NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Redactie en Administra,ie: Groote Honbto«at 55- 1 23e Jaargang. No. 6810 TsrseSïJJna degs^ka, isefoalvs ©r? 2c®= ea PssafcficsecB. ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1905 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AD VERTENT IN: f3« DRaa «SAKBENi jrl^. Trjr 7? Van 1—5 '.egels 50 ets.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement vZ ÏTdor^en'ln' tal 'oM wakr eetl Agent gevestigd Is (kom der" 1 >7® re«els /°f regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeente) 1.30 y Croote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Franco per post door Nederland* 1.65 iME Kleine advertentihn 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. de omstreken en franco per post 0.45 Üai!tere©mmflnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM, Drukkerij! Zuider Buiteuspaarue 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertenüën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiSn en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31biFaubourg Montmartre Binnenland DE MINISTER VAN MARINE. In de 9e afl. van de ,-MU. Gids" wijdt de vaste medewerker J. P. van Rossum eenigie bladzijden aan dan nieuw opgetreden minister van Marine. Erg ingenomen is de schrijver niet met deze keuze. „Verrast werden we" zoo luidt liet, „maar niet aangenaam verrast" door de keuze van den ka pitein ter zee W. J. CoTïen Stuart, wijl deze zich veelal deed kennen, in woord en geschrift, als een heslist te genstander onzer denkbeelden omtrent bestuur en organisatie onzer zee macht. En verder „Hij toonde zich steeds voorstander van eene tot het uiterste gedreven centralisatie dat is van de almacht der bureaucratie met liaar nasleep van papier en inktals echt bureau man gevoelde hij bitter weinig voor zelfstandigheid. In dit systeem moe ten initiatief, ijver, zelfvertrouwen en een juist besef van plicht bij het personeel der vloot noodzakelijk ver loren gaan. Wij achten het dan ook een verderfelijk systeem en in liooge mate ongesclükt voor de vorming van een krachtige weermacht, terwijl het zeer omslachtig en kostbaar is; dit laatste rechtstreeks, en wat erger is. bovenal in de gevolgen. Gewezen wordt op de uitingen van den nieuwen marine-minister in de vergadering der Marine-vereeniging van den 4en Maart 1904, waar eenige maatregelen werden aanbevolen ter versterking onzer weermacht ter zee in O.-Indië. Maatregelen, die zeer ■veel geld zouden kosten en eene aan zienlijke verhooging van het jaar- lijksch marine-budget zouden eischen. Dit strookt slecht met zijn zitting nemen in een kabinet, dat verminde ring van uitgaven voor militaire doeleinden in zijn vaandel moet voe ren. „Heeft de heer Cohen Stuart", vraagt de schrijver, „nu reeds zijn plunje van 1904 om van de oudere niet te spreken naar den uitdrager gebracht? Zoo ja, dan is die plunje toch al bijster snel versleten. Zeker van zeer slechte kwaliteit geweest?" Al dwingt de eisch vermindering van militaire uitgaven, den minister ook tot afscheid nemen van zijn kostbare plannen, om tot verhooging der weerkracht te geraken, toch is dia weerkrachtverhooging wel te verkrij gen, mits slechts het oog wordt ge vestigd op twaalf door schrijver ge noemde punten. Verder hoopt de schrijver, dat de In zijn rang nog zoo jonge kapitein ter zee Cohen Stuart, teneinde zijn positie tegenover oudere en hoogere officieren bij de zeemacht te verster ken, ontslag uit den militairen dienst zal nemen, zooals ook de heeren De Roo van Alderwerelt en Idenburg vóór hem hebben gedaan. En de heer v. Rossum besluit: „Ofschoon wij bezwaarlijk groote verwachtingen kunnen hebben