RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
MOORTJE!
zonden, worden in het vol
gend nummer bekend ge
maakt.
1. .Ingezonden door Nelly
jlunnik).
Waarmede eindigt alles
GERARD JOOSTEN,
oud 12 jaar.
dio een grappig opstelletje op rijm
maakte.
de j Verder moet in de eerste plaats ge-
noemd worden het opstel van Nico
J Dekhuizen, dat ook heel goed is, en
dat van Hendrik Klerk, flink Verteld
2. (Ingezonden door Nico Koo- en keurig geschreven. Dan moeten
men i nog vermeld worden Alberdina Ruy-
Mijn eerste leeft in .Amerika. I senaars, aardig, maar wat kort, Ca-
Mijn tweede is een deel van do tharlena Kokkelkoren, ook een goed
'stad. en mijn geheel is een stadje 'n opstel en Jacobus Ivuenen, flink en
^oord-Holland. netjes.
I Ook Bennard Seders en Nelly van
Ingezonden door Christiaan van DaaJen hebben goed gewerkt, en ten
V] Ande.l)
Mijn oorsprong is modder,
En getrapt word 'k een kluit,
Men doemt mij ter helle.
Als stof kom 'k er uit
4. (Ingezonden door Jacohus Ver-
llus hagen).
Wat maakt ge hieruit?
blo t p i c m p u o n a.
6. (Ingezonden door Bertus en
erfl Trijntje Stdernan).
Wat doet men altijd, waar men toch
weinig om denkt?
(Ingezonden door Jacob van
iHuizen).
Mijn eerste is een groot viervoetig
dier.
Van mijn tweede houdt ieder kind
org
ttc
?;i
rek
niji
Ie]
Hit
iioj
0
Onnflcftlq Hij heeft een flink opstel gemaakt
3\aau3Cia (over de prettige Paaschdagen, die hij
Denamen van de kinderen, dieac,hter den rug heeft,
mij voor Donderdagmorgen L De tweedeprijs, EEN BOEK IN
oplossingen van deze raadsels PRACHTBAND, is voor
slotte noem ik nog Betsy van Wen-
gen, Jo Scharpff, en Truida Iking.
j Voor jongens en meisjes, jonger dan
elf jaar, is do eerste prijs voor „Vroo-
lijke Paaschdagen". bestaande uit
EEN STEL TUINGEREEDSCHAP of
EEN KLEIDOOS, toegekend aan
REINIER BRAKEL,
oud 11 jaar;
je hebt een aardig opstel gemaakt.
Ingezonden door Johan Bou- hoor
man.'. De tweede prijs, EEN BOEK IN
1 2 3 is een dier. j PRACHTBAND, was al heel moeilijk
4 5 0 is een voegwoord. toe te kennen, want de opstellen vair
7 8 9 is een plein te Amsterdam. Gerard van Drie sten, Barbara Tim-
ij 2 9 is een jongensnaam. j mer. Herman do Lagh en Gerard Hek-
Een 6 5 9 vindt "men in den spoor- kolman waren allo vier alleraardigst,
(rein. Ik heb daarom den prijs verloot, en
4 8 9 is niet wild. het boek is ten deel gevallen aan
1 2 3 4 5 is een riviertje.
Mijn geheel is een stad in
land
Neder-
wel.
Mijn geheel is een vogel.
8. (Ingezonden door Johanna Wal-
laar t).
Wat maakt ge hieruit
dwdetrij s?
9. iIngezonden door Hendrik ter
Haak).
1 2 3 is een lichaamsdeel.
4 5 3 is een boom.
7 8 9 10 11 is in iedere kamer.
1 9 10 is een dier.
6 9 10 8 aJnelt men in den schoor
steen.
10. (Ingezonden door Gerard Joos-
ten)
Welke kousen worden niet aan de
voelen versleten
BARBARA TIMMER,
oud 8 jaar.
De andere drie zijn dus Eervol ver
meld. Verder verdienen ook nog ver
melding de verhaaltjes van Rinske
Petri en Dirk van dei- Mije.
