Haarlem's Dagblad NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Vraag en Aanbod Een Kwartje per plaatsing Twee Kwartjes te zarnen Grootte der Adv. hoogstens zes regels 22e Jaargang. No. 6573 Vci'SCiïijiVü 7C::::u .-.or~- r: VRIJDAG 2 DFCEMBER 1904 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per drie maanden: ^an 1—a regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem - 0 Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per rpgel. Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der D- gemeente) 130 ™TïV'Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland I 1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.02X |j Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>§ &/X JxSÊr*' de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. plaatst dagelijks Advertentiën van f'jeen Wird:d-An ■vnoncesvoor DRIEMAALmits binnen een Week, voor Betaling d Contant Officieele berichten. ONDERZOEK naar de geoefendheid van lotelingen en. van ad spirant-vrijwilligers vobr het reservekader. De Burgemeester van Haarlem brengt ter kennis van belanghebben den, dat eene door den Inspecteur der Infanterie vastgesteld „Algemee- ne Regeling", a. van het onderzoek naar de ge oefendheid van lotelingen, die din gen naar het bewijs, hetzij voor mi litaire bekwaamheid, hetzij voor li chamelijke geoefendheid, dan wel voor beide (art. 104 -der Militiewet 1901); b. van het onderzoek naar de ge oefendheid van jongelieden, die din gen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot 'het aangaan eener ver bintenis bij het reservekader, hetzij der Infanterie óf der Vesting-Artille rie, dan wel der GenTë, voor een ieder ter inzage is neder- gelegd op de Secretarie dezer gemeen te (2de af deeling) en dat daarin o.a. het volgende is bepaald Het onderzoek, bedoeld sub a enb, wordt gehouden in het tijdvak van 2 tot en met 14 Januari 1905 en loopt voor eiken deelnemer in één dag af. Het onderzoek wordt gehouden voor lotelingen en jongelieden, woonach tig en verblijfhoudende in deze ge meente te Haarlem, en bij nadere algemeene bekendmaking zal worden medegedeeld de datum en het uur waarop, zoomede de localiteit waar belanghebbenden voor het onderzoek aanwezig moeten zijn. Tot het onderzoek worden uitslui tend toegelaten a. zij, die hebben deelgenomen aan 3è loting voor de lichting 1905; b. de lotelingen der lichting 1904, die, ingevolge het bepaalde bij de tweede zinsnede van Artikel 99 der Militiewet 1901, in 1905 worden inge lijfd c. de reeds ingelijfde lotelingen, in ït genot van uitstel van eerste oefe ning, die, om in aanmerking te kun nen komen voor verlenging van uit stel, in verband met de bepaling van bet vijfde lid van Artikel 92 van het Koninklijk Besluit van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230), hun bewijs van voorgeoefendheid wenschen te vernieuwen d. jongelieden, adspiranten-vrijwil- liger voor het reservekader der In fanterie, Vesting-Artillerie of Genie; die zich vóór of uiterlijk op den lOden December a.s. ter Secretarie van de gemeente, waar zij woonach tig zijn of verblijfhouden, tot deel neming aan het onderzoek hebben aangemeld. Voorts wordt in herinnering ge bracht, dat op verzoeken tot toelating n& 10 December a.s. of gedurende het onderzoek ingediend, geen acht meer zal worden geslagen, daar zulks te bezwarend en storend inwerkt op den geregelden gang van zaken, en dat belanghebbenden het alzoo aan zich zelf zullen hebben te wijten, indien zij, door verzuim hunnerzijds terza ke, tot het onderzoek niet meer wor den toegelaten. Haarlem, 30 November 1904. De Burgemeester voornoemd BOREEL. petitiezaal) Kleine Houtstraat No. 77. B. N. Heemskerk (benedenlokaal) Kleverparkweg No. 1 H. Ph. Loots, (twee pakhuizen) Pieterstraat No. 19y21 Bestuur van het district Haar lem en