4 RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. n Raadsels pe namen van de kinderen, die giij vóór Donderdagmorgen op lossingen zenden, worden in het Volgend nummer bekend ge naakt.) (Ingezonden door Herman de fey hieruit een jongensnaam upppsiilh. (Ingezonden door Coba van m' d geheel bestaat uit 12 letters en S7*3 straat in Haarlem. i krijgt 2 3 als men iets ver- dt. 0V{ 6 7 eet men bij do visch. i 9 10 vindt men aan een schip. het regent wordt het 12 8. j2 is een knaagdier, ia (Ingezonden door Lize Sarlet). 81 lie raad is overbodig Ma chti han Irafc (Ingezonden door Nelly di ofak). rnij berooven van mijn vel, weenen. zeg, is dat niet fel (Ingezonden door Pietje Ho- maakt ge uit onderstaande let- rrvaaontijtejsa. (Ingezonden door Maria Tini- ik mf M ïen* ra-'fc eerste is een gat. mi*n tweede is een voegwoord. Ijn derde is een sterkte. |n geheel is een plaats in Neder- I1 n:« bt «Ingezonden door Jo Scharpff). lelke liaan kraait niet? I naiJjiBgezonden door Nelly Modoo). K 9 i3 een waterkeering. k :|i 5 4 is heel zwart. 6 is een dier en 3 2 1 ook. 'at is mijn geheeil (Ingezonden door Lourens Viea- ijn eerste vindt men in ieder nuf). rijf dl mijn tweede woont men. i fat is mijn geheel? (Ingezonden door Johan Tijd en fijn eerste deel brengt duizenden fin orde, dag aan dag; fiodat ik dus voor iedereen Zeer nuttig heeten mag. "jn tweede deel is in 't bezit Van vele rijke liên, «aar kan, in anderen zin, toch ook fVaJSoms velen vreugde biên. derde noemt U van eön vrouw endjden naam, maar dan verkort; rd.lGeheel den naam van zeker land, 'ilcïWaar 't nooit recht zomer wordt. liep zij op haar toe en sprak „Lili, wat is er?'' Lili Bergen kon haar snikken niet bedwingen en riep ,,0 O O wat moet ik beginnen, ik weet geen raad, en wat zal Mama wel zeggen, dat ik haar tafeltje om gegooid hel), waar de bloempot op stond? Je weet wel. Lies, die mooie Azalia. De bloempo.t zelf is ook ka pot „Wat!" riep Louise, „die mooie bloempot, die Ma van Grootpapa heeft gehad?" „Ja", zei Lili, „en dan zoo'n onge luk nog wel op Paschenliet is ver schrikkelijk Louise was wat ouder dan Lili, dus wat wijzer. Zij riep „Stil toch, als Ma het hoort krijg je knorren Lili droogde haar traantjes af. en toen Ma een kwartier later binnen kwam. waren alle sporen van ver driet verdwenen. Ge moet weten, dat Mevrouw Ber gen een prachtige pot met een Azalia van haar Papa had gekregen. Nu had zij de kamer in orde gebracht en de mooie bloem op een tafeltje gezet pn Lili. op een na het jongste doch tertje. had die pot omgegooid. Lili had. behalve Louise, nog een zusje Rozalina genaamd, en toen dit zusje geboren was, had Lili van haar Grootpa vijf gulden gehad en Louise ook. Daar kwam Lili iets in de gedachte. Als zij van haar ƒ5 eens een nieu wen pot kocht Ja. dat was een goed idéé, en vóór Ma iets van het onge val kon merken, was do bloempot in huis op zijn oude plaatsje neergezet. Doch daar kwam een andere ramp Ma zei tot Lili „Lili, haal je vijf gulden eens. clan kun je ze op do Spaarbank brengen Nu moest zij alles wel vertellen. Mama kuste haar heel hartelijk en zeide j „Good zoo, mijn kind, dat je z o- jveel voor je Moeder overhebt!" I Doen jullie ook zoo. mocht ge in I nood komen, vertel allesen alles j wordt weer goed 1 Vind jeluidjes ook niet. dat dit ver- I haaltje droef en blijde is het maken van zooveel mogelijk ver schillende woorden uit een opgegeven woord, en dat opgegeven woord is degen keer KINDERRUBRIEK, waaruit