Ook Cornelia Leeuwenkamp en Ali-
da Kuenen hebben goed gewerkt en
ten slotte waren nog vrij goed de
opstelletjes van Adriana van Zalen
en Maria Keuzen.
Nu de afdeeling „Droevige
Paaschdage n".
In deze afdedling is voor jongens
en meisjes boven elf jaar de eerste
prijs toegekend aan
GEERTJE HOUTSCHILT,
oud 13 jaar
een treurige Paaschverteliing, met
veel zorg gemaakt.
Deze eerste prijs bestaat uit EEN
NAAIDOOS of EEN GEBONDEN
JAARGANG VAN DE KINDERCOU
RANT.
De tweede prijs, EEN BOEK IN
PRACHTBAND, is verdiend door
JO DAEMEN,
oud 14 jaar.
Eervol vermeld zijnMarie Groene-
wegen, een erg lief verhaaltje, en
I Nelly Sevenhuysen, ee'n lange vertel.'
Van wien ik tje vertellen ga?
Van onze lieve poesje,
Van Moortje, onzen klimmersbaas
O, o, het is zoo'n snoesje
Nooit zag je er een zoo mooi als hij,
Met zoo'n parmantig staartje,
En die zoo lustig spinnen kan,
Als ons lief snorrebaardje.
Twee zakjes draagt hij op zijn kop,
Dat zijn zijn oortjes, weet je,
En bei zijn oogjes knijpt hij toe,
Als men hem vraagt: „hoe heet je?"
Van morgen liep hij plotsling weg
'k Riep angstig: „Moortje, Moortje
En zag toen boven langs 't gordijn,
Zijn grappig, pikzwart oortje.
Een pannekoek lijkt Dora's hoed
Wie heeft er op gezeten?
Een kleine, zwarte huisgenoot,
Zijn naam zul je wel weten-
Soms is hij ernstig als een mensch.
Dan weer een robbedoesje-
Ja, wat ik jullie zeggen wil
Niets haalt er bij ons poesje
Jijke verrassing, hè? Ik verlang er al
haar om te weten wat je Woensdag
uit zult kiezen
Horman P. Zijn de konijntjes
aardig, en hébben ze ook namen Je
hebt een aardige dieren/verzameling,
hoor. en 't zal gezellig zijn als de
duiven en de kuikentjes eten krij
gen. (en er natuurlijk om kibbelen
Kluit de lijster mooi, en hoeveel goud-
visschen heb je wel?
J o Br. Ik ben blij, dat Ko eoi jij
goed opletten op school, daar kom je
het verste mee, hè Wat grappig, dat
jullie al zoo lang vriendinnetjes zijn
Zijn jullie ook dikwijls samen aan
"t spelen De groeten aan Betsy en
aan de broertjes
in „Voor onze Jeugd" gestaan, het
andere is goed. Wat wordt d'e Bets
al een groote meid
Willem van M. Verlang jij niet
naar den nieuwen wedstrijd, zeg?
Doe nu maar eens goed je best, en
maak maar dat het heel goed uitvalt,
doe je?
M i n a V. Moet ik raden hoe oud je
bent? Nu. ik denk 12. goed? En je
Zusje is 10. wed ik Nu moet je me
niet uitlachen als het fout is, hoor
Nico Fr. Waar je ..Een Boek vol
Verhalen" kunt koopen Wel. in
ie deren boekwinkel is het te verkrij
gen, dus ga er maar eens naar vra
gen. hoor Je raadsel is goed.
I
B. H. Dank je wel voor de kurk- Nico K. Wat jammer, dat je het
vuurmaker, nu zal ik goed onthou- zoo druk hebt tegenwoordig. Nu ik
den, hoe ze er uitzien, en ik zal ook dat weet, vind ik het natuurlijk erg
eens probeeren of ik er de kachel aardig, dat je zoo nu en dan toch
mee aan kan maken. Is dat goed? nog een briefje schrijft! Nu hoef ik
je niet meer te vertellen of ik 'het
L o u r e n s V. Ik dacht, dat je Zusje goed vind, hè?
