BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
ZATERDAG 7 OCTOBER.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
LXXX.
„Wat 'n regen; 't is of het met em
mers uit de lucht gegoten wordtnet
•weertje, om voor je ploizier uit te
gaanenz.En de menschen heb
ben wel gelijk. Ook wij blijven deze
week maar binnen om eens hier en
daar na te snuffelen, om eens hier
en daar te vergelijken, vast te stel
len, uit te pluizen de kwestie, die
ons al viermaal werd voorgelegd en
wel betreffende „de roos van
Jericho". Of n.l. de roos van Je
richo, die hier in Haarlem als zoo
danig wordt verkocht, wel d e roos
van Jericho is. Ik meen te kunnen
zeggen, dat ze ergens in den Anegang
■voor 60 ets. zijn te krijgen, maar dat
is de kwestie niet.
Een ider eersten, die me omtrent
diie kwestie vroeg, kleedde de vraag
zóo in „Zijn er- meer rozen van Je
richo Op mijn waag„Hoe vraagt
ge dat zoo?" werd me verteld van
dat wonderding, maar slechts zóo,
dat mijn voorstelling er van er nog
al niet erg duidelijk uitzag. Hoe, wil
de dk toen nader inlichten. Maar er
zijn 'anderen, die hij zulke vragen
even nadenken en zeggen, als we
wat willen weten, moeten we nauw
keurig omschrijven, wat we willen
weten en in dit geval is 't zeker niet
beter, clan met het voorwerp in kwes
tie aan te komen en te zeggen „zie
hier een aardige plant, me gegeven
of gekocht onder den naam van Roos
van Jerichokent u die ook, want
er zijn er ,die beweren ,dat dit de
Roos van Jeridho niet is?"
Neen, ik kende ide plant niet, maar
kon toch dadelijk mededeelen, dat
het niet de echte Roos van Jericho
was, en bovendien viel het geslacht
al heel gemakkelijk te bepalen n.l.
het was een S e Lagi n e 11 a-soort,
waarvan onze bloemisten tal van
planten teelen gewoonlijk onderden
naam van „Mos".
Thuis gekomen lagen al spoedig
eenige folianten op mijn bureau en
de kletterende regen buiten deed me
geen kwaad, het onderwerp interes
seerde me genoeg om dat onaange
name weer te vergeten. i
Maar voor 'ik verder ga, moet ik
eerst 'de andere lezers vertellen, wat
dat toch eigenlijk wel is, zoo'n roos
van Jericho. Wordt men daarom
trent door' een leek ingelicht, dan
hoort men meestal een opgesmukt
verhaal, dat grenst aan 't fabelach
tige. Tal van bijgeloovige meeningen
zijn door elkaar gewerkt en niet min
der wordt het verhaal versierd door
mededeeling van de wonderdadige
kracht die van deze „roos" uitgaat,
als b.v. dat ze zich het eerst zou ge
opend hebben bij de geboorte van
Christus, dat ze op Paschen geopend
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
De burgemeester van Heemstede
leeft met zijn ingezetehen in een staat
van landelijke vredelievendheid.
Meer noghij verheugt zich in de
algemeene sympathie van de burge
rij, leeft hun openbaar leven mee,
stelt belang in wat hen interesseert,
kortom ik heb nog nooit een Heem
steder (of moet ik zeggen Heemstede-
naar?) anders dan met lof van zijn
burgemeester hooren spreken.
Dies heerscht er te Heemstede een
vriendschappelijke toon en die blijkt
ook wel uit een circulaire, die Mr.
Van Lennep aan de vergunninghou
ders in zijn gemeente rondgezonden
heeft en waarin hun verzocht wordt,
op den lotingsdag (17 October) geen
sterken drank te schenken aan per
sonen, van wie het hun bekend is,
dat het lotelingen zijn.
