NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
23e Jaargang. No. 6814
Verschijnt dageïy';-, hchalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1905 A
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PEiR S5R3E MAANDEN;
Voor Haarlem 120
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) e s 1.30
Fran»."" oer post door Nederland s 1.65
Afzonderlijke nunmers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37%
m de omstreken en franco per post 0.45
(Jitgave der Vennootschap Loarsns Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
OM ONS HEEN
DE PRISE D'EAU VAN ONZE
WATERLEIDING.
Als wij Nederlanders eens heel bij
zonder duidelijk willen zeggen wat
we bedoelen, dan gebruiken w3 daar
voor een vreemd woord. Hebben we
dat eenige malen gedaan, dan weten
we er zelfs geen Hollandschen term
meer voor te vinden. Zoo züu ik op
dit oogenblik inderdaad niet weten,
hoe ik 't woord prise d'eau kort
en krachtig in een Nederlandsch
woord om zou zetten. De plek waai*
we ons duinwater vandaan halen, is
een omschrijving, geen woordde
uitdrukking bron geeft aanleiding
tot misverstand, watergebied is ook
niet heel duidelijk. Willen taalkun
dige lezers eens zinnen op een beter
woord Voorloopig zal ik mij dan
ihier met prise d'eau moeten behel
pen.
Zij bestaat zooals men weet uit
een groot aantal putj3S, die in dit
blad meermalen uitvoerig zijn be
•schreven. Nu is er met die putjes iets
gebeurd. In de toelichting op de be-
grooting voor 1906 vond ik daarover
een mededeeling van Burgemeester
en Wethouders, die ik hier in al haar
leukheid laat volgen
„Aangezien het gebleken is, dat de
bestaande putjes door afzetting van
ijzerslam aan de buitenzijde verstop
pen, is het noodig, dat ieder j aar een
zeker aantal batterijen vernieuwd
wordt. Hiermede is dit jaar reeds
een begin gemaakt en is het dringend
noodig, dat telken jare een gedeelte
van de prise d'eau op deze wijze ver
nieuwd wordt. Het voor dit werk in
1906 benoodigde bedrag wordt op
12000.— geraamd."
Hier hebben we duidelijk te ma
ken met een verrassing, in zekeren
zip een teleurstelling. Bij den aan
leg van de waterleiding is natuur
lijk op onderhoud gerekend en daar
voor op elke rekening een zeker be
drag gereserveerd. Dat de putjes door
ijzerslam zóo zouden verstopt raken,
dat na acht jaar een vrij uitgebreide
vernieuwing noodig zou wezer», neeft
men niet voorzien.
Ons water in de duinen is, moet
men weten, zeer ijzerhoudend. Wel
wordt door koolzuur een gedeelte van
■dit ijzer opgelost en in opgeiosten
staat gehouden, maar er blijft nog
heel wat over, 'dat zich in de putjes
vastzet. Dat noemt men ijzerslam.
het is een soort kleverige, roode brij,
die natuurlijk in de putjes het vrij
doorstroomen van het water belet. In
drogen vorm ziet het er uit als ge
woon ijzerpoeder. Toch zou dit slam
niet zoo hinderlijk wezen, wanneer
het zich alleen binnen-in nestelde
daar kan het verwijderd worden
maar het vestigt zich ook aan den
buitenkant en daar kan het niet
worden weggenomen.
Dit ongemak is, zooals ik zei, bij
den aanleg van de waterleiding niet
voorzien en zoo staan we dan nu
voor een vernieuwing, die op eens
een belangrijke uitgave vordert. Ad
ministratief is dat natuurlijk ver
keerd. Overal en bij een gemeente
bedrijf niet het minst, behooren er
jaarlijks ruime afschrijvingen te ge
schieden voor herstellingen en ver
nieuwingen, zoodat daarvoor altijd
geld beschikbaar is en men niet plot
seling komt te staan voor onverwacht
te, groote kosten. De vraag is, of
deze gebeurtenis voorzien had kun
nen worden en daarover heb ik het
navolgende vernomen.
Toen indertijd de heer Schotel de
waterleiding aanleggen zou, zijn er
natuurlijk vooraf boringen gedaan.
