Haarlem's Dagblad NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Vraag en Aanbod Een Kwartje per plaatsing Twee Kwartjes te zamen Grootte der Adv. hoogstens zes regels 22e Jairgang. No. 6572 Versciiijnt dage::;:;::, ben:;-/» op don- cn Feestdagen. DONDERDAG 1 DECEMBER 1904 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per drie maanden: ^an regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor d/tapen'in'den omtrek wa'ar 'een Agent'gevestigd i's (kom "der Haarlem van 1-5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeente)1.30 '7 mspw4ir\'\ Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland1.65 w" Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. QetHustre'ercf Zondagsblad, 'voor Haarlem' I 037$ "ed#c,ie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3lb's Faubourg Montmartre. plaatst dagelijks Advertentiën van (geen I Vinkei-A nnonceè) voor DRIEMAALmits binnen een Week, voor Betaling a Contant IN HAARLEMS DAGBLAD zijn Advertentiën DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Officieele berichten. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Haarlecm brengen ingevolge art. 37 der wet van 28 Juni (Stbl. No. 97), zooals zij gewijzigd is bij de wet van 12 October 1904 (St.bl. No. 230), ter openbare kennis, dat zijn ingekomen adressen van de hierna te noemen personen, houdende verzoek om ver lof, ingevolge art. 34/65 dier wet, tot het verkoopen van a, alcoholhoudenden drank, ande ren dan sterken drank b. uitsluitend alcoholvrijen drank Yoor gebruik ter plaatse van verkoop in de lokaliteiten en de perceelen, hieronder vermeld G. Dingshoff (winkel) Corterman- straat 14W. F. Romijn, (gelagka mer). Klein Heiligland 53 H. van der Burgh (winkel), Rozensteeg 3; J. A. ran der Brugge, (2 gelagkamers), Kleine Houtstraat 16; Wed. M. de Nijs-Salvaé (gelagkamer). Burgwal 81 k. Reineke (gelagkamer) Smedestraat H. A. Bindels Jr. (gelagkamer) Brouwerstraat 35; C. J. Paulen Jr., (koffiekamer, tooneelzaal en repetitie aal) Kleine Houtstraat 77 G. Gude, gelagkamer) Projectkade o. d. Leid- chestraat 47F. van Alphen (voor- luis) Lange Boogaardstraat 6 Johs. Oooster, (winkel en achterkamer), -eidschestraat 106Jacs. Kroon van )iest (gelagkamer) Ruysdaelstraat 12 acs. Poepjes (voorhuis) Scho ter- weg 49. Alle aanvragen betreffen litt. A. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Gelet op art. 6 der Hinderwet Doen te weten, dat van heden op tlle werkdagen, van des voormid- iags 9 tot des namiddags 2 uur, tot 13 December e.k., 's namiddags ten ure, ter gemeente-secretarie (7de Mdeeling) ter inzage is nedergelegii, iet ingekomen verzoekschrift met de iijlagen van E. W. C, Jessen—-Brak, >m vergunning tot oprichting van !8ae chemische wasscherij, drogerij in ververij, waarbij als beweegkracht to liggende stoomketel met stoom machine van hoogstens 20 paarde- rachten zal worden gebezigd in een 8 stichten gebouw op een terrein aan Ie Amsterdarnsche Vaart No. 32, Kad. sectie E No. 1561ged. en 1562ged., en lat op den veertienden dag na heden, ijnde 13 December e.k., en wel des namiddags ten 1 ure op het Raad- Uis der gemeente de gelegenheid lal worden gegeven, om ten over man van het, Gemeentebestuur of ton of meer zijner leden, bezwaren 8gen het oprichten der inrichting in i brengen. Haaidem, 29 November 1904 Burg. en Weth. voornoemd. BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. Brieven van het 34 ste Raadslid, Aan de Kiezers We zitten nog altijd te vergaderen in de banketbakkers-taartendoos op het Prinsenhof, waar de oen den an der niet verstaan kan en genoeg tocht rondwaait om aan al onze edelacht bare neuzen een ferme verkoudheid te bezorgen. Als ik me wel