Altijdin de voorhoede. Pinksterstormen in Tarkije. Tresham, maar ik zie niet in welk verband er kan bestaan tusschen Miss Mea en mijn vermiste auto. Wanneer u -die bolooning aan biedt, mijnheer, heb ik geen bezwaar mij naider te verklaren. Op den dag dat deAlano aankwam, ontvingen wij een telegram voor Miss Lea. Ik ging aan boord en overhandigde het haar. Even daarna kwam zij in dit kantoor en vroeg mij of zij hier op een auto mobiel mocht wachten. Binnen een paar minuten kwam deze aangetufd en hielp ik kaar bij *t instappen. Het nummer van de car was A. R. 9821. 't Is zeer vreemd. Hebt u ook op den chauffeur gelet? Ja, mijnheer. Hij scheen een jonge man te zijn, doch ik kon niet veel van zijn gelaat zien, wegexxs den stofbril dien hij droeg, maar een ding had hij toch, waar aanstonds mijn ax ndacht op vieL En dat was? Hij miste de helft van zijn linker ooren 't vreemde van de geschiede nis is, dat ik hem 's morgens in Si uthampton zag, voor ik deze ad vertentie had gezien. Zou u de dame herkennen? Als u ze eens had gezien, mijn heer, zou u ze nooit meer vergeten. Nog nimmer van mijn leven heb ik zoo'n schoon meisje gezien. Ik begrijp er totaal niets van. Men heeft mij toch geseind, dat ze zeker met deze boot mede kwam. Hier is een lijst van de bezette hutten, mijnheer, we kunnen 't spoe dig zien. Warempel, hier staat de naam Miss Muriel Lea. 't Is een vreemd toeval, dat er twee dames, die denzelfden naam dragen, zouden zijn, die binnen een week uit Australië aankwamen. Het is meer dan vreemd, vooral daar u de eerste Miss Lea gezien hebt met mijn vermiste auto. Er ligt meer in verborgen, dan ik voor 't oogenblik kan hegrijpen. Maar, tusschen twee haakjes, hoe heet u? John Smith, mijnheer. Nu, hier is mijn kaartje. U zult er geen nadeel bij hebben, als u mij verplichten wilt, uwe inlichtingen voor 't oogenblik nog voor anderen ge heim te houden. Doe alles wat ge - kunt om den chauffeur op te sporen, en sein mij onmiddellijk als ge nieuws hebt Ja, mijnheer. Van avond krijg ik een week vacantie en ik ben van plan, naar Malling Manor te fietsen, in de hoop 't spoor van de vermiste auto te ontdekken. Een goed idee; kom even bij mij aan, als u komt. Houd dit ondertus- schen diep geheim en neem dit bank biljet als voorschot op uwe belooiirng. Om vier uur sloeg Tresham alle pas sagiers van de Orinoco nieuwsgierig en nauwkeurig gade, ten einde Muriel Lea te ontdekken en na veel zoeken werd zij hem ten laatste aangewezen. 't Was een slank, schoon meisje, met blonde haren. Ze kon tusschen de twee en twintig en de dertig zijn ge weest, maar toch Tresham's eersten Indruk was die van eene ware" teleur stelling. Miss Lea, veronderstel ik. Mag ik mij u voorstellen? Ik ben David Tresham. Hoe vriendelijk van u mij te ko men afhalen. Ik was zoo zenuwach tig als een muis in een kattentheater. Reizen, om een man te huwen, dien ge nooit gezien hebt, is een opwin dend werkje. Laat me u naar mijn hotel bren gen we kunnen daar beter spreken. Na een paar onbeteekenende opmer kingen gedaan te hebben, wandelden zij. naar 't hotel. Zij waren nog niet ver weg, toen een man haar achterna liep. Pardon, dame, u liet dit valiesje vallen. 