NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Redactie en Administra,ie: Groote Honbto«at 55-
1
23e Jaargang. No. 6810
TsrseSïJJna degs^ka, isefoalvs ©r? 2c®= ea PssafcficsecB.
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1905 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTENT IN:
f3« DRaa «SAKBENi jrl^. Trjr 7? Van 1—5 '.egels 50 ets.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
vZ ÏTdor^en'ln' tal 'oM wakr eetl Agent gevestigd Is (kom der" 1 >7® re«els /°f regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
gemeente) 1.30 y Croote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Franco per post door Nederland* 1.65 iME Kleine advertentihn 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
de omstreken en franco per post 0.45 Üai!tere©mmflnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM, Drukkerij! Zuider Buiteuspaarue 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertenüën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiSn
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31biFaubourg Montmartre
Binnenland
DE MINISTER VAN MARINE.
In de 9e afl. van de ,-MU. Gids"
wijdt de vaste medewerker J. P. van
Rossum eenigie bladzijden aan dan
nieuw opgetreden minister van
Marine.
Erg ingenomen is de schrijver niet
met deze keuze. „Verrast werden we"
zoo luidt liet, „maar niet aangenaam
verrast" door de keuze van den ka
pitein ter zee W. J. CoTïen Stuart,
wijl deze zich veelal deed kennen, in
woord en geschrift, als een heslist te
genstander onzer denkbeelden omtrent
bestuur en organisatie onzer zee
macht.
En verder
„Hij toonde zich steeds voorstander
van eene tot het uiterste gedreven
centralisatie dat is van de almacht
der bureaucratie met liaar nasleep
van papier en inktals echt bureau
man gevoelde hij bitter weinig voor
zelfstandigheid. In dit systeem moe
ten initiatief, ijver, zelfvertrouwen
en een juist besef van plicht bij het
personeel der vloot noodzakelijk ver
loren gaan. Wij achten het dan ook
een verderfelijk systeem en in liooge
mate ongesclükt voor de vorming van
een krachtige weermacht, terwijl het
zeer omslachtig en kostbaar is; dit
laatste rechtstreeks, en wat erger is.
bovenal in de gevolgen.
Gewezen wordt op de uitingen van
den nieuwen marine-minister in de
vergadering der Marine-vereeniging
van den 4en Maart 1904, waar eenige
maatregelen werden aanbevolen ter
versterking onzer weermacht ter zee
in O.-Indië. Maatregelen, die zeer
■veel geld zouden kosten en eene aan
zienlijke verhooging van het jaar-
lijksch marine-budget zouden eischen.
Dit strookt slecht met zijn zitting
nemen in een kabinet, dat verminde
ring van uitgaven voor militaire
doeleinden in zijn vaandel moet voe
ren.
„Heeft de heer Cohen Stuart",
vraagt de schrijver, „nu reeds zijn
plunje van 1904 om van de oudere
niet te spreken naar den uitdrager
gebracht? Zoo ja, dan is die plunje
toch al bijster snel versleten. Zeker
van zeer slechte kwaliteit geweest?"
Al dwingt de eisch vermindering
van militaire uitgaven, den minister
ook tot afscheid nemen van zijn
kostbare plannen, om tot verhooging
der weerkracht te geraken, toch is dia
weerkrachtverhooging wel te verkrij
gen, mits slechts het oog wordt ge
vestigd op twaalf door schrijver ge
noemde punten.
Verder hoopt de schrijver, dat de
In zijn rang nog zoo jonge kapitein
ter zee Cohen Stuart, teneinde zijn
positie tegenover oudere en hoogere
officieren bij de zeemacht te verster
ken, ontslag uit den militairen dienst
zal nemen, zooals ook de heeren De
Roo van Alderwerelt en Idenburg
vóór hem hebben gedaan.
En de heer v. Rossum besluit:
„Ofschoon wij bezwaarlijk groote
verwachtingen kunnen hebben van
dezen minister van Marine, op grond
van diens verleden, zoo kunnen wij
toch hopen, dat zijne bekende arbeid
zaamheid hem gelegenheid zal geven
belangrijke diensten aan den lande
te bewijzen, door het bestuur in an
dere richting te leiden en eene betere
organisatie van materieel en perso
neel der zeemacht voor te bereiden.
