Haarlem's Dagblad
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Een Kwartje per plaatsing
Twee Kwartjes te zarnen
Grootte der Adv. hoogstens zes regels
22e Jaargang. No. 6573
Vci'SCiïijiVü 7C::::u .-.or~- r:
VRIJDAG 2 DFCEMBER 1904 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per drie maanden: ^an 1—a regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem - 0 Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per rpgel.
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der D-
gemeente) 130 ™TïV'Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland I 1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Afzonderlijke nummers 0.02X |j Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>§ &/X JxSÊr*'
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
plaatst dagelijks Advertentiën van
f'jeen Wird:d-An
■vnoncesvoor
DRIEMAALmits binnen een Week, voor
Betaling d Contant
Officieele berichten.
ONDERZOEK
naar de geoefendheid van lotelingen
en. van ad spirant-vrijwilligers
vobr het reservekader.
De Burgemeester van Haarlem
brengt ter kennis van belanghebben
den, dat eene door den Inspecteur
der Infanterie vastgesteld „Algemee-
ne Regeling",
a. van het onderzoek naar de ge
oefendheid van lotelingen, die din
gen naar het bewijs, hetzij voor mi
litaire bekwaamheid, hetzij voor li
chamelijke geoefendheid, dan wel
voor beide (art. 104 -der Militiewet
1901);
b. van het onderzoek naar de ge
oefendheid van jongelieden, die din
gen naar het Militair Getuigschrift,
vereischt tot 'het aangaan eener ver
bintenis bij het reservekader, hetzij
der Infanterie óf der Vesting-Artille
rie, dan wel der GenTë,
voor een ieder ter inzage is neder-
gelegd op de Secretarie dezer gemeen
te (2de af deeling) en dat daarin o.a.
het volgende is bepaald
Het onderzoek, bedoeld sub a enb,
wordt gehouden in het tijdvak van 2
tot en met 14 Januari 1905 en loopt
voor eiken deelnemer in één dag af.
Het onderzoek wordt gehouden voor
lotelingen en jongelieden, woonach
tig en verblijfhoudende in deze ge
meente te Haarlem, en bij nadere
algemeene bekendmaking zal worden
medegedeeld de datum en het uur
waarop, zoomede de localiteit waar
belanghebbenden voor het onderzoek
aanwezig moeten zijn.
Tot het onderzoek worden uitslui
tend toegelaten
a. zij, die hebben deelgenomen aan
3è loting voor de lichting 1905;
b. de lotelingen der lichting 1904,
die, ingevolge het bepaalde bij de
tweede zinsnede van Artikel 99 der
Militiewet 1901, in 1905 worden inge
lijfd
c. de reeds ingelijfde lotelingen, in
ït genot van uitstel van eerste oefe
ning, die, om in aanmerking te kun
nen komen voor verlenging van uit
stel, in verband met de bepaling van
bet vijfde lid van Artikel 92 van het
Koninklijk Besluit van 2 December
1901 (Staatsblad No. 230), hun bewijs
van voorgeoefendheid wenschen te
vernieuwen
d. jongelieden, adspiranten-vrijwil-
liger voor het reservekader der In
fanterie, Vesting-Artillerie of Genie;
die zich vóór of uiterlijk op den
lOden December a.s. ter Secretarie
van de gemeente, waar zij woonach
tig zijn of verblijfhouden, tot deel
neming aan het onderzoek hebben
aangemeld.
Voorts wordt in herinnering ge
bracht, dat op verzoeken tot toelating
n& 10 December a.s. of gedurende het
onderzoek ingediend, geen acht meer
zal worden geslagen, daar zulks te
bezwarend en storend inwerkt op den
geregelden gang van zaken, en dat
belanghebbenden het alzoo aan zich
zelf zullen hebben te wijten, indien
zij, door verzuim hunnerzijds terza
ke, tot het onderzoek niet meer wor
den toegelaten.
Haarlem, 30 November 1904.