0, dank u. Hoe onvoorzichtig Van mij, Heb je geen fooi David. Het onmiddellijke gebruik van zijn doopnaam maakte Tresham wel wat verlegen, toen hij in zijn zak naar wat geld zocht, doch de man ver dween, na 't hoofd geschud te hebben en een weigering te hebben gemom peld, tusschen de menigte. En toen hij verdween, bemerkte Tresham, dat de man de helft van zijn linkeroor miste. Hoe onvoorzichtig toch van mij, dit valiesje te laten vallen. Het bevat mijn identitoits-bewijzen, geboorteacte en do hemel weet wat meer, alle door mijn advocaat in orde gebracht. Zonder deze documenten zou je me voor een bedriegster kunnen houden. Tresham antwoordde verstrooid. Zijne gedachtenu keerden terug naar de vermiste „Panhard" en de Muriel Lea, die een week tevoren was aan gekomen. Na 't diner in 't hotel, sprakes» zij echter vrij. Ik kan dat testament van Hila ry Tresham niet heel goed begrijpen, David. Veronderstel, dat ik al ge trouwd was, of u weigerde te trou wen, wat dan In elk geval, zou je jaarlijks 2000 pond krijgen. Niet kwaad. En veronderstel, dat jij me niet wilt trouwen? In dat geval krijg ik jaarlijks de twee duizend pond en gij de rest. Dat is goed. En wat ben je van plan Ik ben van plan, je naar Malling Manor te brengen en dan zullen we er eens een paar weken voor nemen, om er over te denken. Je hebt gelijk, maar 't zal mijn schuld niet zijn, als je de grondbezit tingen verliest. Voor 20.000 pond 'e jaars zou ik anders wel iemand wil len trouwen. Je moet dus weten, wat je doet. Toen Tresham zijn orders omtrent zijn auto ging geven, schreef hij ami briefje aan John Smith en zond 'F naar het scheepskantoor „Halfoor" is nog in Southamp ton. Als ge hem vindt, houdt hem in 't oog en sein me. Ik vrees dat er een schurkenstreek wordt uitgevoerd. Gedurende 't ritje naar huis ver meerderde Tresham's teleurstelling met elke mijl en toen zij op Malling Manor aankwamen, zag hij haar bij na met afkeer aan. Casper Crewe ontving hen aan den ingang en heette hen zeer onderdanig welkom, welke begroeting Miss Lea zeer minzaam ontving. Te zeggen, dat David Tresham ver ward was is een te zwakke beschrij ving van zijn geestestoestand. De Miss Lea zijner verbeelding verschilde heel wat van de ietwat vulgaire wer Lelijkheid. Het was zijne gewoonte vroeg op te staan, en toen hij, na een rusteloo- zen nacht te hebben doorgebracht, uit 't raam van zijn slaapkamer keek, zag hij twee personen in een diep gesprek gewikkeld, 't Waren Casper Crewe en Muriel Lea. Het huis door een zijdeur verlaten de, ging hij door de stallen en sloop achter de dichte heg aan de andere zijde, van waar de twee stonden. Hij hoorde de stem vair Muriel Lea De advocaat komt van middag. Ik veronderstel, dat alles in orde is Ja, alles is in orde, antwoordde Caspar Crewe. Dirk is te Cross Hounds en 't zou mo niet verwonderen als alle beletselen vandaag uit den weg geruimd zullen zijn. Het overige van 't gesprek >vas on hoorbaar en wellicht geestig, want 't paar wandelde verder, i%anende van voldoening. Peinzend over de be teekenis der woorden, die hij gehoord had, wan delde David naar de tuinpoort, waar zijn aandacht getrokken werd door een fietser, die met eene verschrikke lijke snelheid in de richting van Mal ling Manor reed. Toen hij naderbij kwam herkende hij in den rijder John Smith. Ik ben blij, dat ik u al zoo vroeg zie, mijnheer Tresham; de Tkaiste twintig mijlen heb ik in record-tijd af gelegd. Hebt ge nieuws Ik ontving gisteren uw briefje en zoodra ik 't kantoor verliet, ben ik er op uitgegaan, om mijn man te zoeken. Ik kon hem niet vinden, maar ten laatste vind ik een klerk aan 't station, die zich herinnerde, een kaartje verkocht te hebben aan iemand ,die een stuk van zijn oor miste. Heg je 't te weten kunnen komen waar hij naar toe ging. Ja, mijnheer, 't was naar gen plaatsje, dat Cross Hounds genoemd wordt. Cross Hounds Ja, mijnheer. Daar er gisteren avond geen treinen meer liepen, sprong ik op mijn fiets. Ik bereikte. Cross Hounds ongeveer drie uur gele den. 