BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische ZATERDAG 7 OCTOBER. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Wandelingen IN EN OM HAARLEM. LXXX. „Wat 'n regen; 't is of het met em mers uit de lucht gegoten wordtnet •weertje, om voor je ploizier uit te gaanenz.En de menschen heb ben wel gelijk. Ook wij blijven deze week maar binnen om eens hier en daar na te snuffelen, om eens hier en daar te vergelijken, vast te stel len, uit te pluizen de kwestie, die ons al viermaal werd voorgelegd en wel betreffende „de roos van Jericho". Of n.l. de roos van Je richo, die hier in Haarlem als zoo danig wordt verkocht, wel d e roos van Jericho is. Ik meen te kunnen zeggen, dat ze ergens in den Anegang ■voor 60 ets. zijn te krijgen, maar dat is de kwestie niet. Een ider eersten, die me omtrent diie kwestie vroeg, kleedde de vraag zóo in „Zijn er- meer rozen van Je richo Op mijn waag„Hoe vraagt ge dat zoo?" werd me verteld van dat wonderding, maar slechts zóo, dat mijn voorstelling er van er nog al niet erg duidelijk uitzag. Hoe, wil de dk toen nader inlichten. Maar er zijn 'anderen, die hij zulke vragen even nadenken en zeggen, als we wat willen weten, moeten we nauw keurig omschrijven, wat we willen weten en in dit geval is 't zeker niet beter, clan met het voorwerp in kwes tie aan te komen en te zeggen „zie hier een aardige plant, me gegeven of gekocht onder den naam van Roos van Jerichokent u die ook, want er zijn er ,die beweren ,dat dit de Roos van Jeridho niet is?" Neen, ik kende ide plant niet, maar kon toch dadelijk mededeelen, dat het niet de echte Roos van Jericho was, en bovendien viel het geslacht al heel gemakkelijk te bepalen n.l. het was een S e Lagi n e 11 a-soort, waarvan onze bloemisten tal van planten teelen gewoonlijk onderden naam van „Mos". Thuis gekomen lagen al spoedig eenige folianten op mijn bureau en de kletterende regen buiten deed me geen kwaad, het onderwerp interes seerde me genoeg om dat onaange name weer te vergeten. i Maar voor 'ik verder ga, moet ik eerst 'de andere lezers vertellen, wat dat toch eigenlijk wel is, zoo'n roos van Jericho. Wordt men daarom trent door' een leek ingelicht, dan hoort men meestal een opgesmukt verhaal, dat grenst aan 't fabelach tige. Tal van bijgeloovige meeningen zijn door elkaar gewerkt en niet min der wordt het verhaal versierd door mededeeling van de wonderdadige kracht die van deze „roos" uitgaat, als b.v. dat ze zich het eerst zou ge opend hebben bij de geboorte van Christus, dat ze op Paschen geopend Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. De burgemeester van Heemstede leeft met zijn ingezetehen in een staat van landelijke vredelievendheid. Meer noghij verheugt zich in de algemeene sympathie van de burge rij, leeft hun openbaar leven mee, stelt belang in wat hen interesseert, kortom ik heb nog nooit een Heem steder (of moet ik zeggen Heemstede- naar?) anders dan met lof van zijn burgemeester hooren spreken. Dies heerscht er te Heemstede een vriendschappelijke toon en die blijkt ook wel uit een circulaire, die Mr. Van Lennep aan de vergunninghou ders in zijn gemeente rondgezonden heeft en waarin hun verzocht wordt, op den lotingsdag (17 October) geen sterken drank te schenken aan per sonen, van wie het hun bekend is, dat het lotelingen zijn. Landelijke eenvoud Kan het hui selijker? Zorgde ooit een burgerva der beter voor zijn kinderen? „Com pliment van den burgemeester en of je op lotingsdag niet schenken wilt aan de lotelingen, je kent ze wel, 't zijn Klaas Kooraen en Piet Nellis en Willem van Putten en Gerrit van Rieten 't is niet goed, dat die jongens teveel drank gebruiken, dat geeft maar standjes thuis en mis- sohien een vechtpartij op straat." En de Heemsteedsche tapper zou me bit ter tegenvallen, wanneer hij niet dacht„nou, als de burgemeester dat zóo vriendelijk vraagt, da.n wil ik dat wel doen." Zoo zullen den 17den, Klaas, Piet, Willem en