De Burgemeester voornoemd
BOREEL.
petitiezaal) Kleine Houtstraat No. 77.
B. N. Heemskerk (benedenlokaal)
Kleverparkweg No. 1 H. Ph. Loots,
(twee pakhuizen) Pieterstraat No.
19y21 Bestuur van het district Haar
lem en Omstreken der Vereeniguig
..Eigen Hulp" (winkel) Zijlstraat No.
58; J. C. E. L. Schön'nuth (pakhuis)
Schagchelstraat No. 6E. Schönhutb
(pakhuis) Schagchelstraat No. 27
Berns. Ja. Ca. Weduwe van H. J.
Burgers (kelder) Lange Veerstraat
No. 6J. H. J. Burgers (pakhuis) Ber-
kenrodesteeg No. 3 W. B. Oostrum
(winkel), Klein Heiligland No. 26)
J. A. A. Mathot, (winkel) Van Marum-
straat No. 30; Firma Verkruijsen en
de Lange (benedenvoorlokaal) Groote
Houtstraat No. 146G. L van Eijk,
(perceel) Kruisstraat No. 17Firma
Verkruijsen en de Lange (beneden
voorlokaal), Kruisweg No. 43 AF.
J. H. Nelis (pereeel) Spaarne No. 32.
Haarlem, 29 Nov. 1904.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem brengen ingevolge art. 12
der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97),
zooals zij gewijzigd is bij de wet van
12 October 1904 (Stbl. No. 230), ter
openbare kennis, dat zijn ingekomen
adressen van de hierna te noemen
personen, houdende verzoek om ver
gunning, ingevolge art. 2 dier wet,
tot het verkoopen van sterken drank
in het klein voor gebruik
A. ter plaatse van verkoop (tap
perij).
B. elders dan ter plaatse van ver
koop (slijterij)
in de lokaliteiten en de perceelen,
hieronder vermeld
A. P. de Groot (gelagkamer) Hee
rensingel No. 11 (art. 5 2e lid)Lr.
Gude (gelagkamer) Projec-tkaóe ten
Zuiden van de Leidschestraat No. 47);
J. H. A. Bindels (gelagkamer) Brou
werstraat No. 35J. Klooster (winkel
en achterkamer) Leidschestraat No.
106Ja. Poepjes (gelagkamer) Scho-
terweg No. 49BF. van Alphen,
(voorhuis) Lange Boogaardstraat No.
6 J. Kroon van Diest (gelagkamer),
Ruysdaelstraat No. 12C. J. Paulen
Jr., (koffiekamer, tooneelzaal en re
Van de Boekentafel.
Het is -de vraag, of Leo Deutsch'
werk „Zestien jaren in Siberië",
herinneringen van een Russisch re-
i volutionair. wel een St. Nicolaasca-
I deau in den gewonen zin van 't woord
kan heeten. Wanneer men aan deuit-
drukking de beteekenis hecht van een
licht en luchtig presentje, dan is het
boek van Deutsch in deze dagen niet
op zijn plaats. Wie evenwel den St.
Nicolaastijd beschouwt als een goede
gelegenheid om iemand eens een de
gelijk geschenk te geven, een boek
bijvoorbeeld, (dat helaas de Neder
lander al te zeldzaam koopt) die zal
dit werk bij 'het doen van zijn keus
j niet voorbijgaan.
Vooral niet in dezen tijd, nu het
schijnt alsof de hel op aarde, die Si-
berië heet, zijn 1 angsten tijd heeft
j bestaan. Wie lezen van zachter
beheer in Rusland, van ontslag van
gevangenen uit Siberië, van een vrij-
zinniger bestuur, die kunnen in dit
I boek van Leo Deutsch lezen, hoe noo-
i dig deze verbetering was. De schrij-
ver kent de ellende van Ruslands
I deportatieplaats uit eigen ervaring.
