RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (De namen van de kinderen, die mij van deze raadsels vóór Donderdag morgen oplossingen zenden worden in het volgend nummer bekend ge- maakt) 1. (Ingezonden door Marie Schou- j ten.) Mijn eerste is op elk schip voor- radigzonder mijn tweede zou er geen handel bestaanmijn geheel is j een koopman. 2. (Ingezonden door Louis deLagh.) Maak hieruit een bekend man uit onze geschiedenis. ramuist 3. (Ingezonden door Johan van den Bosch.) Welke jongensnaam van zeven let ters blijft hetzelfde als men hem om keert 4. (Ingezonden door Nelly de Mun- nik.) Wanneer komt de soep vanzelf uit de pot 5. (Ingezonden door Cornelia van den Heuvell.) liefhebber liefhebber liefhebber J liefhebber liefhebber liefhebber liefhebber liefhebber 6. (Ingezonden door Jacoba Ter- haak.) Ik ben geen boom En ook geen bloem, En toch zit ik vol bladen. 'K vertel en spreek toch niet, Wie kan dat raden? 7. (Ingezonden door Reinier Bra ke!.) Ik ben aan iedere boom of plant, als ge mij omkeert ben ik een dier. 8. (Ingezonden door Abraham Brakel.) Mijn geheel is een persoonsnaam uit den Bijbel. 5 6 7 komt van pas als men flauw is Op een 2 4 6 3 wordt veel gedra gen als ik de deur niet uit kan, maak ik gebruik van het 3 4 6 7. een 14 3 groeit op het veld een 2 3 4 6 7 groeit in Hollandsch duin. 9. (Ingezonden door Annie Wijk huizen.) Vier lettergrepen vormen saam een welbekenden meisjesnaam. Mijn eerste heeft een ieder mensch. Mijn tweede vindt ge ras Al- sre uit hoeveel drie letters neemt. Mijn derde komt te pas Bij 't zingen vanut, re, mi, fa. Mijn vierde heeft één been minder dan Ma. Zeg nu eens spoedig, wie zoo heet. Geen Nederlander, die 't niet weet. 10. (Ingezonden door Catrientje Besse.) Welke sterren schitteren niet? meisjes of jongens, die de beste tee- kening gemaakt hebben van een huis wat je nog meer op de teekening wilt zetten, kan mij niet schelen, maar een huis moet or op staan. In de tweede afdeeling worden prij zen uitgeloofd voor dé beste teeke ning van het een of ander voorwerp, dat je in de huiskamer ziet. De prijzen in de derde afdeeling zijn bestemd voor de jongens of meisjes, die het netst een plaatje na- teekenen, dat in de Rubriek „Voor onze Jeugd" heeft gestaan. (Dit plaat je moet óf vergroot, óf verkleind zijn.) In de vierde afdeeling zijn de prij zen voor den netst geteekenden plat tegrond van Haarlem. (Hierbij mo gen andere plattegronden geraad pleegd worden). De prijzen zullen bestaan uit mooie boeken, in prachtband gebonden, of j uit een gebonden jaargang van De i Kindercourant. In iedere afdeeling wordt een prijs' toegekend aan een jongen of meisje van elf jaar of jonger dan elf jaar, en een aan een jongen of meisje ouder dan elf jaar( De teekeningen mag je aan mij zenden, zoodra ze klaar zijn. Woens dag 5 April is de laatste d3g van inzending, dus Donderdag moeten j alle teekeningen aan mij bezorgd I zijn. Bij iedere inzending moet duidelijk staan (op de achterzijde van de tee kening te schrijven) I. Je naam, (Voornaam en ach ternaam voluit). II. Je leeftijd. III. Je woonplaats. IV. Een mededeeling. of je de tee- kening gemaakt hebt naar een plaat i of andere teekening, naar het voor-'i werp zelf of uit je hoofd. V. Een verklaring of je zonder hulp gewerkt hebt. Nu verlang ik al naar 5 April, om te zien, wie de mooiste teekeningen gemaakt hebben Ga maar dapper aan 't werk. en doe goed