't Is een miserabel plaatsje waar ongeveer tien hutten staan en ik kon er niets vindenOngeveer een mijl buiten 't dorpje, zag ik echter iets ie een sloot liggen. Ik sprong van de fiets en vond dit. Hij toonde een stukje hout, waarop in t zwart op witten grond was ge schilderd AR 9821. Het nummer van mijn „Pan hard" Ja, mijnheer. Daar dit mij intri geerde onderzocht ik de geheele streek, en kwam ik ten laatste bij een vervallen, twee verdiepingen hoog gebouw, dat wellicht eens een boerde rij is geweest. Het verkeerde in zulk een verwaarloosden toestand, dat ik veronderstelde, dat het verlaten was, doch er omheen fietsende ontdekte ik aan den achterkant een stapel pas afgesneden erwtenstruiken. Iets in den vorm van den stapel trok mijn aandacht en er eeu of twee bundel tjes afnemende, vond ik er onder ver- horgen uwe vermiste auto. Goede hemel, maar Een oogenblikje, mijnheer, 't is nog niet alles en de tijd is kostbaar. Het huis beschouwende, bemerkte ik dat een der bovenste vensters voorzien was van ijzeren staven en dat het metselwerk om de staven nog nieuw was. Uiterst nieuwsgierig, vond ik een oude ladder en klom naar boven. Toen ik door 't venster keek zag ik een vrouw te bed liggen, aan handen en voeten gebonden. Een vrouw Ja, en toen ik keek, wendde zij haar gelaat naar mij toe en ik zag dat het 't gelaat was van de Muriel Lea, die den 2en met de Auto aan kwam. Muriel Lea? Wat voor een schurkenstreek is dat? O die vragende en smeekende blik in hare oogen. Ik trachtte de staven te verbreken, doch kon 'tniet. Ik knikte haar geruststellend" toe en trachtte langs andere zijden het huis binnen te komen, doch alles was ver sperd. Toen zag ik een man de laan op- snellen en ik verborg mij. Hij opende de deur en sloot die achter zich. 't Was de man met het vermiste halve oor. Inziende dat ik niets alleen kon doen, reed ik met halsbrekende snel heid hierheen om uwe hulp. Geen oogenblik is te verliezen. Blijf even hier, dan zal ik u in mijn „Darracq" nemenwe kunnen er in minder dan een half uur zijn. Een ding heb ik echter over 't hoofd gezien. Ik liet de ladder aax\. het venster hangen. Als hij 't ontdekt, zal hij iets vermoeden en ontsnappen. Tresham snelde naar de stallen en zonder een woord tegen iemand w zeggen, nam hij er zijn auto uit. Bin nen een paar minuten reden hij en John Smith met eene vervaarlijke snelheid naar Cross Hounds. John Smith wees de richting met zijn hand aan en de vaart vermeer derde enorm. De weg was vrij, en de heggen en boomen schenen één groe no vlek. De car scheen den afstand te verslinden en de weg scheen ons te gemoet te komen. Verder, verder, vlugger, vlugger, totdat Smith eindelijk zijn hand waarschuwend opstak. Tresham hield een weinig in en in de verte bemerk ten zij de groene „Panhard" die de boerderij verliet. Dan volgde een wilde jacht. Tres- ham zette de tanden op elkaar. De „Darracq" vloog over den weg. Lang zaam maar stadig, yard bij yard won hij op de „Panhard" en nog vermeer derde de vaart. Nog een halve mijl scheidde do twee auto's, een paar honderd yard, minder en minder, tot dat eindelijk de bestuurder van de „Panhard" duidelijk zichtbaar was. Dichter en dichter naderde Tresham. Toen keek de man met het halve oor om. Die blik was fataal. De car slin gerde over den weg heen en weer, en de bestuurder, een wanhopige poging doende zijn fout te herstellen, wend de de car half om. Voor een oogen blik scheen zij op twee wielen te loo- pen. Plotseling bonste zij tegen ee*x boom, maakte een salto mortale en wierp den chauffeur op den grond. Vlug de rem gebruikende snelde Tresham vooruit en hij vond langs