zijn meesier tracht te wreken! Laf-i stuk en zetten die wagenwijd open.
aard! Ontrouwe dienaar! Hij is don;'tegelijkertijd drongen Chikara en
naam van Samurai onwaardigj zijn mannen van do tegenovergestel-
lin zoo sprekend zette hij den voetde zijde binnen. Tien bedienden van
«p den bewusteloozen Oishi en bevuil- j Kira Sukê, door het gerucht OnL
de zijn gelaat.. waakt, grepen hun degens en snel-
De spionnen van Kira Suké bracli- i den ter verdediging van hun meester
ten dat alles aan hun meester over. toe.
Op een zekeren dag zocht de vrouw De ridders die door de voordeur waren
van Oishi, die over het gedrag van binnengekomen. ontmoetten hen in
haar man diep nedroeïd was, hem op oen gr00'ie zaaj en daar kwam hot tot
en zeide tot hem
„Ach. heer, ik was in de verbeel
ding, dat gij slechts in schijn u aan
losbandigheid overgaaft om uw vij
and te misleiden en in waakzaamheid
Tegen zeven uur in den morgen
kwamen zij voorbij het paleis van
Matsudaira, prins van Sendaideze,
die reeds gehoord had van hot in
den nacht gebeurde, zond een van
zijn raadslieden om hun zijn groote
bewondering te betuigen c-n hen uit
te uoodigen een oogenblik in zijn
paleis te komen uitrusten en iets ver-
frisschonds te gebruiken.
Maar de ridders, hunkerend van
verlangen om zoo spoedig mogelijk
den tempel te bereiken, dankten den
edelen gastheer duizend maal en ver
volgden hun weg.
Toen zij eindelijk aan de graftom
be van Takumi aankwamen, washed,
reeds middag. Zij namen het hoofd
een verwoed gevecht. Ondertusschen
zocht eu speurde Chikara, die tot de
binnenste vertrekken van het paleis
was doorgedrongen overaJ naar Kira
j krankzinnig van
gij drijft do raak to vèr en ik smeek! anSst, 6,1 beventl «jPenMBd,
eh bezweer u een andere levenswijze overal naar een schuilplaats zocht.
tc willen beginnen." De ridders, die den strijd met de tien;, van Ivira Suké en plaatsten net, na
„Verveel mij niet met uw gegrien", i bedienden hadden aangebonden, 1 het zorgvuldig gewasschen te hebben,
antwoordde Oishi boos. „Als "mijne slaagden er spoedig in ze allen om- j als offerande vóór de tombe. Toen
levenswijze u niet bevalt, zal ik mij j schadelijk temaken zonder zelf oen'dat gedaan was, verzochten zij den
van u laten scheiden en dan kunt ge; enkele wond te beloopen daarna j priester vam den tempel om eenige
doen wat ge wilt. Wat mij betreft, ik' baanden zij zich moedig een weg: gebeden te willen opzeggen, terwijl
zal een mooi meisje uitzoeken en daar-naar liet binnenste gedeelte van het zij wierook brandden. Daarop gaf
meó weèr gaan trouwen. Het verveelt huis en ontmoetten daar Chikara Oishi aan den priester al het geld,
me. altijd een oud wijf naast me ic met de zijnen, waarop beide afdee- dat hij bezat en sprak
hebben; ga dus maar heen en hoe hagen zich vereenigden. I „Eerwaardige priester, wij allen
eerder hoe liever!" Na korten tijd kwamen de overige; zijn van plan hier „harikiri" te doen:
En zoo sprekend werd hij al boozer, vazallen van Kira Suké opdagen en j vriendelijk verzoeken wij u ons tc
en boozer. toen werd de strijd heviger en ver-willen begraven naast de tombe van
De vrouw was geheel ontdaan van woeder dan te voren hervat. onzen meester."
angst en schrik, en begon nedeng om De vijanden, bemerkend, dat zij En de priester, zeer aangedaan en
vergiffenis te smeeKen niet sterk genoeg waren om de rid-vol bewondering voor hun moed en
„Ach, mijn lievemeastei, üek oc ders van xakumi te weerstaan, be- trouw, beloofde hun te zullen doen
twiiitïe^aar lang uw ïrouwe gezellin Proefd0n een boodschap te zenden om wat zij verlangden. Daarop verlieten
gew«ft ik hfl> u drie ranfl? schoonzoon van Kira Suké to do ridders den tompol. en met het
«honken; in ziekte en in kommer waarschuwen maar de boden wer- aangezicht naar de zon gekeerd, vol-
ben ik met u geweest zóó wreed zult den gedood door de pijlen van die brachten zij op staanden voet als rid
ge niet zijn... Genade! Genade!" vazallen, welke Oishi op het dak had derlijke mannen het „harikiri".