Te onderstellen dat hij zelf de reor-
ganisator onzer zeemacht zal worden,
j ware te stout. Hiertoe worden eigen-
i schappen vereischt, waarover deze
1 minister niet beschikt. Gewend om
alle aandacht op de hoornen geves-
I tigd te houden, kan niet verwacht
worden, dat de heer Cohen Stuart
voortaan het bosch zal overzien."
GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE
KAPPEN.
Bij het Koninklijk bezoek aan Vlis-
singen is iets gebeurd, dat ons in
strijd schijnt te zijn mot de gebruike-
lijke persusances, schrijft de „Teile--
graaf".
I Op het programma van het Konink
lijk bezoek stond onder meer een tocht
op de „Utrecht" naar den Hoek van
Holland.
I Alle bladen van eenige importantie
hadden zooals immer, wanne er ganseh
Nederland uit z'id courant verwacht te
kunnen lezen, hoe 't onze Koningin
op reds gaat hun verslaggever' ter
plaatse.
i Van twee onzer dagbladen bleek toen
op het nippertje, dat verslaggevers de
reis per „Utrecht" naar den Hoek van
Holland Iconden medennaken. Aan de
andere heeren was zulks ontzegd.
1 Nu is 't verre van ons, de meening
te koesderen, dat aan alle bladen dc-
i zelfde faciliteiten behooren te worden
1 verstrekt in 't dageiijksch persbedrijf.
Ware dit zoo, bet lezen van bladen
zou ten slotte ongenietbaar worden,
wa.t inhoudsstof betreft. Wijl de eene
courant dusdoende een getrouwe co-
pie zou zijn van de andere; behoudens
natuurlijk de meerdere of mindere
mate -van leesbaarheid een eigen
schap, die gelukkig niet voor geld of
door een grooter aan'tal medewerkers
kan worde n verkregen.
'I Weet een verslaggever, met of zon
der ruggesteun van zijn directie, zich
meester te maken van eenige weten
schap, aan collega's-concurrenten niet
of pas later bekend, dan zijn wij de
eersten, zijn werken als „knap" te be-
titelen en brongen hem gaarne onze
hulde.
Ten eerste wijl hij daardoor heeft
getoond, 'n goed dienaar te zijn van
zijn blad. Ten tweede, omdat zijn daad
tevens een. zij 't ook onbedoeld, lesje
in activiteit is voor collega's met min
der „flair".
i' Hier echter, in 't boven aangehaalde
geval, stond de zaak gansch anders.
Een van Hr. Ms. oorlogsschepen
'n deel dus van Neërland's bodem,
zoowel hier als in het buit onland
zou de eer genieten ons aller Konin
gin te herbergen op een tocht, door
territoriale dus Nederlandsche
wateren.
Alle Nederlanders, onverschillig
I welk orgaan ze lezen, verwachten met
evenveel ongeduld het wedervaren van
de vorstelijke personen aan boord.
Daarop hebben ze recht,
i Op drie wijzen kan dit mogelijk
zijn.
le. door den verslaggevers toe te
staan, de reis mede te maken
2e. door den verslaggevers langs of-
ficiëelen weg medefdeel.ingen te ver
strekken
3e. door slechts eenige verslaggevers
toe te laten, met de bedoeling, aan
andere bladen, die zulks verlangen,
het wetenswaardige mede te deelen.
Dit derde geval moet dan natuurlijk
der pers bekend zijn.
Gebeurd is echter zulks niet.
Toen het bezoek van onze Vorstin
om zoo te zeggen reeds was aange-
vangen, werd pas bekend, dat slechts
twee journalisten aan boord werden
toegelaten, te laat dus om té kunnen
protesteeren.
Voor ons is 't geen tegenslag ge
weest, want er leiden meer wegen
naar Rome, in dit geval naar de
„Utrecht". En de „Telegraaf"-verslag
gever had evengoed de reis naar den
Hoek medegemaakt, n'en déplaise den
commandant van de „Utrecht". Maar
.het gold hier niet een ander met
eeradg nieuws vóór te zijn. Nogmaals
Neërland's Koningin zou op één van
Neërland's oorlogsschepen in Neêr-
land's wateren reizen. Een zoo offici-
;eel mogelijke geschiedenis dns. En bij
J dusdanige gelegenheid komt geen
voorkeur van den een boven den an-
j der te pas.
Dat is de zaak, waartelgen dient ge
protesteerd, merkt het blad zeer te
recht op.
ATJEH.
