NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 23e Jaargang. No. 6814 Verschijnt dageïy';-, hchalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1905 A HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PEiR S5R3E MAANDEN; Voor Haarlem 120 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) e s 1.30 Fran»."" oer post door Nederland s 1.65 Afzonderlijke nunmers 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37% m de omstreken en franco per post 0.45 (Jitgave der Vennootschap Loarsns Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. AD VERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. OM ONS HEEN DE PRISE D'EAU VAN ONZE WATERLEIDING. Als wij Nederlanders eens heel bij zonder duidelijk willen zeggen wat we bedoelen, dan gebruiken w3 daar voor een vreemd woord. Hebben we dat eenige malen gedaan, dan weten we er zelfs geen Hollandschen term meer voor te vinden. Zoo züu ik op dit oogenblik inderdaad niet weten, hoe ik 't woord prise d'eau kort en krachtig in een Nederlandsch woord om zou zetten. De plek waai* we ons duinwater vandaan halen, is een omschrijving, geen woordde uitdrukking bron geeft aanleiding tot misverstand, watergebied is ook niet heel duidelijk. Willen taalkun dige lezers eens zinnen op een beter woord Voorloopig zal ik mij dan ihier met prise d'eau moeten behel pen. Zij bestaat zooals men weet uit een groot aantal putj3S, die in dit blad meermalen uitvoerig zijn be •schreven. Nu is er met die putjes iets gebeurd. In de toelichting op de be- grooting voor 1906 vond ik daarover een mededeeling van Burgemeester en Wethouders, die ik hier in al haar leukheid laat volgen „Aangezien het gebleken is, dat de bestaande putjes door afzetting van ijzerslam aan de buitenzijde verstop pen, is het noodig, dat ieder j aar een zeker aantal batterijen vernieuwd wordt. Hiermede is dit jaar reeds een begin gemaakt en is het dringend noodig, dat telken jare een gedeelte van de prise d'eau op deze wijze ver nieuwd wordt. Het voor dit werk in 1906 benoodigde bedrag wordt op 12000.— geraamd." Hier hebben we duidelijk te ma ken met een verrassing, in zekeren zip een teleurstelling. Bij den aan leg van de waterleiding is natuur lijk op onderhoud gerekend en daar voor op elke rekening een zeker be drag gereserveerd. Dat de putjes door ijzerslam zóo zouden verstopt raken, dat na acht jaar een vrij uitgebreide vernieuwing noodig zou wezer», neeft men niet voorzien. Ons water in de duinen is, moet men weten, zeer ijzerhoudend. Wel wordt door koolzuur een gedeelte van ■dit ijzer opgelost en in opgeiosten staat gehouden, maar er blijft nog heel wat over, 'dat zich in de putjes vastzet. Dat noemt men ijzerslam. het is een soort kleverige, roode brij, die natuurlijk in de putjes het vrij doorstroomen van het water belet. In drogen vorm ziet het er uit als ge woon ijzerpoeder. Toch zou dit slam niet zoo hinderlijk wezen, wanneer het zich alleen binnen-in nestelde daar kan het verwijderd worden maar het vestigt zich ook aan den buitenkant en daar kan het niet worden weggenomen. Dit ongemak is, zooals ik zei, bij den aanleg van de waterleiding niet voorzien en zoo staan we dan nu voor een vernieuwing, die op eens een belangrijke uitgave vordert. Ad ministratief is dat natuurlijk ver keerd. Overal en bij een gemeente bedrijf niet het minst, behooren er jaarlijks ruime afschrijvingen te ge schieden voor herstellingen en ver nieuwingen, zoodat daarvoor altijd geld beschikbaar is en men niet