herinner, dan zijn we indertijd van 't stadhuis vertrokken, omdat daar geen ruimte was voor 't publiek. Maai' geachte kiezers, gij komt toch niet op onze openbare vergaderingen. De harde banken in de zaal op 't Prinsenhof zijn zelden of ooit ook maar voor de helft bezet. En gij hebt gelijk, want in vertrouwen gezegd zijn onze discussiën in den regel niet belang rijk genoeg om daaraan uw kostelij- ken tijd te bestedien. Over kleine din gen praten we gewoonlijk veel en over groote zaken, waai- gijlieden als kiezers toch wel iets over zoudt wil len hooren, zwijgen we als visschen. Dat hebt ge weer gemerkt, toen B. en W. voorstelden den Minister te laten beslissen over de quaestie van den bouw van de school in de Tucht huisstraat. Dat ging er door, zonder dat er een woord over gezegd werd en toch heb ik hooren zeggen, dat sommige leden de argumenten van den schoolopziener over te weinig licht en lucht nog zoo gek niet vinden en in 't allerdiepste van hun ziel maar liefst zouden wensehen, dat de Minister dezen ambtenaar gelijk gaf. Waarom deden die dan hun mond niet open, vraagt ge. Misschien zijn ze eerst later tot de overtuiging geko men, dat de plaats inderdaad onge schikt was en dat een gemeentebe stuur, van zooveel liefde voor de ge zondheidsleer bezield als het Haar- lemsche, geen school moest bouwen met een totaal onvoldoende speel plaats, en wier licht onderschept zal worden door de muren van de vlak bij gelegen hulpschool. Waarom ik zelf dan niet tegen ge stemd heb zult u vragen. Ja, ge achte kiezers, ieder heeft zoo zijn ge voel van eigenwaarde en om je nu maar klakkeloos de wet te laten voorschrijven door den districts schoolopziener, gaat voor een Ge meenteraad toch ook niet aan. 't Zou den schijn geven alsof je er niets van wist en dat mogen we nooit of te nimmer toonen. Onberekenbaar en grillig als ge zijl, waarde kiezers, zoudt ge ons bij een periodieke af treding allicht niet herbenoemen. Vandaar dat we bij alle onderwerpen deftige gezichten zetten en dat te meer naarmate we minder van de zaak, die aan de orde is, afweten. Dit is een heele kunst, die door u, waarde kiezers, wel wat meer op prijs gesteld mocht worden. Gij weet dat. zoo niet, maar het is een moeilijx ambt, dat allerlei verplichtingen op legt, je verbazend veel tijd kost en je in de onmogelijkheid brengt ooit wat aan de gemeente te verdienen. Sommigen van ons zijn dan ook wel een beetje jaloersch op ex-collega Hofland, die al dadelijk van zijn her kregen vrijheid gebruik heeft ge maakt, om in te schrijven naar ver schillende benoodigdheden voor 't stads- armen- en ziekenhuis En nu ik toch over dezen afgetre den collega spreek kom ik vanzelf op de a.s. verkiezing. In 't algemeen is zoo'n Raadsverkiezing voor ons, zit tende leden, niet plezierig. Vooreerst niet omdat als het er soms heftig toe gaat, je onwillekeurig denkt: ,,door die cordons moet ik straks ook Wat geen plezierige gedachte is. En vervolgens d&arom niet, omdat je al tijd eerst weer aan nieuwe gezichten en nieuwe sprekers wennen moet. Er is zooveel verandering in den Raad, dat je nooit eens kunt zeggen We hebben een vaste club, 't is een ge sloten gezelschapOm het maar ronduit te zeggen 't is er tegenwoor dig niet knus meer. De een komt, de ander gaat, er is voortdurend veran dering. 