je ook wel heed wat zult kun nen maken, denk ik. Nu de voorwaarden voor dezen wed strijd, en dat zijn I. Alle inzendingen moeten op Don derdag 22 Juni in mijn bezit zijn. II. Op je werk zelf (niet op een los papiertje, maar op het werk) moet duidelijk vermeld zijn je naam. je leeftijd en ie woonplaats. III. Bij de inzending moet worden medegedeeld, of het werk alleen of met hulp gemaakt is. IV. Alle woorden, die je gevonden hebt, moeten duidelijk onder elkaar geschreven zijn. van een volgnununer voorzien. Op een bladzijde mogen niet meer dan twee rijen staan, maar wèl mag het papier aan beide zijden beschreven worden. Ook op het werk wordt gelet. V. Inzendingen, die niet aan boven staande bepalingen voldoen, kunnen niet mededingen naar een prijs. En nu moet ik je nog vertellen, dat do wedstrijd bestaan zal uit twee af- deelingen, één voor jongens en meis jes van elf jaar of jonger dan elf jaar, en één voor jongens en meisjes ouder dan elf jaar. In iedere afdeeling zullen tweeprij zen en twee premiën worden uitge reikt. De prijzen zullen bestaan uit een gebonden Jaargang van do Kin dercourant, waarin een groot aantal verhalen, raadsels en platen voorko men, en de premiën zullen bestaan uit mooie boeken. Ziezoo, ga nu maar prettig aan t woorden zoeken uit het woord „Kin derrubriek", en denk aan het spreek woord „De aanhouder wint es «pijn /ilea ■hinj.' oevige Paaschdagen „JOch Lies, ik beb_zoo'n verdriet t'fflf) de zevenjarige Lili de achtjarige nïsliise toe. r^Btuiso keek om en toen zij Lili met heefl bedroefd gezichtje zag staan. De nieuwe Wedstrijd „Juffrouw, is het dezen keer'een woordenwedstrijd kwam van do week wel in tien briefjes voor, en dan meestal dadelijk daarachter„Hè, dat zou ik nu zoo leuk vinden En ja. een woordenwedstrijd is liet. Dat 7,al me dus een gezoek zijn Maar. vóór ik verder over den woordenwed- strijd vertel, moet ik eerst eens ver tellen, wat eigenlijk een woorden- wedstrijd is, want behalve de jongens en meisjes, die het wèl weten, moet ik toch aan de kinderen, die het niet weten, ook denken. Het is dan de bedoeling om van de verschillende letters van een woord zooveel mogelijk andere woorden te maken. Is het opgegeven woord b.v. „tafelstoel", dan maak je daar ten eerste van „tafel" en „stoel", maar verder ook tol, lat, stal, fel, fat, last, en nog een heeleboel meer, te veel om op te noemen. Nu bestaat onze wedstrijd ook uit Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels der vorige week zijn 1. Met een S. 2. Beverwijk. 3. Een turf. 4. Panopticum. 5. Rotterdam. 6. Ademhalen. 7. Koekoek. 8. Wedstrijd. 9. Kinderstoel. 10. Gaskousjes. Goede oplossingen ontving ik deze Gerard Hekkelman, 10; Hendrik;" do Wijs, 8Wim Germeraad, 9Leo nard Germeraad, 9; Reinier Brakel. 9; Betsy van Huizen, 5; Maria Kenzen. 10: Hendrik Bonman, 9; Izaak Smits, j 9 Lourens Visarius, 7; Willem van Muyden. 10; een inzender zonder i naam, 8; Truus Staal, 10; J. Schip per, 10 Nellie Modoo, 10 Hdrtnan Popelier. 10; Coba Barthel, 10; Ge rard Joosten, 9; Catharina Kokkelko ren, 9Harm en den Otter, 7Betsy van Wengen, 10; G. Boogaards, 0 Cornelia Leeuwenkamp, 10; Mina Vink, 10; Johan van den Bosch, 10; Maria M. Tuyl Schuitcmiaker, C; Jo hanna Ploeg, 9; Piet Joosten, 9; Ben- nard Seders. 