Daarbij moet zonder twijfel gebleken
zijn, dat het water sterk ijzerhou
dend was. Hoe dit werken zou op de
putjes van de prise d'eau was even
wel niet te voorzien en wel vooral
niet, omdat dit ijzergehalte zeer be
langrijk verschilt en niet na te gaan
was, hoeveel daarvan door koolzuur
zou worden opgelost.
Is deze redeneering juist, dan kan
idus redelijkerwijs aan den aanlegger
van de waterleiding daarvan geen
verwijt wonden gemaakt. Het ge
meentebestuur doet dan wel, met de
nu benoodigde f 12.000.— op het hoofd
Opgedane .Ervaring te boeken
en bij volgende begrootingen reke
ning te houden met de verdere som
men, die voor deze vernieuwing blij
kens de opmerking bij de toelichting
tot de begrooting, nog noodig zullen
zijn.
Wel is het waar, dat soortgelijke
verschijnselen van verstoppen en
vergaan van putjes zich ook bij an
dere waterleidingenop Meerenberg,
te Breda, te Zwolle, hebben voorge
daan, maar deze leidingen waren,
evenals de HaarlenïSclTe, nog zeer
jong. Daaruit hebben we dus in
Haarlem geen ervaring kunnen ha
len.
In het gemeenteverslag staat ieder
jaar uitvoerig opgegeven, hoe giooi
liet totale waterverbruik is geweest,
hoeveel aansluitingen er zijn, hoe
veel het maximum en het minimum
waterverbruik op bepaalde dagen en
nachten is geweest en zoo meer.
Nu is het eigenaardig, dat hijzon
der groote getallen gewoonlijk maar
weinig indruk maken. We kunnen ze
niet overzien, ze glijden weg uit de
voelsprieten van ons begrip. Wan
neer ik bijvoorbeeld zeg, dat het wa
terverbruik in 1904 één millioen, een
en vijftig duizend en vier en zestig
kubieke meter is geweest, dan ver
baast dat niemand. Hoogstens kun
je zeggen„wat een massa 1" maar
indruk maken, doordringen doet het
niet.
Toch wil ik eens probeeren om een
denkbeeld te geven van id© kolossale
hoeveelheden, die ter wille van on
zen dorst, van onze schoonmaak,
voor onze hygièn© en voor de indus
trie jaarlijks worden gehaald uit een
betrekkelijk klein plekje duin. Een
groot bierglas, dat in de koffiehuizen
wordt gebruikt, meet een halven
liter.
Twee en een halfmaal de hoeveel
heid van zoo'n glas is dus één liter.
Duizend maal één liter is een ku
bieke meter.
Een kubieke meter water is de
hoeveelheid, die geborgen kan wor
den in een zinken kuip, die een
meter lang, een meter diep en een
meter hoog is.
Zet voor de aardigheid eens twee
stokken elk van een meter tegen
elkaar aan, zoo 1™ en ge kunt een
denkbeeld krijgen van de waterplas,
die éen enkele kubieke meter is.
Denk u dat honderdmaal, dat is
moeilijk, denk het u duizendmaal,
dat is al heelemaal niet mogelijk
meer.
Welnu, stel u voor een reusachtige
kuip, die zes en veertig meter lang
is, dat is de lengte van een flinke
werkplaats, vijf en twintig meter
breed, dat is de lengte van een huis
van twee kamers en suite, een ssrre
en een tuintje daarachter en vier
meter hoog; vul dat monstrum met
water en ge hebt de hoeveelheid, die
door de duinwaterleiding op één en
kelen dag, dat wil zeggen van
's morgens zeven tot 's avonds zeven,
in den tijd dus van twaalf uur,
wordt verbruikt.
Weliswaar was dat het maximum,
op een zeer warmen dag, 16 Juli 1904.
Maar 't laagste verbruik overdag,
dus in den tijd van twaalf uur, was
(op 25 Januari) toch ook nog 2030
kub. M., een watermassa dus, waar
voor een kuip van tien meter hoog,
tien meter breed en twintig meter
diep noodig zou zijn om dia te bevat
ten.