Landelijke eenvoud Kan het hui
selijker? Zorgde ooit een burgerva
der beter voor zijn kinderen? „Com
pliment van den burgemeester en of
je op lotingsdag niet schenken wilt
aan de lotelingen, je kent ze wel,
't zijn Klaas Kooraen en Piet Nellis
en Willem van Putten en Gerrit van
Rieten 't is niet goed, dat die
jongens teveel drank gebruiken, dat
geeft maar standjes thuis en mis-
sohien een vechtpartij op straat." En
de Heemsteedsche tapper zou me bit
ter tegenvallen, wanneer hij niet
dacht„nou, als de burgemeester
dat zóo vriendelijk vraagt, da.n wil
ik dat wel doen." Zoo zullen den
17den, Klaas, Piet, Willem en Gerrit
als ze het Zwaantje indraaien, von
den haas komen te hooren, dat ze
I Wijft, dat ze zieken leniging van pij-
i nen verschaft enz. enz.
En wat zegt de wetenschap De
Roos van Jericho heeft niets mei
i onze roos gemeen, 't is een éénjarige
plant, die behoort tot de familie der
Cruciferen en betiteld wordt als
An astatic a hiero chuntica.
Ze bewoont dorre steppen van
Egypte, enz., weet zich vrij spoedig
uit de zaadjes te ontwikkelen tot een
plantje, dat de groene takken van
ruim 1 d.M. lengte vlak op den grond
uitspreidt. Ze zijn bezet met kleine
blaadjes en vertoonen kleine, witte
kruisbloempjes, die al spoedig uitge
bloeid zijn. Naarmate het meer tak
jes te voorschijn brengt, wordt het
droger en droger, meer en meer rich
ten de langste buitenste takken zich
op, krommen zich en omsluiten alles.
Eindelijk 'is het geheel niets meer
dan een soort van getraliede bal met
het worteltje nog in den grond beves-
I tigd. Het groen verdwijnt, 't wordt
één dorre massa en spoedig heeft de
j wind vat genoeg op den bal gekre-
gen en het worteltje losgerukt. Bij al
dat heen en weer slingeren, bij dat
i voortrollen over de zandvlakte blijft
echter het zaad vastbesloten tusschen
de saamgeknelde takken. Eindelijk
treden de regens op en aan den
i zwerftocht komt, een einde. De tak-
ken, ofschoon dood, zijn in hooge
mate hygroscopisch, strekken zich
recht en geven aan 't zaad de vrij
heid, dat door den regen wordt uit
gespoeld. Zulke getraliede ballen,
dus doode, eenjarige plantjes worden
in den handel gebracht. Soms reeds
is het zaad er uit, doordat ze zich
voor .de tweede maal bij droogte heb
ben opgerold. Op water gezet, opent
die bal zich na Jaren telkens nog
weer opnieuw, terwijl ze na droogte
weer inkrimpt. Ofschoon dus van
„bloeien" gesproken wordt door
schippers en anderen, die ze mee
brachten of hier en daar kochten;
't is eenvoudig een afwisselend in
krimpen en ontrollen van de grijze
takjes. En toch is dit ook nog niet de
i echte.
Dat zou dan de Odontosper-
mum pygmaeum of ook wel
Asteriscus pygmaeus zijn,
een zeer laag plantje, slechts eenige
c.M. hoog, ook eenjarig, ook met
neerliggende takken, maar die zich
niet oprollen tot een bal. Het plantje
behoort tot de familie der samenge-
steldbloemigen, dus als bijv. ons ma
deliefje. Stel U nu zoo'n eenigszins
vertakt plantje voor met zoo'n tien
tot 15 van die kleine bloemhoofdjes,
maar uitgebloeid, de omwindselblaad
jes heel netjes naar binnen gebogen,
om de rijpe zaden of liever vruchten
te beletten te 'Ontsnappen. Geen blaad
je meer aan den stengel, geen groen
meer te zien. Dood, maar binnen de
gesloten bloemhoofdjes de vruchten.
