Eindelijk, na een tijd, die hem ein
deloos toescheen, kwam het ant
woord Meer dan tien minuten hield
hij 't in zijne handen, beangst zijn
lot te vernémen. Dan. zijn moed bij -
eenzamelende, brak hij de dunne en
veloppe open en- las
Mijn Hold! Als er nog genoeg
van uw lichaam over is, om uwe ziel
te bevatten, houd ik mij aan uwe
belofte.
Het ontstaan der steden
Op de vraag, hoe zijn onze ste
den ontstaan is het antwoord zij
hebben zich ontwikkeld uit een buurt
schap, uit het dorp, en het dorp
is ter zijner tijd stad geworden.
H o e is dan wei het dorp ontstaan?
Van de verschillende oorzaken, die op
zeer onderscheiden tijden, óf voor
zich alléén, óf in meerdere of min
dere samenwerking met elkander, tot
het ontstaan van buurten en van
dorpen hebben geleid, zijn de voor
naamste deze.
lo. Een of meer visschers-gezinnen
vestigden zich in tijdelijke, op palen
staande hutten aan den oever eener
rivier, van een meer of aan een in
ham der zeekustanderen voegden
zicli van lieverlede daarbij, zóó ont
stond er een klein visschers-milieu,
waarbij ^zich enkele handeldrijven
den, eenige herders en anderen aan
sloten. Aldus groeide er een gehucht
je, een dorpje, een dorp, dat door
bhoefte aan wederzijdsch hulpbetoon
zakelijk het gildewezen reeds bezat,
voor dit in naam bestond.
En dat dorp, tot welvaart geko
men, het wist van zijnen landheer
of vorst 'handelsrechten, vrijdom van
tollen, straks stedelijke rechten te
verkrijgen of te koopen; dat dorp is
daardoor eene stad geworden.
Zóó ontstonden onder al dan niet
gelijktijdige inwerking van meerdere
oorzakenAmsterdam, Harderwijk,
Kampen, Rotterdam, Stavoren, Tiel,
Zierikzee, Zutphen enz.
2o. Het bestaan der marken in
onze n.o. provinciën, de verdeeling
der gronden onder de famïlie-groepeu
van één stam, en van die groden hen
toegewezen of door hen in gebruik of
beslag genomen als weiden en bos- 1
schen voor gemeenschappelijk, onver
deeld gebruik, en als bouw-gronden
verdeeld voor gezins-gebruik, het be
staan dier marken deed tegelij
kertijd zoovele woon-centra ontstaan
Men vestigde zijn hoeve of woning
bij die door de gemeene weide en 't
ge me ene bosch omsloten of daaraan
grenzende bouw-grondenzóó vorm
den er zich gehuchten, dorpen later,
waarvan enkele zich tot steden wis
ten te ontwikkelen, o.m. Almeloo,
Assen, Deventer. Groningen, 01 den
zaal, enz. Het zijn dorpen en steden,
waarvan vele, en inzonderheid de
Drentsche dorpen, in hunnen aanleg,
in hun brink, nog de herkomst uit
de 111 arke verraden.
3o. De Romeinen vestigden zich en
bleven hier een viertal eeuwene mot
den Rijn tot noordelijke verdedigings
linie tegen de invallen der Friezen,
Germanen en andere over-Rijnsche
Stammen. Die verdedigings-linie vroeg
vaste kamp- of leger-plaatsen, c a s-
t r a, door verbindingswegen zoo on-
derling als met de hoofdplaats van
het gewestelijk bewind verbonden. Die
wegen eischten bescherm- en halte- 1
postn, alsmede veer-posten, Die we
gen eischten bescherm- en halte-pos-
ten, alsmede veer-posten, waar zij de
rivieren passeerden, en die castra en
posten wonden nu van lieverlede de
centra, waaromheen eene kleine be
volking van nijveren en handel-drij-
venden, van veehouders bewees
den zich vestigden, en die buurten
bleven bestaan, goed gekozen als hun
ligging meestal, was, ook toen de
Romeinsche bezetting was terugge
roepen, en 't castrum zelf, of door
belegering was vernield, of terwille
zijner bouwmaterialen allengs was
gesloopt door de omwonenden.
Zóó ontstonden ddar dorps-plaatsen
en bij enkele dezer misschien reeds
steden, zelfs rijkssteden 1), alvorens
nog het begrip stad hier gerijpt was.
Doesburg, Domburg, Dorestate (Wijk
bij-Duurstede), Maastricht, Nijmegen,
Utrecht, VI aardingen, en wellicht
meer plaatsen, dan waarvan -dit nu
met eenige zekerheid is na te gaan,
danken hieraan, 't zij direct, 't zij
indirect haar ontstaan.