't Is zoo gemakkelijk om vooruit te weten die zegt niks, die ander zegt wel wat, maar daar hoef je toch niet naar te luisteren, en die derde is de moeite van 't aanhooren wel waard, Bij een nieuwe verkie zing moet je dat maar weer afwach ten Vraagt ge wie van de zes candida- ten ik u zou aanbevelen, dan moet ik 't antwoord schuldig blijven. Daar mee hou ik me niet op. Gedachtig aan de sproukdat de voorzichtig heid de moeder van de porceleinkast is, denk ik er niet over een mogelij ken collega onnoodig in 't harnas te jagen, 't Is niet plezierig, als je A. warm hebt verdedigd en aanbevolen, later met zijn tegencandidaat B. in den Raad en in de Commissiën te moeten zitten. Ik zeg dus alleen maar „kiest de besten!" Wie dat zijn moeten jelui zelf maar uitmaken, dat brengt een maal 't bedrijf van kiezer mee. Wel heb ik gezien, dat dë candidaten kunnen worden verdeeld in zomer- en winter-candidaten. In de plaats van den heer Hofland, die op 15 Juni ja rig was, zijn gecandideerd deheeren van Rossum, die op 22 Juni, van Bre- derode die op 12 Juni en Gerritsz, die op 28 Juni het levenslicht aanschouw de. Voor de vacature-Beijnes vinden we de heeren J. W. A. Beijnes, gebo ren 17 Januari, Mr. Thiel, geboren 14 Januari en Joosten, geboren 20 De cember, weliswaar in verschillende jaren, 't Verdient opmerking, dat de oppositiepartij met de jongste candi daten aankomt, de heer Joosten is pas 31 en de heer Gerritsz nog maar 29 jaar oud_ Te hopen is het, dat de installatie van de nieuwe leden zal plaats heb ben in de oude Raadszaal op 't stad huis, opdat wij allen hun wijze woor den en wenken zullen kunnen ver staan en genieten. Aan die verhui zing kunt ge niets doen o kiezers, anders zou uw hulp en steun zeker worden Ingeroepen door uw vriend HET 34ste RAADSLID. Stadsnieuws Oprechte Haarlemmer Olie. In aanvulling van ons verslag vhu de Dinsdag voor de Haarlemsche Rechtbank gehouden pleidooien in het geding van den heer Ed. vau Dobben contra de heeren Paulen Sr. en Jr. en Marselje. deelen wij nog het volgende mede In zijn tweeden termijn merkte de, voor eischer opkomende, Mr. J. P. A. N. Caroli op dat het hem, na het pleidooi van zijn tegenpleiter eerst duidelijk is geworden, wat de gedaag den bedoeld hebben in de conclusie van antwoord. Zij bekennen blijk baar, dat zij eenige onrechtmatige handelingen gepleegd hebben, doch zeggen niet welke van de ten laste gelegde feiten zij erkennen en welke zij ontkennen. Wijl deze conclusie dus niet met redenen omkleed is, is zij ongemotiveerd en zonder waarde. De pleiter van gedaagden heeft alle ten laste gelegde feiten afzonderlijk beschouwd, maar het is juist het com plex van bedriegelijke handelingen, dat ten laste gelegd wordt. De. feiten mogen dan ook niet uit het verband worden gerukt. Dan heeft de tegenpartij aange voerd, dat de heer Van Dobben niet alleen het recht heeft om den firma naam C. de Koning Tilly te voeren daar er uit de stukken blijkt, dat er nog wel meer personen erfgenamen kunnen zijn. aan wie dit recht toe komt. Dit geeft pleiter toe, maar het is juist onze grief dat de gedaagden dezen naam voeren in een zelfde- branche handelende als de eischer. Vervolgens bestreed pleiter de be wering. dat de eischer niet ontvan kelijk is in zijn eisch omdat hij de personen afzonderlijk en niet de fir ma gedagvaard heeft, en persisteert bij zijn genomen conclusie. De pleiter van gedaagden. Mr. van den Bergh, deed" in zijn tweeden termijn uitkomen, dat do eischende partij een complex van handelingen ten laste legt, maar de feitetn, waar uit dit complex is samengesteld, zijn geen van alle onrechtmatig, en der halve is ook het complex van geen waarde. Alleen blijft dus over de ac tie wegens inbreuk op het firma- recht, maar ook dit is hier van on waarde, omdat de eischer zijn recht op den firma-naam niet heeft bewe zen. Vandaar dat pleiter zijn con clusie van niet ontvankelijk-verkla ring handhaaft. De Rechtbank gelastte overlegging der stukken en bepaalde de uit spraak op heden over 6 weken. Niet nagekomen contract. Het. O. M. bij de Haarlemsche