plot seling komt te staan voor onverwacht te, groote kosten. De vraag is, of deze gebeurtenis voorzien had kun nen worden en daarover heb ik het navolgende vernomen. Toen indertijd de heer Schotel de waterleiding aanleggen zou, zijn er natuurlijk vooraf boringen gedaan. Daarbij moet zonder twijfel gebleken zijn, dat het water sterk ijzerhou dend was. Hoe dit werken zou op de putjes van de prise d'eau was even wel niet te voorzien en wel vooral niet, omdat dit ijzergehalte zeer be langrijk verschilt en niet na te gaan was, hoeveel daarvan door koolzuur zou worden opgelost. Is deze redeneering juist, dan kan idus redelijkerwijs aan den aanlegger van de waterleiding daarvan geen verwijt wonden gemaakt. Het ge meentebestuur doet dan wel, met de nu benoodigde f 12.000.— op het hoofd Opgedane .Ervaring te boeken en bij volgende begrootingen reke ning te houden met de verdere som men, die voor deze vernieuwing blij kens de opmerking bij de toelichting tot de begrooting, nog noodig zullen zijn. Wel is het waar, dat soortgelijke verschijnselen van verstoppen en vergaan van putjes zich ook bij an dere waterleidingenop Meerenberg, te Breda, te Zwolle, hebben voorge daan, maar deze leidingen waren, evenals de HaarlenïSclTe, nog zeer jong. Daaruit hebben we dus in Haarlem geen ervaring kunnen ha len. In het gemeenteverslag staat ieder jaar uitvoerig opgegeven, hoe giooi liet totale waterverbruik is geweest, hoeveel aansluitingen er zijn, hoe veel het maximum en het minimum waterverbruik op bepaalde dagen en nachten is geweest en zoo meer. Nu is het eigenaardig, dat hijzon der groote getallen gewoonlijk maar weinig indruk maken. We kunnen ze niet overzien, ze glijden weg uit de voelsprieten van ons begrip. Wan neer ik bijvoorbeeld zeg, dat het wa terverbruik in 1904 één millioen, een en vijftig duizend en vier en zestig kubieke meter is geweest, dan ver baast dat niemand. Hoogstens kun je zeggen„wat een massa 1" maar indruk maken, doordringen doet het niet. Toch wil ik eens probeeren om een denkbeeld te geven van id© kolossale hoeveelheden, die ter wille van on zen dorst, van onze schoonmaak, voor onze hygièn© en voor de indus trie jaarlijks worden gehaald uit een betrekkelijk klein plekje duin. Een groot bierglas, dat in de koffiehuizen wordt gebruikt, meet een halven liter. Twee en een halfmaal de hoeveel heid van zoo'n glas is dus één liter. Duizend maal één liter is een ku bieke meter. Een kubieke meter water is de hoeveelheid, die geborgen kan wor den in een zinken kuip, die een meter lang, een meter diep en een meter hoog is. Zet voor de aardigheid eens twee stokken elk van een meter tegen elkaar aan, zoo 1™ en ge kunt een denkbeeld krijgen van de waterplas, die éen enkele kubieke meter is. Denk u dat honderdmaal, dat is moeilijk, denk het u duizendmaal, dat is al heelemaal niet mogelijk meer. Welnu, stel u voor een reusachtige kuip, die zes en veertig meter lang is, dat is de lengte van een flinke werkplaats, vijf en twintig meter breed, dat is de lengte van een huis van twee kamers en suite, een ssrre en een tuintje daarachter en vier meter hoog; vul dat monstrum met water en ge hebt de hoeveelheid, die door de duinwaterleiding op één en kelen dag, dat wil zeggen van 's morgens zeven tot 's avonds zeven, in den tijd dus van twaalf uur, wordt verbruikt. Weliswaar was dat het maximum, op een zeer warmen dag, 16 Juli 1904. Maar 't laagste verbruik overdag, dus in den tijd van twaalf uur, was (op 25 Januari) toch