van dezen minister van Marine, op grond van diens verleden, zoo kunnen wij toch hopen, dat zijne bekende arbeid zaamheid hem gelegenheid zal geven belangrijke diensten aan den lande te bewijzen, door het bestuur in an dere richting te leiden en eene betere organisatie van materieel en perso neel der zeemacht voor te bereiden. Te onderstellen dat hij zelf de reor- ganisator onzer zeemacht zal worden, j ware te stout. Hiertoe worden eigen- i schappen vereischt, waarover deze 1 minister niet beschikt. Gewend om alle aandacht op de hoornen geves- I tigd te houden, kan niet verwacht worden, dat de heer Cohen Stuart voortaan het bosch zal overzien." GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE KAPPEN. Bij het Koninklijk bezoek aan Vlis- singen is iets gebeurd, dat ons in strijd schijnt te zijn mot de gebruike- lijke persusances, schrijft de „Teile-- graaf". I Op het programma van het Konink lijk bezoek stond onder meer een tocht op de „Utrecht" naar den Hoek van Holland. I Alle bladen van eenige importantie hadden zooals immer, wanne er ganseh Nederland uit z'id courant verwacht te kunnen lezen, hoe 't onze Koningin op reds gaat hun verslaggever' ter plaatse. i Van twee onzer dagbladen bleek toen op het nippertje, dat verslaggevers de reis per „Utrecht" naar den Hoek van Holland Iconden medennaken. Aan de andere heeren was zulks ontzegd. 1 Nu is 't verre van ons, de meening te koesderen, dat aan alle bladen dc- i zelfde faciliteiten behooren te worden 1 verstrekt in 't dageiijksch persbedrijf. Ware dit zoo, bet lezen van bladen zou ten slotte ongenietbaar worden, wa.t inhoudsstof betreft. Wijl de eene courant dusdoende een getrouwe co- pie zou zijn van de andere; behoudens natuurlijk de meerdere of mindere mate -van leesbaarheid een eigen schap, die gelukkig niet voor geld of door een grooter aan'tal medewerkers kan worde n verkregen. 'I Weet een verslaggever, met of zon der ruggesteun van zijn directie, zich meester te maken van eenige weten schap, aan collega's-concurrenten niet of pas later bekend, dan zijn wij de eersten, zijn werken als „knap" te be- titelen en brongen hem gaarne onze hulde. Ten eerste wijl hij daardoor heeft getoond, 'n goed dienaar te zijn van zijn blad. Ten tweede, omdat zijn daad tevens een. zij 't ook onbedoeld, lesje in activiteit is voor collega's met min der „flair". i' Hier echter, in 't boven aangehaalde geval, stond de zaak gansch anders. Een van Hr. Ms. oorlogsschepen 'n deel dus van Neërland's bodem, zoowel hier als in het buit onland zou de eer genieten ons aller Konin gin te herbergen op een tocht, door territoriale dus Nederlandsche wateren. Alle Nederlanders, onverschillig I welk orgaan ze lezen, verwachten met evenveel ongeduld het wedervaren van de vorstelijke personen aan boord. Daarop hebben ze recht, i Op drie wijzen kan dit mogelijk zijn. le. door den verslaggevers toe te staan, de reis mede te maken 2e. door den verslaggevers langs of- ficiëelen weg medefdeel.ingen te ver strekken 3e. door slechts eenige verslaggevers toe te laten, met de bedoeling, aan andere bladen, die zulks verlangen, het wetenswaardige mede te deelen. Dit derde geval moet dan natuurlijk der pers bekend zijn. Gebeurd is echter zulks niet. Toen het bezoek van onze Vorstin om zoo te zeggen reeds was aange- vangen, werd pas bekend, dat slechts twee journalisten aan boord werden toegelaten, te laat dus om té kunnen protesteeren. Voor ons is 't geen tegenslag ge weest, want er leiden meer wegen naar Rome, in dit geval naar de „Utrecht". En de „Telegraaf"-verslag gever had evengoed de reis naar den Hoek medegemaakt, n'en déplaise den commandant van de „Utrecht". Maar .het gold hier niet een ander met eeradg nieuws vóór te zijn. Nogmaals Neërland's Koningin zou op één van Neërland's oorlogsschepen in Neêr- land's wateren reizen. Een zoo offici- ;eel mogelijke geschiedenis dns. En bij J dusdanige gelegenheid komt geen voorkeur van den een boven den an- j der te pas. Dat is de zaak, waartelgen dient ge protesteerd, merkt het blad zeer te recht op. ATJEH. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den I gouverneur van Atjeh en Onderhoo- righeden, zijn bij nachtelijke aanval len in dè Gajoe Loens op de bivouaks Penampakam en Baser, zoomede in twee daarop gevolgde patrouillege vechten gesneuveld 2 Europeesche sergeanten, 5 inlandsche fuseliers en 2 dwangarbeiders, terwijl gewond werden twee luitenants, 14 inlandsche fuseliers en 2 dwangarbeiders en één geweer, model '95. verloren ging. j De vijand liet 41 dooden, 1 achter lader, 12 voorladers en revolver lig gen. De correspondent der „Teil." te Ko- 'taradj a seint j „In de Gajoe-Janden is zwaar ge- wond de luitenant J. H. W. Sikman en werd onbeduidend gewond luite- mant "VV. van Holst Pelïekaan." wel een kwartier duurde, terwijl vier burgers er naar stonden te kijken, zonder een oogenhlik er aan te den ken den agent hulp te verleenen, hoe wel hij er om verzocht. Ten laatste gelukte het den onbekende, boven op den op den grond liggenden agent majoor Hartman te komen en hem met zijn sabel, die tijdens de worste ling gevallen was, een slag in het aangezicht te geven. Toen wierp hij de sabel weg en zette het op een loo- pen. Een heer, die op de juist paseeeren- de proefrit-rijdende electrische tram stond, zag uit de verte de worsteling, sprong van de traan, liep naar den politiepost aan de Veerkade en gaf daar kennis van het gebeurde. Twee agenten van politie zetten nu den vluchteling na. Een hunner, de agent C. van Asperen, vied daarbij en kneus de zich zoodanig, dat hij buiten dienst is gesteld moeten worden. Eindelijk werd de vluchteling op het Willems- plein gegrepen. In den loop van den dag is thans gebleken, diat het. zink, ongeveer 30 kilogram, is gestolen van de lading van het inmiddels van de Westerkade aldaar vertrokken vaartuig „Soili Deo" waarop de broeder van den aange houdene schipper is. De aangehoude ne W. v. d. H. is op het politiebu reau in de Witte de Withstraat opge sloten. HET UITMOORDEN DER ZUIDERZEE. De commissie op het eiland Marken, van welke in het laatst van het vorig jaar d!e actie tegen het vlsschen met den moordkuil uitging, met het gevolg dat aan H. M. de Koningin in Fe bruari van dit jaar een adres tegen 1 den moordkuil werd aangeboden met bijna 2000 handteekeningen, meest van visschers, uit 16 plaatsen aan de Zuiderzee gelegen, heeft zich in haar jongste vergadering permanent ver klaard onder den naam „Commissie tot }>estrijding van het uitmoorden der Zuiderzee". i Tevens werd besloten zich met een adres te wenden tot den minister van [Waterstaat, ten einde dezen bewinds- man te wijzen op het adres der 2000 1 en te verzoeken dat de minister zijne aandacht aan deze zaak moge wij den. Te gelegener tijd hoopt de commis- 'sie zich tot de Tweede Kamer te wen- j den om ook bij haar de belangen der visschers te bepleiten, i Voorzitter en secretaris der commis sie is de heer J. J. H. Klomp tö Mar ken. LANDVERHUIZERS. Men meldt uit Nieuwendijk Binnen den tijd' van twee jaar zijn niet minder dan 9 gezinnen, circa 60 personen tellende, van hier naar Ame rika (Mich.) vertrokken. Thans is hier iemand aangekomen, die ruim 22 jaar geleden als gewoon werkman erheen ging, en nu als zeer welgesteld bur ger is teruggekeerd. Hij denkt een week of zes in Holland te vertoeven. De lust om te emigreoren is hier nu bij vernieuwing ontwaakt, temeer daar uit mondelinge mededeeüngen blijkt, dat al de vertrokken gezinnen het daar ginds uitstekend stellen. Reeds nu zijn enkeld gezinnen beslo ten te gaan en zoo mogelijk met den Amerikaan mede te reizen. 