je best naar school gaat, zonder dat de kla re maneschijn er bij te pas komt Het is een alleraardigst boek om met de kleine broertjes en zusjes te bekijken, en ze te vertellen bij de leuke gekleurde platenwat zullen ze een pret hebben om dien langen, mageren meester met zijn pijp, waaraan Uzeltje's Vader zoo staat te trekkenMaar vertel er vooral ook bij dat de klare Maneschijn nog nooit een kindje naar school gebracht heeft Ondeugend Liesje (Ingezonden door Nelly de Munni k.) Kleine Liesje ging eens uit, Ze wilde als groote menschen doen; Ze ging dan ook heel ver, die guit! Maar wat gebeurde er toen Ze werd al spoedig, o, zoo moe En bij het kijken naar het varen Vielen Liesje's oogjes toe, Terwijl Pa en Moe aan 't zoeken waren. Zoo vonden Pa en Moe haar, En namen haar mee naar huis In haar bedje sliep zij daar Zoo rustig als een muis. Maar 's morgens zei ons Liesje klein, Beloofde 't, keer op keer ,,'K zal nooit meer zoo ondeugend zijn, Heusch, heusch, ik doe 't nooit meer Uzehje. De Teekenwedstrijd v Voor de jongens en meisjes, die de voorwaarden van dep teekenwedstrijd nog niet goed weten, volgt hieronder nog even een korte opgave. De wedstrijd is verdeeld in vier afdeelingen, en je kunt zelf kiezen, in welke afdeeling je mee wilt doen; ook mag je, wanneer je daar zin in hebt, in meer dan één afdeeling mee doen. In de eerste afdeeling nu, zullen de prijzen worden toegekend aan de Een aardig boek voor de kleine broertjes en zusjes, ja, dat is „Uzel- tje". Uzeltje is eigenlijk een heel on- deugend klein meisje, want. weet je: Uzeltje wou niet naar school toe gaan. of ze moest gedragen zijn door den klaren maneschijn, i En wie wil er nu door den kla- ren maneschijn naar school gedra- gen worden Dat begrijpt iedereen I toch, dat kan nietIk denk, dat de klare maneschijn wel wat anders te doen heeftMaar dat begrijpt het ondeugende Uzeltje nu juist nietop een van de eerste plaatjes zie je haar zitten in een hoekje, met heel booze i oogen, en Grootvader en Vader en j Moeder begrijpen maar niet, wat ze toch met dat stoute Uzeltje begin- neai moeten. Eindelijk gaat Vader naar Meester toe, en vraagt, of hij Uzeltje slaan wil. Maar daar heeft Meester niets geen zin in. Dan gaat Vader naar den knuppel toe en zegt„Wil je Meester afros sen Maar de knuppel wil ook niet. Je moet lachen als je dat gekke ge zicht van den knuppel ziet Dan gaat Vader naar het vuur, naar het water, naar de koe, naai den slager, en nog een beeleboel meer. Naar die deftige, dikke koe moetje eens kijken, en naar dat bolle ge zicht van 't waterZoodra 't water er bij te pas komt, begint het hard te regenen, en dan steekt Uzeltje haar paraplu op 't vuur kruipt er ook onder, dat is ook bang om nat te worden O, er is nog veel meer te lezen en te kijken, maar 't slot is, tl at Uzeltje- Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels der vorige week zijn 1. Die van een trap valt, want die is eerder beneden. 2. Frans Hals. 3. Ijsvermaak. 4. Boter. 5. Een Bezem. 6. De Touwslager. 7. Hamburg of Fleusburg. 8. Baan. haan. Zaan, Daan. 9. Toon, noot. 10. Hij telde vlug tot tien, en daar door was het laatste getal dat hij uit sprak negentien, Goede oplossingen ontving ik deze week van Jac. Joh. Schneiders. 6: Cornelia Leeuwenkamp. 6Maria Kenzen, 10 Hendrik Bouman. 9Betsy van Hui zen, 8; Reinier Brakel. 