Tegen den avond kwamen de an-drank, en ik praatte net zoolang tot
dero pensionnalres moe en hongerig i het te laat was geworden om naar
van haar lange wandeling terug. den wal te gaan. Maar bekeerd had
Bij het avondeten verrastto ons ik ze nog niet. Ik hoorde ze zeg-
juffrouw Lola met een groote mand gen
champnge-wijn. Die vent heeft ons aan de praat
Mijn vacantietijd is nu spoedig gehouden. Maar de Gekroonde Schol-
voorbij, zeide zij, terwijl ze haar volvisch is 's Zondags ook open.
glas ophief, en het is daarom, dat ik Ik don volgenden morgen weer met
nu al mijn lieve vrienden mijn warm- ze aan den gang. En hoe ik het heb
sten dank wil brengen. Wilt mij niet klaargespeeld, mag Joost weten maar
vergeten en wanneer ge aan mij ik kreeg ze zoover, dat zij mij beloof-
deukt, wilt dat doen in vriendschap. den aan boord te blijven als ik kon
Behalve mij was er niemand inden maken, dat ze zich niet verveelden,
geheelen kring, die iets bijzonders Goed. ik stuurde dadelijk het dek-
achter deze eenvoudige woorden zochtknechtje naar den wal om vijf kan
doch ik las daarin meer dan zij ver-melk, en we dronken dien dag choco-
moedde. lade tegen de klippen aan; en des
Tweo weken verliepen cn juffrouw avonds was de oude harmonica lek
Lola was nog altijd onder ons. Zij van al 't spelenmaar die plakte ik
sprak in dezen tijd slechts zelden met weer dicht met stukjes pleister uit
mij, ze ontweek me zelfs. Niettemin de verbandlost. En ik kan je zeggen,
was ze v rooi ijker dan ooit. .meneer, je mag me nou uitlachen of
Eens op een avond aan het souper niet...
zittende, ontving zij een telegram. Zij Ik lach je heelemaal niet uit,
nam het in ontvangst zonder een man.
spier in haar srelaat te vertrekken,Maar ze zijn zoo goed als met
stak het in deif zak en at rustig door. aan den wal geweest en dronken heb
lk sloeg haar den geheelen verde ,ik ze dien zomer met meer gezien
ren duur van den maaltijd aandach-Een paar keer voeren er op Zondag
tig gade, maar haar schoone gelaats- wel lui van den wal voorbij en rie-
trekken verraadden niet de geringste pen„zeg, jongens, kom je niet een
ontroering. aanland? De Gegroonde Schelvisc.i
Na het eten sneelde zij ons iets is er ook nogmaar dan speelde ik
▼oor op den vleugel, schooner en in- maar op m'n harmonica het Friesch
niger dan ooit, en eerst te midder- Volksliéd, dat ze altijd bar mooi von-
nacht scheidden we van elkander. den.
Tegen drie uur in den morgen ont-i t Lijkt de historie wel van Odys-
waakte ik door het rollen van een rij seus en de Sirenen,
tuig en toen ik opstond en in de mor- j Wie zeg je. meneer l
genschemering naar buiten keek, ont-Odysseus. Maar ga je gang.
dekte ik voor het terras een eleganten Vertel maar verder,
landauer, met twee paarden bespan-Goed. Toen ik het zoover had ge
ncn. Op de trap stond een forsehe bracht, moest ik nog afrekenen met
man. wiens gelaatstrekken in het den aannemer, die me had uitgela-
donker niet duidelijk te onderscheiden £he<n om mijn geheelonthoudersschap.
waren Toen we daar twee maanden hadden
Plotseling hoorde ik in het hrns gezeten tusschen lucht en water,
lichte stappen en kort daaron zag ik kreeg ik een onbedaarlijk verlangen
juffrouw Lola's kleine teere figuur naar mijn vrouw en lande»; en toen
over het terrüs zweven en in het rij- daar rs over praatte tegen den
tuig verdwijnen. In het voorbijgaan machinist en den molenbaas, die ook
sprak zij tot denmanop de trap eeni beiden getrouwd waren toen spraken
ge Russische woorden. dat we drie dagen verlof
Hij antwoordde zachtjes, ging even moesten hebben van den aannemer
in huis, maar kwam ook dadelijk te- goedschiks of kwaadschiks, en iV
rug, om bij haar in te stijgen, waar- schJ'aa* kern er^over.
alle andere arbeidsters van de fa
briek.
