naar beneden dragen en stond ver
schrikt en bevende in den tuin.
Waar is 't dichtstbij zijnde politie
bureau? riep ze uit.
Loop zoo hard als ge kunt
en breng drie of vier politieagenten
mee. Ze zullen een verschrikkelijke
misdaad vernemen.
Een van haar zusters snelde weg
en kwam spoedig terug met drie man
nen der wet. Mevrouw Arnold had
intusschen haar dochter weer naar
de vestibule gebracht.
Wat is er gaande? vroeg een
zeer kalme stem, die van onder een
gouden bril kwam. Wat moet datbe-
teekenen
Dat is hij schreeuwde mevrouw
Arnold. Dat is de moordenaar. Arres
teer hem.
Wat, mijnheer Polwhele On
zin antwoordde de hoofdagent.
Dat dunkt me ook, zei de heer,
De officier van de wacht maakte'
omstreeks één uur een inspectie-ron
de en kwam hij post III, juist toen
de maan, die eenigen tijd was schuil
gegaan van achter een wolk te voor
schijn kwam. De officier huiverde,
vlak voor zijn voeten lag de schild
wacht, weer met een pijl doorboord.
Ijlings werd alarm geblazen, maar
niettegenstaande alles werd afgezocht
gelukte het niet, een spoor van den
sluipmoordenaar te vinden. Het ge-
iieele garnizoen werd door schrik be
vangen. Niemand vreesde een open
lijken vijand, maar tegen deze on
zichtbare aanvallen was geen tegen
weer mogelijk.
In de bijeenkomst der officieren
werd den volgenden morgen het ge
val lang en breed besproken. Men
vroeg zich af, of men de manschap
pen wel langer aan het gevaar mocht
blootstellen van verraderlijk te wor-
op wien dit gesprek doelde. Wees als-den vermoord, maar deze wachtpost
jeblieft zoo goed me eens te vertellen j was de gewichtigste van alle en al-
wat dat toch beteekent. leen na goedkeuring van de hoogste
Twee lijken zijn boven op uw autoriteiten mocht zij onbezet blij-
kamer gevonden, mijnheer, zei de j ven. Nog waren de officieren aan het
slotemaker. beraadslagen. toen de boodschap
Nu, ja, daar liggen ook twee lij-werd gebracht„De soldaat Rogers
ken. t Waren ten minste lijken zoo- i wenscht den overste te spreken",
wat 4000 jaren geleden, zoodat ik commandant begaf zich in zijn
niet begrijp, dat ik daarvan de bureau en keerde na een wijl bij de
schuld draag, 't Zijn mummies, m'n verzamelde officieren terug.
lieve menschen, echte mummies, door - "De j°n&e Rogers heeft verlof ge-
mij bij de groote Pyramide in Egyp- V1*aagd, post III hij nacht te mogen
te gevonden. bezetten, tot hij het geheim heeft op-
j gelost en ik heb hem dat verlof ge-
Volkomen verslagenheid van Blauw- geven zeide hij.
baard's schoonmoeder. Aftocht der i ^en van bezorgdheid vloog
.politie. over aller gelaat. De jonge Rogers
De kleeren, waarin de lijken vvas een kapiteinszoon en eerst voor
waren gewikkeld, zei mijnheer Pol- zes niaanden in dienst getreden, met
whele even later tot zijne vrouw, I'eI doel den officiersrang te halen,
zijn bedekt met inscripties, welke ik Hij was door allen bemind en geen
aan t beschrijven ben. Ik vreesde, j wonder was dus, dat men beproefde
dat je 't op je zenuwen zoudt krijgen, van ziïn voornemen af te bren-
als je de mummies daar zoo zag lig- 8^n-
gen en hield daarom dan ook de ka- „Neem den post dn, als het uwe
maakt, om met den boog in de hand'
zijn niets vermoedend slachtoffer te
kunnen naderen. Door den schijnba
ren slaap van den soldaat Rogers
tot onvoorzichtigheid verleid, had hij
een welverdienden dood gevonden.
Ongetwijfeld waren de beide eerste
schildwachts door hem verschalkt en
het scheelde maar weinig, of het was
hem gelukt een derden scalp te be
machtigen. De jonge Rogers werd
van alle zijden geluk gewenscht.