10: Rika Koe- len^ 6Mien Germeraad, 9Eugène Liera, 7Willenden van Norden, 8 Jacob van Huizen, 8; Barbara Tam mer, 9Adriana van Zalen, 9Ge rard Hekkelman, 9; Kobus Kappel- hoff, 8Johanna Plo-eg, 8Cathari- na Kokkelkoren, 8Maria Timmer, j 9 Zusjes Martens, 9Jan Reinalda 8 Alida Kleene, 7Andriana Groot, 8 Jacobus Kuene, 7Alida en Annie Lanxers, 9; Grietje en Mina van Ded_ den, 2; Jo Scharpff, 9; Nicolaas j Krimp, 7Johanna Wollaart, 10 Dirk van cler Mije, 9Truus Heyligers 9; Nellie Modoo, 8; Johan van den Bosch, 10Dina Heyligers, 9Lam- bertus Modoo, 8; Sara Kan, 7. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-af deeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sop'hiastraat No. 22, Haarlem). Cornelia van S. Den vorigen keer had ik geen tijd meer, om je te antwoorden, maar nu ben je dan ook het eerst aan de beurtJa, er staan een enkelen keer wel eens raadselsin onze rubriek, die niet heelemaal nieuw zijn, maar ik heb toch altijd liet liefst zelf-bedachte raadsels. Dan ben je er ook zeker van. dat, de an deren het niet kennen, vindt je niet? Betsy B. Kan je niet goed teeke nen Nu, doe je best maar, wie weet wat voor moois er dan nog te voor schijn korntDoe je mijn groeten aan Jo, Jan en Wim Wie is nu wel het ondeugendst van dat drietal Lambertus M. Kijk eens, vent, ik vind je versje heel aardig, maar heb je hef zelf gemaakt, of heb je een versje dat je kende, een beetje veranderd Dat moet je me eerst eens vertellen, hoor W i 11 e m i e n van N. Wat grap- nig, datje op school naast Betsy de B. zitEn zijn jullie allebei zoete meisjes, en doe je goed je best? Ik hoop, .dat je niet over 'de raadsels babbelt, maar dat gebeurt ook zeker nooit, hè Guus en Lourens V. Of een kerk en een kasteel ook een huis zijn? Ja, dat is lastig Heb je al een kasteel of een kerk geteekend En mag Lourens de teekendoos ook ge bruiken, of heeft hij zijn eigen ge- reedschap Alida en Annie L. Dat was oen lange brief, hoor Die arme An nie twee kiezen getrokken, ik vind het heel ergIk wou heusch, datik eens om een hoekje kon kijken, als jullie daar zoo gezellig aan 't werk bent Zit je dan in dien tijd raad sels op te iossen. en helpt kleine Cor. rie ook mee Nelly is nu een klein beetje beter dan verleden week, maar ze mag zelf nog geen briefjes schrij ven. Maar oim briefjes te krijgen, vindt ze dolprettig Dirk van der M. De teekening is goed en wel aangekomen. Dirk! Wat begint het raadsels-raden al goed te gaan. vind je ook niet? Is Leen- dert nog te klein om mee te doen J ohanna W. Ik wil wel raadsels van je hebben, maar dan moet je ze voortaan op een afzonderlijk stukje papier zetten. En dan netjes schrij ven, hoor Truus H. Het speet mij ook erg, dat ik jullie tweetjes moest teleur stellen, maar ik kon het heusch niet helpen Ik vind het natuurlijk heel best, dat je mee gaat doen, en ik hoop, dat we nog heel veel brie- ven aan elkaar zullen schrijven, jij ook niet Je raadöel is lang niet nieuw, hè? Ben je ook een teekening aan het maken? Friso W. Wel, wat heb je me een I mooie briefkaart gestuurd Erg aar dig, hè? Teeken je zoo'n briefkaart ook wel eens na. of ben je met zoo iets nooit bezig? Nelly de M. Zijn de briefjes van de week terecht gekomen, Nel? Maak nu maar, dat je gauw weer wat he ter wordt, hoorVind je het niet leuk, dat je versje vandaag in de courant staat Ik heb het een klein i beetje veranderd, maar dat vind je j zeker wel goed Veel groeten, Nel Johan B. Of je aan twee afdee lingen van den teekenwedstrijd