Nou-wat M8ie w zei Peter, zijn gesten de hand schud dend. Hoe gaat 'i met u, Sir Gullem? Alles gezond? Aangenaam kennis te maken, zei de baronet. Wij hebben al veel over u gehoond, ofschoon we nog nim mer het genoegen hadden, u te ont moeten. Van mij gehoord? Nu, ja dat gar loof ik ook wel. Peppercorn's Pick les" zijn op ieders lippen. Bob wierp een woedenden blik op zijn vader, maar de oude man be merkte het niet, want Sir Guillaume die alles in de rondte eens goed op nam, zeide U hebt hier een aardig huis, mynheer Peppercorn. Hij voegde er terzijde bij. - „Wat een leelijke rommel en wat een afschuwelijke smaak J" Ja, ik ben er wel wat trotschop, zei Peter. Het is bovendien geheel aan zijne handen toevertrouwonde. Bob bekeek het voor een oogenblik en las daarna langzaam, alsof hij den inhoud niet kon begrijpen International betalingen ge- staaki. Hoop, dat ge bijtijds uw geld hebt opgevraagd en ontvangen. Den oen na den ander aankijkende, vroeg hij Wat beteekent dat? Peter} die mat 't hoofd op de borst gezonken stond en met de handen nog steeds in zijne zakken, antwoord de langzaam Je ziet wat liet telegram zegt. Gefailleerd I hijgde Bob. Dat beteekent het. En u hebt uw geld niet terug ontvangen Geen cent. Met een onderdrukten vloek ver frommelde Bob het telegram in zijn hand en strompelde naar den schoor- j sieepmantel, waar hij het hoofd op mijn eigen smaak. Werkelijk U hebt er alle eer handen liet rusten en aan wan- van. j hoop ten prooi was. De schilderijen zijn mooi, vindt I Sir Guillaume wierp zijn dochter u niet? zei Peter. Allemaal echtcolie- een beteekeiiisvollen blik toe en daar- schilderstukken En met de hand ge-na °P Peter toetredende, klopte hij schilderd 1 i hem zacht op den schouder. Is 't mogelijk vroeg de baronet, 1 Hum begon .hij. Dat is een lee- met een spotlach de schilderijen be- 1'jk zaakje, mijnheer Peppercorn, schouwend. U schijnt niet veel voor- Ja; 't ziet er nog al leelijk uit, liefde te hebben voor oude meesters! ze' Peter, om zich heen kijkend, 't Neen, dank jeik moet niets zit-'t er leelijk voor mij uit. Maar hebben van uw afgedankte oude dat hindert toch niet voor de jonge meesters. Geef mij maar iets spik- luitjes. Bovendien, geld is niet alles, splinternieuws. Daar zie je zevoeg- Waar liefde is, telt het geld niet. de hij er trotsch bij, op alle vier de Maar, mijnheer, u zult toch ze- muren wijzende. - ker niet denken, dat ik mijne doch- Nu. ik zeg je, dat er vele van uwe ter z°u toestaan te huwenKom, acielijke vrienden niet kunnen beste Alice, zei hij, naar de deur tre- pochen op zulke schilderijendende, we moesten, geloof ik, maar Dat kan welheengaan. Zoo bleven ze door krakeelen en op Alice riep Bob uit, zijne han- net laatst zei Peter De oude man is gek. Pa, zei Bob, op zijn vader toe tredend, Sir Guillaume wenscht, ge loof ik. u even nog alleen te spreken. den naar haar uitstekende, toen zij heen gingmaar met een lichte hoofdneiging ging zij haar vader voor en de deur werd achter hen gesloten. Geruïneerdgeruïneerdriep Sir Guillaume, met uw verlof B°b heesch uit, terwijl hij zich in een gaan Miss Hawksleigh en ik in den stoel wierp. Peter stond nog met de tuin wat wandelen. Ik heb beloofd, •haar onze rozen te zullen laten zien. Alice zal dat heerlijk vinden, zei de baronet. Nietwaar, liefste Natuurlijk, antwoordde zij koel. Tusschen twee haakjes, Sir Guil laume, zei Bob. Ik .heb vader reeds gesproken over de Bloembollen? Ja, antwoordde Bob. handen in de zakken en met den rug naar hem toegekeerd. Wie is er geruïneerd vroeg Polly, op dat oogenblik binnentreden de. Wel, Bob oom wat is er gaande Vraag het aan Bob, lieve, ant woordde Peter. Beste Bob, wat is 't vroeg zij, hare hand