Blijkens een bij het departement van
koloniën ontvangen telegram van den
I gouverneur van Atjeh en Onderhoo-
righeden, zijn bij nachtelijke aanval
len in dè Gajoe Loens op de bivouaks
Penampakam en Baser, zoomede in
twee daarop gevolgde patrouillege
vechten gesneuveld 2 Europeesche
sergeanten, 5 inlandsche fuseliers en
2 dwangarbeiders, terwijl gewond
werden twee luitenants, 14 inlandsche
fuseliers en 2 dwangarbeiders en één
geweer, model '95. verloren ging.
j De vijand liet 41 dooden, 1 achter
lader, 12 voorladers en revolver lig
gen.
De correspondent der „Teil." te Ko-
'taradj a seint
j „In de Gajoe-Janden is zwaar ge-
wond de luitenant J. H. W. Sikman
en werd onbeduidend gewond luite-
mant "VV. van Holst Pelïekaan."
wel een kwartier duurde, terwijl vier
burgers er naar stonden te kijken,
zonder een oogenhlik er aan te den
ken den agent hulp te verleenen, hoe
wel hij er om verzocht. Ten laatste
gelukte het den onbekende, boven op
den op den grond liggenden agent
majoor Hartman te komen en hem
met zijn sabel, die tijdens de worste
ling gevallen was, een slag in het
aangezicht te geven. Toen wierp hij
de sabel weg en zette het op een loo-
pen.
Een heer, die op de juist paseeeren-
de proefrit-rijdende electrische tram
stond, zag uit de verte de worsteling,
sprong van de traan, liep naar den
politiepost aan de Veerkade en gaf
daar kennis van het gebeurde. Twee
agenten van politie zetten nu den
vluchteling na. Een hunner, de agent
C. van Asperen, vied daarbij en kneus
de zich zoodanig, dat hij buiten dienst
is gesteld moeten worden. Eindelijk
werd de vluchteling op het Willems-
plein gegrepen.
In den loop van den dag is thans
gebleken, diat het. zink, ongeveer 30
kilogram, is gestolen van de lading
van het inmiddels van de Westerkade
aldaar vertrokken vaartuig „Soili Deo"
waarop de broeder van den aange
houdene schipper is. De aangehoude
ne W. v. d. H. is op het politiebu
reau in de Witte de Withstraat opge
sloten.
HET UITMOORDEN DER
ZUIDERZEE.
De commissie op het eiland Marken,
van welke in het laatst van het vorig
jaar d!e actie tegen het vlsschen met
den moordkuil uitging, met het gevolg
dat aan H. M. de Koningin in Fe
bruari van dit jaar een adres tegen
1 den moordkuil werd aangeboden met
bijna 2000 handteekeningen, meest
van visschers, uit 16 plaatsen aan de
Zuiderzee gelegen, heeft zich in haar
jongste vergadering permanent ver
klaard onder den naam „Commissie
tot }>estrijding van het uitmoorden der
Zuiderzee".
i Tevens werd besloten zich met een
adres te wenden tot den minister van
[Waterstaat, ten einde dezen bewinds-
man te wijzen op het adres der 2000
1 en te verzoeken dat de minister zijne
aandacht aan deze zaak moge wij
den.
Te gelegener tijd hoopt de commis-
'sie zich tot de Tweede Kamer te wen-
j den om ook bij haar de belangen der
visschers te bepleiten,
i Voorzitter en secretaris der commis
sie is de heer J. J. H. Klomp tö Mar
ken.
LANDVERHUIZERS.
Men meldt uit Nieuwendijk
Binnen den tijd' van twee jaar zijn
niet minder dan 9 gezinnen, circa 60
personen tellende, van hier naar Ame
rika (Mich.) vertrokken. Thans is hier
iemand aangekomen, die ruim 22 jaar
geleden als gewoon werkman erheen
ging, en nu als zeer welgesteld bur
ger is teruggekeerd. Hij denkt een
week of zes in Holland te vertoeven.
De lust om te emigreoren is hier
nu bij vernieuwing ontwaakt, temeer
daar uit mondelinge mededeeüngen
blijkt, dat al de vertrokken gezinnen
het daar ginds uitstekend stellen.
Reeds nu zijn enkeld gezinnen beslo
ten te gaan en zoo mogelijk met den
Amerikaan mede te reizen.