mee mag doen Ik vind het bestVallen je teekeningen mooi uit? Jij moet ook de groeten van Nelly hebben Dag Johan LizeenLinaS. Het eerste raad sel zal ik opnemen,het tweede heb je niet heelemaal goed gespeld. Ik ben benieuwd óf de huisjes van jullie tweetjes mooi worden Schrijf je ook eens aan Nelly En schrijft Lina een volgenden keer eens? Nelly van D. Je briefje heb ik bezorgd ja, die andere Nelly is erg ziek, maar we zullen allemaal maar hopen, dat het gauw wat beter wordtJe mag vier teekeningen in sturen als je er zin in hebt. Ben je al druk bezig? Rebecca M. Ik verheug me al op dien Duitschen briefik vind liet een erg leuk plan Ook het raadsel vind ik aardig bedacht. Hoe is net met Jacobs keel? Gaat het al wat beter? Tot de volgende week Nico Kr. Nico's teekening is nog niet aangekomen, is het wol? Nu, haast je maar niet, je hebt nog tijd tot 5 April, en hoe mooier het wordt hoe beter, vind je ook niet J a n R. Nee Jan, ik ben gelukkig niet boos wat zou dat lastig zijn, als ik telkens boos was Ben jij dik wijls boos? En doe je ook mee aan den teekenwedstrijd? Dat heb je ma nog niet verteld D i n a H. Ui wil wel gelooven, dat je ook graag eens een prijs zou wil len winnen Doe maar goed je best, dat is het eenige dat ik er op weet Nu zoek je toch niet tevergeefs inde Brievenbus, hè Ik denk dat Nelly het heerlijk vindt als je haar eens schrijft. R i n s ke P. Wel, dat is dat kleine teekenaarstertje, dat den vorigen keer oen prijs won; nu wed ik, dat jij al naar den uitslag verlangt, is liet niet Doet Jan niet meer mee? Willem heeft het zeker te druk te genwoordig; heeft hij veel school werk Kobus K. Dat idee van die papie ren portefeuille voor postzegels lijkt me erg geschikt. Daar gaat nu zeker heel wat in en uit. hè Ik vind, dat je er al veel hebt, als je pas zoo kort verzamelt, maar het is ook een pret tig werk, vind je niet En heb je al een plan gemaakt voor de teekening? Marie T. Op Texel, in Zwitser land nu, jij hebt al heel wat ge zien, hoorWas Bar ook mee naar Zwitserland, en ben jo er lang ge weest Ik bêloof je, d'at ik op Texel ook eens een kijkje zal gaan nemen, maar wanneer weet ik heusch nog niet. Dag Adriana van Z. Zoo, heb jij ver- geien je naam bij de raadsels te schrijven Nu niet weer vergeten, hoorZit je al in de zesde klasse Dan ben je al een heel eind! En wat ga je nu doen als je van school af bent Gerard H. Wel, Gerard, zit jij bij - de Amsterdamsche Poort te teekenen, of doe je het naar een plaatje Heb je on school al lang aardrijkskun de Dan komt do atlas daar zeker goed bij te pas Ik ben blij. dat de 1 tooverlantaam ook nog wel eens uit de kast komt C a t h a. r i n a K. Dat was deze keer een kort briefje, hè Nu, de volgende keer langer, heb je me beloofd, en daar zal ik me dan maar op verheu gen, en Nelly ook, denk ik, want brie ven krijgen als je ziek bent, is dubbel prettig, geloof je niet Jacobus K. Verlang je ook al zoo naar 5 April Nog maar eon poosje i geduld, hoor! Die 5e April komt gauw genoeg. Maar dan is de uitslag er nog niet. dacht je dat? Nelly van A. Ik wil heel graag eens een raadsel van je opnemen, j maar er stond dezen keer geen ant- I woord bij. Wil je het nog eens stu- ren, en dan met antwoord er bij Dan vind ik het best. j loopig nog een geheimHeb je de teekeningen naar het voorbeeld zelf gemaakt 1 Helena van der P. Dat je mee gaat doen vind ik uitstekend, maar dit eerste raadsel