vriendelijk op zijnen schou- Ah zei Peter. Spreken over der leggende. Wat is er gebeurd? bloembollen. Miss Hawksleigh, ter- Niets, antwoordde hij, ruw. We wijl Bob u in den tuin onze uitjes zal z'jn bedelaars dat is alles. laten zien. Wij hebben de mooiste soorten van die Uien, zei Alice, met een griezeli ge huiverig. Stinkende, leelijke, af schuwelijke dingen. Kom, mijnheer Robert Wat zegt ze, afschuwelijk zei Bedelaarsherhaalde zij ver baasd. Maar oom's fortuin. Weg alles weg. Maar ik begrijp u niet. Daar, lees 't, zei hij haar het verkreukte telegram overhandigende. Langzaam ontvouwde zij het en las Peter, buiten adem, toen beiden de de noodlottige woorden, kamer hadden verlaten .Wel, 't meis- Daarna riep zij, de tranen uit hare je is al even gek als haar vader. En °°gön wisschende, hoopvol uit zoo'n opgedirkte pop als zij moet Kom aan, Bob. Je bent jongje plaats maken voor mijn Pollv kunt eens opnieuw van voren af aan beginnen. Ik heb wat geld Nu, Sir Gullem, zei Peter, na lliet veel slechts de twee honderd eene korte afwezigheid met een pa- pond, die grootje me nalietmaar pier in de hand de kamer binnentre- -ket is het uwe als ge wilt; neem het dende, ik heb eens nagedacht over alles. 't geen u zei en heb de effectenlijst Be jonge man verwaardigde zich eens bekeken, maar kan nergens uwe n*®f: te antwoorden en Polly wendde maatschappij vinden. zich droevig af, toen Peter op zijn Wel - e neen, zei Sir Guillaume zoon toetredende zeide met eene lichte aarzeling. U moet Bob, zijn je oogen nu geopend? weten, de bloembollen zitten, om 't Ja, pa, riep hij uit, terwijl hij zoo uit te drukken, op "t oogenblik opsprong. Ze zijn geopend, door mij- nog onder den grond. Maar we ne- ne eigene dwaasheid. Ik ben tot he men met groote snelheid toe wor- den blind geweest verblind door den dagelijks en dagelijks grooter het uitwendige vertoon. Beste Polly, De kleine groene koppen zijn reedskunt ge me vergeven? Met de groene koppen bedoelt u U vergeven zeker de aandeelhouders, nietwaar? Ja- liefste. Ik weet, dat ik het zei Peter met een eigenaardige flik- "iet verdien, maar zeg mij of ik mag kering in de oogen. hopen uwe liefde te herwinnen en ik Hé? O ja, natuurlijk. Ha, ha, den Hemel danken voor de harde mijnheer PeppercornZeer goed. Juist, ja Het aantal particuliere aan vragen om aandeelen is enorm. Bin nen een maand zullen we voor den dag kunnen komen. Binnen twee maanden zullen we weelderig les die ik gekregen heb. Ik vergeef je Bob, alles, wat ik te vergeven heb. Ilier is mijne hand. Mag ik ze nemen vroeg hij, haar naar zich toetrekkende. Als ge 't wilt, antwoordde zij. bloeien en vóór drie maanden ver- 0 Bob, is 't slecht te zeggen, dat ik loopen zijn, zullen we in vollen bijna blijde ben, dat ge arm zijt, se- bloei zijn. dert ik u thans mag liefhebben Hum zei Peter. Zooals u de din- Bravo bravo riep Peter in de gen opneemt, zien ze er nog al flo- handen klappend. Zoo moet 't «rjn. risant uit. Maar er komt toch soms -^u jelui 't zoo goed eens zijn gewor- vorst, die alles vernielt, niet waar den, zullen we zooals Polly zeide Mijn waarde heer, ik ben er ze- weer van voren af aan moeten be- ker van, dat, wanneer de zaak goed ginnen. wordt bestuurd, ons succes buitenge- Bus weer achter de -pekelvaat- j woon zal zijn. Het mag in 't begin al ies> Pa? wat energie eischen. Maar ik t Neen, geen denken aan, mijn Omdat u een Baronet bent, moet jongen. Maar sedert Polly voortaan t u ook een ondernemend man zijn, ''i allen ernst meesteres zal zijn, moet nietwaar? Ha, ha zö een beter huis hebben dan dit HaJuist. Zeer goed praeh- en tig, zei Sir Guillaume, er buiten adem Maar u vergeet iets, pa. Het te- bijvoegende Die gemeene oude j