5®. Heeft voor gemeenterekening
reeds een taxatie van de te onteige
nen gronden plaats gehad en zoo ja,
komt die taxatie met den op de be-
groottng daarvoor uitgetrokken post
overeen, en waar en wanneer ligt die
taxatie, met al wat daarbij" behoort,
voor ons ter inzage
6e. Is door B. en W. reedg gebruik
gemaakt van hun bevoegdheid om
grond aan te koopen? Zoo neen,
waarom niet? Zoo ja, welke gronden
zijn aangekocht, en tegen welken
prijs en conditiën?
7e. In welk stadium verkeert de
geldleening
8e. Voor hoe lang en onder welke
voorwaarden doen de H. IJ. S. M. en
de firma william Pont hun bod ge
stand in zake het huren van grond of
water in de nieuw aan te leggen zee
haven, en waar en wanneer zijn die
schriftelijke aanbiedingen enz.
voor ons ter inzage
9e. Zijn bij B. en W. reeds andere
dan bovengenoemde aanbiedingen
voor dezelfde perceelen ingekomen,
en zoo ja, waar en wanneer zijn die
strekBng?
10e. Zijn bij B. en W. reeds aanbie
dingen ingekomen voor den nieuw
aan te winnen grond fn' cTé Voorzaan,
en zoo ja, war en wanneer zijn die
schriftelijke aanbiedingen enz.
voor ons ter inzage?
lie. Zijn van B. en W. binnen 1
jaar nog plannen te verwachten, die,
wanneer ze door den Raad worden
aangenomen, beduidende financieels
offers van de gemeente zullen vra
gen, en zoo ja. zijn B. en W. bereid
die plannen bij name te noemen
De voorzitter zeide, dat hij, we
gens onvoltalligheid van het Dage
iijksch Bestuur, niet namens dit col
lege kon antwoorden en dat hij mits
dien gebruik zou maken van den hem
bij de wet toegestanen termijn, om
in eene volgende zitting van ant
woord te dienen.
venherdacht de groote militaire re
vue op de heide bij Renkum. do ver
tegenwoordiging van de Koningin op
zendingen buitenslands, terwijl ten
slotte verscheidene bladen in beslag
j genomen worden door de namen der
vele vereenigingen, enz., waarvan ge-
Q££gal Kool lid of eere-lid is.
I Een stamboom der familie Kool met
de wapens, bijzonder smaakvol door
do vaardige hand van den heer Eck
stein geteekend, sluit de unieke ver
zameling.
De ambtenaren van het topografisch
bureau in liet bijzonder betuigden in
een afzonderlijke opdracht den jubi
laris hun groote vereering.
Koloniën
Leger en Vloot
EENE MOEILIJKE ARRESTATIE.
Omstreeks een half urn- na midder
nacht kwam de agent-majoor \Y. Hall
man in de Westerstraat te Rotter
dam een man tegen, die een gevul-
den zak droeg.
Toen Hartman hem aansprak, gaf
de man te kennen, dat de zak zink
bevatte, hetwelk bij een schipper in
do Spoorweghaven moest gebracht
worden. Gelast om den agent te vol
gen. wierp de onbekende den zak me t
zink weg en wilde vluchten. Hij werd
evenwel door Hartman gegrepen,
'waarop een worsteling ontstond.
DE ZAANDAMSCHE
HAVENQUAESTIE.
In de Dinsdagavond gehouden ge
meenteraadszitting richtte de heer
Do Vries de volgende vragen tot B.
en W. waaruit wel blijkt, hoezeer de
toestand aldaar gespannen is en
hoeveel wantrouwen er in de haven
kwestie bestaat
le. Is van het aangenomen plan
B een begrooting en teekeuing voor
de nieuwe Raadsleden verkrijgbaar
en zoo neen, waar en wanneer lig
gen ze dan voor hen ter inzage
2e. Is de coupure in de nieuwe
spoorbaan reeds ten finale met de
II. IJ. S. M. geregeld, en zoo ja, op
welke voorwaarden, en waar en
wanneer ligt die schriftelifke
overeenkomst en de eventueel daar
over- gevoerde correspondentie voor
die Raadsleden, die zulks verkiezen,
ter inzage
3e. Op welke wijze en onder welke
voorwaarden is de doorgang door de
oude spoorbaan geregeld "en waar
en wanneer ligt de schriftel ij ke
overeenkomst en de eventueel daar
over gevoerde correspondentie voor
ons ter inzage?
