Eindelijk, na een tijd, die hem ein deloos toescheen, kwam het ant woord Meer dan tien minuten hield hij 't in zijne handen, beangst zijn lot te vernémen. Dan. zijn moed bij - eenzamelende, brak hij de dunne en veloppe open en- las Mijn Hold! Als er nog genoeg van uw lichaam over is, om uwe ziel te bevatten, houd ik mij aan uwe belofte. Het ontstaan der steden Op de vraag, hoe zijn onze ste den ontstaan is het antwoord zij hebben zich ontwikkeld uit een buurt schap, uit het dorp, en het dorp is ter zijner tijd stad geworden. H o e is dan wei het dorp ontstaan? Van de verschillende oorzaken, die op zeer onderscheiden tijden, óf voor zich alléén, óf in meerdere of min dere samenwerking met elkander, tot het ontstaan van buurten en van dorpen hebben geleid, zijn de voor naamste deze. lo. Een of meer visschers-gezinnen vestigden zich in tijdelijke, op palen staande hutten aan den oever eener rivier, van een meer of aan een in ham der zeekustanderen voegden zicli van lieverlede daarbij, zóó ont stond er een klein visschers-milieu, waarbij ^zich enkele handeldrijven den, eenige herders en anderen aan sloten. Aldus groeide er een gehucht je, een dorpje, een dorp, dat door bhoefte aan wederzijdsch hulpbetoon zakelijk het gildewezen reeds bezat, voor dit in naam bestond. En dat dorp, tot welvaart geko men, het wist van zijnen landheer of vorst 'handelsrechten, vrijdom van tollen, straks stedelijke rechten te verkrijgen of te koopen; dat dorp is daardoor eene stad geworden. Zóó ontstonden onder al dan niet gelijktijdige inwerking van meerdere oorzakenAmsterdam, Harderwijk, Kampen, Rotterdam, Stavoren, Tiel, Zierikzee, Zutphen enz. 2o. Het bestaan der marken in onze n.o. provinciën, de verdeeling der gronden onder de famïlie-groepeu van één stam, en van die groden hen toegewezen of door hen in gebruik of beslag genomen als weiden en bos- 1 schen voor gemeenschappelijk, onver deeld gebruik, en als bouw-gronden verdeeld voor gezins-gebruik, het be staan dier marken deed tegelij kertijd zoovele woon-centra ontstaan Men vestigde zijn hoeve of woning bij die door de gemeene weide en 't ge me ene bosch omsloten of daaraan grenzende bouw-grondenzóó vorm den er zich gehuchten, dorpen later, waarvan enkele zich tot steden wis ten te ontwikkelen, o.m. Almeloo, Assen, Deventer. Groningen, 01 den zaal, enz. Het zijn dorpen en steden, waarvan vele, en inzonderheid de Drentsche dorpen, in hunnen aanleg, in hun brink, nog de herkomst uit de 111 arke verraden. 3o. De Romeinen vestigden zich en bleven hier een viertal eeuwene mot den Rijn tot noordelijke verdedigings linie tegen de invallen der Friezen, Germanen en andere over-Rijnsche Stammen. Die verdedigings-linie vroeg vaste kamp- of leger-plaatsen, c a s- t r a, door verbindingswegen zoo on- derling als met de hoofdplaats van het gewestelijk bewind verbonden. Die wegen eischten bescherm- en halte- 1 postn, alsmede veer-posten, Die we gen eischten bescherm- en halte-pos- ten, alsmede veer-posten, waar zij de rivieren passeerden, en die castra en posten wonden nu van lieverlede de centra, waaromheen eene kleine be volking van nijveren en handel-drij- venden, van veehouders bewees den zich vestigden, en die buurten bleven bestaan, goed gekozen als hun ligging meestal, was, ook toen de Romeinsche bezetting was terugge roepen, en 't castrum zelf, of door belegering was vernield, of terwille zijner bouwmaterialen allengs was gesloopt door de omwonenden. Zóó ontstonden ddar dorps-plaatsen en bij enkele dezer misschien reeds steden, zelfs rijkssteden 1), alvorens nog het begrip stad hier gerijpt was. Doesburg, Domburg, Dorestate (Wijk bij-Duurstede), Maastricht, Nijmegen, Utrecht, VI aardingen, en wellicht meer plaatsen, dan waarvan -dit nu met eenige zekerheid is na te gaan, danken hieraan, 't zij direct, 't zij indirect haar ontstaan. 