De commandant deed den minister
van oorlog een bijzonder rapport toe
komen en het duurde niet lang, of de
onverschrokken jonge man was in
het bezit van zijn aanstelling als of
ficier.
mer op slot.
beurt is, maar stel u niet noodeloos
aan gevaar bloot", luidde hun wel
gemeende raad. Het baatte niet. De
jonge man had een idee, en wanneer
hij de juistheid daarvan bewees, was
•hij zeker van den officiersgraad, het
doel zijner wenschen.
De maan stond hoog aan den wol- Hjj werd overdag van alle oefe-
keloozen hemel en bescheen met haar niiigen ontheven en nam tegen den
zachte stralen de zandwoestijn van nacht zijn plaats op nummer III in.
Een gevaarlijke
Wachtpost.
Arizona. De soldaten van het fort en
de officieren met hunne gezinnen la-
De eene nacht volgde op den ande
ren, maar er gebeurde niets. De
gen in diepe rust. Nu en dan klonk het maan, hoewel aan het afnemen, was
huilen van een jaklialls over lie vlakte ajty d iieIdar genoeg, dat Rogers nog
maar overigens stoorde geen enkel ieVend weren op de vlakte kon
geluimd de stilte van den nacht.
Het sloeg drie uur en van wacht
post nummer I wordt het geroep ver
nomen
„Nummer 1, drie uur,
orde 1"
Een kleine pauze en nummer II
antwoordde
„Nummer II,
orde
Nu volgde een lange pauze.
De sergeant van de wacht trad
naar buiten en luisterde.
„Nummer III schijnt te slapen", zei
onderscheiden.
Hij zat plat op den grond, met den
rug tegen het tuighuis geleund en
liet geweer over de knieën. Men zou
in gezegd hebben, dat hij sliepin wer
kelijkheid evenwel liet hij zijne
scherpe oogen over de vlakte gaan en
lette nauwkeurig op al wat hij zag.
drie uur, alles in jjjj wist dat de Apache tegelijkertijd
sluw en vermetel is, en hij .hield zich
overtuigd, dat de Indiaan, vooral
den tweeden keer, niet onverhoeds
zijn slachtoffer had kunnen naderen.
De moordenaar moest den schild-
hij wrevelig. „Een ergerlijk plichts- wacht door een of andere vermom-
verzuim van een post, die het tuig
huis bewaakt."
Hij wendde zich tot nummer I en
gaf bevel, het geroep te herhalen.
ining hebben misleid. Doch waarin
bestond "die vermomming?
„De Apache zal zich veeleer bloot
geven, als hij mij ingeslapen waant,
Nummer I gehoorzaamde, nummer dan wanueer hij weet, dat ik op
II bracht het signaal verder... hieü Iujju ho(xle hen", was de slotsom, die
hieid het wederom op. De sergeant bem had doen besluiten,, zijn zitten-
cotmmandeende de patrouille aan te de houding aan te nemen,
treuen en snelde naar het tuighuis. Uur na uur verging, en Rogers zat
Toen hij post nummer III bereikte, bewegingloos op zijn post. Het was
zag hij den soldaat languit op den 2 uur, toen hij op eenigen afstand
grond liggen, het gezicht in het zand, eeu voorwerp meende te bespeuren,
dood, koud en stijf. Zijn hand hield da^ behoedzaam nauer kwam. Voor-
het geweer nog omklemd en in zij)* ziChtig spande hij den haan van zijn
borst stak een Apachen-pijl. geweer Hij was een geoefend schut-
Drie snel achter elkander afge- ter cn wee fiet doel, waarop hij aan
vuurde, geweerschoten en het gerof- iegdo. Het doel naderde meer en
fel der alarmtrom brachten in een meer en Hogers bleef maar aldoor
oogwenk het geheele garnizoen op de -ziUen, alsof hij sliep,
been. Naar alle richtingen werden ..Kijk, dat is „korporaal" zei hij
verkenningen ondernomen, maar ner- 0peens zicb zeiven.
gens vond men een spoor van een „Korporaal" was een prachtige
Indiaan. New-Foundlanderhond, de lieveling
Den volgenden dag werd het slacht- van het geheele fort, die twee weken
offer van dezen verraderlijken over- geleden op een geheimzinnige wijze
val begraven. Met ontbloote hoofden, was verdwenen Het algemeen gevoe-
ernstig en zwijgend, stonden de sol- len was, dat hij moest gestolen zijn.