I In Duitschland door de Duitsche jus-
titie gevangen genomen, werd hij aan
j de Russische uitgeleverd, die een
misdaad als reden opgaf, welke hij
inderdaad niet begaan had. De ware
aanleiding was natuurlijk, dat de
Russische regeering Deutsch als re
volutionair agitator onschadelijk
maken. wou.
Het is haar voor een tijdlang ge
lukt. In de 400 bladzijden van zijn
werk verhaalt Deutsch hoe het hem
gegaan is. Jarenlang heeft hij met de
ketens aan de voeten in Siberië ver
toefd en men rilt bij het lezen van
al die ellende, op zoo eenvoudigen
toon beschreven. De afbeeldingen die
aan 't boek zijn toegevoegd, geven
een indruk van het troostelooze van
den toestand.
Uitgever is de heer A. B. Soep te
Amsterdam.
De heer G. H. Priem heeft een
nieuwe vertaling ondernomen van
Flauberts bekenden roman Madame
Bovary. Hij is daarin welgeslaagd.
Af en toe komt er wel een gallicisme
oin den hoek kijken, zooals„de her
bergierster maakte hare blik
ken niet los van 't Café francais"
en ook is af en toe de correctie niet
accuraat, zooals op bladzijde 8, waar
van curcus, in plaats van cursus
wordt gesproken, maar over 't alge
meen is 'i een vlotte vertaling, die
de uitgever C. L. G. Veldt voor f 1.90
ingenaaid en voor ƒ2.40 gebonden de
wereld inzendt.
De vijfde druk van Brusse's Boefje
is verschenen, 't is ditmaal een goed-
koope editie. Voor niet meer dan ze
ven stuivers is nu dit boek, órat in de
vaderlandsche letterkunde een plaats
inneemt, te koop. Met journalistieke
nauwkeurigheid en tegelijk met zoo
veel deelneming is 't lot van Jantje
beschreven. De goedkoope uitgaaf zal
haar succes niet missen.
Bij de firma Tjeenk Willink Zoon
verscheen het Ontwerp Ziekteverzeke
ring 1905 en de daarmee verband hou
dende voorgestelde wijzigingen der
ongevallenwet 1901, gevolgd door de
Memorie van toelichting en vooraf
gegaan door een inleiding van Mr.
H. L. van Duyl.
Dezelfde firma zendt ons haar Ne-
derlandschen Almanak voor 't vol
gende jaar, met veel nuttige inlich
tingen, als een Staats-almanak in 't
klein en veel portretten van beroem
de en bekende personen, die in 1904
zijn heengegaan.
Rudolf Charles 'd'Ablaing van Gies-
senburg, die onder den bescheiden
naam firma R. C. Meijer zijn beken
den Franschen boekhandel op 't Dam
rak te Amsterdam dreef, heeft in M.
een biograaf gekregen. Over hem en
over zijn relaties met Douwes Dek
ker (Multatuli) weet de heer M. vrij-
I wat te verhalen. d'Ablaing is voor de
groote menigte vrijwel een onbeken
de figuur gebleven, uit de voorrede
van den heer Nuijs blijkt al, dat hij
een geleerde was, een dichter, een
van die eenzamen, die zich afzonde
ren met hun boeken en hun studie.
Hieraan zal het dan ook wel zijn
toe te schrijven, dat dit boek over
d'Ablaing meer nog een boek over
Multatuli is. Boekenliefhebbers die
Douwes Dekker vereeren, zullen het
dan ook voornamelijk déarom in hun
bezit willen hebben.
De uitgever, de heer F. van Rossen
te Amsterdam, is met de manier van
uitvoering ditmaal niet heel gelukkig
geweest. De letter van 't boek is van
een slap en zielloos karakter, de cur
sief is heelemaal niet aan te zien,
het papier is zwaar gesatineerd en
de marge daarentegen weer modern-
breed, oen zonderlinge combinatie.
heeft daarvoor een nieuw denkbeeld
gevonden in zoover, -dat aan den
eenen kant van den kalender een jon
geling een boompje plant, waarvan
Ti ij als oude man aan den anderen
kant de vruchten plukt.