4o. Herhaalde overstroomingen zoo van de zee als van de rivieren, dwon gen onze voorouders om, 't zij tijde lijk, 't zij voor goed, zich te vestigen op hoogten door de natuur of door hen zeiven gevormd en opgeworpen, en die hoogten, veelal alleen eerst wijkplaatsen, eindigden reeds spoe dig met te worden vaste woonplaat sen, dorpen. Het meerend'eel der Friesche en Groninger dorpen zijn daardoor op wierden of terpen ont staan, waarvan enkele later steden werden, zooals Bolsward, Leeuwar den, enz. Bij Arnhem, Groningen, Hattem, Rhenen en Wagenwgen zorgde de at uur zelve voor eene vei lige woonplaats. 5o. Met de IXe eeuw komen de Noordmannen onder hun vikings on ze rivieren opzeilen of landen aan de zeekusten, niemand en niets ontzien de, alles plunderend en roovend, overal brandend en moordendvluch ten baatte niet tenzij in de moeras streken en die plandwaarts in. Toe- vluchts- en verdodigings-middelen, burchten zijn er nu allorwege noo- dig en worden er gebouwd, en om of bij die burchten vestigen zich nu de 1). Zie Mr. B. J. L. de Geer ,,De opkomst der steden in Nederland tot hot eindo der 13e eeuw" (Nieuwe Bij dragen voor Rechtsgeleerdheid en Wetenschap, dl. X jrg. 1884). naastbij wonend en .Zoo ontstaan er nieuwe bevolkings-centra, waarvan vele zich later tot steden ontwikkel den, zooalsAardenburg, Deventer, Leiden 1) Middelburg. Of onze duin dorpen Beverwijk, Katwijk, Naald wijk en Noordwij k in 't duin verscho len vlucht- of wijkplaatsen dier da gen beteekenen, durf ik niet beslis sen, maar zeker is het, dat vele dor pen toen reeds zijn omgracht en omwald, en met palissaden of door nen-hagen zijn omsloten. De aldus omsloten .verdedigbare woonplaats, bestond in dien zin reeds als stad, lang voor dat deze eene po er te of stad werd genoemd, en stedelijke rechten had verworven. 6o. In de grootste, dier dooi^boven- genoemde oorzaken ontstane bevol kings-centra, wier aantal toenam met de toename der bevolking, en naar mate landbouw, veeteelt, jacht en vischvangst, oorspronkelijk vrijwel de eenigste bestaansmiddelen, onvol- doende begonnen te worden, vestig den nu, zoo mogelijk, een Bonifa- cius, een Lebuinus .een Ludger, een Odulphus, een Willebrordus e.a. hun eerste Christen-kerkjes, hun kleine houten bede-huizen, die, boe vaak eerst ook vernield of verbrand, steeds grooter werden herbouwd, en nu op hunne beunrt de oorzaak werden van een neerzetting van meer omwonen den, van de opkomst van menigdorp en van de ontwikkelig. den overgang van dat idorp tot stad. Onder den invloed der kerk vorm den zich tevens op tal dier plaatsen broederschappen, zijnde genootschap pen voor hulp en steun bij ongeval len, hij ziekte of dood, en diesamen- werking bleek zóó nuttig om ram pen te dragen en leed te verzachten, dat handel-drijvenden reeds spoedig bracht tot onderlinge aaneensluiting, tot het vormen en sluiten van bon den, gilden genaamd, die onder tal van vormen reeds bestonden en werkten, alvorens zij, 't zij dan als corporatiën erkend of niet, eerlang de krachtigste factor zouden zijn tot het tot stand komen van den overgang van het dorp tot stad. De burcht te Leiden is de éénigsto die nog is overgeblevenalle overige zijn of in bijna onkenbare ruïnes ver anderd, of reeds lang geheel gesloopt en vergraven, en het terrein waarop zij stonden, is nu met huizen bezet of weiland. De man, die de Russische vloot vernielde. Een maand is thans voorbijgegaan sinds liet Russische Oostzee-eskader van de oppervlakte der wateren ver dween, in minder dan veertig minu ten volgens den Japanschen admiraal Togo, was het lot van den zeeslag beslist. Wat was toch wel de oorzaak van een zoo groote en schier blik semsnel voltrokken ramp, eenig in de maritieme annalen? üp het eerste oogenblik kwam liet der gansche wereld voor, dat alleen de torpedo in staat was dergelijk vernielingswerk te verrichten. Mc-n kon niet gelooven