Rechtbank nam in de Dinsdag gehou den zitting conclusie in het geding van de Levensverzekering-maatschap pij „Het Vaderland' contra den"heer Bronkhorst te 's-Gravenhage. Dit geding, waarover wij indertijd reeds iets mededeelden, komt op het volgende neer. De heer Bronkhorst was rnet de maatschappij „Het Vaderland" over eengekomen om op een bepaalden tijd 17000 aandeelen in deze maatschappij te nemen. Later werd genoemde heer wegens zwakheid van vermogens on der curateele gesteld. Toen de bepaalde tijd was verstre ken waarqp de aandeelen genomen moesten worden, weigerde de curator dit contract na te komen. „Hët Vaderland" eischte nu rechten de voldoening van dit con tract. Het O. M. concludeerde tot ontvan- kelijkverklaring van de eischeres tot toewijzing der vordering, en tot veroordeeling van den gedaagde :n de kosten van het geding. De Rechtbank zal heden over vier weken in dit geding vonnis wijzen. Binnenland WET HOOGER ONDERWIJS. Aan de Tweede Kamer is het vol gende adres verzonden Tot hun diep leedwezen hebben on- dergeteekenden vernomen, dat het door de 1ste Kamer verworpen Ont werp van Wet tot wijziging en aan vulling der Wet tot regeling van het Hooger Onderwijs zoo goed als onver anderd opnieuw bij de Wetgevende Macht ingediend werd. De kleine en toch niet onbeduiden de veranderingen echter, welker aan brenging de minister van binnen- landsche zaken noodig schijnt te ach ten, die in art. XXVI, geeft den on- dergeteekenden vrijmoedigheid te vragen om uitstel van de nieuwe openbare behandeling van de wet in haar geheel. Waar toch in een uitstel van zes maanden voor de inwerkingtreding van de artikelen, die de technische hoogeschool en de bijzondere gymna sia raken door Z. E. geen bezwaar gezien wordt, zou daar zoo groot be zwaar bestaan in eene verdagnig van zulk eene behandeling? Hiervoor pleiten bovendien twee pu blieke feiten lo. dat de Algemeene Synodale Commissie gemachtigd werd de alge meene synode der Ned. Hervormde Kerk tot behandeling van de voor deze kerk zoo hoogst gewichtige zaak van het Theologisch Onderwijs op te roepen. En 2o. dat daaromtrent van de kerkelijke hoogleer aren aireede ad viezen gevraagd werden. Daaraan mogen wij de mededeeling verbinden, dat hoogstwaarschijnlijk ook door bijzondere personen priva- tim een gedétailleerd overzicht van de verlangde wijzigingen zal worden aangeboden, welker ontwerping na tuurlijk wachten moest op de feite lijke beantwoording van de vraag, of de minister het initiatief tot het aanbrengen van wijzigingen zou ne men. Maar uit den aard der zaak is daarvoor nog al eenige tijd totover- leg noodig. Eindelijk zij het ons vergund, drin gend te verzoeken, indien dan vol strekt met de openbare behandeling spoed gemaakt moet worden, aan de voorgestelde wijziging van art. XXVI deze woorden toe te voegen (dan de Wet zelve)terwijl ar tikelen, die de bijzondere leerstoelen en de bijzondere universiteiten raken, niet in werking treden voordat her zien zijn hoofdstuk I van de gymna sia. art. 42 lo. en art. 43o. art. 104 en 105 der vigeerende wet tot rege ling van het hooger onderwijs (van 28 April 1876, Staatsblad 102), als mede de daarmede verband houden de bepalingen in Koninklijke beslui ten betrekkelijk examens en promo lies. Hetwelk doende, met verse huldig den eerbied, de ondergeteekenden, predikanten der Nederduitsch Her vormde Gemeente te Amsterdam, in dertijd belast met de redactie van het den 19den September 190-4 aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlan den in zake het Hooger Onderwijs ver zonden adres, waarvan aan elk lid van hoogst derzelver ministerie en van de Staten-Generaal een afdruk gezonden werd. Dr. G. j. VOS Az. Ds. H