vond ik nu niet zoo erg geschikt. Bedenk zelf maar eens j iets-! Alida K. Ja, ik heb nu al ge- i merkt wat je eigenlijk bedoelde, want de teekening is gekomen. Ben jij de i jongste thuis Ik vind dat je netjes schrijft, hoor! Sara K. Het raadsel dat je ge- stuurd hebt, wil ik wel plaatsen. Vind .je het niet erg om een poosje te wachten i Jac. Joh. Schn. Wel, wel, ik kan merken, dat jij het druk hebt tegen woordig, en ik wil ook wel gelooven. dai er dan geen tijd voor lange brie- ven overschiet. Heb je die mooie raad sels zelf bedacht? Mien Begreep je niet wat ik bedoelde Wel, ik heb een boeltje waar een versje instaat, dat begint met illem was een knaap van zeven, AJs een watertje zoo vlug. enz., net hetzelfde als het versje dat ïjij me stuurde, alleen de namen zijn i anders. In datzelfde boekje staat ook „Foei kleine Ghrisje", enz., en daar om vroeg ik, of je dat wed eens gele zen hadt. Je hebt mij daar immers nog niet op geantwoord? S Jacob v. II. Houd je meer van een raadselwedstrijd Nu, ik beloof je. die komt ook weer eens, maar nu i nog niet dadelijk. Hoe oud ben je. 'Jacob A unie van D. Ben je blij, dat de Lente begonnen is, Annie? Nu komt er weer oen heerlijke tijd van buitenspe len, hè? Maak nu maar, dat. je van de zomer zoo hard groeit, dat je Nel-, !y dc baas wordt 1 Marie G. Nelly was erg blij mei je briefje, en ik heb een boodsch-p van haar gehad. Zelf mag ze nog niet lezen, maar ze heeft gezien, dat jij „Een Muis vol Meisjes" mnarivet kon krijgen. Dat heeft Nelly zelf als prijs verdiend, en nu vraagt, ze, of Jij :'t. van haar te leen wilt hebben. Ik hoop ook. dat Wilhelmina V. eensg°- lukki.cr zal zijn. maar je merkt wel, dat niet iedereen zoo'n gelukskind is als jij! Dat is maar een uitzonde- ring, hè Eugene L. Het tweede raadsel zul ik opnemen, het eerste is een beetje al te oud Vind je het prettig op 'school, en in welke klas zit je? Tee ken maar een flink huisSchiet het al goed op Barbara T. Nee, Bar, van dat 'eerste raadsel begrijp ik au heele maal niets Wil je me dat nog eens j uitleggen Het tweede zal ik opne men in onze Zaterdagavond, dat vind ik erg grappigDag, Bar Marg. B. J a, op zulke onvoorziene omstandigheden kunnen we nooit vooruit rekenen, over 't geheel \indik het verstandig nooit iets kwalijk te nemen voor je de reden weet. Ik ge loof ook, dat iedereen wel van bloe men houdt, en ik vind het een aar dige gedachte om in het versje de vlinder een bloem te nodmen. Ilc wil het graag in onze rubriek opnemen. j J o en Betsy P, Is dit het laatste velletje met zoo'n mooi plaatje En 'Vónd je dat nu niet jammer? Ik I Jé met een vè!&£ïiuen wed strijd weer flink zult kunnen mee (doen, maar wat of het is weet ik heusch nog niet. Wat vind jij den al- lerprettigstcn wedstrijd Willem v a n L. De teekeningen zijn veilig aangekomen, maar of ik ze mooi vind. daar mag ik natuurlijk i 'nog niets van zeggen. Dat blijft voor- I Dat aardige plaatje, waarvan ie ver telt, kon ik niet, en ik wii het dus graag eens zien, - Wat dat laatste .plan betreft, daar voél ik natuurlijk erg veel voor, en ik verlang al naai den dag, waarop 't geheim zal wor den opgelost 1 i Enkele briefjes, die ik deze week j kreeg, zullen de volgende week beant woord worden. M. C. VAN DOORN. EEN DURE SNUIFDOOS. Een kostbare snuifdoos uit dein tijd van Frederik den Groote is thans in het bezit van een bakker, zekeren Mathzler te Heinrikan, een dorp