Gerrit als ze het Zwaantje indraaien, von den haas komen te hooren, dat ze I Wijft, dat ze zieken leniging van pij- i nen verschaft enz. enz. En wat zegt de wetenschap De Roos van Jericho heeft niets mei i onze roos gemeen, 't is een éénjarige plant, die behoort tot de familie der Cruciferen en betiteld wordt als An astatic a hiero chuntica. Ze bewoont dorre steppen van Egypte, enz., weet zich vrij spoedig uit de zaadjes te ontwikkelen tot een plantje, dat de groene takken van ruim 1 d.M. lengte vlak op den grond uitspreidt. Ze zijn bezet met kleine blaadjes en vertoonen kleine, witte kruisbloempjes, die al spoedig uitge bloeid zijn. Naarmate het meer tak jes te voorschijn brengt, wordt het droger en droger, meer en meer rich ten de langste buitenste takken zich op, krommen zich en omsluiten alles. Eindelijk 'is het geheel niets meer dan een soort van getraliede bal met het worteltje nog in den grond beves- I tigd. Het groen verdwijnt, 't wordt één dorre massa en spoedig heeft de j wind vat genoeg op den bal gekre- gen en het worteltje losgerukt. Bij al dat heen en weer slingeren, bij dat i voortrollen over de zandvlakte blijft echter het zaad vastbesloten tusschen de saamgeknelde takken. Eindelijk treden de regens op en aan den i zwerftocht komt, een einde. De tak- ken, ofschoon dood, zijn in hooge mate hygroscopisch, strekken zich recht en geven aan 't zaad de vrij heid, dat door den regen wordt uit gespoeld. Zulke getraliede ballen, dus doode, eenjarige plantjes worden in den handel gebracht. Soms reeds is het zaad er uit, doordat ze zich voor .de tweede maal bij droogte heb ben opgerold. Op water gezet, opent die bal zich na Jaren telkens nog weer opnieuw, terwijl ze na droogte weer inkrimpt. Ofschoon dus van „bloeien" gesproken wordt door schippers en anderen, die ze mee brachten of hier en daar kochten; 't is eenvoudig een afwisselend in krimpen en ontrollen van de grijze takjes. En toch is dit ook nog niet de i echte. Dat zou dan de Odontosper- mum pygmaeum of ook wel Asteriscus pygmaeus zijn, een zeer laag plantje, slechts eenige c.M. hoog, ook eenjarig, ook met neerliggende takken, maar die zich niet oprollen tot een bal. Het plantje behoort tot de familie der samenge- steldbloemigen, dus als bijv. ons ma deliefje. Stel U nu zoo'n eenigszins vertakt plantje voor met zoo'n tien tot 15 van die kleine bloemhoofdjes, maar uitgebloeid, de omwindselblaad jes heel netjes naar binnen gebogen, om de rijpe zaden of liever vruchten te beletten te 'Ontsnappen. Geen blaad je meer aan den stengel, geen groen meer te zien. Dood, maar binnen de gesloten bloemhoofdjes de vruchten. Weer dat losrukken in de streken, waar ze groeien, weer dat wachten op den regentijd, en zoo dan ergens de vergelijking bloeien eenig recht van bestaan heeft, dan is het hier, want de hoofdjes openen zich, de om windselbladen leggen zich achter- i over en 'de regen spoelt de vruchtjes weg, om de plant te helpen haar soort in stand te doen 'houden. Er is nog een andere reden, waarom men dit de echte Roos van Jericho kan noemen, n.l. behalve in het noorden van de sahara, in Egypte enz. treft men deze plant ook aan in Palesti na, en wel voornamelijk veel in de omstreken van Jericho, dat echter zelf ten tijde der kruistochten geheel is verwoest, maar waar ter plaatse te genwoordig een Arabisch dorp ligt met name Richa. En nu de derde, die in den laat- sten tijd in Haarlem, in den Ane gang te koop is, Selaginella 1 e- p i d o p h y 11 a, in het Duitsch wel aangeduid als Auferstehungspfonze, dus de opstandingsplant, het eeuwi- ge leven, semperviva, enz. enz. Ze komt, wat vorm betreft, het meest j overeen met de eerste, 't is een door droogte in elkaar geschrompelde bal, j die zich bij bevochtiging gaat ont- plooien, uitspreiden, tot een groote ros et van platte takken, evenzoo als we bij sommige andere selaginella- soorten opmerken, maar niet „bloei- en", niet om de vruchten