ook nog 2030 kub. M., een watermassa dus, waar voor een kuip van tien meter hoog, tien meter breed en twintig meter diep noodig zou zijn om dia te bevat ten. Iedereen kent de groote zaal van de Sociëteit Vereeniging. Welnu deze is, zonder het tooneel, ongeveer 34 M. lang, 20£ breed en ruim 10 hoog. Als die zaal dus vol water was, zou dat nog maar in ronde cijfers 7000 kub. M. zijn. Zoo kunnen we ons van 't een op 't ander komende, voorstellen, dat een millioen kubieke meters een meer is, een klein zeetje en de vraag rijst onwillekeurigzal men dergelijke hoeveelheden en meer dan die, want elk jaar stijgt de behoefte, op den duur uit zoo'n kleine duinstreek kun nen blijven halen? Af en toe hoor ik van klachten van de bloembollenkweekers over zakken van 't grondwater. Is dat een ge rechtvaardigde klacht of een van die jammertonen, die elke landbouwer pleegt te doen hooren? Ik weet het niet. En dat staat wel vastwatergebrek is vooreerst niet te vreezen. Zoolang we er nog mild me© kunnen wezen in fonteinen en urinoirs is er voor de menschen ook nog geen krimp. Wel zou 't voor de hygiène jammer wezen, als die mild heid moest wonden afgeschaft. Hoe steden met watergebrek kun nen tobben, daarvan is Amsterdam een leerrijk bewijs. Daar sukkelen ze al jaren en sukkelen ze nog, om dat hun duingebied, de prise d'eau, bij lange na voor Amsterdams ge bruik niet groot genoeg ia Er is wel geen schijn of schaduw, dat Haar lem vooreerst in diezelfde kwaal zou komen te vervallenmaar toch is mij al voorbij de ooren gewaaid vaneen strooming in den Raad, die uitbrei ding van het duingebied wenschelijk acht, met het oog op de toekomst. Wel hem, die op den nakomeling ziet, Want dan versmacht de stakker nietl Of ze moesten eindelijk uitvinden, hoe ze het zeewater zóo kunnen ozo- niseeren, dat we 't drinken kunnen. Die plas is zoo gauw niet op. Maar zoover zijn we nog niet. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht DE VREDE. Eene ernstige waarschuwing voor Rusland noemt de Roes den oorlog met Japan. Wij hebben, zegt het blad, geen overwinningen behaald in dezen oor log maar hoe zware verliezen wij ook geleden hebben, moeten wij er ons toch over verheugen, dat wij na de laatste dertig jaren, waarin onze binnenlandsche toestand van kwaad tot erger geworden is, juist met Ja pan een oorlog hebben te voeren ge had, en niet met een tegenstander aan onze Europeesche, onze westelij ke grens. Wat zou er van ons geworden zijn, indien onze krachten op de proef ge steld waren, niet in het verre oos ten, maar op een oorlogsterrein dich ter in de buurt, niet tegen een staat, die pas door de overwinningen, op ons behaald een groote mogendheid geworden is, maar bijv. tegen Duitsch- land? Wat de uitkomst geweest zou zijn van zulk een schok, bij de om standigheden. die onze ongehoorde nederlagen in dezen oorlog na zich gesleept hebben, dat is te verschrik kelijk om er aan te denken het zou dan niet mogelijk geweest zijn, onze rampen te beperken. Wij zouden niet aan den hiel gewond zijn, maar ver pletterd. DEZE LIJDENSBEKER is ons dus voorbijgegaan. Wij heb ben een les gehad, en nog tijd om er gebruik van te maken. Qod straft ons niet, voorshands is Hij ons nog genadig. Maar als wij dit respijt ons niet ten nutte maken, onze tekortko mingen niet verbeteren, dan zal ons ook de straf wachten, en die straf zal dubbel verdiend zijn. DE RUSSISCHE VREDES- ONDERHANDELAARS zijn Dinsdag met het Duitsche stoom schip „Wilhelm II" uit