daten om de groeve en luisterden Aanvankelijk wilde Rogers de hond
naar de woorden van den geestelijke lot zich roepenhij herinnerde z>ch
die een korte toespraak hield. Na- echter zijn voornemen, elk levend
tuurlijk had zich een sombere stem- wezen neer te schieten, dat zich on-
ming van het heele fort meester ge- der het bereik van zijn kogel waagde,
maakt. jHij bleef dus stil zitten en niemand
De soldaten verzamelden zich in zou vermoed hebben, dat de oogen-
groepen en bespraken levendig hetschijnlijk in slaap gevallen schild-
raadselachtig geval „Hoe zou dat wacht elke beweging van den nade-
wel toegegaan zijn vroeg de een renden hond bespiedde,
den ander af. Het was helder maan- j Het denkbeeld van den soldaat,
licht geweest en nergens bevond zich zich slapende te houden, was zeer
een voorwerp waarachter zich een goed, want toen de houd dichter bij
Indiaan had kunnen verschuilen. De kwam, meende hij eenige eigenaar-
manschappen, die op verkenning digheden aan het dier op te merken,
waren uitgezonden, keerden na een <de hem verdacht voorkwamen,
lang en vruchteloos zoeken terug. f „Misschien is „korporaalvan hon-
Weder was de avond gevallen. Er i ger uitgeput of het maanlicht speelt
bestond geen gevaar, dat de schild- tmij parten", dacht Rogers. De hond
wacht op post III het aan de noodige 1 wat nu onder schot gekomen en hij
waakzaamheid zou laten ontbreken, mocht dus niet langer talmen.
De maan scheen zoo mogelijk nog
helderder dan den vorigen nacht en
elk voorwerp op de vlakte was bijna
even duidelijk te onderscheiden als
bij dag. Elk half uur werd het sein
van nummer I prompt door de ande
ren beantwoord.
Bijna niemand verwachtte een her
haling van den moordaanslag. De
een voor, de andere na ging ter ruste
en eindelijk was het laatste licht uit
gedoofd.
De morgen kwam en er was niets
voorgevallen dat de rust in het
fort had kunnen storen. Eenige da-
gen gingen voorbij en langzamer
hand werd alles weer als voorheen;
bijna niemand dacht nog aan het
gruwelijk geval.
..Het gaat op leven en dood", be
sloot hij, „en heb ik mij vergist, wel
aan. dan is er toch niets meer ver
beurd dan een hond."
Langzaam, onhoorbaar legde hij
aan en mikte. Een scherpe knal en
een gehuil, zooals alleen een doode-
lijk gewonde Apache kan uitstooten,
deed het heele garnizoen uit den
slaap opschrikken.
In ongelooflijk korten tijd waren
allen voor het tuighuis te hoop geloo-
pen, want 'cder vreesde, dat zich het
bekende treurspel zou hebben her
haald.
Do geschiedenis was spoedig ver
teld.
De Apache had van de. huid van
den armen „korporaal" gebruik ge-
De beide Hoornblazers.
Zij legden den gekwetste in de al
koof met de groene gordijnen, daar
na, den grijsaard naderend, die werk
tuigelijk zijne pijp tusschen de vin
gers klemde, zeide zij
„Ziedaarde arme jongen zal u
niet veel overlast aandoen't is ze
ker weldra met hem gedaan. Hij was
een kloeke kerel; hier zal hij gerus
ter stervan dan op het veld."
De oude boog nog dieper het hoofd.
„Misschien hebt ge een zoon onder
de wapens, oude?"
„NeenWel heb ik zelf gediend,
'k Was hoornblazer bij het derde
zouaven-regiment, vrienden."
..Zooals .hij dus. Enfin, hij heeft
zijn laatste signaal geblazen."
„Maar wat een signaal Reeds toen i
hij gevallen was. blies hij nog. blies j
hij als een razende, en de turco's 1
sprongen vooruit als razenden." I
..Een dappere dus", zegde de oude j
hoornblazer. ..Weest gerustals een
dappere zal hij sterven en komt hij
tot zichzelven. een vriend zal naast i
hem staan."
..Dank u. vriend."
Zij verwijderden zich en zochten
hun bivouac weder op.
De oude bleef eenzaam achter, roer-
loos bij den haard staan, in gedach
ten verzonken.
Waaraan dacht hij
Aan zijne jonge jaren, toen hij, den
aanval blazend, met zijn regiment de
steile hellingen van de bergen in
Kabylië beklauterde of storm liep te-
gen Constantina
Heerlijke dagen van krijgsroem,
toen de tonen uit zijn klaroen Ara
bieren, Russen, Oostenrijkers, Chi-
neezen op de vlucht dreven
Thans was hij een zwakke, onmach
tige grijsaardthans moest hij het
Fransche leger zien wijken voor de
Pruisen.