den weg een bewusteloos meisje lig gen. Haar gelaat was in een bouffan te gewikkeld, waaruit de walgelijke reuk van chloroform hem in de neus drong. Met groote moeite haalden Tresham en Smith den chauffeur tusschen de splinters en stukken van de „Pan hard" uit, -doch Tresham zag duide lijk, dat wanneer de man nog zou bijkomen, hij nog slechts weinige oogenblikken zou leven. De vrouw gaf teekenen, tot 't bewustzijn terug te koeren. Tresham schonk haar zijn aandacht en een oogenblik daarna opende zij hare oogen. Red meRed mefluisterde zij. Obevrijd me van dien man Wees gerust, juffrouw, u zijtmet vrienden. Wie zijt ge en wat is er gebeurd? Er is een ongeluk gebeurd met de auto en ik vrees dat de chauffeur gedood is. Mijn naam is David Tres- ham. David Tresham van Malling Ma- nor? Ja. En ik ben Muriel Lea. We ont moeten elkaar op een vreemde ma nier. Maar Muriel Lea kwam gisteren met de Orinoco aan en bevindt zich thans op Malling Manor. Zij heeft ■hare papieren bij zich. Zij moet een bedriegster zijn. Mijne papieren werden mij ontstolen, toen ik weggevoerd werd door'dien man. O welk een verschrikkelijke week heb ik doorgebracht Ik geloof, dat de man bijkomt, mijnheer, zei Smith. De gewonde opende de oogen en kreunde. Het is gedaan. Ik kan niets meer. Ik vrees, dat u ernstig gekwetst zijt. Wanneer u nog iets hebt te zeg gen, moet ge haast maken. Uw laag complot is ontdekt Heeft heeft Caspar Crewe ons verraden Neen. Ik wist niet, dat hij }c me deplichtige was, ofschoon ik 't wel vermoedde. Wie is de vrouw, die thans op Malling Manor door gaat voor Muriel Lea. Mijn mijn vrouw en Caspar Crewe's dochter. Zijn dochter Ja, 't geheele complot is ontwor pen door Crewe. Zoodra hij den in houd van Hilary Tresham's testament kende, zond hij mijn vrouw naar Australië en zij keerde terug als Miss Lea. Toen de werkelijke Miss Lea de vorige week aankwam, schaakte ik haar met uwe auto en stal hare papieren. Die ge de bedriegster overhan digde, toen ge voorwendde gister haar valiesje te Southampton terug te brengen De man knikte en sloot vermoeid de oogen. Hij was stervende. Wilt u hier nog even blijven, Smith, terwijl ik Miss Lea naar huis breng. Ik zal de politie met een am bulance-wagen zenden. Toen Tresham en zijne schoono ge zellin het buitenverblijf bereikten, be sloot hij, dat beiden het huis onge merkt zouden binnengaan. Miss Lea verzoekende in een antichambre te wachten, riep hij Crewe. Nu, Crewe, je hebt Miss Lea gezien. Wat «denk je er van? Schoon, mijnheer, schoon. U zult toch niet aarzelen de voorwaarden van mijnheer Hilary's testament te ver vullen Neen, Crewe, ik ben van plan meester van dit buiten te blijven. Hadat is goed nieuws. Dat i.e een gelukkige dag voor me, mijnheer. Dat doet me plezier. Misschien zou je Miss Lea wel willen geluk wenschen Ja, mijnheer, gaarne. Tresham wierp de deur van de anti-chambre open. Wie wie is deze .dame? Dat weet je wel, schurk. Jsraag complot is mislukt en je schoonzoon is dood. Medelijden, mijnheer, medelijden 't Was niet mijn complot, mijnheer. Ik Lieg niet meer, maar gebruik de kans, die ik je geef. Ik geef u en je dochter twee uur tijd om te vertrek ken. Indien ge na dien tijd nog inde omgeving zijt, zult ge u in handen bevinden der politie. Ga. Da ontstelde rentmeester sloop uit de kamer en Tresham wendde zich tot Muriel. Je hoorde me dien man zeggen, dat ik besloten ben meester van Mal ling Manor te blijven. Het was mis schien wel wat voorbarig van mij, maar ik denk, dat ik je gelukkig kan maken, als ge 't mij wilt laten pro beer en, Muriel. Ik denk 't ook, antwoordde zij blozend. In