukken hadden veel succès. Er werd braaf gelachen en de aan wezigen genoten blijkbaar zeer, te oordeelen naar het luide applaus, dat telkens door de zaal klonk. „MARGUERITE GAUTIER". door Mevr. JULIA VAN LIER CUYPERS. Zondagavond is de heer S. Fran ken met het „Amstels Tooneelgezel schap" in de „Kroon" geweest, om Mevr. Van Lier gelegenheid te geven haar Marguerite Gautier-uitbeelding te laten zien. En we zijn er eens heengegaan niet om te c'onstateeren hoever haar werk van dat van. andere „Dameaux Cemélias"-vertolksters als Sarah Bernhardt en Mevr. MannBouw meester. af staat (dat zou onbil lijk wezen) maar om het verschil eens waar te nemen in uitbeeldingen dezer drie vrouwen. Terwijl Sarah Bernhardt haar uit beelding één samenweefsel van raf- finementen doet zijn. waarin elke beweging, stand, geluiduitbrenging en kleedingplooi van een vooruit be rekend en bestudeerd effect is (métierwerk van een verblindende virtuositeit) waarbij de natuur echter geheel is zoek gemaakt, ter- wijl Mevr. Mann een vertolking doet zien, waarin ook wel een poging valt waar Te nemen tot subtiliseering, met allerlei poses die voor den spie gel zijn ingestudeerd, maar waarin het krachtige ras-temperament der Bouwmeesters toch telkens in vlagen natuur komt doorbrekenis de Mar guerite Gautier van Mevr. Van Lier juist een en al natuur, ja wel wat al te veel natuur, d. w. z. dat ze bij ge brek aan voldoende tooneelraffine- menten, trucs of métierhandigheid te veel gewone vrouw is gebleven en te weinig courtisane is geworden. Haar Marguerite >s dan ook wat ruwer dan die van Sarah Bernhardt of van Mevr. Mann. De hare is gceu „Parisienne", maar een Hollandsche vrouw geworden. Haar gebaar, gang en geluid was nogal erg te forsch vr.or een teringlijderes. Schmink en poudre-de-riz, benevens een kuchje, hadden deze krachtige gestalte vol bloed en leven niet tut een Paiisien ne kunnen vervormen, wier dagen geteld zijn. En ook van geluid was hoar Marguerite zeer forsch. Vooral kwam dit uit, wanneer Marguerite tan haar illusies verhaalt en o. a. zegt„Ik droomde van buiten zijn wat door Sarah Bernhardt met haar bekende „voi d'or" in een gouden fluistering werd uitgesproken, diet-1! achter in de zaal duidelijk verstaan baar was. terwijl Mevr. Van Lier bet op een toon van krachtige d'\ taping zei. Toch viel er in haar lat-n maar zeggen -- ..Hollandsch.' ver tolking ook veel te waardecnn en liet zij goede speelmomenten zien. zooals o. a. in baar afscheid van Ar- i'ïand Duval. Ze was, volgens de klachten van haar talent vu komen tegen deze rol opgewassen. Mevr. Van Lier's ..Marguerite Gautier" was o. i. uitnemend geschik. \oor het publiek, dat gemeenlijk Jags in den schouwburg Komt. En dit is nu niet als een hatelijkheid oe- doeld, maar we willen er dlevn iminï mee zeggen, dat haar ..vatiing aa vertolking van deze rol 't gemakke lijkst te begrijpen is voor een publiek, dat niet van raffinementen op het tooneel houdt en de subtiliteiten van het Parijsche cocotte leven als te ver af voelt. Mevr. Van Lier had dan ook veel succès. FRANS NETSCHER. Binnenland HOFBERICHTEN. Tilly Koenen heeft Zondagvond op verzoek van Koningin Wilhelmina voor het Hof op Dobbin een liederen- avond gegeven. (N. R. Ct.) j DE TRANSVAALSCHE CONSULAATKWESTIE. j Generaal Louis Botlia heeft aan den minister van buiteidandsche zaken, naar aanleiding van de door hem gesproken woorden aangaande de Consulaat-kwestie, een brief gericht, waarin wordt gezegd, dat het hem t diep leed doet, te lezen, dat door Zij ne Excellentie gezegd werd „Dat er Afrikaners en Nederlanders gevonden worden, die uit een politiek oogpunt gaarne den consul-generaal voor Zuid-Afrika te Pretoria zouden zien geplaatst, als een sociaal mid delpunt van de Afrikaner groep, wel ke zich aldaar samentrekt, is den minister bekend, doch maant tevens tot voorzichtigheid. Een consul-gene raal van Nederland te Pretoria toch zou lichtelijk bloot staan aan pogin gen om hem te betrekken in een kring van met den tegenwoordigen toe stand minder ingenomen elementen. Wfc/ is waar zou men mogen ver- vvachten. dat de te