7Margretlia van der Stijlen, 6Marie Groenewegen, 8 Da niël Smits, 9. Rripvpnhlic [vind je niet? Ga je nu ook meedoen l#b ivi viiuua liaan den nieuwen wedstrijd Ik zou (Brldven aan de Redactie van't maar eens probeeren, hoor de Kinder-afdecling moeten i gezonden worden aan Me-j. j Coba B. Daar hebben we weereen M. C. van Doorn. Sophiastraat nieuw vriendinnetje. Nu. ik vind het No. 22. Haarlem). j uitstekend dat je mee gaat doen. en j ik hoop. dat je me nog veel la nee Marie Gr. Is Zus nu al ouder j b.rie,v®!3zl)ult schrijven. Waar woon je dan drie maanden? Wat gaat de tijdeigenlijk toch Vlug. hè? En Broer jarig ge- weeet, wat wordt hij nu ook al een- Horman P. Kwalijk nemen Ne baas! Je hebt goed geraden zooals je.hoer, daar doe ik niet aan, dat :s oe ziet Nu maar weer met nieuwen .veel te lastig, want als je iets kwalijk moed aan 't werk! Heb je Nelly'sneemt, dan hindert het je zelf toch brief gekregen het meeste, geloof je dat ook niet [En wanneer de nieuwe wedstrijd l*e- B en nard S. Je raadsels vind ik ghit, hoef ik je nu niet meer ie ver heel aardig, en het andere komt n«: tellen, want dat zie je vandaag \an- ook gauw aan de beurt. Waarom .zelf. Hoe is 't met de menagerie? doen D. v. d. M. en .T. K. niet meer! mee? Toch niet, omdat, ze tot nu toe! Nellie M. Had je me vergeten nog geen prijs verdiend hebben? Dat,O, Nellie! Nu. ik vind het niet Gel zou ik al heel flauw vinden, jij niet .org. maar je hebt gelijk, als je D--n- jderdags schrijft, kan er geen briefje Margaret ha van der St. Wat, moer in de Brievenbus! Ook al got-1 heerlijk om orgelles te hebben! Kengeraden Jullie kunt het, hoor! Vu..d je het al een beetje Je dacht toch je woorden uitzoeken prettig? De niet, dat ik je om die orgelles boos i raadsels zal ik nazien. zou aankijken Dan ken je me niet. j hoor 1 l Een in zender zonde rnaa ra. jZoo, is je Tante er geweest, en soho- Piet J. Ik vind het erg aardig, du.t ten de raadsels er toen bij in? Ik je eens een standaard voor ine wiltvind het heel belangrijk, maar ten zagen. Je houdt zeker veel van zulke volgenden keer zou ik toch wel g,n;>g werkjes, is 't niet? Vind je Gerard's je naam willen weten, als je 't goed boek niet mooi? i vindt! Ik zit al te raden en te raden. (maar ik kan er maar niet. acht>r ko- Joen Betsy P. Lieve help, wat men van wie de brief is! een lange brief "kreeg ik van de week Maar je hadt ook heel wat to ver-! Truus S. Truus zou k tccen- tellen, hè? Was het feestje op 2-4 Mei woordig niet graag meer overslaan, prettig? Jullie hadden een pleizierigen iedere week een brief is t-oh erg gc- Zondag, en prettig, om er nog eens zellig, vind je ook niet Je vindt het een heelen dag naar toe te gaan zeker veel prettiger om alleen 's mor gens naar school te gaan, hc G e r r i t B. Wist je niet wat dat I getal achter je naam beteekeut? Dat' Anna van G. Wel, Anna, nu is het aantal raadsels, dat je goed Iverlang ik er erg naar om te hoorm hebt! Prettig, dat je ook meedoet! |cf de prijs goed aangekomen is, m <f jje er al mee aan 't werk lumt ge- Mi na V. 't Spijt me, dat ik misleest! Ik hoop ten minste maar, dat geraden heb, maar ik had je ook je weer beter bent! t Was toch niet eigenlijk moeten vertellen, dat ik nietover plezier van den prijs, dat je daar zoo erg knap in het raden ben. vind jopeens ziek was? Ja, 'savonds ben ik je ook niet Behalve in raadsels ra- meestal thuis, en ik vind het erg aai den, dat begrijp je j dig, dat je dan eens bij me wilt ko men met Vader of Moeder. Schrijf Johan v. d. B. Je raadsel heeft aljme dan maar vooruit wanneer c eens in onze rubriek gestaan; jam-j komt! Deze week niet, want dan beo mer, hè? Hel) je al druk gelezen, on'jik uit de