New-York vertrokken. Voordat ze vertrokken brachten de heeren Witte en Rosen een afscheids bezoek bij de Japansche diplomaten. De beer Komoera. die zieÈ is, zond een hartelijken afscheidsgroet door den heer Takahira. De Japanners bleven een half uur in gesprek met de Russen. De menigte aan het dok juichte Witte toe, die later door dr. Rosen de vertegenwoordiger^ van de pers liet bedanken, waarbij hij o. a. zeide, dat hem nooit te voren zoo duidelijk gebleken was, dat de pen machtiger is dan het zwaard. De rampen, die DE JAPANSCHE MARINE dit jaar getroffen hebben, zijn nu weder vermeerderd met eene nieuwe groot© ramp. Het grootste en nieuwste slagschip de XBkasa het vlaggeschip van admiraal Togo is met verscheiden honderden menschen vergaan. De Mi kasa was een slagschip van 15,440 ton, in 1900 gereed gekomen op de werf van Vickers te Barrow. Het liep 18 of 19 mijl, was zeer zwaar gepant serd het dek met 64 tot 102 m.M. en droeg vier stukken van 30.5, veeabien van 15 en 20 van 7.6 c.M. on gerekend de kleinere stukkende machines konden 16,400 L P. K. ont wikkelen. De bemanning telde nomi naal 741 koppen. Ziehier wat de telegrammen over deze ramp zeggen. „Het ministerie van marine te To kio deelt mede. dat de „Mikasa" op 10 Sept. in brand geraakte, de oor zaak van den brand is onbekend. Voordat de bemanning in veiligheid gebracht kon worden, sloegen de vlammen over naar het kruitmaga zijn, en had een ontploffing plaats, waardoor een gat werd geslagen aan bakboord langs de waterlinie, zoodat het schip zonk. Het aantal slachtof fers met inbegrip van de zeelieden van andere schepen, die hulp boden, bedraagt 599. Er wordt een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van den brand. Admiraal Togo bevond zich niet aan boord van de „Mikasa". De „Mikasa" lag bij Sasebo voor anker, toen de ontplofing plaats greep. 'Het onverwachte verlies van de „Mikasa", het lievelingsschip van het volk als vlaggeschip van admi raal Togo, wekte overal diepe ontroe ring.- De brand ontstond te midder nacht op 10 dezer aan den voet van den groeten' mast en breidde zich met buitengewone snelheid binnen 't uur uit tot aan de bergplaats van het buskruit, waardoor het schip ten gronde ging. Daar het water hier niet diep is, gelooft men het schip wel te kunnen herstellen. De sche pen Sjikisjima, Asahi, Tatsoeto. Moe- rakoemo, Kasoemi, Nipppn-Maroe. Taihokoe-Maroe. Riojoen-Maroe bo den hulp. Een groot gedeelte hunner bemanning kwam daarbij om. Men schrijft den brand1 toe aan electrische kortsluiting, maar iets zekers is niet bekend." Luigi Barzini, die in Mandsjoerije oorlogscorrespondent geweest is voor een Italiaansch blad, en die geacht wordt, de Japanners goed te kennen en zeer met hen ingenomen te zijn, schrijft nu over DEN BINNENLANDSCHEN TOESTAND IN JAPAN. Hij zegt, dat een der opmerkelijk ste trekken van het Japansche volk is, dat het zijn gevoelens ondereen masker van onverschilligheid ver- j bergt, en dat onderwerping aan den wil der overheid zoo iets als een ge- I loofsartikel is. Zoo do Japanners nu oproerig geworden zijn, bewijst dat dus dat zij bovenmatig geërgerd wor den door een vrede die in geen enkele klasse der bevolking instemming heeft gevonden. i De reden van die alge meen e onte- vredenheid is dat de wede, hoewel hij Japan de voordeelen brengt ter wille waarvan de oorlog begonnen is, een oude wond heeft opengescheurd. Japan is vroeger behandeld als een staat van minderen ranghet moest zijn havens openen, een