Haarlem's Dagblad
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Twee Kwartjes te mmm
&motte der Adv. hoogstens zes regels
23e Jaargang. No. 6861
VêfschiJfiS dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 8 NOVEMBER 1905 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
sPS8 Ö'*8B MAANDEN»
Voor Haarlem 120
Voor de dorpen in den omtrek waar een Ageni gevestigd is (kom der
gemeente) I.3G
Franco pe? oost door Nederland 5 1.65
Afzonderlijke nummers 9.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, vco? -laarlem s 0.37>?
s s de omstreken en franco per post n 0.45
Uitgav® der Veno©®t3ehap Lcarens Coster. Directeur J, C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIcN:
Van 1—5 .egels 5C Cts.i iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
3roote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 «naai betalen.
Redactie ec Administratie? Groote Houtstraat 55.
.^src^mmunaai Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij; Zufc*. Suitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentie.'.
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G- L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bFaubourg Montmartre.
pianist dagelijks Advertentien van
(geen WirJcd-A nnonces) voor
i!en Kwartje per plaatsing
DRIEMAAL, mits binner. cm W'*ck, vom
Betaling Contant
Tweede Kamer,
DE STAATSBEGROOTING IN DE
AFDEEL1NGEN.
Blijkens liet Voorioopig Verslag orver
Hoofdstuk 1 dor Staatsbegrooting over
1906 kwamen vele leden bij die alge-
meene beschouw,imigen op tegen de wij
ze, waarop de tegenstanders van het
vorige Kabinet
DEN VERKIEZINGSSTRIJD
hebben gevoerd. Zij betreurden,, dat
men getracht heeft door opwekking
van kerkelijke hartstochten dc kie
zers tegen dat Ministerie in het har
nas te jagen. Niet alleen was dit ge
daan ten opzichte vam de Roomsche
Kerk maar vooral heeft men zijn voor
deel gezocht in een onjuiste voorstel
ling der door het vorige Ministerie op
den voorgrond geplaatste tegenstel
ling tusschen de Christelijke en dc
moderne levensbeschouwing.
Het is een veivalschinig van de
waarheid te beweren, dat hot vorige
Ministerie, en i'n -het bijzonder de vo
rige Minister van Binnenlandsche Za
ken, tot
OPWEKKING VAN KERKELIJKE
HARTSTOCHTEN
aanleiding zouden hebben gegeven.
Daarentegen- is dit well geschied dooi
de wijze, waarop hij de verkiezingen
de antithese tussohen geloof en onge
loof is bestreden.
Bij die bestrijding heeft men zich
vooral gericht tegeai den vorigen Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en
daarmede den strijd van zakelijk op
persoonlijk terrein gebracht. Zoo
kwam samenwerking tot stand tus
schen versc-hitiende groepen, wier po
litieke beginselen uiteenloopen.
In tusschen zijn niettemin op
DE MEDESTANDERS VAN HET
VORIGE MINISTERIE 50.000
STEMMEN MEER
uitgebracht dan op zijn tegenstanders,
zoodat het enkel een gevolg is van de
bestaande verdeeling der kiesdistric
ten, dat de dat Kabinet steunende
meerderheid verloren ging.
Een der leden verwonderde zich over
het optreden bij de verkiezingen van
vrijzinnige zijde tegen de Katholieke
Kerk. en nog meer had hot hem be
vreemd. dat de Nederlandsch Her
vormde Kerk bij die verkiezingen door
de vrijzinnige groepen in bescher
ming is genomen. Voorts kwam hij op
tegen de afkeuring, welke het optre
den van predikanten in den verkie
zingsstrijd van vrijzinnige zijde heeft
gevonden.
Vele andere leden konden zich met.
deze beschouwingen niet, vereenigen.
Huns inziens viel niet te ontkennen,
dat liet
VORIGE MINISTERIE GELOOFS
HAAT GEWEKT
heeft, door niet alleen voortdurend het
Christelijk karakter van het Kabinet
op den voorgrond te stellen, maar het
tevens te doen voorkomen, alsof zij,
die op politiek gebied1 met het Kabinet
tmedeflppeaa. «als voorstanders en
zij, die dat niet -deden, aks tegenstan
ders van Christus zouden zijn te be
schouwen.