He tzijn niet alleen vrouwen, -die
trachten langs tfezen weg den huwe
lijken staat te bereiken. Een heer in
het meer naïeve publiek. Zij wisten,
dat miss Aenea zich steeds met ge-
strekten hals, het hoofd rechtop liet
neervallen, en dat ze zich eerst boog
met katachtige vlugheid, als zij eeni-
ge voeten was verwijderd van het
Bristol vond eens in een blikje torna- strak gespannen net. Een oogenblik
ten een stukje ivoor, waarop een
Amerikaanscho farmer, die geen ge
legenheid had met het schoone ge
slacht om te gaan, een briefje had
geschreven, dat hij een hem passen
de vrouw zoekt.
COLIBRI
Luitenant Frederik Von Fahrer ont
ving op zekeren dag het volgende
briefje van de trapéze-kunstenares,
miss Aenea. Het luide als volgt
Teerbeminde Fred 1
Waarom zie ik je niet meer? Je
weet dat mijn hartje, zooals jij
altijd zegt, onrustig slaat, als je
niet bij mij bent. Hoe kan je het
over je hart krijgen, mij zoolang
te laten wachten. Je kleine colibri
zit bedroefd, met verwarde veer
tjes op zijn stokje in het kooitje.
Laat het vogeltje weer uit in den
zonneschijn en beproef het te van
gen, wanneer 't als een gevleu
geld, schitterend edelgesteente
van bloem tot bloem fladdert.
Je weet, hoe onhandig ik met
de pen ben. Maar deze mooie
woorden zijn je eigen, die je mij
an het oor hebt gefluisterd. Ik
verlang er zoo naar, ze weer u:t
jouw mond tin met jouw stem te
vernemen.
Ik ben niet boos op je. Ik ben
alleen bedroefd, dat ik je in zoo
lang niet heb gezien. Je wilt door
die scheiding mijn liefde noggroo-
ter maken, nietwaar? Doe dat nu
niet, anders sterft van verlangen
je kleine
COLIBRI.
later weerde zij de stoot af mot haar
kleine ronde schouders 011 sprong
lachend en licht als een eekhoorntje
in de arena
Nu ging er echter een kreet op uit
het publiek en zelfs de habitués ver
bleekten.
Miss Aenea boog niet als gewoon
lijk haar nek. Van de groote hoogte
viel zij neer, recht op het hoofd en
ze bleef levenloos liggen, zondereenig
geluid te geven, met gebroken nek.
Op het circusgebouw waait van
daag de vlag halfstok, gedurende de
begrafenis. Vanavond heeft echter de
gewone voorstelling plaats.
Luitenant Von Fahrer schreef dien
zelfden dag aan zijn vriend
ik'bSootSn vertreknog een paav opzichter had gezegdhij zou er wal
dagpa uit te Sel en In roofang moge- M oog on houden. Toen kwam h,j
i-.r „or. Ha hnoriiiirr. fris- weer met wat anders, ik weet niet
lijk te gemeten van de heerluke. [na „auwi?hci(i m!mr
KOp era morsen, toen ik juistgereed toen was one geduld ook op
'v L hri.-ht We spraken af. we zouden den vol
stond om te gaan wand c_ gen den morgen met de sleepboot naar
de post mi] eenige b e J ginger stad st0(fmen en daar den trein
meo in de leeszaal, en zag ook even kk z eezeed z00 gedaan
een van de vele nieuwsbladen m, wel-Pa^emZoo gezegd, »o
ke de postbode had meegenomen.
ïl-r cerate, waarop mijn eogen vie
len. was een „vet" gedrukt telegram,
voorin
Maar voor we naar het station gin-
gen, liepen we even bij den aannemer
aan op z'n kantoor. Die sprong, want
het is een kort, driftig kereltje, wel
drie voet in de lucht, toen hij ons
A«*aAG OP DEN MINISTER heawat scheelt
VAN BINN. zAKt.N. .e?„ schreeuwde hij .waar héb je
Een jonge vrouw, een nihilist?, den mojen gelaten
juffrouw Lola Kowakowski, heelt Die ligt goed en wel bij den wa-
heden getracht een moordaanslag terweg voor anker, zeg ik, en we heb-
te plegen op den minister v. Iv. {>en er e6n mannetje opgezet, om de
Door Gods goedheid is de misdaad wacbt te houden, en de opzichter zal
verijdeld. De daderes is gevangen een 00gje jn 't zeil houden."
genomen. I ,,.Ja maar, zegt hij, hoe kom jul-
lie er bij, om er van door te gaan
Mijn vermoeden Mijn vermoeden! Ik heb toch geschreven, dat je ge?n
Met zenuwachtige haast vouwde ik verlof kreeg."