5®. Heeft voor gemeenterekening reeds een taxatie van de te onteige nen gronden plaats gehad en zoo ja, komt die taxatie met den op de be- groottng daarvoor uitgetrokken post overeen, en waar en wanneer ligt die taxatie, met al wat daarbij" behoort, voor ons ter inzage 6e. Is door B. en W. reedg gebruik gemaakt van hun bevoegdheid om grond aan te koopen? Zoo neen, waarom niet? Zoo ja, welke gronden zijn aangekocht, en tegen welken prijs en conditiën? 7e. In welk stadium verkeert de geldleening 8e. Voor hoe lang en onder welke voorwaarden doen de H. IJ. S. M. en de firma william Pont hun bod ge stand in zake het huren van grond of water in de nieuw aan te leggen zee haven, en waar en wanneer zijn die schriftelijke aanbiedingen enz. voor ons ter inzage 9e. Zijn bij B. en W. reeds andere dan bovengenoemde aanbiedingen voor dezelfde perceelen ingekomen, en zoo ja, waar en wanneer zijn die strekBng? 10e. Zijn bij B. en W. reeds aanbie dingen ingekomen voor den nieuw aan te winnen grond fn' cTé Voorzaan, en zoo ja, war en wanneer zijn die schriftelijke aanbiedingen enz. voor ons ter inzage? lie. Zijn van B. en W. binnen 1 jaar nog plannen te verwachten, die, wanneer ze door den Raad worden aangenomen, beduidende financieels offers van de gemeente zullen vra gen, en zoo ja. zijn B. en W. bereid die plannen bij name te noemen De voorzitter zeide, dat hij, we gens onvoltalligheid van het Dage iijksch Bestuur, niet namens dit col lege kon antwoorden en dat hij mits dien gebruik zou maken van den hem bij de wet toegestanen termijn, om in eene volgende zitting van ant woord te dienen. venherdacht de groote militaire re vue op de heide bij Renkum. do ver tegenwoordiging van de Koningin op zendingen buitenslands, terwijl ten slotte verscheidene bladen in beslag j genomen worden door de namen der vele vereenigingen, enz., waarvan ge- Q££gal Kool lid of eere-lid is. I Een stamboom der familie Kool met de wapens, bijzonder smaakvol door do vaardige hand van den heer Eck stein geteekend, sluit de unieke ver zameling. De ambtenaren van het topografisch bureau in liet bijzonder betuigden in een afzonderlijke opdracht den jubi laris hun groote vereering. Koloniën Leger en Vloot EENE MOEILIJKE ARRESTATIE. Omstreeks een half urn- na midder nacht kwam de agent-majoor \Y. Hall man in de Westerstraat te Rotter dam een man tegen, die een gevul- den zak droeg. Toen Hartman hem aansprak, gaf de man te kennen, dat de zak zink bevatte, hetwelk bij een schipper in do Spoorweghaven moest gebracht worden. Gelast om den agent te vol gen. wierp de onbekende den zak me t zink weg en wilde vluchten. Hij werd evenwel door Hartman gegrepen, 'waarop een worsteling ontstond. DE ZAANDAMSCHE HAVENQUAESTIE. In de Dinsdagavond gehouden ge meenteraadszitting richtte de heer Do Vries de volgende vragen tot B. en W. waaruit wel blijkt, hoezeer de toestand aldaar gespannen is en hoeveel wantrouwen er in de haven kwestie bestaat le. Is van het aangenomen plan B een begrooting en teekeuing voor de nieuwe Raadsleden verkrijgbaar en zoo neen, waar en wanneer lig gen ze dan voor hen ter inzage 2e. Is de coupure in de nieuwe spoorbaan reeds ten finale met de II. IJ. S. M. geregeld, en zoo ja, op welke voorwaarden, en waar en wanneer ligt die schriftelifke overeenkomst en de eventueel daar over- gevoerde correspondentie voor die Raadsleden, die zulks verkiezen, ter inzage 3e. Op welke wijze