Dat de oppositie zich vooral richtte
tegen de politiek van den vorigen Mi
nister van Binnenlandsohe Zaken was
het natuurlijke gevolg van de om
standigheid dat de politieke gedachte
van het vorige Ministerie vooral in
chen bewindsman belichaamd was
dat hij zeilf zich, zelfs in buitearland-
sehe aangelegenheden, telkens op den
voorgrond stelde.
Velen vreesden,, dat liet aanblijven
van dat- Ministerie het lanéTzouterug
voeren tot de
KERKELIJKE GESCHILLEN
van voorheen. Daarbij kwam, dat het
bij de vrijzinnigen groote' ergernis had
gewekt tc zien, hoe genoemde. Minister
hun richting als ten doodle opgeschre
ven voorstelde en met de minderhe
den weinig of geen rekening hield.
Mocht het juist zij,hj dat bit de verkie
zingen meer stemmen zijn uitgebracht
op de voorstanders dan op de tegen
standers van het, afgetreden Ministe
rie, zoolang een
PROPORTIONEELE VERTEGEN
WOORDIGING
niet is ingevoerd, is e^enredighei I
tusschen het aantal voor elke rich
ting uitgebrachte stemmen en het aan
tal benoemde leden van die richting
niet te verkrijgen en dient men enkel
te rekenen met den uitslag der stem
mingen in de kiesdistricten. Boven
dien is in de groote steden, waar,
naar de meening dezer leden, de meer
derheid der minvermogenden niet
staat aan de zijde van bet vorige Mi
nisterie, liet aantal kiezers naar ver
houding 'tot die bevolking veel geringer
dan ten plattelande, en blijven in vele
districten, met name in het Zuiden,
vele vrijzinnige kiezers thuis, omdat
er geen sprake kan zijn van verkie
zing van een geestverwant.
Waar hier of daar mocht opgetre
den zijn tegen de Katholieke Kerk
werd dit door deze leden evenzeer af
gekeurd als het voortdurend schermen
met het roode spook.
Verder werd ontkend, dat men van
vrees zou hebben doen blijken, hetzij
voor streng-geloovige Protestanten,
hetzij voor Katholieken. Ook kon men
de wijze, waarop sommige predikan
ten optraden, niet goedkeuren. Hier
door is ook in den boezem der Kerk
ontstemming veroorzaakt.
Enkele leden meendendat, had
uien zich van vrijzinnige zijde werke
lijk van de antithese willen losmaken,
men had moeten optreden met een
sterk-sprekend democratisch program
ma van positieven aard en liet
ALGEMEEN STEMRECHT
op den voorgrond moeten stellen.
Hierop werd geantwoord, dat de
vrijzinnigen op het standpunt der
ANTITHESE
zouden zijn blijven staan, indien zij
het openbaringsgeloof hadden bestre
den, maai- niet nu zij betoogden, dat
noch het geloof noch liet ongeloof
grondslag kan zijn voor een stelsel
van politiek.
Van verschillende zijden werd ge
klaagd over het gebruik van
ONWAARDIGE EN ONEERLIJKE
MIDDELEN IN DEN VERKIE
ZINGSSTRIJD.
Men wenschtd, dat het publiceeren
en verspreiden van ongeteekende ar
tikelen zou worden tegengegaan en
liet teekenen van aanbevelingen ten
gunste van een bepaalden Candida at
door burgemeesters, met vermelding
iniiet van hun naam, tnaar enkel van
hun betrekking, zou worden belet.
DE FORMATIE VAN HET
NIEUWE KABINET
gaf tot uitvoerige besprekingen aanlei
ding. Terwijl de groote minderheid in
den uitslag der verkiezingen voor liet
vorige Kabinet voldoende reden zag,
om aanstonds ontslag te vragen,
meenden sommigen, dat het had be-
hooren te wachten, welke houding de
Kamer in haai- nieuwe samenstelling
zóu aannemen.