-te. Heeft de gemeente reeds een
overeenkomst gesloten met het pol
derbestuur over de te onteigenen
gronden ten westen van de nieuwe,
spoorbrug? Zoo neen, waarom niet?
Zoo ja, waar en wanneer liggen die
schrift eiiq k e overeenkomst enz.
voor ons ter inzage
GENERAAL KOOL GEHULDIGD.
Edno bijzondere hulde is_ den luite
nant-generaal. A. Kool, chef van den
Generalen Staf, gebracht bij gelegen
heid van het zeldzame feit, dat hij zijn
gouden feest als militair vierde.
De officieren van den generalen. staf
en de ambtenaren van liet topogra
fisch bureau boden hem in een sier
lijk gebeeldhouwd eikenhouten kistje,
waarop onder een gouden lauwertak
de jaartallen 1855 en 1905 zijn aange
bracht, een typische verzameling van
etui kleine zestig bladen aan, waarop
de belangrijkste feiten en. data uil de
militaire loopbaan van generaal Kool
door een ambtenaar van het topogra
fisch bureau zijn gecalligrafeerd. De
directeur van dat bureau, de lieer C.
A. Eckstein, verluchtte elk der bladen
met. zeer artistiek ontworpen, toepas
selijke, potloodteekeningen, terwijl de
directeur van hei krijgskundig archief
kolonel F. de Bas. ilen tekst ver
zorgde.
Na de bijzonder mooie opdracht in
de bladen, met de' namen der deelne
mende officieren, volgen zij in beeld
de militaire carrière van generaal
Kool, die in 1855 cadet werd en ach
tereenvolgens diende bij het 3de regi
ment vesting-artillerie, bij de rijdende
artillerie en daarna bij den staf, waar
van hij nu reeds 11 jaar chef is. In
herinnering wordt gebracht de parle
mentaire werkzaamheid van den jubi
laris, eerst als lid der Tweede Kamer
voor Arnhem van 1S79 tot 1883 (en la
ter als minister van oorloggeboek
staafd wordt liet militair onderricht,
door generaal Kool aan II. M. gege-
VOLTREKKING VAN EEN
DOODVONNIS.
Hiervan geeft het blad „Middeai-
Java" als volgt verslag:
Zaterdagmorgen (5 Augustus) is het
doodvonnis van de moordenaar-roo-
J vers Iromedjo en Djodikromo nabij
i die desa Gesiekan, in Djokdja. vol-
trokken.
I Reeds om 5 uur kwamen van alle
kanten de inlanders toestroomdn naar
(de plek, waai' de misdadigers hun
straf moesten ondergaan. Omstreeks
- liailf zeven waren er vele duizenden
en nog steeds stroomde meer volk
toe.
De plaats voor het schavot was zeer
goed gekozen op een ©'enigszins vc-rhe-
.vem stuk grond, aan do eene zijde be-
[grensd door de kali Beclok en aam de
andere door een waterleiding, in
landers bleven achter de kali of de
leiding staan.
Tegenover het schot, waarboven de
balk met twee stroppen, stond een
tent, met- groen versierd, terwijl aan
den ingang een tapijt lag. In die tent
j stonden behalve een tafel, ook eenige
stoelen voor de Europeesche en inland
sche autoriteiten. Waarom die tent
niet groen was versierd, werd door ve
len niet begrepen, en door sommigen
afgekeurd, wijl de treurige gebeurte
nis zelfs niet den schijn van een feest
mocht wekken.
Te 6.50 kwamen de ter dood veroor-
deelden Iromedjo en Djodikromo, ver
gezeld van den schout en een paar
politieoppassers, in een gesloten rij
tuig op de executieplaats aan. beiden
een sigaar rookende, zij werden voor
de tent geplaatst, waar hun de ijzeren
handboeien werden afgenomen en hun
handen met touwen werden gebon
den.
I Daar de assistent-resident van Ma-
taram nog niet aanwezig was, enDjo-
t dikromo blijkbaar zeer zenuwachtig
.was, werd aam ieder een stoel gege
ven. Aan de veroordeelden werden
door de inlandsche autoriteiten enke
le vragen gedaan, waarop vooral Iro
medjo. die niet de minsie zenuwach
tigheid toomde, en het zelfs heel pret
tig scheen te vinnen, dat hij op het
laatst van zijn leven nog eens op een
stoel mocht zitten tegenover zijn hoof
den, vlot antwoordde. Beiden ver
klaarden echter nogmaals, dat zij on
schuldig waren. Djodikromo vroeg
nogmaals, dat zijn lijk aan zijn fa
milieleden zou worden gegeven, het
geen beloofd werd.