en onder welke voorwaarden is de doorgang door de oude spoorbaan geregeld "en waar en wanneer ligt de schriftel ij ke overeenkomst en de eventueel daar over gevoerde correspondentie voor ons ter inzage? -te. Heeft de gemeente reeds een overeenkomst gesloten met het pol derbestuur over de te onteigenen gronden ten westen van de nieuwe, spoorbrug? Zoo neen, waarom niet? Zoo ja, waar en wanneer liggen die schrift eiiq k e overeenkomst enz. voor ons ter inzage GENERAAL KOOL GEHULDIGD. Edno bijzondere hulde is_ den luite nant-generaal. A. Kool, chef van den Generalen Staf, gebracht bij gelegen heid van het zeldzame feit, dat hij zijn gouden feest als militair vierde. De officieren van den generalen. staf en de ambtenaren van liet topogra fisch bureau boden hem in een sier lijk gebeeldhouwd eikenhouten kistje, waarop onder een gouden lauwertak de jaartallen 1855 en 1905 zijn aange bracht, een typische verzameling van etui kleine zestig bladen aan, waarop de belangrijkste feiten en. data uil de militaire loopbaan van generaal Kool door een ambtenaar van het topogra fisch bureau zijn gecalligrafeerd. De directeur van dat bureau, de lieer C. A. Eckstein, verluchtte elk der bladen met. zeer artistiek ontworpen, toepas selijke, potloodteekeningen, terwijl de directeur van hei krijgskundig archief kolonel F. de Bas. ilen tekst ver zorgde. Na de bijzonder mooie opdracht in de bladen, met de' namen der deelne mende officieren, volgen zij in beeld de militaire carrière van generaal Kool, die in 1855 cadet werd en ach tereenvolgens diende bij het 3de regi ment vesting-artillerie, bij de rijdende artillerie en daarna bij den staf, waar van hij nu reeds 11 jaar chef is. In herinnering wordt gebracht de parle mentaire werkzaamheid van den jubi laris, eerst als lid der Tweede Kamer voor Arnhem van 1S79 tot 1883 (en la ter als minister van oorloggeboek staafd wordt liet militair onderricht, door generaal Kool aan II. M. gege- VOLTREKKING VAN EEN DOODVONNIS. Hiervan geeft het blad „Middeai- Java" als volgt verslag: Zaterdagmorgen (5 Augustus) is het doodvonnis van de moordenaar-roo- J vers Iromedjo en Djodikromo nabij i die desa Gesiekan, in Djokdja. vol- trokken. I Reeds om 5 uur kwamen van alle kanten de inlanders toestroomdn naar (de plek, waai' de misdadigers hun straf moesten ondergaan. Omstreeks - liailf zeven waren er vele duizenden en nog steeds stroomde meer volk toe. De plaats voor het schavot was zeer goed gekozen op een ©'enigszins vc-rhe- .vem stuk grond, aan do eene zijde be- [grensd door de kali Beclok en aam de andere door een waterleiding, in landers bleven achter de kali of de leiding staan. Tegenover het schot, waarboven de balk met twee stroppen, stond een tent, met- groen versierd, terwijl aan den ingang een tapijt lag. In die tent j stonden behalve een tafel, ook eenige stoelen voor de Europeesche en inland sche autoriteiten. Waarom die tent niet groen was versierd, werd door ve len niet begrepen, en door sommigen afgekeurd, wijl de treurige gebeurte nis zelfs niet den schijn van een feest mocht wekken. Te 6.50 kwamen de ter dood veroor- deelden Iromedjo en Djodikromo, ver gezeld van den schout en een paar politieoppassers, in een gesloten rij tuig op de executieplaats aan. beiden een sigaar rookende, zij werden voor de tent geplaatst, waar hun de ijzeren handboeien werden afgenomen en hun handen met touwen werden gebon den. I Daar de assistent-resident van Ma- taram nog niet aanwezig was, enDjo- t dikromo blijkbaar zeer zenuwachtig .was, werd aam ieder een stoel gege ven. Aan de veroordeelden werden door de inlandsche autoriteiten enke le vragen gedaan, waarop vooral Iro medjo. die