Johanna heette, of is dat weer een
ander Zusje? Van Betsy heb ik toch Nelly de M. Of ik liet vervelend
nog nooit een brief gehad, is 't wel vind als je eens iets over de poesein
De nieuwe wedstrijd komt de volgen- vertelt Wel, ik vind het juist erg ge-
de week, dus dan kan je weer aan "t zelligDat verhaal van dien brief :s
werk gaan, hè i wel grappig, maar voor onze rubriek
vind ik het toch heusch niet ge-
Anna van G. Daar hebben we schiktjammer, hèHeb jc de boeken
prijswinster No. 1Wat een pret, hè, gekregen En heb je nog veel te
om daar je naam gedrukt te zien lezen Nu weet ik verder ook niet
staan En wat heb je me een heerlij- veel meen- te vertellen van de week
ken langen brief geschreven Groeit en daarom zal ik maar gauw eindi-
de lijster goed? En wat een pret heb gen. Dag, Nel!
je gehad op 't gymnastiekfeestAls
je den prijs niet zelf kunt komen ha-! Bennard S. Of ik nog om je
len. moet je me maar schrijven, wat raadsel denk Ja, zeker, maar er
je graag hebben wilt. en dan zal ik 7'jn heusch nog een heeleboel raad-
hem sturen. Schrijf dan vooral je -s^s die al veel langer hebben ge-
adres er bij Wat vriendelijk van wacht Een poosje dus nog geduld,
Moeder om je brieven te schrijvenhoor
vergeet vooral niet, om haar mijn
groeten te doen j Alula K. Alida moet toch ook nog
een briefje hebben. Speel je niet veel
Dirk van der M. Wat jammer huiten. zeg. nu het zulk mooi weer
dat Nico niet meer meedoet, nu hij js? Jij treft het toch maar dat je in
een prijs verdiend heeft Beu jij ook Overvepn woont, zoo vlak bij de dui-
ling, zelf geïllustreerd.
Heel goed is ook het werk van Ger-
rit van Wen gen en Wimpje Herr
mann, en ten slotte mogen nog ge-
noemd worden Piet Joosten en Hen- j
jdrika Ver meer.
wat afeelczen over! Wat jongens en meisjes jonger dan
droevige Paaschda- <"lf i»®" betrcft' 1» 4» W«» ib
„aroevige raascnaa (]Me afdcelitlg) bestaande uit EEN
Uitslag van den Wedstrijd
Ik heb heel
„vroolijke" en
SiGe JteTS®1hebtlèmaaïï DRUKPERS, be-
met Paschen, want, dit vinden jullie stym
misschien ook wel grappig, bijna alle ANNA VAN GEELEN,
opstellen over „Vroolijke Paaschda-j oud 10 jaar,
gen" zijn waar-gebeurd, terwijl de voor haar verhaaltje „Droevige
verhaaltjes over „droevige Paaschda-Paaschdagen Do tweede prijs, een
gen" bijna allemaal verzonnen zijn.j BOEK IN PRACHTBAND, is voor
Wélgingen er heel wat klaagstemme-
fcjes op over 't leelijke weer. maar
gelukkig waren er maar enkele op
stellen, die om het leelijke weer „droe
vige Paaschdagen" genoemd waren en
hebben de meesten toch veel pret ge-
JAN RE1NALDA,
oud 11 jaar.
'tWas een leuk opstel, Jan!
Eervol vermeld zijnJohan van
den Bosch en Gerard Harderook het
venhuysen en Johan van den Bosch.
Tusschen dit drietal heb ik den
prijs verloot, en liet boek is ten deel
gevallen aan
JOHAN VAN DEN BOSCH, j
oud 12 jaar.
Nu, allemaal wel gefeliciteerd,
prij swinners
Woensdag tusschen 1 en 2 uur mo-
gen jullie de prijzen komen halen.