De meeiste leden achtten hem, die
als formateur van het Kabinet was
opgetreden, voor het ontvangen dei-
opdracht clen meest aangewezen per
soon. Men bleef van oordeel, dat het
Kabinet omtrent hetgeen ter zake van
de vorming is geschied, inlichting
heeft, te geven en zich niet kan ver-
schoonen van beantwoording der des
betreffends vragen, op grond. dat. het
hier persoonlijke daden van H. M. de
Koningin zou betreffen. Men vreesde,
dat het nieuwe Ministerie zou staan
ondier
OOGDIJ VAN ZIJN
FORMATEUR,
vooral niu deze lid der Kamer is. Op
een niet-verantwoordelijken formateur
heeft, echter de Kamer geen vat.
Betwijfeld werd, of het. nieuwe Mi
nisterie in staat zal zijn met de noo-
dige kracht werkzaam te zijn, daar
het telkens zijn meerderheid, zal moe
ten zoeken.
Ook waren er die meenden, dat, in
dien beproefd was een
CABINET D' AFFAIRES
te vormen, de formatie aan medestan
ders van het vorige Ministerie had
moeten, zijn overgelaten.
Tegen over een en ander werd op
gemerkt, dat met name de vraag, of
vóór de opdracht aan den Kabinets
formateur een ander met de vorming
van een Ministerie is SSpasfó een per
soonlijke daad der Koningin betreft,
waarvoor geen verantwoording ver
schuldigd is.
Ten aanzien van het niet zitting
krijgen van den formateur in het Ka
binet werd opgemerkt, dat 'tMiniste
rie wèl verantwoordelijk is voor zijn
optreden, maar niet voor het niet-
optreden van een ander. Of het Kabi
net levensvatbaar zal zijn, moet blij
ken. Retrospectieve beschouwingen
oven- de formatie hebben geen prac-
tisch nut.
Van de zijde van allen ian het nieu-
we Kabinet niet- vertegen wo or d i gde
richtingen werd tegenover dat Kabi
net, dat voornemens is verzoenend op
te treden, ook tegenover de geestver
wanten van het vorig Kabinet, eene
welwillende houding aangenomen.
Door de leden, behoorende tot de
richtingen die wel in het Kabinet, ver
tegenwoordigd zijn. werd het met
sympathie begroet. Enkelen behielden
zich uitdrukkelijk hun vrijheid voor
ten opzichte der voorgenomen
GRONDWETSHERZIENING.
Eenige anderen achtten een goeden
gang van zaken alleen mogelijk bij
het optreden van een Ministerie,
dat de
BELANGEN DER ARBEIDENDE
KLASSE
vertegenwoordigt. Waar intusschen
hunnerzijds was medegewerkt tot het
doen ontstaan van den tegeniwoordi-
gen poliitieken toestand dn zij zich
daarvoor mede verantwoordelijk re
kenden, waren zij niet voornemens hqt
Kabinet den voet dwars te zetten.
Binnenland
EENHEID VAN TIJD.
Door het. dag. bestuur van de Ver-
eeniging ..'t Koggeschip" te Amster
dam is tot de ministers van binnen
landsche zaken en van waterstaat
een adres gericht, waarin het wijst
op de klachten over het gebrek aan
eenheid van tijd voor geheel Neder
land, en herinnert dat reeds in 1896
door de Regeering een wetsontwerp
werd .ingediend tot invoering van den
Midden-Europeesohen tijd doch dat
ontwerp bereikte het Staatsblad niet.
Sedert zijn ongeveer 1ien jarenver-
loopen. Niettegenstaande die drang
naar een wettelijke regeling van deze
materie, zoowel binnen als buiten de
Tweede Kamer, eer toe- dan afnam,
hetwelk de vorige minister van bin
nenlandsche zaken in de Kamer zelf
verklaarde, geschiedde tot nu toe van
Regeermgsvvege niets meer om de zoo
zeer gewenschte regeling tot stand te
brengen.
Onder den indruk van de noodza
kelijkheid om te breken met de stel-
sellooze wijze, waarop in Nederland
de tijdsbepaling is geregeld, is sedert
de laatste twee jaren wederom een
beweging op touw gezet om daartoe
te geraken".
In aansluiting nu met de door ver
schillende vereenigingen reeds inge
diende adressen, wijzen adressanten
ey op, ..dat ook zij, blijkens de rap
porten van het Informatiebureau voor
vreemdelingen der Vereeniging ,,'t
Koggeschap". gevestigd Damrak 95 te
Amsterdam, telkens opnieuw de erva
ring opdoen tot welke moeilijkheden
en verwarringen de verschillende
tijdsbepalingen aanleiding geven.