..Houd op", antwoordde Oishi,mijn doen post vatten. i
besluit is genomen en ge moet heen-i dappere verdedigers, niemand Een boetedoening,
gaan wat de kinderen aangaat, die tot hun hulp ziende opdagen, vochten
moogt ge houden!" inmiddels met den moed der wan-; Nadat het heldenfeit in geheel Ja-
De" ongelukkige vrouw zocht haar hoop door, tot allen verslagen wa- pan was bekend geworden, kwamen
oudsten zoon, Chikara op, en ver- ren. i er tot uit de verst verwijderde stre-
zocht hem ouder tranen om tot zijn; Toen verdeelde Oishi zijn metgezel- ken pelgrims tot de graven van de
vader te gaan en voor haar vergiffo-len in kleine troepen en gaf hun lie- zeven-en-veertig ridders. En onder
nis te vragen. I vel om alle hoeken en gaten van het hen, die daar nederknielden, was ook
Maar Oishi bleel' onwankelbaar bij huis te doorzoeken om den hoofd- een man uit Satsuma, die. na zich
zijn besluit, en de vrouw moest, of zij vijand te vinden. Maar, daar deze voor de tombe van Oishi in het stof
wilde of niet, wel naar haar geboorte-, zich goed verborgen had, was voor-' gebogen te hebben, aldus sprak
plaats gaan; de twee jongste hinde- Joopig geen spoor van hem te vin-, „Getrouwe held.'toen ik u te Kioto
ren nam zij met. Alleen Chikara meet dori- Hi er en daar vonden de ridders dronken aan den weg zag liggen, wist
bij zijn vader. 'angstige vrouwen en schreiende kin- ik niet, dat gij samenspan de t om uw
De spionnen lieten met na alles aan. deren maar n.ïets gaf eenige aanwij- edelen meester te wreken ik dacht.
rt'ra,S™^lnrh^,l oUhtvromv 2i"= van de schuilplaats van Kira dat mj een man zonder eer waart,
wi kind^en t?et im'is hacPmtgejaagd, rattl mijn voet op uw lichaam en
mot een andere vrouw was getrouwd,n w beslijkte uw gelaat. E11 nu ben ik
en zich geheel aan losbandigheid had; De Wraak. h-er gekomen om u vergiffenis te
overgegeven, begon hij zich werkelijk; A-ragen en mijn schuld te boeten,
veilig te gevoelen en, in den waanReeds begonnen de zeven-en-veertig zoo gezegd hebbende, haalde hij
dat hem van dieii kant der vazallen te wanhopen en te vreezen, dat het een sabel uit zijn gordel, deed „hari-
van Takumi geenerlei gevaar meer hun vijand gelukt was om te ont- kiri" en stierf.
dreigde, oordeelde liij de buitengewo- snappen maar zie opeens bemerkte En den opperpriester van den tern-
nevoorzorgsmaatregelen, waarmcêhij Oishi, die in de slaapkamer van pe,j) bewogen door medelijden,, be-
zich had omringd, voortaan overbo-van Kira Suké was gekomen en zijn groef hem naast de ridders; en men
dighij ontbond zelfs weldra de lijf- hand even onder de dekens gestoken kan nu nog zijn graftombe zien,
wacht, die hij ter bewaking van zijn had, dat. het bed warm was. De vij-1 Hicht bij die van de zeven-en-veertig
paleis had gehuurd. and kon dus niet vèr af zijn. Hier- helden.
De ongelukkige vermoedde niet wel- door weèr moed geschept hebbend, Hiermede eindigt de geschiedenis,
ke netten Oishi hem spandeDeze zetten de ridders hun nasporingen
volhardde nog korten tijd met. zich voortzij speurden onvermoeid met
den schijn van een losbol te geven; hartstocht en woede en keerden het
eijn bondgenooten hadden zich intus- geheel© huis ten onderste boven
echen één voor één weèr te Yedöo ge- maar er was niets te A-inden,
vestigd, waar zij erin geslaagd wa-j Opeens geeft Yazama, een der
ren om, door middel van de verschil- ridders, toevallig met zijn sabel een
lende beroepen, die zij uitoefenden, sjag tegen een schilderij het \'alt.