Februari 1811 stelde maarschalk Suchet een prijs op de hoofden van Mina en zijne twee commandanten. Hij loofde 6000 dollars uit voor het hoofd van den guerillero-generaal, 4000 voor dat van Cruchada of Gor- ritz. De zoogenaamde vrijheidsoorlog in Spanje was toen in vollen gang en Navarre hood ook het tooneel van bloedige wreedheid der overweldigers en gruwelijke weerwraak van de zijde der verdedigers. Generaal Reylle, gouverneur van Pampeluna, trachtte-vooral de Neva- reesche divisie uit te roeien, gecom mandeerd door den guerrillero-gene raal Mina. Reylle gaf geen kwartier aan de Navareesche soldatenhij voerde hunne vaders en naaste bloedverwan ten mede als gijzelaars en menigmaal vonden de vreedzame landlieden, door de wreedheid en verwatenheid dei- overweldigers in woeste leeuwen ver anderd, de lichamen hunne dierbaar ste betrekkingen opgeknoopt aan een •boom langs don weg. In November 1811 had Reylle juist te Idocin een zuster en twee zwagers van Hina gevangen genomen en dreig de toen den guerillero «de drie gevan genen ter dood te zullen brengen, zoo hij niet onmiddellijk de wapenen neerlegde. Op zulk een vreeselijk voorstel ant woordde Mina door zijn berucht edict van den 14en December, waarin alle Franschen ter dood werden verwezen zonder kwartier en zonder onder scheid, zelfs voor den keizer was geen uitzondering gemaakt en bevolen werd dat alle Fransche krijgsgevangenen langs de wegen zouden worden opge hangen in hunne uniformen met hunne distinctieven. Voor ieder Spaansch officier, die zij zullen fusilleeren, zal ik 4 Fran schen doodschieten en voor ieder sol daat, twintig. En gelijk hij het bevolen had, deed de wreede Navareesche kapitein, die voor de «dapperen, welke hij comman deerde, meer een vader dan een chef was. Mina had zich steeds gekenmerkt door de tegelijk strenge en teedere bezorgdheid, waax-mede hij zijne sol daten behandelde. Hij strafte met hardheid en zelfs met wreedheid het minste gebrek aan moed of de klein ste inbreuk op de «disciplineterwijl hij integendeel de schoone daden rijk beloonde en steeds er qp bedaelxt was om in de behoeften te voorzien of de nooden te lenigen van allen, die onder zijn bevelen dienden. Zoo had hij omstx-eeks half October 1811 groote zorgen «de winter zette vreeselijk in voor de guerilleros van Navarre .De koude was buitengewoon streng voor den tijd, de sneeuw viel veel vroeger als anders en stormen, gevoegd bij eindelooze plasregens, Be moeilijkten de marschen en de bedek te aanvallen die door de guerillos moesten worden uitgevoerd meesttijds geheel uitgeput, bijna zonder klee ding en altijd zonder schuilplaats. Terwijl Mina zich in deze critidxe positie bevond, werd «hem bericht, dat Maarschalk Massena over Irun naar Vittoria vertrokken was met een con- vooi van 150 karren, met munitie en kleeren, zaken «die de guerilleros juist tekort kwamen. Twaalf hondei-d linie- sol'daten en 200 man cavalerie bege leidden het convooi, dat bovendieD nog meevoerde 1042 Spaansche en Engelsche gevangenen, die naar Frankrijk moesten worden overge bracht Men heeft terecht het oog der groote generaals vergeleken met dat van den adelaar ,die in het volle zon nelicht tot een buitengewone hoogte opgezweefd, duizend dingen door schouwt, «die aan het oog van den ge wonen sterveling verborgen zijn. Maar generaal Mina geleek eer op die sombere nachtelijke roofvogels, die geduldig van af een dak, een bergtop, een ruïne, een toren, een boom het achteloos slachtoffer beloe ren om zich er in het juiste oogen blik op te werpen. Van uit Estella, waar hij zich toen bevond, zag Mina die rijke en