OORLOGSVARIA
Gemengd Nieuws
INGEZONDEN.
Na een lof op den mooien zomer,
vol bloemen, komt nu een mop op de
nieuwe ddenderspetten.
Thomas.
Nieuw, maar ook fraai. De strenge
lijn
Der Beursbouwkunst viert al weer
festijn,
iWie twijfelt nog? Uit kreits en regel,
Ontwikkelde zich de stompe kegel,
Afwaatrende als een torendak
Daaronder het cilindervlak
Met klep en 't Amsterdamsche wapen.
Flap! was 't der pet zelfs ingeschapen
Agent blijf zonder kreuk of plooi".
Pieternel vindt nu
„Ze lijken dubbel respectabel,
Net briefbestellers met een sabel."
Nu komen de geldzorgen van Am
sterdam aan de beurt.
,,De beste,
De rijkste burgers vloden heen,
En lieten de Amstelstad alleen
Met hare schand'. Het ,,op naar
buiten
Luidt vrij vertaald „Pas op je
De Raad duiten
„Die maakte een klassiek gebaar,
Klassiek maai- eenig in de annalen"
en „krabde zich achter 't, oor" en
de vroede mannen
„Schaften af hetgeen zij konden,
Zelfs dingen die niet meer bestonden"
B.v. de Avondschool, die reécfs B. en
W. hadden doen sneven.
„Toch heeft de Raad haar ook nog
even
Gemarteld en ter dood gebracht."
Ook het schoolvolkje is ontevreden.
„Schoolartsen vroeg de kindermond,
Maar 't antwoord luidde „Blijf
gezond",
Men bade op school? 't Was
waar 't hun scheelde,
De volksschool baadt zich al in
weelde,
Schoolreisjes? Onzentwege graag,
Maar 't geld moet komen uit Den
Haag
O jee, zegt Pieternel hierop terecht
„Den Haag? zoo leert ons de
legende,
Dat's „houten kippen en ellende".
D&ar zetelt een commissie die „Am-
atels wondental zal peilen, natuurlijk
asonder overijlen", maai- Pieternel
heeft er geen idee dn en zegt
„De staatscommissies hier in 't land,
Die werken voor de prullemand."
Nu volgt van haar een verhaal over
het „eerste" klasse reizen, met mede
weten van den conducteur, op een
kaartje „tweede" en zij vertelt van
een avontuurtje dat ze in den trein
had met een... meneer Van Oberma!
En zij vraagt of Thomasvaêr dien
soma kent. Hij antwoordt
Ja, en niet van gister,
't Is onze reis-en-trek minister,
Niet bij den Burgerlijken Stand
Aldus, maar in het buitenland 1
en verder
„Von ObermaWelk geestig dooper
Doopte u zoo wonder-transparant
Wie, strengelend met meesterhand
Het „overmits" en „overmatig",
Dooreen, Hoogduïtsche kleur, plecht
statig,
Huwend aan Dietscïïen vorm en
kracht,
Want „Oberma." zegtoppermacht,
Berlijnsoh, nog aarz'lend, onvolko
men,
„Van Oberma" zegtstoute droomen,
Zegtkeizer reizend als baron,
Half Bismarck, half Napoleon,
Als dreigde 't „siddert liberalen,
'k Zal in dit teeken zegepralen."
Die Oberma was Den Haag ontvlucht
omdat er... zoo'n nare lucht was >an
ontbinding.
Thomas.
„Van de Eerste Kamen-? Ja, dat kan,
Daar was bepaald een luchtje an I
Ten minste 'k zag de liberalen
Met veel rumoer hun neus ophalen.
De reden was, dat hun een kool
gestoofd wa».
Pieternel.
Thomas.
Ja I ook aan tastbre zilverlingen.
Pieternel.
Maar 't Rijk behoeft toch legerscharen
Van verontwaardigde ambtenaren,
Om met de Drankwet in de hand,
Satan te fnuiken in ons land
Thomas.
„Drankwet Drank-doolhof.
't Is verboden,
Is al wat duidelijk is."
Pieternel antwoordt hem, dat de
wet toch gemaakt is
„door Christ'nen uitgelesen"
en dus zoo'n slechte wet niet kan
zijn', maar dat Thomasvaêr haar niet
begrijpt, omdat hij een slecht Chris
ten is, en Thomas nu
Ik een slecht Christen? Ik, wat hamer!
Daar zitten slecht're in de Kamer
Wie zijn de goede Christ'nen wel?