4o. Herhaalde overstroomingen zoo
van de zee als van de rivieren, dwon
gen onze voorouders om, 't zij tijde
lijk, 't zij voor goed, zich te vestigen
op hoogten door de natuur of door
hen zeiven gevormd en opgeworpen,
en die hoogten, veelal alleen eerst
wijkplaatsen, eindigden reeds spoe
dig met te worden vaste woonplaat
sen, dorpen. Het meerend'eel der
Friesche en Groninger dorpen zijn
daardoor op wierden of terpen ont
staan, waarvan enkele later steden
werden, zooals Bolsward, Leeuwar
den, enz. Bij Arnhem, Groningen,
Hattem, Rhenen en Wagenwgen
zorgde de at uur zelve voor eene vei
lige woonplaats.
5o. Met de IXe eeuw komen de
Noordmannen onder hun vikings on
ze rivieren opzeilen of landen aan de
zeekusten, niemand en niets ontzien
de, alles plunderend en roovend,
overal brandend en moordendvluch
ten baatte niet tenzij in de moeras
streken en die plandwaarts in. Toe-
vluchts- en verdodigings-middelen,
burchten zijn er nu allorwege noo-
dig en worden er gebouwd, en om of
bij die burchten vestigen zich nu de
1). Zie Mr. B. J. L. de Geer ,,De
opkomst der steden in Nederland tot
hot eindo der 13e eeuw" (Nieuwe Bij
dragen voor Rechtsgeleerdheid en
Wetenschap, dl. X jrg. 1884).
naastbij wonend en .Zoo ontstaan er
nieuwe bevolkings-centra, waarvan
vele zich later tot steden ontwikkel
den, zooalsAardenburg, Deventer,
Leiden 1) Middelburg. Of onze duin
dorpen Beverwijk, Katwijk, Naald
wijk en Noordwij k in 't duin verscho
len vlucht- of wijkplaatsen dier da
gen beteekenen, durf ik niet beslis
sen, maar zeker is het, dat vele dor
pen toen reeds zijn omgracht en
omwald, en met palissaden of door
nen-hagen zijn omsloten. De aldus
omsloten .verdedigbare woonplaats,
bestond in dien zin reeds als stad,
lang voor dat deze eene po er te of
stad werd genoemd, en stedelijke
rechten had verworven.
6o. In de grootste, dier dooi^boven-
genoemde oorzaken ontstane bevol
kings-centra, wier aantal toenam met
de toename der bevolking, en naar
mate landbouw, veeteelt, jacht en
vischvangst, oorspronkelijk vrijwel
de eenigste bestaansmiddelen, onvol-
doende begonnen te worden, vestig
den nu, zoo mogelijk, een Bonifa-
cius, een Lebuinus .een Ludger, een
Odulphus, een Willebrordus e.a. hun
eerste Christen-kerkjes, hun kleine
houten bede-huizen, die, boe vaak
eerst ook vernield of verbrand, steeds
grooter werden herbouwd, en nu op
hunne beunrt de oorzaak werden van
een neerzetting van meer omwonen
den, van de opkomst van menigdorp
en van de ontwikkelig. den overgang
van dat idorp tot stad.
Onder den invloed der kerk vorm
den zich tevens op tal dier plaatsen
broederschappen, zijnde genootschap
pen voor hulp en steun bij ongeval
len, hij ziekte of dood, en diesamen-
werking bleek zóó nuttig om ram
pen te dragen en leed te verzachten,
dat handel-drijvenden reeds spoedig
bracht tot onderlinge aaneensluiting,
tot het vormen en sluiten van bon
den, gilden genaamd, die onder tal
van vormen reeds bestonden en
werkten, alvorens zij, 't zij dan als
corporatiën erkend of niet, eerlang de
krachtigste factor zouden zijn tot het
tot stand komen van den overgang
van het dorp tot stad.
De burcht te Leiden is de éénigsto
die nog is overgeblevenalle overige
zijn of in bijna onkenbare ruïnes ver
anderd, of reeds lang geheel gesloopt
en vergraven, en het terrein waarop
zij stonden, is nu met huizen bezet
of weiland.
De man, die de Russische
vloot vernielde.
Een maand is thans voorbijgegaan
sinds liet Russische Oostzee-eskader
van de oppervlakte der wateren ver
dween, in minder dan veertig minu
ten volgens den Japanschen admiraal
Togo, was het lot van den zeeslag
beslist. Wat was toch wel de oorzaak
van een zoo groote en schier blik
semsnel voltrokken ramp, eenig in de
maritieme annalen? üp het eerste
oogenblik kwam liet der gansche
wereld voor, dat alleen de torpedo in
staat was dergelijk vernielingswerk te
verrichten. Mc-n kon niet gelooven
dat het eenvoudig bommen mogelijk
was pantserschepen van 13000 a 14000
ton in den grond te boren als waren
het kinderscheepjes. Thans echter weet
men, dat de Japanners hun groot
succes voor een groot deel danken
aan het Shimonosérkruit. Shimono-
sé, dien naam, behoorendo aan dr.