legram. schurk! O; dat is in orde, antwoordde de Natuurlijk, ging hij verder, zijn j oude man lachend, dat zond ik gewonen conversatie-toon weer aan-j Af nemende, zoo als u kunt begrijpen j Bus u hebt uw geld terugont- zal mijn titel ongetwijfeld de zaak vangen kracht bijzetten. En als we er nu nog i Geen cent, mijn jongen. Nooit maar de namen van twee voorname een <5®nt 'n de zaak gehad. personen' bij konden voegen zooals u zelf, mijnheer Peppercorn —is ons succes verzekerd. - Heila, papa! zei Bob, haastig binnentredendealsjeblieft. Hier is een telegram voor u. Maar vóór u 't opent, pa, feliciteer me eens. Miss Hawksleigh heeft er in toegestemd mij te huwen Waarlijk mompelde Peter, ter wijl Bob zich tot zijne aanstaande wendde. Arme Polly Ik weet zeker, dat u, Sir Guil laume, mij geluk zult wenschen, ging Bob voort. Ik kan niet zeggen, hoe gelukkig Alice mij gemaakt heeft. Hier ,zie eens, Bob, zei zijn va der, op hem toetredende. Vóór jc nog iet-s verder zegt, deed je misschien beter, dit eens in te zien. Nu, wat is 't pa? Lees het, zei Peter, het telegram U bedoelt dat Kom veirgeef me, Bob. Het was geen mooie streek, dat weet ik, maar het was de eenige manier, die ik kon denken, om je de waarheid te bewijzen. Het was niet jou of mij, Bob, dien zij wilden. Het was ons geld, wa.arop ze begeerig waren. Ze hebben ons altijd met minachting beschouwd. Kom, geef me je hand en zeg ,dat ge vergeeft. Bob greep de hand van den ouden man en schudde die met een hartelijk „Dank u papa". Het Vuurscherm. Door Freiherr von Schlicht. Zoodra de knecht m mijn kamer kwam met den brief, kreeg ik zenuw schokken. Ik was onbestorven we duwnaar voor 't eerst in mijn echte lijk leven leerde ik den toestand ken nen, die naast groote voordeelen ook onloochenbare- nadeelen meebrengt. De scheidmg zou slechts een korte zijn over acht dagen zou ik mijne vrouw bij haar moeder afhalen, daar mijn verjaardag vieren en denzelf den avond nog met mijn gebiedster naar ons eigen nestje terugkeexen. Natuurlijk beloofden wij elkaar bij 't afscheid, dat we elkaar minstens tweemaal per dag zouden schrijven, en wij Welden woord mijn vrouw tenminste. Maar hoewel deze brieven mij eei-st >n verrukking brachten, begonnen zo mij langzamerhand te hinderen en mijn rust te verstoren. Och. en dat vrouwtje meende 't zoo goed In de vreugde haars harten had zij mij al in den eersten brief geschreven, dat mijn schoonmoeder voor mij een wonderschoon verjaarscadeau had ik moest eens raden, wat dat kon ziin. Natuurlijk was dat veel gemakkelij ker gezegd dan gedaan. Br zijn zoo veel voorwerpen, die in aanmerking komen voor een dergelijke plechtig heid. Daarom vroeg ik, als er toch geraden moest worden, eenige verde re aanwijzing inzonderheid wenschte ik te weten, of 't iets was om te eten, drinken, rooken of aan trekken. 't Was niets van dat alles, vernam ik't was een luxevoorwerp, maar heel nuttig, bijna onmisbaar. Nu was het kringetje al wat nauwer getrok ken toch bleef het nog onmogelijk te raden. Ik verzocht daarom nogmaals andere aanwijzingen, bijvoorbeeld de beginletter van den naam, liefst de slotletter er bij en nog een paar »n 'i midden. 't Antwoord was afwijzend: maar er kwam een „e" in 't woord voor. of ik 't dan nog niet wist Ik be kende eerlijk mijn onwetendheid en smeekte om eenige bijzonderheden over den vorm. 