benoemen titula ris aan dergelijke pogingen weer stand zou weten te bieden, doch zijn positie, die toch reeds in vele opzich ten een moeilijke zal zijn, zou er zeker niet gemakkelijker door wor den." Wij, Afrikaners, hebben geenerlei bedoeling om den Nederlandschen consul-generaal te Pretoria in eenig iets te betrekken met uwen tegen woordigen consul, den heer Van de Sande Bakhuijsen, heb ik, nocli een onzer voormannen, ooit een seconde getracht te raadplegen in eenig zoo genaamde politieke zaak of wat daar mede in verband staat. Welke politieke zaak of groepen kunnen hierin gemeend zijn? Wij beooeren in ons streven, dat door u politiek wordt, genoemd, niets anders dan de vooruitgang van ons volk en dat recht worde gedaan aan de oude inwoners van de gewezen Zuid-Afrikaansclie Republiek, hetzij volgens maatschappelijke rechten of volgens aangegane overeenkomsten. Behalve dit zou het voor ons im mers ongepast en onbillijk zijn ons in diermate te bewegen als door u wordt beweerd, nadnt wij zooveel goeds en hartelijks hebben ondervon den en nog ondervinden van de zijde van Hare Majesteit uwe hooggeeer- biedigde Vorstin en haar volk. Het spijt ons meer dan wij kunnen uitspreken, dat Uwe Excellentie deze beschuldigende woorden heeft geuit, want wij hebben dat niet verdiend en er bestaat in de verste verte geen re den daartoe. Waaront een klein arm volk in zijn reeds diepe ellende» en armoede, waarin liet buiten zijn eigen wil en schuld werd gebracht, nog zijdel ing- sclie stooten moet ontvangen, is ons niet begrijpelijk. Met het oog op den ernstigen aard van de beschuldiging tegen ons en die wij ver van ons moeten werpen, mec% ik verplicht te zijn dit schrijven aan l'we Excellentie zoo spoedig mo gelijk te do on publiceeren. Met alle hoogachting heb ik de eer te zijn Van Uwe Excellentie i de dienstwillige dienaar, (w,g.) LOUIS BOTIIA. F©utllet»a. door FRANK FRANKFORT MOORE. Uit het Engelse b. 32) Toen Claire en haar moeder dien middag wat zaten te praten met Ar chie en zijn vrouw, kwam Stephen naar beneden met een vreemdeling een oude heer met eerwaardig voor komen. Beneden aan de trap bleven zij staan om nog een ernstig woord sa men te wisselen. Ik heb dien man meer gezien, zei Nora Ken je hem niet? Het is Sir El- lis Crofton. Een beroemd medicus uit Londen. Wat doet hij hier? Urguhart kwam naderbij, nadat de oude heer afscheid genomen had en vertelde, dat hij toevallig hoorde dat do Londensche medicus met eene mailboot hier aangekomen was en dat men nu zijn advies gevraagd had over de ongesteldheid van Mr. Trent. Maar er is niets verontrustends, da mes onze gastheer zal wel spoedig hersteld zijn, het is eeïi lichte maag aandoening. Claire zei niets. Zij was overstelpt veel over je gesproken vandaag. Hij v!Ln schrik en angst Het was haar. is voortdurend goed bij bewustzijn, als had zij zelve schuld aanv deze j ja maar, zei Claire en zij ver ongesteldheid. o- T7ii- i telde op haastigen, angstigen toon Den volgenden dag kwam Sir Elli> van de zvvarte hand. die zij bovenhel Crofton zich ook m het Constant o^ion had Spring-Hotel1 instaïï«.rm, hetgeeng ur^hart lachte, doch zijn lach cMr Tilni klonk onnatuurlijk maar dat merkte ÏÏSfïfflSSÏÏMridï, zun -ft' f-> «"-'1 ris wel wilde doen gelooven. Het ge- van beminden zieke, zeischap had den tact dien dag on- °hchk?m' hlL-dat is spel van derling een uitstapje te arrangeeren, Je verbeelding geweest. In het niaan- hetgeen volgens Urguhart Mr. Trent i lichtvallen er dikwijls zulke onver- veel genoegen zou doen, beter zoo dan wachte schaduwen. Een plant, door dat zijn gasten zich nu ook verplicht j den wind bewogen, kan daarvan oor voelden thuis te blijven. Claire was zaak geweest zijn. ook vap de partij, maar amuseeren Claire schudde het hoofd maar deed zij zich niet, telkens dwaalden j hoe. hoe zou zij het iemand kun- haar gedachten naar den eenzamen j nen doen gelooven. zieke. Toen zij terugkwamen, stond Het is zoo droevig mogelijk, Urguhart het gezelschap op te» wach- i zuchtte hij. Het was zoo'n beste ten en nauwelijks had Claire zijn ge- j kerel. laat gezien, of