Gion Shimonosé, nog niet lang gele
den vrijwel onbekend spreken alle
Japanners thans met geestdrift uit.
Gion Shimonosé is geboren uit een
arm gezin in de provincie Hiroshima
en thans 47 jaar oud. In zijn jonge
lingsjaren was er nog geen geregelde
paketbootendienst, om de verschillen
de punten der eilanden met elkander
te verbinden. Evenwel gehoorzamend
aan zijn drang tot weten, aarzelde
Shimonosé niet naar de hoofdstad te
vertrekken en te voet 780 kilometer
af te leggen, welke Hiroshima van
Tokio scheiden.
Zijn wetenschappelijke bagage was
reeds zoo goed voorzien, om terstond
na aankomst een vrij moeilijk examen
te doorstaan, en eenige maanden la
ter word zijn naam ingeschreven aan
de keizerlijke Academie. Maar de
arme Shimonosé had zoo groot geld
gebrek, dat hij van zijn kameraden
de voor zijn studiën onmisbare wer
ken moest leen en, en dat hij gansche
nachten doorbracht met ze ie copiee-
ren, ten einde ze op tijd aan hun
eigenaars te kunnen teruggeven. Zijn
ellende werd zelfs van dien aard, dat
hij zich verplicht zag, in een zeer ofi-
dergeschïkte betrekking in dienst
van een drukkerij te treden. De man,
die thans in Japan den roem van
Oyama en Togo deelt, getroostte zich
het eenvoudigste werk, voor bet loon
van f 6.25 per week.
Hij zette zich evenwél met energie
aan den arbeid en werd in zijn nieuw
vak zoo bekwaam, dat hij, na een
reeks van proeven, onder zeer gun
stige condities aan de keizerlijke
drukkerij van Tokio werd aangesteld.
Het was toen, dat bij zijn scherpzin
nigheid op het doen van uitvindin
gen richtte. Na tal van proefnemin
gen slaagde hij erin een geheel bij
zondere inkt te vervaardigen, welke
thans in geheel Japan wordt gebruikt
voor de vervaardiging der bankbiljet
ten en die het namaken en verval-
schen daarvan naar bet rijk der on
mogelijkheden verwees.
Terzelfder tijd brachten de betrek
kingen, welke hij had met officieren
van leger en vloot, hem op het denk
beeld. de ontploffingsmiddelen, bij
de groote mogendheden in gebruik,
te bestudeeren.
Weldra had hij ingezien, dat alle
soorten van rookvrij kruit groote ge
breken hadden. Voornamelijk het
door Japan gebezigde kruit werd
zeer gevaarlijk en buitengewoon
weinig handelbaar, wanneer het te
droog was. Daarentegen maakte een
te groote vochtigheid het absoluut on
bruikbaar.
Het Japansche gouvernement was
zeer weinig voldaan over dit ontplof
fingsmiddel, en had een onderzoek
geopend van het fransche „meliniet"
het Engelsche „cordiet", het Duit-
sche „lopliet", het Amerikaansche
„moshliet". Doctor Shimonosé be
sloot daarom al zijn streven te rich
ten op de ontdekking van een nieuw
kruit, het volmaaktste, dat denkbaar
was. Na met taaie volharding elf
jaren te hebben gezocht en gewerkt
is het hem eindelijk gelukt. In den
loop van zijn proefnemingen, liep hij
meermalen gevaar, het leven te ver
hezen. Een ontploffing maakte hem
bijna blind. Zijn handen werden
deerlijk gebrand, maar niets kon hem
afbrengen van zijn doel, en toen hij
eindelijk het kruit had gevonden, nu
in de gansche wereld bekend als 't
Shimonosé-kruit, bood hij 't beschei
denlij k der Regeering aan.
't Is liet machtigste ontploffings
middel, dat bestaat. De Japansche
marine nam op zekeren dag er de
volgende proeve medemen stapelde
ter hoogte van 7 meter ontzaglijke
eiken balken op elkander, zoodat het
geheel een massieven toren vormde
van drie meter op elke zijde.