't Bescheid was, dat 't geschenk viermaal zoo lang was als breed, en uit hout, leer en laken vervaardigd. Als ik 't nu nog niet wist, was ik heusch al te dom. Natuurlijk wilde ik dat verwijt niet op mij ladendadelijk telegra feerde ik: ..Geraden chaise-lon gue". Binnen een uur echter had ik antwoord Vlak mis". Nu werd ik er onrustig en ner veus van, ik dacht aan niets anders dart die onbekende X, waarmee ik geplaagd wei d, en eindelijk begon ik met tegenzin de brieven mijner vrouw te openen, die telkens varia ties op 't zelfde thema bevatten. Ten einde raad. klaagde ik mijn nood aan een vriend en lichtte hem in. Viermaal zoo lang als breed, met een .e" er in. zei hij dat kan maar één ding zijn. En dat is? vroeg ik in blijde verwachting. 'n Gekkenhuis. Nu gaf ik 't raden op. Zoo kwam mijn verjaardag en ieder kan begrijpen, met welk "onge duld ik het cadeau afwachtte. Vrouw en schoonmoeder brachten mij voor een stapel cadeaux. Welke van die allen zou nu 't groote geheim zijn? Er lagen eenige dingen, die minstens vier maal zoo lang waren als breed en met een „e" er in bijvoorbeeld een portemonnaie in den vorm van een harmonica, een doos met siga renpijpje, maar dat waren toch geen cadeaux om veertien dagen lang zoo'n hoofdbreken over te hebben. Ben je niet in je schik? je bent zoo stilfluisterde mijn vrouwtje aan mijn oor. Hoe kan je 't vragen. Natuur lijk ben ik heel blij maar kind, wijs mij nu het beroemde cadeau, waar mee je mij zoolang geplaagd hebt. Dait zal je wel zien, straks.- Wij gingen in de eetkamer om te déjeuneeren. Als gewoonlijk, wan neer ik daar kwam. bewonderde ik de inderdaad mooie verzameling zil ver en porselein van mijne schoon moeder. Daar ontdekte ik iets, wat mij \Toeger niet opgevallen waseen prachtig hoog vuurscherm, van ge perst leer en geborduurd laken, in fraai gebeeldhouwde eiken lijst. Het was van Russische herkomst. Ik betuigde in welsprekende woor den mijn bewondering voor het schoone stuk werk. En nu vernam ik het eindelijk: dat was de groote ver rassing, voor mij bereid. Ik was er bepaald door verrast, en het duurde een poosje, eer ik aan mijn dankbaarheid naar behooren lucht kon geven. 's Avonds acht uur zouden wij met den sneltrein vertrekken, én om ze ven uur begonnen wij onze bagage in orde te maken. Dat vuurscherm nemen wij bij ons in de coupé, meende mijn vrouw. Natuurlijkbevestigde ik la chend. dat nemen we mee. Om half acht kwam het rijtuig om ons naar het station te brengen en nu begon het afscheid nemen. Dat was geen kleinigheid. Moeder en dochter hadden elkaar nog zoo veel te vertellen te herinneren, en complimenten voor kennissen mee fe geven, dat ik eindelijk maar vooruit-, ging en in het rijtuig stapte. Na een poosje volgde mijn vrouw en ik wildé ai het sein geven tot vertrek, toen Bertha, de schoonmoe- derlijke dienstmaagd, in de deur verscheen, het reusachtige vuur- schermd torsend. Geef maar hier riep mijn vrouw de handen uitstekend: wij-nemen 't bij ons in het rijtuig. Tic dacht, dat ik 'n beroerte kreeg. Kind, maak nu geen gekheid Wij moeten ons haasten om bijtijds aan den trein te zijn. Intusschen deed mijn vrouw, zon der op mijn woorden te letten, po gingen om 't scherm naar binnen te halen. 't Gaat nietklaagde zij einde lijk. Natuurlijk, gaat 't niet. Laten we dan -de kap neerlaten; dan -kan 't recht op staan. Om alle straatjongens achter ons aan te krijgen Kindje, wees toch verstandig. Laat 't scherm hier dan sturen we morgen een briefkaart aan een emballeur, om 't in te pakken en- te verzenden. Koetsier.. vooruit! De paarden trokken aan doch mijn vrouw riep zulk een energiek „halt!" dat de koetsier, een ongeluk vermoe dend, met krachtigen teugelruk de dieren weer tot staan bracht. Wat is 't vroeg ik; heb je ven sneller en sneller voorbij, ver- nog wat vergeten dv/enen. en ik was alleeu alleen Ja. 