scheen te zijn. Ze zag er zoo. f|d \tr±Aar van 7t*n 7AAn Koer Harders keek naar zijn zoon.
bleek en moe uit. Als ze maar niet' Valt Cl Van Aijli Zvvll» Toen 't gedicht uit was, stelde de
den weg van haar moeder op ging.onderwijzeres eenige vragen, en de
die aan tering was gestorven. j kinderen antwoordden, sommigen heel
Weer was het Mei, een stille, don-j 't Onderwijzeresje aan de dorps- verstandig,
kere, vreemd zwoele dag. Als een zwa-school te iiagedoorn had gelukkig En Piet, zei ze ten slotte, wat
re vrees lag het in de lucht. Daar heël veel gevoel voor 't komische, en vondt jij er nu van
kwam iemand in een grijze overjas'daarom was ze ook in staat te glim- Piet dacht schijnbaar na.
en met een witten stroohoed op. op lachen, toen Jan Donkers haar buiten Ik vond 't... zuur. zei hij kalm.
ons huis al... 't was Herbert. Vroolijk adem kwam vertellen: Er was een oogenblik doodelijke mttJ uuwiUCIl aLiaaL„K(5
liepen we hem tegemoet; hij zeide tot Juffrouw, Piet Harders z'n vader stilte. Toen keerde boer Harders zich b6weegt zich iets Snuivende paarden
moeder, die hem de deur opende, dat komt vanmorgen mee naar school met tot de onderwijzeres. 1 -
hij wegens zijn examenstudiën nog Piet. Hij is woedend op u. Hij zegt,Je hebt hier niet zoo iets
Op weg naar huis.
Het is rondom nacht, maai' niet
duister. De maan werpt een blauw-
witschitterenden glans over de met
sneeuw bedekte velden. Het is overal
stil.
Maar neen Daar op den straatweg
1 k vind geen patronen
Iwan stoot een vloek uit en slaat
nogmaals op de paarden los.
De patronen niet te vinden! Je
bent nergens goed voorT Kom hier,
houdt de teugels vast
Zij gehoorzaamt en klautert over
het kind heen naar hein toe.
rlij vloekt opnieuw. Ook bij vindt
de patronen niet.
Ze zijn Wegverlorenhet
eens in de groeve moest en een be- dat hij u de hersens in zal slaan. karwats, hè
paalde laag moest opzoeken. Juffrouw Van Brake! keek eens even: Ik heb een stok in do kamer
We lidpen mei hemmee: ik vei'telde in Jan's verhit gezicht en begreep, hiernaast, antwoordde ze.
UOVVWft li Z.11 II l'Cl'fl ÜIIUIVVUIW UUCtAi'UCJl 1
tappeten op do sneeuw en do bellen j h^ecfafeI^w^ ons bl; Geen p0.
ti'onen en het bosch is vol wolven
klingelen.
i Door de bloemen, die de winter op j
Kijk. daar komen er al eenige... komen.
het venster van een herberg heeft ge- -
- ^eep, hiernaast, antwoordde ze. Maar tooverd( dringt
een licht. Nu en dan ^weo- ïjf...... n°f=
hem, dat Calla ziek was, en vroeg, cf dat hij zich alleen maar echt verheug- dien gebruik k zelden. Ik hecht met is dujster, doordat er iemand inIw~an Ult. en Wljst naa? 'iet kosch.
hij ook naar haar toe ging.
de op een standje en volstrekt niet aa.11 lichamelijke straf. J ligit huis welks idak dreigt te bezwii-i Daar ziet men zwarte punten u<t
Ja zeker! Zekerais ik nog dacht aan de onaangenaamheid, die Je zou me verplichten, met me ken onde'r een berg van sneeuw voor-e^aar Saan en over de sneeuw bup-
tijd heb... Jullie kunt haar in elk ge- haar wachtte. En dus zei ze bedaard: die toch 'seffentjes te leenen, zei boer )ie^ ioopt. .pelen,
val wel ivan mij groeten, antwoordde: Dank je. Jan. Je kunt het bord Harders onverstoord. 1 De deur ga£d en een wolk van', Anna Daulowna vergeet nu ook
hij aarzelend. schoonmaken en met vraagstuk éénAnna, zei de onderwijzeres tegen damn en do gian^ van bet bcbt strij- aar medolijden met de paarden, On-
We stonden op de hoogte. Zwarten beginnen. een klein meisje, haal 's even den,den om wie ju,t eerst puitenis. Dan°pb°udelijk laat zij de zweep op hun
donker verhief zich achter de Halden, Zij had pas kort geleden haar exa- stok. Ikomt er edn vrouw, die met zorg iets' ruSg«K neerdalen en de slede schuift
waarboven de schoorsteen verre uit- men gedaan, en nu was zij, door :n-r Anna ging; er was wéér stilte. De op de armc,n voor ^ich uit draagt, invoort met. zoon groote vaart, (late en
stak. het langgerekte gebouw van de vloed van de vrouw van den daar ter heele klasse wachtte ademloos. Piet de deur I sneeuwwolk achter haar opstijgt.
groeve. plaatse wonenden baron, te Hage- keek verbouwereerd, maar hij haalde, Iwan: 'tis hoog tijd wij hebben! Doch ide zwarte punteta. komen na-
Krassend vloog een schaar raven doorn benoemd, als een gewcnschto toch zijnbeenen binnenboord en ging nog twe0 uur vóór ons en kom^atoch de^ worden ^^Sf^^om^ekken
over de bergen. Herbert zocht vader „yerfrisschmg na de oude dorps- fatsoenlijk zitten. niet voor tien uur thuisroept zij, nemen ree.ds duidelijk e
op; intusschen keerden wij terug en schooljuffrouw. Siii^zich omkeerenden van binnen" ant-
4k lien snel naar Calla. om haar het Juffrouw Vaxi
De Springvloed.