En nu niet teleurgesteld zijn wan
neer je geen prijs hebt gewonnen,
want je begrijpt zelf wel, iedereen
kan geen prijs verdienen Als dat
kon hehisch, dan kregen jullie, alle
maal een prijs, want o, ik vind het
dikwijls zoo jammer als ik een goed
opstel lees, met veel zorg bewerkt en
netjes geschreven, dat toch niet
voor een prijs in aanmerking kan ko
men, omdat er andere zijn, die
beter zijn
Houd maar moed, en doe een vol
genden keer maar weer je best om
je werk nu eens het allerbeste te ma
ken, wie weet of het dan niet lukt,
en of je dan niet eens zelf prijs win
ner wordt
De nieuwe wedstrijd komt de vol
gende wéék. 't Is iets, waar veel van
jullie telkens om vragen, en 't zal dus
wel een wedstrijd naar je zin zijn
Wat het is, vertel ik je de volgende
week, dus tot zoolang geduld
Maria Kenzen, 9Daniel Smits, G
Johanna en Betsy Ploeg, 8; Truus
Staal, 7Izaak Smits, GBennard
Seders. 8Andrina Groot, 8Betsy
van Wengen, 7Alida Kuenen, 5
Réinier Braken, 9; Cathariena Kokkel
koren, 6; Rika de Wijs, 7; Jacobus
Ivuenen, 5; Hdrma.n Popelier, 9; Jo
han van den Bosch, 8; Cornelia Leeu
wenkamp. 9Dirk van der Mije. 8
Nico Francken, 6Mina Vink, 7 Lou-
rens Visarius. 8Cornells Rade
maker, 9; Willem van Muyden, 9
Anna van Geelen, 5.
maakt, al scheen 't zonnetje ook niet opstetl van Andrina Groot was aar
zoo mooi als je wel gewild zoudt dig, en Jo Brakel heeft ook goed ge-
hebben j werkt.
Om alle opstellen op te noemen, Tdn slotte noem ik in deze afdee-
daarvoor waren er te veel, en daarom .ling nog Maria Tuyl Schuitemaker,
zal ik je alleen maar vertellen, wie Lourens Visarius en Nico Francken.
dezen keer bekroond zijn, en wie ver
der nog goed werk gemaakt hebben.
Wo zuilen beginnen niet de v r o o-
lijke Paaschdagen.
In deze afdeeling is de eerste prijs,
Nu bleef nog over DE EXTRA
PRIJS, bestaande uit een MOOI
BOEK, die bestemd was voor een van
de jongens en meisjes, die tot nu toe
bestemd voor jongens en meisjes'nog nooit een prijs hadden verdiend,
ouder dan elf jaar. en bestaande uit'Natuurlijk moest ik nu een keus doen
VOETBAL of een GEBONDEN uit de Eervolle Vermal dingen, en wel
JAARGANG VAN DE KINDERCOU
RANT, bestemd voor
FERDINAND RADEMAKER,
oud 12 jaar.
uit die jongens en meisjes, die tot nu
toe nog nooit voor een prijs in aan
merking kwamen.
Dat zijnHendrik Klerk, Nelly Se-
Brievenbus.
Raadseloplossingen
1. Linschotenstraat.
2. Paviljoen.
3. Rekeningen.
4. De bijval.
5. Op een paddestoel.
6. Kinderstoel.
7. De lantaarnopsteker, die niet
een ladder komt om de lan
taarns op te steken.
8. Rijkspostspaarbank.
9. Een flescli.
10. Maas, aas. as.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-afdeeling moeten gezonden
werden aan Mej. M. C. van Doorn
Sophiastraat No. 22, Haarlem).
Nelly S. Vandaag ben jij eens het
eerst aan de beurt. NelWat heb je
me een alleraardigste kiekjes ge
stuurd Ze zijn erg scherp, Mc vind
do haven heel mooi en wat is dat
boschje met de fietsen grappigDi
fietstochtjes zijn maar heerlijk, hè?