noo- dige prooieensklaps, zonder de min ste achterdocht gewekt te hebben, wierp hij er zich op evenals een plot seling opstekende orkaan, waarvan men niets bemerkt heeft voor de donder zijn schrik heeft verspreid en de bliksem zijn verwoestingen heeft aangericht. Langs ongebaande paden en vreese- lijke afgronden arriveerde Mina na een geforceerden marsch op «den berg Ariabonhij legde zich daar, niet ver van Vittoria, in hinderlaag. Tegen 8 uur verscheen het eerste gedeelte «der Fransche voorhoede, trotsch en zonder eenige voorzichHg- heidsmaatregelen in het dwaze zelf vertrouwen dat de keizerlijken ken merkte, «en waarvan de guerilleros dier «dagen zoo mooi partij wisten te trekken. Mina liet de voorhoede en het cen trum ongemoeid voorbijtrekken om niet de achterhoede wakker te ma ken. Maar toen «deze kwam, klonk aaix weerszijden een vreeselijk en juistgericht geweervuur, zoodat het escorte geheel uit elkaar werd geslagen: de gevangenen zagen zich eensklaps vrij en de geheele rijke buit viel in handen der Spanjaarden. Massena vluchtte naar Vittoria en Mina trok zich terug op Zalduendo, een plaatsje, 6 mijlen van Vittoria ge legen. De buit was zoo rijk, dat Mina zijne guerilleros von alle kleeren kon voorzien, die ben ontbraken; hij kon zelfs een volledige uniform schenken aan het bataillon van Odoyle, dat zijn bijzondere voorliefde had, daar hij zelf in zijne gelederen in 1808 als sol daat had gediend. Zelf deelde de Napoleon der gueril leros, zooals de geschiedenis hem te- recht heeft genoemd, de trotsche Mi na, in de vlakte van Zalduendo aan zijn vermoeide guerilleros dekens en schoenen uit. Er worstelde in zijn borst de trot sche liefde eener moeder, die ten kost© van zwaren handenarbeid, haar zooxx netjes kon ldeedexx, met deijdele zelfvoldoening van den hoer guerillero die zich eindelijk aan het hoofd ziat geplaatst niet van een in lompen ge huld en troep maar van een geregeld, weluitgerust bataillon. De soldaten van het Navarr«»esche bataillon verspreidden zich door het plaatsje, verlangend eens Fe schitte ren met hunne uniform. Deze bestond in een roode broek en een blauwen wapenrok, die van te voren in één en van achter Jn twee punten uitliep waaraan roode kwasten. Deze on schuldige kwastjes waren in weinig tijds oorzaak van een ernstig conflict. Niemand wist waarom maar hetzij die ruwe bergbewoners dit versiersel verwijfd vonden, hetzij de een of an dere vrouw, door' haar spot, het in hun oogen belachelijk had gemaakt of dat zijn Fransche oorspx-ong het bij Ixen in diserediet bracht, zeker is het, dat de roode kwastjes als bij toovex-- slag verdwenenden avond van den zelfden dag nog was er geen enkelen rok meer met kwastjes,want ieder soldaat had zich gehaast de zijne er af te snijden. Mina verwonderde dit, en daar hij deze wijze van handelen als een in discrete fout tegen de krijgstucht be schouwde, beval hij dat geen Navar- reesche soldaat zijn kwartier zou mo gen verlaten zonder aan zijn rok de drie roode kwastjes te hebben. Eerst gehoorzaamde men, maar nauwelijks hadden de Navarreezen de hoofden bij elkaar gestoken, of de drie roode kwastjes verdwenen won- derbaarlijk snel weer van de rokken. Mina herhaalde tweemaal zijn bevel met een bij hem ongewoon geduld, tweemaal gehoorzaamde men, maar werd «dan weer dadelijk ongehoor zaam. Ten slotte haalde «de guerilleros-chef buiten zich zelf daar hij zag dat de inbreuk op de discipline ontaardde in openlijke rebellie voor den deinden maal zijn bevel, op straffe des doods, terwijl lxij een onderzoek deed instel len naar eene dwaze komedie, die dreigde te zullen veranderen