de andere couranten open en vond in i „Meneer, zeg ik, dat zal ik jeuit-
alle hetzelfde korte bericht... leggen. .Tij hebt me gezegd, ik zou r's
Arme kleine feeën-koninginNu probeeren om deze mannen van den
zou zij. die ücht en lucht boven alles drank af te houden, en dat heb ik ge-
liefhad, in Siberië's bedompte gevan- daan met een harmonika en een cho-
genissen versmachten Dat was net coladeketel. Maar, zeg ik, wat wil 't
dus, waartoe men haar tegen haar geval Nou zijn ze van 't drinken aan
wil had gedwongen 't denken geslagen 1), en ze hebben
Ik legde de couranten op de tafel gedacht, dat het een mensch toekomt,
brief op
De luitenant zat lang gebogen over
dit briefje en hij scheen een zwaren
strijd te voeren met zichzelf. Opeens
stelde1"* Dat was nog nooit vertoond. Vacan-jnam hij vastberaden zijn schrijfmap
Langen tiid lu'sterde ik nog naar tie voor een molenbaas en een ma-1 voor zich en stelde den volgenden
het'geratel van de raderen, dat steeds fhi"istJ Vjerfn tviiv^n, g,ftn J',
meer en meer in de verte wegsmolt, brek. Eerst heette het dat het n et.
F.en maand was sedert juffrouw kon omdat de opzichterhet met
Inln's afreis verloooeu De herfst had foeö zou vinden. Maar die rond het
^ninmcM èldaaif en het getal dadelijk best. Toen schreef de aan-
xomergasten verminderde van dagtot nemer dat de molen niet onbeheerd
dog. Ook ik had mijn koffer gepakt kon blijven liggen. Ik schreef „1
en was van plan af te reizen doch 'hit die niet weg liep. dat we er ven
het weer was® zoo heerlijk schoon.dat mannetm opwudm zetten _en datd*
en ging naar mijn kamer. Dienzelf
den middag nog reisde ik weg.
Van 't drinken
an 't dinken.
Zeer geachte juffrouw
Ik verzoek u mij te verontschul
digen, dat' ik zoo onbeleefd was,
bij u mijn verplicht bezoek, mijn.
laten we zeggen, afscheidsvisite,
liiet af te leggen.
Ik had het reeds lang moeten
doen en ik betreur, dat het al niet
lang is gedaan, daar de nalatig
heid gemakkelijk als lafheid kan
worden opgevat. Geloof echter,
dat het meer een uiterlijke fijnge
voeligheid is, die mij aanleiding
gaf, om de pijnlijke tooneelen te
vermijden, die zulk een breuk
dikwijls tengevolge heeft.
De reden van mijn wegblijven
is u zeker wel bekend geworden
langs omwegen. Ik ben niet meer
de vrije man. die ik vroeger was.
Wat vroeger of later moest gebeu
ren. is geschied. Ik heb me ver
loofd en ben van plan. reeds in
den eerstvolgenden tijd te trou
wen. Ik reken op uwe discretie,
die ik zoo dikwijls heb bewon
derd, als ik u beken, dat niet de
liefde alleen mij tot dezen stap
heeft gebracht. De macht der
omstandigheden was sterker dan
mijn wil. Ik verzoek u, er van
overtuigd te zijn, dat ik de herin
nering aan onze vriendschap al
tijd in dankbaar aandenken zal
honden en ik hoop. dat deze
breuk, die tusschen twee men-
schen uit verschillenden stand
toch eenmaal moest komen, tot
geluk voor ons beiden moge uit
vallen.
En hiermede wensch ik u het
allerbeste op uw verderen levens
weg.
Uw dw.
FRED. VON FAHRER.
luit. van het le reg. dragonders
z'n vrouw en kinders eens te zien,
als hij twee maanden lang tusschen
lucht en water heeft gezeten; da.t het'
z'n recht is. En daarom zijn we nou j
hier." 1
„Ja, viol toen de machinist in,Een paar dagen later kon men in
verleden zomer hadden we geen ver- eem plaatselijk blad van de stad,
langen naar huis. Toen verlangden waarin deze brieven werden gewis
se alleen naar de flesch. Maar als je seld, het volgende lezen
Schipper Z. vertelt. ons niet laat gaan, meneer, afijn, dan het „Hippodrome" had Zaterdag
Ik vaar tegenwoordig een sleepboot- maar weer aan de drank." nen zeer deerniswaardig ongeluk
je, meneer, 't Is maar een klein ding, En 't slot van 't lied is geweest, dat "laats. De kleine, allerliefste trapéze-
maar eon parmantig ding. Verleden de aannemer aan elk het halve loon Kunstenares, miss Aenea, of de „Co-
jaar zijn we den heelen zomer ver- gaf voo r reispenning. Zoo heb ik hem libri", zooals zij op het programma,
huurd geweest aan een aannemer, die er tusschen genomen voor zijn grap- boet. zou den grooten duikersprong
baggerde bij den waterweg. En als we jes over mijn geheelonihoudersschap. J'it den koepel van het hooge ge-
(„Soc. Weekblad".)