Vraag dat eens aan je metgezel!
Z n conclui|ie is dan
„De slechte Christ'nen zijn per slot,
De Calvinisten zonder God 1"
Met name „de socialen"
Zóo komen wij aan 't Socialistisch
Congres in 't Concertgebouw. Wel
neen, zegt Pieternel,
,,'t Congres, dat zich aldaar vereende,
Dat was van photografen, hoor
Maar Thomasvaêr licht haar in
„Wie daar portretten heeft besteld,
Die kreeg geen waren voor zijn geld."
„Enfin", zegt Pieternel
,,'t Is nu weer pais en vree".
en Thomas
„Sol jij daar ook al mee?"
En zóó zijn we aangeland aan net
Vredespaleis van Carnegie, en op 't
•vreemde idee, dat een werkelijk p a-
e 1 s het Haagsohe natuurschoon zou
mismaken, Thomas zegt nu, óók
dichterlijk
„Ter will' van 't rijm koos men een
weiland,
Va-n 't roemrijke geslacht Van
Bylandt."
Van 't vredespaleis komt de nieuw-
jaarswensch op de puristen, die zich
boos maken over vreemde woorden in
de taal.
„Twist kon ontstaan,
Sprak jij een knecht met „kellner"
„Volgens zeker boek,
Zijn de vormen zoek,
Kwijnt beschaving daar al lang",
want ze gaan daar:
„Tweemaal, tweemaal daags naar
de soos
Leven van soedahs en ajo's,
Na het middagmaalbacchanaal,
Veel whiskey-soda en moraal."
Daarom is het
„Gelukkig voor het Oosterstrand,
Beschaaft men het van alle kant,
Trotseeren groote kunstenaren,
Daartoe niet reeds de zilte baren
O ja, zegt Thomas erg leuk, want:
„Van velen hunner is'teen wijs
besluit,
Want wie naar Indië gaat, komt uit".
(Gebaar van geldtellen!)
Daar in Indië loopen de menschen
zoo maar naakt, maar, zegt Thomas,
dat gebeurt ook in... Bloemendaal.
Volgt een mop op zekeren Pierlala,
die liep met zekere lichaamsdeeleu
bloot.
Natuurlijk ontbreekt aan het slot
van den wensch niet de heilbede
voor onze Koningin
„Een diepgevoelde zegenbede
Voor onze dierbre Koningin",
Japansche dignitarissen gesproken.
Ik breng een groot getal pliotogra-
phieën mede. Ik keer naar Rusland
terug."
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 30 cent per regel.
en nu volgt eene beschouwing, wat
het dan wèl zou moeten zijn.
(Kastelein). Dat zou een klap in 't
aanzicht zijn.
„Aannemen I" klinkt al hondsch e»
krenkend",
want
„Neen, maar, als die der meisjes teêr,
Is koffiehuisbeddeniden eerl"
En natuurlijk volgt er een aardig
heid op „een veel vermogend schrij
ver" (Emants), die daarvoor in hei
ligen ijver ontbrandde en... zelf nie
mendal vond. Deze quaestie had dan
ook op 't letterkundig congres be
hoord in Deventer.
„Er werd gewerkt op dat congres
Ook weer het meest met vork en mes.
Nu ja, zegt Thomas
„Bij leeuwen zelfs is 't voederen
De tijd van teederlijk verbroederen",
„Daar waren Vlaamsche leeuwen bij,
Die brulden enkel poëzij."
Volgt een toespeling op „den klei
nen Cohn", die de tering heeft, ja-
loersch van de vereering voor Karei,
die is een parel, om neer te komen
op den treurigen toestand van onzen
volkszang.
Plotseling wendt nu de Nieuw-
j aarswensoh zich tot den drang van
onze hedendaagsche artiesten naar
Indië.
„Wie gaat mee, over zee
Mee naar 't lanid van de kwee-kwee'.
BELASTING VOOR DE
ONGEHUWDE PERSONEN.