dat het eenvoudig bommen mogelijk was pantserschepen van 13000 a 14000 ton in den grond te boren als waren het kinderscheepjes. Thans echter weet men, dat de Japanners hun groot succes voor een groot deel danken aan het Shimonosérkruit. Shimono- sé, dien naam, behoorendo aan dr. Gion Shimonosé, nog niet lang gele den vrijwel onbekend spreken alle Japanners thans met geestdrift uit. Gion Shimonosé is geboren uit een arm gezin in de provincie Hiroshima en thans 47 jaar oud. In zijn jonge lingsjaren was er nog geen geregelde paketbootendienst, om de verschillen de punten der eilanden met elkander te verbinden. Evenwel gehoorzamend aan zijn drang tot weten, aarzelde Shimonosé niet naar de hoofdstad te vertrekken en te voet 780 kilometer af te leggen, welke Hiroshima van Tokio scheiden. Zijn wetenschappelijke bagage was reeds zoo goed voorzien, om terstond na aankomst een vrij moeilijk examen te doorstaan, en eenige maanden la ter word zijn naam ingeschreven aan de keizerlijke Academie. Maar de arme Shimonosé had zoo groot geld gebrek, dat hij van zijn kameraden de voor zijn studiën onmisbare wer ken moest leen en, en dat hij gansche nachten doorbracht met ze ie copiee- ren, ten einde ze op tijd aan hun eigenaars te kunnen teruggeven. Zijn ellende werd zelfs van dien aard, dat hij zich verplicht zag, in een zeer ofi- dergeschïkte betrekking in dienst van een drukkerij te treden. De man, die thans in Japan den roem van Oyama en Togo deelt, getroostte zich het eenvoudigste werk, voor bet loon van f 6.25 per week. Hij zette zich evenwél met energie aan den arbeid en werd in zijn nieuw vak zoo bekwaam, dat hij, na een reeks van proeven, onder zeer gun stige condities aan de keizerlijke drukkerij van Tokio werd aangesteld. Het was toen, dat bij zijn scherpzin nigheid op het doen van uitvindin gen richtte. Na tal van proefnemin gen slaagde hij erin een geheel bij zondere inkt te vervaardigen, welke thans in geheel Japan wordt gebruikt voor de vervaardiging der bankbiljet ten en die het namaken en verval- schen daarvan naar bet rijk der on mogelijkheden verwees. Terzelfder tijd brachten de betrek kingen, welke hij had met officieren van leger en vloot, hem op het denk beeld. de ontploffingsmiddelen, bij de groote mogendheden in gebruik, te bestudeeren. Weldra had hij ingezien, dat alle soorten van rookvrij kruit groote ge breken hadden. Voornamelijk het door Japan gebezigde kruit werd zeer gevaarlijk en buitengewoon weinig handelbaar, wanneer het te droog was. Daarentegen maakte een te groote vochtigheid het absoluut on bruikbaar. Het Japansche gouvernement was zeer weinig voldaan over dit ontplof fingsmiddel, en had een onderzoek geopend van het fransche „meliniet" het Engelsche „cordiet", het Duit- sche „lopliet", het Amerikaansche „moshliet". Doctor Shimonosé be sloot daarom al zijn streven te rich ten op de ontdekking van een nieuw kruit, het volmaaktste, dat denkbaar was. Na met taaie volharding elf jaren te hebben gezocht en gewerkt is het hem eindelijk gelukt. In den loop van zijn proefnemingen, liep hij meermalen gevaar, het leven te ver hezen. Een ontploffing maakte hem bijna blind. Zijn handen werden deerlijk gebrand, maar niets kon hem afbrengen van zijn doel, en toen hij eindelijk het kruit had gevonden, nu in de gansche wereld bekend als 't Shimonosé-kruit, bood hij 't beschei denlij k der Regeering aan. 