Omstreken der Vereeniguig ..Eigen Hulp" (winkel) Zijlstraat No. 58; J. C. E. L. Schön'nuth (pakhuis) Schagchelstraat No. 6E. Schönhutb (pakhuis) Schagchelstraat No. 27 Berns. Ja. Ca. Weduwe van H. J. Burgers (kelder) Lange Veerstraat No. 6J. H. J. Burgers (pakhuis) Ber- kenrodesteeg No. 3 W. B. Oostrum (winkel), Klein Heiligland No. 26) J. A. A. Mathot, (winkel) Van Marum- straat No. 30; Firma Verkruijsen en de Lange (benedenvoorlokaal) Groote Houtstraat No. 146G. L van Eijk, (perceel) Kruisstraat No. 17Firma Verkruijsen en de Lange (beneden voorlokaal), Kruisweg No. 43 AF. J. H. Nelis (pereeel) Spaarne No. 32. Haarlem, 29 Nov. 1904. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Haarlem brengen ingevolge art. 12 der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97), zooals zij gewijzigd is bij de wet van 12 October 1904 (Stbl. No. 230), ter openbare kennis, dat zijn ingekomen adressen van de hierna te noemen personen, houdende verzoek om ver gunning, ingevolge art. 2 dier wet, tot het verkoopen van sterken drank in het klein voor gebruik A. ter plaatse van verkoop (tap perij). B. elders dan ter plaatse van ver koop (slijterij) in de lokaliteiten en de perceelen, hieronder vermeld A. P. de Groot (gelagkamer) Hee rensingel No. 11 (art. 5 2e lid)Lr. Gude (gelagkamer) Projec-tkaóe ten Zuiden van de Leidschestraat No. 47); J. H. A. Bindels (gelagkamer) Brou werstraat No. 35J. Klooster (winkel en achterkamer) Leidschestraat No. 106Ja. Poepjes (gelagkamer) Scho- terweg No. 49BF. van Alphen, (voorhuis) Lange Boogaardstraat No. 6 J. Kroon van Diest (gelagkamer), Ruysdaelstraat No. 12C. J. Paulen Jr., (koffiekamer, tooneelzaal en re Van de Boekentafel. Het is -de vraag, of Leo Deutsch' werk „Zestien jaren in Siberië", herinneringen van een Russisch re- i volutionair. wel een St. Nicolaasca- I deau in den gewonen zin van 't woord kan heeten. Wanneer men aan deuit- drukking de beteekenis hecht van een licht en luchtig presentje, dan is het boek van Deutsch in deze dagen niet op zijn plaats. Wie evenwel den St. Nicolaastijd beschouwt als een goede gelegenheid om iemand eens een de gelijk geschenk te geven, een boek bijvoorbeeld, (dat helaas de Neder lander al te zeldzaam koopt) die zal dit werk bij 'het doen van zijn keus j niet voorbijgaan. Vooral niet in dezen tijd, nu het schijnt alsof de hel op aarde, die Si- berië heet, zijn 1 angsten tijd heeft j bestaan. Wie lezen van zachter beheer in Rusland, van ontslag van gevangenen uit Siberië, van een vrij- zinniger bestuur, die kunnen in dit I boek van Leo Deutsch lezen, hoe noo- i dig deze verbetering was. De schrij- ver kent de ellende van Ruslands I deportatieplaats uit eigen ervaring. I In Duitschland door de Duitsche jus- titie gevangen genomen, werd hij aan j de Russische uitgeleverd, die een misdaad als reden opgaf, welke hij inderdaad niet begaan had. De ware aanleiding was natuurlijk, dat de Russische regeering Deutsch als re volutionair agitator onschadelijk maken. wou. Het is haar voor een tijdlang ge lukt. In de 400 bladzijden van zijn werk verhaalt Deutsch hoe het hem gegaan is. Jarenlang heeft hij met de ketens aan de voeten in Siberië ver toefd en men rilt bij het lezen van al die ellende, op zoo eenvoudigen toon beschreven. De afbeeldingen die aan 't boek zijn toegevoegd, geven een indruk van het troostelooze van den toestand. Uitgever is de heer A. B. Soep te Amsterdam. De heer G. H. Priem heeft een nieuwe vertaling ondernomen van Flauberts bekenden roman Madame Bovary. Hij is daarin welgeslaagd. Af en toe komt er wel een gallicisme oin den hoek kijken, zooals„de her bergierster maakte hare blik ken niet los van 't Café francais" en ook is af en toe de correctie niet accuraat, zooals op bladzijde 8, waar van curcus, in plaats van cursus wordt