dan bij rauw weer de zee ingingen
met de zandbakken en do zee stond
hol, dan zag je van den wal het heele j) jn des verhalers mond fhii - .-■■ -
bootje niet meer. Ja, uit die tijd moet een Fries) was de woordspeling veel inaïn,eeIl, w TPtre^u™:
vertellen, dat 16 aardiger..van 't drinken'aal din tot boven irl het gebouw' TerwiiI zii
bouw uitvoeren.
Zij had haar werkzaamheden aan
de trapéze afgedaan en liet zich, als
ken", zei hij.
ZONDERLINGE HUWELIJKS
AANZOEKEN.
het gebouw. Terwijl zij
glimlachend het publiek toewenkte,
verdween haar kleine, met glinsteren
de metalen schubben overdekte ge
stalte, met het kinderlijk gelaat en
de groote, droomende, blauwe oogen
in den koepel van den circus.
Een wit, geborduurd doekje, dat zij
ik je toch nog wat vertellen, dat je
plezier zal doen, meneer.
Toen wij pas verhuurd waren aan
dion aannemer, kwam ik eens bij
hem op het kantoor.
,,Z„ zegt hij zoo'n beetje gek
scherend, jij bent zooveel als afschaf
fer naar ik hoor. Weet je wat je moot
doen Op dien baggermolen van mij
heb ik een stelletje, dat 'm lust. De
haas en de machinist en de knecht. wensch te kennen o-avat. in h„ *ï',0 U1" ue
te geven mekaar niemendal toe, en 1{Tpn 6.^"®n £even in l.hu" toeschouwers een denkbeeld te geven
verleden jaar, toen we daar op de- welDk te treden. Zoo vond een jaar van de hoogte van het gebouw. Het
zelfde hoogte hebben gebaggerd, heb of wat geleden de bediende van. een was overigens niet het doekje, waar-
ik telkens klachten van den burge- lakenkoopman in Birmingham bij het van ze zich gewoonlijk bediende. Tot
meester gehad, dat ze aan wal zoo de afrollen van laken een briefje, dat n°£ *oe ze .zich, steeds bediend
beest speelden, ais ze gingen passa- in de fabriek het laken had opgerold,
gieren. Leer jij ze dat nou ra af. Dat j schreef Wje zjj waSj voegde er otj-
He tkomt soms voor, dat menschen KL
peen eigenaardige
mnni., had gebonden, zweefde als een duif
langzaam naar beneden, als om de
is net zoo'n werkje voor jou".
Hij wou me met m'n geheelonthou-
den een beetje voor den gek houden
maar ik dachtdat zal ik je afleeren.
haas.
zonderheden bij en meldcte, dat ze
z'ch zeer eenzaam gevoelde en een
van een gekleurd zijden doekje, dat
bij het neervallen geleek op een kle'-
nen, fladderenden colibri.
De gewone toeroepen hadden plaats
uit de arena en den koepel ten tee-
op sleeptouw en stoomen
waterweg. Maar voor we
den
wal
h uwelijk met een braaf man wensch- ken, dat alles in orde was.
te te sluiten. Of liet bericht tot een Allright l klonk het van beneden.
ge
zegd.
paa.r woorden, waarvan miss Aenea
zich steeds bediende, wanneer zij zich
gingen, Üep ik nog even de stad in en I n, ee" officieren club te Londen gereed maakte voor den grooten
kocht, een half sleten harmonica, een vond een hoofdofficier, die een hava- sprong. De beteekenis dezer woorden
pak cacao c-n een groote chocolade-na-sigaar rookte, welke hem dooreen had nog nooit iemand begrepen. Dat
ketel. De moienbaas en de machinist kellner was gebracht, in die sigaar dood er ook niets toe, want de artis-
waren ook de stad in geweest en kwv I een klein briefje van een sigaren- *fn Plegen b'i hun werkzaamheden
men niet een paar flesschen dranlimaakster uU Havana, die schreef dat ^>'s ,u"'ro®«n
aanzetten. I \olgens hun meening bijzonder goed
Dat was 's Maandags. Ik liet ze ,1e f> |ong 0 «-enschte klinken,
eerste week begaan, en ze raakten 'm. trouwen. Het eigenaardige was, Miss Aenea, die met het hoofd naar
*sZaterdagsavonds wilden ze naar; dat in datzelfde kistje nog drie andc- beneden hing. liet de trapéze met de
den wal om voor den Zondag weerre sigaren werden gevonden, die een beenen los. Uit het orkest, dat. om
voorraad op te doen. want we bleven gelijkluidend briefje bevatten aandacht nog meer te spannen
altijd op stroom liggen. Niet aItiid bliift „en dergeliike do- f?ni?e "ogenblikken had gezwegen.
