Haarlems Dagblad NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Vraag en Aanbod Em Kwartje per plaatsing Twee Kwartjes te zemen Grootte der Advh&ogstms zes regeh 23e Jaargang. No. 6845 Verschijnt dagelijf.:-, behalve op Zon» en Feestdagen. VRIJDAG 20 OCTOBER 190b B HAARLEM S DAGBLAD AB.ONNBMEN T E N ADVERTENTIËN: ®*IB kaandbns N|-/art »ege-® 50 Cts.; Iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor de^kfrpen'in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom 'der Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel gemeente) c e s 1-30 u?oote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Franco per post door Nederland 1.65 Kleine advertentifin 3 maal plaatsen voor 2 «naai betalen. öSSÏzS^w/vobr'Haarlem I I I djif jMSMgMWJL ®edactl6 Administratie: C-roote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post „0.45 «swiammiinaaJ Teiefoonnumffler der Redactie 600 en der Administratie 724. Ultgavi der VenuostsslMF Leursns Caster. Directeur J. C. i'EEREBOOM. Drukkerij: Zuirk. Suitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en AdvertenWn worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentie-. en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiclté Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3Jbis Faubourg Montmartre. plaatst dagelijks Advertenbtén van (geen Winhei-Annonces) voor DRIEMAAL, mits binnen een Wiek, voor Betaling d Contant VAST SPREEKUUR ten gemakke van het Publiek regel, is in den behoudens buitengewone over aangelegenheden betreffende Directie, Redactie en Drukkerij te spreken dagelijks van half twaalf tot half een Groote Houtstraat 55. J. C. PEEREBOOM. Officieeie berichten LANDWEER. Onderzoek van Verlofgangers. Burgemeester en Wethouders van Haarlem geven bij deze kennis aan belanghebbenden, dat het onderzoek over de verlofgangers der Landweer, in deze gemeente gevestigd, zal plaats hebben op den Doelen alhier, op Vrijdag 3 November 1905, des voormiddags te 91/2 uur over hen, die in 1905 naar de Landweer «ijn overgegaan, en Dinsdag 7 November 1905, des voormiddags te 91/2 uur over hen, die in 1903 en 1904 naar de Landweer zijn overgegaan. en dat zij alzoo op den bepaalden tijd en de bepaalde plaats zich zul len moeten bevinden gekleed in uni form en voorzien van de verdere klee ding- en uitrustingstukken, hun bij vertrek met verlof medegegeven, als mede van het zakboekje en den ver lofpas. Aan het onderzoek zullen moeten deelnemen alle verlofgangers, die in 1903, 1904 en 1905 naar de Landweer zijn overgegaan onverschillig op wel ke data die overgang is geschied, met uitzondering echter van de verlofgan gers, die van de bevoegde autoriteit vrijstelling hebben verkregen van de verplichting om het onderzoek bij te wonen. Dienstplichtigen bij de Landweer, die krachtens artikel 15 der Land- weerwet van den werkelijken dienst zijn ontheven, zijn gedurende den tijd, dien zij in het genot zijn van de ontheffing, niet aan het onderzoek onderworpen. Zoo ook behoeven i 11 t ij d van vrede het onderzoek niet bij te wonen de categoriën van dienstplichtigen bedoeld in het tweede lid van artikel 15 der Land- weerwet en aangeduid bij artikel 1 ;van het Koninklijk besluit vatn 5 Sep tember 1904 (Staatsblad1 No. 220). Tevens worden hieronder medege deeld de hiertoe betrekkelijke bepa lingen der Landweerwet „Art. 21. Het Crimineel Wetboeken „liet Reglement van krijgstucht voor „het krijgsvolk te lande zijn op het „personeel van de Landweer, dat „zich onder de wapenen bevindt, van ..toepassing, en met opzicht tot de „•verschillende gevallen van desertie, „op het geheel e landweerpersoneel. „Dat personeel wordt geacht onder „de wapenen te zijn „lo. zoolang het zich in werkelijken i „dienst bij eene af deeling van de „Landweer of bij een der korpsen „van liet leger bevindt ,,2o. gedurende den tijd dien het in „uniform