Iedereen kent de groote zaal van
de Sociëteit Vereeniging. Welnu deze
is, zonder het tooneel, ongeveer 34
M. lang, 20£ breed en ruim 10 hoog.
Als die zaal dus vol water was, zou
dat nog maar in ronde cijfers 7000
kub. M. zijn.
Zoo kunnen we ons van 't een op
't ander komende, voorstellen, dat
een millioen kubieke meters een meer
is, een klein zeetje en de vraag rijst
onwillekeurigzal men dergelijke
hoeveelheden en meer dan die, want
elk jaar stijgt de behoefte, op den
duur uit zoo'n kleine duinstreek kun
nen blijven halen?
Af en toe hoor ik van klachten van
de bloembollenkweekers over zakken
van 't grondwater. Is dat een ge
rechtvaardigde klacht of een van die
jammertonen, die elke landbouwer
pleegt te doen hooren?
Ik weet het niet. En dat staat wel
vastwatergebrek is vooreerst niet
te vreezen. Zoolang we er nog mild
me© kunnen wezen in fonteinen en
urinoirs is er voor de menschen ook
nog geen krimp. Wel zou 't voor de
hygiène jammer wezen, als die mild
heid moest wonden afgeschaft.
Hoe steden met watergebrek kun
nen tobben, daarvan is Amsterdam
een leerrijk bewijs. Daar sukkelen
ze al jaren en sukkelen ze nog, om
dat hun duingebied, de prise d'eau,
bij lange na voor Amsterdams ge
bruik niet groot genoeg ia Er is wel
geen schijn of schaduw, dat Haar
lem vooreerst in diezelfde kwaal zou
komen te vervallenmaar toch is mij
al voorbij de ooren gewaaid vaneen
strooming in den Raad, die uitbrei
ding van het duingebied wenschelijk
acht, met het oog op de toekomst.
Wel hem, die op den nakomeling ziet,
Want dan versmacht de stakker nietl
Of ze moesten eindelijk uitvinden,
hoe ze het zeewater zóo kunnen ozo-
niseeren, dat we 't drinken kunnen.
Die plas is zoo gauw niet op. Maar
zoover zijn we nog niet.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
DE VREDE.
Eene ernstige waarschuwing voor
Rusland noemt de Roes den oorlog
met Japan.
Wij hebben, zegt het blad, geen
overwinningen behaald in dezen oor
log maar hoe zware verliezen wij
ook geleden hebben, moeten wij er
ons toch over verheugen, dat wij na
de laatste dertig jaren, waarin onze
binnenlandsche toestand van kwaad
tot erger geworden is, juist met Ja
pan een oorlog hebben te voeren ge
had, en niet met een tegenstander
aan onze Europeesche, onze westelij
ke grens.
Wat zou er van ons geworden zijn,
indien onze krachten op de proef ge
steld waren, niet in het verre oos
ten, maar op een oorlogsterrein dich
ter in de buurt, niet tegen een staat,
die pas door de overwinningen, op
ons behaald een groote mogendheid
geworden is, maar bijv. tegen Duitsch-
land? Wat de uitkomst geweest zou
zijn van zulk een schok, bij de om
standigheden. die onze ongehoorde
nederlagen in dezen oorlog na zich
gesleept hebben, dat is te verschrik
kelijk om er aan te denken het zou
dan niet mogelijk geweest zijn, onze
rampen te beperken. Wij zouden niet
aan den hiel gewond zijn, maar ver
pletterd.
DEZE LIJDENSBEKER
is ons dus voorbijgegaan. Wij heb
ben een les gehad, en nog tijd om
er gebruik van te maken. Qod straft
ons niet, voorshands is Hij ons nog
genadig. Maar als wij dit respijt ons
niet ten nutte maken, onze tekortko
mingen niet verbeteren, dan zal ons
ook de straf wachten, en die straf
zal dubbel verdiend zijn.
DE RUSSISCHE VREDES-
ONDERHANDELAARS
zijn Dinsdag met het Duitsche stoom
schip „Wilhelm II" uit New-York
vertrokken.
Voordat ze vertrokken brachten de
heeren Witte en Rosen een afscheids
bezoek bij de Japansche diplomaten.