„Jongens, zeg ik. we moeten toch I i?.. vn'ionmakar klonk nu een zwaar tromgeroffel. Als
zien of we hier morgen met mekaar g zonder. gcvo'ff- Een kastenmaker een p;j] uit den hoog schoot do gestal-
niet een verzetje kunnen hebben, 't Is vond eens in een nieuwen hoed een f.g door de lucht,
hier anders, zeg ik, zoo vervloekt saai j briefje van een arbeidster uit de.hoo-
op het water."
„Ja, zeggen ze, daar was 't ons
net om begonnen. We willen wat ha
len in de flesch."
Toen stak ik van wal en ik stak
mijne eerste predikatie af tegen den
Een huivering ging het publiek
met iemand over
ik wordt krankzin-
defabriek, waarin deze verklaarde, door de leden. R ijde habitués onder
dat zij geneigd was een goed huwe- de circus-bezoekers, die in de zijgan-
lijk et doen. De man antwoordde, een fe„n „"'"""C"' fverZet van "Pg?:
v wondenheid mets te bespeuren. Zn
kennismaking volgde en het einde gCnoten Weer van de angstige span- ----
was een huwelijk, bijgewoond door ning, die zich meester maakte van stappen.
Ik moet ei
sprdken, of
nig.....
Wat Zaterdag in het „Hippo
drome gebeurde, heeft, zooals jij.
die mijn relatiën kent, wel begrij
pen moet, een onuitwischbaren in
druk op mij gemaakt. Gelukkig
was ik niet tegenwoordig, toen
het plaats had. Ik had met eenige
vrienden een laatste vrijgezellen-
feestje. Als ik de kleine Colibri
daar had zien liggen met gebro
ken nek, ik zou, geloof ik, aange
tast zijn door een krankzinnig
heid, die me naar de revolver zou
hebben doen grijpen. Nu is mijn
smart stil, in zich zelf gekeerd,
maar. o, zoo diep Ik moet maar
al aan haar denken en 's nachts
vervolgen mij dikwijls bloedige
spoken.
Ik heb namelijk een vreeselijke
zekerheid gekregen. Je weet, hoe
lief en overmoedig zij altijd was,
de kleine Colibri. Als zij mij
den circus zag, terwijl zij zich
gereed maakte voor den grooten.
gevaarlijken sprong, dan wijdde
zij zich, om zoo te zeggen, aan
mij in het oogenblik, waarin zij
den dood uittartte. Als een stie
renvechter, die den hoed van zich
werpt en, als hij met. den blan
ken degen den stier aanvalt, den
naam zijner dame roept, zoo riep
zij, terwijl zij zich gereed maakte
voor den sprong: „Voor jou.
Freddi
Voor mij, voor mij alleen wou
zij den sprong doen, zonder op
al de onverschillige menschen te
letten, die daar op hun plaatsen
zaten en voor wat geld zich een
griezeling op den hals wilden
halen, omdat zii een leven in ge
vaar zagen.
Dikwijls dreef zij de spanning
tot het uiterste en boog zij eerst
dicht voor het net het weerspan
nige hoofd.
Als ik haar dan daarover sprak
na afloop der voorstelling, dan
lachte zij, legde mij de hand op
het hart en zei
Laat mij eens voelen, of het
heviger klopt.
Toen ik eens na een dienstreis
van veertien dagen voor het. eer?»
weer in den circus kwam, zei de
Colibri tot mij
Je moet niet denken, dat k
je een enkelen avond heb verge
ten.
En zij liet mij de kleine, zijden
doekje zien, dat zij vóór haar
sprong door de ruimte liet flad
deren. In den hoek stonden de,
woorden geborduurd „Voor jou,
Freddi".
Den morgen na haar val, ont
ving ik, toen ik nog te bed lag,
een brief. Er stond geen woord in
te Jezen, de enveloppe bevatte al
leen het zijden doekje niet de ge
borduurde woorden„Voor jou
Freddi
Ik glimlachte en legde het bij
mijn andere kleine herinnerin
gen. Zij was dus niet meer boos
op mij....