is gekleed. „Art. 31. De verlofganger van de „Landweer verschijnt bij het onder hoek in uniform gekleed en voor- „zien van de kleeding- en. uitrusting stukken, hem bij zijn vertrek met „verlof medegegeven, van zijn zak boekje en van zijn verlofpas. „Art. 32. Behoudens het bepaalde in „artikel 21 kan een arrest van twee „tot zes dagen, te ondergaan in de „naasthij gelegen provoost of het „naastbij zijnde huis van bewaring, „door den districtscommandant wor- „den opgelegd aan den verlofgan ger: „lo. die zonder geldige reden niet „bij het onderzoek verschijnt „2o. die, daarbij verschenen zijnde, „zonder geldige reden niet voorzien „is van de in het vorige artikel ver snelde voorwerpen; ,.3o. wien<; kleeding- en uitrusting stukken bij het onderzoek niet in „voldoenden staat worden bevonden „4n. die kieediug- en uitrusting- „stukken. aan een ander behoorende „als de zijne vertoont. „Art. 33. Is de verlofganger, wien „krachtens liet vorige artikel arrest „is opgelegd bij het onderzoek tegen woordig. dan kan hij dadelijk onder „verzekerd geleide in arrest worden „gebracht. „Is hij niet tegenwoordig en onder werpt hij zich niet aan de hem op gelegde straf, dan wordt hij, op /.schriftelijke aanvrage van den dis trictscommandant. te richten aan „den Burgemeester der woonplaats „van dien verlofganger, aangehouden „en ondeT verzekerd geleide naar de „naastbij gelegen provoost of het „naastbij zijnde huis van bewaring „overgebracht. „Art. 34. Onverminderd de straf in „artikel 32 vermeld, is de verlofgan- ,.ger verplicht, op den daartoe door „den districtscommandant te bepalen „tijd en plaats en op de in artikel 31 „voorgeschreven wijze voor hem te „verschijnen om te worden onder „zocht. „Art. 35. De verlofganger die zich j ..bij herhaling schuldig maakt aan t „het feit sub 4o. van artikel 32 be-J „doeld, of niet overeenkomstig arti- „kel 34 voor den districtscomman- „dant verschijnt, of voor dezen ver schenen zijnde, in het geval verkeert sub 2o. en 3o. van artikel 32 ver-1 meld, wordt in werkelijken „dienst geroepen en daarin geduren- „de ten hoogste drie maanden ge- j „houden. „Hierbij geldt de tweede volzin van „artikel 28. „Art. 36. De verlofganger van de „Landweer, die niet voldoet aan eene „oproeping voor den werkelijken „dienst, wordt als deserteur behan- ..dëld". I Voorts wordt medegedeeld, dat de verlofgangers, die door ziekte ver- hinderd zijn het onderzoek bij te wo nen, hiervan zoo spoedig mogelijk, door overlegging van eene genees kundige verklaring, ter Gemeente- Secretarie (2e Afdeeling) moeten doen blijken. Haarlem, 17 October 1905. Burgemeester' en Wethouders voor noemd, BOREEL. j De Secretaris, PIJNACKER. Stadsnieuws VERLOF DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Haarlem brengen ingevolge art. 37 der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97), zooals zij gewijzigd is bij de wet van 12 October 1904 (Stbl. No. 230), ter openbare kennis, dat is ingeko men een verzoekschrift van Mejuf frouw J. M. H. Engel, om verlof, in gevolge art. 34 dier wet, tot hetver- koopen van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank voor ge bruik ter plaatse van verkoop in het benedenhuis van het perceel aan de Kamperstraat No. 18. Haarlem, 17 October 1905. Burgemeester en Wethouders voor noemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. KANTONGERECHT. (Zitting van Woensdag 18 Oct. 1905.) NIET OM DE KNIKKERS MAAR OM HET RECHT VAN HET SPEL. Dit is, volgens den ambtenaar van het O. M„ toepasselijk op de zaak te gen E. Berghuis te Beverwijk. Deze man had zich schuldig gemaakt aan een overtreding van artikel 446 van het Wetboek van Strafrecht. Hij heeft namelijk geweigerd om een veldwach ter behulpzaam te zijn bij de arres tatie van een persoon, die in een herberg tegen den wil van den eige naar vertoefde. Het O. M. wenschte nu eens uitge