In een gemoedelijk burgerhuis, van
waar men een schoon uitzicht ha
op het strand van Verdou aan d
Fransc.be kust, zaten M. en Men
Armanon na het diner aan tafel. He (De
begon reeds donker te wordend ior
vensterblinden waren reeds gesloten ibcIi
het was eenzaam aan het strand er
want dien avond zou er springvloe j
'•imen. k)
De visschers hadden alles in veilij
beid gebracht en de toeristen hadda ^pe
de gastvrije hotels opgezocht.
In
de woonkamer der familie
manon was het stilin een grooW
leunstoel lag Robert, het eenige kim
kalm slapend, bewaakt door de iiej
'ote J;
devolle blikken van vader enmoedj
,L an Brakel was een takt- Boer Harders bekeek hem -van alle woordt een wiltl gewar van
vol persoontje en zij stond op den kanten, 't Ding boog sterk door onder men
aan van de gevreesde dieren,
stem-! Dvan woelt, nog naar de patronen
i zoekend, in het stroo.
hemel, wat moeten wij dioen,
ik liep snel naai- Calla, om haar
beZe.ek\vïin uit 'dé'kamer, langzaam, besten voet met bijna al haar leerlin- den druk van zijn dikke vingers,
onverschillig. Toen ik haar echter zei- Er was er maar één, die haar; Niet veel zaaks, bromde hij,
de. wie er
overbracht
over haar*gelaat. Haar .oogen sche- ren 'ïem geprobeerd'tmochtPiets gezicht vertoonde geen spoor je dan toch? Help me er op komen, i 0
men weer den ouden glans te krijgen. haten. En 11V eindelijk, gisteren, meer van overmoed, en nu begon. In het etroo op de sLede Tuischt moeten er uit ge v allenzi j n.O,lieve
Hftnr wantren leken voller dan straks had hij definitief geweigerd, haar te hij luid te huilen. iets - hef dek wordt .opgetild en eenAnnuschka, ze zullen ons opeten, ze
gehoorzamen, waafep lij hom een - Ik zal.'t nooit meer toen, vader,;3^^TÏM^.en 1™^ t eToï" VeToe^voort
Tc dn t vvsftr? Denkt hii torh aan fhnk standje gegeven, en hem toen beloofde hij. wm ia «.-in er op, sla er op! We moe-en voort..
mij"' Zeker wïïr? naar huis gezSnden had, met de toe- - Kom hier, zeg 'k je donderde
-ï tw 'voeging, dat hij niet terug belioefde boer Harders.
Ja, zeker waar riep ik. Dat zijn te komen tenzij met zijn moeder. En half kruipend kwam Piet nader-
komst nog niet aoo heel zekei was,; En au kwam kij met zijn vader i bij. bevend over al zijn leden. Zijn
•t1hJ^riiot'^irrn Hat wastfmiin' Bo"1' Harders ,vas oen van de meest vader greep hom bij zijn schouder iowna. Maar wacht nog een poosje,
ül dichScl^lïen TOOr ik het ^^eesde personen uit den omtrek.. - In de kamer hiernaast, verzocht Ik wü wachten het wordt
keel aichtsohroeven izou, vooi is. net werkte uit principe zoo min mo- juffrouw Van Brakel.
slaperig gezicht vertoont zich.