't Is liet machtigste ontploffings middel, dat bestaat. De Japansche marine nam op zekeren dag er de volgende proeve medemen stapelde ter hoogte van 7 meter ontzaglijke eiken balken op elkander, zoodat het geheel een massieven toren vormde van drie meter op elke zijde. Een marine-kanon van 15 c.M. wierp er een met Shimonosé-kruit geladen bom op en de uilw&iMtig was ontzettend. Niet slechts werd de toren omvergeworpen, maar de eiken balken waren letterlijk verbrijzeld, tot splinters, tot stukjes als halmpjes stroo. Hierdoor laat zich gereedelijk verklaren ,dat bij den zeeslag van Tsoeshima de Japansche, met Shimo nosé-kruit gevulde bommen, in ere Russische pantserschepen uiteen- springend, aan alle kanten openin- gen maakten, waardoor de golven binnendrongen. De moorddadige werking van het Shimonosé-kruit is voor het eerst ge bleken op de bemanning van den Varyag, in de haai van Tsemoelpo. Dr. Wada, de voornaamste genees heer der Japansche marine, die toen zijn zorgen aan een 24-tal Russische gewonden besteedde, rapporteerde zeer curieuse waarnemingen. De ge wonden waren letterlijk overdekt met wonden van granaatsplinters. Eén man had in zijn lichaam 120 stukken ijzer gekregen, waarvan enkele nau welijks het gewicht van een erwt haalden en andere niet grooter waren dan een speldenknop. Om een pro jectiel in zoo kleine deelen te verbrij zelen, is een ontploffingsmiddel noo- dig van buitengewone kracht. Dr. Shimonosé, ondervraagd over de vreeselijke vernielingen, aan boord der Russische pantsêrschepen teweeg gebracht, gaf de volgende verkla ring: ,,In de oude projectielen wa ren de fragmenten zeiven van het metalen omhulsel bestemd, om hinderpalen te vernielen. Het ont ploffingsmiddel had het eenige doel, liet projectiel te doen uiteenspringen en er de fragmeilien van te versprei den. Thans is het de taak van het ont ploffingsmiddel zelf te dooden en te vernielen en de functie van liet pro jectiel is eenvoudig het ontplof fings- middel ter plaatse te brengen, waar het zijn werking verrichten moet." Dr. Shimonosé brengt de eer van zijn vinding voor een groot gedeelte over op zijn echtgenoote. Zonder haar moed toch en zonder hanr zedelijken steun zou hij nooit een zoo langduii- gen, ondankbaren, teleurstellenden arbeid hebben volgehouden en zou hij dus ook in zijn streven niet zijn ge slaagd. DRAMA'S VAN DE ZEE. Een van de afschuwelijkste scheeps- drama's, welke in langen tijd zijn hekend geworden,, moet onlangs zijn voorgevallen aan boord van den schoener Olympia, welk vaartuig ge bezigd werd voor de uitoefening der kustvaart langs Honduras. Het ver haal dier tragedie werd gedaan door zekere juffrouw Morgan, een meisje van 20 jaar en de eenig overlevende van een gezelschap van 12 personen, dat werd omgebracht door een ne ger, die zich aan boord had verstopt Deze neger zekere Mc. Gill wel ke zich vóór het vertrek van het schip in het ruim had verborgen, kwam te voorschijn, toen het vaar tuig zich in volle zee bevond. Eerst vermoordde hij met een koevoet een paar niets kwaads vermoedende sche pelingen, die hij op het dek aantrof; daarop posteerde hij zich aan de ka juitstrap en maakte alarm. Iedereen die de trap op kwam werd door hem neergeschoten of doodgeslagen. Toen op het laatst niemand zich meer ver toonde, ging de man naar beneden en vermoordde daar drie vrouwen en een kind, die hij in de kooien aantrof. Slechts het twintigjarige meisje bleef gespaard. Hij beval haar, in de boot te gaan, maakte toen een lek, in den zijwand van den schoener en liet het schip zinken. Toen kwam hij in de boot. Vastbesloten zich tot het uiterste te verdedigen, greep juffrouw Morgan een roeispaan, maar de ne ger, wiens lankmoedigheid blijkbaar niet groot was, antwoordde met een revolverschot dat het slachtoffer aan -den arm trof. De jonge vrouw sprong overboord, maar ontving alras van den neger een slag op het hoofd met een roeispaan. Uitnemend zwemster als zij was, hield zij zich dood, doch wist ervoor zorg te dragen den neus boven water te houden, al scheen zij levenloos weg te -drijven. De neger roeide met de boot naar het vrij ver verwijderde strand, en ook juffr. Morgan, slaagde er in, den vasten wal te bereiken, echter niet dan na zich eerst bijna een half uur te hebben laten drijven zonder zich te durven verroeren. Toen zij bijna zonder een draad