..Redenen waarom zij Uwer Excel
lentie beleefd maar met aandrang
verzoeken bet daarheen te leiden, dat
een uniforme, voor geheel Nederland
geldende wettelijke tijdsbepaling
worde vastgesteld".
EENIGE VRAGEN.
E. B. doet in het „Hbld." de volgen
de vragen, naar aanleiding van de
aanbestedingen voor de marine en
vóór de gevangenissen. Uit de cijfers
voor het vleesch opgegeven, blijkt dat
voor de marine betaald wordt 59.30,
bij de gevangenissen f 78 per 100 Kilo.
aarom is wat goed geacht wordt voor
janmaat, niet goed genoeg voor' ge-
angenen en veroordeelden
Verder blijkt, dat bij de gevangenis
sen voor boter betaald wordt 1.45,
dat dus den gevangenen beste natuur
boter gegeven wordt. Een arbeider die
met hard werken den kost moet ver
dienen. kan misschien nu en dan eens
natuurboter eten en moet zich verder
met margarine behelpen.
Moeten het dan gevangenen en ver
oordeelden beter hebben dan eerlijke
arbeiders
Heeft het er niet den schijn van,
alsof men de gevangenen nogal ver
went en dat er op de begrootingen
van Justitie heel wat bezuinigd zou
kunnen worden
BRANDEN.
Op de beide onder de gemeente Nij-
kerk is de woning van Aart Polhout
in de asch gelegd. Een kostganger, die
in het achterhuis sliep, ontwaakte
door het geknetter. Hij had nog juist
den tijd het gezin te waarschuwen.
Aan blusschen was geen denken. Een
zeer klein gedeelte van den inboedel
is nog met levensgevaar gered. Vier
geiten en een 5-tal kippen kwamen in
de vlammen om.
Het h.uis, dat toebehoorde aan H. v.
d. Pol te Nijkerk, was wél en de inboe
del niet verzekerd.
In den vroegen ochtend is Maandag
in de Hertenstraat te Hilversum uit
gebrand oen perceel, toebehoorende
aan dén er naast wonenden vodden
koopman Krant. De oorzaak is onbe
kend, daar het huis onl>ewoond was.
De heer Krant zou er komen te wonen
wijl he.t. door hem bewoonde huis on
bewoonbaar is verklaard.
Mem bad het afgebrande huis juist
schoongemaakt en er reeds eenige
meubels iu geplaatst. Met één slang
op de waterleiding bluschte de politie
het vuur. Aliefe was verzekerd.
PERS-OVERZICHT
VAN DINSDAG 7 NOVEMBER.
NEDERLAND EN BELGIë.
De Vrijzinnig-Democraat is van
■oordeel, dat dc gevaarlijke kant van
een militair verbond met België af
doende in het licht is gesteld door ge.
neraal Den Beer Poortugael, voor
stander van een verdedigend verbond
die onder meer gezegd heeft, dat men
met ernst de versterking van Terneu-
zen en Ellewoutsdijk ter hand zou
moeten nemen.
Daar gaan wij heen schrijft het
blad. Het plan is zoo mooi, dat wij
in Zeeland nog weer eens zouden
moeten beginnen met forten te bou
wen. Aan de stelling Amsterdam heb
ben wij nog niet genoeg
Misschien is de heer Baie ook nog
naar een ..man van liet vak" der ma
rine geweest. Dit zal er allicht een
eskadertje uitkloppen voor het open
houden van den toegang tot Antwer
pen.
Dat België thans een bijzonder mi
litair belang heeft bij een verbond,
komt aan den dag in de behandeling
van het wetsontwerp op ,,den groo-
ten doorsteek".
De wijziging van Antwerpen's ha
venwerken eischt levens groote mili
taire werken. Het verzet, hierdoor
veroorzaakt bij een deel der rechter
zijde, heeft de regeering getracht te
breken door te waarschuwen, dat de
onzijdigverklaring van België door de
groote mogendheden in 1839 volstrekt
geen waarborg geeft tegen de schen
ding der onzijdigheid door een van
die mogendheden zelf.