't scherm; zonder dat rijd ik met mijn vuurscherm, 't Liefst had niet wegik dat ding iemand naar de ooren Kind. zei ik nerveus, wil je geworpen. dan maar zeggen, hoe wij 't moeten Vijf minuten later onderhandelde transporteeren ik met den chef over de eerstvolgen- De koetsier kan 't bij-zich op de reisgelegenheid, 'n Extra-trein den bok nemen. ging boven mijne krachten en na Dat is toch nonsensAls die lang bidden en smeek en kreeg ik man met zijn laars ertegen komt verlof, 's nachts één uur met een en een gat er in stoot, dan is het veetrein mee te mogen. In een wa- heele prachtstuk naar de maan. gen mot ettelijke ossen vond ik een Dan moet 't maar bovenop lig- plaatsje voor mij en mijn scherm, gen. j Geradbraakt kwam ik den volgen- Om goed vuil te wordenZeker, den middag thuis, waar mijn vrouw, dat zou practise!) zijn. die ik per telegraaf had ingelicht. Meneer, veel tijd hebben we niet mij vol ongeduld wachtte. Met luid meer, waarschuwde de koetsier. hoera Werden wij begroet en het Rij maar op scherm in triomf voor den haard op- Ha-a-a-a-l-t schreeuwde mijn gesteld. Daar staat het nog, door vrouw. De voorbijgangers bleven al nieuws- velen bewonderd, en d!aar zal het ook blijven staan, als het lot mij eens gierig staan, keken nu naar ons dan naar een andere stad mocht ver- naar Bertha, die nog altijd met het plaatsen. Want voor een tweeden scherm in de uitgestrekte armen daar keer hereof ik mij met dat ding niet stond. op reis Maar wat wil je dan toch vroeg ik zenuwachtig. Maak ons niet belachelijk Blameer jij je niet door* zoo'n luid spektakel te maken, klonk het terug. Ik begrijp je niet. En Tot betere gedachtes. NoveLlelte uit het Duitsch. v. - - Ondanks de hitte en de vermoeide hierZ scherm blijft voeten, liep zij als een wezel over de binnenplaats en nam op de vier trap- Bestdan blijf ik ook hier.... ■t verhinderen kon had tre<ien teg6lijk. hPT nnrtiftr irannanH vxtoc pen naar haai- woning telkens twee En eer ik mijn vrouw het portier geopend, was er uit gewipt en 't huis harer moe der binnengesneld. Wat nu Met een snellen sprong was ook ik uit het rijtuig en wilde mijn vrouw na, daar hield de stem van den koetsier mij terug Meneer, moet ik wachten? Te laat komen we nu toch. Ik keek op 't horloge. Inderdaad, toniri^r?M- l te bereiken. Ik be- ,je mondje en de twee rijen onberis- fAT« wJr«fÊïïiAn «nierK h i PeKjk-e tandjes daarachter. e d6n Ze fl00t' zeide daar tusschen door 1 |?°en s avonds elf uur „gooien avond", toen de oude vrouw Zn °Mr- a navfen0€f d& deur geopend had, en draaide in nacht in den boemel- de keuken eerst drie keer in het rond tvT -l i* i -i voordat zij den hoed afzette. Toen ik de kamer, waar .k kort ge. Wel. wel, wat is er aan de hand, =.enonien' ,we?r Greta Lieve hemel, ga toch eerst Ritsch daar scheurde de mouw van haar blouse aam een splinter van de oude leuning iri twee. Greta lette er nauwelijks op. Zij klopte drie keer luid achter elkaar en toen zij den sloffenden tred der moeder in de gang hoorde, begon ze te fluiten. Ze floot als een jongen. Dat paste in 't geheel niet bij het ronde, weeke gezichtje, bij het mooie, leden afscheid had betrad, vond ik de vrouwen, een treurspel. ..weenende in elkan ders armen". Schoonmoeder zag mij vernietigend aan. Je moest je schamen I k ver lang geen dankbaarheidmaar ik eens zitten, je bent immers heeJe- maal buiten adem, meisje Ik kan niet. laat mij eerst eens aan het woord komen, moeder. Raad -eensNee. je kunt het niet raden Nu, luisterIk heb vacantie, van Zondag aanstaande af. vier we- De oude zeide eerst niets. Zij stond gebogen en krom, keek haar blo zend kind aan en hield de magere vingers over het keukenschort gevou- S&~ wen. Toen schudde zij met het hoofd. En je krijgt je loon al dien tijd dat'je niets doet. Greta? geven heeft, wel wat beter kon stemri zijn. Maar mama, smeekte ik, wéés u tenminste verstandig Daar had ik in den beten Ik ben geen onverstandig schep