Stadsnieuws
STUKKEN VAN DEN RAAD.
In gebruik afstaan van
schoollokalen.
Ven mejuffrouw Winkel is een ver
zoek ingekomen, om twee lokalen
van de Tweede Tusschenschool aan
het Leidsche Plein in gebruik te mo
gen hebben, voor het geven van
Godsdienstonderwijs.
B. en W. stellen voor, dit verzoek
in te willigen, op voorwaardedat
de adressante zorgt voor geregeld toe
zicht dat de lokalen voor haar re
kening des Maandagsmorgens voor
acht uur worden schoongemaakt, en
dat zij de verwarming voor haar re
kening neemt, door aan de gemeente
daarvoor een door B. en W. te bepa
len vergoeding te geven.
Onbewoonbaar verklaring.
B. en W. stellen voor, om het per
ceel Gasthuïsvest no. 11, eigenaar A.
A. van den Berg, ongeschikt ter be
woning te verklaren, omdat genoemd
perceel niet voorzien is van goed
drinkwater.
Een gelijkluidend voorstel doen B.
en W. betreffende het perceel aan
de Lange Heerenvest no. 8, toebehoo-
rende aan de wed. J. G. Hazebroek,
en de perceelen aan het Krom nos.
5 en 7, toebehoorende aan C. Brou
wer.
Voordracht onder w ij zere s.
B. en W. hebben voor onderwijze
res aan de Zevende Tusschenschool
tie volgende voordracht opgemaakt
1. Mej. H. Volger te Zandvoort, op
een jaarwedde van ƒ650.
2. Mej. G. Trap te Leiden, op een
jaarwedde van 700.
3. Mej. E. H. Lancee tc Haarlem,
op een jaarwedde van ƒ650.
i Vergunning voor een uit-
I gang.
B. en W. vragen machtiging om,
voor zooveel de rechten der gemeen-
j te Haarlem betreft, aan de firma C.
I Keur en Zonen te Hillegom op diens
verzoek, tot wederopzegging toe te
1 verleenen een vergunning tot het
hebben van een uitgang naar den
j weg langs de Leidschevaart, ten be-
hoeve van hare gronden gelegen te-
genover het station te Hillegom, te-
gen een recognitie van 1 per jaar.
Binnenland
De levensverzekering-maatschappij
Utrecht ten slotte zendt ons een
eeuwigdurenden kalender, met een
reclame voor haar maatschappij. Zij
I BEGRAFENIS - C. DYSERINCK.
j Op de begraafplaats „Rust-Oord"
i te Diemerbrug had Woensdagmorgen
j onder zeer vele blijken van belang
stelling de ter aarde bestelling plaats
van het stoffelijk overschot van den
'heer Cornells Dyserinck, oud-wet
houder van financiën der gemeente
Amsterdam.
Onder de aanwezigen, die den doo-
de de laatste eer kwamen bewijzen,
werden opgemerkt de Amsterdam-
sche gemeente-secretaris mr. J. A.
Baëza, de race-admiraal W. J. Derx,
directeur en commandant der mari
ne-werf, voorts de heer J. W. H. van
Staa. als vertegenwoordiger van het
hoofdbestuur der Maatschappij voor
den Werkenden Stand, de heeren A.
van Rossum en G. S. de Clercq, le
den van het hoofdbestuur der Maat
schappij van Nijverheid en de heer
J. W. F. Hartkamp Jr., secretaris
van het departement Amsterdam dier
Maatschappij verder was de Kweek
school voor Machinisten, van welks
bestuur de heer Dyserinck commis
saris was. vertegenwoordigd door
den heer W. Spakler. vice-voorzitter
van den Raad van Commissarissen
en den heer A. D. Zur Mühlen, se
cretaris-penningmeester, terwijl ook
de directeur, de heer J. W. Visser,
aanwezig was.