Men moet zich dus wapenen, alsof
een dergelijke onzijdigverklaring nim
mer was afgelegd. Vandaar dat de
Belgen thans bezig zijn, zich in een
versterking van Antwerpen denzelf
den strop om den hals te leggen als
wij genieten in de stelling Amster
dam. De regeering bezigt, als vroe
ger bij ons. dezelfde argumenten om
aan te toonen. dat liet niet zoo'n
vaart zal loopen, en dat de thans be
schikbare troepen voldoende zijn ter
verdediging van de nieuwe forten.
Voor de schending van de onzijdig
heid, te land althans, loopt België
meer gevaar dan wij. Uit dien hoof
de heeft België dus bij een militair
verbond het grootste belang en is het
alleszins verklaarbaar, dat het van
die zijde wordt gezocht.
Een krijgsman als generaal Den
Beer schept daarin behagen en stelt
al een tweeden strop voor ons in uit
zicht in den vorm van nieuwen for-
tenbouw in Zeeland.
Wie van onze eigen militaire avon
turen reeds meer dan genoeg heeft,
zal volmaakt onafhankelijk wenschen
te blijven en voor den aandrang uit
België beleefd bedanken.
•Tuist diegenen, die op een goede
verhouding met onze zuidelijke nabu
ren prijs stellen, zullen nu reeds in
den beginne tegen dé beraamde plan
nen moeten opkomen.
Ofschoon door geen der geïnter
viewde Nederlanders, buiten generaal
Den Beer. iets posit'efs van beteeke-
nis is gezegd, weerklinken in de Bel
gische pers reeds juichkreten alsof er
heel wat zal gebeuren.
Toch is er geen profetische blik
noodig om te voorspellen, dat er
niets van zal komen.
Wie teleurstelling wil vermijden,
zal wèl doen, met geen illusies te wek
ken. Zoo alleen kan de door allen ge
wenschte vriendschappelijke verhou
ding worden bevorderd.
Kerk en School.
EEN KLACHT.
Men schrijft uit Schoterland
De heer J. de Vries, hoofd der
openbare lagere school te Hoomster-
zwaag, heeft bij Gedeputeerde Staten
van Friesland zijn beklag ingediend
over den Raad dezer gemeente, die
hem, ofschoon hij no. 1 was van de
door B. en W. aangeboden voor
dracht. niet benoemde tot hoofd der
herhalingsschool in zijn dorp. doch
no. 2 van de voordracht, zijn 18-jari-
gen onderwijzer. De heer De Vries
vraagt aan Ged. Staten deze benoe
ming niet goed te keuren.
Naar men is ingelicht is eene der
gelijke benoeming niet. aan de goed
keuring van Gedeputeerde Staten on
derworpen en kunnen zij dus ook niet
hunne approbatie onthouden. Alleen
kan dit college zich tof. de Kroon
wenden, met verzoek, het raadsbe
sluit te vernietigen.
Met het oog op deze kwestie dient
nog het volgende vermeld
Vóór een paar jaren werd de heer
De Vries benoemd tot hoofd der her
halingsschool in het nabijgelegen
Jubbega hij bedankte toen voor die
benoeming. Later gaf de lieer de V.
te Hoornsterzwaag één winter gratis
herhalingsonderwijs, Verleden jaar
adviseerde hij B. en \Y. geen herha-
lingsonderwijs te H. te geven. z. i.
was de belangstelling te gering en
hij wenschte niet voor eene benoe
ming in aanmerking te komen.
DR. BaHLER.
De kerkeraad der Ned. Hervormde
Gemeente in den Haag heeft in zijn
jongste vergadering met algemeene
stemmen de volgende motie aange
nomen
..De kerkeraad. gehoord de discus
sies spreekt zijn diepen smart uit
over den treurigen toestand onzer
Ned. Hervormde Kerk, opnieuw ge
bleken uit de zaak-Baliler. en ver
bindt zicli, om voor 's Heeren heilig
aangezicht, met alle kracht te waken
Feuilleton.
EEN VAN MIJN ZOONS
Door
ANNA KATHERINE GREEN.