wrarin SfzijnTanfton het PO^'T,
Ifigenljeid gehad om alle deden van Gin ^rstand oStrncSOTT sneld' 0,11 te zit>n of er een b"ef
diens woning te loeren kennen, de drono-'hii koelbloedig zelf door dé hem Avas. En gezeten aan een tafeltje
karakters te bestudeeren van de huis-. n- bevond zich tot ziinvoor een cafe- las hl* thaus de.nbn_ef
genooten en te onderscheiden tus- vnSÏb'Y, P i p°ste restante, waarin het volgende
ichen de laffen en do moedigen, de binnenplaats-
getrouwen en de valschen. ,ft wnaT PAn snnT
Een Grap.
Dienzelfden morgen pas met de
Transatlantische stoomboot te HaAre
aangekomen, was Eduard Danvilliers
je, waar een soort van schuurtje was
i gebouwd om kool en hout op te
De aanval. j' slaan. Toen hij een blik in d:at ge-
bouwtje wierp, zag hij in een hoek
Toen Oishi met vreugde den dag 'ets wits en richtte daarop zijn lans
der Avraak zag naderen, verliet hij in naar dien kant; maar twee gewa- I
het geheim Kioto, zonder dat de spi- pende mannen kwamen plotseling te; -woord van welkom vindt. Ik wil je
onnen het bemerkten, en begaf zich voorschijn en trachtten hem neêr te zejfs bekennen, dat we van planwa-
naar een dorp in de onmiddellijke werpen. Hij kon zich evenwel staande ren. om je te A'errassen bij het aan
nabijheid van Yeddo, waar hij \*ol- houden, totdat door de koanst van wal stappen A'an de pa-ketboot. Mijn
gens'afspraak verscheidene malen al tAvee van zijn metgezellen de strijd rheumatiek echter beeft dat anders
stond
Vésinet, den
Mijn beste Eduard
Je tante en ik, we houden er van,
dat je dadelijk, zoodra je voet op
Franschen bodem ziet. een hartelijk
zijn bondgenooten ontving. 1 gelijk werd en ten slotte eindigde
Het was midden in den winter en met den dood van de twee krijgslie-
de koude was hevig. Eens op een den A'an Kira Suké.
nacht, terwijl de sneeuw in^ dichteDe ridders braken toen in een
vlokken nedervic-1 en geheel Yeddo on- 00genblik het schuurtje als het ware
der een donkeren hemel sliep, tiokkc-n haalden alles overhoop en vonden
de zeA;en-en-veertig ridders de sta.il s]0tte gehurkt achter een hoop
binnen en sloegen denweg in naar houtsblokken een bejaard man; deze,
bet kasteel van Kira Sulce. De groote ontdebt ziende, wierp zich op
klok van het plein sloeg '"idd^;-de beide ridders en ging 'hen zeer
nacht, de wind gierde.rai félle sneeuw hehendi met e6n dol| it| lijf
Ïlagen striemden hun tot gelaat. Maa, bYozama ruMe hém het „.apon
eneeuw; li] vervolgden met rassche de handen, greep hem bij de
schreden hun weg en kwamen weldra heel en wierp hem ter aarde. Toen de
aan het kasteel ?on Kira Suké. Hier ridders hem oplettend bekeken, za-
splitsten zij zich in twee troepen; do'gen zij. dat zij te doen hadden met
eene. aangevoerd door Oishi, moest iemand van een zestig jaar ongeveer,
de hoofdpoort binnentrekken en het die gekleed was in een AAit hemd, da.t
voorste gedeelte van het paleis aan- hem ternauwernood de ledematen be
vallende anderen, onder de leiding dekte. Hun groote vijand in hem ver
van dén jeugdigen Chikara, zouden moedende, gaven zij dadelijk het af-
deu aclitergevdl aantasten. gesproken fluitsignaal, waarop al
Alvorens den aanval te beginnen, hun makkers toesnelden,
zond Oisln naar de naburige huizen Oishi herkende toen tot. zijn groo-
de volgende boodschap i te blijdschap, bij het lioht van een
„Wij, de vazallen van Asano Ta-jantaarn, de gelaatstrekken van Kira
kumi, staan op hot punt om het pa- guké. Hij sprak hem zeer eerbiedig
leis van Kira Suké -binnen te gaan aldug aan
om onzen meester te wreken. Daar, ..Heer, wij zijn de vazallen van Ta-
Avij geen dieven of roovers zijn, zui- ]-um; Verleden jaar werd door uw
len wij aan de naburige huizen gee- c^lmld onze meester veroordeeld tot
nerlei schade toebrengen. jiet 5<barakxri", en zijn gezin tenon-
En de buren, die ami ^ra ^uke o dei^ang gedoemd. Nu zijn wij hier
zijn vrekkigheid een hekel hau om hom up wreken, zooals het trouwe
dachten er nie a en dappere mannen betaamt. Wij
hmirman maar A-erheucden verzoeken daarom uw doorluchtig-
in tegendeel orér wat ham boven held de menschelijke gerechtigheid
hM hootd hing. te m]ien eerbiedigen en dadelijk „ha.