Een uur later las ik de cou
rantToen begreep ik alles
Anderhalf jaar later schreef me
vrouw Von Fahrer aan een vrien
din
Lieve Edith
Ik had nooit gedacht, dat het in
mijn huwelijk zoo goed zou gaan.
Tlf wiel Hol "KVïfc. irdn ffllv.
Komaan, vervolgde de barones,
zet nu niet zoo'n arme-zondaarsge-
zicht, de hemel wil dit huwelijk, nij
begunstigt mijn plannen door in dit
huis zelf, op de bovenverdieping een
tante van Marguerite te brengen. De
ze dame woont sedert veertien dagen
(hierboven. Wij hebben van haar
nicht gesproken en ik heb haar aan
geraden. haar te doen overkomen om
haar behulpzaam te zijn in het in
richten van het huis. Zij heeft het
denkbeeld uitstekend gevonden, te
meer, daar ik haar al het goede ver
teld heb, dat ik van u denk....
René de Maule stond plotseling op.
Waarde mevrouw, gij zijt dui
zendmaal te goed u met een koppige
als ik bezig te houden. Ik zou een
keer te meer uw welwillendheid on
waardig toonen....
Ik wil, dat gij Marguerite ziet 1
lk bid u, mij daarvan te ver-
schoonen.
Het gelaat der barones helderde
plotseling op.
Gij zult haar zien.... Men belt
zoo juist. Dat is zij, en daar dit
salon geen twee uitgangen heeft
René wierp een tegelijk angstigen
en woedenden blik om zich heen. Hij
was gevangen
Een gedruisch van stemmen klonk
uit de anti-chambre. Nog een oogen
blik en de onverbiddellijke mevrouw
d'Avert zou hem door verrassing ge
dwongen hebben, met de jonge dame
kennis aan te knoopen.
Plotseling helderde zijn gelaat op.
Hij was in burger en de tante noch
de nicht kenden hem. Hij zag een
uitkomst.
Hij sprong naar de piano, opende
ze en begon er op te tokkelen „ré,
ré, ré, la, la, la."
Verbaasd, hem niet begrijpend,
keek de barones hem aan.
Op het oogenblik, dat de deur ge
opend werd en twee bezoekers bin
nentraden, tokkelde René eenige ma
len op dezelfde toets, sloot daarna
de piano, boog diep voor zijn ver
volgster en zei ernstig
Mevrouw de barones, de piano
is gestemd.
Zonder mevrouw d'Avert aan te
zien, zonder de oogen op te heffen,
haastte hij zich naar de deur.
Een heldere stem, niet die der ba
rones, riep hem terug.
Mijnheer.... wacht even Welk
een geluk, een pianostemmerMijn
piano is sedert de verhuizing geheel
ontstemd. Marguerite, ga met mijn
heer naar boven en wijs hem de
piano U vindt het immers goed,
waarde vriendin
Zeker! zei de barones.
René alleen begreep den triomf
kreet der oude dame. Hij moest zijn
rol. die hij onvoorzichtig gekozen
had, verder spelen.
Ik volg u, juffrouw! zeihij.
bekennen. Ik heb die rol van
mer op mij genomen, om niet aan
te worden voorgesteld.,^. Ik wilde
niet kennen.
Maar waarom
Omdat ik u niet kende....
Zij begon te lachen en haaroogj
keken ondeugend en boosaardig.
- Niet waar, juffrouw. Gij zultm
nooit kunnen vergeven'?
Marguerite was weer ernstig
worden.
Zwijgend keerde zij zich om,
liet den schuldige en keerde naarm
vrouw d'Avert terug. Zij belde o
duldig, als had zij haast, zich
ontslaan van een haar hatelijk gen
schap ten minste zoo daoht
wanhopige officier er over.
Juffrouw, ik zeg u vaarwel.
Ik vraag- u niet, mij te vergeve
Zoudt gij het kunnen, daar ik n
het mij .nooit zal vergeven. Vaa
wel, juffrouw....
De deur werd geopend.
Marguerit-e keerde zich plotselii
om en René zag weer de lachen
oogen en den spottenden mond.
Waarom komt gij toch niet bi
nen? zei het meisje.
René de Maule begreep, dat m
hem vergeven had.
In het nog slechts half gemeubi
leerde salon, waar het licht.door de
vensters, nog zonder gordijnen, met
volle stroomen binnenviel, kon de
geïmproviseerde stemmer zien, hoe
lief en aardig juffrouw marguerite
was. Verrukkelijke oogen, prachtig
haar. Maar een pianostemmer heeft
'daarmee niets te maken. Men zei
hem op koelen toon
Daar is de piano, mijnheer.