gesproken, maar over 't alge meen is 'i een vlotte vertaling, die de uitgever C. L. G. Veldt voor f 1.90 ingenaaid en voor ƒ2.40 gebonden de wereld inzendt. De vijfde druk van Brusse's Boefje is verschenen, 't is ditmaal een goed- koope editie. Voor niet meer dan ze ven stuivers is nu dit boek, órat in de vaderlandsche letterkunde een plaats inneemt, te koop. Met journalistieke nauwkeurigheid en tegelijk met zoo veel deelneming is 't lot van Jantje beschreven. De goedkoope uitgaaf zal haar succes niet missen. Bij de firma Tjeenk Willink Zoon verscheen het Ontwerp Ziekteverzeke ring 1905 en de daarmee verband hou dende voorgestelde wijzigingen der ongevallenwet 1901, gevolgd door de Memorie van toelichting en vooraf gegaan door een inleiding van Mr. H. L. van Duyl. Dezelfde firma zendt ons haar Ne- derlandschen Almanak voor 't vol gende jaar, met veel nuttige inlich tingen, als een Staats-almanak in 't klein en veel portretten van beroem de en bekende personen, die in 1904 zijn heengegaan. Rudolf Charles 'd'Ablaing van Gies- senburg, die onder den bescheiden naam firma R. C. Meijer zijn beken den Franschen boekhandel op 't Dam rak te Amsterdam dreef, heeft in M. een biograaf gekregen. Over hem en over zijn relaties met Douwes Dek ker (Multatuli) weet de heer M. vrij- I wat te verhalen. d'Ablaing is voor de groote menigte vrijwel een onbeken de figuur gebleven, uit de voorrede van den heer Nuijs blijkt al, dat hij een geleerde was, een dichter, een van die eenzamen, die zich afzonde ren met hun boeken en hun studie. Hieraan zal het dan ook wel zijn toe te schrijven, dat dit boek over d'Ablaing meer nog een boek over Multatuli is. Boekenliefhebbers die Douwes Dekker vereeren, zullen het dan ook voornamelijk déarom in hun bezit willen hebben. De uitgever, de heer F. van Rossen te Amsterdam, is met de manier van uitvoering ditmaal niet heel gelukkig geweest. De letter van 't boek is van een slap en zielloos karakter, de cur sief is heelemaal niet aan te zien, het papier is zwaar gesatineerd en de marge daarentegen weer modern- breed, oen zonderlinge combinatie. heeft daarvoor een nieuw denkbeeld gevonden in zoover, -dat aan den eenen kant van den kalender een jon geling een boompje plant, waarvan Ti ij als oude man aan den anderen kant de vruchten plukt. Stadsnieuws STUKKEN VAN DEN RAAD. In gebruik afstaan van schoollokalen. Ven mejuffrouw Winkel is een ver zoek ingekomen, om twee lokalen van de Tweede Tusschenschool aan het Leidsche Plein in gebruik te mo gen hebben, voor het geven van Godsdienstonderwijs. B. en W. stellen voor, dit verzoek in te willigen, op voorwaardedat de adressante zorgt voor geregeld toe zicht dat de lokalen voor haar re kening des Maandagsmorgens voor acht uur worden schoongemaakt, en dat zij de verwarming voor haar re kening neemt, door aan de gemeente daarvoor een door B. en W. te bepa len vergoeding te geven. Onbewoonbaar verklaring. B. en W. stellen voor, om het per ceel Gasthuïsvest no. 11, eigenaar A. A. van den Berg, ongeschikt ter be woning te verklaren, omdat genoemd perceel niet voorzien is van goed drinkwater. Een gelijkluidend voorstel doen B. en W. betreffende het perceel aan de Lange Heerenvest no. 8, toebehoo- rende aan de wed. J. G. Hazebroek, en de perceelen aan het Krom nos. 5 en 7, toebehoorende aan C. Brou wer. Voordracht onder w ij zere s. B. en W. hebben voor onderwijze res aan de Zevende Tusschenschool tie volgende voordracht opgemaakt 1. Mej. H. Volger te Zandvoort, op een jaarwedde van ƒ650. 2. Mej. G. Trap te Leiden, op een jaarwedde van 700. 