Ik wil wel gelooven, dat de „heer
tjes" dan veel plezier hebben! Drijf
zand in Zaudvoort? Ik geloof 't niet,
hoor, en ik hoop 't ook maar niet,
want dat zou wel een beetje al te ge
vaarlijk zijnDe poppen zullen wel
blij zijn, dat ze niet meer in die win
terjurken hoeven rondte wandelen'
Jammer, dat je met loten niet geluk
kig geweest bentMaar we zullen
maar denken ,,de aanhouder wünt!",
vind je niet?
Daniël S. Vind je die nummer-
raadsels het gemakkelijkst? Nu, dan
is het maar goed, dat er dezen keer
weer twee bij zijn, hè? Raad maar
prettig, hoor I
J o en Betsy P. Dat logeetje was
zeker een heele drukte, hè Jo Jam
mer, dat er nu van het opstel niets
in kon komen, maar met de schoon
maak helpen is ook prettig, vind je
niet Je eerste raadsel heeft al eens
van plan om als je eens een prijs- nen
winner geweest bent, verder onze ru
briek te vergeten
hè?
H e r m a n d e L. Hoe of het met
Nelly is? Nu, dat gaal wel een klein
Cornelia L. Dank je wel voor toetje beter gelukkig! Vindt I. hot
de uitlegging, het is nu heel dut- "'ft heerlijk, om naar de II. B. S te
(lelijk en ik wil hot raadsel nu wel gaan? Ik wil wdl gelooven. dat hij
plaatsen. Denk je. dat de jongensen n'\ «el werk heeft, en geen tijd voor
meisjes het kunnen raden, of wasje hnefjes meer kan vinden. Zit ju ook
juist van plan 0111 eens iets heel ln 200 n prettige klas
moeilijks op te geven? j A„drina G. Dat vergeten, hè?
Nico O. Wel Nico. je iiadt een Dat neemt je nogal erna toet. geloof
■mooi varhaal gemaakt, hoor! Jam- lk Is met zoo, Andnentje? De
mer maar, dat 't zoo op het kantje groeten aan Jacob, hoor
af was, of je hadt een prijs i G er a r d v a n D r. Wei, Gerard, dat.
diendVerhalen bedenken, vind je -waren vroolijke. PaaschdagenHet
toch maar een erg leuk werk, is t was een geze]]jg verhaal, dat je me
niet j vertelde Met loten ben je niet gcluk-
T. kig geweest; nu, een volgenden keer
Ca than n a K. Ben je zoo er- beter, wat zeg jij Wil je Moeder
kouden geweest.' Nee, dan wil ilc we[ bedanken voor haar aardigen,
wel gelooven, dat je in brieven- langen brief? Je hebt ooms om in
schrijven geen zin hadt. Natuurlijk joersch op te zijn, hoor! Geen won-
moet je tegen plagen kunnen. Daar (ieri ^at je veel pret hebt gehad
kunnen alle flinke jongens en meisjes
tegen, geloof je ook niet? Je briefje Truus S„ Het is heerlijk, dat je
heb ik 'aan Nelly gestuurd. Nu, ze alles nog zoo'n beetje onthouden hebt;
Heeft aan dozen "wedstrijd nog niet vinden de vriendinnetjes je niet knap?
meegedaan, want schrijven gaat lig- En is dit do hoogste klasse? Nu,
gend erg lastig, weet je? Maar de Truus, tot de volgende week
nieuwe wedstrijd zal wel beter gaan! ReinUr Br Nog eeh prijmrtn.
Johan v. d. B. Daar hebben we ner Wat een pret, hè? Ik vind het
prijswinner No. 2, en nog wel een pappig, dat ik je nu Woensdag eens
extra-orijswinnerI Soring nu maar 2>«n ral, want jo schrijf me nu al
niet al te hooi van DleziBr want dan 200 lan® brieven en ik keu je toch
mocht je een? ve?gH™ te D»"'?" groe-
komen, of ben je daar niet bang voor? ,en maai aan do Vloertjes.