Een marine-kanon van 15 c.M.
wierp er een met Shimonosé-kruit
geladen bom op en de uilw&iMtig
was ontzettend. Niet slechts werd de
toren omvergeworpen, maar de eiken
balken waren letterlijk verbrijzeld,
tot splinters, tot stukjes als halmpjes
stroo. Hierdoor laat zich gereedelijk
verklaren ,dat bij den zeeslag van
Tsoeshima de Japansche, met Shimo
nosé-kruit gevulde bommen, in ere
Russische pantserschepen uiteen-
springend, aan alle kanten openin-
gen maakten, waardoor de golven
binnendrongen.
De moorddadige werking van het
Shimonosé-kruit is voor het eerst ge
bleken op de bemanning van den
Varyag, in de haai van Tsemoelpo.
Dr. Wada, de voornaamste genees
heer der Japansche marine, die toen
zijn zorgen aan een 24-tal Russische
gewonden besteedde, rapporteerde
zeer curieuse waarnemingen. De ge
wonden waren letterlijk overdekt met
wonden van granaatsplinters. Eén
man had in zijn lichaam 120 stukken
ijzer gekregen, waarvan enkele nau
welijks het gewicht van een erwt
haalden en andere niet grooter waren
dan een speldenknop. Om een pro
jectiel in zoo kleine deelen te verbrij
zelen, is een ontploffingsmiddel noo-
dig van buitengewone kracht.
Dr. Shimonosé, ondervraagd over
de vreeselijke vernielingen, aan boord
der Russische pantsêrschepen teweeg
gebracht, gaf de volgende verkla
ring: ,,In de oude projectielen wa
ren de fragmenten zeiven van het
metalen omhulsel bestemd, om
hinderpalen te vernielen. Het ont
ploffingsmiddel had het eenige doel,
liet projectiel te doen uiteenspringen
en er de fragmeilien van te versprei
den. Thans is het de taak van het ont
ploffingsmiddel zelf te dooden en te
vernielen en de functie van liet pro
jectiel is eenvoudig het ontplof fings-
middel ter plaatse te brengen, waar
het zijn werking verrichten moet."
Dr. Shimonosé brengt de eer van
zijn vinding voor een groot gedeelte
over op zijn echtgenoote. Zonder haar
moed toch en zonder hanr zedelijken
steun zou hij nooit een zoo langduii-
gen, ondankbaren, teleurstellenden
arbeid hebben volgehouden en zou hij
dus ook in zijn streven niet zijn ge
slaagd.
DRAMA'S VAN DE ZEE.
Een van de afschuwelijkste scheeps-
drama's, welke in langen tijd zijn
hekend geworden,, moet onlangs zijn
voorgevallen aan boord van den
schoener Olympia, welk vaartuig ge
bezigd werd voor de uitoefening der
kustvaart langs Honduras. Het ver
haal dier tragedie werd gedaan door
zekere juffrouw Morgan, een meisje
van 20 jaar en de eenig overlevende
van een gezelschap van 12 personen,
dat werd omgebracht door een ne
ger, die zich aan boord had verstopt
Deze neger zekere Mc. Gill wel
ke zich vóór het vertrek van het
schip in het ruim had verborgen,
kwam te voorschijn, toen het vaar
tuig zich in volle zee bevond. Eerst
vermoordde hij met een koevoet een
paar niets kwaads vermoedende sche
pelingen, die hij op het dek aantrof;
daarop posteerde hij zich aan de ka
juitstrap en maakte alarm. Iedereen
die de trap op kwam werd door hem
neergeschoten of doodgeslagen. Toen
op het laatst niemand zich meer ver
toonde, ging de man naar beneden
en vermoordde daar drie vrouwen
en een kind, die hij in de kooien
aantrof.
Slechts het twintigjarige meisje
bleef gespaard. Hij beval haar, in de
boot te gaan, maakte toen een lek,
in den zijwand van den schoener en
liet het schip zinken. Toen kwam hij
in de boot. Vastbesloten zich tot het
uiterste te verdedigen, greep juffrouw
Morgan een roeispaan, maar de ne
ger, wiens lankmoedigheid blijkbaar
niet groot was, antwoordde met een
revolverschot dat het slachtoffer aan
-den arm trof. De jonge vrouw sprong
overboord, maar ontving alras van
den neger een slag op het hoofd met
een roeispaan. Uitnemend zwemster
als zij was, hield zij zich dood, doch
wist ervoor zorg te dragen den neus
boven water te houden, al scheen zij
levenloos weg te -drijven.