of zaden de vrijheid te geven, om de eenvoudige reden, dat het plantje die niet heeft, 't is n.l.. een sporeplant, zoo wat in- staande tusschen de mossen en de varens. Waar-toe dan dat oprollen en 'ontplooien I Zijt ge wel eens aan de Haarlem- I inertldede geweest en hebt ge daar wel eens het echte veenmos gevon- j den Of anders in de duinen, waar de lage eiken en ook de dennen voor- al, van onder tot boven bezet zijn met i „mos" Dat mos, of liever lever,mos heeft een' verbazend taai leven. Als des zomers langen tijd geen water neervalt, of het in de nachten geheel niet dauwt, tenminste in de duinen niet, dan droogt en schrompelt dat i levermos ineen. Bij aanraking blijkt Ir et broos te zijn. Maar nauwelijks begint het regenseizoen, of het zuigt weer gretig water op, herneemt zijn kleur weer ,gaat weer groeien, als was er niets gebeurd. Zoo ook onze Selaginella. Uit ge- nomen proeven is gebleken, dat het leven in deze plant door droogte al zeer weinig lijdt. Droog bewaarde planten vertoonden na in elf jaren niet met water in aanraking te zijn geweest, opnieuw leven. Of al de kunstjes, b.v. het werpen in kokend water enz. de levenskracht niet kunnen verwoesten, we betwij felen hetwel kan het zijn, dat ze dan nog hare hygroscopïsche eigen- schappen behoudt. Of het een bacleriëndooder is, óf •het alle ziekten voorkomt, óf docto- ren haar voor ziekenkamers aanbe velen, óf zij daar de giftige gassen opneemt; we willen daar niet eens intreden, als behoorende tot middel- eeuwsch bijgeloof. Maar niettemin, t is een hoogst eigenaardige plant, niet te duur voor 't geld, een plant, waarmede wij de kennismaking ten zeerste aanraden. J. STURING. VRAGENBUS. D e n H e e r A. te H. De eikels met de eigenaardige, ruige napjes, die U me toezondt, zijn afkomstig van den Turkschen eik; om die ruige napjes, of meer nog om de eveneens met dikke haren bezette knoppen ook wel M o s e i k geheeten. Er komen in de Haarlemsche par ken nog al enkele exemplaren van die boomen voor. J. STURING. geen slokkie meer krijgen kunnen, allicht met den gemoedelijken raad er bij„gaat naar huis, jongens, dat is beter 1" Zie hoe het landleven den eenvoud der zeden bevordert. In een stad zou een dergelijke boodschap eenvoudig een onmogelijkheid wezen. „Compli- ment terug", zou de tapper zeggen „en ik kan aan iemands neus niet zien, of hij een loteling is." Onze bur gemeester, dat autwoord voorziende, wacht het. niet af, bespaart den tap per de moeilijkheden der studie van lotende neuzen en laat op den lo tingsdag de tapperijen eenvoudig heelemaal sluiten. Althans in den omtrek van het lotingslokaal. Toch heerscht er ook in ons Haai-- lemsch gemeentelijk beheer een ge- waardeerd streven naar gemoedelijk heid. De ontvanger, de heer Roeters van Lennep, heeft een advertentie dn de couranten gezet om de men- schen te waarschuwen, dat zij vóór 15 October vier termijnen van hun plaatselijke inkomstenbelasting moe ten hebben voldaan, dfcar anders de vervolging gaat beginnen. „Pas op", roept hij ons toe, „of ik kom om ja stuivers en dubbeltjesIs dat niet huiselijk j Wouter die eeuwige pruttelaar, be weert dat die oproeping niet ten ple- ziere van de belastingbetalers ge schiedt „Denk jij, dat de ontvanger dat adverteert voor onze blauwe oogen? Wat ben je toch nog een sul Een goedhartige, meegaande sul Man, dat gebeurt alleen voor 't ge- mak van de administratie zelf." j Maar ik, die graag aan 't goede in den mensch blijf gelooven, heb hem iden rug toegekeerd. Daar kom ik j evenwel van den regen in den drup. Van Puffelen loopt me tegen t lijf, die klaagt„Nou moet ik me daar voor den vijftienden October vier ter- mijnen van mijn belasting betalen, vijf en twintig gulden van mijn ar moedje af en de gemeentekas heeft het geld niet eens noodig „Wat", zeg ik, „niet noodig?" „Natuurlijk niet. Burgemeester en Wethouders hebben pas den 20sten September de kas van den ontvan ger opgenomen. Toen had