Door Oishi'"werd nog een andere rakmte doen Als wij daama in
voorzorgsmaatregel genomen met alle nederigheid het hoofd van uwen
reden vreezende dat er in hetoogen-genade in handen hebben, zullen wij
blik des gevaars lieden zouden wor-Jet als zoenoffer op het graf van
den uitgezonden om de familieleden j Takumi gaan nederleggen.
van Kira Suké ter hulp te roepen, Om den 'hoogen rang van Kira
gaf hij aan tien van zijn metgezel- j Suké behandelden de ridders hem,
len order om op het dak te klimmen j zooals men sietmet grooten hoffe-
en met pijl en boog iedereen tedoo-; deze, inplaats van
den, die trachten mocht het paleis te ridderlijk te gehoorzame^ Weef zon-
verlaten d,er geluid te geven en bevend als
Toen allee roo beschikt was, gaf hij «!i Wad »P «en grond zitten
ctpin tot den aanval Door mid- Toen greep Oishi hesn met rappe
del van een touw en een haak be- j hand aan. deedsnW1 blik;
klommen vier mannen den muur. die«men, waarmede Takumi „harikm
den binnenhof omringde, en daalden"ai./4da"n en 5,oeg hen' snel het
daarin af. De wachten waren in die-nooia ai.
pen slaapdeze werden aangegrepen
M, hun de dolk op de keel gezet. H 61 „h ar i k i
Overrompeld en verschrikt als zij wa- j Toen de zeven-en-veertig ridders de
ren. smeekten zij. dat hun leven ge-stad Y'eddo verlieten en den weg in-
spaard mocht worden. waA door de sloegen naar Takanawa het dorp,
ridders beloofd werd op voorwaarde, I waar de tempel van Sen gak ui ver
dat hun do sleutels van alle deuren j rijst verscheon d© zon aan denho-
werden overgeleverd. j rizon. Hun wapens en Moederen, die
„Maar dat is niet mogelijk" aart- [van bloed dropen, waren vreeselijk
wo'ordden de wachters bevend. „De, 0111 aan te zien. De lieden, die langs
sleutels worden bewaard door een den Aveg woonden, kwamen uit hun
beambte, die binnen het paleishuizen, liepen te hoop en verbaasden
woont." I 7-'ch ten zeerste iedereen beAvonder-
Toen sloegen de ridders met een j de en loofde luide den moed en den
hamer de sloten van de hoofddeurtrouw der helden. 1
beschikt.
Je kamer is gereed te Vésinet, waar
we sedert een maand wonen. Kom er
ons vertellen van Chicago, zijn ten
toonstelling en jouAA- succesje ma
chine heeft, naar de bladen vertel
len. een gouden medaille behaald, en
je schrijft ons daarvan niets
Apropos hoe verlangend je ook
bent om naar Parijs te gaan. je
zoudt me toch een groot plezier doen,
met één of twee uren op te offeren,
teneinde een bezoek te brengen aan
mijn ouden vriend Bujard. grond
eigenaar. Hij moet thans op zijn
landgoed Olmenheuvel te Ingouville
zijn. Reeds jaren geleden heb ik be
loofd hem te bezoeken en als ik nu
mijn neef naar hem toezend, zal hij
althans zien, dat ik aan hem denk.
Men zegt, dat hij een bekoorlijke
dochter heeft....
Aha mompelde Eduard Danvil-
liers, terwijl hij den brief in zijn zak
stak, zou mijn oom mij vallen laten
trouwen
Zal ik er nu wel heengaan?