deel van zijn grondgebied afstaan, het werd van de vruchten zijner overwinning be roofd. Gedurende den tegènwoordi- gen oorlog heeft het volk onophoude- lijk den angst voor vreemde tus- schenkomst, 't zij openlijk of ver- I momd, gevoeld. Elke nieuwe over- winning bracht grooteren angstde pers gaf daaraan uiting, maar de natie werd altijd gerustgesteld door de regeeringsgezinde bladen. En nu komt het vredesverdag. Het publiek is niet zoozeer ver stoord over de niei-betaling eener oorlogsschatting, waaraan men nooit zoo bijzonder veel heeft gehecht, maar over 't laten vallen van den eisch tot afstand van geheel Sacha- I lin; een eiland dat altijd beschouwd I is als een deel van het nationale ge bied. De Japanners maken nu op de we reld den indruk dat zij. hetzij om mi litaire of andere redenen, den oorlog niet konden voortzetten, en aange zien men vast overtuigd is, dat het Japansche leger t<s velde de over hand zou behouden, komt men tot de slotsom dat een of andere geheime mvloed de positie van Japan ineen ongunstig licht gesteld heeft. In eene groote meeting, Maandag te Osaka gehouden, werd eene motie aangenomen, waarin de eisch wordt gesteld, dat het VREDESTRACTAAT zal worden verbroken en de regeering zal aftreden. i Enkele ongeregeldheden zijn voor gekomen; 40 personen werden licht gewond, één ernstig. Het aangevraagde ontslag van den minister van binnenlandsche zaken. Yoshikawa, is geweigerd. Volgens het gewone gebruik hebben de ministers den Mikado een officieele erkenning van hunne tekortkomingen voorge legd. Zij wijzen op de noodzakelijk heid om den staat van beleg te hand haven, maar onderwerpen aan het oordeel van den Keizer de vraag, of zij aan het bewind, zullen blijven dan wel zullen heengaan. De Keizer antwoordde gisteren daar op, met het advies, dat zij op hun respectievelijke posten moeten blij ven. Omtrent DEN TOESTAND IN DEN KAUKASUS verneemt de Petersb. Telegraaf-agen- tuur „Naar uit Zarizyn gemeld wordt, is daar sedert gisstdren de petroleumhan- del gestaakt De toestand der consu menten is kritiek. Ook in Astrakan staakten de petroleum-firma's de le vering van brandmateriaal aan de scheepsreeders, met wie zij geen con tract hebben, daar zij de staking van transporten uit Bakoe vreezen. De reeders staan thans voor de noodzakelijkheid de stoombootdien sten te staken, en hunne matrozen en arbeiders te ontslaan, waardoor op nieuw duizenden broodeloos worden. In Baskoentsjak zijn de zoutindus- trieelen om dezelfde redenen genood- (zaakt den arbeid te doen ophouden, .wat weer tot staking in devisscherij- nijverheid zal leidendit zal ontzet- jtende verliezen voor het geheele ge bied veroorzaken. j De gouverneur stelde aan de groote petroleumfirma's voor een depót van 600.000 Poed naphta voor de behoeften der reeders en der zout-industrieelen aan te leggen," Dinsdagavond hield de DUITSCHE KEIZER aan een feéstmaal te Coblenz een re devoering, in welke hij het Duitsche volk toewenschte. dat het in blijde eendracht mocht blijven leven, boven al in achting en waardeering voor elke persoonlijkheid, in ieder mensch opziende tot den gemeenschappelijken Heiland en tot den allerhoogste^. God, dan zou het Duitsche volk in staat zijn de groote beschavende taak te ver vullen, die de Voorzienigheid het in. de wereld heeft aangewezen, aaneen gesloten naar binnen, vast besloten naar buiten. (Nach innen geschlossen, noch aussen entschlossen.) Aangaande DE CHOLERA meldt de „Reichsanzeiger" i Van 11 tot 12 