die meer dan vier en tachtig duizend gulden in kas en bijna zéven en een halve ton in prolongatie bij Oppenlieim en Van Till in den Haag. Heb jij ooit zooveel in kas Heb jij ooit drie kwart millioen bij je bankier staan?' „Niet altijd", zei ik bescheiden. „En als je ze had, en je moest vijf en twintig gulden van me heb ben zou je me daarvoor dan zóo achtervolgen „Nooit", zei ilc met een edelmoe dig gebaar, „ik zou ze je schenken." Deze edelmoedigheid maakte niet dien indruk, dien ik verwacht had. ,,'t Is zuur", zei hij, „alles wordt zoo duur en nou nog weer tien rijksdaal ders aan de gemeentekas, die er niet om verlegen zit „Jawel", waagde ik schuchter te beweren, „maar als iedereen er zoo over dacht zou de ontvanger ten slotte niet meer kunnen betalen Van Puffelen was intnsschen al weg, ik had het nakijken van zijn para- pluie en bespeurde meteen, dat ik on- beregenschermd in een stortbui stond. Ik nam dus den stap op, mij verba zende over de vreemde beschouwin gen, die Van Puffelen verkondigd had over 't betalen van gemeentelij ke belasting. De bui deed me denken aan een De Ontsnapping. En gelooft gij werkelijk, dat al les goed zal afloopen, mijnheer Mau rice Mijn waaide Miss Linton, ik ge loof, dat, voor zoover 't van onze po gingen afhangt, Sir Ernest Parvyn hedenavond om tien uur uit Dartmoor bevrijd zal zijn. Dank het geld. dat u mij gegeven hebt om hem om tekoo- pen en de belofte, dat hij nog meer zal krijgen, zal de bewaker ons niet teleurstellen. Hij zal na zijne ont snapping veilig verborgen worden, totdat de automobiel hem in vol maakte veiligheid kan brengen. De chauffeur, dien ik heb aangenomen, kan gerust vertrouwd worden, het jacht ligt gereed en u zult na midder- nacht vertrokken zijn. O hoe kan ik u danken, voor al hetgeen u gedaan hebt? Ik heb eene moeilijke taak ge had, dit stem ik toe, en als beloo ning daarvoor, moet u me eene be- lofte doen. i Eene belofte En welke ds die Zij is eenvoudig deze. Mijn neef. Sir Ernest Parvyn, werd beschuldigd zékere obligaties vervalscht en ver handeld te hebben. Gij zegt, dat hij onschuldig iis nu misschien is 't zooik weet 't echter niet. Ik weet slechts, dat gij zijne ontsnapping ver langt en, ofschoon gij weet hoe diep ik u liefheb, heb ik mijn eigen geluk opgeofferd om hem te helpen. Wees er van verzekerd, dat ,voor zoover 't aan mij ligt onze plannen heden avond zullen slagenmaar mochten zij door 't een of ander ongelukkig toeval mislukken, zijt gij er aan blootgesteld, beschuldigd te worden, getracht te hebben een gevangene te bevrijden. Hoe zullen ze mij in de zaak be trekken Mijne onderhandelingen met den bewaker zijn geleid in uwen naam. andere soort van regen, den goudre gen, die op sommige menschen neer- druipt. maar waar de meesten droog van blijven. Als de Haagsohe fi?ma Oppenheim en Van Till zeven en een halve ton van de gemeente in pro longatie heeft, verdient ze daar na tuurlijk wat aan, misschien wel niet onaardig, want de heeren geldhande- laars weten keurig te cijferen met rente, courtage, provisie en weet ik wat al meer, allemaal kleine postjes, maar die samen oploopen tot een heel zoet winstje. Waarom mogen Haarlemsche kantoren dat nu niet verdienen Ik weet wel, dat men zegt: „Oppenheim. en van Till heb ben indertijd eerf leening gebed of gedeeltelijk gesloten en die driekwart millioen zijn er 't overschot van", maar deze Haagsehe heeren helpen de gemeente Haarlem heusch niet om Godswil aan geld en ik zie niet in. waai'om die nu maar altijd, zoolang er van de leening wat over is, in den drup van 't goudregentje moeten blijven staan. Hoe is 't mogelijk, dat de Haarlemsche geldkantoren zelf er niet eens op wijzen, dat wat er aan de gemeente verdiend wordt, tóch zooveel mogelijk in Haarlem dient te blijven Ik mag niet veronderstellen, dat de ontvanger, na dit gelezen te hebben, dadelijk met een retourtje op den trein zal gaan zitten en de zeven en een halve ton uit