Droef gestemd was hij alleen.
En hij luisterde naar de tonen van
vroeger naar de tonen, die een
knaap met bruinroode wangen, zijn
jongen, uit de vaderlijke trompet
blies.
Frangols Lorain bracht uit Afrika,
naast een kogel in de knie. die hem
tot gebrekkig loopen dwong, en de
millitaire medaille, die zijne borst
sierde, een kleinen jongen van twee
jaar mee. De moeder, eene Moorsche,
was reeds dood. Als de meeste solda
ten, wist Lorain zich uitmuntend te
redden zijn kleinen Pieter was hij
vader en moeder tegelijk hij aanbad
hem. maar verborg zijne groote lief
de, wijl hij die .onvereenigbaar acht
te met de krijgstucht.
Het kind groeide opde trekken
van den vader had het en het kroes
haar zijner moeder; kloek, slim en
aardig was de kleine.
..Een wakker soldaat zal hij wor
den". zeide de oud-gediende vol trots.
Ongelukkigenvii?e scheen Pieter van
ziine moeder de slechte gewoonten der
Mooren geerfd te hebben. Rooven zat
hem in het bloed. Lorrain mocht doen
wat hij wilde, dc knaap verbeterde
zich niet.
Op zekeren dag bezondigde hij zich
aan diefstal.
De oude zeide niets meerzwij
gend nam hij de militaire medaille
van zijne borst, hing die onderschei
ding aan een nagel en joeg toen zijn
zoon weg.
Hoe de jongeling smeekte en beter
schap beloofde, het baatte niet. Zelfs
de gebeden van den bestolene ver
mochten niets op het hart van den
vader. Pieter was heengegaan en had
verder niets meer van zich laten hoo-
ren. Was hij dood? Men wist het niet.
Nooit was zijn naam meer over de
lippen van den oud-gediende geko
men. en in dien tijd. dat zoovele va
ders sidderden voor het leven hunner
kinderen, had hij niet de bange zoet
heid van te vreezen voor dat zijns
zoons.
De groene gordijnen bewogen even.
onder een licht kreunen bewoog zicb
de gekwetste.
Na een kaars aangestoken te heb
ben. naderde Lorrain de alkoof.
..Verlangt gij iets?" vroeg hij.
„Ik
Hij vermocht deoi zin niet te volein
digen.
Door het geluid dezer stem als ge-
élcctriseerd richtte de gekwetste zich
met bovenmenscheli i ke inspanning
een weinig op. en de vader herkende
in dat verminkt gelaat, dat bebloed
hoofd, met doeken omwonden, zijn
zoon Pieter.
„Mijn zoon, mijn zoon 1" stamelde
hij met gesmoorde stem.
Het kaarsvet droop in gloeiende
droppels langs zijne vingers hij
voelde het niet: roerloos stond hij
daar, met starre blikken het kind be
schouwend, dat hij zoo innig lief
had, ook nu nog, dat hij zoo lang in
stilte had beweend.
Ook hem had de gekwetste her
kend.
„Vergiffenis vader, vergiffenis!"
murmelde hij, do handen vouwend.
De oud-gediende zweeg.
„Vergiffenis!" drong de gekwetste
aan; .vergiffenis, vader! Ik heb slecht
gedaan, maar ik sterf als een held."
Nog zweeg de oude, en de armej
gewonde viel op zijn kussens terug, j
Maar toen voelde hij, dat iets
vochtigs op zijn gelaat druppelde:-
vader tranen, die de smet weg-wisch-
ten, die dit jonge voorhoofd bezoe-
deldë.
Daarna nam de oude zijne 'militaire
l medaille van den nagel, waar zij zoo
lang onder het kruisbeeld had gehan-,
jgeri, en hechtte ze vast op de borstj
1 van Pieter.
Do gloed der verrukking gleed over S ^ichter bij, opdat de gloeiende lak
liet gelaat van den jongeling, hij j kan druppelen op zijn borst,
bracht met bevende hand de medaille!