aan het lijf, uitge put, ziek en bijna krankzinnig van angst de kust had bereikt, verborg zij zich m een boschj-e, waar zij la ter, nog levend, werd gevonden. Maar nog voor de jonge vrouw ontdekt word waren reeds enkele lijken aan land gespoelden aan de kogelwon- den had men bemerkt, dat een vree selijke misdaad was gepleegd. Uit den mond van juffrouw Mor gan leerde men de oplossing van het raadsel. De neger, die vóór het ver laten van den schoener de lijken van alle slachtoffers geplunderd en daar na de kisten en koffers aan boord had doorzocht, had een 250 pd. st. bijeengestolen, en zich met zijn burl verborgen. Maar men was hem spoe dig op het spooren de man bevindt zich dan ook in hechtenis. Natuur lijk wilden de inwoners van Utilla, ter hoogte van welk plaatsje de tra gedie zich afspeeldde, den neger lynchen. De president der republiek Honduras, Bonilla, kwam echter tus- schenbeiden. Van een lynch-partij wilde hij niet weten. Wel gaf hij toezegging dat de neger te TJtilla in het openbaar zal worden doodge marteld. Een ander vreesetlij k zee-verlraal wordt gemeld uit San Francisco, waar een schip is aangekomen, dat ten zuiden van Kaap Hoorn in open zee een boot had opgepikt met den gezagvoerder en 10 man van de „Ag ues", welk vaartuig met een beman ning van 30 koppen en een lading steenkool .onderweg van Shields naar Valparaiso, in open zee was verbrand. De brand ontstond onder het groote luik, en onmiddellijk toen het onheil ontdekt was, werd hot luik geopend, en daalde de tweede officier met 6 man ïn het ruim af om een poging te doen, het vuur to blusschen. Maar de rook was beneden-deks zóo ver stikkend, dat de zeven blusschers flauw vielen en door de overige -man schappen slechts met groote moeite konden worden gered. Het luik werd daarop weer dicht gedaan, en men hoopte nu dat het vuur door gebrek aan luchttoevoer van zelf zou uit gaan. Doch deze hoop was ijdel. Na enkele dagen stond de stalen scheeps- wand aan bakboordzij rood gloeiend, en zélfs op het dek was het van de hitte en den rook bijna niet meer uit te houden. Zes dagen na het uitbre ken van den brand vond een gewel dige ontploffing plaats en werd het groote luik van de opening wegge slagen. Het was niet langer mogelijk, aan boord te blijven; en de beman ning verdeelde zich over drie sloepen welke aan het ten ondergang ge doemde schip werden vastgemaakt. Slechts vier man bleven aan boord van het brandende vaartuig om dit in de goede richting te sturen, maar lang konden zij het daar met uit houden en men zag zich genoodzaakt het schip te verlaten. Dit geschiedde den 23sten April. De Agues" stond nu aan alle zijden tot bijna aan den waterspiegel in brand. Boven liet schip verhief zich een hooge vuurzuil en aan de zijden stegen wolken stoom op, gevormd door de golven, welke tegen de rood gloeiende platen speelden. In de boot van den kapitein waren, buiten hemzelf nog tien man en een hond, de boot van den eersten officier bevatte 12 man, die van den tweeden officier 6. Op het oogenblik, dat die brandende „Agnes" werd achtergela- ten bevonden de booten zich c.a. 55 mijl van Kaap Hoorn. Ten slotte zou alles misschien nog goed zijn afge- loopen, indien de drie nolendopjes niet door een geweldigen sneeuw storm waren overvallen, die hen van elkaar verwijderde. Het was toen, dat de boot van den kapitein door het Amerikaansche schip „Aryon" werd gezien en opgenomen. Maar nauwe lijks waren de 11 mannen veilig aan boord, of de storm nam zoo zeer toe in felheid, dat de beide andere booten wel moeten zijn vergaan. SPOORWEGEN. In het Wirthschaftpolitisoher Archiv. welks uitgave door hét handelsminis terie te Weenen wordt bezorgd, is opgenomen een statistiek van het spoorwegnet der wereld, op het ein de van 1903, waaraan de volgende gegevens zijn ontleend onder opmer king, dat zij alleen de eigenlijke spoorwegen, niet ook de zoogenaam de „kleinbahnen" betreffen. Het spoorwegnet der aarde dan had op het einde van 1903 een omvang van 859.355 K.M. In 1903 werden 21.139 K.M. voor het eerst in gebruik genomen, ongeveer evenveel als in 1902, toen dit cijfer 21461 K.M. be droeg. De meeste spoorwegen heeft Amerika, n.l. 432.618 K M., daaronder de Ver. Staten van N.