Men spreekt er weder opnieuw over
om in Frankrijk door de ongehuwde
mannen eene-belasting te laten beta
len en in een belangrijk artikel dat
dezer dagen in een der Parijsche bla
den voorkwam werd gezegd dat het
plan om de jongelieden te noodzaken
in het huwelrjk te treden even zoo
oud was als Mozes, de Grieken end»
Romednen. Het is zeer zeker dat vele
ongehuwde mannen op vijf .en dertig
jarigen leeftijd en daarboven wel de
gelijk belasting konden betalen. Zulks
zou altijd een genoegen doen aan de
niet gehuwde mannen en aan de niet
gehuwde vrouwen. Het is ontegen
zeggelijk dat vele mannen het huwe
lijk met angst tegemoet zien en men
moet bekennen dat de vrouwen er
veel schuld van zijn. U zult moeten
bekennen dat het voor een jong en
welvarend man die het plan heeft
m ook Haar Gemaal, Prins Hendrik, j öch, deJ «bt te begeven niet zeer
„awofa„ aanlokkend is als hij er aan denkt
dat hij eene vrouw kan ontmoeten
is niet vergeten
„De jonge Vorst, die stadig
Haar schreden steunt, en zich
krachtdadig
Waar 't Kunst en Wetenschappen
geldt.
Beschermend aan de spitse stelt-"
Daarna volgen de wenschen voor
de Koningin-Moeder, met eene toe
speling op hare stichting voor long
lijders.
Ook Amsterdam's Burgemeester
wordt niet vergeten, en ten laatste
rich tde wensch zich tot het publiek,
dat
„eïscht meer licht, want licht is leven,
Looft dankbaar 't geen u werd gege
ven,
Wie 't duister vreest, diens hart
voedt kwaad,
Zelfs Zondags in de Kalverstraat
(Tel.)
„De vrije hoogeschool, tenminste En 't boek van zekeren Bas Veth,
Zei mijn gezel „geeft ons weer winste I een koopman te Amsterdam, wordt
Winste aan onzienelijke dingen." niet vergeten
EEN STOUTE ONDERNEMING.
Een stout stukje is volbracht door
een 30-jarigen correspondent van het
Russische blad de „Roeskoje Slowo".
Hem werd gevraagd door den hoofd
redacteur of hij het zou duiven wa
gen Japan te bezoeken, ten einde bij
zijn terugkomst alles wat hij gezien
of gehoord had, naar waarheid te ver
tellen. Zonder aarzeling antwoordde
Kraiewski bevestigend.
Daar hij reeds in Mantsjoerije had
vertoefd en dus bekend moest zijn aan
de Japansche bespieders, besloot hij
zich voor Amerikaan te doen door
gaan.
Twee dagen na het onderhoud met
zijn hoofdredacteur, 18 September,
verliet hij Moskou. Tien dagen later
seinde hij uit New-York„Aangeko
men Volg de onderrichtingen."
In Amerika nam hij den naam aan
van sir Percey Palmer en als zooda
nig bevond hij zich den 22en October
te San Francisco, waar hij zich uit
gaf voor den broeder van James Pal
mer, fabrikant in Pennsylvania, die
werkelijk een broeder bezat, die dik
wijls in het Oosten reisde, doch over
hoop lag met den fabrikant.
Den 25sten October vertrok Percey
Palmer met de paketboot „China" uit
San Francisco, 18 dagen na dien
kwam hij in Japan aan. Hij werd
niet herkend en hij geleek trouwens
eerder een Yankee dan. een Rus. Uit
Yokohama seinde hij naar Londen
aan een vriend van de „Roeskoje Slo
wo" „Aangekomen, Palmer."
Den 17 November nieuw telegram
uit Tokio „Voorbijgevaren, Palmer."
Aldus vernam zijn hoofdredacteur dat
zijn redacteur voor een Amerikaan-
schen toerist aangezien werd,
Acht dagen later een derde telegram
uit Nagasaki „.Groeten, Palmer."
Dit beduidde dat de zending geslaagd
was.
Palmer bezocht nog andere Japan
sche steden, sloeg alles gade en na 2
maanden verblijf keerde hij naar San
Francisco terug, waar hij op 21 De
cember ontscheepte. Daar werd hij
opnieuw Kraiewski, de Rus, en seinde
nu triomfantelijk
„Ik heb vertoefd te Yokohama, te
Tokio, te Osaka, te Kioto, te Simono-
seki, te Nagasaki, te Mantsoejama. Ik
heb de Russische gevangenen gepho-
zooals hij er dagelijks in zijne om
geving ziet, dde immer ziek is. Het
is te veronderstellen dat men nim
mer over eene belasting voor onge
huwde mannen zou gesproken heb
ben, dat men er zelfs nimmer aan
gedacht zou hebben 'dezelve in wer
king te brengen, indien de vrouwen
het voorbeeld van juffrouw Brasser.
Clyverstra-at O 265 te Vlissingen vol
gen of gevolgd hadden.