sel, dat zich opwindt om niemendal _w0u óf ik lachte zii nat zon eilMn1CwataJ!ntelt lkwat moois zijn. als de oude dat niet - Dat nSmf un 1 Ik 1,en bii d™ d°ktor van het Dat noemt u niemendal. Als ziekenhuis geweest die heeft mij een mijn vrouw verlangt, dat wij vuur- „ftw ;i- schermen als handbagage mee in de coupé nemen? In 't net kan 't toch niet liggen. Je kunt 't rechtop zetten. Daarvoor is het te hoog. Nu, dan zet je het schuin. ZekerAls de coupé leeg is of attest geschreven, dat ik bloedarmoe de heb en mij ontspannen moet, man sten.: vier weken. Efn toen ben ik direct naar den chef gegaan. Altijd driest er op los. zegt Trui Koelman, die heeft ook vier weken vacantie vanwege een zwakke long. Greta, als hij je maar niet ach de andere passagiers engelen zijn, dio terna don'dienst nnzofrt meende ang- t leuk vinden, als ze m plaatsvan flo moeder. En je bent nu zoo plaid een andermans vuurscherm op mooi aan 't verdienen... de knieën hebben Och komHij mij opzeggen 1 Niet alle menschen zyn zoo wei- Greta knipte zelfbewust met de mg inschikkelijk als jij mengde zich sierlijke vingers nu mijn vrouw, die hare tranen ge- Hij zegt mij don dienst niet op droogd had. in t gesprek. Ik kan modelblouses snijden bij do- Zeker niet. antwoordde ik zijnen. Die maakt alles, zegt Anton, maar laat ik je eens herinneren aan als hij over mij spreekt. Ze barsten dat moment van onze huwelijksreis, haast allen van nijd, als ze dathoo- toen een waardig echtpaar instapte, ren. En waarom zal ik mij niet eens dat zóóveel bagage meebracht, dat er ontspannen, er uit weg ver voor ons feitelijk geen plaats over- weg van Berlijn bleef, zoodat wij ons tot den conduc- Zij strekte de armen uit als een teiir moesten wenden. Herinner je je vlinder, die op het punt staat weg dat nog'. te fladderen. Zij zag er daarbij alles- Het zwijgen van mijn vrouw kon behalve bloedarm uit Wel jong evengoed ,.ja" als neen" beteekenen. bloedjong Ik nam het eerste maar aan en ver- De oude vrouw liep opgewonden volgde op een weeken toon ik Van den haard naar de tafel en van zou zoo graag weer rust on vrede de tafel naar den haard. Zij zette hebben als ik maar wist, waarom aardappelen en worst en de koffiekan dat ongelukkige scherm absoluut Voor haar dochter neer tweede klasse moet reizen? Waarom Waar wil je heen'? kan het niet in den bagagewagen Omdat het daar kapot gaatj Dat hangt er heelemaaJ van af, hoe het ingepakt is. Dat scherm kan heelemaal niet ingepakt worden dat moet zoo over gebracht worden. „Geef 't op sprak ik tot mij-zelf, in stilte, „je wint 't toch n-iet Wat zeg je, Greta? Uit Berlijn? Het meisje lachte ondeugend en wiegde zich daarbij behagelijk op haar stoel heen en weer. Nu komt het, moeder. Maar schrik om 's hemelswil niet. als je 't hoort. Ik ga naar. de Oostzee. Met Trui Koelman ga ik. We maken een badreis. Ik lach me ziek. Ik spring in Ik strekte dus de wapens en vot- de lucht van blijdschap. We hebben klaarde mij eens met alles wat de alles nl afgesproken. Wal zal ik bii dames zouden besluiten. deze hitte hier In Berlijn doen. Nee. Natuurlijk bleef t bij t oorspron- dat doen we nietTeeenwoordi- kelijke idee het scherm mee in de ?aat iedereen op reis, dio een beetje c0.up.