niet de minsie zenuwach tigheid toomde, en het zelfs heel pret tig scheen te vinnen, dat hij op het laatst van zijn leven nog eens op een stoel mocht zitten tegenover zijn hoof den, vlot antwoordde. Beiden ver klaarden echter nogmaals, dat zij on schuldig waren. Djodikromo vroeg nogmaals, dat zijn lijk aan zijn fa milieleden zou worden gegeven, het geen beloofd werd. Daar hij zeer onder den indruk was van de doodstraf, die aan licrn vol trokken zou worden, werd hom eau de cologne aangeboden, waardoor hij werd opgefrischt I Toen vroeg hij weer te mogen roo- ken. Hctm werd een sirooitje gegeven, terwijl zijn collega een sigaar prefe reerde. Deze werden voor hen aange stoken, wijl hun handen waren ge bonden, en telkens liet men hen een paar trekjes doen. Feuilleton. EEN VAN MIJN ZOONS Door ANNA KATHER1NE GREEN. 6) Papier? herhaalde ik. Wat voor sóórt van papier Papier, dat door drogisten en apothekers gebruikt wordt om hun artikelen in te pakken. Het Prui sisch zuur. dat Mr. Gillespie klaar blijkelijk heeft ingenomen, moet in vloeibaren toestand geweest zijn. Het flescÏÏje daarvan zou in de kamer h'ebben kunnen liggen als ook het pa pier, waarin het verpakt was ge weest. Ten minste als Mr. Gillespie dit vergift uit eigen beweging had ingenomen. Ik riep in mijn herinnering terug, hoe het papier er uit gezien had, dat ik op verzoek van den ouden heer in een enveloppe had gestftken, en dat verlichtte mijn gemoed, want het leek niets op pakpapier van een apo theker of drogist. Neen, zoo'n papier heb ik niet gezien. Waar is het kleine meisje vroeg hij nu. Ik moet haar ook spreken. Als het kind zei, dat haar grootva der mij een papier had gegeven dan zou ik het bekennen en de envelop pe laten zien, daartoe wa3 ik vast besloten. Daarom speet het mij niet, toen ik hem naar het kind hoorde vragen. U is er zeker niet op gesteld hier te blijven, merkte hij nu op. Als u mij uw adres wilt geven en direct wilt komen als ik u noodig heb, dan heb ijf u op 't oogenblik niet meer noodig. Als eenig antwoord reikte ik mijn kaartje over, en begrijpende, dat er geen reden voor mij was, om nog langer ie dralen, ging ik naar de deur, toen Dr. Bennett haastig bin nenkwam. Ik heb iet® gevonden begon hij, en zweeg toen weer met een snel len blik op mij, als wilde hij vragen of mijn tegenwoordigheid geen belet sol was om zijn ontdekking mee te deelen De rechter van instructie lette daar op niet. Haastig kwam hij naar den ouden faniiliedoclor toe en zei Heeft u het fleschje gevonden of slechts liet papier, waarin het flesch je verpakt was? i Dr. Bennett nam hem ter zijde, en j ik zag iets als een kurkje. Heeft u dat in de studeerkamer i van Mr. Gillespie gevonden vroeg de rechter. Ik dacht, da.t ik die kamer I zoo goed doorzocht had. Heel zacht fluisterend werd het ant woord gegeven, maar het kostte mij geen moeite om ie begrijpen, wat hij zei Het lag op den vloer in de eetka mer onder het karpet. Zeer ver dacht, vindt u niet Mr. Gillespie zou liet daar nooit hebben neergegooid. Een ander wie dan ook moet hier in huis reden hebben om bang te zijn voor de politie. De twee heeren wisselden een blik van verstandhouding, dien ik inden spiegel daartegenover kon waarne men. Maar ik liet niet merken, dat ik ietg bijzonders gezien had. Ik was te zeer overtuigd van mijn eigen moei lijke positie. Het volgend oogenblik richtten wij alle drie onze schreden naar de hal. Een oogenblik bleef de rechter van instructie nog op den drempel staan, terwijT Rij ons verzocht over alles te zwijgen. Op dat zelfde oogenblik klonk er een kreet door het huis Waar is Miss Meredith Heeft iémand Miss Meredith ook gezien? ïk kan haar nergens