Zij schreef ons onlangs dat zij se
dert e enige jaren aan hartkloppingen
en zwakte in den rug geleden had.
Volgens verklaring der geneedheeren
was dit te wijten aan bloedarmoede.
Alle mogelijke middelen heb ik er
voor aangewend, doch niets mocht
baten. Bij liet geringste werk of als
ik maar wat snel liep liep was ik
kortademig en had steken in de zij
de. Ik werd getroffen door de vele
genezingen door de Pink Pillen van
Dr. Williams bekomen. Zij werden
mij bovendien ten zeerste aangeraden
en ik ben tot het gebruik overgegaan.
Ik moet U eerlijk bekennen dat ik
van de twee eerste doozen af reeds
beterschap gevoelde. Ik zette met
moet de behandeling voort en thans
sedert een jaar ben ik zoo welvarend
als ooit te voren. Ik betreurde slechts
een ding, en dat wasdat ik de
Pink Pillen niet vroeger gekend had.
Ik zal ze ieder ten zeerste aanbeve
len. Juffrouw Brasser is genezen ge
worden omdat de Pink Pillen een
rijk en zuiver bloed geven. Het is
deswege dat zij ook alle geheime on
gemakken der vrouwen genezen en
ook al de aandoeningen voortsprui
tende uit armte van het bloed, zooals
zenuwzwakte, bleekzucht, algemeen©
zwakte, neurasthenie, hoofdpijnen,
zenuwpijnen, heupjioht, hartkloppin
gen, maagpijnen, d. w. z. al de ziek
ten die het leven der gehuwde lie
den ondragelijk maken.
Prijs fl.75 de'doos, 9.— per6 doo
zen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Stei
ger 27, Rotterdam, hoofddepöthoudeir
voor Nederland en Apotheken. Fran
co toezending postwissel.
Ook echt verkrijgbaar voor Haarlem
en Omstreken bij Wed. W. PLAAT-
ZER VAN DER HULL, Drogerijen,
Jansstraat 28, Haarlem.
litie. Hij bracht ze naar Penaflor, een
aardig dorp aan den Guadalquivir, en
leidde ze naar de woning van den
Franschman in de nabijheid. De deur
werd geopend. Munoz trad eerst bin
nen, dan volgde het slachtoffer en
Aldije sloot de deur. De cliënt werd
dan in den tuin achter het huis ge
bracht en men deed hem een smal
voetpad volgen, waar men achter elk
ander moest gaan. Munoz ging voor
op, dan het slachtoffer en Aldije volg
de. Op 't smalste gedeelte van den
weg zeide Aldije Pas op, struikel
niet over die buis.
De ongelukkige boog het hoofd en
op hetzelfde oogerfblik had Aldije een
ijzeren staaf gegrepen, verborgen in
eenen rozenstruik, en met een enke
len slag doode hij zijn slachtoffer. In
dien één slag niet voldoende was,
maakten zij hem verder af met eenen
hamer. Eens de vermoorde geplun
derd, verbrandde men zijne kleeren
en begroef men het lijk in een op
voorhand gereed gemaakten kuil.
Aan de zes Slachtoffers werden, vol
gens den schelm zelf, gezamenlijk
42530 pesetas ontstolen, maar men
denkt dat dit ver beneden de waar
heid is, want de Franschman gaf veel
geld uit. Eene „vriendin" van Aldije
verklaart, dat er ten minste negen
moorden in den tuin gepleegd zijn.
De twee moordenaars zijn zes jaar
lang vennooten geweest, en in dien
tijd zijn er in den omtrek 20 personen
verdwenen, waarvan zeker een dozijn
spelers van beroep.Men vermoedt zeifs
dat Aldije vóór Munoz een anderen
vennoot heeft gehad. Vermoedens rus
ten op een bewoner van Malaga.
Voeg daarbij de verdwijning van
den Belgischen mijningenieur te Pe
naflor, een vriend van Aldije. Andere
spelers nog verklaren ook door Munoz
te zijn uitgenoodigd geweest, maar
zij wilden niet. 't Schijnt dat zij, die
mee wilden gaan zien naar de rou
lette, eerst vernamen waar deze te
vinden was. toen zij op weg waren
om er heen te gaan, zoodat zij nooit,
iets konden verraden.
EEN GELEERD MEISJE.