Daar hij zeer onder den indruk was
van de doodstraf, die aan licrn vol
trokken zou worden, werd hom eau
de cologne aangeboden, waardoor hij
werd opgefrischt
I Toen vroeg hij weer te mogen roo-
ken. Hctm werd een sirooitje gegeven,
terwijl zijn collega een sigaar prefe
reerde. Deze werden voor hen aange
stoken, wijl hun handen waren ge
bonden, en telkens liet men hen een
paar trekjes doen.
Feuilleton.
EEN VAN MIJN ZOONS
Door
ANNA KATHER1NE GREEN.
6)
Papier? herhaalde ik. Wat voor
sóórt van papier
Papier, dat door drogisten en
apothekers gebruikt wordt om hun
artikelen in te pakken. Het Prui
sisch zuur. dat Mr. Gillespie klaar
blijkelijk heeft ingenomen, moet in
vloeibaren toestand geweest zijn. Het
flescÏÏje daarvan zou in de kamer
h'ebben kunnen liggen als ook het pa
pier, waarin het verpakt was ge
weest. Ten minste als Mr. Gillespie
dit vergift uit eigen beweging had
ingenomen.
Ik riep in mijn herinnering terug,
hoe het papier er uit gezien had, dat
ik op verzoek van den ouden heer
in een enveloppe had gestftken, en
dat verlichtte mijn gemoed, want het
leek niets op pakpapier van een apo
theker of drogist.
Neen, zoo'n papier heb ik niet
gezien.
Waar is het kleine meisje vroeg
hij nu. Ik moet haar ook spreken.
Als het kind zei, dat haar grootva
der mij een papier had gegeven dan
zou ik het bekennen en de envelop
pe laten zien, daartoe wa3 ik vast
besloten.
Daarom speet het mij niet, toen ik
hem naar het kind hoorde vragen.
U is er zeker niet op gesteld hier
te blijven, merkte hij nu op. Als u
mij uw adres wilt geven en direct wilt
komen als ik u noodig heb, dan heb
ijf u op 't oogenblik niet meer noodig.
Als eenig antwoord reikte ik mijn
kaartje over, en begrijpende, dat er
geen reden voor mij was, om nog
langer ie dralen, ging ik naar de
deur, toen Dr. Bennett haastig bin
nenkwam.
Ik heb iet® gevonden begon
hij, en zweeg toen weer met een snel
len blik op mij, als wilde hij vragen
of mijn tegenwoordigheid geen belet
sol was om zijn ontdekking mee te
deelen
De rechter van instructie lette daar
op niet. Haastig kwam hij naar den
ouden faniiliedoclor toe en zei
Heeft u het fleschje gevonden of
slechts liet papier, waarin het flesch
je verpakt was?
i Dr. Bennett nam hem ter zijde, en
j ik zag iets als een kurkje.
Heeft u dat in de studeerkamer
i van Mr. Gillespie gevonden vroeg de
rechter. Ik dacht, da.t ik die kamer
I zoo goed doorzocht had.
Heel zacht fluisterend werd het ant
woord gegeven, maar het kostte mij
geen moeite om ie begrijpen, wat
hij zei
Het lag op den vloer in de eetka
mer onder het karpet. Zeer ver
dacht, vindt u niet Mr. Gillespie zou
liet daar nooit hebben neergegooid.
Een ander wie dan ook moet
hier in huis reden hebben om bang
te zijn voor de politie.
De twee heeren wisselden een blik
van verstandhouding, dien ik inden
spiegel daartegenover kon waarne
men. Maar ik liet niet merken, dat
ik ietg bijzonders gezien had. Ik was
te zeer overtuigd van mijn eigen moei
lijke positie.
Het volgend oogenblik richtten wij
alle drie onze schreden naar de hal.
Een oogenblik bleef de rechter van
instructie nog op den drempel staan,
terwijT Rij ons verzocht over alles te
zwijgen.
Op dat zelfde oogenblik klonk er
een kreet door het huis
Waar is Miss Meredith Heeft
iémand Miss Meredith ook gezien?
ïk kan haar nergens vinden..