De beer Komoera. die zieÈ is, zond
een hartelijken afscheidsgroet door
den heer Takahira. De Japanners
bleven een half uur in gesprek met
de Russen. De menigte aan het dok
juichte Witte toe, die later door dr.
Rosen de vertegenwoordiger^ van de
pers liet bedanken, waarbij hij o. a.
zeide, dat hem nooit te voren zoo
duidelijk gebleken was, dat de pen
machtiger is dan het zwaard.
De rampen, die
DE JAPANSCHE MARINE
dit jaar getroffen hebben, zijn nu
weder vermeerderd met eene nieuwe
groot© ramp.
Het grootste en nieuwste slagschip
de XBkasa het vlaggeschip van
admiraal Togo is met verscheiden
honderden menschen vergaan. De Mi
kasa was een slagschip van 15,440
ton, in 1900 gereed gekomen op de
werf van Vickers te Barrow. Het liep
18 of 19 mijl, was zeer zwaar gepant
serd het dek met 64 tot 102 m.M.
en droeg vier stukken van 30.5,
veeabien van 15 en 20 van 7.6 c.M. on
gerekend de kleinere stukkende
machines konden 16,400 L P. K. ont
wikkelen. De bemanning telde nomi
naal 741 koppen.
Ziehier wat de telegrammen over
deze ramp zeggen.
„Het ministerie van marine te To
kio deelt mede. dat de „Mikasa" op
10 Sept. in brand geraakte, de oor
zaak van den brand is onbekend.
Voordat de bemanning in veiligheid
gebracht kon worden, sloegen de
vlammen over naar het kruitmaga
zijn, en had een ontploffing plaats,
waardoor een gat werd geslagen aan
bakboord langs de waterlinie, zoodat
het schip zonk. Het aantal slachtof
fers met inbegrip van de zeelieden
van andere schepen, die hulp boden,
bedraagt 599.
Er wordt een onderzoek ingesteld
naar de oorzaak van den brand.
Admiraal Togo bevond zich niet
aan boord van de „Mikasa".
De „Mikasa" lag bij Sasebo voor
anker, toen de ontplofing plaats
greep.
'Het onverwachte verlies van de
„Mikasa", het lievelingsschip van
het volk als vlaggeschip van admi
raal Togo, wekte overal diepe ontroe
ring.- De brand ontstond te midder
nacht op 10 dezer aan den voet van
den groeten' mast en breidde zich
met buitengewone snelheid binnen 't
uur uit tot aan de bergplaats van
het buskruit, waardoor het schip ten
gronde ging. Daar het water hier
niet diep is, gelooft men het schip
wel te kunnen herstellen. De sche
pen Sjikisjima, Asahi, Tatsoeto. Moe-
rakoemo, Kasoemi, Nipppn-Maroe.
Taihokoe-Maroe. Riojoen-Maroe bo
den hulp. Een groot gedeelte hunner
bemanning kwam daarbij om. Men
schrijft den brand1 toe aan electrische
kortsluiting, maar iets zekers is niet
bekend."
Luigi Barzini, die in Mandsjoerije
oorlogscorrespondent geweest is voor
een Italiaansch blad, en die geacht
wordt, de Japanners goed te kennen
en zeer met hen ingenomen te zijn,
schrijft nu over
DEN BINNENLANDSCHEN
TOESTAND IN JAPAN.
Hij zegt, dat een der opmerkelijk
ste trekken van het Japansche volk
is, dat het zijn gevoelens ondereen
masker van onverschilligheid ver-
j bergt, en dat onderwerping aan den
wil der overheid zoo iets als een ge-
I loofsartikel is. Zoo do Japanners nu
oproerig geworden zijn, bewijst dat
dus dat zij bovenmatig geërgerd wor
den door een vrede die in geen enkele
klasse der bevolking instemming
heeft gevonden.
i De reden van die alge meen e onte-
vredenheid is dat de wede, hoewel
hij Japan de voordeelen brengt ter
wille waarvan de oorlog begonnen is,
een oude wond heeft opengescheurd.