maakt te zien of de verplichting in dit artikel uitgesproken, ook geldt voor een hert>erg. Op juridische gron den meende Z.E.A. aan te kunnen toonen, dat dit zoo is. daar een her berg geen gesloten, maar een beslo ten localiteit is. In Holland heeft men een eigenaar dige opvatting van de verplichting om de politie behulpzaam te zijn, men handelt doodeenvoudig alsof dit artikel niet bestond. In Engeland is dit anders. Z.E.A. herinnert zich nog, hoe hij voor 27 jaar eens in Londen was en daar eenige groote heerem, beursmannen, hun jassen zag uit trekken om de politie behulpzaam te zijn bij de inrekening van een stelle^ tje vechtende bierbrouwers. Zoo moet het ook hier in Holland worden, opdat elk mede helpt om de orde te handhaven. Aannemende, dat deze beklaagde ook in de meening verkeert als schier heel het Nederland sdhe volk en niet weet van deze verplichting, eischte het O. M. slechts een lichte straf, na melijk 5 gulden of 5 dagen hechte- VERGUNNING DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Haarlem brengen ingevolge art. 12 der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97). zooals zij gewijzigd is bij de wet van 12 October 1904 (Stbl. No. 230). ter openbare kennis, dat is ingeko men een verzoekschrift .van C. J. Vrouw es, om vergunning, ingevolge art. 55, le lid litt a. dier wet. tot het verkoopen van sterken drank in het klein voor gebruik ter plaatse van verkoop in de gelagkamer van het perceel aan de Bakenessergracht No. 1 Haarlem, 17 October 1905. Burgemeester en Wethouders voor noemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. EEN STROOPERSHISTORIE MET EEN STAARTJE. Vóór eenige weken stonden voorde Rechtbank een drietal bekende stroo- pers, wonende te Santpoort, terecht wegens verzet tegen de politie bij het in beslag nemen van een geweer bij een overtreding der Jachtwet. Thans werd deze overtreding voor den kantonrechter behandeld. De beide beklaagden, T. Kaasen brood en J. Zwartlaan. twee collega's, hadden als getuigen décharge me degebracht zekeren A Andringa en G. Zomerdijk. In tegenstelling met de verklarin gen van den veldwachter C. v. d. Lee, verklaarde een dezer, Andringa, dat Zwartlaan dien avond geen ge weer had gedragen. Deze verklaring hield hij, niettegenstaande de waar schuwing van den kantonrechter voor de gevolgen van meineed, vol. Z.E.A. liet van deze verklaring proces-ver baal opmaken. Evenzoo werd gedaan met de verklaring van den anderen getuige a décharge die ook tegenstrij dig was met de lezing van het ge beurde door Van der Lee gegeven. De opgemaakte proces-verbalen werden door Zomerdijk en Andringa onderteekend, waarna zij werden ge arresteerd om voor den Offj£ier van Justitie geleid te worden, als ver dacht van zich te hebben schuldig ge- maakt aan meineed. Op verzoek van het O. M. werd de i verdere behandeling der zaak uitge- j steld I VERWOESTE LEVENS OF EEN [PLEIDOOI VOOR DRANKBESTRIJ- DING. De sterke drank heeft wellicht meer levens verwoest en meer ellende gesticht, dan iemand durft vermoe den. Deze treurige ervaring krijgt een ieder, die geregeld de zittingen van de Rechtbank en het Kantongerecht bijwoont. Zooals men waarschijnlijk weet, worden overtredingen wegens openba re dronkenschap door den kanton rechter behandeld, en het ontelbaar aantal veroordeelingen bewijst, hoe reusachtig het leger is van slacht of- fers van den alcohol. Nog treuriger wordt deze statistiek, wanneer men 1 bedenkt, dat bijkans alle beklaagden 1 recidivisten zijn of het wellicht bin nenkort zullen worden. Elk kanton rechter heeft, wat men noemt, zijn vaste „klantjes", mannen, en helaas ook wel vrouwen, die geregeld voor hem verschijnen, steeds voor ditzelf de feit. 