A. j. LiiTGE. Dr. PH. J. HOEDEMAKER BUITENLANDSCHE ZAKEN. Uit de verschenen Memorie van Antwoord van den Min. van Buitenl. Zaken vermelden wij het volgende: De Minister betoogt, dat nu een wetsontwerp is ingediend tot goed keuring van een aanbod van terrein door den Nederlandschen Staat aan de „Carnegiestichting" wel niemand meer aan de goede gezindheid van Nederland ten aanzien der vredes- zaak zal twijfelen. In ieder geval is van de zijde van geene der Regee ringen iets van zoodanigen twijfel gebleken. Na een uiteenzetting van de redenen van een minder snelle af doening van de aangelegenheid van het vredespaleis, zegt de Minister dat niet uit het oog moet worden verloren dat het hier een zaak betreft die niet enkel den Min. van buitenl, zaken, doch de geheele Regeering aangaat, een omstandigheid, die wegens het op elk punt noodige overleg tusschen alle Ministers bezwaarlijk aan snelle afdoening bevorderlijk kan zijn. Omtrent de uitvaart van president Kruger, zegt de Min., dat hij, nadat het overlijden van den gewezen pre sident bekend wa9 geworden, aan stonds bij zijne ambtgenooten het 'denkbeeld ter sprake gebracht heeft, om Kruger's stoffelijk overschot van Rijkswege naar Zuid-Afrika te doen vervoeren. Voor dat de verdere over weging van deze aangelegenheid plaats greep, is een der Ministers, 'die meer persoonlijk met de familie bekend was, verzocht onderhands bij deze te informeeren of er plan be stond het lijk naar Zuid-Afrika over te voeren en of eene eventueele over voering van Rijkswege door de fami lie zou kunnen worden aanvaard. Nadat hierop bevestigend bericht was ingekomen is de zaak overwo gen en het Kabinet tot de conclusie gekomen, dat het, toen vermoed mocht worden, dat in Zuid-Afrika de landsregeering zelve de uitvaart van den gewezen president eeren wille, Vninder aangewezen was voor eene andere Regeering om zich in deze aangelegenheid te mengen en zulks te minder, waai- van het motief dat in 1900 gold, om aan het hoofd van een met ons bevrienden en stam verwanten Staat veüigen overtocht te verzekeren, thans uiteraard geen •sprake kon zijn. In 1900 bestond tus schen de Nederlandsche Regeeringen den president der Zuid-Afrikaansche Republiek een officieele betrekking, maar sedert had deze opgehouden te bestaan. De vraag of er thans voldoende grond 'bestaat om liet ten deze tot 'dusver door Nederland ten aanzien van toetreding van Nederland tot de Berner-eonventie ingenomen stand punt te verlaten, is eenigen tijd ge leden door de Regeering overwogen en ontkennend beantwoord. De ver klaring, dat Nederland thans op dit gebied een slechten naam in het buitenland draagt, laat de Min. voor rekening van de leden die gemeend hebben zich in dien zin te moeten uiten. De Minister kan niet inzien dat het voorkomen op zijne begrooting van de regeling, die bij afzonderlijk •wetsontwerp o. a. ten aanzien van den consulairen dienst in Zuid-Afrika is voorgesteld, ook maar in helminst de vrijheid van oordeelen over dat afzonderlijk wetsontwerp zou belem meren. Intusschen is hij bereid om, ter tegemoetkoming aan hen, die dat an ders opvatten, de begrooting op de bij gemeld wetsontwerp behandelde punten voorshands te laten als die voor 1904. Daartoe strekt een inge diende nota van wijziging. Oudheidkundig GenootschapH. J, de Marez Oyens, voorzitter van de vereeniging „Rembrandt"prof. mr. H. P. G. Quack, voorzitter der com missie van toezicht op de Rijksacade mie van Beeldende KunstenJ. H. van Eeghen, ondei'-voorzitter van de Vereeniging tot het vormen eenar openbare verzameling van Heden- daagsche Kunstprof. Bart van Ho ve, voorzitter van „Arti et Amicitiae"; H. W. Mesdag, idem van „Pulchri Studio." In