Japan is vroeger behandeld als een
staat van minderen ranghet moest
zijn havens openen, een deel van zijn
grondgebied afstaan, het werd van
de vruchten zijner overwinning be
roofd. Gedurende den tegènwoordi-
gen oorlog heeft het volk onophoude-
lijk den angst voor vreemde tus-
schenkomst, 't zij openlijk of ver-
I momd, gevoeld. Elke nieuwe over-
winning bracht grooteren angstde
pers gaf daaraan uiting, maar de
natie werd altijd gerustgesteld door
de regeeringsgezinde bladen. En nu
komt het vredesverdag.
Het publiek is niet zoozeer ver
stoord over de niei-betaling eener
oorlogsschatting, waaraan men nooit
zoo bijzonder veel heeft gehecht,
maar over 't laten vallen van den
eisch tot afstand van geheel Sacha-
I lin; een eiland dat altijd beschouwd
I is als een deel van het nationale ge
bied.
De Japanners maken nu op de we
reld den indruk dat zij. hetzij om mi
litaire of andere redenen, den oorlog
niet konden voortzetten, en aange
zien men vast overtuigd is, dat het
Japansche leger t<s velde de over
hand zou behouden, komt men tot de
slotsom dat een of andere geheime
mvloed de positie van Japan ineen
ongunstig licht gesteld heeft.
In eene groote meeting, Maandag
te Osaka gehouden, werd eene motie
aangenomen, waarin de eisch wordt
gesteld, dat het
VREDESTRACTAAT
zal worden verbroken en de regeering
zal aftreden.
i Enkele ongeregeldheden zijn voor
gekomen; 40 personen werden licht
gewond, één ernstig.
Het aangevraagde ontslag van den
minister van binnenlandsche zaken.
Yoshikawa, is geweigerd. Volgens het
gewone gebruik hebben de ministers
den Mikado een officieele erkenning
van hunne tekortkomingen voorge
legd. Zij wijzen op de noodzakelijk
heid om den staat van beleg te hand
haven, maar onderwerpen aan het
oordeel van den Keizer de vraag, of
zij aan het bewind, zullen blijven dan
wel zullen heengaan.
De Keizer antwoordde gisteren daar
op, met het advies, dat zij op hun
respectievelijke posten moeten blij
ven.
Omtrent
DEN TOESTAND IN DEN
KAUKASUS
verneemt de Petersb. Telegraaf-agen-
tuur
„Naar uit Zarizyn gemeld wordt, is
daar sedert gisstdren de petroleumhan-
del gestaakt De toestand der consu
menten is kritiek. Ook in Astrakan
staakten de petroleum-firma's de le
vering van brandmateriaal aan de
scheepsreeders, met wie zij geen con
tract hebben, daar zij de staking van
transporten uit Bakoe vreezen.
De reeders staan thans voor de
noodzakelijkheid de stoombootdien
sten te staken, en hunne matrozen en
arbeiders te ontslaan, waardoor op
nieuw duizenden broodeloos worden.
In Baskoentsjak zijn de zoutindus-
trieelen om dezelfde redenen genood-
(zaakt den arbeid te doen ophouden,
.wat weer tot staking in devisscherij-
nijverheid zal leidendit zal ontzet-
jtende verliezen voor het geheele ge
bied veroorzaken.
j De gouverneur stelde aan de groote
petroleumfirma's voor een depót van
600.000 Poed naphta voor de behoeften
der reeders en der zout-industrieelen
aan te leggen,"
Dinsdagavond hield de
DUITSCHE KEIZER
aan een feéstmaal te Coblenz een re
devoering, in welke hij het Duitsche
volk toewenschte. dat het in blijde
eendracht mocht blijven leven, boven
al in achting en waardeering voor
elke persoonlijkheid, in ieder mensch
opziende tot den gemeenschappelijken
Heiland en tot den allerhoogste^. God,
dan zou het Duitsche volk in staat
zijn de groote beschavende taak te ver
vullen, die de Voorzienigheid het in.
de wereld heeft aangewezen, aaneen
gesloten naar binnen, vast besloten
naar buiten. (Nach innen geschlossen,
noch aussen entschlossen.)
Aangaande
DE CHOLERA
meldt de „Reichsanzeiger"
i Van 11 tot 12 September, des namid
dags zijn in Pruisen 8 gevallen van
vermoedelijke cholera en drie sterfge
vallen aan die ziekte officieel aange
geven. In het geheel waren er tot dus
ver 166 ziektegevallen, waarvan 61
met doodelijken afloop.