den Ilaag terugha len. Dit zou doen denken aan over schatting van den invloed van de pers. Maar mochten er later belang rijke sommen door de gemeente bij Haarlemsche kantoren op prolonga tie worden gezet, dan zal ik dit be- i schouwen als een gevolg van mijn opmerking en als wel verdiende ma-1 Om zicli zelf te redden, zal hij u he- j schuldigen. Wanneer wij dus van- 1 avond niet slagen, is er slechts een weg om aan ten straf te ontkomen. En die is? Dat ge met mij vlucht. Het jacht wacht op ons en we kunnen stil ont snappen. We moeten in 't buitenland blijven, totdat de zaak vergeten is en j dan keert ge terug als— Ja? Mevrouw George Maurice. Uw vrouw? O neen, neen; dat kan ik niet doen. Ik beloofde Ernest. dat ik wachten zou ik heb 't hem beloofd. Ge kunt toch geen tien jaar lang op een gevangene wachten. Parvyn moge onschuldig of schuldig zijn, j maar ik ben niet van plan u gevaar te laten loopen. Als we van avond niet slagen, sta ik er op, dat ge met mij mede gaat en uw indentiteit on- der mijn naam verbergt. En als ik weiger Dan zal ik de autoriteiten waar- schuwen dat de gevangene Parvyn, van binnen en van buiten geholpen, trachten zal uit de gevangenis te breken. Zoudt ge dat doen Zoudt ge dan denken, dat ik van steen ben gemaakt, dat ilc maar •afgewezen kan worden, zonder het te voelen ik heb alle hoop op geluk opgeofferd, door behulpzaam te zijn in Parvyn's ontsnapping, en onze plannen zijn zoo goed beraamd, dat er slechts eene kleine mogelijkheid is voor mislukking. Die mogelijkheid nu reserveer ik voor mij als belooning. Als we slagen zijt gij en Parvyn van nacht in liet jacht onder zeilals 't ons mislukt... Moet ik met u mede? Juist. Ilc zie er geen anderen weg voor. Neemt gij 't aan? Sedert ge voorwaarden stelt, moet ik wel. Zorg dan, dat ge om tien uur gereed zijt, maar wees echter niet on gerust. als onze komst soms eenigs- zins verlaat mocht worden. Toen George Maurice Mamie Lin ton verliet, wandelde hij in een zeer tevreden stemming huiswaarts. Eindelijk zal 't geluk me dan 'dienen, peinsde hij. De oude heer Rupert Parvyn, aan hartzeer gestor ven, zijn waardige opvolger Sir Er- nest in de gevangenis en de deugniet Jack Parvyn in een dronkemansruzie doodgeschoten te San Francisco. Nie mand weerhoudt thans mijne erfenis van Parvyn's bezittingen dan die ge vangenis-vogel en wanneer mïjD vriendelijke bewaker zijn geld ver dient en juist schiet, zal mijn laatste beletsel een fatsoenlijke begrafenis krijgen ten koste der Regeering. Dan nog slechts de zaakjes te regelen voor een prettig leven met Mamie. Ja, eindelijk ben ik gelukkig! Met deze voor hem zoo heerlijke gedachte trad hij zijn zitkamer bin nen met 't plan de gunstige wending der dingen met een glas whisky te vieren. Terwijl hij dit deed. stond een man uit een leuningstoel op en staar de hem sprakeloos in 'i gezicht. Mau rice deinsde terug met een kreet van verbazing. Jack Parvyn Ja, Jack Parvyn. - Maar men heeft uw dood ge meld. 't. Spijt me voor u, dot dit bericht valsch was. Ik ben nog niet dood, niettegenstaande ik tweemaal ternau wernood ontkomen ben aan de han den uwer vrienden. Ik bevond, dat San Francisco niet gezond en niet ge schikt voor mij was, en liet uwe ge huurde moordenaars daar vrij om hun geld te verdienen door een onbe kend man te vermoorden en het lijk te identifieeeren als dat van uwen onderdanigen dienaar. Het het is niet waar. Ik ben niet hier gekomen om leu gens te hooren. Nadat ik San Francis co verlaten had, reisde ik naar Me xico en daar zag ik in een oude En- gelsche courant de mededeeling van mijn vaders dood. Wat doodde hem? Een hartkwaal, geloof ik. Een leugenHij werd gedood door de schande van zijn oudsten zoon en erfgenaam, die beschuldigd werd obligaties vervalscht te hebben en gij groote Hemelhoe kan ik mijne handen van u afhouden. Gij waart daarvan getuige, en zag die snoode onrechtv-aardigdeid geschie den zonder een vinger op te heffen