De neger roeide met de boot naar
het vrij ver verwijderde strand, en
ook juffr. Morgan, slaagde er in, den
vasten wal te bereiken, echter niet
dan na zich eerst bijna een half uur
te hebben laten drijven zonder zich
te durven verroeren. Toen zij bijna
zonder een draad aan het lijf, uitge
put, ziek en bijna krankzinnig van
angst de kust had bereikt, verborg
zij zich m een boschj-e, waar zij la
ter, nog levend, werd gevonden. Maar
nog voor de jonge vrouw ontdekt
word waren reeds enkele lijken aan
land gespoelden aan de kogelwon-
den had men bemerkt, dat een vree
selijke misdaad was gepleegd.
Uit den mond van juffrouw Mor
gan leerde men de oplossing van het
raadsel. De neger, die vóór het ver
laten van den schoener de lijken van
alle slachtoffers geplunderd en daar
na de kisten en koffers aan boord
had doorzocht, had een 250 pd. st.
bijeengestolen, en zich met zijn burl
verborgen. Maar men was hem spoe
dig op het spooren de man bevindt
zich dan ook in hechtenis. Natuur
lijk wilden de inwoners van Utilla,
ter hoogte van welk plaatsje de tra
gedie zich afspeeldde, den neger
lynchen. De president der republiek
Honduras, Bonilla, kwam echter tus-
schenbeiden. Van een lynch-partij
wilde hij niet weten. Wel gaf hij
toezegging dat de neger te TJtilla in
het openbaar zal worden doodge
marteld.
Een ander vreesetlij k zee-verlraal
wordt gemeld uit San Francisco,
waar een schip is aangekomen, dat
ten zuiden van Kaap Hoorn in open
zee een boot had opgepikt met den
gezagvoerder en 10 man van de „Ag
ues", welk vaartuig met een beman
ning van 30 koppen en een lading
steenkool .onderweg van Shields naar
Valparaiso, in open zee was verbrand.
De brand ontstond onder het groote
luik, en onmiddellijk toen het onheil
ontdekt was, werd hot luik geopend,
en daalde de tweede officier met 6
man ïn het ruim af om een poging
te doen, het vuur to blusschen. Maar
de rook was beneden-deks zóo ver
stikkend, dat de zeven blusschers
flauw vielen en door de overige -man
schappen slechts met groote moeite
konden worden gered. Het luik werd
daarop weer dicht gedaan, en men
hoopte nu dat het vuur door gebrek
aan luchttoevoer van zelf zou uit
gaan. Doch deze hoop was ijdel. Na
enkele dagen stond de stalen scheeps-
wand aan bakboordzij rood gloeiend,
en zélfs op het dek was het van de
hitte en den rook bijna niet meer uit
te houden. Zes dagen na het uitbre
ken van den brand vond een gewel
dige ontploffing plaats en werd het
groote luik van de opening wegge
slagen. Het was niet langer mogelijk,
aan boord te blijven; en de beman
ning verdeelde zich over drie sloepen
welke aan het ten ondergang ge
doemde schip werden vastgemaakt.
Slechts vier man bleven aan boord
van het brandende vaartuig om dit
in de goede richting te sturen, maar
lang konden zij het daar met uit
houden en men zag zich genoodzaakt
het schip te verlaten. Dit geschiedde
den 23sten April. De Agues" stond
nu aan alle zijden tot bijna aan den
waterspiegel in brand. Boven liet
schip verhief zich een hooge vuurzuil
en aan de zijden stegen wolken
stoom op, gevormd door de golven,
welke tegen de rood gloeiende platen
speelden.
In de boot van den kapitein waren,
buiten hemzelf nog tien man en een
hond, de boot van den eersten officier
bevatte 12 man, die van den tweeden
officier 6. Op het oogenblik, dat die
brandende „Agnes" werd achtergela-
ten bevonden de booten zich c.a. 55
mijl van Kaap Hoorn. Ten slotte zou
alles misschien nog goed zijn afge-
loopen, indien de drie nolendopjes
niet door een geweldigen sneeuw
storm waren overvallen, die hen van
elkaar verwijderde. Het was toen,
dat de boot van den kapitein door het
Amerikaansche schip „Aryon" werd
gezien en opgenomen. Maar nauwe
lijks waren de 11 mannen veilig aan
boord, of de storm nam zoo zeer toe
in felheid, dat de beide andere booten
wel moeten zijn vergaan.
SPOORWEGEN.
In het Wirthschaftpolitisoher Archiv.
welks uitgave door hét handelsminis
terie te Weenen wordt bezorgd, is
opgenomen een statistiek van het
spoorwegnet der wereld, op het ein
de van 1903, waaraan de volgende
gegevens zijn ontleend onder opmer
king, dat zij alleen de eigenlijke
spoorwegen, niet ook de zoogenaam
de „kleinbahnen" betreffen.