«eHPPen en fluisterdej Na ait kort baïel volg4e weer dood_
Dafwas zijn laatste woord. j sohe stilte' In de verte sl0e« 6en Hok:
mijn angst was ontzettend; tever-
„Sergeant, begin hei appèl 1" J geefs trachtte ik een teeken van le-
Bij het aanbreken van den morgen ven te geven tevergeefs, ik was een
vormde zich het sterk gedunde regi-stijf üjk. Ik luisterde gespannen, nog
me\ubertaltijd geen geluid rondom mij Nu ver-
Present i hief zicl1 vveder> en ik hoorde het:
'„Mohamed?.... Ali?.... Lorrain!" het onderzoek was afgeloopen en ik
..Presentriep eene forschestem. had de werking van het gloeiend lak
Aller "blikken vestigden zich op den niet gevoeld. Toen hoorde ik het
hoornblazer. vrccselijke woord van den dokter
De oud-gediende. bleek als een doo- Dood men brenge het lijk in de
de. maar met droge oogen. in deuni- ,-„,1 A
form van zijn zoon. trad naar voren. kamer, k zal de moeder den
..Ik heet Lorrain. oud-hoornblazer dood van haar Seliefd kind melden,
bij het derde zouaven-regimentik Dat was het laatste, wat ik ver-
vervang mijn zoon, pas door den vij
and gedood.
Zwijgend ontblootte de officier zioh
het hoofd voor den oud-gediende en
het appèl ging voort.
„Voorwaarts Voorwaarts
De vijand was teruggekeerd.
nabij de kleine schaar omsingelend.
„Voorwaarts
nameene doodelijke onmacht nam
mijne bezinning weg. Hoe lang ik i
daar lag, weet ik nietik hoorde zoo 1
iets van krakend stroo en het suizen
van de wind aan de vensters. Een j
lichte huivering beving mij en het J
van scheen, alsof een lichte levensadem
dwaalde tourist laving en onderdak
kan vinden.
Voor den bouw dezer, door iederen
Alpentoerist zoo hoogelijk gewaar
deerde pleisterplaatsen ontvangen de
betreffende secties 50 tot 60 pCt. der
onkosten uit de centrale kas. Op deze
vergadering te Fugelberg werd het
aandeel vastgesteld voor den bouw
van een drietal nieuwe Alpenhutten
en men zal wellicht met belangstel
ling kennis nemen welke dit zijn. Zoo
ontving de groep Bernina 2400 frs.
voor de clubhut op den Sciora-alp in
Bergell de groep Diablerets 4000 frs.
voor de nieuwe hut op den Col d'Or-
ny de afdeeling Titlis 5100 frs. voor
een lrut op den^ Plankenalp in het
Engelberger Rotstock.
Bepaald werd, dat voortaan al deze
hutten voorzien moeten worden met
brandhouten om te toonen dat een
Alpenist tevens een liberaal mensch
is. zoo werd warm bepleit het open
stellen der hutten ook voor leden
van bevriende Alpenclubs.
mijne ledematen deed herleven. Ik
trachtte mij op te richten en het
d"n loch k™ ik niets öen- want
''E^rfdderinfr doorliep de soldaten er heerschte een ondoordringbare
■duisternis. Ik tastte zoover mijne ar
men reikten, rondom mij. Wat was
bij die woeste, zielverscheurende too
nen.
't Was iets ontzettend, iets wanho- dat?
pigs: een kreet van woede, van ve>r-
twijfelende wraakzucht van den- va- M'jn hand raakte een stijf, koud
der. den Franschman. lichaam en ik verschrikte geweldig.
En de turco's sprongen voort, voort, Ik poogde van mijne ligplaats op te
meegesleept, woest, dronken van staan; het ging niet, loodzwaar wa-
jvoede. ren mijne beenen.
De oude liep even snel als zij niet jater er eön ZWakke straal
"r,r
ophouden. lichtte de ruimte. Mijn bloed stolde
Het bloed sprong hem uit den mond daar naast mij lagen drie lijken in
een nevel hing hem over de oogen, het wit gehuld. Een schelle schreeuw
koortsig klopten zijne slapen. kwam over mijne lippen en bewuste-
Woedend stormt hij altoos verder. i00s ZOnk ik op mijn ligplaats "terug.