é' isIk heb genoeg geid gespaard met s Avonds om half elf kwam het werken. Roken maar eens hit. ai die rijtuig voor den tweeden keer voor, overuren van den winter, en alle en 't scherm, in een oud stuk lin- Moeren maak ik me zelf em en nen genaaid werd op het imperial nou het is in elk geval genoeg. Nu der ingdante gelegd. i gaat hel los. Wij gaan in pension. Vijf minuten vóór t vertrek van jn huis waar nog andere den trein bereikten wij het station, vrouwen wonen ja ja nee nee Ik expedieerde de bagage en betrad Mjk marir niet z00> alsof e 3,^; toen. het scherm horizontaal onder dadelijk zouden opeten mij doetnie- den rechterarm zeulend, het perron. mand leed Conducteur, tweede niet-rooken Maar de'oude vrouw was toch zoo Hier meneer- j van streek, dat zij moest gaan zit- Mijn vrouw stapte eerst in, toen ten. maakte ik ook aanstalten om met j Ik ben zoo bang. Greta Laat 't mijn last de treeplank te bestormen.! liever! Weg van) Berlijn? Bedenk Doch des conducteurs barsche stem toch eens. dat je geen mensch daar- hield mij terug. i buiten kentGa voor mijn part alle Meneer, dat mirakel moet u af-1 dagen naar buiten, naar Pankow of- geven dat moogt u niet mee in de naar Grunewald. coupé nemen. f Greta lachte. Welk mirakel huichelde ik zoo Waar denk je aan. moeder, verbaasd mogelijk. Bedoedt u dit Grunewald We willen naar de zee. pakje? Wat zou dat? De portieren werden dichtgesJagen. 't Was de hoogste tijd. Klaar? riep de hoofdconduc- teur. Neen 1 riep onze conducteur te rug deze heer wil dat groote pak als handbagage mee in de coupé nemen. Dat is onzin klonk bet nu te rug. De hoofdconducteur trad nader bij en sprak een afdoend Dat gaat niet. Maar het moet gaan trotseer de ik. Tot cenig antwoord floot hijde locomotief trok, de raderen begonnen te draaien, mijn coupé werd geslo- ton, mijn vrouw verscheen in wan hoop aan 't raampje, een harde vuist stootte mij terug, toen ik op de tree plank wilde springen, de wagens scho- Trui zegt, dat daar een lucht is, zoo heerlijk, dat men den mond altijd wijd open zet, en water, zooveel wa ter is er nergens anders. En bergen en boscli en het is mij ook to tal onverschilligHet mooiste vind ik, dat ik met Trui reisen alle da gen vrij, en lekker eten en drinken in het pension. Het kost eiken dag drie mark, nou, dat kan ik wel beta len, moeder. Als men zelf alles ge spaard heeft Ja, zeide de oude vrouw lang zaam. Als men maar gezond blijft. Wat zegt de dokter? Greta lachte. Ach hemel, -die Tk ken hem wel, hij heeft vroeger in het voorhuis ge woond., jo weet het nog wel, moe der. Zie je, ik ben eigenlijk niet zoo 'erg bloedarm, maar omdat ik er graag eens uit wou, heeft hij vier weken voorgeschreven, aardig hé En onze oude is verbazend lief. Hij zeide dadelijk, dat 't goed was. Zon dag gaat het dus los. Maar nu moet je al mijn blouses strijken, moeder, en de witte japon is ook vu>l. Wasch die vanavond nog uit, dan is ie morgen droog en 'kan ie dadelijk ge streken worden. En m'n nieuwe nachthemden kun je ldaa-r maken, moeder. De kant ligt op de com mode. Alles moet netjes zijn. De moeder knikte. Nadat Greta gegeten, gedronken en ..goeien nacht" gezegd had, stond de oude vrouw nog bij de wasch tobbe en wiesch de lichte kleeren. Toen ging zij tot middernacht zitten naai en en zag daarbij in hare verbeel ding haar mooi kind tusschen do rij ke lui flaneer en, net als een dame. En later zag ze, blauw en door gou den zomerzonneschijn omstraald, en bosch en weide, mooier nog dan liet Teinpelhofer Feld en het Grunewald. Wat zou dat heerlijk zijn, alle dagen op deze weiden, in dit bosch bij zoo- veel blauw water ts zitten. De oude vrouw kon- zich dat in het geheel niet voorstellen. Zij kende zoo. iets niet in werkelijkheid, c De lamp begon te walmen, toen Greta in de eenige kamer uit een onrustigen sluimer opschrikte en in i't rond keek. Daar zat de moeder over haar lin nen en haar kanten ineengedoken, 't magere gezicht bleek en ingevallen, de oogen gesloten. Moederriep 't meisje ver schrikt. De oude vrouw schrikte wakker, bo- gon verward nog een paar steken te naaien en liet het hoofd weer slape rig zinken. Wil je niet naar bed gaan, moe der? vroeg Greta. Ja... ja, meende de