deze vergadering werd het hoofdcomité geconstitueerd, waarin nevens de bovengenoemden nog an deren zullen zitting nemen, om de uitvoering van verschillende plannen mogelijk te maken. Het bestuur zal worden gevormd door prof. Quack, voorzitter, prof. Six, onder-voorzitter, den heer J. H. van Eeghen. penning meester. De heer A. Pit, directeur van het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst, zal als secre taris optreden. BRANDSTICHTING. Onder Terwolde nabij Deventer is gisteren de kapitale boerenplaats de Hincle totaal afgebrand. Men ver moedt dat boos opzet in het spel is de dienstbode, na een verhoor te heb ben ondergaan, is gevankelijk over gebracht. Van den inboedel is niets gered en daarbij is voor een groote waarde aan oud porselein, benevens een aan zienlijk bedrag aan geldswaardig pa pier verloren gegaan. Van de levende have, die vrij groot was, zijn alleen 'drie varkens in d| vlammen omgekomen. Niets was tegen brandschade ver zekerd. ZIONISTEN Dr. Dowie, de profeet van Zion, schijnt in den Haag ook bekeeringen te hebben gemaakt, getuige het feit, dat aldaar een paar dames op straat liepen, die tractaatjes of brochures, op den modernen Elia betrekking hebbend, voor den prijs van 5 cent aan den man trachtten te brengen. Zij hielden zich daarbij strikt binnen de perken van onze colportageveror- dening, door met zacht gefluister en stille gebarentaal hare waar aan te prijzen, die evenwel weinig atfrek vond. REMBRANDT-HULDE. Op uitnoodiging van den burge meester is ten Stadhuize van Amster dam een vergadering gehouden van de heeren, die het hoofdcomité zul len vormen voor de feestviering in 1906, ter herdenking van Rembrandt's 300sten geboortedag. Tot deze genoo- digden behoorden de heeren jhr. B W. F. van Riemsdijk, hoofddirecteur van 's Rijks Museum, mr. J. A. Sil- lein, voorzitter der commissie van toezicht op liet Rijksmuseum prof. Ihr dr. J. Six. voorzitter van het Kon. OVERLEDEN. Te Leiden overleed na een langdu rige ziekte de heer P .L. C. Driessen, oud-directeur van de Leidsche ka- toerunaatsohappij, oud-president van het college van regenten van de Rijks werkinrichting voor vrouwen en van 1855 tot 1903 lid van den raad dezer gemeente. Als industrieel en ook in de open bare betrekkingen door hem bekleed toonde de heer Driessen zich een hoogst bekwaam man met pracfcischen blik. Leiden verliest in hem een hoog geacht burger. De heer Driessen was geboren in Bocholt (Westfalen) op 1 Maart 1823. In het jaar 1854 werd hij genaturali seerd. HALVE (WAARDELOOZE) MUNT BILJETTEN. Naar aanleiding van de oproeping van de bezitters van eenige halve muntbiljetten van 10 schrijft men aan de „Nieuwe Financier" Reeds verscheidene jaren komt het voor, dat twee helften van een munt biljet van elkaar afdwalen. Voor zoo ver zulks tot zijn kennis kwam, heeft de Agent van het Ministerie van Fi nanciën te Amsterdam aanteekening gehouden van de letters en nummers en van de houders van zulke halve biljetten. Reeds menigmaal zijn door zijn tusschenkomst twee gescheiden helften hereenigd. Men kan zich dus tot genoemd Agentschap wenden inet de vraag, of de houders der weder helften daar misschien bekend zijn. tevens met verzoek om, mocht dit het geval zijn, mededeeling te mogen ontvangen, wanneer die wederhelften in het vervolg te voorschijn mochten komen. ONGELUKKEN. Men meldt uit Den Haag, dat een jongen van ongeveer 14 jaren, bestu rende een handwagen met schillen welke hij aan de huizen opkocht, gis terochtend op de Hoefkade onder een zwaren petroieumwagen geraakte met het noodlottig gevolg dat hij. over het hoofd gereden, onmiddellijk over leed.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5