Wat Anna Paulowna, je wilt - i
op reis?-Alleen? Je kunt toch nietal- de patronen, de patronen
legn j De vrouw is opgesprongen, maar is
TTain mg ipr on 'terstond daarop weer gaan zitten en
- Zooals je verkiest, Anna Pan- ^"u'iteeekt ZWeSP
Ja, ja. ze zullen ons opeten, mijn
ncIMC uit UlllllilUC IUU illiu JllU- juiuuun iwu
woord zou uitspreken, .waar ik nam geljjk (werken vermoeit maar): maar Harders sleepte zijn zoon mee en
mn va et vnnv ilirf>rt. miar ne mnn e J _i._, j. .1
IK Wil iXlBL WctUIima, liet WUiUl 1- 1^ ..1
steeds later. We hadden hij daglicht 1f. F'
mij vast voor direct naar de mijn te ajs "er ergens een vechtpartij uitbrak, sloot de deur. dje kroegen
gaan, op Herbert te wachten en hem dan wa/hij er als haantje de voor-i Pantomime. Juffrouw Van Brakel ëeJ T,^vpR
dan niet met rust te laten vooi hij ste zweeg. De klasse luisterde zwijgend
d an i
naar Calla was gegaan. i ïs 't wonder, dat juffrouw Van Bra-Duidefijk klonk heit geluid van klap- je moe^ ,-g tusschenbeTden toch eons 'can meer
Zoogmg ik nogmaals heen. Maar ke|.g gezichtje betrok, terwijl ze dit pen door de gesloten deur, en «te.vemSen De wolven komen al naderbij. Bij
wat was dat? Wat cou geloop, een alles overdachtMaar ze was een meeste schonen met groote gemakke-i Een[„e Voegers komen naderbij de voorste kan men al dat verschrik-
geroep een geschreeuw Goheel in flink meis|e m bes!oot hulp van lijkheid die plaatsen aan Piet's li-1 en bSgeu datzi j ™z»at™ MUk gloeien van de oogen <m de be-
opwmdmg liep vadei naai den hang- cjen lioofdonderwijzer in te roepen, i chaam te vinden, waar ze het meeste moet \ilen ziin onder den in- geerige roode tongen zien. Maar oe
bak - een oude bergwerker komt maM. hst aar ,t hoofd bie- goed konden doen. Geschreeuw en ge-;vlo6<r eook' hear man paarden houden zich goed De slede
mei een verschrikt gelaat op hem af. dcn a snik van vjoagj mensch was hoor- j heb'ik ,-a daa"' slingert heen en weer en de sneeuw
bk ben mee daarbinnen geweest! precies om mlr zij atgbaar; maar boer Harders was grim- j t Toeièerd we f aan direct all<?! vlieop "n on'lreM de wolven aan
Met eigen oogen heb ik gezien en met ande.r0 da de d8UT vaJn de mig slii. tma.Kl teSliil'üom nog een gl^ïle het ^;czic!,l
eigen ooreu gehoord! Juist waren klasse> n«ar haar lessanaarcn j Na een oogenblikje begon juffrouwmtatsdilid Maar uit zulk edn sneeuwmassa
twee m dun korf, toen de tweede sloga een boek -open maar danrVan prakei met de verschrikte klasse i w-ees vcratandj„ iwan ie spnngt het bovenlijf van een w olf
meesterknecht hem naderde, terwijl k]onk jujde kjop op de deuFi en'te vedeneeren. Zij w-ees er de kinderenV-- naar voren on den kant der slede.
de kor! zakt zegt lyern tegen den e6n eiectrische schok voer door de kin- op, iioe boer Harders dien
al thuis kunnen zijn, maar'die kroe- die'- De wolven zullen ons opeten
een. die kroegen I i H00r Je -*• .Iwan' ho°':. 1» M hul'
Lieve hemel, wat gaat ge te
len. O, laten <ze mij opvreten
keer. 't Is toch zeer ndtjis hij ónsen mtln. "n?t.m«n ktoi Iwan'
- - ik kan met meer
w,-, „i cou tficuui'isuiie siiiiun. vuex miui ucaiu-1 ujjj morgöU vv7j-«i(3ft onTUStifiT 5 "r,"
vreemden heer Ik heb niet erg veel deren De onderwijzeres deecl bedaard naar school was gekomen, in de ge-i Onder deze woorden klom ze op de een woedend gehuil doet
tijd! Een enkele vraag Wil u Carl a de deur open< dachte, dat zijn zoon o n r ech tva ardi gswje(iede ou d^ko waand enan zien- 0f Ivvan of de wolf
Wehren trouwen? Toen begon de heer Boer Harders Was kort en dik, met behandeld was, en hoe hij maar een;d^ ke t h^Uft verlaten
l-inrrl-nn to Inrhori at> 7-alrie FrOU- 1.1:1- «nVia/i om uci cii ixtiui
Anna ziet hem niet terstond, maar
haar om-
het geuit
Iwan heeft met
heeft, weet ze niet.
haril-op te lachen en zeide: Trou-ec^"^f*^icht."STrod""™»' 'eaiJgenbiik"noodig tad gehad," om 'ol^If^Hm™ waTis'tot'SiI zegt hij hè« geweer naar het dier geslagen.
lsnn hondenkop had. Zijn neus was op zien. wat een ondeugende jongen Piel j on tlaat do handen tegende schou- de lade er van is verpletterd,
wen? Aan zoo iets kan ik nog
niet denken
j verschillende plaatsen gebroken, z'n was. En als een goed vader deelde hijders
Ik zag dat de meesterknecht ver- kin enorm breed en slecht ge'schoren, nu zijn zoon straf toe'ja
bleekte, toen de vreemdeling lachte.— maar, tot haar groote verrassing ont-'
Plotseling greep hij
schouders en schudde
weer. Daarop schreeuwl hij wildGij boos hadden gekeken, werkelijk vrij
de wolf ligt in de sneeuw.