stad. Vergeet nu maar niet. is het boek inooi i om Pa heel erg voor zijn brief te »c danken enk je er om M aria M. T. S c h. Wel kleintje, j wat heb jij me aardige bloemetjes ge-Willem van M. Wei Willem, bracht! Ik heb ze dadelijk in een wat gaat net onlossen al nmoi, hè? vaasje gezet, en ze staan nu toch nog "Nu ben ik benieuwd, of je met. woor- zoo prachtigZijn ze uit den tuin den zoeken ook zoo knap bentDoe Dank je wel, hoor maar goed je best, hoor Gerard J. Nu, ik merk wel, dat was een pret in Noordwijk Jij zou zeker wel i©deren dag naar Noordwijk willen, is het niet? Grappig, dat we elkaar nu ook kennen, hè? Catharina K. Ja, hoor, jij hebt ook al goed geraden Misschien kon Nelly met dezen wedstrijd wel mee doen; ik hoop hot maar, jij niet?Wat aardig dat zij je ook een brief ge schreven heeft, hè? Daniël S. 9 waren er goed. Da niël, dus nu begin je op te schieten, Leonard en Wim G. Ik dacht lieusch, dat jullie me vergat, jongens, dus je begrijpt zeker wel, dat ik blij was weer eens iets te hooren Hoe is 't met Johan, en maakt Moeder het goed? En is Leonard al 12 jaar ge worden Wat een vragen, hè Lourens V. Ook al hoop opeeri woorden wedstrijd Wat zullen er dezen keer een liefhebbers zijn En dan denk ik telkens: „Lieve help, nogal moer woorden gevonden Hoe is het mogelijk Want ik heb het vroeger ook wel eens gedaan, en ik weet dus wel. dat het een heel werk is, al is het dan ook erg prettig Hoe gaat het op school, Lourens Anna van D. Ja. zoo'n bezeerdo rechterwijsvinger is lastig, dat wil ik wel gelooven Is dat op Zand- vcort gebeurd Wensch haar maar beterschap voor mijOf ik veel van dieren houd Ja. erg veel, hoor, jij niet? Aai Kaffertje maar eens voor meDoen, hoor Anni Izaiik S Wel, ben jij tien jaar! Nu. maar dan schrijf je keurige brie ven. IzaakIn welke klasse zit jo Wel En waar ben je op school Reinier B. Zoo, vent. ben jo al aan het werk geweest met da nieuwe kleidoos. en gaat het goed. Grappig, dat ik jullie nu alle drie ken, doe de groeten maar aan de broertjes, hoor! Nelly de M. Wat heb je een al leraardigst niatje voor me gemaakt, Nelly Ik had er toch zoo'n pret om, dat ik mijn eigen naam daar zag prijken Moet ik zeggen wat ik denk. dat de poesen denken als ze op de schutting zitten en weggejaagd wor den t Is een ingewikkelde geschie dt nis. zooals je ziet. Nu, als 't een net opgevoede poes is, zal hij wel denken - ..Waarom zit ik ook op de schutting van een ander Ik iioorop mijn eigen schutting thuis!" Is zijn opvoeding niet heel lievredigend, dan zal hij wel denken ..Stik!" Hoe vind je zoo'n oplossing Dag Nel Gerard van Dr. Moe heeft he» gelukkig goe<j geraden, hè Gerard Het doet me veel plezier, dat de uit- slag van den wedstrijd toch zoo'n verrassing voor je was. want nu zie ik. dat je je werk veel belangrijker vindt dan een prijs, en dat vindt ik erg prettig. Ik had zoo'n plezier, toen ik je opstel lasGroeten aan Pa en Moe, hoor, en ook aan Wille- mientje Barbara T. Wel Bar. ik dacht heusch al. dat je geen prijs wilde hebben Ik zal je vertellen, dat jd kiezen mag tusschen twee boeken „Drie Sprookjes" door Anna van Gogh Kaulbach. en ..Een gelukkig Viertal", door AJetta Hoog. Schrijf nie nu maar, wat je het liefste hebt, en waar je ook weer precies woont, dan zal ik het jo sturen. Goed Gerard H. Tot slot krijg jij nog een briefEn nu vraag je me of ik bij je kom? Het spijt me heel erg, maar ik moet do volgende week uit de stad. en ik ben Dinsdag dus niet hier. Jammer hè Nu zal ik je maar in ..De Zaterdagavond" felic'teeren. al is dat lang zoo prettig niet Dag! De groeten aan Moe M. C. VAN DOORN. 