Hope Hope I Waar ben je
Hope? riep een andere bezorgde
stem.
j HopeKlopte mij'n hart sneller bij
het hooren van dien naam, die in
j mijn toekomstig leven zoo'n belang-
j rijke rol zou spelenIk zou het niet
j kunnen zeggen. Later heeft mijn hart
zeker vaak genoeg sneller geklopt bij
het hooren van dien lieven naam,
maar op dat oogenblik interesseerde
mij zeker veel meer de ontsteltenis
die een gevolg was van het uiten dier
kreet.
Hei geheele huis scheen plotseling
in opstand gekomen, ieder haastte
zich om kamer in. kamer uit naar
Miss Meredith te zoeken en daarbij
hoorde ik meteen den naam van het
kind noemen, die Claire bleek te
zijn.
Kan men het kind ook niet vin
den? ito eg ik met onrust aan den
rechter, die beneden gebleven was.
Het schijnt van niet. Wie is Mis»
Meredith
Op die vraag gaf de oude bottelier
antwoord.
Een nichtje van den ouden heer,
zei hij. Zij was de lieveling van Mr.
Gillespie en werd hier behandeld als
zijn dochter. Zij zullen haar boven
wel ergens vinden.
Maar die voorspelling bleek niet uit
te komen.
Plotseling herinnerde ik mij iets,
toen ik zelf boven wa3 geweest.
Hebben zij al op de vierde ver
dieping gezocht? vroeg ik aan Dr.
Bonnetf, Toen ik in de kanier van
Mr. Alfred Gillespie was op de derde
v^TOfepinp hoorde ik iemand vlug
door de hal gaan. Ik meende op dat
j oogenblik, dat er iemand naar bene-
1 den ging. Maar hot kan ook best zijn,
dat iemand zich naar boven spoedde.
Laten wij het onderzoekenop
perde de doctor.
Onwillekeurig volgde ik hem.
Toen wij de deur van Alfred voor
bij gingen, konden wij hem in groote
woede midden in de kamer" zien
staanhij scheen van onze nadering
niets te bespeuren. Hij verscheurde
een stuk papier in kleine stukjes
een stuk papier, dat er juist zoo uit
zag als het eerste, dat hij in den
papiermand gegooid hadondertus-
schen mompelde hij eenige woorden,
waarvan ik slechts het volgende kon
verstaan
Waarom zou ik schrijven? Als
zij mij lief had, zou zij wachten. Zij
zou nu niet heengaan, tenzij hff
Dr. Bennett sloop voorbij met den
vinger op zijn lippen.
Ik volgde hem en te zamen liepen
wij de laatste trap op.
Nu waren wij in een gedeelte van
het huis, dat den doctor even vreemd
was als mij. Toen wij boven aan de
trap gekomen waren, was alles don
ker om ons heen. uitgezonderd een
klein gaspitje in een der zolder
kamers.
Na dit opgedraaid te hebben, ke
ken wij roncÏT openden een paar deu
ren en keken toen aehter ons. De
doctor streek een lucifer af en toen
werden wij twee gesloten deuren ge
waar. Een van deze deuren verborg
een goed gebeubileerde kanier en de
ander een bergplaats van koffers en
doozen.
Luister eenszei ik, daar onze
ooren in deze duisternis van meer
dienst konden zijn dan onze oogen.
JHeel stil luisterden wij even en
toén drong het geluid vaneen adem
haling in onze nabijheid tot ons
door.
De doctor streek weer een lucifer af
maar eer we iets hadden kunnen op
merken. ging ze weer uit.
Dat begon mij te vervelen, toen
herinnerde ik mij in de andere kamer
een kandelaar met kaars te hebben
zien staa'iiik slak die aao bij het
gaslicht en ging er mee terug naar
de kofferbergplaats.
Dadelijk zagen wij iets, wat de
grootste belangstelling bij ons op
wekte.
Tegen den versten wand, aange
drukt. met wijd geopende oogen op
ons gevestigd, bemerkten wij eene
vrouw, wier lijkbleek gelaat zooveel
angst en schrik uitdrukte, dat zij er
als waanzinnig door scheen te zijn.
Haar aantrekkelijk vrouwelijk
schoon verminderde niet weinig den
indruk vavPha&r verschijning, alsook
dat liet kind. waarnaar op 't oogen
blik het heele huis zocht aan haar
loeten en op haar schoot lag te
slapen.
(Wordt vervolgd).