in een bloedig drama. Men kon niets ontdekkendit werd alleen geconstateerd, dat de Navar- reesche vrijwilligers van geen kwast jes hielden en ze niet wilden dragen. Mina trachtte nog den aanlegger van dit zaakje te leeren kennen om dan zijn vollen toorn over diens hoofd te kunnen doen nederdalen. Maar de geest van kameraadschap verzegelde aller lippen; noch verzoeken, noch listen, noch bedreigingen konden aan die gebaarde kinderen eene be kentenis ontlokken dan een onver schillig schouderophalen. Een vijftienjarige hoornblazer zei iets meer. Deze vex-klaarde schertsen- «de D*e kwastjeso die zijn goed voor vrouwen. Daar Mina alle hoop verloren had één slachtoffer te vinden, beval hij het bataillon te decimeeren en de ver oordeelden bij het aanbreken van den volgenden dag te fusilleeren. Dit had plaats te Mendezorria, waarheen Mina zich begeven had na de neder laag van Massena. In dien tijd had de divisie van Caffarelli zich, op last van Suchet, vereenigd met die van Reylle en beiden maakten zich gereed zich samen op Mina te werpen ten einde hem volledig te verpletteren. Deze gewaarschuwd dat Reylle- reeds op Tafalla aanrukte, besloot in het Carrascalgebergte aan den Franschen generaal het hoofd te bieden. Maar alvorens op te rukken, beval hij buiten het dorp carré te forme«e- ren, om het vonnis te voltrekken, dat hij den vorigen dag had uitgespro ken. Inmiddels hoopte Mina op eenig teeken van zwakheid, op eenig bewijs van berouw, dat hem zou kunnen dienen tot een goed voorwendsel om een pardon af te kondigen dat hij, als mensch en als chef, zou hebben willen schenken, om thans dit edel bloed, dat nutteloos zou vloeien, te hesparen. Maar de veroordeelden, die reeds gebiecht hadden, "bleek als zij die in den dood gaan, maar trotsch, als zij die den dood niet vreezen, traden zwijgend voor de gelederen, zonder een teeken van vrees, berouw, of protest. Meer ontroerd dan de verooxxleel- den zelf, reed Mina onophoudelijk op en neer, galoppeerde het carré binnen en keek angstig naar de officieren en de soldaten, zelfs naar de boeren, zoekend minder een bewijs van zwak heid of een woord van berouw bij de schuldigen als wel een woord van erbarming, een smeekende blik bi; een «der omstandex-s, wien dan ook, tot wien hij het woord van vergeving zou kunnen richten, dat hem uit hel diepst van het hart naar de lippen welde. Maar allen waren onbewogen, als had de dood hen met zijn kouden adem reeds geraakt. De veroordeelden, gereed om te sterven, zwegen, het gedecimeerd Na varreesch bataillon presenteerde dt wapens voor zijn kameraden, als om hen de laatste eer te bewijzen d( oogen hadden zij gesloten om niets te zienmaar de trotsche koppen wet gerden zich te buigen of zich te ver nederen. Toen voelde Mina zijn toom eens klaps bedaren, zijn oogen schoten vol eix de wreedheid van de gueirillero- chef bezweek eensklaps voor die kin derachtige insubordinatie, volgehou den in het aanschijn van den dood met de fierheid van ware helden. In zijne kernachtige welsprekend heid, riep hij hen toe, terwijl hij zijn sabel door de lucht zwaaide Ik schenk u allen vex-giffenis. Maar van heden af zult ge altijd... altijd... in de voorhoede zijn. Een daverende toejuiching «donder de door de lucht, exx boven al die vreugdekreten, en krachtiger dan die geestdriftige juiching, klonk als een uitbarsting van het Navarreesche bloed, dien andereix kreet van het ge decimeerd bataillon In de voorhoedegoedMaar geen kwastjes, nooit De correspondent van de N. R. Ct. geeft dato 16 Juni uit Konstantinopel de volgende lezenswaardige beschrij ving van den cyclooxx, die