Hij zou toch maar zijn oom ple
zier doen en een kort bezoek bren
gen op Olmenheuvel. Weldra ging hij
op weg en volgde de lange allée, die
van Havre naar de villa van zijn
ooms vriend leidde. Toen hij daarin
een eind heen was, kwam hem. een
Engelsch rijtuigje tegen met twee
hitten bespannen. Het lichte rijtuigje
ging niet zoo snel, of de Avandelaar
kon u de beide personen zien, die er
in zaten, een forsch gebouwd man
met een blozend gelaat, witte bakke
baarden en een joviaal gezicht, en
een jong meisje, lang en mager en
bleek, een tegenstelling yoitmend met
haar metgezel, In elk geval was ze
niet mooi
Die personen schijnen van de
villa ginds te komen, dacht Eduard
Danvilliers. misschien is 't mijnheer
Bujard zelf met zijn dochter. Oom
oom
De jonge man bleef plotseling stil
sta an.
Nou komaan, zei hij toen, ik kan
er wel eens heenstappen, dat maakt
mijn beenen eens wat los. Indien het
werkelijk de Ariend van mijn oom en
zijn dochter zijn, dan laat ik mijn
kaartje achter en ik heb aan bet \_er-
zoek van mijn oom voldaan.
Voordat we Edua.rd Danvilliers vol
gen, willen we even vertollen, Avieen
wat hij is. Hij is een jonge man van
ongeveer 25 jaar, ingenieur, uitvin-
de]1 van een te Chicago bekroonde
machine, om de fabrikatie van hout
papier te vereenvoudigen. Hij Avas
eindelijk de eenige neef van mr, Dan-
Ailliers. een bekend advocaat, eige
naar van twee huizen te Parijs en
A-an een villa te Vésinet. Wat zijn
uiterlijk betreft, had hij mooi kas
tanjebruin haar, regelmatige trek
ken, schitterende bruine oogen en
een slanke, doch gespierde gestaite...
Do villa Olmenheuvel was een mooi
buitenverblijf, waaraan de zware
hoornen, die het geheel omgaven, den
naam hadden geschonken. Naar het
oosten van het huis strekte zich een
terras uit, met uitzicht op de zee.
Aan den kant van Havre was een
hekwerk van gesmeed ijzer, een bloe
mentuin afsluitend en toegang ge
vend naar de deur van het huis. Het
hek stond wijd open en Eduard Dan
villiers g*iug den tuin door en schel
de bij de deur aan. Ook deze deur
Avas echter half geopend toch wacht
te de jonge man tot ©ene dienstbode
zou komen. Maar de stem van een
jonge vrouw of meisje riep hem toe,
achter uit de gang
Neemt u me niet kwalijk, maar
wil u naar hier komen? Ik heb com
f'turen op 't vuur, ik kan er onmo
gelijk af.
Na eenige aarzeling liep de jonge
man de gang door en bevond zich nu
voor een heel groote keuken, waarin
de pannen en potten en andere lceu-
kenbenoodigdhedéh blonken in de
zon.
Voor 't fornuis stond een jong
meisje, dat er voor moest oppassen,
dat een roodachtige schuimende.mas
sa in een groote koperen pan niet
overkookte.
Het was een mooi meisje, met
zachte blauwe oogen en vol bruin
haar en met een wipneusje, dat iets
spottends aan het gelaat gaf. Zij
droeg een lichte jurk en daarover een
witten boezelaar.
Toen zij den vreemdeling zag, riep
het jonge meisje uit -.
Neemt u me niet kAvalijk, me
neer. maar mijn frambozensiroop
kookt over. Mijn hemel, daar komt
't al naar boven.
Inderdaad kwam de roede massa
naar boven en of het jonge meisje
al roerde, dat hielp niet, het heel©
fornuis zou zijn volgeloopen, wan
neer niet de jonge man met één
sprong was toegesneld en den zvva-
ren ketel van het vuur had getild.
Toen dat gedaan was. keken de bei
de jongelui elkaar aan en begonnen
toen beiden te lachen.
Het is een goede geest, die u
mij ter hulp heeft gezonden, meneer,
ik rekende op de sterke armen A'an
Marianne, om me te helpen, maarzij
is niet teruggekeerd Ik ben u zeer
dankbaar, meneer
Het genoegen is geheel aannijn
zijde, mejuffrouw, dat ik u dezen
kleinen dienst heb kunnen doen....
Maar ik moet me nog voorstellen,
hier is mijn kaartje, ik zou den
heer Bujard een visite willen maken.
Mijn... meneer Bujard, ant
woordde op levendigen toon bet jon
ge meisje, is niet thuis, maai1.... u
hebt hem moeten tegenkomen.
Ik twijfel er niet aan, juffrouw,
zeide Eduard Danvilliers, die meneer
in het rijtuigje met de hitten en een
jonge dame, zijn dochter, denk ik
vervolgde hij op vragenden toon.