Zoo, die heeft genoegi-oept
Ëindelijk daagde hom-_Hnrdersweer kindmaar^zooh 'mm I™» met opwinding bevende
Maar op dezelfde plaats vertoom
zich een nieuw monster. Iwan be
proeft hem melt den loop van het ge-
i...nog
M JV11IAI Zitia JJPVIlOhCII: lltCLCI/l SUV X-l lUtlUl
i hem bij de dekte juffrouw Van Brakel een paar op, en zijn blauwe oogen keken he'-1: heeft ,geen begrip er van. als hij bij
hem heen en heldere, blauwe oogen, die, als ze niet. joviaal in 't rond. In zijn éénekrach- j de wodka zit. dan zou hij er blijven
wt hij wildGij boos hadden gekeken, werkelijk vrij I tige vuist hield hij de stukken, van tot c]cn xaatsten dag.
- u - ;t meia ni] ae siuKKen, van tot den laatsten dag.
lacht daarom? Gij speettt met het ar- goedhartig konden worden genoemd, wat een stok geweest was, en met deKom Anna paulowna. wees nu - -
me kind? Gij ontsteelt mij haar lief- Hardèr's hand rustel op Piet's schou-; andere had hij Piet stevig bij Z1ln billiik aldus beproeft een'oude man W€er; waar d© trekker alleen nog
de. Gij ontsteelt mij alle geluk, wat der en op Imogen toon kommandeer- kraag, l^ij schudde helm nog eens jiaar qV€1. halen Wij drinken nog aan hangt, af te stooten, terwijl An-
mij hier wachtte. Ge maakt een arm, de hij i aanmoedigend heen en weer, en tocm'^r™ g ^Jetot dteóbeSF dan na aanhoudend de paarden slaat dte
- - - Pipt t,p,7i cIaüp, 7.iin verontschuldia-m- 1.1-tJT..ibovendien bang zmi voor het gevaar
'k Mot juffrouw Van BraokelPiet ten slotte zijn verontschuidigin-j t inspanhen Jakow gaat zoo bovendien bang zijn voor het gevaar
het hoofd op hol en laat haar dan hebben 'gen voor juffrouw Van Brakef sta-hal°o g moeste vaart voortjagen.
dat niet beter weet,
dan
Carla Weh-
Ook de tweede aanval is afgesla-
al zes c
en alle springen
onschuldig kind,
het hoofd op hol en laat haar dan hebben! !gen voor junrouw van tsraKei sia-terstond de paarden halen.
loopen. Mijnheer, .als ge Carla Weh-, Die "ben ik. zei de onderwijzeres melde, vertoonde hij de klasse zijn be-Dat ken'ik dat nog één glaasje ,7
ren niet trouwt, zijt gi edn gemeens rustig. j traand en stoffig gezicht. ;D t ume een uur VelSOTook Een, maar nu zijn al zes ofachtwol-
kerelBen jij dat 'k Dacht, dat je Al de kindoren luisterden ademloos al gezegd .Maai- één glaaSje, altijd ven "aast de slede en ahe springen
Steeds woedender waren de woorden zoo'n ouwe tang zou zijn. als er hieren het effect van t heele voorval werd nog ,maar één. En bij slot van reke- e,r teKen °P- D? een mnaert den an-
over zijn lippen gerold, steeds dichter altijd placlit rond te loöpen, vroeger. nog niet weinig verhoogd, -toen boer (Ili kan niemand [nee.r de zweep der en zoo vallen zij telkens weer m
was hij bij Herbert komen staan, Ik ben hier pas heel kort. zeide Harders de klasse op zijn eigenaardi-vasthoudien. Neen, ik sra alleen weg, de sneeuw terug,
steeds minder bleef hij meester van juffrouw Van Brakel vriendelijk, ge wijze wees op haar plichten tegen als niet Iwan! Iwan; als wij de strengen
zichzelven. Opnieuw pakt hij den ont- U komt .om over Piet te spreken, hè over haar onderwijzeres, 't Slot was, i k-it de jierberg weerklinkt muziek, van een der paarden koxiden door-
hu tsten Herbert bij don kraag. Ik Dat doet me plezier. Komt u binnen dat hij juffrouw Van Brakel verze- Hoor ;e wej Anitschka, 't wordt snijden, misscmen11 ij moei io&-
-- - - - - dmg van'er nu yroo^k gemaakt worden dan hebben
ze wat
wist niet, wat Kern wilde. De mand en neem even plaats. Ik moet eerst de kerde, dat zij 't liefste, jonge ding ci Jiu VIUUlljn..
schommelde. Ik moest moeite doen, kinderen iets te doen geven, maar dan, een schoolfrik was, dat hij ooit in z'n s De jonge vrouw kiest zich een plaats vreten!
om me vast te houden. Ik wist, dat heb ik ook allen tijd voor u. leven gezien had. 1 en grijpt naar zweep en teugels. Waai' denk je
we nog vele meters van den bodem. Boer Hardens fronste z'n wenkbrau- j En as er hier 's afgestraft mot; \v at een vrouw wat een vrouw!
waren. wen en leek nu sprekend op een worden, voegde iiij er hij, dan henZe je minste ge-
Plotseling maakt de mand een hal- bloedhond ;ik je iuan, hoor. Daar kun je op aan.noegen, niet het ideinste glaasje bran- ^ind'
ve buiteling. In doodsangst houd ik Zal lk Piet maar naar zijn ge- Je hebt t maai- voor t zeggen: zoon dewijn. Maar pas maai* op dmvi
me vast aan het koord. Ik kijk oim wone plaats zenden, vervolgde ze, hem of geen zoon J Je liegt 'tIk gun je alles. Maarsc|y"ae--. - - - lnon
en.... beiden zijn verdwenen. Ze zijn met haar groote oogen aanziende. Dat laatste gezegde beviel hem moet je ,dan altijd tot inden nacht; Hij slaat met 1 o P
over den rand der mand gestort. 1 Zo zao lieei ll0f UIt en ze '^nde blijkbaar. in de kroeg zitten? Moeten de wolven dan hier been, an
r, i.„5„ hanr macht, waarvoor ze de Haee-Zoon of (reen zoon. herhaalde lui ,1.... ndelirwfS en nalf waanzinnig, en ae
aanZouden
stil houden... ik er uitvallen...