de stad teisterde „Reeds sinds eenige «dagen had er onweer in «de lucht gezeten. Na een onaangenamen en strengen wintei-, en een veel te koel en te nat voor jaar, was het weder eindelijk tegen half Mei wat zachter en schappelijker gewoxxlen, zoodat men het tenminste wagen kon het dikke wintei-goed te gen wat lichter kleeding te verwisse len, en er aan kon gaan denken de benauwde stadskwartieren en de kwalijk riekende, stoffige straten van Konstantinopel te verwisselen tegen eexx verblijf aan de boorden van den Bospoi'us, of in de, weliswaar som tijds warme, doch altijd versterkende lucht der Prinseneilanden, of aan het strand van de Zee van Marmora of van de Golf van Ismidt. Toch bleef de temperatuur voortdurend onder het gemiddelde voor dit jaargetijde, en werd het, zoodra de zon ond*r was, zoo vochtig en frisch clat er aan buiten zitten niet te «denken viel. Plotseling, zooals hier trouwens bij na altijd temperatuursveranderingen zijn, werd het Woensdag voor Pink steren warm, hindex'lijk warm, exx dat zonder begrijpelijke oorzaak, daar de wind niet naar het Zuiden den voor hier verzengend heeten hoek was geschoten, maar naar het Westen, van waar we veeleer nog meer afkoeling hadden moeten krij gen. Dreigende wolken pakten zich somwijlen aaix den Noordwestelijken horizont boven de Zwarte Zee samen, maai- de door de landbouwers en de tuinders zoozeer gewenschte regen bleef uitalleen wend Tiet steeds zoe- ler en vochtig drukkender. Het werd echt aardbevingsweel', zooals men elkaar toefluisterde; want de schrik wegens de aardbeving van 1894 zit er bij een ieder nog zoo in, dat niemand zulk een veronderstelling hardop dux-fde uiten. Pinkstex-zondag kwam de zon prach tig op aan een hemelsblauwen, volko men helderen hemel, alles scheen een heex-lijken zomersclxen dag te voor- spellen, en een ieder die niet buiten woonde uit te noodigen van de twee t vrije feestdagen te profiteex-en om een j uitstapje in den omtrek te gaan doen. 2 Booten, treinen en trams waren dan 2 ook vaxx «den vroegen morgexi af al druk bezettot tegen elf uur in min- -, der dan geen tij«d de hemel met zwarte l inktzwarte wolken bedekt wend, wel- c ke met verbazende snelheid van het e Noordwesten opkwamen, waardoor het zoo donker werd als in den nacht, j Spoedig daarop verhief de wind zich l tot een orkaan, vergezeld van een wolkbreuk, en gevolgd door een ha- c gelstorm met een cycloon, welke op j zijn weg eenige wijken der stad na- j, genoeg geheel heeft verwoest, en v groote schade heeft aangelicht. c Van achter u't den Gouden Hoorn 2 opkomende, viel de wervelwind, na door een deel van het Park van het Paleis te zijn gevlogen, in de vallei Kilidji Ali Pasja van do stadswijk e Besjiektaschj aan den Bosporus, in een dichtbevolkte, uitsluitend door t Turken bewoonde buurt, waar zoo goed als niets overeind is gebleven. r De huizen, alle van hout, zijn als het j ware bij den grond afgezaagd. Groote Konak's zijn omgeworpen, zware boo- j men ontworteld, lantaarnpalen afga- broken, muren en ijzeren hekken te- gen den grond geworpen terwijl het j als een stortvloed van de omliggende hoogten neerstroomende regenwater n de massa's puin en hout naar den v Bosponis meesleepte, en daardoor ook j; alles wat op zijn weg nog staande v was gebleven meesleurdetot een groot tramrijtuig en een volgeladen lastwagen met twee buffels toe. In die buurt alleen zijn meer dan twin- tig menschen vex-pletterd en ver- dronken. d Van daar «draaide de cycloon wat naar het Noorden, om in een oog- wenk in het aan den Bosporus gele-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 8