56)
Toen ik haar hoofd weer op het
kussen wilde leggen, vond ik om
haar hals vastgebonden en in haar
verkillende hand gedrukt, dit:
Onze huwelijksring, fluisterde
hij. Zij zou hem voor een dollar
hebben kunnen beleenen op een of
ander ongelukkig oogenblik in haar
ellendig leven.
Hij zweeg even, stak de ring weer
in zijn borstzak en zei toen nog
Toen zij in leven en gezoö» was,
vermeed zij mijn tegenwoordigheid en
vluchtte voor mijn bescherming.
Maar toen de schaduw des doods op
•haar viel en alle steun haar-ontviel
toen hieven haar armen zich op tot
mij uit dankbaarheid voor de liefde,
die zij nooit gemist had.
Er klonk een onbeschrijfelijke toon
van triomf in zijn stem bij die woor
den. Zij had behoefte aan mij in
haar stervensuurzij glimlachte
Hij zweeg en zijn oogen. die op
haar gevestigd waren geweest, richt
ten zich onwillekeurig naar boven,
naar den Hemel- Voor hem was haar
geest opwaarts gevlogen. Hoe wij ook
over haar mogen denken, voor hem
was zij in 't. vervolg een we-zen, dat
gezegend en gelouterd was aangeland
in een toevluchtsoord, van waar zij
nooit meer zou trachten of wenschen
le ontsnappen.
Het was hard deze kalme gelaten
heid te verbreken door woorden van
drenge en sombere beteekenis. Maar
Mr. Gryce had niet te kiezen.
En wat wenscht gij nu te doen
vroeg deze.
Mr. Gillespie sloeg zijn oogen neer
en stond een oogenblik na te denken,
toen zei hij
Ik moet haar gedachtenis in
eere herstellen. Ik zal haar meene
men naar mijn eigen huis en haar
van daar uit als mijne vrouw be
graven.
Mr. Gryce keek intusschen den jon
gen man met voor hem zeer ongewo
ne verlegenheid aan.
Het doet mij leed. zei hij. dat ik
u moet tegenhouden in uw zeer na
tuurlijken wensch om uw vrouw van
uit uw eigen huis te begraven. Mr.
Gillespie, het is mijn plicht u te be
richten. dat wij niet alleen hier zijn
om u te bewaken mijn bevelen wa
ren u in hechtenis te nemen, beschul
digd van moord op uw vader
HOOFDSTUK XXIX
Het rustige uur.
Ik had er wat voor over gehad als
het pijnlijke van dat oogenblik mij
bespaard had kannen worden. Air.
Gïyce had mij beloofd, dat ik niet
tegenwoordig behoefde te zijn bij de
arrestatie van Mr. Gillespie, maar ik
vermoed, dat hij niet alleen zijn be
lofte, maar mijn ge he ele bestaan ver
gat in zijn belangstelling voor dezen
buitengewonen toestand. Op een an
deren tijd zou Mr. Gillespie misschien
hebben toegegeven aan de emotie,
dat hij van de drie broeders juist
werd uitgekozen voor de beschuldi
ging. waarbij zij eerst alle drie be
trokken waren, maar nu was hij al
in een te zenuwachitigem toestand, <m
zich verontwaardigd te toonen over
deze nieuwe vernedering.
Ik hoopte op andere uitkomsten,
toen ik mijn lange en pijnlijke ge
schiedenis begon te vertellen, merkte
hij op. Mag ik vragen, welke bijzon
dere getuigenis gij meent tegen mij
te hebben? Misschien ben ik in
staat haar met een enkel woord om
ver te gooien.
Dit was meer dan Mr. Gryce kon
toestaan, en hij zeide dat, ofrvhoon
minder uit de hoogte dan gewoon -
lijk.
Ik heb orders u te brengm :n te
genwoordigheid van den distriets-com-
missaris, zei hij, die u wel zal vertel
len, wat hij zelf noodig oordeel'
Wees zoo goed kalm met. mij mee te
gaan, dan kan u dc zorg voor uwe
vrouw overlaten aan Mr. Outhwado,
die, daar ben ik zeker van, uw wen
schen zal opvolgen in de keuze v ï.v
hulp, die hij mocht noodig hebben.