Een kogel verbrijzelt hem den rech- cfUn-Pfion pn dnf klnkkpn-
terarm; hij neemt zijne trompet in iaast'ge sollieden en dof klokken
den linkereen andere kogel dringt Selu' wekten mij weder. Ik hoorde de
in zijn been toch snelt hij voort. stera van den dokter, die met de
Daar treft een derde hem in de vol- overste der inrichting zacht sprak:
le borst, en hij stort levenloos neer, „Er is geen tijd te verliezen ,de
op dezelfde plek, waar daags te vo- geestelijke en de genoodigden wach-
ren zijn zoon bezweken was. E,n
Zóó stierven de beide hoornblazers, S]echts een 00genblik oponthoud-
vader en zoon.
Levend begraven.
Het was op een kouden November
avond van het jaar 1879, toen ik in
een stil vertrek der aangename res
tauratie van het Weener kunstenaars-
huis met kapitein Z. een partij schaak
speelde. Toen de laatste reeds een
vroeg de dokter, „de moeder van den
overledene komt misschien nog".
„Het kan niet langer, dokter,
hierheen de kist
Spoedig hoorde ik de doodkist neer
zetten, men legde mij er in, en wel
dra krasten ook de schroeven boven
mij. Tk trachtte mij te bewegen, te
vergeefs, de vroegere stijfheid des
doods hield mij weder vast. Ik be-
aanzienlijke bres in mijne stelling ,te whweuw®,
6 O, Hemel, nu word ik levend begr.a-
geschoten had, trad de ons bevriende
dokter R. binnen. Vriendelijk lachend ve^,' lno(Dfn
begroette de dokter ons beiden, maar Nu ,ms k!aar' dVf.
wij bemerkten spoedig, dat beden sch™f was In T,ljn 4°°dsklst «f
zijn vroolijkbeid slechts gemaakt was. (Jraalrt £cen ontkomen meer.
„Wat hebt gij dokter?" vroeg ik, vencl bepre.ven
„gij schijnt slecht geluimd vandaag." ™as laatsta' f n0^"!"
„ik had een strijd met een mijner <W* kon denken; het verdere hoor
coilega's. Denkt eens, heeren, sedert 'k aJs 1,1 ecn droom Maar we dra
drie dagen ligt bij ons in het lijken- oene stem r"4"" tot 1161,161
huis het lijk van een vijftienjarig bewustzijn het was de stem mijner
meisje. Hare wangen bloeien nog als d»erbare moeder,
twee rozen en van een lijkreuk iser ..Ik moet mijn lieven, d^rbaren
geen spoor. Mijn collega wil het lijk ^ngen nog eens zien, opent de kist
laten begraven, ik verzet mij met ik moet hem nog een laatsten kus
geweld, daar het mogelijk is, dat zij geven riep zij.
slechts schijnbaar dood is." „Maar mevrouw, het gaat niet
„En is het meisje nu reeds begra- meer, de kist is reeds vast", hoorde
ven vroeg de kapitein. ik den overste zeggen.
„Goddank, nog niet. Maar wat „Neem mijn leven, neem mijn
deert u, kapitein? Gij zijt werkelijk alles, maar laat mij mijn kind nog
doodsbleek. eens zien."
Na een pijnlijke stilte veegde de Een angstige stilte volgdewelk
kapitein zuchtend zijn voorhoofd af een angst ik toen leed, kan geen
en zeide mensch uitdrukken. Levend in een
„O, het is ontzettend, schijndood te doodkist, zich door zijne lieve moe-
zijn, in een doodkist te liggen en met der ajs dood te hooren beweenen en
volle bewustzijn alle voorbereidingen teoken van leven te kunnen ge-
voor de begrafenis te hooren, zonder vcn Deze pijn, mijnheeren, kan geen
ook maar liet geringste teeken van pen beschrijven. Eindelijk, eindelijk
leven te kunnen geven. Hoort daarom na lange, vreeselijke oogenblikken
de reden van mijn afschuw er van: hoorde ik weder beweging; het ont-
Ook ik was eens schijndood en heb zettend zwarte dak viel op den
de vreeselijke oogenblikken van zulk grond, een geschrei, en mijne moeder
een ongelukkige doorgemaakt. Pas j.ag weenend aan mijn borst een
twaalf jaren oud kwam ik na den p.veede schreeuw nu van niet uit
vroegen dood mijns vaders, een of- :e spreken geluk. De aandoening, de
ficier, op de militaire school. Ik was geweldige opwinding had mijne le-
cen zwak kind, en werd spoedig vensgeesten opgewekt en ik was ge-
zwaar ziekhet was mijne in be- ,-ed djep ademhalend lag ik aan
hoeftige omstandigheden verkeerende be} troilWe moederhartè
moeder niet mogelijk de lange reis te
maken en mij te komen bezoeken."