Een 13-jarig meisje bij de rechtbank
werkzaam als tolk, 't schijnt on
mogelijk en 't is toch waar
't Is te Londen 't meisje is een
Poolsche en nauwelijks twee jaar in
Engeland, doch ze heeft een merk-
waardigen aanleg voor talen en
spreekt Engelsch, alsof het, hare
moedertaal was. Komen er nu Polen
of Litthauwers voor de rechtbank,
dan wordt zij als tolk gebruikt.
Haar vader, een schoenmaker, heeft
haar thans op een instituut gedaan.
Misschien zal de wereld nog eöns
wonderen beleven aan het merkwaar
dige kind.
VIERVOETIGE ERFGENAMEN.
De beren van Bern hebben geërfd
een gebrekkig man, die een voorbeeld
was van een trouw beambte en steeds
stil zijns weegs ging, heeft hun zijn
spaarcenten vermaakt.
In zijn testament stond„Wijl de
menschen mij in hei, leven minacht
ten, zullen zij ook na mijn dood niets
van mij hebben, daarom vermaak ik
mijn vermogen aan de beren te Bern.
Mocht het gemeentebestuur van Bern
der erfenis niet voor de beren willen
aanvaarden, dan,zal ze vervallen aan
de Roomsch-Katholieke Gemeente te
Pruntrut."
De eerste zinsnede van deze uiter
ste wilsbeschikking was evenwel met
potlood doorgehaald en op grond
van deze doorhaling meende de Ka
tholieke gemeente te Puntrut rechtop
de erfenis te hebben. Er zou eerst om
gepleit worden, maar na het inwin
nen van rechterlijk advies heeft de
kerkelijke gemeente van Puntrut toe
gestemd in een door de gemeente
Bern voorgestelde minnelijke schik
king. De Roomsch-Ka.tliolièke gemeen
te te Puntrut krijgt nu 5000 fr. en de
Berner beren erven 3500 fr.
HET GRUWEL-KERKHOF.
NECROLOGIE.
In 1904 overleden o. m. in het bui-
tenland de volgende vorstelijke perso-
nen
Friedrich von Anhalt-Dessau, de
Hertog van Cambridge, ex-koningin
Isabella van Spanje, de Groothertog
van Mecklenburg-Strelitz, prinses Ma
rie van Hannover, ex-sultan Mourad
de graaf-regent van
George van
De moordenaar Aldije, „het mon-t
ster van Andalusië" (Spanje) heeft zij-1 van Turkije,
ne misdaden bekend. Er moeten zes j Lippe Detmold, koning
slachtoffers zijn, namelijk die in zijn Saksen, prins Friedrich van Hohen-
tuin begraven zijn gevonden. Hij be-zollern en Alexandrine van Saksen
kent ook in Frankrijk een lid van zij- Coburg-Gotha.
ne familie vermoord te hebben en is
daar ook reeds tot 20 jaar dwangar
beid veroordeeld. Zijn medeplichtige-,
José Munoz, is ook aangehouden
Verdergraaf Waldersee.
H. M. Stanley, Afrika-reiziger, ge
neraal Bobrikow, gouverneur van Fin
land, Th. Herzl, leider der Zionisten.
met hem geconfronteerd. De tweeS. J. P. Kruger, ex-president Zuid
booswichten beschuldigen nu elkan- j Afrikaansche republiek, W. K. von
der en aldus is de onderzoeksrechterPlehwe, Russisch minister van bin-
het meest te weten gekomen. j nenlandsche zaken, P. M. Waldeck
Munoz bracht de cliënten aan, onderRousseau, Fransch staatsman, Wi-
voorwendsel van hun eene Ameri-thöft, Pmssisch admiraal, gesneuveld
kaansche uitvinding te tooneneenebij Port, Arthur, prins Herbert von
valsche roulette, met welke zij veel Bismarck, prof. Finsen, Deensch ge-
geld konden verdienen. Hij wendde leerde, sirWilliam Ilarcourt, Engelsch
tographeerd. Ik heb de gasthuizen, i zich vooral tot de houders van speel-liberaal staatsman, en Paul de Cas
de vestingen, de troepen bezocht. Ik huizen. Natuurlijk eischte hij strikte sagnac, Fransch politicus.
hob meetings bijgewoond. Ik heb met geheimhouding uit vrees voor de po-1
HET PANAMA-KANAAL.
De ..Times" bevat, naar aanleidin
van de laatste consulaire rapportei
een verslag van den toestand in P;
nama. Een van deze rapporten zeg
dat op het heele gebied der republie
nauwelijks een weglengte van 3
Iv.M. is, waarop een voertuig gemaj
kei ijk kan rijden.