'jen kostbare verklaring De oude advocaat Groffen t© X., bij iedereen, zoowel om zijne be- en geluk in 't procedee- als om zijne driftigheid bekend, ms had hij in een verafgelegen itsje, dat nog niet eens aan het vjwör lag, een of andere zaak töbe- ,e"freken, die zooveel tijd in beslag dat hij eerst bij het invallen duisternis in zijn rijtuig kon tóppen om naar huis to rijden. Ver- melig vleide hij zich in een hoek en IftcWtte te slapen. Doch na vel© yjJochtelooze pogingen kon hij eerst Gn alaap vatten. Deze sluimering kon nog niet lang iduurd hebben, toen hij plotseling ori» ior het stilhouden van het rijtuig g«a i het zweepklappen en roepen van i'C- koetsier weer wakker werd. ukü °P zijn liarsche vraag ontving hij steven barsche antwoord, dat een agbomn den weg versperde. Men bevond zich nu in het dorpje unshoek, dat nog 10 K.M. van X. iwwijderd is. Met huis van den tolgaarder lag in diafd>° duisternis gehuldalle bewo- DMKsUet>en- UjRoepen en zweepklappen bleef al- vruchteloos geen sterveling zich zien. Nu sprong de koetsier i den bok en ging uit alle macht venster kloppen. Ook zijn heer aa&F&n uit het rijtuig en, da.nk hun ureend lawaai, slaagden zij er in en reeds bejaarden tolbaas „Vader knke" uit zijnen slaap te doenont- rvrtbommend. over de ongewenschte herfljring zijner nachtrust morrend, igiifik Menke de stallantaarn aan en st F&m langzaam op uitgeloopen pan- "Ms naar buiten sloffen om het '-?eld in ontvangst te nemen en na 'uwkeurige bezichtiging der geld- J.ben den slagboom te lichten, in' slechte luim werd er niet veel daif i °P' toeT1 den advocaat Grof- 5,1» bij het somber licht van het olie- herkende. Deze was in een pees over een servituut met zijn innnan, de raadsman van den laat- geweest en had zoo meende al- nans Menke alleen door zijn ge- ^penheid bewerkt, dat het proces en ongunste van Menke beslist werd. Hoe meer nu Groffen hem tot spoed /^nzclte, des te langzamer vervulde ML <0,h'aarder de plichten van zijn rwpmbt tot eindelijk het weinigje ge- pJd van don advocaat geheel was kjlgeput. Groffen ward hoe langer jsfMoe driftiger, en ten slotte kwam een ^>ed van scheldwoorden op Menke's Md neer I Jij wilt hier tolbaas zijn Jij Kn'n luie vlegelJij bent, een aarts- «nune lummel, oen rekel, een ka- M, een schaapskon. een boeren- lengst Menke bleef wonder bedaard, en kheen niet in 't minste boos te wor- integendeel, hij glimlachte even. ;o& tjes. Toen Groffen een oogenblik naar adem hijgde, maakte Menke daar ge-' bruik van tot 't verzoek - Och, maneer de advokaat, wille ouwes nie de goedheid hèn. me d,at te op te sch,rèven 'k Wou 't geern op 't papier hèn. Zoo iets brutaals had Groffen heel i zijn leven niet gehoord. Je wilt 't schriftelijk hebben schreeuwde hij in den hóógst en toon. S e h r i f t e 1 ij k Met genoegen, het grootste genoegen 1 En snel liep advocaat Groffen op. het tolhuis toe. zoodat Menke moeite had om bij te blijven en bijna zijn pantoffels verloor. Vader Manke was tegelijkertijd se-; Cretans vaneen gezelschap; papier' en inkt waren dus gelukkig bij de hand, en iu weinige minuten had hem dan ook Groffen do gewenschte ver-, klaring geschreven. Veul dank, meneer sprak detol- gaarder-secretaris nu beleefd en ge-! leidde den advocaat naar buiten. Hij hielp hem zelfs bij liet instappen en ging dan snel den boom lichten. Ver heugd glimlachend zag