Ik werd steeds zwakker, tot ik op
zekeren dag bemerkte, dat mijne le
dematen geheel verstijfd waren, als
van een doode. Als lood lag de tong
in mijn mond achter de vastgesloten
tanden. De bloedsomloop scheen op
gehouden, alle zintuigen gestorven,
(Hbld. v. A.)
VOOR ONZE ALPEN-KLIMMERS.
Dit jaar, zeker niet minder dan
vorige zomers, is het aantal landge-
nooten, die naar Zwitserland reis
den, om hun hart op te halen aan
den Alpensport. weer groot geweest.
aJleen de denkkracht en het gehoor Het blijft altijd een eigenaardig
hadiden mij niet verlaten, ja ik hoor- voorbeeld van wisselwerkingde be
de nog scherper dan anders. Opeens woner onzer platte landen, die bij
hoorde ik een gednusch, meerdere
personen waren de kamer mgeko- Gegeven deze hartstocht van een
men. De dokter ik herkende hem groot deel der reizende Hollanders
aan zijn stap naderde mijn bed en voor den Alpensport. deeJen wij hier
scheen mij, naar ik vermoedde, te be- mode, dat dezer dagen de „Schweizer
lasten, ofschoon ik zijne aanraking Alpenklub" zijn twee-jaarlijksche ver-
niet voelde. Lang duurde rijn omler- gadering gehouden Ihgft; de plaats
-• i.,™ van bijeenkomst was Fugelberg, het
zoek, eindelij a uc arae ir. hem zeg- z00 metdgen landgenoot zoo welbe-
gen „Geef mij een naald Na ge- kend stedeke hoog in de bergen, met
ruimen tijd hoorde ik hem weder Titlis en Sparmörter als zijn twee
„Zeldzaam, zeldzaam is het toch, 't is wachters op den achtergrond,
alsof de knaap leeft, die frissche j De „S. A. C." telt tegenwoordig
wangen en lippen..." 830d laden:. vijftig groepen
Ti i verdeeld zijn; het vermogen der ver-
„lk verzoek u dokter onderbrak eenigin(, b'draagt tó,oOO frs. Een van
hem iemand anders, naar deze don- ,de nUHigste uitgaven is de verzeke-
kere vlekken op den rechterarm te i ring van gidsen, deze onmisbare
zien, het zijn ontwijfelbaar doodsvlek- vrienden voor wie, zonder noodelooze
EEN ZONDERLING PATIENT.
In het jaar 1887 stond op een Zon
dagochtend voor de poort van een
hospitaal in Londen een hond hevig
te blaffen. De portier wilde hem ver
jagen, maar zag, dat de levenmaker
niet alleen was maar nog 2 andere
honden bij zich had. Twee stonden er
op de stoep bij de deur en de derde
lag er naast. Toen de portier dezen
nauwkeurig bekeek, zag hij, dat het
dier zwaar gewond was. De man
begreep er niets van, maar de dok
ter, die juist het hospitaal wilde ver
laten. begreep het zooveel te beter.
In een der twree honden herkende hij
het dier, dat eenige weken geleden
over den poot gereden was. Uit me
delijden had hij het opgenomen en
in het hospitaal gebracht, den gebro
ken poot verhonden en den hond zoo
lang bij zich gehouden, tot de poot
geheel genezen wasHet slimme dier
had dat goed onthouden en toen nu
een van zijne kennissen ook zoo'n on
geluk gekregen had, wist hij nog
precies, waar hij wezen moest om
daarvoor hulp te vinden.
Hoe hij zijn .eekwetsten makker
had weten te beduiden, dat hij mede
moest gaan en hoe hij den derden
hond aan het verstand gebracht had
dat zijn gezelschap en hulp noodig
was, kunnen wij natuurlijk niet me-
dedeelen, want de honden houden er
een taaltje op na. dat wij niet ver
staan.
't Spreekt vanzelf, dat de goede
dokter besloot om het arme dier te
helpen. Hij nam hem mede en alsof
de twee anderen dachten zoo is 't
goed, keerden zij om en liepen in ge-
zwinden pas weg.
De dokter legde nu een verbandje
om den gebroken poot en had het ge
noegen, den hond geheel te zien ge
nezen. zoodat hij na enkele weken 't
hospitaal verlaten kon
Ziezoo, zeide de dokter tegen d'en'
portier, die is weer genezen, als eir
nu soms nog meer dergelijke patiën
ten komen, verzoek hun dan beleefd
op het spreekuur te komen.