De bevolking telt ongeveer 300,00
zielen, men treft er alle mogelijk
nationaliteiten aan. De consul-gene
raai verzekert, dat de algemeen© ge
zondheidstoestand er wel op voorui;
gegaan is. Met goede barakken, ge
zond en overvloedig voedsel, nauw
'keurige inachtneming der hygiëni
sche maatregelen, zou men de sterft(
onder de arbeiders aan de kanaal
werken tot een minimum kunnen be
perken. De Amerikaansche kanaal
commissie heeft achttien ziekenhui
zen doen bouwen langs de werken
Twee andere zijn door de Franscht
maatschappij in Panama en in Co
Ion gebouwd. Deze twee steden en d(
geheele omgeving van het kanaal zijl
van frisch en zuiver water voorzien
Eenige afgevaardigden van eet
congres, die half November op dj
landengte verblijf hielden, ontringe(
daar van den len ingenieur Wallaci
verscheidene interessante mededee
lingen omtrent het kanaal. Er be
staan vier plannen, n.l. om het ka
naai gelijk te maken met het zee'
niveau, om het 27 M.. 18 M. ofvaï
6 tot 9 M. hoog te maken. Het zee!
niveau-kanaal zou 300 millioen dolle?
kosten, in 15 jaar voor het verkeej
geschikt en in 20 jaar gereed zijn
terwijl een kanaal van 18 M. hoogt<
in 10 jaar voor het verkeer geschikt'
ia 12 jaar gereed zou zijn en 225 mil
lioen dollar zou kosten. De vroeger!
Fransche hoofdingenieur Bunau-Va'
rilla is van meening, dat men eers'
een kanaal met sluizen moest aan
leggen, tot een verkeer van 40 mil]
lioen ton per jaar een kanaal mej
een hoogte tot het zeeniveau no o dig
zou maken de verandering zou zon
der schorsing van het verkeer plaati
kunnen hebben.
Van ingezonden stukken, ge
plaatst of niet geplaatst, wordt
de copy den inzender niet terug-
Voor den inhoud dezer rubriek
stelt de Redactie zich niet aan
sprakelijk.
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding de adverten
tie „Gelukkig Nieuwjaar", voor
komende in Uw veelgelezen blad, dd)
2 Jan., verzoekt ondergeteekende eefl
plaatsje voor onderstaande te willet]
verleenen.
Met ingenomen- en niet-ingenonve®
heid las ik het desbetreffende stuki
een artikeltje gewijd aan het finani
cieel belang van een aantal ambte
naren der post en telegrafie, opdaj
hun Nieuwjaarsfooi niet zoude ontj
bouden worden. Het is echter vac
harte toe te juichen, dat mannen van
naam hunne moeite willen kwijtea
voor de belangen van hunne mede
menschen, en dit door de pen ali
anderszins bewijzen. Toch ware hur
moeite beter op hare plaats geweest
wanneer de heeren oaderteekenaarï
die advertentie met dezelfde wel
willendheid zich bereid verklaarde])
om een beroep te- doen op de meer
gegoeden, en zoodoende de behulpza
me hand te bieden in den nood di<
geleden wordt door hen die weinij
of nagenoeg niets hebben. Zeer ee
ker, de heeren zullen mij wijzen oj
zoovele openbare of filantrophische
instellingen, die werkelijk veel goed
tot stand hebben gebracht. En da
ee<n extra-gave noodiger is in dehui(
gezinnen zooeven bedoelcl, zal nie
mand tegenspreken. Zij, die de ge
woonte hebben op den Nieuwjaars
dag de door hen begunstigden finan
cieel te gedenken, zullen ook dit jaai
dat aantal der post- en telegrafi
niet hebben vergeten. Daarom, mijn!
heeren, hoewel uw pogen te sympati
se eren is, aan de andere zijde et.aa
ook een aantal, doch dat aantal i
grooter, dat aantal heeft meer noq
dig. Inzonderheid zullen de mede-oi
derteekenaren de heeren dr. Adria
en Van de Kamp, zeer zeker bete
weten dan menig ander, dat het f
nancieel belang pijnlijker te voela
is in de wijken, waar de werkloos
woont, waar de moeder treurt, Waa
het kind vraagt om brood en waa
niet is.
Ja, dóór is hulp noodig, noodigi
dan in de woningen der gesalarieei
deern
W. C. BOUMAN Jr
bekijken en ik ze eens zal aanpas-
een.