Zoo, de piano, uitmuntend.
René ging op het stoeltje zitten,
opende de piano en beschouwde pein
zend de toetsen.
U zult ze een halven toon lager
moeten stemmen, nietwaar, omdat
ik zing....
Zoo, zingt u. juffrouw Ik ben
er zeker van, dat u een prachtige
stem bezit.
De blauwe oogen werden heel ern
stig en René dacht weer aan zijn
rol.
Domoor, gij zijt maar een stem
mer. Gij hebt het zelf zoo gewild...
zie dat gij u uit de zaak redt, zooals
ge kunt.
De officier tokkelde met zijn vin
gers op de toetsen. Het was zoo af
schuwelijk valsch, dat René aan
stonds ophield.
Ai! zei Marguerite.
Het is een rammelkastzei de
officier vermetel, terwijl hij driftig
de piano sloot.
Hij herinnerde zich, dat men een
piano uit elkaar neemt om ze te
stemmen. Maar hoe moest hij dat
aanleggen
gaax.. Waarom blijft dat jonge meisje
Ik wist. dat Frits van zijn vrijge- daar'? Waarom gaat ze niet naar be-
zellentijd er aan gewend was zich nedeu Dan, ja, dan zou hij op zijn
veel buitenshuis te bewegen, dat ^st er uit trekken,
hij nog al vaak in den circus didaat Zal de tante van Margue-
pjfjg diep verontwaardigd too-
nen
O, wat een geluk, Marguerite zelf
begint de piano uit elkaar te nemen.
Met haar lieve, witte vingers legt zij
de snaren bloot.
- En nu vraagt de onvoorzichtige
zich af, wat moet ik nu aanvangen?
Fa, ra, fa.... si, si, si.... sol, sol,
sol.
DE KLEINE VIRTUOOS.
Daar trekt hij lieen, de zoon y&n
[Zuiden,
Door bosch en h.ei loopt vaak zi
[pad
Hij zingt en speölt voor alle hui»
Nooit spelens moe, hoe afgemat
Zoo trok hij voort, van 't zoele Zuid
Naar 't vreemde, kille Noori
[heen.
Ver van zijn hutje en dierb're
[der.
Staat hij thans eenzaam en allee
Zijn blik, schoon vurig, blij en ope
Trekt ieder aan, die 't knaapje zi
En lachend neernt hij ied're gave,
Die men den kleinen speelman bil
Maar als hij zich, zoo eenzaam %i
[vend,
Waant door geen menschenoog
[spied,
Dan weent hij, peinzend over moe
En over 't land. dat hij verliet.
ö*n neemt hij met een traan iu
[oogen,
't Hem dierbaar speeltuig weer
[hand,
Don speelt hij tonen vol van ht
[wee,
Naar moederlief en 't vaderlan
Do kleine kunst'naar stort in tone
Bekorend schoon zijn harte uit,
Hergeeft het trillen zijner ziele
In 't weefmoed-volle snaargeluid
Dan luist'ren. ach, alleen de bic
[kens,
Verscholen tusschen dorre hei,
Naar 't kinderlied van 't arme kn
Üo,
Zoo boeiend schoon van melodi
Dit lied zong hem zijn lieve moed
Toen hij nog in zijn wiegje lag
En, zwerft hij nu door vreemde
[ken,
Dat lied verzelt hem dag aan
Dan rijst hem 't beeld dier lieve
[der,
Geknield, helm zeeg'nend voor
Het wijst hem opwaarts, op d' Algi
Die steeds haar Helper is gewei
Daar trekt hij heen, de zoon
[Zuiden,
Door bosch en hei loopt vaak
[pad
Hij zingt en speelt voor alle hui
Nooit spelens moe, hoe afgenu
kwam, en dat hij daar wel eens
beminnelijker was, dan het,
streng genomen, paste voor een
echtgenoot.
Mot het oog op ons verschil in
leeftijd besloot ik van den begin
ne aan tegenover hem heel libe
raal te wezen, als hij dan maar
niet de mij verschuldigde achting
uit het oog verloor.
Nu zijn we reeds meer dan een
jaar getrouwd. Frits is echter nog
geen avond uit geweest.. Hij is
misschien wat te stil, maar dat
staat hcim heel goed en zelfs als
ik met hem ging, geloof ik niet.
dat hij er toe bewogen zou kun
nen worden, om een voet in den
circus te zetten. Ik noodig hem
daar echter natuurlijk ook niet
toe uit, want ik hou niet van deze
GERECHTE TWIJFEL.