Een schilder, die dit geval hoorde,
vond het zoo aardig, dat hij van het
tooneeltje voor het hospitaal eene
fraaie schilderij gemaakt heeft.
HET GLAZEN OOG VAN BROWN.
Iemand met een glazen oog, zekere
Brown, verhonden aan een der
schouwburgen van Londen moest
door zijne betrekking veel gebruik
maken van cabs en had evenals meer
menschen, voortdurend erge^jiis van
het onbarmhartig gebruik, dat de
koetsiers van hun zweep ma
ken vooral omdat men in een han
som steeds in gevaar verkeert ook
zelf daarmee kennis te maken.
Bij zekere gelegenheid uit de City
naar Oxfordstreet rijdende trof hij een
koetsier, die bijzonder kwistig met
zijn zweepslagen was en hij waar
schuwde den man, natuurlijk kreeg
hij een onbeschaamd, antwoord.
Een oogenhlik later sloeg de koet
sier weder verwoed met zijn zweep
en trof hij Brown werkelijk in het
gelaat. Fluks nam deze heer zijn gla
zen oog in de hand en hief een ver
vaarlijk gehuil aan.
Wat is er aan de hand vroeg de
koetsier verbaasd, stilhoudende en
van zijn verheven zetel afdalende.
Jij hebt me vermoord schavuit
kijk eens! jammerde Brown en
hij liet hem het oog zien. terwijl hij
met de andere hand de open ruimte
bedekte.
Heb ik dat gedaan? stamelde de
man, zijn rood gelaat werd asch-
grauw en zijn blauwe neus groen.
Je hebt me voor mijn leven ver
minkt. riep Brown uit. ..Gauw naar
den schouwburg dan zal ik om een
chirurgijn en om de politie sturen."
De koetsier bracht hem naar den
schouwburg maar zoodra Brown uit
gestapt was. wachtte hij niet op zijn
geld, maar legde de zweep over het
paard, om zoo spoedig mogelijk weg
te komen.
Brown lachtehij had den man
een lesje gegeven en zelf twee en
een halven shilling in zijn zak ee-
houden.
ken."
„Goed gezegd, collega, maar toch
wil de gedachte mij niet uit '*et
hoofd maar laten wij een laatsten
proef met hem nemen, het kan niet
schaden. Geef een licht en zegellak."
Ik hoorde het schrappen van een
lucifer en toen doodsche stilte. Ein
delijk zeide de geneesheer
„Ontbloot zijn borst... zoo... en nu
het lak en hier dichtbij het licht, nog
waaghalzerij, de hooge toppen wil
bestijgen er zijn 639 gidsen, die met
een verzekeringsbedrag van 2,700,000
frs., onder de hoede en contróle te
vens, van de Club staande S. A. C.
betaalde in het afgeloopen jaar
11,000 frs. aan premies.
De grootste uitgaven komen echter
jaarlijks op het hoofd „Huttenbau-
ten", dat zijn de zoo practisch inge
richte en op de noodigste punten in
het gebergte gebouwde Alpenhutten,
waar de vermoeide en soms veir-
JULES VERNE ALS PROFEET.
Jules Verne schijnt werkelijk een
groot profeet te zijn geweest. Alles,
wat hij in zijn romans nan waar
schijnlijks en „onmogelijks" vertelt,
wordt allengs werkelijkheid.
We hebben reeds, zoo schrijft de
„Gaulois". de onderzeebooten en zul
len wel op zekeren dag den bestuur
baren luchtballon krijgen. Maar het
merkwaardigste is, dat het bloedbad
in Bakoe juist een verwezenlijking
van zijn drama. Michel Strogoff
schijnt. Met verrassende juistheid "ge
schieden de feiten, die den inhoud
van het drama uitmaken. Men zou
haast zeggen, dat Jules Verne de ga
ve had vaai het „t.weede gezicht".
„De Tartaren-opstand" waarom het
drama draait de „christenvervol
gingen", de brand vaoi het naphfa-
reservoir. dien men destijds hij een
opvoering in het Parijsche Ch.Ueiet-
theater zoozeer be won derde, maar
hoogst onwaarschijnlijk vond. dat al
les ziet thans de verschrikte mcnscli-
heid geschieden, nog vreesol ijker, dan
het tooneel het vermocht voor te stol
len.