September, des namid dags zijn in Pruisen 8 gevallen van vermoedelijke cholera en drie sterfge vallen aan die ziekte officieel aange geven. In het geheel waren er tot dus ver 166 ziektegevallen, waarvan 61 met doodelijken afloop. Do verbonden oppositie in HONGARIJE laat zich door de hardnekkigheid van haar ouden koning niet imponeeren. Omgekeerd lijkt deze ook eerder ach teruit te gaan dan over de brag te komen. Want eerst heette het, dat de keizer op het punt van algemeen stemrecht geen bezwaren maakte. En nu zou dat juist de oorzaak van een nieuwe kabinetscrisis zijn. De stemming der coalitie spreekt het bost uit een artikel in de „Pesti Hir- lap", het orgaan van Banffy. „Als het land, zegt dit blad, zich rekenschap geeft, dat zijn koning zich tegen het kant, dan zal het weten, dat het tegenover een vijand staat en dat liet alle krachten moet verzamelen om zich te verdedigen. Dan zal het niets anders kunnen doen dan tegen over geweld geweld te stellen, tegen over de wapenen ook de wapenen op te nemen." Zoo predikt een der toonaangeven- de bladen van Boedapest ronduit de omwenteling. Er is natuurlijk nog een lange weg tusschen de prediking en de daad, maar het is toch sterk, dat men in de Hongaarsche hoofdstad zul ke taal in het lijforgaan van een der eerst^ politici durft te voeren. In een hoofdartikel zegt de „Times' te hopen. dat. wanneer de onderhan delingen tusschen ZWEDEN EN NOORWEGEN tot niets leiden en Zweden het schil niet aan een scheidsgerecht wil onderwerpen, gelijk de „Times" voor gesteld heeft. Engeland, dat tot beide landen in zoo nauwe betrekking staat, zijn invloed ten bate van den vrede zal laten gelden. Heden Woensdag komen de onder handelaars weer te Karlstad bijeen. Naar men zegt, zal die vergadering beslissend zijn. Bij de verkiezingen IN SPANJE is voor hert, eerst een socialist gekozen Iglesias te Bilbao. Voor zooveel tot dusver bekend, zijn gekozen 231 reeeeringsgezinden, 104 conservatieven, 12 conservatieven van Villaverde's groep, 12 carlisten, 2 in- tegristen. 31 republikeinen, 7 regiona- listen, 3 wilden (onder hen de eene socialist?) Van 8 districten is de uit slag nog niet bekend. Om kwart over acht kwam koning Victor Emmanuel Dinsdagochtend te Monteloone in Calabrië aan, om de plaatsen te bezoeken, die door DE AARDBEVING zijn geteisterd. Ferraris, de minister van openbare werken, was er reeds en begroette den koning met de plaatse lijke overheid. Ondanks den rouw, waarin zij is ge dompeld. ontving de bevolking den Koning met geestdriftige ovaties en levendige betuigingen van dankbaar heid voor zijn deelneming in haar lot Het getal dakloozen in en rondom Catanza wordt nu reeds op 100.000 ge schat. Overal trouwens blijken de aanvankelijke ramingen der verliezen aan menschenlevens en have te laag te zijn geweest. De ontbinding der honderden onbegraven lijken begint groot gevaar voor de openbare gezond- hertd op te leveren. Stadsnieuws Aanranding van het Ver- eenigingsrecht. Onder dit hoofdje lazen wij in het Maandagavond verschenen orgaan „Het Volk" het volgende „De drukkersfirma De Waard, bij de Haarlemsche typografen welbe kend. was sinds langen tijd de aan nemer van drukwerk van verschillen de gemeenten, o. a. ook van de ge meente Deventer. Ook in Deventer was het bekend, welke loonan door de firma werden uitbetaald, zoolat er bij den gemeenteraad op aange drongen werd, dat voortaan het druk werk zou worden gemaakt bij pa troons van wden men weet, dat zi| een voldoend