't Schijnt of er daardoor zoo'n soort vertrouwelijkheid ont staat, want in den regel zijn de ton gen dier beklaagden spoedig los. Meestal geeft de magistraat in vrien delijke maar strenge bewoordingen den raad, om toch eens eindelijk met het drinken op te houden. Vaak be loven de beklaagden dit dan, we'llioht in de hoop op een lichtere straf. Maar soms zijn enkele beklaagden ronder en eerlijker in hun antwoord. Zoo ook één, die Woensdag terecht stond, 't Is een 32-jarig man, maar door zijn verwoest, verschrompeld en on vriendelijk gelaat zou men: hem vele jaren meer geven. Deze verklaarde, dat hij zóó aan den drank verslaafd is, dat hij er niet meer huiten kan. i Alp hij eenige centen bezit, moet hij die aan Bachus offeren. Van zijn karig weekloon, als orgeldraaier ver diend, moet dan ook nog een groot gedeelte verhuizen in de lade van den kroeghouder, niettegenstaande zijn ouders gebrek lijden, daar zijn vader •niet meer in staat is te werken. De ambtenaar van het O. M. schetste de treurige levensomstandig heden van dezen beklaagde, waarbij hij liet uitkomen, dat de ongelukki ge reeds ontelbare vonnissen achter den rug heeft, en thans na pas uit de Rijkswerkinrichting waarheen hij al drie keer gezonden is ontslagen te zijn. weer eenige keeren als een „zwijn" op straat gevonden is. Aan een nieuwe reeks vonnissen begin nende eischte Z.E.A. 2 gulden boete of 3 dagen hechtenis. Op de vraag van den kantonrech ter .of hij deze boete dacht te betalen, antwoordde de beklaagde van neen. hij ging er maar voor zitten. Na nog tenslotte een bemoedigend woord van Z.E.A aangehoord te heb ben verliet de beklaagde, toonbeeld der menschelijke ellende, met onvaste stap de zaal. weemoedie- nagestaard door de weinige aanwezigen. Waartoe de drank een mensch al niet brengen kan VAN EEN IJDELE VROUW. Een tweetal plantsoenwachters wan delden op 'n schoonen Augustusmor gen in den Hout. Waartoe Wel waar anders om, dan om dit schoone lust oord, het Haarlemsche Eden. te be schermen voor zijn belagers, in den vorm van kattekwaad uitvoerende straatjeugd. Opeens werd hun op merkzaamheid getrokken door een dame. die met een rijwiel het dag- vaardingsproza sprak van een twee- wieligen wagen op een voetpad 1 reed. Al aanstonds klonk een vvaar- 1 schuwend woord uit den mond der bewakers. De juffrouw verliet dan ook het verboden pad, maar even la- j ter maakte zij zich weder aan het- zelfde feit schuldig. Nu dachten de dienaren van den Heiligen Herman dad aan plagerij, en zij besloten de juffrouw te verbalise eren. Zij werd aangehouden, en nu had het volgen de gesprek plaats. PlantsoenwachterHoe is uw naam, juffrouw Juffrouw Waarom Plant. U bent in overtreding ge weest en ik moet proces-verbaal op maken. Juffr. G. J. L Plant. Uw volle naam Juffr. Geertruida Johanna. Plant. Uw ouderdom Juffr. Dat ook nog? Plant. Ja. ook dat. eoi als u wei gert. zijn wij genoodzaakt u mede te nemen naar (het bureau in de Sme destra at. Juffr. Dertig jaar. Hiermede was dit incident geëin digd. De zaak zelf nog lang niet. De papa van de juffrouw beklaagde zich bij de politie over het onnet optre den harer ambtenaren. Zijn dochter was er ziek van geworden. Ook schreef hij een brief met dergelijke klacht aan den kantonrechter. Woensdag werd deze bekeuring be handeld, en bleek o. m„ dat de juf frouw, de dienaren der politie wat voorgejokt had. Uit het register van den Burgelijken Stand bleek, dat zij niet 30, maar 37 jaar oud was Het O. M. eischte tegen dit lid van het schoone geslacht dat wijselijk maar niet verschenen was vijf gul den boete. Ruit v e r b r ij z e 1 d. Woensdagmiddag had in de Ane- gang eene aanrijding plaats van een handwagen door een met een paard bespannen wagen, tengevolge waar van de handwagen terecht kwam in de groote spiegelruit van het speel goedmagazijn van den heer Van Ko- ningsbruggen. waardoor de ruit to taal verbrijzeld werd. Een en ander veroorzaakte een groote volkstoeloop. STUKKEN VAN DEN RAAD. B. en W. stellen voor om opnieuw voor den tijd van 