3. Mej. E. H. Lancee tc Haarlem, op een jaarwedde van ƒ650. i Vergunning voor een uit- I gang. B. en W. vragen machtiging om, voor zooveel de rechten der gemeen- j te Haarlem betreft, aan de firma C. I Keur en Zonen te Hillegom op diens verzoek, tot wederopzegging toe te 1 verleenen een vergunning tot het hebben van een uitgang naar den j weg langs de Leidschevaart, ten be- hoeve van hare gronden gelegen te- genover het station te Hillegom, te- gen een recognitie van 1 per jaar. Binnenland De levensverzekering-maatschappij Utrecht ten slotte zendt ons een eeuwigdurenden kalender, met een reclame voor haar maatschappij. Zij I BEGRAFENIS - C. DYSERINCK. j Op de begraafplaats „Rust-Oord" i te Diemerbrug had Woensdagmorgen j onder zeer vele blijken van belang stelling de ter aarde bestelling plaats van het stoffelijk overschot van den 'heer Cornells Dyserinck, oud-wet houder van financiën der gemeente Amsterdam. Onder de aanwezigen, die den doo- de de laatste eer kwamen bewijzen, werden opgemerkt de Amsterdam- sche gemeente-secretaris mr. J. A. Baëza, de race-admiraal W. J. Derx, directeur en commandant der mari ne-werf, voorts de heer J. W. H. van Staa. als vertegenwoordiger van het hoofdbestuur der Maatschappij voor den Werkenden Stand, de heeren A. van Rossum en G. S. de Clercq, le den van het hoofdbestuur der Maat schappij van Nijverheid en de heer J. W. F. Hartkamp Jr., secretaris van het departement Amsterdam dier Maatschappij verder was de Kweek school voor Machinisten, van welks bestuur de heer Dyserinck commis saris was. vertegenwoordigd door den heer W. Spakler. vice-voorzitter van den Raad van Commissarissen en den heer A. D. Zur Mühlen, se cretaris-penningmeester, terwijl ook de directeur, de heer J. W. Visser, aanwezig was. Nog werden opgemerkt de heeren Th. G. Schill, voorzitter en Jos. Th. J. Cuypers, penningmeester van de Veree.niging „Quellinus". dr. Tim mer uit Haarlem, commissaris, en de heer Immink. directeur der Noord en Zuid-Hollandsche Tram Maat schappij, waarvan de overledene pre sident-commissaris was; en voorts de heer dr. J. Nieuwenhuyzen Kruse- maji,wethouder der gemeente Haar lem, terwijl ook een paar Amster- damsche gemeenteraadsleden, o. a. de heer J. P, A. N. Caroli. aanwezig waren. Achter den stoet hadden zich ook aangesloten eenige werklieden van het Zand- en Jaagpad, Amsterdam Weesp, in welks bestuur de heer Dy serinck zitting had. Nadat de kist in den familiegraf kelder was neergelaten en een zeer groot aantal bloemkransen op de groeve neergelegd waren, werd door den emeritus-predikant dr. Joh. Dy serinck, uit 's-Gravenhage, als oud ste broeder, een enkel woord ge sproken. Uit naam van de familie bracht j spreker den diepst gevoelden dank iover voor de hulde, gebracht aan de nagedachtenis van den ontslapene. Der familie zal de dankbare herinne- ring aan die hulde achterblijven, ook de rijkdom van bloemen, die het graf dekt, zal hun nog langen tijd tot een j vriendelijke vertroosting zijn. Hierna herinnerde spreker er aan, hoe Cornells Dyserinck. zijn jongste broeder, een wakker en werkzaam man was, onverpoosd op zijn post tot den laatsten dag, een toon- en voor beeld van nauwgezette plichtsbe trachting. Ook noemde spreker zijn gastvrij- beid en wees er op, dat hij, trots zijn j niet-hoogen leeftijd, voor vele jonge- j ren een vaderlijk vriend was en, in 1 't verborgen, voor velen weldeed. Voor zijn gezin was hij alles, met de herinnering daaraan, mag men hem zeker noemen een van Am ster s beste burgers een brave en beste ke- i rel. Zijn geest zal gewis blijven voort- leven. Zich tot de beide zoons van den overledene richtend, ging ds. Dyse rinck verderweest en blijft uwe moeder en zuster tot een hechten steun door uwen handel en wandel, aldus zegenend de nagedachtenis van uw onvergetelijken vader. Ten slotte bracht spreker nogmaals dank aan allen, die door hun te genwoordigheid blijk van belangstel ling en deelneming hadden gegeven. FIRMA VOORENDONK EN DE LANGE. Te Utrecht zou dezer dagen eene vergadering plaats