Iwan staat midden in de slede. Het
kind, waar hij al een paar keer met
den voet tegen hoeft gestooten,
"nil«e Mnnr schreeuwt erbarmelijk.
Hij .slaat met den verbogen
gezegde beviel
7'nn At-ndfcmta werkman ziin-ver- naar macnc' waarvoor ze ae Hage-i Zoon of géén zoon, herhaalde hij oE^di-mEwrv^Ten -w>
,«?°ir0i° oSÏSiwJTnSimiin doornsche boeren volstrekt niet onge- vergenoegd, met een dreigenden blik0 Ach wolvenDaarvoor hebsplinters vlagen van het sledekastje hof van Verdou. Zouden ook nu welf
xn do richting van de jongens. ijt of na mm.11 ihhipii
Harders bromde dan ook toestem-; En na een vriendelijk saluut voor.
haar macht, waarvoor ze de Hage-: Zoon of géén zoon, herhaalde hij öns"dan"overvallen delings en Jhalf waanzinnij
haal. Een angstkreet kwam over mijn
linnen en ik hoorde ook niet meer
,w hii varhi... .wftkii. kb wit va^rHarders bromae aan ook toestem-* ü-n na een vrienaeiijK saiuut yoor.billiik annnsrjlkq en laten we notr
flnlwlïïrëdcAls eenverwarde droom menden ging deftig voorde klasse juffrouw Van Brakel en een opstop- e6n 0óg*enblikje blijven! gj want zijn muts is allang afgeval-
',jT ,f,o? ;u zitten. Juffrouw Van Brakel las met per voor zijn zoon, verdween zijn z° heb ie vandaao- a.i driemaallen* Ilot schuim komt hem op den
Scheen me alles wat lk ^ag. !lioo>- «nlifo ctam rla wnnvrlcn irnr. ViAt ma'cht.ipv» o-pcf.a.lt.e ncht.pv ftp Hpnir vim - -■ -• i mmid Mii lniilt .in WArkeliikheid met
l9fcEl
Robert, eerst uw avondgebed bij
den", zeide de moeder. c
Maar de kleine sliep door.
,Laat hem toch slapen", zeide haj
man. „Waartoe dient dat? Hij ks
morgen ook wel bidden."
Hij nam zijn dagblad in do haai
maar legde het spoedig weer nee;>r -
waarop zijne vrouw het blad ter ban
nam.
„Hebt ge den brief van den vade 4.
van Andreas Luxer gelezen, die age
gravin vermoord heeft?" jvh
„Ja", geeuwde hij, „een doe
briefje".
„Integendeel, de man besohuldijd
zich, dat hij zijn zoon, die nu ea
moordenaar is geworden, nooit een
godsdienstige opvoeding
heeft. Hij schrijft„Mijn zoon lied
nooit godsdienst gekend, hij was goj Wi
loochenaarMe dunkt, dat is ee]?.
waarschuwing voor alle vaders
opvoeders van kinderen." ji£
Een vreeseJijke windvlaag deed op 3
eens .het huis sidderen de echtgenoc
ten zagen elkaar aan.
De zee was onstuimigzij bruid
daar in de diepte, niet ver van de t
ning, .en elk oogenblik werden haa
golven grooter. Het uur voor de;
springvloed was aangebroken.
Het kind lag nog steeds gerust L
slapen zijne moeder boog zicb ov<
hem en luisterde naar zijn regeLroi
tige ademhaling. PI
Hemel, wat is het donker buiten' mi
zeide zij, de gordijnen wegschuivend 'te
Met een gebaar van schrik preveld 9.
zij een gebed voor haar lieveling e
droeg hem naar zijn bedje. Mijn het jjc
Armanon. lachte medelijdend en blei itei
in zijn gepeins verdiept, zitten. ,q
Plotseling weerklonk buiten w )hi
luid geschreeuw, dat het geklots de
golven overstemde. Mannen, vrou
wen en kinderen, de heele bevolkiq
van Verdou snelde naar het strand g
De ontketende, springvloed sloeg te jq
gen de rotsende visschers, die zie! j
nog op de zee bevonden, waren ve:
lor en.
De zee kwam in breede, geweldig
golven aanrollende koppen der gc,)t
ven sloegen over de beschermend
rotsen en bedreigden het land nn
dood en verderf. De golven der Giroi •-
de werden teruggedreven door de go v
ven der zee, die met de snelheid v
den wind kwamen aanzetten.