5 jaren vast te stellen eene verordening, houdende aanwijzing van een gedeelte der ge meente, bestemd voor het oprichten, hebben of gebruiken van klopperijen van tapijtenen wei het gedeelte, be grensd door het Vuilrak. het Spaar- ne. de Papentorenvest. de Oostvest, Lange Heerenvest. Zomervaart en de tusschen het Vuilrak en de Zomer vaart liggende Oostelijke grens der gemeente. Het is verboden elders in de ge meente het bedrijf van tapijtklopper uit te oefenen. B. en W. stellen voor uit den post voor „onvoorziene uitgaven" voor vooruitbetaalden huur aan J. W. van Tongeren terug te betalen 3.33. B. en W. stellen voor het le suppl. kohier van de plaatsel. directe belas ting dezer gemeente voor het dienst jaar 1905 vast te stellen tot een be drag van 8075.14 1/2. innenland „VOLKSONDERWIJS." Dc-zer dagen hield de Vereeniging .Volksonderwijs" in „Odéon" te Am sterdam haar algemeene vergadering onder voorzitterschap van den heer C. A. Zelvelder. Deze riep den afgevaardigden liet Feuilleton. EEN VAN MIJN ZOONS Door ANNA KATHERINE GREEN. 40) Om mij heen kijkende, zag ik. dat Moeder Vroolijk niet vlak bij stond, toen fluisterde ik Een jonge zeeman met den naam j van een gentleman. U kent den naam; ik ook Leighton Gillespie. Zij had niet verwacht, dat ik zoo ver zou gaan. Met moeite een ver schrikte kreet onderdrukkende, streek zij met beide handen over 't hoofden wankelde naar de deur, waardoor zij was binnengekomen. Ik ken den man niet, waarvan gij spreektik ken u ook niet. Ik ben een vrije vrouween vrije vrouw gilde zij en haastte zich naar de trap. Ik trachtte haar nog tegen te hou den, maar zij was zoo lenig als een kat. Toen ik de trapopening langs keek, zag ik haar verdwijnen en te rugschrikkend van de benauwde at mosfeer. die mij tegemoet kwam, gaf ik het op. Meer krijgt u haar vandaag niet ie zien, mompelde de rauwe stem van Moeder Vroolijk achter mij. Als zij zoo is, kan u 't gerust verder opge ven. Maar u heeft toch wat voor uw geld gehad. U heeft haar hooren zin gen u heeft haar zien dansen. Daar kan niet iedere man op roemen. Zij is schuw voor mannen ten minste, zij wil nooit voor hen zingen. Misschien keek ik verwonderd mis schien enkel teleurgesteld. Hoe het zij Moeder Vroolijk be greep mijn gelaatsuitdrukking ver keerd, zij kwam dichter bij mij staan en toen ik mij klaar maakte heen te gaan. fluisterde zij met een knip oogje Als u werkelijk noodig heeft, wat u zegt. kom dan over een week terugen als ik 't kan krijgen, zal u het hebben. Ik gaf haar nog een dollar. Hoe noem je dat meisje vroeg ik met mijn hand aan de deurknop. Millie, antwoordde zij. Zoo noemt zij zichzelf trouwens niet, maar zoo noemen wij haar. Het was dus. zooals ik gedacht had. Ik had Millefleurs gezien en naar haar geluisterd, de vrouw aan wie Leighton Gillespie zulke smeekendC woorden gericht had. HOOFDSTUK XXII. Een onaangenaam Uur met een onaangenaam Man. Dit onderhoud maakte een kolossa len indruk op mij. j Ik droeg een smartelijk gevoel met mij om, zooals ik alleen na enkele ondervindingen in mijn leven gekend had en ik begon den man, die, om aan vergift te komen, in staat was 1 gebruik te maken van zoo'n rampza- j lige vrouw, met meer dan gewone te genzin te beschouwen. Leighton Gillespie was een man i van de wereld. Hij kende de zwakke zijde van dit ongelukkige wezen en hoe zou hij aan vergift komen bii een apotheker of drogist durfde hij 't niet koopen. Ieder, die deze vrouw zag, kon haar geschiedenis be - grijpen. Hoe vroolijk zij ook was. hoe opgewonden zij ook kon zijn in oogen- blikken van heftigen hartstocht, daartegenover stonden weer buien I van sombere neerslachtigheid, mis schien zelfs wel van heftig lijden, die alleen in morphine verlichting kon den vinden. Hij wist dat en maakte daarvan zonder verhindering of gewetenswroe ging gebruik. Was hij een monster van zelfzucht, of