Weer dat losrukken in de streken,
waar ze groeien, weer dat wachten
op den regentijd, en zoo dan ergens
de vergelijking bloeien eenig recht
van bestaan heeft, dan is het hier,
want de hoofdjes openen zich, de om
windselbladen leggen zich achter- i
over en 'de regen spoelt de vruchtjes
weg, om de plant te helpen haar
soort in stand te doen 'houden. Er is
nog een andere reden, waarom men
dit de echte Roos van Jericho kan
noemen, n.l. behalve in het noorden
van de sahara, in Egypte enz. treft
men deze plant ook aan in Palesti
na, en wel voornamelijk veel in de
omstreken van Jericho, dat echter zelf
ten tijde der kruistochten geheel is
verwoest, maar waar ter plaatse te
genwoordig een Arabisch dorp ligt
met name Richa.
En nu de derde, die in den laat-
sten tijd in Haarlem, in den Ane
gang te koop is, Selaginella 1 e-
p i d o p h y 11 a, in het Duitsch wel
aangeduid als Auferstehungspfonze,
dus de opstandingsplant, het eeuwi-
ge leven, semperviva, enz. enz. Ze
komt, wat vorm betreft, het meest
j overeen met de eerste, 't is een door
droogte in elkaar geschrompelde bal, j
die zich bij bevochtiging gaat ont-
plooien, uitspreiden, tot een groote
ros et van platte takken, evenzoo als
we bij sommige andere selaginella-
soorten opmerken, maar niet „bloei-
en", niet om de vruchten of zaden de
vrijheid te geven, om de eenvoudige
reden, dat het plantje die niet heeft,
't is n.l.. een sporeplant, zoo wat in-
staande tusschen de mossen en de
varens. Waar-toe dan dat oprollen en
'ontplooien
I Zijt ge wel eens aan de Haarlem-
I inertldede geweest en hebt ge daar
wel eens het echte veenmos gevon- j
den Of anders in de duinen, waar
de lage eiken en ook de dennen voor-
al, van onder tot boven bezet zijn met
i „mos" Dat mos, of liever lever,mos
heeft een' verbazend taai leven. Als
des zomers langen tijd geen water
neervalt, of het in de nachten geheel
niet dauwt, tenminste in de duinen
niet, dan droogt en schrompelt dat i
levermos ineen. Bij aanraking blijkt
Ir et broos te zijn. Maar nauwelijks
begint het regenseizoen, of het zuigt
weer gretig water op, herneemt zijn
kleur weer ,gaat weer groeien, als
was er niets gebeurd.
Zoo ook onze Selaginella. Uit ge-
nomen proeven is gebleken, dat het
leven in deze plant door droogte al
zeer weinig lijdt. Droog bewaarde
planten vertoonden na in elf jaren
niet met water in aanraking te zijn
geweest, opnieuw leven.
Of al de kunstjes, b.v. het werpen
in kokend water enz. de levenskracht
niet kunnen verwoesten, we betwij
felen hetwel kan het zijn, dat ze
dan nog hare hygroscopïsche eigen-
schappen behoudt.
Of het een bacleriëndooder is, óf
•het alle ziekten voorkomt, óf docto-
ren haar voor ziekenkamers aanbe
velen, óf zij daar de giftige gassen
opneemt; we willen daar niet eens
intreden, als behoorende tot middel-
eeuwsch bijgeloof.
Maar niettemin, t is een hoogst
eigenaardige plant, niet te duur voor
't geld, een plant, waarmede wij de
kennismaking ten zeerste aanraden.
J. STURING.
VRAGENBUS.
D e n H e e r A. te H. De eikels
met de eigenaardige, ruige napjes,
die U me toezondt, zijn afkomstig
van den Turkschen eik; om
die ruige napjes, of meer nog om de
eveneens met dikke haren bezette
knoppen ook wel M o s e i k geheeten.
Er komen in de Haarlemsche par
ken nog al enkele exemplaren van
die boomen voor.
J. STURING.
geen slokkie meer krijgen kunnen,
allicht met den gemoedelijken raad
er bij„gaat naar huis, jongens, dat
is beter 1"
Zie hoe het landleven den eenvoud
der zeden bevordert. In een stad zou
een dergelijke boodschap eenvoudig
een onmogelijkheid wezen. „Compli-
ment terug", zou de tapper zeggen
„en ik kan aan iemands neus niet
zien, of hij een loteling is." Onze bur
gemeester, dat autwoord voorziende,
wacht het. niet af, bespaart den tap
per de moeilijkheden der studie van
lotende neuzen en laat op den lo
tingsdag de tapperijen eenvoudig
heelemaal sluiten. Althans in den
omtrek van het lotingslokaal.