vinden.. Hope Hope I Waar ben je Hope? riep een andere bezorgde stem. j HopeKlopte mij'n hart sneller bij het hooren van dien naam, die in j mijn toekomstig leven zoo'n belang- j rijke rol zou spelenIk zou het niet j kunnen zeggen. Later heeft mijn hart zeker vaak genoeg sneller geklopt bij het hooren van dien lieven naam, maar op dat oogenblik interesseerde mij zeker veel meer de ontsteltenis die een gevolg was van het uiten dier kreet. Hei geheele huis scheen plotseling in opstand gekomen, ieder haastte zich om kamer in. kamer uit naar Miss Meredith te zoeken en daarbij hoorde ik meteen den naam van het kind noemen, die Claire bleek te zijn. Kan men het kind ook niet vin den? ito eg ik met onrust aan den rechter, die beneden gebleven was. Het schijnt van niet. Wie is Mis» Meredith Op die vraag gaf de oude bottelier antwoord. Een nichtje van den ouden heer, zei hij. Zij was de lieveling van Mr. Gillespie en werd hier behandeld als zijn dochter. Zij zullen haar boven wel ergens vinden. Maar die voorspelling bleek niet uit te komen. Plotseling herinnerde ik mij iets, toen ik zelf boven wa3 geweest. Hebben zij al op de vierde ver dieping gezocht? vroeg ik aan Dr. Bonnetf, Toen ik in de kanier van Mr. Alfred Gillespie was op de derde v^TOfepinp hoorde ik iemand vlug door de hal gaan. Ik meende op dat j oogenblik, dat er iemand naar bene- 1 den ging. Maar hot kan ook best zijn, dat iemand zich naar boven spoedde. Laten wij het onderzoekenop perde de doctor. Onwillekeurig volgde ik hem. Toen wij de deur van Alfred voor bij gingen, konden wij hem in groote woede midden in de kamer" zien staanhij scheen van onze nadering niets te bespeuren. Hij verscheurde een stuk papier in kleine stukjes een stuk papier, dat er juist zoo uit zag als het eerste, dat hij in den papiermand gegooid hadondertus- schen mompelde hij eenige woorden, waarvan ik slechts het volgende kon verstaan Waarom zou ik schrijven? Als zij mij lief had, zou zij wachten. Zij zou nu niet heengaan, tenzij hff Dr. Bennett sloop voorbij met den vinger op zijn lippen. Ik volgde hem en te zamen liepen wij de laatste trap op. Nu waren wij in een gedeelte van het huis, dat den doctor even vreemd was als mij. Toen wij boven aan de trap gekomen waren, was alles don ker om ons heen. uitgezonderd een klein gaspitje in een der zolder kamers. Na dit opgedraaid te hebben, ke ken wij roncÏT openden een paar deu ren en keken toen aehter ons. De doctor streek een lucifer af en toen werden wij twee gesloten deuren ge waar. Een van deze deuren verborg een goed gebeubileerde kanier en de ander een bergplaats van koffers en doozen. Luister eenszei ik, daar onze ooren in deze duisternis van meer dienst konden zijn dan onze oogen. JHeel stil luisterden wij even en toén drong het geluid vaneen adem haling in onze nabijheid tot ons door. De doctor streek weer een lucifer af maar eer we iets hadden kunnen op merken. ging ze weer uit. Dat begon mij te vervelen, toen herinnerde ik mij in de andere kamer een kandelaar met kaars te hebben zien staa'iiik slak die aao bij het gaslicht en ging er mee terug naar de kofferbergplaats. Dadelijk zagen wij iets, wat de grootste belangstelling bij ons op wekte. Tegen den versten wand, aange drukt. met wijd geopende oogen op ons gevestigd, bemerkten wij eene vrouw, wier lijkbleek gelaat zooveel angst en schrik uitdrukte, dat zij er als waanzinnig door scheen te zijn. Haar aantrekkelijk vrouwelijk schoon verminderde niet weinig den indruk vavPha&r verschijning, alsook dat liet kind. waarnaar op 't oogen blik het heele huis zocht aan haar loeten en op haar schoot lag te slapen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5