De smeekenden blik dien hij als
antwoord hierop kreeg, sprak boek-
deelen, maar Mr .Gryce kende geen
toegeven, waar zijn plicht hem riep.
en dat erkennende, liaan Mr. Gillespie
een kloek besluit en zei beslist
U heeft ontdekt, dat ik een
fleschje met Pruisisch zuur in mijn
vader s huis heb gebracht, den dag.
vóór dat hij stierf. Zal ik u zeggen,
waar dat vandaan kwam Van haar.
die hier ligt. Ik vond hot om haar
hals gebonden, toen ik ma. maanden
vam vruchteloos zoeken er toe kwam
haar in het huis van Moedér Vroolijk
op te zoeken. Zij sliep toen ik het
vond een Slaap, waaruit ik haar on
mogelijk kon wekken, en de schok,
van haar in 'f. rustig bezit. t.e weten
van dit vergift, maakte mij zóó
krankzinnig, dat ik het fleschje van
haar hals afrukte en in plaats daar
van een rolletje bankbiljetten logde.
Die zijn haar waarschijnlijk ontsto
len, want nooit is gebleken, dat zij
ze gebruikt heeft.maar het fleschje
nam ik mee en stak ik haastig m
mijn broekzak, bij het bericht, dat
er oen huiszoeking door de politie in
dat huis 7.0u plaats hebben.
De verklaring was zóo natuurlijk,
en de wijze, waarop zij gedaan werd.
zóó overtuigend, dat wij elkaar eens
aankeken, waardoor ik den indruk
kreeg, dat. Mr. Gryce zoowel als ik
vertrouwen in dozen man begon ie
stellen.
Ik kan u niet zeggen welk ge
bruik er van dit vergift werd ge
maakt. nadat het in "hot huis van
mijn vader was gekomen, ook kan ik
niet aanwijzen welke hand het van
mijn bureau genomen heeft, waar ik
het. had neergezet, na mijn zakken
geledigd te hebben. Na dat oogenblik
weet ik niets meer van het flesch
je af.
Dat zou direct, na den moord een
wolkome verklaring geweest zijn.
voegde Mr. Gryce ter aan too. Uw uit
stel lveeft U in moeilijkheden go-
bracht
Zoo zij het, luidde het korte,
maar trotscbe antwoord. Wan
neer U bedenkt., dat. terwijl ik
mij zelf hielp door te verklaren, dot
dit. fleschje verdwenen was van de
plaats, waar ik liet had neergezet, ik
•daarmee licht een mijner (.wee broe
ders in ongelegenheid had kunnen
brengen, dan zal u begrijpen waarom
ik aarzelde toen te spreken, en hei
nu pas doe ondier de macht van een
invloed, grooter dan familietrots of
toegenegenheid.
Intusschen was het onophoudelijk
kletteren van den regen op het dfcih
wat verminderd. Verlangend om te
weten of de storm ook afnam, schoof
ik het raam op en koek uit. Wilde
wolken met donkere randen doorkruis
ten het luchtruim en daaronder trof
een spiwneweb van armelijke steegjes
ingesloten door verweerde muren,
mijn oog.
Terugdeinzend voordat somber uit
zicht. keerde ik mij oui. om mij van
de mogelijke treurspelen achter die
vervallen muren weer te wenden lot
die. waarin ik mij zelf gedwongen
had een rol te spelen.
Mr. Gillespie wachtte daarop, om
mij iets te zeggen.
Men hoeft mij toegestaan u de
namen op te geven van hen, die u
het best kunnen 1 tel pen bij het ver
voer van mijn vrouw, merkte hij op.
Hier zijn zij met het adres in New-
Jersey, waar ik haan* zoo laat. moge
lijk begraven wensch te hebben. Mr.
Gryce zal u verder zeggen, wal n
noodig heeft te weten - -
Hij gaf mij een stuk papier, met
een woord van dank, waarop ik ant
woordde op die manier, die bij Hope
het meest *n don smaak zou vallen.
Toen wierp hij een blik op dén dé-
tectave.
Ik heb Mr. Gillespie beloofd, dat
hij het voorrecht mocht hebben een
oogenblik alleen en ongezien in deze
kamer door te brengen, merkte de be
ambte op, terwijl hij naar do deur
ging. 'Wordt vervolgd).