Het spoorwegnet der aarde dan had
op het einde van 1903 een omvang
van 859.355 K.M. In 1903 werden
21.139 K.M. voor het eerst in gebruik
genomen, ongeveer evenveel als in
1902, toen dit cijfer 21461 K.M. be
droeg. De meeste spoorwegen heeft
Amerika, n.l. 432.618 K M., daaronder
de Ver. Staten van N.-Amerika 334.634
en overig N.-Amerika 31.751. K.M.
Daarna volgt Europa met 300.429 K.M.
Azië met 74.546 K.M-, Australië met
26.723 K.M., terwijl Afrika nog steeds
achteraan komt met 25.039 K.M.
In het tijdvak 1892—1903 werden in
de Ver. Staten 30.058 K.M. spoorweg
bijgebouwd, of 9.9 pet. van het be
staande spoorwegnet.
De volgorde der afzonderlijke lan
den ten opzichte van de lengte hun
ner spoorwegen heeft zich in 1903 niet
gewijzigd. Na de Ver. Staten volgt
Duitschland met 54.426 K.M-, dan
Rusland met 53 258 K.M., Frankrijk
met 45.226 K.M., Britsch-Indië mei
43.372 K.M., Oostenrijk-Hongarijemet
38.818 K.M. Groofc-Brittannië met
36.148 K.M., Canada met 30.696 K.M.
De andere landen blijven alle bene
den 20.000 K.M. Met betrekking tot de
dichtheid van het spoorwegnet, uit
gedrukt in verhouding tot de opper
vlakte, staat Belgie met 23.1 K.M.
spoorweg per 100 vierk. M. bovenaan.
Dan volgt Saksen met 19.8. Canada
met 13.7, het Rijksland met 13.1.
Groot-Brittannië met 11.5 K.M. De
Ver. Staten hebben 4-3 K.M. pea- 100
vierk. K.M. Het laagst zijn de cijfers
voor Rusland 0.9 en Noorwegen 0.7
K.M. Neemt men de verhouding niet
tot de oppervlakte, maar tot de be
volking, dan wordt de volgorde
gansch anders. Dan staat in Europa
Zweden bovenaan met 24.1 K.M.
spoorweg per 10.000 inwoners, waar
na volgen Denemarken met 12.9,
Zwitserland met 12.4 en Frankrijk
met 11.5 K.M. Buiten Europa hebben
zoo berekend de Australische kolo
niën de hoogste cijfers, n.l. Queens
land 97.1 K.M., Zuid-Auserane S4.3,
West-Australië 83.8 en Tasmanië met
58 K.M. spoorweg per 10.000 inwo
ners.
In het bedoeld artikel wordt voorts
een becijfering gemaakt van de bouw
kosten van het spoorwegnet. Deze
zijn met juistheid bekend, wat Euro
pa betreft, voor 280.790 K.M. die in
totaal kosten 82.254 millioen mark of
per K.M. 292.938 mark; en voor de
landen buiten Europa voor 471.643
K.M. die gekost hebben 70.372 mil
lioen mark, of per K.M 149-206 mark.
Worden deze gemiddelden op het ge-
heele spoorwegnet toegepast, dan zou
den gekost hebben do 300.429 K.M.
spoorwegen in Europa 88.007 mil
lioen mark, en de 558.926 K.M. spoor
wegen buiten Europa 83.395 millioen
mark, of het geheele spoorwegnet der
aarde op het einde van 1903 een be
drag van rond 171.5 milliarden mark.
JAPANSCHE DINERS IN LONDEN.
De laatste overwinning der Japan
ners is de verovering der Londensche
Society.
Dezen winter is alleen de partij
„smart' die op z'n Japansch is inge
richt.
Japansche gasten zijn onontbeerlijk;
do Japansche jonggezellen in kon
den klagen ,dat zij zoo dikwijls uit-
genoodigd worden, dat zij nauwe
lijks één avond in de maand voor
hun club overhouden. De gastvrou
wen redeneeren uren lang met hen
over de nieuwste Japansche gerech
ten. en bestudeeren de Japansche
tafel-etikette. Iedere gast staat aap
een afzonderlijke „ozen" of tafel. Een
menu dat bijzonder in den smaak
valt, bevatSimona soep van visch,
vleesch en groentenSashimivisch
die in lange stukken gesneden wordt
en met groenten en Japansche saus
wordt opgediendJakizakanage
braden visch Oemanikippen of
rundvleesch met groenSoenomono
salade van visch en groentenKoe-
chitorieen mengsel van gevogelte,
eieren en groentenKanomono een
soort groenteChawangekookte
rijst; Ochathee, die gedurende den
maaltijd en daarna, gediend, wordt.