om hem te redden. Gij vervalschte de obligaties en maakte mij je onschuldig werktuig om ze te verhandelen. Maar thans moet ik nog weten, hoe Ernest be schuldigd is kunnen worden. Ernest is een zelfopofferende dwaas geweest. Gij bedoelt Ik bedoel dat je van mij niet kon verwachten dat ik met mijn hoofd tegen de gevangenisdeur zou loopen door mij zelf te beschuldigen en toen uw broeder ontdekte dat gij te maken had met de frauden, was hij gek ge noeg om den meest geliefden zoon van zijn vader te sparen, door zijne schuld op zich te nemen. Jou schurkIk doorzie je spel- Je wist, dat twee jaren gevangenis straf Ernest zou dooden. en gij met mijn dood in San Francisco erfge naam zoudt zijn van allesmaar ge hebt uw laatste kaart gespeeld. Wat zult ge dan doen? Ik zal deze zaak onmiddellijk in orde maken door mij zelf aan te klagen en mededeeluigen te doen om trent u. Ernest moet onmiddellijk in vrijheid worden gesteld. Doe nu niets dwaas, maar luis ter naar mij. Ge moet niet denken, dat ik plan heb om uw broeder, en kelaarsprovisie een kwart procent in rekening brengen, dat ile betrokken kantoren me dan stellig met liefde zullen betalen. De serenade aan den Burgemees ter is gebracht met fakkels en lam pions. Mag ik er ook nog even mijn licht over laten schijnen Een oogenblik scheen het, alsof de deelnemers den moed zouden opge ven. 't Was vóór den aanvang, toen iedereen nog in de Sociëteit Vereeni- ging was. Er waren al zooveel giet- buien gevallen en er hingen er nog zooveel in de luchtzou men 't wel wagen en maar niet liever den bur gemeester verzoeken, de hem toege dachte hulde in de zaai van de Ver- eeniging in ontvangst te nemen Intusschen velen hadden de maan om den hoek zien gluren en hielden zich daaraan vast, niet letterlijk na melijk, maar figuurlijk. En in opge wekte stemming besloot men omhei er maar op te wagen. Die opgewekt heid was ook het deel van de sol- daaltjes, die de fakkels zouden dra gen en van pure vroolijkheid met fakkels en lampions dn de vestibule van de Sociëteit Vereeniging af en toe een Indiaanschen krijgsdans uit voerden, die zeker niet in "t Recueil Militair is opgenomen. Het malsche buitje, dat de stoet on derweg kreeg, sla ik over. Hij is op de Groote Markt, omringd door dui- zende menschen, het comité en de voorzitters der vereen igingen gaan oe hal binnen en de burgemeester wordt daar toegesproken. De feestelijkheid is dus nu in twee deelen gesplitst, een kleine helft, die I in de mooie zaal van 't Stadhuis rus- tig luistert naar de toespraken en 't antwoord en een veel grootere helft, die het buiten op de tochtige Markt wel koud kreeg, daar zij niets te doen 'had. In de zaal drong dan ook af en toe een eigenaardige in vieren gesplitste uitroep tegen met een duidelijk hoor baar vraagteeken aan *t eind, aldus De menschen in de zaal wisten aanvankelijk niet, wat dat beduidde. Het was een kreet, door een troep jongens precies gelijk op de maat uitgestootenKomt. er., haast.wat De vraag had geen pas, want de serenade gold niet deze jongelieden, maar den burgemeester. Intusschen, een serenade zonder publiek is ook niet het ware en de zangeressen, zan gers, musici hadden het op de Markt ook koud. Met alle waardeering van deze feestviering, die door de zorgen van het comité en de medewerking van de heeren Robert en Kriens en de besturen der vereenigingen in vier of vijf dagen in elkaar gezet is kun nen worden, zou ik de vraag willen doen, of 't niet beter zou zijn, voort aan de volgorde om te keeren. Eerst de serenade zelf, de uitree- ring van muziek en zang, daarna de toespraken. Dan kan het niet gebeuren, zooals nu, dat de heer Sneltjes zijn rede I moest afbreken om schetterende mu ziek van buiten en dan behoeft het publiek ook niet ongeduldig te wor den over het lange wachten. Voor een volgenden keer zou met deze „omwenteling" een proef geno men kunnen worden. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 7