in oostelijk Pruisen. Zij is zoo lang als «en hand en ongeveer drie duim breed. Op de deksel ziet men het portret van Frederik den Groote in uniform en driesteek. Daaronder leest men het opschrift„Fridericus Mag nus Borussorum Rex". Boven het hoofd wordt door een hand een lau werkrans gehouden. Op den bodem riet men behalve den Pruisischen adelaar en de woorden „Triumphi Friderici Maximi", 12 voorstellingen van gevechten met. ruiters, voetvolk kruitdamp, enz. Het zijn de. gevech ten van Mollwitz, Czaslau Friedberg, Kesselsdorf, Lowositz, Praag, Ross- basch. Lissa, Zorndorf, Liefnitz en Torgau. Daaronder leest men weer „Pro gloria et patria" en in een hoek den naam van den maker „Geise fecit". De plaats waar deze snuif doos gemaakt is en het jaartal zijn onleesbaar geworden. HET RIJKSTE VOLK OP AARDE. Het rijkste volk op aarde is de stam der Osagen, een der laatste overblijf selen van de oorspronkelijke bewo ners van Noord-Amerika. De Osagen bewonen een gedeelte van het gebied van den Oklahoma en bezitten staatkundige vrijheid noch bestuur. Zij hebben echter geld en grond, waarvan zij wel niet de eige naars zijn, maar die zij toch niet kun nen verliezen. Die eigendommen zijn hun name lijk gegarandeerd door de regeering der Vereenigde Staten. Maar zij heb ben er slechts het vruchtgebruik van wanneer de slam is uitgestorven ver vallen de bezittingen aan den Staat. Er zijn thans 1833 Osagen, die ieder een kapitaal van 5000 dollars bezitten, dat bij de Nationale Bank in Wash ington belegd is en waarvan zij 5 rente trekken. Bovendien heeft iedere Osage 350 of 400 hectaren land, waar vannen vijfde is bebouwd, terwijl de 'rest aan veefokkers uit Texas is ver- I huurd. Die gronden nemen sterk in I waarden toe, daar zij petroleum en •steenkool bevatten. De waarde van het grondbezit van iederen Osage wordt op ongeveer 7000 dollars ge schat. zoodat hij dus een vermogen van 12.000 dollars heeft. Van al het geld, dat hem jaarlijks toekomt, ziet hij echter slechts een gedeelte. Do Staat houdt er een zekere som af, als bijdrage in de onkosten voor onderwijs, publieke werken, enz. Het overblijvend gedeelte, ongeveer 300 dollars per hoofd, wordt uitbetaald. Ieder mag bovendien behouden, wat hij door den arbeid op zijn hoeve ver dient. Men ziet dus, dat het volk op zeer voldoende wijze kan leven. Het voogdijschap, waaronder de Osage wordt gehouden, wat zijn geld betreft, heeft misschien wel iets stuitends, maar zonder twijfel wordt zoodoende het meest in zijn eigen belang ge handeld. Gaf men hem de vrije beschikking over zijn kapitaal, dan zou hij het verkwisten of het zich door minder eerlijke blanken laten afstelen, zoodat hij ten slotte ten laste van den Staal, zou komen. Door hern kapitalist en grondbezitter te maken, zonder dat hij over zijn kapitaal of zijn grond kan beschikken, blijft zijn vermogen voor hem bewaard, terwijl de Staat, zich de erfenis daarvan heeft verzekerd. HEINE EN TANDARTS. In „Herinneringen aan Emanuel Geibel" deelt een zekere mevrouw De- cke uit Straatsburg een niet onaardi ge periode mede uit het leven van Heinrich Heine. De dichter leed veel aan kiespijnen toen hij weer een aanval had, gaf men hem den raad zich onder be handeling te stellen van een beroem den Petersburger tandarts, die juist, in een der voornaamste hotels van Berlijn afgestapt was. Tegelijk, ver toefde buiten medeweten van Heine, aldaar, ook de