Nog werden opgemerkt de heeren
Th. G. Schill, voorzitter en Jos. Th.
J. Cuypers, penningmeester van de
Veree.niging „Quellinus". dr. Tim
mer uit Haarlem, commissaris, en de
heer Immink. directeur der Noord
en Zuid-Hollandsche Tram Maat
schappij, waarvan de overledene pre
sident-commissaris was; en voorts de
heer dr. J. Nieuwenhuyzen Kruse-
maji,wethouder der gemeente Haar
lem, terwijl ook een paar Amster-
damsche gemeenteraadsleden, o. a.
de heer J. P, A. N. Caroli. aanwezig
waren.
Achter den stoet hadden zich ook
aangesloten eenige werklieden van
het Zand- en Jaagpad, Amsterdam
Weesp, in welks bestuur de heer Dy
serinck zitting had.
Nadat de kist in den familiegraf
kelder was neergelaten en een zeer
groot aantal bloemkransen op de
groeve neergelegd waren, werd door
den emeritus-predikant dr. Joh. Dy
serinck, uit 's-Gravenhage, als oud
ste broeder, een enkel woord ge
sproken.
Uit naam van de familie bracht
j spreker den diepst gevoelden dank
iover voor de hulde, gebracht aan de
nagedachtenis van den ontslapene.
Der familie zal de dankbare herinne-
ring aan die hulde achterblijven, ook
de rijkdom van bloemen, die het graf
dekt, zal hun nog langen tijd tot een
j vriendelijke vertroosting zijn.
Hierna herinnerde spreker er aan,
hoe Cornells Dyserinck. zijn jongste
broeder, een wakker en werkzaam
man was, onverpoosd op zijn post tot
den laatsten dag, een toon- en voor
beeld van nauwgezette plichtsbe
trachting.
Ook noemde spreker zijn gastvrij-
beid en wees er op, dat hij, trots zijn
j niet-hoogen leeftijd, voor vele jonge-
j ren een vaderlijk vriend was en, in
1 't verborgen, voor velen weldeed.
Voor zijn gezin was hij alles, met
de herinnering daaraan, mag men
hem zeker noemen een van Am ster s
beste burgers een brave en beste ke-
i rel. Zijn geest zal gewis blijven voort-
leven.
Zich tot de beide zoons van den
overledene richtend, ging ds. Dyse
rinck verderweest en blijft uwe
moeder en zuster tot een hechten
steun door uwen handel en wandel,
aldus zegenend de nagedachtenis van
uw onvergetelijken vader.
Ten slotte bracht spreker nogmaals
dank aan allen, die door hun te
genwoordigheid blijk van belangstel
ling en deelneming hadden gegeven.
FIRMA VOORENDONK EN DE
LANGE.
Te Utrecht zou dezer dagen eene
vergadering plaats hebben van cre
diteuren in zake de stagnatie in de
betalingen der firma Voorendonk
De Lange (firmant W. J. M. Vooren
donk) kooplieden in thee te Utrecht
en Rotterdam. Deze vergadering, op
Verzoek van een viertal familieleden
belegd, is echter bij circulaire inge
trokken, daar gebleken moet zijn, dat
het faillissement onvermijdelijk is.
Er zijn 1100 debiteuren met een
totaal van ƒ8000, wat het voornaam-
Feuilleton.
De Misdaad in de Familie
Uit het Engelsch
door
HUGH CONWAY.
HOOFDSTUK I.
Op en neer.
1)
Wij hebben wel eens over menschen
hoeren spreken, wier gemoedsgesteld
heid hun in staat stelt om te verne
men dat het geluk hun den rug heeft
toegekeerd, of hun grootste verwach
tingen den bodem zijn ingeslagen, en
nog wel zonder dat uit hun gelaat
blijkt hoe zij die jobstijding opne
men. Zulk een karakter is onsterfe
lijk en ik heb zijne macht kunnen
aanschouwen, toen ik op een win
teravond de wacht had aan het sta
tion Sleeford, een zoo ongezellig sta
tion, dat zelfs de treinen er zoo ver
mogelijk vandaan willen blijven.