Toch heerscht er ook in ons Haai--
lemsch gemeentelijk beheer een ge-
waardeerd streven naar gemoedelijk
heid. De ontvanger, de heer Roeters
van Lennep, heeft een advertentie
dn de couranten gezet om de men-
schen te waarschuwen, dat zij vóór
15 October vier termijnen van hun
plaatselijke inkomstenbelasting moe
ten hebben voldaan, dfcar anders de
vervolging gaat beginnen. „Pas op",
roept hij ons toe, „of ik kom om ja
stuivers en dubbeltjesIs dat niet
huiselijk j
Wouter die eeuwige pruttelaar, be
weert dat die oproeping niet ten ple-
ziere van de belastingbetalers ge
schiedt „Denk jij, dat de ontvanger
dat adverteert voor onze blauwe
oogen? Wat ben je toch nog een sul
Een goedhartige, meegaande sul
Man, dat gebeurt alleen voor 't ge-
mak van de administratie zelf." j
Maar ik, die graag aan 't goede in
den mensch blijf gelooven, heb hem
iden rug toegekeerd. Daar kom ik j
evenwel van den regen in den drup.
Van Puffelen loopt me tegen t lijf,
die klaagt„Nou moet ik me daar
voor den vijftienden October vier ter-
mijnen van mijn belasting betalen,
vijf en twintig gulden van mijn ar
moedje af en de gemeentekas heeft
het geld niet eens noodig
„Wat", zeg ik, „niet noodig?"
„Natuurlijk niet. Burgemeester en
Wethouders hebben pas den 20sten
September de kas van den ontvan
ger opgenomen. Toen had die meer
dan vier en tachtig duizend gulden
in kas en bijna zéven en een halve
ton in prolongatie bij Oppenlieim en
Van Till in den Haag. Heb jij ooit
zooveel in kas Heb jij ooit drie
kwart millioen bij je bankier staan?'
„Niet altijd", zei ik bescheiden.
„En als je ze had, en je moest
vijf en twintig gulden van me heb
ben zou je me daarvoor dan zóo
achtervolgen
„Nooit", zei ilc met een edelmoe
dig gebaar, „ik zou ze je schenken."
Deze edelmoedigheid maakte niet
dien indruk, dien ik verwacht had.
,,'t Is zuur", zei hij, „alles wordt zoo
duur en nou nog weer tien rijksdaal
ders aan de gemeentekas, die er niet
om verlegen zit
„Jawel", waagde ik schuchter te
beweren, „maar als iedereen er zoo
over dacht zou de ontvanger ten
slotte niet meer kunnen betalen
Van Puffelen was intnsschen al weg,
ik had het nakijken van zijn para-
pluie en bespeurde meteen, dat ik on-
beregenschermd in een stortbui stond.
Ik nam dus den stap op, mij verba
zende over de vreemde beschouwin
gen, die Van Puffelen verkondigd
had over 't betalen van gemeentelij
ke belasting.
De bui deed me denken aan een
De Ontsnapping.
En gelooft gij werkelijk, dat al
les goed zal afloopen, mijnheer Mau
rice
Mijn waaide Miss Linton, ik ge
loof, dat, voor zoover 't van onze po
gingen afhangt, Sir Ernest Parvyn
hedenavond om tien uur uit Dartmoor
bevrijd zal zijn. Dank het geld. dat u
mij gegeven hebt om hem om tekoo-
pen en de belofte, dat hij nog meer
zal krijgen, zal de bewaker ons niet
teleurstellen. Hij zal na zijne ont
snapping veilig verborgen worden,
totdat de automobiel hem in vol
maakte veiligheid kan brengen. De
chauffeur, dien ik heb aangenomen,
kan gerust vertrouwd worden, het
jacht ligt gereed en u zult na midder-
nacht vertrokken zijn.