theater-directeur Rau- pach, die door Geibel geschetst werd als een „rugeknopfer Keri", kleinzie lig, met bruinen rok, blauwen zak doek, en een grootc-n snuifdoos, wel- ke hij altijd in de hand haddie ge- regeld per jaar twee tooneelstukken j schreef van 5 bedrijven en een voor- I spel, voor elke acte 10 thaler kreeg, j en als een Cerberus voor de schouw- I burgen lag, zoodat er geen andere werken aangenomen werden, j Heine" ging dus naar het aangedui- de hotel om den tandarts te consul- teeren en daar het juist tijd van table d' bote was. ging hij mede aanzitten. Hij monsterde de gasten en bemerkte aan tiet hoofdeinde een heer, die met j onaangenaam neusgeluid de conver- i satie leidde en voortdurend sprak over j Petersburg, de toestanden aldaar en zijn talrijke connecties met de Rus sen en die Heine zoo'n angst inboe zemde, door zijn onsympathiek uiter lijk, dat zijn kiespijn geheel ver- dween. j Hij wendde zich vervolgens tot zijn i huurman, een jongen man met een 1 blozend gezicht en zeide „Het is toch merkwaardig, dat ie mand eens anders uiterlijk zoo kan tegenstaan, dat het van invloed ;s op lichamelijke pijnen. Ik had name lijk zooeven hevige kiespijn toen ik mij echter indacht, in de omstandig heid, dat die man boven aan tafel mij aan m'n gezicht zou komen, was ineens alle pijn verdwenen, hoewel ik vrees, dat ze zal terugkeeren." Het blozende jongmensch informeer de vriendelijk naar de kies, en beloof de Heine een tinctuur te geven waar door de pijn voorgoed zou verdwij nen, waarop Heine zeer opgewonden vroeg „Mijn God, wie is u dan?" „Ik"ben de tandarts uit Peters- burg." ..En die andere „Dat is de theater-directeur Rau- pach". ROOKEN IN MANTSJOERIJE. Naar de verschillende oorlogs-cor- respondenten rapporteeren zijn de Russen over 't algemeen tevreden over wat hun te rooken wordt geboden, doch de Franschen zijn er heelemaal niet over te spreken. Het Russische Gouvernement ver strekt enkel sigaretten, omdat inder daad de Russen voor tabak in eenigen anderen vorm absoluut niets voelen. De enkele sigaren, welke men in Man- tsjoerije aantreft, zijn van de aller minste kwaliteit en treurig om aan te zien. In geen enkelen winkel of wat er voor doorgaat, in geheel Man- tsjoerije treft men eene sigaar aan. Zeer enkele Mantsjoerijers rooken j tabak uit lange, smalle pijpen met een smallen kop. Alleen de sigaret is er overigens in trek. Zelden zult gij er oen Rus ontmoeten, die zijn siga- j rettenkoker niet bij zich draagt. Deze kokers zijn dikwijls zeer artistiek be werkt en dragen den naam van den eigenaar en dan de namen der per- sorien, die hem dierbaar zijn, ver- 1 wanten, enz. Het is niet zeldzaam dat jzulk een koker de namen van ette lijke dozijnen personen bevat. De goedkoopere soorten worden door Chineezen op dc stoffen ver kocht. Zij dragen heele pakken op hunne schouders. De goedkoope ciga- retten worden verkocht in doozen met de beeltenis van een Moor. Voor drie vierde gedeelten bestaan deze sigaret ten uit een papieren mondstuk, ter- wijl nauwelijks een vierde tabak is. Toch zijn de Russen er dol op. i IIET SALARIS VAN EEN ADVOCAAT In de advocatenkringen te Parijs .maakt tde zaak van een zekeren mr. Bonzon nogal opschudding. Het is strikt genomen on volgens een al oude wet aan een advocaat verboden van zijn clienten honorarium te eischen voor de door hem bewezen diensten. Hun honorarium wordt ge acht een vrijwillig