loon uitbetalen. Zro kreeg een dag of tien geleden de firma per aangeteekenden brief be richt, dat zij voortaan geen gemeen tewerk uit Deventer meer kreeg op grond dat zij, niettegenstaande zij zulks wist, het bestek en de voor waarden niet nakwam. De firma is daardoor hevig ont stemd en zegde Zaterdag 26 Aug. 3 leden van den Typografenbond (1 drukker en 2 zetters) hun ontslag aan, omdat zij volgens hem de oor zaak waren dat de gemeente de loon lijsten in handen had gekregen. De afd. Haarlem vroeg daarop een conferentie aan wat door de firma werd geweigerd. Thans heeft de firma De Waardl aan de verschillende bij haar werk zame arbeiders den eisch gesteld om als bondslid te bedanken en heeft hun toen als troostprijs een of twee cent per uur opslag gegeven, terwijl ook een der zetters wien zijn ontslag was aangezegd, blijven mocht, toen hij mededeelde voor zijn lidmaatschap te hebben bedankt. Natuurlijk zal door de af deeling Haarlem van den Typografenbond al les in 't werk worden gesteld om de daden van de firma De Waard bij haar cliënten bekend te maken, zeer waarschijnlijk ook bij de verschillen de gemeentebesturen. Reeds is bij den gemeenteraad van Alkmaar een verzoekschrift ingekomen om bij deze firma geen werk meer te doen ver vaardigen." Hoewel wij ons reeds gisteren tot den heer De Waard wendden om ook van zijn kant de toedracht der zaak te vernemen, kon deze, we gens uitstedigheid, ons pas heden in lichtingen verstrekken. Uit een gesprek, dat wij met ge noemden heer hadden, bleek, dat de hoofdinhoud van dit stukje juist is. De heer De Waard zeide, dat hij wist, dat hij de voorwaarden van het be stek niet nakwam, aangezien in dat bestek vermeld stond, dat een be paald aantal knechts meer dan 9 cent per uur moesten verdienen, aan welk aantal 2 ontbraken, die iets min der ontvingen. Toen in Juli evenwel de zaak aan het roerenwas, heeft de heer De Waard door zijn meesterknecht be kend laten maken, dat met 1 Septem ber een loonsverhooging zou worden ingevoerd, zoodat dan voldaan zou worden aan de besteksbepalingen. Niettegenstaande dit zijn enkele go- zeilen doorgegaan met het drijven, wat tengevolge had, dat het druk werk werd ingetrokken. Volgens zijn zeggen heeft de lieer De Waard de werklieden gedaan ge geven, omdat zij hadden kunnen voorkomen, dat hem dit drukwerk ontnomen werd. Om den indruk weg te nemen, dat de firma haar personeel slecht be taalt, deelde de heer De Waard ons mede, dat van de 12 knechts thans nog bij haar werkzaam 1 een loon van 19 cent per uur heeft2 "van 18, 2 van 16, 2 van 15, 1 van 13. 1 van 7, 2 van 6 en 1 van 4. Orgelbespeling, in de Groote- of St. Bavokerk alhier op Donderdag 14 Sept. 1905, des na middags van 2—3 uur, door den lieer W. Ezerman, met welwillende mede werking van mejuffrouw Jeanne Zieck (sopraan), uit Leiden. Programma 1. Preludium en Fuga. J. S. Bach. 2. Aria, J. W. Franck. „Komin Gnadenthau, befeucht mich". 3. Concert in A Dur, G. F. H&ndeL 4. a. Biblische Lïeder, „Gott ist mein Hirte". A. Dvor&ck; b. An den Wassern zu Babylon, A. Dvor&ck. 5. Marche Triomphale. J- Lem- mens. Vlug is anders, üp 30 December 1904 deed hot be stuur van de Staalbron „Haarlem", het verzoek om voortaan te worden vrijgesteld van recognitiebetaling aan de gemeente voor dé gronden in den Hout enz. Nu, 13 September 1905, dus bijna 9 maanden later, is op dit verzoek zelfs nog geen prae-advie3 van B. en W. Vlug werk is het niet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 1