zij wist het ergste. j O, zeg niet. „was", riep Claire Sir Ellis kon niet precies zeggen, uit. wat de ziekte was. maar de patiënt j Neen. dat. zal ik ook niethij is was uiterst zwak en ging steeds meer j nu nog in leven. Hij heeft over je achteruit. gesproken, Claire. Nooit dacht ik. dat Allen waren onder den indruk van j hij zoo over een vrouw zou kunnen die tijding, zelfs Lady Innisfailsproken. Ja. lieve Claire, je zult ver scheen haar welbespraaktheid verlo-1 wonderd zijn het nauwelijks wil- ren te hebben. j len gelooven maar hij bemint je, Claire bleef bij Stephen, terwijl de de arme kerelhij heeft je al be- overigen van het gezelschap vertrok-mind van 't oogenblik af. dat hij je ken om een bad te nemen. i voor 't eerst in Ierland ontmoette. Ik ben blij, dat ik je even alleen Arme kerel arme man zei ze kan spreken, zei hij. Mr. Trent heeft zonder eenig teeken van verwonde ring te geven. En, Claire, nu zou jij in staat zijn de laatste dagen van zijn leven op te vroolijken. De laatste dagen van zijn leven? neen neenzeg dat niet het kan niet zijn liet kan niet zijn, riep Claire bijna hartstochtelijk. Hij nam haar hand en keek haar j teeder aan. - Ilélaas hélaas zei hij. Zoo zal hij toch niet heengaan, zonder het grootste levensgenot gekend te hebben. Hij liet haar hand los en verwij derde zich snel. Zijn emoties werden zelfs hem te machtig. I Den volgenden middag kwam Ur guhart met doodsbleek gelaat weer bij haar. Mag ik je even alleen spreken fluisterde Stephen en zij stond op en I begaf zich naar haar kamer. Claire Claire, riep hij uit. Is hij al gestorven gestorven? fluisterde ze. Neen neen .jnf ar het. is een kwestie van enkele uren, hernam hij. Ik zei je immers gisteren, dat hij zoo veel over je spreekt. Arme man arme kerel Maar sinds vanmorgen wordt hij beheerscht door slechts één wensch. slechts een gedachte het mag vreemd klinken Crofton zegt hij heeft zulke gevallen ai verschei dene keeren ontmoet het zou hem zoo gelukkig maken ja., al is 't maar voor een paar uur het kan niet langer duren. Maar wat meen je tochhoe kan ik hem een uur een oogen blik van geluk verschaffen zei Claire. Goede hemelIk dacht, dat je [mij wel begrepen hadt. Claire, het is de laatste wensch van een man, die op sterven ligt zelfs nu op het oogenblik kan het zijn laatste zucht zijn hij wenscht nu nog met je te trouwen. Zij keek hem met wijdopen, ver baasde oogen aan, en scheen zijn bedoeling niet te begrijpen. Zij keek hem aan. begon toen te lachen zenuwachtig te lachen. Zij viel in een stoel neer en zat daar stil voor zich uit te kijken. Begrijp je mij. Claire, begrijp je mij vroeg hij. één harer handen in de zijne nemend. Hij bemint je zoo teeder. denkt aan niemand anders dan aan jou. Crofton heeft hem de waarheid gezegd en nu wil hij jou zijn geheele vermogen nalaten. Hij is volkomen bij kennis. Ik kon hem na tuurlijk niet zeggen, of je er in toe zoudt stemmen Maar je bent edel en en je bemint mij. Doe het dan ter wille van mi.i. Claire. Moet ik dat doen ter wille van jou zei ze op zoo harden toon. dat haar gewone stem er niet uit te her kennen was. Ter wille van mij, zei hij weer. Een bespotting een bespot ting van het huwelijk Het zou vrede geven aan een man, die op sterven ligt. Toen zweeg zij een heele poos en het was hem een raadsel welke ge dachten haar bezighielden. Plotse ling barstte zij in tranen uit; hij kwam bij haar staan, legde zijn arm liefkoozend om haar schouders. Mijn arm kind arm kind fluisterde hij. En toen kwam haar moeder de ka mer binnen. 1 Lieveling lievelingzei ze. Mr. Urguhart vertelde mij alles, voordat hij bij je kwam. Wat moet ik doen, moeder? U moet bet maar zeggen. Zeker kind, als je de laatste uren van een stervende daardoor ge lukkig kunt maken, doe dat dan, het is een heerlijke plicht. i Toen ging Cl aire naar Stephen Ur guhart toe, die bescheiden voor 't venster was gaan staan, zij schudde hem woest bij den arm. Zeg mij. riep zij uit. zeg mij, Stephen Urguhart. of ik Philip Trent moet trouwen Als het aan mij ligt begon hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5