O hoe kan ik u danken, voor al
hetgeen u gedaan hebt?
Ik heb eene moeilijke taak ge
had, dit stem ik toe, en als beloo
ning daarvoor, moet u me eene be-
lofte doen. i
Eene belofte En welke ds die
Zij is eenvoudig deze. Mijn neef.
Sir Ernest Parvyn, werd beschuldigd
zékere obligaties vervalscht en ver
handeld te hebben. Gij zegt, dat hij
onschuldig iis nu misschien is 't
zooik weet 't echter niet. Ik weet
slechts, dat gij zijne ontsnapping ver
langt en, ofschoon gij weet hoe diep
ik u liefheb, heb ik mijn eigen geluk
opgeofferd om hem te helpen. Wees
er van verzekerd, dat ,voor zoover 't
aan mij ligt onze plannen heden
avond zullen slagenmaar mochten
zij door 't een of ander ongelukkig
toeval mislukken, zijt gij er aan
blootgesteld, beschuldigd te worden,
getracht te hebben een gevangene te
bevrijden.
Hoe zullen ze mij in de zaak be
trekken
Mijne onderhandelingen met den
bewaker zijn geleid in uwen naam.
andere soort van regen, den goudre
gen, die op sommige menschen neer-
druipt. maar waar de meesten droog
van blijven. Als de Haagsohe fi?ma
Oppenheim en Van Till zeven en een
halve ton van de gemeente in pro
longatie heeft, verdient ze daar na
tuurlijk wat aan, misschien wel niet
onaardig, want de heeren geldhande-
laars weten keurig te cijferen met
rente, courtage, provisie en weet ik
wat al meer, allemaal kleine postjes,
maar die samen oploopen tot een
heel zoet winstje. Waarom mogen
Haarlemsche kantoren dat nu niet
verdienen Ik weet wel, dat men
zegt: „Oppenheim. en van Till heb
ben indertijd eerf leening gebed of
gedeeltelijk gesloten en die driekwart
millioen zijn er 't overschot van",
maar deze Haagsehe heeren helpen
de gemeente Haarlem heusch niet om
Godswil aan geld en ik zie niet in.
waai'om die nu maar altijd, zoolang
er van de leening wat over is, in
den drup van 't goudregentje moeten
blijven staan. Hoe is 't mogelijk, dat
de Haarlemsche geldkantoren zelf er
niet eens op wijzen, dat wat er aan
de gemeente verdiend wordt, tóch
zooveel mogelijk in Haarlem dient te
blijven
Ik mag niet veronderstellen, dat de
ontvanger, na dit gelezen te hebben,
dadelijk met een retourtje op den
trein zal gaan zitten en de zeven en
een halve ton uit den Ilaag terugha
len. Dit zou doen denken aan over
schatting van den invloed van de
pers. Maar mochten er later belang
rijke sommen door de gemeente bij
Haarlemsche kantoren op prolonga
tie worden gezet, dan zal ik dit be- i
schouwen als een gevolg van mijn
opmerking en als wel verdiende ma-1
Om zicli zelf te redden, zal hij u he- j
schuldigen. Wanneer wij dus van- 1
avond niet slagen, is er slechts een
weg om aan ten straf te ontkomen.
En die is?
Dat ge met mij vlucht. Het jacht
wacht op ons en we kunnen stil ont
snappen. We moeten in 't buitenland
blijven, totdat de zaak vergeten is en j
dan keert ge terug als—
Ja?
Mevrouw George Maurice.
Uw vrouw? O neen, neen; dat
kan ik niet doen. Ik beloofde Ernest.
dat ik wachten zou ik heb 't hem
beloofd.
Ge kunt toch geen tien jaar lang
op een gevangene wachten. Parvyn
moge onschuldig of schuldig zijn, j
maar ik ben niet van plan u gevaar
te laten loopen. Als we van avond
niet slagen, sta ik er op, dat ge met
mij mede gaat en uw indentiteit on-
der mijn naam verbergt.
En als ik weiger
Dan zal ik de autoriteiten waar-
schuwen dat de gevangene Parvyn,
van binnen en van buiten geholpen,
trachten zal uit de gevangenis te
breken.