De lezeressen kunnen zich wel
voorstellen, met welke groote vreug
de de volgende dag werd verbeid.
O, nu begrijp ik het, zeide Tren-
field, Uwe japonnen, nietwaar?
Neen, mijnheer, meesterstukken,
gedichten, kunstwerken.
Jawel, gij zijt nog jong, en hebt.
natuurlijk de verleiding geen weer
stand kunnen bieden daaraan hebt
gij uw geld uitgegeven? Dat heeftu
zeker wel veel gekost, vermoed ik?
Kijk maar hier, dit is al het
geld, dat ik nog over heb, en gij
weet wat gij mij gestuurd hebt, zeide
Frances lachend, terwijl zij haar
beursje te voorschijn haalde, en hel
leegschudde, waarbij drie goudstuk
ken op haar schoot vielen.
Gij zijt toch een verkwisten 1
meisje, en zult mijne vrouw en doch
ters nog bederven.
Neen, ik ben als een speler, die
een hoogen inzet waagt; en eene
vrouw van zaken, die met haar geld
speculeert. Wat ik met mijne garde
robe zal doen. als ik niet slaag, da.
weet ik niet. Dan zal mevrouw Tren-
field ze misschien tot zeer verminder
den prijs willen koopen.
Nn ja zeide mijnheer Tronfielrt.
maar gij zult wel succes verwerven,
is dit niet het geval, dan hebt gij
nog nenoeg om van te. leven. Gij kunt
nu zonder bezwaren het geld van uw
vader opeischenwij zullen er ons
zoo spoedig mogelijk van overtui
gen.
Er kwam een waas van droefhei
over het gelaat van Frances. De ge
heimzinnige dood van haar vader
was de eenige schaduw op haar le
venspad. Zij had haar besluit nooit
opgegeven. George Manders te gaan
zoeken, om hem te dwingen, zich na-
1 der te vorklaren. Zij wist dat Tren-
field niets omtrent hem gehoord had
anders zou hij het haar wel verteld
hebben, maar eene inwendige stem
zeide liaar, dat zij elkaar nog we.
eens zouden ontmoeten.
I De dames begaven zich naar da
huiskamer, terwijl mijnheer Tren-
field beloofde, dat hij eerst zijne si-
I gaar wilde rooken, maar haar spoe
dig zou opzoeken, -daar het nogal laat
was geworden.
I De jonge Trenfield schoof eenige
minuten lang onrustig op zijne stoel
heen en weer, en zeide zijn varter,
dat, hij het hem niet kwalijk moest
'nemen, maar dat hij de dameswuda
I volgen! Mijnheer Trenfield zag hem
j met een vriendelijken, maar veelbe-
teekenenden glimlach in het gelaat.
Charlie, mijn jongen, neem rte
1 raadgeving van een bejaard man tel
harte. Wordt niet verliefd op juf
frouw Boucher.
1 Charlie bloosde, en liet uit jon
gensachtige verlegenheid het hoofd
hangen, en verbaasde er zich over.
dat zijn vader zijne gedachten zoo
goed had gelezen.
Zij is een goed en een mooi
meisje, en gij zijt een flinke jongen
ik ben trotsch op u, maar denk er
aan. dat zij naar alle waarschijnlijk
heid over eenige maanden alle men
schen aan hare voeten heeft, en haar
naam door geheel Engeland zal weer
klinken. denk dan eens aan de kans.
die gij hebt, en wordt dus niet op
haar verliefd.
Da.t zal ik ook niet, als ik er iets
tegen kan doen, zeide Charlie, op
bijna meewarigen toon.
Daar moet gij iets tegen kun
nen doen. Als ik er maar het minste
van ontdek, dan laat. ik u op het kan
toor eiken "avond tot negen uur aan
huurceelen, uittreksels enz. werken,
en dan zult gij zoo vermoeid thuis
komen, dat gij dadelijk naar bed ver
langt,. Gij zijt nu gewaarschuwd en
kunt. gaan, waarheen gij wilt.
Hij ging heen, en bevond zich hij
de dames niet op zijne plaats, daar
zijne zusters bij voorbaat, genoten van
de heerlijkheden van den volgenden
dag. daar die haar beschreven wer
den. Men moet Frances en hare
vriendinnen daarom niet van beuzel-
achtigheid beschuldigen, gij moet mij
eerder beschuldigen dat ik de vrou
wen beschrijf, zooals zij meestallen
zijn. Zij kunnen zich ook wel voor
stellen, welk eene gebeurtenis het is
in een huisgezin, waar de vrouwen
de meerderheid hebben, en waar ver
scheidene voortbrengselen van een
der eerste modisten uit Parijs wor
den binnengebracht.