-Amerika 334.634 en overig N.-Amerika 31.751. K.M. Daarna volgt Europa met 300.429 K.M. Azië met 74.546 K.M-, Australië met 26.723 K.M., terwijl Afrika nog steeds achteraan komt met 25.039 K.M. In het tijdvak 1892—1903 werden in de Ver. Staten 30.058 K.M. spoorweg bijgebouwd, of 9.9 pet. van het be staande spoorwegnet. De volgorde der afzonderlijke lan den ten opzichte van de lengte hun ner spoorwegen heeft zich in 1903 niet gewijzigd. Na de Ver. Staten volgt Duitschland met 54.426 K.M-, dan Rusland met 53 258 K.M., Frankrijk met 45.226 K.M., Britsch-Indië mei 43.372 K.M., Oostenrijk-Hongarijemet 38.818 K.M. Groofc-Brittannië met 36.148 K.M., Canada met 30.696 K.M. De andere landen blijven alle bene den 20.000 K.M. Met betrekking tot de dichtheid van het spoorwegnet, uit gedrukt in verhouding tot de opper vlakte, staat Belgie met 23.1 K.M. spoorweg per 100 vierk. M. bovenaan. Dan volgt Saksen met 19.8. Canada met 13.7, het Rijksland met 13.1. Groot-Brittannië met 11.5 K.M. De Ver. Staten hebben 4-3 K.M. pea- 100 vierk. K.M. Het laagst zijn de cijfers voor Rusland 0.9 en Noorwegen 0.7 K.M. Neemt men de verhouding niet tot de oppervlakte, maar tot de be volking, dan wordt de volgorde gansch anders. Dan staat in Europa Zweden bovenaan met 24.1 K.M. spoorweg per 10.000 inwoners, waar na volgen Denemarken met 12.9, Zwitserland met 12.4 en Frankrijk met 11.5 K.M. Buiten Europa hebben zoo berekend de Australische kolo niën de hoogste cijfers, n.l. Queens land 97.1 K.M., Zuid-Auserane S4.3, West-Australië 83.8 en Tasmanië met 58 K.M. spoorweg per 10.000 inwo ners. In het bedoeld artikel wordt voorts een becijfering gemaakt van de bouw kosten van het spoorwegnet. Deze zijn met juistheid bekend, wat Euro pa betreft, voor 280.790 K.M. die in totaal kosten 82.254 millioen mark of per K.M. 292.938 mark; en voor de landen buiten Europa voor 471.643 K.M. die gekost hebben 70.372 mil lioen mark, of per K.M 149-206 mark. Worden deze gemiddelden op het ge- heele spoorwegnet toegepast, dan zou den gekost hebben do 300.429 K.M. spoorwegen in Europa 88.007 mil lioen mark, en de 558.926 K.M. spoor wegen buiten Europa 83.395 millioen mark, of het geheele spoorwegnet der aarde op het einde van 1903 een be drag van rond 171.5 milliarden mark. JAPANSCHE DINERS IN LONDEN. De laatste overwinning der Japan ners is de verovering der Londensche Society. Dezen winter is alleen de partij „smart' die op z'n Japansch is inge richt. Japansche gasten zijn onontbeerlijk; do Japansche jonggezellen in kon den klagen ,dat zij zoo dikwijls uit- genoodigd worden, dat zij nauwe lijks één avond in de maand voor hun club overhouden. De gastvrou wen redeneeren uren lang met hen over de nieuwste Japansche gerech ten. en bestudeeren de Japansche tafel-etikette. Iedere gast staat aap een afzonderlijke „ozen" of tafel. Een menu dat bijzonder in den smaak valt, bevatSimona soep van visch, vleesch en groentenSashimivisch die in lange stukken gesneden wordt en met groenten en Japansche saus wordt opgediendJakizakanage braden visch Oemanikippen of rundvleesch met groenSoenomono salade van visch en groentenKoe- chitorieen mengsel van gevogelte, eieren en groentenKanomono een soort groenteChawangekookte rijst; Ochathee, die gedurende den maaltijd en daarna, gediend, wordt. Elke gast is voorzien van papieren servetjes en eetstokjes. Messen zijn niet voorhanden. De Japansche di ners vallen zeer in den smaak, en de kunst met de eetstokjes om te gaan, wordt door steeds meer leden der Engelsche