een man, die door de liefde voor een onwaardige vrouw tot het slechte verleid was? De laatste theorie scheen de meest waarschijnlijke, omdat alle goede eigenschappen niet konden ontbreken in een man, die dikwijls een hulp was geweest voor ongelukkigen en de red dende hand had uitgestoken naar bij na mislukten. Twee wegen van onderzoek en slechts twee beloofden met succes be- kroond te worden. Een dezer scheen mij de meest practische. Maar hij was niet binnen mijn bereik terwijl de andere weg nauwelijks als meer dan een droom beschouwd kon wor den. Eerstens dacht ik aan hetgeen de oude bottelier waarschijnlijk zou we ten terwijl de droom ja. de droom was deze Sinds eenigen tijd vermoedde ik het bestaan van een geheimen tot nu toe onbekenden getuige van dezen mis daad, een getuige naar wiens ver schijnen op 't tooneel ik dagelijks had uitgekeken, en aan wien ik ook nu nog niet wanhoopte als iemand, die belangrijke getuigenis zou kun nen afleggen. Welken reden had ik voor dezen droom Ik zal trachten het u uit te leggen. Toen ik u den plattegrond van de benedenkamers van het huis der fa milie Gillespie liet zien, heb ik daar op duidelijk ook het venster aan de linkerzijde van de schrijftafel des heeren Gillespie geleekernd. Maar ik sloeg geen acht op dat venster, ook vond ik 't niet de moeite waard te vertellen, dat ik dit Venster zag opengeschoven, toen ik Claire voor 't eerst in de kamer volgde. Later deed ik het raam dicht maar niet voordat ik had opgemerkt, dat er een venster openstond daar juist tegenover de binnenplaats van de Gillespie's, een raam van het aangrenzende huis en dat in de kamer daarachter een man steeds onrustig op en neer liep. Welnu, als deze man eenigen tijd in die kamer was geweest, dan had het alle kans, dat zijn blikken meer dan eens in het schitterend verlichte kantoortje van Mr. Gillespie waren doorgedrongen, omdat hij lijnrecht daartegenover stond. Zoo ja. hoeveel of hoe weinig had hij dan gezien van hetgeen daar gebeurde? Dat zou ik nu zien te weten te komen. Natuurlijk was het ook mogelijk, dat hij pas daar gekomen was. toen ik naar hem keek en dus te laat om meer te zien, dan ik van hetgeen daar was voorgevallen. Ook was het mogelijk, dat hij daar geweest was en alles had kunnen zien, maar dat hij zoo in eigen gedachten verdiept was geweest, dat aangelegenheden van anderen voor hem verloren gin- gen. Intusschen. de mogelijkheid was niet buitengesloten en besluitende, dat bij deze onzekerheid handelen in elk geval beter was dan stil zitten, nam ik maatregelen om te weten te komen, wie deze jonge man was, en of er een middel zou zijn om kennis met hem te maken. Sam Underhill was de eenige man, die ik in staat achtte om dat te weten te komen. Ik ging daarom er op uit om hem te zoeken en was zoo geluk- kig hem juist te treffen, toen hij te- s rugkeerde naar zijn kamer om eenige schouwburgkaartjes te halen, die hij vergeten had in zijn zak te steken. Ik hield hem tegen vóór hij mij kon ontsnappen. Hoe heeten de bewoners van het eerste huis ten westen van de Fifth Avenue in de Fifty Street vroeg ik. 1 Kun je je 't huis herinneren? Dat huis met dien small en bruinsteenen gevel met een vaas kunstbloemen voor een der vensters van de ontvang kamer. Ik ben een boon alg ik 't weet, zei hij zeer ongeduldig, terwijl hij veelbeteekenend keek naar de schouw- burgkaartjes in zijn hand. Toen hij zag. dat ik niet in oen toestand was, om mij voor den gek i te laten houden, stemde hij toe, dat de naam Rozenthal was en onver- schillig voegde hij er bij Wat gaat dat jou eigenlijk aan i O. nu begrijp ik 't, je bent nog aan 't rondsnuffelen, nog tobbende over die vergiftigingszaak van Gillespie. Ja, de familie Rozenthal woont in het huis, dat je bedoelt, maar dat heeft toch niets met de bekende zaak te maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 5