Het station Sleeford ligt in West-
shire. en Westhire zooals wij weten
in het westen van Engeland. Op het
eerste gezicht zou het denkbeeld ons
dwaas toeschijnen, dat Sleeford een
station van beteekenis kon zijn. De
lange treinen van de hoofdlijn stoo-
men er minachtend voorbij. Als gij
hier 's avonds de wacht houdt, dan
ziet gij, schijnbaar eenige mijlen van
u af, een rood licht een volgend
oogenblik hoort gij een gedruisch en
een geloei, en eene seconde later ziet
gij, zoover mogelijk op het perron
achteruitdeinzend, een gewarrel van
wagonsals gij dan een oogenblik
later weer langs de lijn kijkt, is het
licht reeds een mijl van u verwij
derd.
Ofschoon de sneltreinen Sleeford
mijden, zijn er genoeg andere, die
zachter gaan en zich welwillender
toonen, want aan den zuidkant van
de hoofdlijn loopt een zijtak, die de
menschen naar een lief badplaatsje
voertaan den noordkant loopt een
andere tak naar een vruchtbaar dal.
vermaard om de verscheidenheid van
voortbrengselen. Achter dat dal ligt
eene goede, ouderwetsche, slaperige
stad met een kathedraal; de stad is
te groot om door de spoortreinen over
het. hoofd te worden gezien. Dit zijn
de redenen, die de noodzakelijkheid
van Sleeford's bestaan bepleiten. Het
is best mogelijk dat er een dorp is,
waaraan het station zijn naam ont
leent, maar daar het er misschien wel
eenige mijlen vandaan ligt en nie
mand er iets van weet. zullen wij er
verder maar niet van spreken.
Het station Sleeford is eene vreese-
lijke plaats. Gij zoudt haar met ge
noegen verlaten, als gij door uw
I spoorboekje te raadplegen zoudt heb
ben ontdekt, dat uw trein dadelijk
zou vertrekken. Maar dat gebeurt
nooit, en elk mensch, die het slation
kent., zal in het wachten berusten,
hopende dat liet 20 minuten zal duren,
vreezende, dat het wellicht een uur
zal zijn. Het station is niet overdekt,
en de wind schijnt de treinen te wil
len nabootsen, door daar te blijven
vertoeven. Hij waait aan alle kanten
zoodat hij u noodzaakt de algemeene
wachtkamer op te zoeken, welker ge
witte muren u ongezellig aandoen,
terwijl ongeveer drie personen zoo be
leefd zijn alle anderen van het vuur
verwijderd te houden. In zeer kor
ten tijd weet hij wat het beteekent.
aan het station te moeten wachten,
en als gij een welmeenend man zijt
zult gij het uitstekend vinden, dat er
geen ververschingen verkocht worden.
De verleiding om de verveling weg
te dringen zou te groot zijn.
Op een Decemberavond in 187.
waren er niet veel reizigers, die op
den trein van de beneden- of noord
kant van het station wachtten. Uit
gezonderd de dagen dat er markt, ge
houden werd in Blacktown, de stad,
waarheen zooveel voortbrengselen uit
het dal werden gebracht, werd er
niet veel op dien zijtak gereisd. Dik
wijls nam de trein maar een of twee
passagiers mee, en op dat bijzonder
oogenblik was er maar een, die het
recht had om de spoorweg-maatschap-
pij te berispen. De trein van den bo-
i venkant zou er misschien meer aan-
brengen, en op dien trein wachtte hij
Gij kunt er zeker van zijn, dat men
te Sleeford altijd op den trein vau
denhoven- of benedenkant moet wach
ten.
Het was een koude, heldere avond.
De wind was niet zoo lastig als an
ders of misschien was de achtergeble
ven reiziger er goed tegen gewapend.