hebben van cre diteuren in zake de stagnatie in de betalingen der firma Voorendonk De Lange (firmant W. J. M. Vooren donk) kooplieden in thee te Utrecht en Rotterdam. Deze vergadering, op Verzoek van een viertal familieleden belegd, is echter bij circulaire inge trokken, daar gebleken moet zijn, dat het faillissement onvermijdelijk is. Er zijn 1100 debiteuren met een totaal van ƒ8000, wat het voornaam- Feuilleton. De Misdaad in de Familie Uit het Engelsch door HUGH CONWAY. HOOFDSTUK I. Op en neer. 1) Wij hebben wel eens over menschen hoeren spreken, wier gemoedsgesteld heid hun in staat stelt om te verne men dat het geluk hun den rug heeft toegekeerd, of hun grootste verwach tingen den bodem zijn ingeslagen, en nog wel zonder dat uit hun gelaat blijkt hoe zij die jobstijding opne men. Zulk een karakter is onsterfe lijk en ik heb zijne macht kunnen aanschouwen, toen ik op een win teravond de wacht had aan het sta tion Sleeford, een zoo ongezellig sta tion, dat zelfs de treinen er zoo ver mogelijk vandaan willen blijven. Het station Sleeford ligt in West- shire. en Westhire zooals wij weten in het westen van Engeland. Op het eerste gezicht zou het denkbeeld ons dwaas toeschijnen, dat Sleeford een station van beteekenis kon zijn. De lange treinen van de hoofdlijn stoo- men er minachtend voorbij. Als gij hier 's avonds de wacht houdt, dan ziet gij, schijnbaar eenige mijlen van u af, een rood licht een volgend oogenblik hoort gij een gedruisch en een geloei, en eene seconde later ziet gij, zoover mogelijk op het perron achteruitdeinzend, een gewarrel van wagonsals gij dan een oogenblik later weer langs de lijn kijkt, is het licht reeds een mijl van u verwij derd. Ofschoon de sneltreinen Sleeford mijden, zijn er genoeg andere, die zachter gaan en zich welwillender toonen, want aan den zuidkant van de hoofdlijn loopt een zijtak, die de menschen naar een lief badplaatsje voertaan den noordkant loopt een andere tak naar een vruchtbaar dal. vermaard om de verscheidenheid van voortbrengselen. Achter dat dal ligt eene goede, ouderwetsche, slaperige stad met een kathedraal; de stad is te groot om door de spoortreinen over het. hoofd te worden gezien. Dit zijn de redenen, die de noodzakelijkheid van Sleeford's bestaan bepleiten. Het is best mogelijk dat er een dorp is, waaraan het station zijn naam ont leent, maar daar het er misschien wel eenige mijlen vandaan ligt en nie mand er iets van weet. zullen wij er verder maar niet van spreken. Het station Sleeford is eene vreese- lijke plaats. Gij zoudt haar met ge noegen verlaten, als gij door uw I spoorboekje te raadplegen zoudt heb ben ontdekt, dat uw trein dadelijk zou vertrekken. Maar dat gebeurt nooit, en elk mensch, die het slation kent., zal in het wachten berusten, hopende dat liet 20 minuten zal duren, vreezende, dat het wellicht een uur zal zijn. Het station is niet overdekt, en de wind schijnt de treinen te wil len nabootsen, door daar te blijven vertoeven. Hij waait aan alle kanten zoodat hij u noodzaakt de algemeene wachtkamer op te zoeken, welker ge witte muren u ongezellig aandoen, terwijl ongeveer drie personen zoo be leefd zijn alle anderen van het vuur verwijderd te houden. In zeer kor ten tijd weet hij wat het beteekent. aan het station te moeten wachten, en als gij een welmeenend man zijt zult gij het uitstekend vinden, dat er geen ververschingen verkocht worden. De verleiding om de verveling weg te dringen zou te groot zijn. Op een Decemberavond in 187. waren er niet veel reizigers, die op den trein van de beneden- of noord kant van het station wachtten. Uit gezonderd de dagen dat er markt, ge houden werd in Blacktown, de stad, waarheen zooveel voortbrengselen uit het dal werden gebracht, werd er niet veel op dien zijtak gereisd. Dik wijls nam de trein maar een