Ja, zijn.... dochter, antwoordde
het jonge meisje en er kwam een
spottende glim|ach op haar gelaat.
Ze zijn even naar de stad gegaan
zou u op haar Avillen wachten?
—Dank u, juffrouw, ik moet dezen
middag nog met den sneltrein naar
Parijs. Alleen zou ik u willen ver
zoeken oan mijn groeten over te
brengen aan meneer uw... ik wil zeg
gen aan mijnheer Bujard.
Zegt u maar gerust, meneer
mijn meester. Avant. zooals u mij hier
ziet. ben ik in zijn dienst, zeide het
jonge meisje lachend.
Daarna opende zij met een beval
lig gebaar de tuindeur, die toegang
gaf op een veranda
U zult wel een oogenblikje wil
len uitrusten, zei ze. een fauteuil
voor een tafeltje schuivend.
En zonder het antwoord van den
jongen man af te wachten, was ze
weer in de keuken.
Welk een bekoorlijk wezen, mom
pelde Eduard, welk een natuurlijke;
bevalligheid. Men zou niet willen ge-;
looven, dat ze een dienstbode was, I
als ze het niet zelf had gezegd.
't Volgende oogenblik kwam het jon
ge meisje weer bij helm met een
blaadje en een glas limonade in de
hand.
U zult wel niet AA'eigeren van
mijn limonade te proeven, te meer
omdat het aan u is te danken, dat ze
niet is mislukt...
Een half uur later was Eduard
Danvilliers weer te Havre, maar dit
maal' voor zijn doen zeer opgewon
den.
11c vrees, dat ilc een verkeerd
ding heb gedaan... Als zij eens niet
was, wat zij beweert te wezen, een
eenvoudige dienstbode... Ze ziet er
allerbekoorlijkst uitik had eigenlijk
niet moeten doen, wat ik gedaan
heb.
Wat had hij dan eigenlijk gedaan
waarover hij zichzelf zoo beklaagde
Heel eenvoudig had hij, voor dat hij
heenging, een goudstuk van 20 francs
onder hét blaadje gelegd op 't tafeltje!
Mevrouw Danvilliers, uw neef
Het was meneer Danvilliers, die zoo
schertsend sprak.
Zeg toch de uwe, mijn besto;
vriend, antwoordde mevrouw Danvil
liers.
Welnu, mijn neef, of onze neef,
zooal.s u wilt, is op 't punt om ons
een poets te bakken. Verbeeld u, dat
hij wil heengaan voor het diner van
morgen. J
Niet mogelijk En waarom dan j
Heel eenvoudig, omdat ik hom
heb gezegd, dat mijn vriend Bujard
en zijn dochter zouden komen.
Maar dat is toch een zonderling
idéé van hem, dat hij niet wil worden
voorgesteld aan dit lieA'e kind. O, in- j
dien hij in zijn visite te Havre maai1
geslaagd was.
Maar hij heeft haar wel gezien
zonder haar te kennen zij zat
in het rijtuig met haar vader, zij
kwamen elkaar tegen, toen hij naar
Olmenheuvel gingen. Hij werd daar
door een dienstmeisje ontvangen. t
En mejuffrouw Bujard beviel
hem niet?
O. neen, in 't gehedl niet1
Toch heeft Germain© alles in
haar voordeelbeschaving, schoon
heid, rijkdom. Hij zou ontzaglijk veel
van haar moeten houden
Ja, dat zeg ik ook. hernam glim-
lachend de heer Danvilliers. maar
deze jongen is zooi- veranderd sedert
zijn terugkeer uit Amerika. Hij is
mager geworden en hij schijnt altijd
druk bezig.
O, maar dan is hij verliefd, her
nam mevrouw Danvilliers.
Ik zou niet weten op wie, beste
vrouw, hij komt met niemand dan
met ons en onze familie in aanraking.
Overigens schijnt hij heelemaal op
te gaan in zijn werk... Je weet niet,
hoe liet mij spijt, dat hij de Bujards
ontvlucht. Meneer Bujard en ik, we
haddon al een plannetje gevormd om
d© beide jongelui te laten trouwen en
Bujard had er zelfs een woord van
losgelaten tegenover zijn dochter, die
daar niets op togen scheen te heb
ben. Maar hij. uu hij moet er niets
van hebben, hij wil niets begrijpen
Op dat oogenblik trad een dienstbo
de binnen, op oen blad clroeg zij een
kaartje, en bood dat mevrouw aan.