I Wee de visschers, die nog niet in„
veilige haven waren Een kleine vei
traging, en het oponthoud kon ove
hun lot beslissen. Zoo dikwijls heef
de zee op deze kust lijken en wrat j
stukken geworpen.
Zoovele slachtoffers van den spring la
vloed rustten reeds op het kleine kert8t
ik .oen geweer in de slede. Wees nu ^°oiea betreuren
haar zachte stem de woorden van hetmachtige gestalte achter de deoir van«.snmwi"an me (m^è^ifefes"zii'n al-!mond- Hiï huilt-in werkelijkheid met
Toen kwam de inand eer omhoog. kinderen moesten 't schoollokaal. i d uren gTwolde^ Ik wSt ntatde wolven om liet hardst.
Daarin lag Herhert. Zijn schoon ge- 7in(JAn En Juffrouw Van Brakel glim-ianeërfd X 'J nieT? I Plotseling gooit hij het bijna nut
laat was doodsbleek, vertoonde ech- zl^e^p nu rechto ziUen Mnderen,lachte,
ter geen kwetsuren. De dokter zeide, -
dat hij slechts bewusteloos was en i
dat hij er wel levend zou afkotmen. i Er werd onmiddellijk gehoorzaamd. 1
Frans Kern evenwel was dood. Een klein meisje kwam naar voren,
c*m boer Harders een boek te geven.
UIT VROEGERE RELATIE.
Eta-jli^ger! Gaje^meo of met» z00n j tefoiï gpSrdVn wap'ra: pan-zip!' a'
,»iif?Jt.l» reinste plaaggeest, ^=e^tch
geven. Den 2den Augustus 1874 trad de; Ze heeft toch gelijk, zegt een an-
r, i'111 nuei xiunuei» ecu uutriv lo geven, i uvu auieu aukusius irau. ue
Bevend^ vau E i-pp" 7-m Toen ze terugliep, hield Piet zijn been'jonge Italiaan Alessandro Fortis ais der.
i Buig je, man, en ga naar huis, i
spot er een.
wilde ik huiswaarts keeren. Zou ik
het Calla verteUèn Neen. dat kon ik Vïoe^ ï^l.
met, liet was te verschrikkelijk
Maar voor het huisje stond een groep
van menschen, driftig opgewonden
uit de bank. zóó, dat ze voorover op;spreker op voor het Congres der Re-i Iwan Iaat zich nog een glaasje
len vloer viel. j publikcinen in Villa Ruffiwat hij brengen, knoopt dan zijn jas toe en
Krijg je boek. Piet, zei de onder-daar zei was zóó krachtig, dat de po-klimt op dë slede. Zijn woede wreekt
liti© de vergadering ontbond en de re-hij op de paarden, door hen nijdig
- - wijzeres, ais had ze niets gezien. mio «vivaueuuK o-auwma
van menschen, driftig opgewonde,-, pjet keek eons naar z'n vader en denaar met geboeide handen
sprekend. Van hen had. ze het be* aangemoedigd door diens hooghartig gendarme werd opgebracht,
paaid reeds -gehoord. Ik naderde stil- srezicht. slierde hij z'n boek zóó wild j Sedert heeft deze Fortis ca
lntinc rip mrovcAho»-1 conuili ai* TAB Vfir. i
Piet keek eons naar z'n vader en denaar anet geboeide handen door een mot de zweep te slaan. Zij steigeren
en zetten opeens in alle vaart aan.
EBRLv, ...j ,1VV1, carrière ge-j Anna Paulowna is bij den ruk bijna
letjes. De menschen zagen er zoo vee- z'n lessenaar, dat al zijn anderemaakt, want men kan hem nu terug-'met het kind van de slede gevallen,
schrikt uit twee vrouwen liepen artikelen over den grond vlogen. Op:vinden aan liet hoofd van het tegen- Ze had gaarne gezegd, dat ze mede-
in het huis en de oude Nassau er zjj u doaie gemak borg hij ze één voor woordige Italiaansche ministerie, met lijden mét de paarden had; maar zij
kwam buiten en wroette vertwijfeld één weer on. Toen zocht hij een ge-j de bevoegdheid 0111 op zijn beurt zich j zwiigt om den beschonkene niet te
met zijn handen in den grijzen, makkelijke houding, met het gevolg,al te krachtig uitdrukkende sprekers prikkelen. Hij zou haar slaan, nu hij
baard. dat hij schuin in zijn bank hing en f geboeid to laten opbrengen. alleen met haar was. Zij kent hem en
Mijn kind! Mijn kind, mijneenig de punt van zijn boek 't meisje, vóór Maar den gendarme, die dertig jaar rekent op den tocht van twee uren,
dochtertje! Aan liet venster stond ze; hem in haar hals prikte. Boos schoofgelegen den jongen Fortis in den. die de bo<
het kind buiten zijn bereik.
1 boosheid over het onderbroken
ze zag in de richting van don berg.