of twee passagiers mee, en op dat bijzonder oogenblik was er maar een, die het recht had om de spoorweg-maatschap- pij te berispen. De trein van den bo- i venkant zou er misschien meer aan- brengen, en op dien trein wachtte hij Gij kunt er zeker van zijn, dat men te Sleeford altijd op den trein vau denhoven- of benedenkant moet wach ten. Het was een koude, heldere avond. De wind was niet zoo lastig als an ders of misschien was de achtergeble ven reiziger er goed tegen gewapend. Wat het "ook zij, hij scheen de fris- sche lucht boven liet gemak van de wachtkamer te stellen. Hij leunde te gen eene vrachtkar, en stampte met de voeten op den grond om ze warm te houden, en rookte als iemand, die de tabak als een vriend en weldoe ner vereert. Naar zijn uiterlijk ie oordeelen kon deze man van alles zijn. behalve mis schien een graaf of een bedelaar. Hij was goed gekleed, maar niet naar de laatste mode. Zijne kleeding was van donkerblauw, grof laken, en daar zijn jas veel van een pijjekker had. zag hij er eenigszins als een zeeman uit, ofschoon een gewone ronde vilten hoed dezen indruk wegnam. Hij droeg geen handschoenen en zijne handen schenen niet aan grof werk gewend te zijn, en als hij zijne vin- I gers naar zijne pijp bracht, zag men dat hij een donker flanellen overhemd droeg. Sterke schoenen en eene das 'om zijnen hals voltooide zijne klee ding. liet licht op het perron was niet helder, maar toch was zijn gelaat duidelijk zichtbaar een gelaat met scherpe trekken, maar toch niet on vriendelijk. Hij droeg een kort afge sneden baard, die hier en daar reeds grijs was, ofschoon hij niet veel ouder dan veertig jaar kon zijn. Als gij met dien man samen had gereisd en u had vermaakt, zooals ik dik wijls doe met uit de houding en de manieren van uw mede-reiziger op to maken, waarmee hij zijn leven had doorgebracht, dan zoudt gij gezegd hebben, dat hij zeer lang aan den au- deren kant der zee had geleefd, in zijn beroep hard had gewerkt, en, naar zijn uiterlijk te oordeelen. niet zonder succès. Hij zat op de kar en stampte onge duldig uiet de voeten, toen hij. nadat zijne pijp was uitgegaan, een mes en leen stuk tabak te voorschijn haalde, er een voldoend aantal zwarte stuk jes afsneed, om er zijn pijp mede te vullen, en toen er een portier met een i lantaarn voorbij ging, hi did hij hem staande en vroeg hem om wat licht. ,Er lag een Amerikaansch accent in zijne woorden, dat hij zich echter aangewend scheen te hebben. De por tier deed de lantaarn open. en de on bekende zat weldra weder lustig te roken. Dank u, vriend, zeide hij op vroolijken toon wilt gij zelf eens stoppen Tegen de verordening - - ant woordde de portier. - Steek dan een stukje in uw zak, - - ik denk niet dat gij hier in Enge land zulk goed zult kunnen krijgen. Hij sneed er weer een flink stuk af, dat dankbaar aangenomen werd. Vertel mij nu eens, zeide hij moet men aan dit station altijd zoo lang wachten of is het slechts toevallig De trein van den bovenkant is laat. Vertrek dadelijk als die aan komt, antwoordde dc portier, terwijl hij de vastgestelde formule bezigde. Een mooie boel, bromde de reiziger. Weet gij hoe dit land hier heet? vroeg hij snel. - Westhire. mijnheer. Waar ligt Redhills? Daar moet ik heen. De portier zag hem nogmaals aan, en oordeelen.de, dat hij er niet zoo erg deftig uitzag, vroeg hij Wat moet gij in Redhills doen? De reiziger lachte, klaarblijkelijk om de nieuwsgierigheid van den por tier. M:sschien moet ik daar zaken doen, misschien moet ik den heer en meester een bezoek brengen of mis schien ben ik voornemens zijn land goed te koopen. Nu ik u geantwoord heb. verlang ik uw antwoord. De beambte scheen een weinig ver legen. Hij wist dat sommige heeren zich wel eens zonderling kleedcn,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5