Wat het "ook zij, hij scheen de fris-
sche lucht boven liet gemak van de
wachtkamer te stellen. Hij leunde te
gen eene vrachtkar, en stampte met
de voeten op den grond om ze warm
te houden, en rookte als iemand, die
de tabak als een vriend en weldoe
ner vereert.
Naar zijn uiterlijk ie oordeelen kon
deze man van alles zijn. behalve mis
schien een graaf of een bedelaar. Hij
was goed gekleed, maar niet naar de
laatste mode. Zijne kleeding was van
donkerblauw, grof laken, en daar zijn
jas veel van een pijjekker had. zag
hij er eenigszins als een zeeman uit,
ofschoon een gewone ronde vilten
hoed dezen indruk wegnam. Hij
droeg geen handschoenen en zijne
handen schenen niet aan grof werk
gewend te zijn, en als hij zijne vin-
I gers naar zijne pijp bracht, zag men
dat hij een donker flanellen overhemd
droeg. Sterke schoenen en eene das
'om zijnen hals voltooide zijne klee
ding.
liet licht op het perron was niet
helder, maar toch was zijn gelaat
duidelijk zichtbaar een gelaat met
scherpe trekken, maar toch niet on
vriendelijk. Hij droeg een kort afge
sneden baard, die hier en daar reeds
grijs was, ofschoon hij niet veel
ouder dan veertig jaar kon zijn. Als
gij met dien man samen had gereisd
en u had vermaakt, zooals ik dik
wijls doe met uit de houding en de
manieren van uw mede-reiziger op to
maken, waarmee hij zijn leven had
doorgebracht, dan zoudt gij gezegd
hebben, dat hij zeer lang aan den au-
deren kant der zee had geleefd, in
zijn beroep hard had gewerkt, en,
naar zijn uiterlijk te oordeelen. niet
zonder succès.
Hij zat op de kar en stampte onge
duldig uiet de voeten, toen hij. nadat
zijne pijp was uitgegaan, een mes en
leen stuk tabak te voorschijn haalde,
er een voldoend aantal zwarte stuk
jes afsneed, om er zijn pijp mede te
vullen, en toen er een portier met een
i lantaarn voorbij ging, hi did hij hem
staande en vroeg hem om wat licht.
,Er lag een Amerikaansch accent in
zijne woorden, dat hij zich echter
aangewend scheen te hebben. De por
tier deed de lantaarn open. en de on
bekende zat weldra weder lustig te
roken.
Dank u, vriend, zeide hij op
vroolijken toon wilt gij zelf eens
stoppen
Tegen de verordening - - ant
woordde de portier.
- Steek dan een stukje in uw zak,
- - ik denk niet dat gij hier in Enge
land zulk goed zult kunnen krijgen.
Hij sneed er weer een flink stuk af,
dat dankbaar aangenomen werd.
Vertel mij nu eens, zeide hij
moet men aan dit station altijd
zoo lang wachten of is het slechts
toevallig
De trein van den bovenkant is
laat. Vertrek dadelijk als die aan
komt, antwoordde dc portier, terwijl
hij de vastgestelde formule bezigde.
Een mooie boel, bromde de
reiziger. Weet gij hoe dit land hier
heet? vroeg hij snel.
- Westhire. mijnheer.
Waar ligt Redhills? Daar moet
ik heen.
De portier zag hem nogmaals aan,
en oordeelen.de, dat hij er niet zoo
erg deftig uitzag, vroeg hij
Wat moet gij in Redhills doen?
De reiziger lachte, klaarblijkelijk
om de nieuwsgierigheid van den por
tier.
M:sschien moet ik daar zaken
doen, misschien moet ik den heer en
meester een bezoek brengen of mis
schien ben ik voornemens zijn land
goed te koopen. Nu ik u geantwoord
heb. verlang ik uw antwoord.
De beambte scheen een weinig ver
legen. Hij wist dat sommige heeren
zich wel eens zonderling kleedcn,