Ik zal een mooi boek voor je uitzo?-, Maria K. Ja. dat mannetje met
ken j dien langen neus ziet cr al heel lee-
Betsy van W. Wat grappig, dat !'ik (laar heto j° £elijk in Maftr
je op school naast Maria V. zit! Bah- I'D ook door een oen akelige, oude
bel jc niet te veel samen, of zijn jul- h?ks betooverd. moet je denken, en
lie twee zoete meisjes? Je hadt de a,s «r zoon heks b\j te pas komt dan
oplossing van je raadsel vergeten. Ge- 8af't niemand er erg mooi uitzien:
lukkisr heb ik het zelf geraden ^loof je dat ook niet Ik ben ton-
I minste maar blij, dat er tegenwoordig
Jacohus K. Het spijt mij ever. geen heksen meer bestaan! Ga je
erg als jou, dat je wensch niet ver- dikwijls met de juffrouw uit. en zijn
vuld is. maar geef den moed maar u altijd zulke prettige wandelingen?
niet op. Er komen nog veel wedstrij-
deal en er worden noir heel veel Izaak S. Ten slotte krijgt Izaak
prijzen uitgedeeld! En je raadsel een briefje. Ik vind liet niets erg.
ook wel eens aan de beurt komen. dat je niet. dadelijk allo raadsels kunt
boor i vinden er zijn ook zulke lastige bij,
|hè? Maar je zult toch zien, het gaai
Geertje H. Zoo, werk je zooh0e langer hoe beter! Hoe oud hen
hard voor do H. B. S. Nu dan is'je eigenlijk?
een prijs daar tusschen in een heer-i q WAN DOORN
woonlijk. Onophoudelijk kwam hij
op zijn idee terug, hij sprak slechts
van vangen en straffen. Ja, gestraft
zouden zij worden, die het 'durfden
wagen het wild van zijn heer te schie
ten, of zelfs maar het jachtterrein
durfden te doorsnuffelen.
Jacques was niet van zijne mee
ning, en sprak hem met meer vuur
tegen, dan de voorzichtigheid van
hem eisohte.
Meer dan eens was do goede pas
toor genoodzaakt, kalmeerend tus-
schenbeiden te komen, om zoo aan
de woordenwisseling, die reeds vrij
levendig begon te worden, een eind
te maken. Georges verweet Jacques-,
dat hij do stroopers verdedigde,
Jacques echter was onverzettelijk en
hield vol, dat de wet op de jacht
eene tirannie was; hem in de reden
vallend, snauwde Georges hem t.o.-,
dat ihij zelf wel een strooper kon
wezen, en voegde Iiij eraan toe, „gij
zult mij ook niet zeggen, hoeveel
haasjes gij reeds zult gestrikt hebben.
Daarop liep hij naar het bed, strekte
de hand uit naar den weitasch, en
begon te onderzoeken, wat erin was.
Nu veranderde Jacques van toon.
Hij begon zich te verdedigen enzeide
geen strooper te zijn hij zwoer het
bij hoog en bij laaghij zwoer het
bij zijne ziel en bij de ziel van zijn
zoon
Op dit oogenbllk slaakte het kind
een angstigen kreet, en gaf een korte
gil De arme Babet verbleekte van
schrik.
.Mijn God", riep zij uit, „waarom
ook Jacques, hebt gij dien verfoeilij
ken eed uitgesproken. Dat zal ons
ongelukkig maken."
Zij naderde den wieg van haar lie
veling, nam het kind eenige oogen-
blikken in de armen, maar het
zweeg... De pastoor berispte Jacques
met zachte woordenhij herinnerde
hem, dat God den mensch verboden
heeft ijdel te zweren.
Middelerwijl was het laat gewor
den, en was het tijd om op te stap
pen. Men sprak het uur af, waarop
het doopsel zou plaats hebben. De
pastoor beloofde de klokken te laten
luiden. Vervolgens, zijn lantaarn ter
hand nemende, groette hij het gezel
schap, terwijl Georges, met 't geweer
onder den arm, het pad volgde, dai
naar zijne woning leidde.
Nauwelijks was de deur achter hen
gesloten of Jacques maakte den tak
kenbos, dien hij had medegebracht,
los en haalde er eenige konijnen uit
te voorschijn.