1-Iet gesprek werd weldra gestoord
door een luid kloppen aan de deur. j
Mevrouw Trenfield keek verbaasd op. I
Bezoekers op dit uur Wie kon dat i
zijn?
Wie anders dan de beminnelijks
Duitscher, herr Kaulitz, met zulk
eene opgewondenheid, op zijn gelaat
dat die zelfs invloed uitoefende op
zijn bril, die meer schitterde dan an
ders. Hij kwam binnen, tegelijkertijd
dat, de meid hem aandiende. Of hij
opgewonden was of niet, hij toonde
zich toch beleefd, door zich voor me
vrouw Bourchier te verontschuldigen.
-O, geachte mevrouw, neem hei.
mij niet kwalijk, zeide hij, haar de
hand reikende. Ik kon er niets aan
■doen, ik wist dat juffrouw Boucher
vanavond zou terugkeeren. U moet
het mij niet kwalijk nemen. Ik zoa
niet hebben kunnen slapen, als k
Tiaar niet eerst had gezien.
I Toen hij dezen plicht had vervuld,
i snelde hij naar Frances en drukte
haar krachtig heide handen. Onge
twijfeld deed zijne komst haar ge-l
1 noegem elke welkomstgroet in Enge-j
land was haar aangenaam. Hij zette
zich toen naast haar neer, en vertel
de hoe het hem ging, hoe de men
schen de stukken, die hij componeer
de, prezenzij bedankte hem ook
voor de vele compositiën, die hij haar
had gestuurd in één woord, zij
was vriendelijk en hartelijk tegen
hem.
Nadat hij een paar minuten had
gezeten, werd hij onrustig en schoof
op zijne stoeL heen en weer, wisch-
te zijne brilleglazen af, streek vol
gens zijne gewoonte zijn haar in
wanorde, en wierp vluchtige blikken
door de kamer. Hij was even zenuw
achtig als iemand, die op het punt
staat, zich voor zijne geliefde te ver
klaren. Hij was zoodanig in de war
dat mevrouw Trenfield en hare doch
ters, die in dat opzicht zeer prozaï
sche menschen waren, elkaar ver
wonderd aanzagen, en vreesden dat
de kleine man misschien een toeva'
zou krijgen. Zelfs Frances zag hem
met een vragenden b'lilc aan. Hij werrt
rood van verlegenheid toen hunne
blikken elkaar ontmoetten.
Zou ik het wagen, fluisterde hij
Maa^ Tjêen, dat gaat niet na zulk eene
vermoeiende reis.
Wat wagen, mijn oude vriend
vroeg Frances.
"Tk heb het van alle menschen
gehoord. Tk heb een hunner geschre
ven, en. deze zegtwondervol prach-
tisr en dat zeggen zij allen, en k
verlang er zoo naar, het te hoore
Maar nu is het te laat.
In deze laatste woorden lag eu
eene wereld van zelfverloochenin
dat Frances luid lachte. Gij zou
■mij willen hooren zingen, is dat hei
O, neen, dat is nu onmogelij
Zoo denk ik er ook over, zeil
mevrouw Trenfield. Frances is ze
vermoeid. Het is dus beter dat gij
weggaat en morgen terugkeert, mij
heer Kaulitz.
Ja, ik zal gaan, en morgen
rugkomen, zeide hij, terwijl hij
stond met het gevoel, alsof hij ee
martelaar was. Goeden nacht.
Nonsens, zeide Frances, ik be
volstrekt niet vermoeid. Ga maar nai
de piano en speel het een of and
accompagnement.
Met verrukt gelaat gehoorzaami
de kleine man.
Gij zijt eene engel, gij zijtrë:
te goed, maar o, ik verlangde eroi
zoo naar u te hooren.
Hij zette zich voor de piano ne
en liet zijne vingers over de toetsi
glijden.
Gij hebt haar goed laten s
men, zeide hij, terwijl hij zich
mevrouw Trenfield wendde. Zond
iets meer te zeggen sloeg hij eeni
noten aan van de .Jewel Song"
de Faust", en keek naar Francf
Zij knikte toestemmend.
(Wordt vervolgd),