Elke gast is voorzien van papieren
servetjes en eetstokjes. Messen zijn
niet voorhanden. De Japansche di
ners vallen zeer in den smaak, en de
kunst met de eetstokjes om te gaan,
wordt door steeds meer leden der
Engelsche Society aangeleerd.
EEN SPROOKJESPALEIS.
Een Parijsch multi-millionair, de
heer Dufayel, kocht een paar jaren
geleden het paleis in de Champs Ely-
sées van de hertogin d'Uzès. Tot al-
gemeene verbazing liet hij het in em
pire stijl prachtig gebouwde en inge
richte gebouw tot den grond toe afbre
ken en in plaats daarvan een geheel
nieuw paleis bouwen. Als reden gaf
hij op, dat hij niets aristocratisch
om zich heen dulden kon en niet in
een huis wilde wonen, dat door een
hertog was gebouwd. Nauwelijks
waren - de badauds daarover uitge-
praat, of de excentrieke Dufayel gaf
hun nieuwe stof tot verbazing. In het
nieuwe paleis heeft de man een
enorme eetzaal laten bouwen, waar
op tal van fraaie corridors en con
versatiekamers uitloopen. De lokali
teit wordt afgesloten door twee groo
te schuifdeuren, die den vorm heb
ben van geweldige spiegels en den
glans der tafel in een zee van licht
terugkaatsen, is de maaltijd afge-
loopen, dan verdwijnen de deuren en
kunnen de gasten zich vrij in de
wandelgangen en zijzalen bewegen.
Inmiddels stijgt, als in een sprookje,
een volledig ingericht en prachtig
uitgerust tooneel omhoog, en in een
oogwenk is de eetzaal in een theater
veranderd. Na afloop van de voor
stelling verdwijnt het tooneel even
vlug als het gekomen is, de deuren
gaan dicht, en men ziet de eetzaal
weer gereed, om de gasten aan het
souper te ontvongen..
7600 METER HOOG IN EEN LUCHT
BALLON.
Een interessante hoogte-record-
vaart heeft voor eenige dagen dokter
Anton Schlein, van liet meteorolo
gisch eentr.-instituut te Weenen, in
den ballon Jupiter van de Weensche
Aeroclubs uitgevoerd. De vaart werd
ondernomen met een wetenschappelijk
doelom de meteorologische verhou
dingen in de bovenste luchtlagen waar
te nemen.
Dr. Schlein, die bekend is als een
koen luchtschipper, overtrof dezen
keer alle opstijgingen, daar hij, ge
heel alleen, de enorme hoogte van
7600 Meter bereikte.
De Oostemrijksche natuur-onderzoe-
ker heeft daarmede een doel bereikt,
dat onder deze omstandigheden in
een met luchtgas, niet met waterstof
gas gevulden ballon van slechts 1200
kub. meter inhoud, nooit of nergens
is bereikt. De grootste hoogte, die hij
op den barometer kon aflezen, was
7480 Meter, de laagste temperatüur-
aflezing was 15 graden Celsius.
In Weenen was de gelijktijdige tem
poratuur plm. 28 graden C. Van dat
oogenblik werd ziin toestand vrij
slecht door gebrek aan zuurstof. Het
maximum der hoogte is door een zelf-
registreerenden barograaf geconsta
teerd en deze wijst 7600 Meter aan.
De duur van het oponthoud boven
7000 Meter bedroeg 20 minuten, de
duur van den val naar de aarde uit
een hoogte van 7500 Meter was 22 mi
nuten. Dat is een gemiddelde snelheid
van 5.7 Meter per seconde.
Er zijn natuurlijk wefl ballons op
gelaten enkel instrumenten bevatten
de, die zelf registreerden. Juist te
controleeren zijn ze niet, maar er zijn
er twee, die een hoogte-cijfer van
24970 en 19750 Meter aanwijzenze
zijn in September te Straatsburg en
Pawlosk opgelaten. Meestij ds gin
gen de proefballons niet boven 10000
15000 Meter. De juistheid dezer cijfers
is natuurlijk niet te controleeren, om
dat slechts de instrumentön liet aan
wijzen en deze zijn gewoonlijk goed
voor gewone hoogten, maar voor de
grootste hoogten nauwelijks vertrouw
baar of tenminste niet controleerbaar.
DE DAKEN IN NEW-YORK.
In New-Yorlc gaat men hoe langer
zoo meer profijt trekken van de da
ken der huizen. Het zal zoowat 12
jaren geleden zijn, dat op een van
de schouwburgen in Broadway een
daktuin werd geopend, waar men
's avonds voor luttelen prijs kon ge
nieten van frissche lucht, verver-
schingeu en muziek. Toen het onge
wone hiervan was afgeraakt, kreeg
men heele specialiteits-voorstellingen
op de daken.