gegeven bewijs van dankbaarheid te zijn. De rechts geleerde heeren weten echter, even als de kellners, door een ondubbel zinnige „moreele pressie" wel te zor gen, dat -de dankbaarheid van het procedeerende meuschdom zich niet >'P al te schriele wijze uit. Nu is on langs bovengenoemde mr. Bonzon door de Rechtbank veroordeeld om het buitensporige honorarium, dat hij een cliënte, mevrouw Moreno ge naamd, op minder nette manier had afgedwongen, grootendeels terug te geven. Dit vonnis g'af groote ontstel tenis onder de mannen der pleitzaal. Door de orde der advocaten werd een eerera ad ingesteld en deze sprak mr. Bonzon vrij van elke ongeoorloofde handeling. Thans is de president van de Recht bank, de heer Ditte, die het vonnis wees, over deze zaak geïnterviewd, idoor een redacteur van de Presse, en dit interview waarin de heer Ditte zeer gul was met mededeelingen, heeft mr. Bonzon aanleiding gegeven een brief te schrijven aan den Minis ter van Justitie, waarin de president beschuldigd wordt van. schending van het ambtsgeheim. De president zou namelijk den journalist dingen over mr. Bonzon en diens proces heb ben medegedeeld, die niet openbaar mochten worden gemaakt. Dientengevolge is president Ditte weer geïnterviewd, ditmaal door den hoofdredacteur van de Gazette du Palais. Ook deze journalist werd met de meeste bereidwilligheid te woord gestaan. De president zei, dat hij geeai ambtsgeheim had geschonden. Slechts had hij den medewerker van de Presse uitgelegd, dat er geen strijd bestond tusschen het vonnis van de Rechtbank en de uitspraak van den raad van de orde van advocaten in zake de zaak Moreno contra Bonzon. De raad der orde toch heeft zich uit gesproken over een quaestie van dis cipline terwijl de Rechtbank had te oordeel en over de gegrondheid van den eisch tot teruggave van het sa- Ifris, door mevrouw Moreno inge steld. Maar bovendien, zeide president Ditte, had hij geen onvriendelijk woord over mr. Bonzon losgelaten en was de medewerker van de Presse nog al aan het fantaseeren geweest. Om duidelijk te maken dat die jour nalist het niet al te nauw nam met de werkelijkheid, wees Ditte er o.a. op. dat in het verslag van het inter view werd medegedeeld, dat hij een zijden koordje aan, zijn lorgnet had ik heb nog nooit een lint of koordje aan mijn lorgnet gehadEn dan, gmg Ditte voort, staat er in de Presse dat het uur van het dejeuner was aangebroken en de pendule dat met bescheidenheid in herinnering bracht. I Die pendule staat tof mijn groot on- j gerief al sedert 14 dagen stil, en hij heeft al dien tijd geen tik gegeven. President Ditie hoopte weldra weer j vrede te sluiten met mr. Bonzon. Op deze kluchtige wijze eindigde de door het vonnis verwekte storm in het juridische water. Jonge echtgenoot: Dus toon mijn vrouw de pudding juist klaar had, wel hij m 't vuur Keukenprinses: Ja'., daar heb u weer bi) geboft, mijnheer! STUDENTEN-LOGICA. Student (in een vreemd bed out. wakende) Te dekse], die mij vnn- nacht m dit verkeerde huis gebracht Toe.. °.o!i aangeschoten geweest zijn! Rechter: Waarom heb je dien man met oen stok op het hooid geslagen. Beschuldigde: Omdat hij doof i» en ik niet wist mij op een andere wijze verstaanbaar te maken. ~Heeft u mijn vrouw met de mo mentapparaat misschien opgeno men. 16 Neen.... hoe komt u daarbij? Omdat zij op het portret den mond dicht heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 9