„Zie, zeide hij aan Babet, hier is
mijn jacht van hedenberg liet wild
goed weg, opdat het niet bederveik
zal zorgen voor mijn fret, want het
is nog nuchter van vanmorgen af.
Zooeven bij het binnenkomen is het
mij ontsnapt; ik ben reeds bezig ge
weest het te zoeken, maar te ver
geefs, ik weet niet, wat er van ge
worden is." „Enfin", voegde hij er
aan toe, na nog even gezocht te heb
ben, morgenochtend zullen wij het
wel vinden, ergens slapend in een
hoek.
Babet werd gedurende den nacht
meer dan eens wakker, en veront
rustte zich over den zonderling die
pen slaap van haar kind. Hare angst
werd hoe langer hoe grooter; zij
na mde lamp van den schoorsteen
mantel, naderde zachtkens haar kind
beschouwde zijne trékken, en bemer
kend. dat het kalm doorsliep, zeide
zij vol moedervreugde „wat heerlijk
slaapt hij."
IV.
De dag was aangebroken, de groo
te dag waarop het kind van Jacques
Toulet het H. Doopsel zou ontvangen.
Babet, na zich eerst zelve gekleed te
hebben, liep naar het bedje van haar
zoontje om hem het doopkleed aan te
doen. Maar wie beschrijft haar schrik
bij het oplichten van het laken.
„.Mijn God, in den hemel, wat nu",
riep zij uit. De moeder staat als aan
den grond genageld. Het fret lag op
de borst van het kind, eenige drup
pels bloed bevlekten het oorkussen.
Doodelijk verschrikt neemt de moe
der haar kind in de armen. Het was
bleek het was koud.. Uit zijn
halsje opengereten door een scherpen
tand, vloeide nog 't weinige bloed,
dat het fret niet uitgezogen had. Nu
hoorde men klagen, droeve kreten
en verzuchtingen. De diepbedroefde
moeder was buiten zich zelve. Ook
Jacque-s zat zielsbedroefd in een
hoek van den haard, voorovergebo
gen, peinzend voor zich uit.
Daar luiden de klokkenWelk een
droefheid maakt zich van hem mees
ter. Zijn geweten spreekt en verwijt
hem, dat hij de schuld is van al die
kommer, ellende en van den dood
van zijn kind... God weet het!
Sinds is er een jaar verloopen.
Jacques, veroordeeld als strooper,
had zijn gratie te danken aan mevr.
Marianni, maar zijn vaderland moest
hij verlaten. Hij ging zijn schuld
uitboeten in Amerika, alwaar hij na
een oppassend en werkzaam leven,
berouwvol stierf. Babet. ook zij had
aan de goedheid van hare weldoen
ster veel te danken. Zij werd opgeno
men in een ziekenhuis, want zij was
krankzinnig. Zij beweende haar
kind, haar eenigst geluk en wilde
niet getroost worden... Het sliep den
slaap der dooden
BIJ HET STERFBED DER VROUW.
Eenigen tijd geleden kwam ik van
de statie. Het was rond acht uur.
Eensklaps zag ik zoo een vijf stappen
vóór mij iets op den weg liggen. Ik
schrok en bleef staan. Ik dachtwat
zou dat zijnhet beweegt zich niet
en schijnt niet te leven. Toen ik na
der bij kwam, merkte ik, dat het
een mensch was. „Vriend, zoo zeide
ik, zijt ge ziek Geen antwoord. Ik
boog mij voorover en irok hem bij
den arm. Daar kwam een rochel uit
zijn borst als van een stervende. Wat
scheelde den mensch Hij was smoor
dronken. Hot was de arme Helmus,
mijn buurman Wilt ge weten wie die
Helmus is Voor vier jaren was hij
een goedgestelde boer; thans is hij
een daglooner.
Do jenever en een kwade herber
gier hebben die verandering bewerkt.