hij het rij-1 tuig na. Nou zal ieder us aon betaolen- mompelde Menke. terwijl hij den boom weer neer liet. Hij nam den lentaam op. ging naar binnen en legde zich zelfvoldaan ter ruste. Den volgenden morgen stond Men ke vroeger op dan zijn gewoonte wasmaar hij trok niet zijn werkpak aan, doch kleedde zich in zijn zon- dagsche kleeren en hij begaf zich naar do stad X. Het bureau-uur was nog niet ge slagen. toen Vader Menke reeds de wachtkamer van zijnen advocaat binnentrad, om onmiddellijk de aan klacht wegens beleediging in te die nen. Met ongeduldige schreden stapte hij in het vertrek op en neer. In de I hand hield hij de verklaring, die hij j las en herlas, alsof hij den inhoud j in zijn geheugen prenten wilde. Hij j zou zijn lievelingsdeuntje gefloten i hebben als het plechtige van de plaats hem niet weerhouden had. Eindelijk brak het spreekuur aan. Menke werd als de eerste in de spreekkamer gelaten. Wel. Menke. ontving hem Mr. Ooi ijk ge moet wel iets heel belang rijks hebben, dat ge zoo vroeg op weg bent gegaan? Jao. meneer den avokaot, dè zéde daor wel. Ge wèit toch. da den avokoat Groffen minen buurman ze nen avokaat waorhie allén het schiild. da ikke nie gewon' hège- üek han 'k en nou wil 'k um aon- klaogen. Maar, beste vriend, dat gaat er toch zoo maar niet Laot min ierst ens uutsprèken, zoo meèn 'k da ok nie Maor diejen 1 Groffen het mien belèdigt en dè r.k 'k nou es vertollen. En nu verhaalde Menke aan Mr. Oolijk hoe Mr. Groffen hem had uit gescholden, hijzelf niets tegenin had gezegd en hoe hij ten slotte den driftkop had ..overgehaald" zijnebe- leedigingen op papier te herhalen. Dit droeg hij niet levendigen pa thos voor, en hield tviomfeerend den advocaat liet bekende papier onder de oogen. Mr. Oolijk nam het er. las. Teeke-, nen van met moeite ingehouden la-1 chen werden merkbaar. Hij zei niels en legde het papier voor zich op de schrijftafel. Wa zéde der nou van? Nou hew 'm, in zenen haost is de sluuwe vos ien de voal g'loopen, nou zal ie der es. aon betaolen. Beste vrieud. sprak Mr. Oolij!;. i zich met moeite dwingende kalm en ernstig te blijven, op dat papier kunt ge geen aanklacht indienen Nie!?! mag me den drommel) haolen. 't kèn toch nie duud'leker zin. en hie zuivers het 't 'schrèven ók. Dètta kén ie er nie 'n afzwéiren. Dat zal hij ook niet, en toch kunt ge hem niet vervolgen. Luister eens goed toe. De advocaat las nu den geheel uit het veld geslagen boer het kostbare document voor, dat aldus luidde VERKLARING. Aan den secretaris en tolgaarder Johannes Menke te Runshoek, ver klaar ik hierdoor, op z ij n verlan gen, dat hij een aartsdomme lum mel .een luie vlegel, een rekel, een kameel, een schaapskop en een boe renhengst is. Runshoek. 10 Februari. 1905. GROFFEN, Adv. en Proc. „Vader Menke" ging een licht op hij glimlachte niet meer. en hoe dui delijker hem alles werd. des te lan ger werd zijn gezicht. Ten slotte be gaf hij zich. in stilte alle advocaten ;der wereld en in 't bijzonder advo caat- Groffen verwenschend, naar zijn dorp terug. Maar hij schold en raasde van je welste toen eenige dagen daarna van advocaat Groffen een rekening kwam voor het op zijn last schrijven dor verklaring. Wat hielp het; hij moest betalen, wilde hij niet aan den spot van Jan en alleman bloot staan. Een troost was het hem. dat de medele den van zijn gezelschap het nog niet wisten. meer kon krijgen en in zeer slechte luim nam hij plaats iu een coupé waarin reeds een heer zat. De mon stering