Do verbonden oppositie in
HONGARIJE
laat zich door de hardnekkigheid van
haar ouden koning niet imponeeren.
Omgekeerd lijkt deze ook eerder ach
teruit te gaan dan over de brag te
komen. Want eerst heette het, dat de
keizer op het punt van algemeen
stemrecht geen bezwaren maakte. En
nu zou dat juist de oorzaak van een
nieuwe kabinetscrisis zijn.
De stemming der coalitie spreekt het
bost uit een artikel in de „Pesti Hir-
lap", het orgaan van Banffy.
„Als het land, zegt dit blad, zich
rekenschap geeft, dat zijn koning zich
tegen het kant, dan zal het weten,
dat het tegenover een vijand staat en
dat liet alle krachten moet verzamelen
om zich te verdedigen. Dan zal het
niets anders kunnen doen dan tegen
over geweld geweld te stellen, tegen
over de wapenen ook de wapenen op
te nemen."
Zoo predikt een der toonaangeven-
de bladen van Boedapest ronduit de
omwenteling. Er is natuurlijk nog een
lange weg tusschen de prediking en
de daad, maar het is toch sterk, dat
men in de Hongaarsche hoofdstad zul
ke taal in het lijforgaan van een der
eerst^ politici durft te voeren.
In een hoofdartikel zegt de „Times'
te hopen. dat. wanneer de onderhan
delingen tusschen
ZWEDEN EN NOORWEGEN
tot niets leiden en Zweden het
schil niet aan een scheidsgerecht wil
onderwerpen, gelijk de „Times" voor
gesteld heeft. Engeland, dat tot beide
landen in zoo nauwe betrekking staat,
zijn invloed ten bate van den vrede
zal laten gelden.
Heden Woensdag komen de onder
handelaars weer te Karlstad bijeen.
Naar men zegt, zal die vergadering
beslissend zijn.
Bij de verkiezingen
IN SPANJE
is voor hert, eerst een socialist gekozen
Iglesias te Bilbao.
Voor zooveel tot dusver bekend, zijn
gekozen 231 reeeeringsgezinden, 104
conservatieven, 12 conservatieven van
Villaverde's groep, 12 carlisten, 2 in-
tegristen. 31 republikeinen, 7 regiona-
listen, 3 wilden (onder hen de eene
socialist?) Van 8 districten is de uit
slag nog niet bekend.
Om kwart over acht kwam koning
Victor Emmanuel Dinsdagochtend te
Monteloone in Calabrië aan, om de
plaatsen te bezoeken, die door
DE AARDBEVING
zijn geteisterd. Ferraris, de minister
van openbare werken, was er reeds en
begroette den koning met de plaatse
lijke overheid.
Ondanks den rouw, waarin zij is ge
dompeld. ontving de bevolking den
Koning met geestdriftige ovaties en
levendige betuigingen van dankbaar
heid voor zijn deelneming in haar
lot
Het getal dakloozen in en rondom
Catanza wordt nu reeds op 100.000 ge
schat. Overal trouwens blijken de
aanvankelijke ramingen der verliezen
aan menschenlevens en have te laag
te zijn geweest. De ontbinding der
honderden onbegraven lijken begint
groot gevaar voor de openbare gezond-
hertd op te leveren.
Stadsnieuws
Aanranding van het Ver-
eenigingsrecht.
Onder dit hoofdje lazen wij in het
Maandagavond verschenen orgaan
„Het Volk" het volgende
„De drukkersfirma De Waard, bij
de Haarlemsche typografen welbe
kend. was sinds langen tijd de aan
nemer van drukwerk van verschillen
de gemeenten, o. a. ook van de ge
meente Deventer. Ook in Deventer
was het bekend, welke loonan door
de firma werden uitbetaald, zoolat
er bij den gemeenteraad op aange
drongen werd, dat voortaan het druk
werk zou worden gemaakt bij pa
troons van wden men weet, dat zi|
een voldoend loon uitbetalen. Zro
kreeg een dag of tien geleden de
firma per aangeteekenden brief be
richt, dat zij voortaan geen gemeen
tewerk uit Deventer meer kreeg op
grond dat zij, niettegenstaande zij
zulks wist, het bestek en de voor
waarden niet nakwam.