Vlak in het midden van ons dorp
woont een herbergier, die de men
sch en zoekt te verleiden, om veel te
drinken en laat bij hem te blijven
zitten. Zoo had die Icelijkaard een
heel getal menschen weten te bepra
ten, 0111 alle dagen hun glas bij hem
te komen drinken.
Dan was het mosselpartij, dan was
het kermis, dan dit feest, dan die
gelegenheid. Helmus had zich ook
laten mee-sleepen. Hij werd een
dronkaard. Zijn fortuin smolt en
vloeide in de kas van den geldzuch-
tigen herbergier. Zijn vrouw kwijnde
weg van leed en kommer en kreeg
de tering.
Maar gij vraagt, wat ik met Hel
mus deed? Terwijl ik met hem zat
te sukkelen, kwam juist een braaf
mensch voorbij. Wij sleepten en
droegen hem zoo goed wij konden.
Plotseling hoorden wij in de verte
de kerkbel. Eene bediening, zeide
mijn gezel. Zoo was het. Wij zagen
weldra den koster met brandende
lantaarn en den priester met Ons
Heer in de handen Waar ging het
heen? Naar de bouwvallige hut waar
Helmus woonde. Zijn vrouw moest
dus wel erg ziek zijn.
Daar moesten wij ook Helmus bin
nendragen. In de eenige plaats, die
bewoonbaar was, lag de vrouw op
een strooien zak. De buren knielden
bij de ongelukkige neer, baiden en
weenden. Terwijl de priester aan de
stervende de H. Sacramenten bedien
de, herleefde Helmus. Een vloek
kwam over zijn lippen.
Helmus had een eenig kind, een
dochtertje van vijf jaren. Leentje
heet het Leentje hangt aan den 'nals
der moeder en snikt en dekt het kou
de voorhoofd met duizend zoentjes.
Niemand .heeft het hart, om het kind
van de moeder los te rukken. En de
stervende lippen der moeder schijnen
zich samen ie drukken tot een kus
en twee woorden, nauwelijks hoor
baar, komen uit haren mond „Bo
ven Leentje.Arm kind gij hebt
geen moeder meer... De vrouw van
den burgemeester heeft Leentje op
genomen. Zij wil, dat Leentje het
zusje van haar kinderen zij.
Helmus ligt te bed bij den veld
wachter. De dokter zegt dat hij mis
schien wel niet meer zal opstaan.
Dezen morgen is de vrouw begraven.
Daar is geen Libera gezongen. Toen
onze goede, oude pastoor voor de
lijkbaar kwam staan, schoten zijn
oogen vol tranen. Leentje was achter
het lijk geknield met de vrouw van
den burgemeester.
Als iemand bij nacht of ontij dood
geschoten wordt, zoeken ze den moor
denaar. Wie is hier de moordenaar?
EEN REUZEN LOCOMOTIEF.
Eenigen tijd geleden is door de be
kende locomotief-werkplaatsen van
Schenectady (New-York) een loco
motief gebouwd, die de grootste is
van alle bestaande. Volgens de Oes-
ferreichische Eisenbahn-Zeitung is zij
thans in dienst op de lijnen der Bal
timore-Ohio spoorwegmaatschappij
voor het vervoer van zware goederen
treinen. Zonder tender weegt zij
151.500 K.G., de beladen tender alleen
64.800, te zamen dus ruim 21G.000
K.G. Het merkwaardigste deel van
deze reuzen-machine is de ketel, die
bijna 12 meter lang is. de tot dus
verre nog niet bereikte doorsnede
heeft van 2.20 M. en van 2.5 c M.
dikke staalplaten is vervaardigd. Hij
eischt 15000 liter water en heeft 436
vlampijpen, waardoor het totale ver
warmingsoppervlak 520 vierk. M.
groot is. De zes assen der machine
zijn in twee groepen verdeeld. De
achterste groep wordt belieorscht
door twee hooge druk-cylinders, van
waar de stoom door een buigzame
stoomgeleiding naar de lage-druk-
cylinders der voorste assongroep ge
leid wordt. De stoomdruk in den ke
tel bedraagt 16 5 K.G. per vierk. c.M.