Daar komt iemand snel nader en
roept
Er is ©en ongeluk geschied Ze
zijD uit de mand gevallen; de mees- - -
tcrkiieclit Kern en de lieer Herhert. Piet. steeds twee maten achter, brem
Dood schreeuwt Calla. «r één «n denzellden bastoon tus
Dood allebei sclien door. De onderwijzeres zeiae
Daar grijpt het arm© kind naar maar wachtte opvallend aan t
haar hartstreek, zegt niets meer en aind van ieder couplet, tot Piet klaar
valt achterover* op de bank Toen w?f- TT
ik haar ophief, zag ik, dat ik geen g°er Harders keek naar zpzooa
dochter moor had 1 I Na het gezang word er ern gedich
Men bracht Herbert naar het zie- voorgelezen. Juffrouw Van Brakel
kenhuis in de naaste stad; vandaar gel°^de aanden goeden loejd an
haalden zijn ouders hem en we hoor- J®®!wït
dpTi litoi' daf hii wapt 2-0zond was moesten na afloop zeggen, vat
Sworden «crond was ,uooiste hadda„ gevonden, en de
ge or(ei. 'meesten hunner vonden 't voorlees-
Frans Kern en Calla werden op uurtje prettig,
één dag begraven. Dezelfde wagen,juist toen zij wilde beginnen, liet
die eens gediend had om 'hen als piet zijn hoofd hard op de bank val-
Meikoningspaar naar de bergweide len, en scheen in een zeer onnatuur-
te brengen, bracht hen thans naar do lijken slaap te vallen. Juffrouw Van
laatste rustplaats. De oude NassauorBrake'l wachtte even.
plaatste tusschen de beide graven! Ga recht zitten, Piet, zei ze rus
een grooten rozenstruik die met zijn tig.
'twijgen do twee met rozen zou be* i Piet keek nog eens naar de mach-
dekken. Wij editor plantten er een tige figuur van zijn vader; dat gaf
Calla,, rlie na eon jaar reeds haar hém weer moed.
witte kelken boven de kerkhofmuren i Ik hou niet van versies, kondig-
vorfan-de hij luid aan.
j kraag vatte, is liet in het leven nietgenoegen met den roes zal doen ver-
Juffrouw Van Brakel wachtte; boert zoo voorspoedig gegaan als zijn ar- dwijnen.
Harders keek naar zijn zoon. (restant; hij bleef jaren lang gendar-i ALs ze er nu réeds waren, dan zou
De kinderen zongen nu het liedje; me, werd eindelijk gevangenbewaar-1 het een vrees©] ij ke scène geven, d aar
met hun ernstige, jonge stemmetjes, der, maar bewaarde zijn gevangenenom houdt zij de tanden op elkaar
zoo slécht, dat twee ontsnaptentoen geklemd en zweeg
kreeg hij zijn ontslag. j Ze hebben al meer dan een uur ge-
De gendarme meende, dat hem on- j reden. De paarden dampen, en Iwan
recht was aangedaan en dus zocht hijschijnt tot bezinning te komen, want
verhaal bij den ©enigen man, van hij laat de diénen langzamer loopen
wien bij zich meende te herinneren, i om hen op adem te laten komen. Een
dat die uit eigen ervaring kon weten. 1 kwartiertje gaat het stapvoets of m
hoe hij het vak van „opbrengen" vandraf, dan gaat het weer sneller en
staats- en andere misdadigers ver-Iwan's toorn schijnt opnieuw op te.
stond déze man was Fortis.
De gendarme schreef een brief aan
den minister-president, om hem niet
slechts te herinneren aan de arresta
tie van 1874, maar ook om in herinne-
leven.
De slade vliegt over de grauwe
sneeuw. Iwan gebruikt steeds de
zweep en scheldt daarbij op'de paar
den op zijn vrouw en op zich zelf.
ring te brengen de verhouding van .omdat hij zoo'n ..dom stuk vee was
toen tusschen gendarme en gevange-en toegegeven had." 't Meeste ergert
ne, die zoo minzaam was, dat de ar
restant met een handdruk afscheid
had genomen en den gendarme zelfs
beloofd had, bij gelegenheid zijn er
kentelijkheid te zullen toonen.
De gelegenheid was er nu.
En Fortis heeft haar niet voorbij
hem dat Anna er niet op antwoordt,
Zij bemerkt dit.
Wee's niet hoos, oudje, ik was
er ook liever gebleven, maar het kind,
denk toch eens aan de kleine
Wat gaat mij dat aan!
Kom, je houdt net zooveel van
laten gaan hij heeft den gendarme, i het kind als ikpraat toch niet
die hem tot het politieke martelaar-zoo raarzooo, hemelIwan
schap verhief, niet vergeten: hij heeft!wolvenII001* je ze?
zijn republikeinsch avontuur niet go-! Van op zijde weerklinken uit de
- H to-
■uitstak en met droomende,
gende oogen in de blauwe verte van - Ik denk, datje hier wèl van zult loochend en de gendarme, die.bosschen lang gerekte! huilende
het dal neerzag. .houden, zei juffrouw Van Brakel be-jblijkbaar wel arrestanten kan opbren-nenook Iwan hoort ze.
leefd ga rechtop zitten. gen, maar zo niet schijnt te kunnen} Geef me 't geweer, daar onder
Piet heesch zich langzaam overeind bewaren, zal zekerlijk geholpen wor-het stroo, links,
en bootste héél in de verte de behoor-; den. Ze .wikkelt snel het kind in stroo
lijke houding van do andere kinderen) Het zou een leering kunnen zijn Jen een deken en reikt hem het geweer
na zóó luisterde' hij naar het voor-{voor elk verstandig politieman om ar-lover.
lezen meteen onuitstaanbare uitdruk-1 restanten steeds met welwillendheid! Nu de patronen! Kom dan hier
king van doodelijke verveling. te behandelen. om de teugols vast te houden.