Zoudt ge dat doen
Zoudt ge dan denken, dat ik
van steen ben gemaakt, dat ilc maar
•afgewezen kan worden, zonder het te
voelen ik heb alle hoop op geluk
opgeofferd, door behulpzaam te zijn
in Parvyn's ontsnapping, en onze
plannen zijn zoo goed beraamd, dat
er slechts eene kleine mogelijkheid is
voor mislukking. Die mogelijkheid nu
reserveer ik voor mij als belooning.
Als we slagen zijt gij en Parvyn van
nacht in liet jacht onder zeilals 't
ons mislukt...
Moet ik met u mede?
Juist. Ilc zie er geen anderen
weg voor. Neemt gij 't aan?
Sedert ge voorwaarden stelt,
moet ik wel.
Zorg dan, dat ge om tien uur
gereed zijt, maar wees echter niet on
gerust. als onze komst soms eenigs-
zins verlaat mocht worden.
Toen George Maurice Mamie Lin
ton verliet, wandelde hij in een zeer
tevreden stemming huiswaarts.
Eindelijk zal 't geluk me dan
'dienen, peinsde hij. De oude heer
Rupert Parvyn, aan hartzeer gestor
ven, zijn waardige opvolger Sir Er-
nest in de gevangenis en de deugniet
Jack Parvyn in een dronkemansruzie
doodgeschoten te San Francisco. Nie
mand weerhoudt thans mijne erfenis
van Parvyn's bezittingen dan die ge
vangenis-vogel en wanneer mïjD
vriendelijke bewaker zijn geld ver
dient en juist schiet, zal mijn laatste
beletsel een fatsoenlijke begrafenis
krijgen ten koste der Regeering. Dan
nog slechts de zaakjes te regelen voor
een prettig leven met Mamie. Ja,
eindelijk ben ik gelukkig!
Met deze voor hem zoo heerlijke
gedachte trad hij zijn zitkamer bin
nen met 't plan de gunstige wending
der dingen met een glas whisky te
vieren. Terwijl hij dit deed. stond een
man uit een leuningstoel op en staar
de hem sprakeloos in 'i gezicht. Mau
rice deinsde terug met een kreet van
verbazing.
Jack Parvyn
Ja, Jack Parvyn.
- Maar men heeft uw dood ge
meld.
't. Spijt me voor u, dot dit bericht
valsch was. Ik ben nog niet dood,
niettegenstaande ik tweemaal ternau
wernood ontkomen ben aan de han
den uwer vrienden. Ik bevond, dat
San Francisco niet gezond en niet ge
schikt voor mij was, en liet uwe ge
huurde moordenaars daar vrij om
hun geld te verdienen door een onbe
kend man te vermoorden en het lijk
te identifieeeren als dat van uwen
onderdanigen dienaar.
Het het is niet waar.
Ik ben niet hier gekomen om leu
gens te hooren. Nadat ik San Francis
co verlaten had, reisde ik naar Me
xico en daar zag ik in een oude En-
gelsche courant de mededeeling van
mijn vaders dood. Wat doodde hem?
Een hartkwaal, geloof ik.
Een leugenHij werd gedood
door de schande van zijn oudsten
zoon en erfgenaam, die beschuldigd
werd obligaties vervalscht te hebben
en gij groote Hemelhoe kan ik
mijne handen van u afhouden. Gij
waart daarvan getuige, en zag die
snoode onrechtv-aardigdeid geschie
den zonder een vinger op te heffen
om hem te redden.
Gij vervalschte de obligaties en
maakte mij je onschuldig werktuig
om ze te verhandelen. Maar thans
moet ik nog weten, hoe Ernest be
schuldigd is kunnen worden.
Ernest is een zelfopofferende
dwaas geweest.
Gij bedoelt
Ik bedoel dat je van mij niet kon
verwachten dat ik met mijn hoofd
tegen de gevangenisdeur zou loopen
door mij zelf te beschuldigen en toen
uw broeder ontdekte dat gij te maken
had met de frauden, was hij gek ge
noeg om den meest geliefden zoon
van zijn vader te sparen, door zijne
schuld op zich te nemen.