Kijk eens, zei deze, daar krijg ik
bezoek van Germain© Bujard... is ze
in mijn kamer? vroeg mevrouw Dan
villiers aan de dienstbode.
In het kleine salon, mevrouw.
Goed, ik ga er dadelijk heen.
Duidelijk in 't oog vallend las men
op een groot bord naast de deur van
een huis in de Avenue de 1' Opéra te
Parijs de volgende woordenEduard
Danvilliers, ingenieur.
Op de tweede etage Avaren de beide
bureaux, waar de teekenaars werk
ten, voor aan de straat een kabinet,
waar de heen1 Danvilliers zijn bezoe
kers ontving.
Daar zat op zekeren namiddag de
jonge ingenieur over een teekening
van een machine gebogen, waaraan
hij echter maar heel weinig aan
dacht scheen te Avijddn. terwijl zijn
gedachten blijkbaar bij heel wat an
ders Avaren.
Inderdaad Avaren al zijn gedachten
bij zijn bezoek op Olmeiiheuvel en
voor zijn geest zag hij het mooie
slanke dienstmeisje terug.
Een dienstbode dacht hij bij
zichzelf, jawel, maar dan misschien
beschaafder dan haar meesteres dn in
elk geval veel mooierDat lange,
magere meaisje, waaraan men mij wou
verbinden-Neen, liever ga ik naar
Amerika terugKijk eens, mijn
tante, zoo schrikte hij ineens op
uit zijn droomerij.
Mevrouw Danvilliers was in zijn
werkkamer doorgedrongen.
Ik val je toch niet lastig, Edu
ard vroeg zij.
Maax. besta tante, u?. Aan
welk gelukkig toeval lieb ik deze ver
rassing te danken? Want, dat moet
u zelf ook bekennen, u komt me zei-,
den opzoeken in mijn hol.
Ik kom in de eerste plaats om
me van een opdracht te kwijten, ver
volgens om u te spreken over het
diner van morgen.
Dat diner, - en de voorstelling
aan de Bujards... O, tante, daar niet
meer van, als 't u blieft
Ook goed... Dan kom ik tot mijn
opdracht.
Met deze woorden legde mevrouw
Danvilliers op de schrijftafel een heel
klein étui neer en een opgevouwen
papiertje.
Eduard greep het eerst naar liet
papier en las
Mejuffrouw Bujard!
Vernomen hebbende van den af
keer van meneer Eduard Danvil
liers, om in haar gezelschap te
komen, zendt hem het souvenir
terug, dat hij op OlmenheuveJ
heeft achtergelaten, hëm vergiffe
nis vragend, dat zij het eenigs-
zins heeft veranderd.
Toen de ingenieur het étui opende,
vond hij daarin een goudstuk, dat
A'ermaakt Avas tot een medaillon, en
in dat medaillon vond hij het portret
van het jonge meisje, de dienstbode
der Bujards, die hem nu al maanden
lang voor oogen stond.
Dat is... riep Eduard uit en hij
greep de li and van zijn tante.
Dat is Germain© Bujard, ant
woordde deze.
En die andere, die met haar
vader in het rijtuig zat
MejuffrouAV Danlan, haar nicht.
Eduard zette groote oogen op.
Germaine, hernam mevrouw Dan
villiers, heeft me alles verteld. Door u
in de keuken verrast, waar ze bezig
was limonade en confituren te maken,
heeft zij een kleine comedie willen
spdlen, want het is een grappenmaak
ster. Dus, A\*e mogen niet op u reke
nen met het diner?
Mijn goede, lieve tante, houd me
nu niet voor den gek, u AA'eet wel,
dat ik nu gaarne kom.
Den volgenden avond zat er in het
groote salon van den advocaat Dan-
Aülliers een paar, dat zich heel weinig
ophield met de andere genoodigden
en zich verborg in een hoekje.
Dus, zeide Germaine schertsend,
je hield A'eel van de dienstbode van
meneer BujardEn nu
Nu nog veel meer, zeide de jonge
man, en hij koek haar aan met een
blik, waar al zijn liefde uit sprak.
„En ik heb Axienden noodig, goei
vrienden, waarop ik kan rekenen
mij helpen en steunen. Ik dacht jui
aan jou, Wanka., voor je kwam.)
bent een flinke kerel en kunst H
wed eens een dienst bewijzen."
En .de minister vertelde zijn neefi
vertrouwen wat hem op 't hart la
De oogen van den overste begona
te schitteren.