Society aangeleerd. EEN SPROOKJESPALEIS. Een Parijsch multi-millionair, de heer Dufayel, kocht een paar jaren geleden het paleis in de Champs Ely- sées van de hertogin d'Uzès. Tot al- gemeene verbazing liet hij het in em pire stijl prachtig gebouwde en inge richte gebouw tot den grond toe afbre ken en in plaats daarvan een geheel nieuw paleis bouwen. Als reden gaf hij op, dat hij niets aristocratisch om zich heen dulden kon en niet in een huis wilde wonen, dat door een hertog was gebouwd. Nauwelijks waren - de badauds daarover uitge- praat, of de excentrieke Dufayel gaf hun nieuwe stof tot verbazing. In het nieuwe paleis heeft de man een enorme eetzaal laten bouwen, waar op tal van fraaie corridors en con versatiekamers uitloopen. De lokali teit wordt afgesloten door twee groo te schuifdeuren, die den vorm heb ben van geweldige spiegels en den glans der tafel in een zee van licht terugkaatsen, is de maaltijd afge- loopen, dan verdwijnen de deuren en kunnen de gasten zich vrij in de wandelgangen en zijzalen bewegen. Inmiddels stijgt, als in een sprookje, een volledig ingericht en prachtig uitgerust tooneel omhoog, en in een oogwenk is de eetzaal in een theater veranderd. Na afloop van de voor stelling verdwijnt het tooneel even vlug als het gekomen is, de deuren gaan dicht, en men ziet de eetzaal weer gereed, om de gasten aan het souper te ontvongen.. 7600 METER HOOG IN EEN LUCHT BALLON. Een interessante hoogte-record- vaart heeft voor eenige dagen dokter Anton Schlein, van liet meteorolo gisch eentr.-instituut te Weenen, in den ballon Jupiter van de Weensche Aeroclubs uitgevoerd. De vaart werd ondernomen met een wetenschappelijk doelom de meteorologische verhou dingen in de bovenste luchtlagen waar te nemen. Dr. Schlein, die bekend is als een koen luchtschipper, overtrof dezen keer alle opstijgingen, daar hij, ge heel alleen, de enorme hoogte van 7600 Meter bereikte. De Oostemrijksche natuur-onderzoe- ker heeft daarmede een doel bereikt, dat onder deze omstandigheden in een met luchtgas, niet met waterstof gas gevulden ballon van slechts 1200 kub. meter inhoud, nooit of nergens is bereikt. De grootste hoogte, die hij op den barometer kon aflezen, was 7480 Meter, de laagste temperatüur- aflezing was 15 graden Celsius. In Weenen was de gelijktijdige tem poratuur plm. 28 graden C. Van dat oogenblik werd ziin toestand vrij slecht door gebrek aan zuurstof. Het maximum der hoogte is door een zelf- registreerenden barograaf geconsta teerd en deze wijst 7600 Meter aan. De duur van het oponthoud boven 7000 Meter bedroeg 20 minuten, de duur van den val naar de aarde uit een hoogte van 7500 Meter was 22 mi nuten. Dat is een gemiddelde snelheid van 5.7 Meter per seconde. Er zijn natuurlijk wefl ballons op gelaten enkel instrumenten bevatten de, die zelf registreerden. Juist te controleeren zijn ze niet, maar er zijn er twee, die een hoogte-cijfer van 24970 en 19750 Meter aanwijzenze zijn in September te Straatsburg en Pawlosk opgelaten. Meestij ds gin gen de proefballons niet boven 10000 15000 Meter. De juistheid dezer cijfers is natuurlijk niet te controleeren, om dat slechts de instrumentön liet aan wijzen en deze zijn gewoonlijk goed voor gewone hoogten, maar voor de grootste hoogten nauwelijks vertrouw baar of tenminste niet controleerbaar. DE DAKEN IN NEW-YORK. In New-Yorlc gaat men hoe langer zoo meer profijt trekken van de da ken der huizen. Het zal zoowat 12 jaren geleden zijn, dat op een van de schouwburgen in Broadway een daktuin werd geopend, waar men 's avonds voor luttelen prijs kon ge nieten van frissche lucht, verver- schingeu en muziek. Toen het onge wone hiervan was afgeraakt, kreeg men heele specialiteits-voorstellingen op de daken. Een pur-sang New-Yorker kan zich nu niet meer voorstellen, dat hij niet 's zomersavonds ergens op een dak zou zitten profiteeren van de