De firma is daardoor hevig ont
stemd en zegde Zaterdag 26 Aug. 3
leden van den Typografenbond (1
drukker en 2 zetters) hun ontslag
aan, omdat zij volgens hem de oor
zaak waren dat de gemeente de loon
lijsten in handen had gekregen.
De afd. Haarlem vroeg daarop een
conferentie aan wat door de firma
werd geweigerd.
Thans heeft de firma De Waardl
aan de verschillende bij haar werk
zame arbeiders den eisch gesteld om
als bondslid te bedanken en heeft hun
toen als troostprijs een of twee cent
per uur opslag gegeven, terwijl ook
een der zetters wien zijn ontslag was
aangezegd, blijven mocht, toen hij
mededeelde voor zijn lidmaatschap
te hebben bedankt.
Natuurlijk zal door de af deeling
Haarlem van den Typografenbond al
les in 't werk worden gesteld om de
daden van de firma De Waard bij
haar cliënten bekend te maken, zeer
waarschijnlijk ook bij de verschillen
de gemeentebesturen. Reeds is bij
den gemeenteraad van Alkmaar een
verzoekschrift ingekomen om bij deze
firma geen werk meer te doen ver
vaardigen."
Hoewel wij ons reeds gisteren tot
den heer De Waard wendden om
ook van zijn kant de toedracht
der zaak te vernemen, kon deze, we
gens uitstedigheid, ons pas heden in
lichtingen verstrekken.
Uit een gesprek, dat wij met ge
noemden heer hadden, bleek, dat de
hoofdinhoud van dit stukje juist is. De
heer De Waard zeide, dat hij wist,
dat hij de voorwaarden van het be
stek niet nakwam, aangezien in dat
bestek vermeld stond, dat een be
paald aantal knechts meer dan 9
cent per uur moesten verdienen, aan
welk aantal 2 ontbraken, die iets min
der ontvingen.
Toen in Juli evenwel de zaak aan
het roerenwas, heeft de heer De
Waard door zijn meesterknecht be
kend laten maken, dat met 1 Septem
ber een loonsverhooging zou worden
ingevoerd, zoodat dan voldaan zou
worden aan de besteksbepalingen.
Niettegenstaande dit zijn enkele go-
zeilen doorgegaan met het drijven,
wat tengevolge had, dat het druk
werk werd ingetrokken.
Volgens zijn zeggen heeft de lieer
De Waard de werklieden gedaan ge
geven, omdat zij hadden kunnen
voorkomen, dat hem dit drukwerk
ontnomen werd.
Om den indruk weg te nemen, dat
de firma haar personeel slecht be
taalt, deelde de heer De Waard ons
mede, dat van de 12 knechts thans
nog bij haar werkzaam 1 een loon
van 19 cent per uur heeft2 "van 18,
2 van 16, 2 van 15, 1 van 13. 1 van
7, 2 van 6 en 1 van 4.
Orgelbespeling,
in de Groote- of St. Bavokerk alhier
op Donderdag 14 Sept. 1905, des na
middags van 2—3 uur, door den lieer
W. Ezerman, met welwillende mede
werking van mejuffrouw Jeanne
Zieck (sopraan), uit Leiden.
Programma
1. Preludium en Fuga. J. S. Bach.
2. Aria, J. W. Franck. „Komin
Gnadenthau, befeucht mich".
3. Concert in A Dur, G. F. H&ndeL
4. a. Biblische Lïeder, „Gott ist
mein Hirte". A. Dvor&ck; b. An den
Wassern zu Babylon, A. Dvor&ck.
5. Marche Triomphale. J- Lem-
mens.
Vlug is anders,
üp 30 December 1904 deed hot be
stuur van de Staalbron „Haarlem",
het verzoek om voortaan te worden
vrijgesteld van recognitiebetaling aan
de gemeente voor dé gronden in den
Hout enz.
Nu, 13 September 1905, dus bijna 9
maanden later, is op dit verzoek zelfs
nog geen prae-advie3 van B. en W.
Vlug werk is het niet