..Prachtig, prachtigriep hij u
„Do politie een strik spannen, dal
iets voor mij. Het zal nog van aw
gebeuren, verlaat u daar maar o;
Morgen kunt u een half dozijn au
jagen, zoo zeker ais ik Baratow hei
Maar.wacht even Laat me dl
ouden er alsjeblieft buiten, ik bede
den chef van ide politie. Die kerel
zoo vervloekt haatdragend, en—e
firn, je begrijpt mij wel". Toen 1
hij den minister zijn Tas ontworp
plan voor, waarmee deze volkom
•instemde.
Een uur later verscheen de ontb
den chef der politie bij Perowsky.
„Ik heb je laten ontbieden voore
Hazardspel in Petersburg
De nieuwbenoemde minister van
binnenlanidsche zaken Perowsky was
juist van zijn eerste audiëntie bij
Czaar Nicolaas I teruggekomen en zat
nu in zijn bureau over zijn gesprek
met den Czaar te peinzen. Dat wist
hij al vast, onder Nicolaas minister
te zijn was zoo gemakkelijk niet en
als hij dan bedacht, dat hij minstens
tweeanaal per Aveek zich in 't winterpa
leis moest aanmelden, dan voelde hii
zioh lang niet behagelijk. Do Czaar
had alles en alles zoo nagegaan, en
hij Avas er niets mee tewreden.
.Daar moet gauw verandering in
komen, PeroAA-skyje moet de zaak
flink aanpakken,... niet uitstellen,
Perowsky,... doe nu niet zooals je
voorganger, die een half jaar lang
plannen smeedde en het andere halve
jaar noodig had o.m ze weer op te
geven. En voor alles, breng orde in
de politie. Heel Petersburg weet, dat
juist daarbij de grootste spitsboeven
zijn Wat duiveltrek nu maarzoo'n
lang gezicht nietHet is zoo, en je
weet 't zelf ook w-elzorg dus Aroor
bewijsstukken en jaag dien hee-
len troep schelmen weg! Hoe kan
i dringende zaak, waar veel haast
is", zeide de minister. „Er is mij t
goed ingelichte zijde m<
in het .huis no... op de Newsky-Pn
j pekt iederen avond een club van
geve er tien personen bijeenkomt,
om enorme sommen Pharao sptó
j Die heeren moeten heden nog on
vallen en naar de w-adht gebrad
worden."
„Ik zal mij er zelf mee bemoeia
Excellentie, en ik ben overtuigd,
de arrestatie wel gelukken zal."
„U zelf? Neen, dat behoeft ntó
dat zou morgen in de stad maai
noodig opzien baren. Maar natuurij
\*erwacht ik, dat u uwe beste beak
ten uitkiest.
„Ik zal er mijn zes flinkste beak
ten mee belasten, Excellentie.
..Voor Avie u dus bepaald instaat
„Als voor mij zelf, Excellentie!"
„Goed dan, ilc wensch u geluk."
„Ik zal morgen vroeg bericht
den, Excellentie."
„Neen, Ik verzoek u mij uw beak
•ten te zenden dan kan ik uit hu
eigen mond het voorgevallene b
ren."
Daarop nam de chef der politie
scheid en verzamelde, op zijn buis
gekomen, onmiddellijk de „vertroö
de beambten" om zich, die hij tol c'
A'oering vam 's ministers bevel b
uitverkoren Hij gaf hun de streng
en uitgebreidste instructiën en beo
dat het huis door geheime polk
agenten dadelijk moest ge observed
worden.
Tegen middernacht bracht «en t
litieagent het bericht, dat een aanti
'heeren in een gesloten rijtuig aa
komen en in een woning op de d
verdieping verdwenen warem
huisknecht had de voorkamer
hen geopend.
Na verloop van een half uur gin?
de zes politieagenten op weg. Hele
lukte hun den huisknecht in hanS
te krijgen, die na eenig tegenstritt1
len en onder luid gejammer den
wichtigen sleutel overgaf.
Onhoorbaar slopen de beambU
naar de voorkamer. Hier kwam
reeds uit een aangrenzend vei®
een verward geluid van opgewond
stemmen -tegemoet. Met kracht wH
die ideur opengeworpen en met denk
roep „In naam der wétNicmafl
verlate zijn plaats!" stonden do h
ambten midden in een heiverlid
vertrek, voor een ronde, groene
waarop stapels bankbiljetten
vreemde goudstukken lagen. De