Echtgenoot van een actrice
moet ik er nu vat* donken? Is
wérkelijk in onmacht gevallen,
dit de generale repetitie voor
avond
EEN GELUKSVOGEL.
KlaasEn hoe geet 't jouw K
teugeswoordig
De oude Krelis O, dien geet 't
tegewoon goed De veurige moa
tie bij twoalf koebeeste en twe
keuës ingetrouwd 11
NOBEL.
Parvenu (tot zijn dochter)
die vervelende vrijer staat wee
neden naar je te kijken.... Giet
een flesch champagne over hem
De Erfenis.
Mijnheer én mevrouw De Perles
jken elkaar aan met groote oo
vil K r? a h ee°1°e. schre-tweemaal zoo groot als gewoon
den verwijderd René ademt ruimer. iVoor de tiende maal minstens P
Hij musiceert weer: fa, fa, fa*mevrouw het volgende telegram,
i u-- x u xxx- 'middag ontvangen uit La Rochel
Maar dat kan hij toch niet tot in onderteekendNotaris Meurice".
het oneindige blijven doen.... „Hedennacht overleed mejuffi
Marguerite treedt weer nader. Rosalie de Perles, zonder testa
Drommels, wat is zij hef, jong en,na te laten. Kapitein De Perles,
gracieus j dichtst nabestaande der overled
denkt de offi- wordt uitgenoodigd onverwijld ovs
zijn en ik ben overgelukkig, dat
Frits geheel voor mij en zijn huis
leeft.
Wat een verstandige vrouw al
niet vermag, als zij dem man
maar op de goede manier behan
delt.
Duizend groeten en kussen, lie
ve Edith, van je gelukkige
ELLEN."
IEn dan te weten,
méiisc'lW'^'di^maar^a'l^pelneedh'6n ™anhoP'S,..dat. >k daar beneden komen onï de zaken te regelen.
7ïin J ?i l "ad kunnen zijn in het salon van derdag 27 Februari zal de beg
rnevroriw d Avert, pratend met dit plaats hébben."
jonge meisje.... want ik zou Jtjetrecht i Zij konden het zich nog maar:
hebben, met haar te praten, haarbegrijpen
aan te kijken.... en zij zou an two or-Kapitein De Perles stond pein
den En nu sta ik hier als een be-j voor den breeden, ouderwets
lachelijk figuur bij de pi^no, en als schoorsteen, nu den oenen, dan
ik over iets anders dan over valsche anderen voet warmend aan het
noten durf spreken, werd ik dooreen hjk brandende vuur.
blik van beleedigde koningin verplet-; Het was al zoo lang geleden,
terd!.... Het beste dat ik" kan hopenhij zijn nicht voor het laatst g>
is, dat zij naar haar tante terug-; had. hij was toen nog op de miW
keert en haar waarschuwt, dat er academie. Hij kon zich haar 118I
De Pianostemmer.
Ditmaal, mijn beste jongen, kunt
gij u niet onttrekken, nooit meer zult
gij zooals nu alle voorwaarden voor
het geluk vereenigd vinden.
René de Maule wierp een verwij
tenden blik op barones d'Avert.
Sedert een jaar. dat hij in dit klei-
een gek in haar appartement is.
Do, re, mi, fa, sol....
lijks meer voorstellen.
Van schrijven hield hij niet,
hadden ze elkaar langzamerhand
>u re nu, ia, soi... hoel uU het verloren.
-Juffrouw 1 nep plotseling Rene Die g0edeKBosalia, dt
met droevige stem uit. pitein in gedechten. els ik hei
Mijnheel |beb za] een aardjg fortuintje
Ik ben een ellendeling Neen,ben nage]atefn. Voor zichzelf was
gij weet het niet.... Maar gij moet zuinig, behoeften had ze niet;
mij vergeven, ik kende u niet.... wat ze besteedde, was ten bate
Neen, gij weet het niet. Luister, -t de armen en ongelukkigen haari
ne stadje in garnizoen lag, waar hij smeek ik u, ik ben geen pianostem-j g<? genoegen was weldaden te 1#
deze oud-vriendin zijner moeder mer.... ik ben luitenant de Maule zon. Ik had nooit gedacht iets
terugvinden, streed René tegen de
oude dame. die hem met alle geweld
in het huwelijksbootje wilde doen
Ah, juffrouw.... juffrouw, ik.... ik haar te zullen erven,
ben verloren door mijn schuld en in I -- Maar André, je bent toch
de onmogelijkheid, voor u te verschij- [eenige erfgenaam me dunkt, ze
nen. Maar ik wil u ten minste alles toch veel te grootmoedig, naar