•eeds om het pakje.
Wat wil je? wat wil je?
Voor we alle driemen moet
voor zichzelf zorgen
Beesthondravenvader
Geef hier mijn kindmijn
kind
Ze heeft de teugels en de zweep
losgelaten. Man en vrouw liggen mid
den in de slede op hun knieën en
strijden met de kracht dei* wanhoop
om het angstig schreiende kind".
Anna Paulowna strijdt met de tan
den. zoodat Iwan's handen, uit ver
scheidene Avonden bloeden.
De paarden, die nu geheel teugel
loos zijn, schijnen nog in snelheid te
winnen. Daar klimt wéér een wolf
op de sledehij valt er door het
slingeren weer af. Een tweede is
naar voren gekomen en tracht het
paard te bespringen. Maar het mis
lukt en ook deze wolf vadt in de
sneeuw.
De tocht gaat nu niet meer ineen
rechte lijn de paarden loopen nu
rechts, da.11 links van den weg. Op
eens raakt de slede op den rand van
iden weg en kantelt half't is maar
een oogenblik, dan ligt ze weer
recht.
Iwan, die het kind heeft moeten
loslaten en opgesprongen is, verliest
zijn evenwicht en stort met een ge
weldigen schreeuw in de greppel
Anna zinkt in de slede onmachtig
naast haar kind ineen. De slede snelt
voort....
In de dorpsstraat staan een paar
mannen, dit uit de kroeg komen,
nog een praatje te maken.
Ze zien het onbestuurde vaartuig
aankomen en maken zich ^reed de
klaarblijkelijk op hol geslagen paar
den t-e grijpen. Dat gaat gemakkelijk
want nauwelijks zijn de dieren door
hun gestalten verschrikt, of ze stor
ten tegen den grond. Met een ruk
saat de slede stil en daardoor wordt
de vrouw uit haar verdooving wak
ker. Het kind naast haar is erg on
rustig.
Mijn hamel, 't is Anna Pau
lowna
Ja, haar man zit zeker weer er
gens te drinken en heeft haar alleen
weggestuurd. Zoo'n lichtmis
Door het volk aan het strand wer
'levendig daarover gesproken. En jauk
er mankeerde ééne boot. In de verf
zag men een zeil in zee, nu eer. fe
danste het op de koppen der golvei
dan weer werd -het in de diepe a ju
gronden der waterbergen geworpei Q
1 Vijf toeristen, die naar Cardons q
j gegaan waren, hadden zich daar laa^.
'ger opgehouden, zoodat de schippe 2
i drie kwartier \rerloor. n
Met de kracht der wanhoop 'worste
de de schipper tegen de woede va ra
den springvloed en bet geweld va
den storm. Maar wat vermag me» r
sciienkracht tegen de ontketende elf [jj
menton De krachten van den schij d_
per Avaren uitgeput, de Avanhoop daa 2
de neer in zijn liart, want de dooi
loerde op zijn buit, en de zee ston r
op het punt, zes lijken bij de lang
lijst barer slachtoffers te voegen.
De bevolking, die angstig aan he
strand stond, kon geen hulp brengei
Vergeefs smeekte de vrouw van dei.
in levensgevaar verkeerenden saArp 0;
per, de schipbreukelingen te .hulp t_
komen, maar niemand verroerde zicb la
iedereen zag, dat. het nutteloos was )e
Verscheidene malen had men be j
proefd, de reddingsboot te water t je
laten maar telkens werd het scheepj 0
weer door het geweld der golven oj d
Het strand teruggeslagen. Maehteloo
moest men (lus den ondergang de ,k
zes ongelukkigen aanzienzonde 0I
een band tot hulp te kunnen biedenIr]
moest men getuige zijn, dat het klei )t
iie bootje in de zee begraven werd.
Het gedruisch der menschen buitei s
wekte mijnheer Armanon uit zijn gee!j
peins. Eerst ging hij aan het venste r,
staan en wierp een blik op de donQ
kere lucht en de eindelooze vlakte de
zee. Weldra bemerkte hij het hope-!
Joos ronddrijvende scheepje en aai
bet strand de angstige menigte. Q
Hij zag ook den eerbiedAvaardigei Qlt
dorpspastoor voorbijgaan, die als he K
ware rende, om zijn in gevaar bevia- u.
dende kinderen bij te staan. Toei e
werd mijnheer Armanon getuige var
een onvergetelijk tooneel.
De pastoor ging van groep tot groei (d
spoorde de menschen aan, en sprai s
hen moed in en smeekte hen, niet tof j,
te laten, dat de ongelukkigen, wiei a
geschreeuw het bulderen van dei
storm overstemde, omkwamen, zon