Een pur-sang New-Yorker kan zich
nu niet meer voorstellen, dat hij niet
's zomersavonds ergens op een dak
zou zitten profiteeren van de heldere
sterrenluchtdat is voor hem even
gewoon geworden, als voor ons 't
zitje op de straat vóór 'n café. En
langs 'n krakentrapje behoeft hij
niet meer naar hoven te klimmen, de
lifl breugt er hem met bijna duize
lingwekkende snelheid.
Toen de schouwburg-daktuin het
hoogtepunt van populariteit bereikt
had, werd een nieuw clubhuis ge
bouwd voor de ..Métropolitan Club"
waarvan de leden alle millionnairs
zijn. Ook hier werd het dak inge
richt tot een prachtigen tuin. Ander®
clubs volgden het voorbeeld.
Van de schouwburgen en clubs trok
het idee verdler naar de hotels. Deze
tuinen worden met behulp van tuin
architecten prachtig mooi aangelegd
en afdakjes en prieeltjes beschutten
de bezoekers voor den regen.
De daken der ziekenhuizen worden
ingericht tot lighallen voor de pa-
tiénten, op de daken der scholen
zijn de speelplaatse en de sportvel
den der leerlingen. De daken der
kerken worden ingericht tot kinder
tuinen, waar de kleintjes onder de
hoede van Fröbel-juff rouwen planten
en poten naar hartelust. Er zijn ver
schillende magazijnen, waar de da
ken zijn ingericht tot speelplaatsen
en terwijl de moeders haar inkoopen
doen, mogen de kinderen er spelen.
In de dichtbevolkte armoedige wij
ken ziet men over dag het wasch-
goed op de daken te drogen hangen
en 's nachts slapen de menschen er
bij tientallen. En de vrome joden ko
men er tijdens het Loofhuttenfeest,
het aloude voorschrift na en bouwen
er de Loofhut, waarin ze acht dagen
lang wonen om den tocht te herden
ken van de kinderen Israels door de
woestijn.
De daktuin is, het spreekt van zelf
een zomerinstelling. Hij wordt in ge
bruik genomen hij de intrede van
het zomerseizoen en verdwijnt met
den herfst voor een tijd. De New.
Yorker beeft met den kalender mee.
Op den bepaalden, tot gewoonte ge
worden datum, verlaat hij" de stad en
op een bepaalden datum keert hij er
weer terug. Niet voor den lsten Juni
worden de daktuinen in gebruik ge
nomen en geen New-Yorker" zou het
zichzelf vergeven, als hij er na den
15den September, den dag, ""clat hij
zijn strooien hoed opbergt, nog
werd gezien.
Waarschijnlijk zal het niet lang
meer duren en glazen beschuttingen
maken de daken te New-York ook
des winters bewoonbaar.
PERZISCHE OPGRAVINGEN.
In het Louvre te Parijs wordt; een
zaal ingericht voor de vondsten bij
de jongste Perzische opgravingen
door de Morgan-expeditie.
Toen Frankrijk toestemming kreeg,
in Perzië opgravingen te doen, werd
•J. de Morgan, die zich vroeged in
Europa onderscheiden^had en juist
een driejarige reis door Perzië ge
ëindigd had, tot chef dezer expeditie
benoemd. Het hoofddoel van den
tocht was Susa, de oude hoofdstad
van het rijk Elam, waar Dieulafoy
vroeger reeds stukken had gevonden,
die nu in het Louvre bewaard wor
den en voor de periode na Cyrus van
zeer groot belang zijn. De Morgan
zette de opgravingen echter dieper
voort en vond in den grooten graf
heuvel bij Susa twee lagen, een van i
jongeren datum, die den tijd der
Achaemenietden, Seleucieden, Par
then, Sassanieden en Arabieren om
vat, en een, waarin zich do over- I
blijfselen der Elamietische stad be- j
vinden.
Het rijk Elam heeft, zooals uit de
nu ontdekte inschriften en monumen
ten blijkt, reeds 40 eeuwen voor I
Christus in Azië een belangrijke rol j
gespeeld. Het was in verschillende j
leenstaten verdeeld en had een re
geering, in wie opzichten overeen- I
stemmend met die van het westen
tijdens de middeleeuwen.
Het volk was blijkbaar niet van
Semietischen oorsprong en stond
reeds op een hooge tra.p van ontwik
keling, toen de Semietisch-Chald-
eeuwsche beschaving er begon door
te dringen.
Ook op het gebied der zoölogie, pa-
laeontologie, geologie, petrografio en
geografie heeft de Morgan, die in
genieur is en door een staf van be
kwam© medewerkers ter zijde werd
gestaan, belangrijke vondsten gedaan.