oude, ge heimzinnig glimlachend. Ze sc-heen iets bijzonder moois ge droomd te hebben. Misschien van het blauwe water en het donkere bosch.... Toen Greta den volgendien mor gen wakker werd. stond haar moe der in de keuken te strijken. Zij stond diep gebogen en zag er ver- ïnoeid uit, doch glimlachte haar dochter trotsch tegen en zeide, op de mooi gestreken blouses wijzend Nou, Greta, bevallen ze jou? Prachtig, moeder, zeide 't meisje verheugd. Maar nu moet je nog alle ruches in orde maken en mijn onder rokken strijken De oude vrouw knikte gehoorzaam. Greta ging naar het atelier en ont moette op weg daarheen Trui Koel man haar -oudere collega. Nou, wat heeft je moeder van onzereis gezegd vroeg zij nieuws gierig. Greta richtte fier het hoofd op. Wat zou ze zeggen In het ge heel nietsHet is immers mijn geld, wat ik verreis. Ben je blij Greta knikte stralend. Of ik De andere, grootere. neigde zich vertrouwelijk tot haar neer." Wees blij. dat je eens van je moeder afkomtZoo'n oude vrouw, die altijd met een keukenschort door huis loopt, is vreeselijk. Dat geneert iemand geweldig. Telkens wordt op alles gelet, altijd wordt er gerede neerd Als wij eerst buiten zijn, i-s dat uit. Greta antwoordde er niets op. Zij moest er eensklaps aan denken, hoe weinig haar moeder eigenlijk rede neerde. Zij sprak met haar vriendin alles over de reis verder af en ging naar haar werk. Wat gemakkelijk viel haar 't werk vandaag Wat was zij blij Toen zij 's middags over de groote 'binnenplaats der fabriek naar huis wilde gaan, zag zij naast haar een oude schoolvriendin, die ook in die fabriek werkzaam was. in rouwklee- ren. Onder den zwarten, eenvoudigen stroohoed keken een paar beschreide oogen weg. Zeg. wie is er gestorven? vroeg Greta met de deur in huis vallend, terwijl zij dicht naast het meisje kwam te loopen, Moeder, zeide zij snikkend. Lieve hemel.daar weet ik in't geheel nietfc van! Hoe kwam dat? En waar woon je nu De andere antwoordde niet dade lijk. Zij snikte en snikte, en hield het hoofd diep gebogen. Komaan. Anneke, trachtte Greta te troosten. Vroeger was jo toch niet zooBon je dan zoo ongelukkig? Vroeger heb je altijd op je moeder gescholden, weet je 't niet meer Ze was zoo streng, zoo.... Zij hield eensklaps op. Anneke had hartstochtelijk met het hoofd geschud. Nee, dat is niet waarZe was niet streng. Moeder was goed Re zelf was altijd zoo slecht. Ik heb haai- geërgerd en geplaagd en ben Zondags uitgegaan en heb haar al leen -gelaten met haar smart. En ze heeft altijd voor mij gezwoegd en ik heb mij als een prinses laten bedie nen. als ik van het atelier kwam. Nee. moeder was goed Greta liep vlak naast haar vriendin door de middaghitte en wist geen woord te antwoorden. Ten slotte, toen Anneke zachtjes begon te schreien, weende zij ook. Wat heeft haar gescheeld, dat ze zoo gauw.... Ze was zwak en altijd zoo ver moeid. En altijd moest zij boven in de keuken zitten wasschen. naaien en voor anderen nog strijken, dat wag te veel voor een oude vrouw, heeft de dokter gezegd. Ze had er eens uit moeten gaan, in een andere lucht, meende hij. De dokter kan goed praten, hoe kom je aan geld voorzoo wat?. En... opeen goeden dag is ze niet opgestaan en was di rect dood. Direct dood, herhaalde Greta, terwijl een rilling haar lichaam schokte. Nu woon je zeker bij je ge huwde zuster? Anna kuchte. Die heeft al genoeg met haar vier kinderen. En... en moeder was ook veel netter, dat wordt men eerst gewaar, als men... als men ze niet meer heeft. - Greta, wat mag jij blij wezen, dat je moeder nog leeft en gezond is... Greta was echter niet blij. Ze kon het niet zijn. De vriendin in haar rouwkleeren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 2