van dezen door den landraad gaf den laatste bovendien nog de overtuiging, dat hij hem niet als „vol behoefde te beschouwen Kempen, waar de heer Von R. nog landraad was. De feestrede wsuuine- de hij den koning zou begroeten ging j spoedig in een gestotter over en ein- i delijk bleef hij er geheel in steken, toen li ij om den mond des konings een spottenden trek zag. ,,'t Is wel, Waarom ben je gister thuis ge- bloven vroeg de meester. Moeder is ziek, mijnheer. - Dat is jammer. En wat zegt de dokter er van De dokter zegt dat 't een meisje Nadat de trein vertrokken was. beste landraad, 't is wel. Ik benzoo trachtte de medereiziger een gesprek evengoed overtuigd van die goede ge- met iiem aan te knoopon. Hij kreeg j zindheid van u en uwe stad. Overi- echter van den landraad niet anders I geus had ik bijna iets vergeten dan onaangename antwoorden. De Humboldt laat u groeten ander evenwel, wiens goedgeluimd- lieid daardoor eerder scheen toe te 1 HOE MEN KWIKZILVER KAN VER- nemen, dan te verminderen, bleef voortdurend pogingen aanwenden, het gesprek voort te zetten, wat ein delijk de uitwerking had, dat de ZAMELEN. Wie eens met kwikzilver te doen heeft gehad, kan oordeelen over de ..HUMBOLDT LAAT U GROETEN." De volgende vermakelijke anecdote omtrent den grooten ontdekkingsrei ziger zal zeker wel niet algemeen be kend zijn. Zekere .heer Von R„ landraad in den Kreiss Kempen, was iemand die zich minder door groote geestesga ven dan door verwaandheid onder scheidde. Op zekeren dag reisde hij met den trein van Keulen naar Ber lijn. 't. Stemde hem reeds wrevelig, dat hij aan het station Keulen geen coupé eerste klasse voor zich alleen landraad hem woedend toesnauwdej grillen van dit metaal. Een druppel- „Mijnheer, verschoon mij verder van J ije, dat op de tafel of op den grond uwe geestelooze praatjes U schijnt j valt, verdeelt zich direct in honder- j mij toe. alleen door eene vergissing j den deeltjes. Het kwikzilver nu is in een coupé eerste klasse te zijn te- een even waardevol als giftig metaal, rechtgekomen. Voor het overige Om die deeltjes te verzamelen moet schijnt ge niet te weten, wien ge men een Jobsgeduld hebben, daar die voor u hebt. Ik ben de landraad van i kogeltjes bij de eerste de beste bewe- Kempen". ,.Ja, dan moet ik uwelging wegrollen. Er is een hulpmiddel verschooning vragen, hooggeachte om dit te voorkomen. Men gebruikt heer landraad", antwoordde dedaarvoor een natten ring, die men vreemde, „dat wist ik werkelijk niet. j om het verstrooide kwikzilver trekt Maar nu is uw wensch voor mij r.a- j daar de kogeltjes dien ring niet kun- tuurlijk een bevel". En tot Berlijn nen overschrijden. Daarna laat zich heerschte er in de coupé stilzwijgen. Toen de trein het station te Berlijn binnenliep, wachtte koning l'riedrich Wilhelm hem op, trad naar de cou pé, waarin de beide reizigers zaten, en heette den reisgenoot van den landraad hartelijk welkom, terwijl hij uitriep„Mijn beste Humboldt, wat doet het mij een genoegen u na zulk een lange afwezigheid eens weer terug te zien De beroemde Alexan der von Humboldt was n.l. van een lange reis teruggekeerd. De land raad wilde zich zoo spoedig mogelijk verwijderen, wat hem evenwel mis lukte, daar Humboldt luide tot den dit metaal gemakkelijk met een uit karton gemaakt schepje in een zakje brengen KINDERHUMOR. Bij Arrowsmith, ie Bristol, .schrijft de Londensche correspondent van 't X v. d. D.is een alleraardigst boekje verschenen, onder den titel ..School-humor", Het bevat kinder- naïeveteiten, samengegaard uit opstel len of antwoorden van kinderen in do Londensche armenscholen doorliet Parlementslid dr. Macnamara, lid van de vroegere schoolcommissie, en zelf vroeger onderwijzer. Die antwoorden werpen dikwijls ook koning zeide ..Majesteit, stn. niij too|ce„ „-horp !icht op de omstandighe- u mijn vnendelijken reisgenoot, den den, waaronder de Londensche 'kin- landraad van Kempen voor te stel- j deren in de armenwijken leven. Ien, die mij door zijn gezellig onder- Hier is bijv. een schoolopziener, die houd de reis op do aangenaamste vraag*: Wij» heeft verkort." - ..Dat was ta.M Klazen bier zet en uw vader komt binnen en drinkt er één leeg, hoeveel zijn er dan over Geen enkel, antwoordt de kleine. Je begrijpt mijn vTaag niet. zei |de schoolopziener en herhaalde die maar txflkens kwam flink van u, landraad, dat ge mijn besten rirend zoo goed .hebt geholpen den tijd te verdrijven", zeide de ko ning tot dezen. De arme landraad weid gloeiend rood en kon niet an- ders dan eenige onsamenhangende "^anrivoo^d1-3' woorden stamelen, zoodat hij eerst. —Geen enkel! verlicht opademde toon hij den ko- Eindelijk zeide de schoolopziener ning met Von Humboldt zag wegrij-- Ik zie wel. dat je niet uit het den. De vorst amuseerde zich na- hoofd kunt reekenen, tuurlijk kostelijk, toen hij later de I ik ken mijn vader, nnt- werkelijke toedrar.ht van de zaak ,a"p Een kind antwoordde op de vraag \ernam. j wat is een ambulance? Het volgend jaar bezocht de ko-Dat is v.aar d,. vnnuven op ri: ning de Rijnprovincie en ook de den, als zi- dronken zijn Wat beteekent enz. vroeg de meester. Bliksemsnel kwam het antwoord -- Dat is een toeken, dat gebruikt wordt om te doen gelooven. dat. je meer weet dan je werkelijk doet. Ziehier een stuk uit een opstel van een knaap in do lagere school „Soms denken de menschen, dat zij, wanneer zij mooie kleeren aan heb ben. hooren zijn, maar dat is niet zoo, een heer is iemand, die manieren heeft. In liet „West End" en in de „City" zijn groote hoeren, en do men schen denken, dat zij heel wat zijn, omdat zij mooie kleeren dragen, maar eenige zijn meer dan varkens. Soms zien we een landlooper op straat met nauwelijks schoenen of kleeren aan, maar zeer waarschijnlijk heeft hij manieren. Een ware heer behoort zijn manieren te kennen en ook niet to vloeken. Een schoolopziener vroeg eens aan de kinderen hoe groot een struisvo- lei was. maar kon geen ander ant woord krijgen dan ..heel groot", zoo dat hij eindelijk vroeg, iets te noe men om aan te geven, hoe groot. Na eenige aarzeling stond een knaap op en zei Zoo groot als uw hoofd, mijn heer. De schoolopziener lachte en vroeg toen En waar legt de struisvogel <le eieren Dezelfde jongen kwam naar voren en zei In ons schoolmuseum, mijnheer. Bij een les over dc breuken vroeg een meester Hier. kinddren, is een stuk vleesch als ik liet in tweeën snij. wat krijg ik dan De kinderen gezamenlijk Helften. En als ik die stukken weer in tweeën snij. wat krijg ik dan? Vierdeparten. En als ik voortga Achtsten. Goed, en als ik op dezelfde wijze voortga, wat krijg ik dan? Twee kindoren Zestienden. Zeer goed. Laten we nu die stuk jes wéér in tweeën snijden, wat krij gen we dan? Algemeene stilte. Eindelijk stond een knaapje on en zegt Gehakt, mijnheer. „Een vischnet" schreef een jongen in zijn opstel. ..is em hoop kleine gaatjes, door een touwtje vereentgd."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 9