heldere sterrenluchtdat is voor hem even gewoon geworden, als voor ons 't zitje op de straat vóór 'n café. En langs 'n krakentrapje behoeft hij niet meer naar hoven te klimmen, de lifl breugt er hem met bijna duize lingwekkende snelheid. Toen de schouwburg-daktuin het hoogtepunt van populariteit bereikt had, werd een nieuw clubhuis ge bouwd voor de ..Métropolitan Club" waarvan de leden alle millionnairs zijn. Ook hier werd het dak inge richt tot een prachtigen tuin. Ander® clubs volgden het voorbeeld. Van de schouwburgen en clubs trok het idee verdler naar de hotels. Deze tuinen worden met behulp van tuin architecten prachtig mooi aangelegd en afdakjes en prieeltjes beschutten de bezoekers voor den regen. De daken der ziekenhuizen worden ingericht tot lighallen voor de pa- tiénten, op de daken der scholen zijn de speelplaatse en de sportvel den der leerlingen. De daken der kerken worden ingericht tot kinder tuinen, waar de kleintjes onder de hoede van Fröbel-juff rouwen planten en poten naar hartelust. Er zijn ver schillende magazijnen, waar de da ken zijn ingericht tot speelplaatsen en terwijl de moeders haar inkoopen doen, mogen de kinderen er spelen. In de dichtbevolkte armoedige wij ken ziet men over dag het wasch- goed op de daken te drogen hangen en 's nachts slapen de menschen er bij tientallen. En de vrome joden ko men er tijdens het Loofhuttenfeest, het aloude voorschrift na en bouwen er de Loofhut, waarin ze acht dagen lang wonen om den tocht te herden ken van de kinderen Israels door de woestijn. De daktuin is, het spreekt van zelf een zomerinstelling. Hij wordt in ge bruik genomen hij de intrede van het zomerseizoen en verdwijnt met den herfst voor een tijd. De New. Yorker beeft met den kalender mee. Op den bepaalden, tot gewoonte ge worden datum, verlaat hij" de stad en op een bepaalden datum keert hij er weer terug. Niet voor den lsten Juni worden de daktuinen in gebruik ge nomen en geen New-Yorker" zou het zichzelf vergeven, als hij er na den 15den September, den dag, ""clat hij zijn strooien hoed opbergt, nog werd gezien. Waarschijnlijk zal het niet lang meer duren en glazen beschuttingen maken de daken te New-York ook des winters bewoonbaar. PERZISCHE OPGRAVINGEN. In het Louvre te Parijs wordt; een zaal ingericht voor de vondsten bij de jongste Perzische opgravingen door de Morgan-expeditie. Toen Frankrijk toestemming kreeg, in Perzië opgravingen te doen, werd •J. de Morgan, die zich vroeged in Europa onderscheiden^had en juist een driejarige reis door Perzië ge ëindigd had, tot chef dezer expeditie benoemd. Het hoofddoel van den tocht was Susa, de oude hoofdstad van het rijk Elam, waar Dieulafoy vroeger reeds stukken had gevonden, die nu in het Louvre bewaard wor den en voor de periode na Cyrus van zeer groot belang zijn. De Morgan zette de opgravingen echter dieper voort en vond in den grooten graf heuvel bij Susa twee lagen, een van i jongeren datum, die den tijd der Achaemenietden, Seleucieden, Par then, Sassanieden en Arabieren om vat, en een, waarin zich do over- I blijfselen der Elamietische stad be- j vinden. Het rijk Elam heeft, zooals uit de nu ontdekte inschriften en monumen ten blijkt, reeds 40 eeuwen voor I Christus in Azië een belangrijke rol j gespeeld. Het was in verschillende j leenstaten verdeeld en had een re geering, in wie opzichten overeen- I stemmend met die van het westen tijdens de middeleeuwen. Het volk was blijkbaar niet van Semietischen oorsprong en stond reeds op een hooge tra.p van ontwik keling, toen de Semietisch-Chald- eeuwsche beschaving er begon door te dringen. Ook op het gebied der zoölogie, pa- laeontologie, geologie, petrografio en geografie heeft de Morgan, die in genieur is en door een staf van be kwam© medewerkers ter zijde werd gestaan, belangrijke vondsten gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 8