Jou schurkIk doorzie je spel-
Je wist, dat twee jaren gevangenis
straf Ernest zou dooden. en gij met
mijn dood in San Francisco erfge
naam zoudt zijn van allesmaar ge
hebt uw laatste kaart gespeeld.
Wat zult ge dan doen?
Ik zal deze zaak onmiddellijk in
orde maken door mij zelf aan te
klagen en mededeeluigen te doen om
trent u. Ernest moet onmiddellijk in
vrijheid worden gesteld.
Doe nu niets dwaas, maar luis
ter naar mij. Ge moet niet denken,
dat ik plan heb om uw broeder, en
kelaarsprovisie een kwart procent in
rekening brengen, dat ile betrokken
kantoren me dan stellig met liefde
zullen betalen.
De serenade aan den Burgemees
ter is gebracht met fakkels en lam
pions. Mag ik er ook nog even mijn
licht over laten schijnen
Een oogenblik scheen het, alsof de
deelnemers den moed zouden opge
ven. 't Was vóór den aanvang, toen
iedereen nog in de Sociëteit Vereeni-
ging was. Er waren al zooveel giet-
buien gevallen en er hingen er nog
zooveel in de luchtzou men 't wel
wagen en maar niet liever den bur
gemeester verzoeken, de hem toege
dachte hulde in de zaai van de Ver-
eeniging in ontvangst te nemen
Intusschen velen hadden de maan
om den hoek zien gluren en hielden
zich daaraan vast, niet letterlijk na
melijk, maar figuurlijk. En in opge
wekte stemming besloot men omhei
er maar op te wagen. Die opgewekt
heid was ook het deel van de sol-
daaltjes, die de fakkels zouden dra
gen en van pure vroolijkheid met
fakkels en lampions dn de vestibule
van de Sociëteit Vereeniging af en
toe een Indiaanschen krijgsdans uit
voerden, die zeker niet in "t Recueil
Militair is opgenomen.
Het malsche buitje, dat de stoet on
derweg kreeg, sla ik over. Hij is op
de Groote Markt, omringd door dui-
zende menschen, het comité en de
voorzitters der vereen igingen gaan oe
hal binnen en de burgemeester wordt
daar toegesproken.
De feestelijkheid is dus nu in twee
deelen gesplitst, een kleine helft, die I
in de mooie zaal van 't Stadhuis rus-
tig luistert naar de toespraken en 't
antwoord en een veel grootere helft,
die het buiten op de tochtige Markt
wel koud kreeg, daar zij niets te
doen 'had.
In de zaal drong dan ook af en toe
een eigenaardige in vieren gesplitste
uitroep tegen met een duidelijk hoor
baar vraagteeken aan *t eind, aldus
De menschen in de zaal
wisten aanvankelijk niet, wat dat
beduidde. Het was een kreet, door
een troep jongens precies gelijk op de
maat uitgestootenKomt. er.,
haast.wat
De vraag had geen pas, want de
serenade gold niet deze jongelieden,
maar den burgemeester. Intusschen,
een serenade zonder publiek is ook
niet het ware en de zangeressen, zan
gers, musici hadden het op de Markt
ook koud. Met alle waardeering van
deze feestviering, die door de zorgen
van het comité en de medewerking
van de heeren Robert en Kriens en
de besturen der vereenigingen in vier
of vijf dagen in elkaar gezet is kun
nen worden, zou ik de vraag willen
doen, of 't niet beter zou zijn, voort
aan de volgorde om te keeren.
Eerst de serenade zelf, de uitree-
ring van muziek en zang, daarna de
toespraken.
Dan kan het niet gebeuren, zooals
nu, dat de heer Sneltjes zijn rede
I moest afbreken om schetterende mu
ziek van buiten en dan behoeft het
publiek ook niet ongeduldig te wor
den over het lange wachten.
Voor een volgenden keer zou met
deze „omwenteling" een proef geno
men kunnen worden.
FIDELIO.