BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Wandelingen Feulilmiom. ZATERDAG 18 NOVEMBER. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Natuurhistorische IN EN OM HAARLEM. liet schijnt in de laatste weken wel, alsof we het bij God Pluvius voor goed verkorven hebben. De ge- heele week is vliet weder dragelijk, ten minste <lroog,, wel eens wat wa terkoud. zooals de menschen het uit drukken, maar tegen liet begin van iedere volgende week wordt, het min der en des Zaterdags behoeft men al niet heel voel verstand van 't weer te hebben, 0111 met bijna onfeilbare ze kerheid te kunnen voorspellen „mor gen is 't weer regen". Er zijn zelfs menschen, die met nauwkeurige ze- keitheid wisten mede te deelen, dat da.t nu reds de zooveelste Zondag was, dat het regende. Des morgens goot het, d. w. z- vroeg, toen de mees te mensühen nog rustig sliepen. In den loop van den voormiddag dreig de 't wel af en toe, maar toch, 't was niaar een beetje stof, meer niet. Na twaalven werd het nog wat Deter, en gingen we nog eens even een kleine wandeling maken. En ofschoon het duidelijk te voeln was, dat de lucht maar steeds met waterdamp verza digd bleef, waagden we het toch. Op den Zijlweg, tal van wande laars, enkelen, die reeds wat vroeger van huis gingen, keeren reeds weer terugmaar de grootste stroom is toch van de stad af. Wat is de boel kaal geworden in de laatste weken, de enkele laatste blaadjes aan de iepen vallen ritse lend omlaag. Hoe aangenaam wordt het oog thans aangedaan door de nog groene heestersmochten in den zomer die dikkere, leerachtige blade ren al weinig bekorends hebben, nu geven ze toch wat leven in de som bere planten massa. Vooral de Aucu- ba's, de Goldbaum onzer oostelijke buren, zijn het die men aantreft hier en daar wat hulsten, een enkele buxus, een rhododendron en enkele meer. Daar is nog een geheele haag groen, 't is een liguster soort, die ster ker dan onze inheemsche, tot aan de strenge koude zijn groene bladeren behoudt. Elders brengt nog een haag van klimop, langs het hekwerk ge leid, wat afwisseling. Die Aucuba daar vertoont niet de eigenaardig goudgele vlekken, bij heeft geheel groene bladeren. Nu hebben we liet toch even mis, 't is n.L een zij, een vrouwelijke plant, zie maar naar die eenigszins lang werpige, groene bessen. Vroeg in 't voorjaar beginnen die bessen te rij pen en staan dan wat heertijk tus- schen dat groen, want de kleur is dan schitterend rood. Tegelijk zullen we dan reeds de nieuwe bloempjes kunnen opmerken* klein en onaan zienlijk, slechts een simpel blóem- dekje met een klein stampertje in 't midden. Aan andere planten, die soms ver weg staan, komen dan de m.eeldraa.dbloempjes voor. En of schoon er dan nog weinig insecten zijn, zullen er toch zeker wel ge vonden worden, die het stuifmeel overbrengen, want de voorbeelden komen herhaalde malen voor, dat alleenstaande heesters bessen voort brengen en dan wel vaak in ommuur de tuineu, zoodat we de bevruchting toch ook niet op de rekening van den wind kunnen schrijven. Hé, wat staat dat toch dadelijk ONDER HET MES. Uit de Fransche Revolutie. 1) De groote Sambuc leunde met zijn rug tegen den helmstok van het roer, kruiste zijn lange armen over zijn borst en zeidc op bezorgden toon Uw besluit is dus genomen Onherroepelijk, schipper. En gij zult u te Avignon op houden Ik denk er een week te blijven. Gij zult er misschien langer blijven, dan gij wel denkt. In den laatsten tijd heeft deze stad veel van de draaikolken in de Rhine. Er in geraken gaat gemakkelijk, maar om er weer uit te komen, ho maar!.. Gij lacht, burger? Ik lach. En Savinien du Mont-Iseran baret- te werkelijk in lachen uit. Hij had liet goed vertrouwen der jeugd, was onverschrokken de sombere voorspel lingen roerden hem nauwelijks. De groote Sambuc haalde de schou ders op. Men kan wel merken, dat gij onze Jourdan. den moordenaar, nocli zijn kameraad Mainviélle goed kent. veel mooier als zoo n tuintje zoo laat in 'i najaar nog eens weer terdeeg wordt opgeknapt. De ledige perken dadelijk maar weer beplant met voorjaarsgoed, of anders met aller lei bolgewassen. Geen wonder, dat zulke tuintjes er in 't voorjaar da- deiijk weer mooi uitzienen dan door tal van liefhebbers benijd wor den. Dan is 't„vlug naar den tuin man Deze heeft er wel eenigszins op gerekend, maar planten die reeds in den herfst zijn aangeworteld, ont wikkelen zich in 't voorjaar veel be ter dan die, welke in 't voorjaar pas worden geplant en zich dan nog moeten herstellen. De weg schikt nogal, al is hij hier en daar met een laagje chocolade bedekt. Het tolhek voorbij is het nog niet beter. ,,Op zij, menschen. op zij!" Die auto, 's zomers de wandeling be- 1 dervend door 't opgejaagd stof, doet 'hij thans dc modder meters ver over de trottoirs spatten, zie maar eens die nijdige blikken, waarmede hij wordt nagetuurd. I Over 't spoor slaan we dan ook rechts af en volgen dat smalle paad je. dat dalend en stijgend ons menig blikje in de kaler wordende planten wereld doet werpen. Zie die mus- scnen eens, verdriet hebben ze nog volstrekt niet, ze spelen en stoeien, als stond de zomer voor. de deur. Er i is idan ook nog volop, 't Schijnt hier, door duinen en huizen toch ook wel een beschut plekje te zijn, hoe bloeit en -tiert het er hier nog maar op los. Daar staan waarlijk nog Doo- \enetels in vol ornaat, het onderlipje tot zitplaats aanbiedend. Daarnaast de veel grootere brandnetels, en wel de vrouwelijke planten vol zaad. De mannelijke zijn reeds lang bezweken. Deze exemplaren zijn wel bijna twee M. lang. Hoog verheffen ze' zich tus- sclien dehé, wat vreemde boo- men de takken geheel met kurk be zet. 't Is de kurkiep, van verre nog verwant aan de brandnetels. Wat verder een veld met boeren kool, de nachtvorsten zullen de mis schien aanwezige rupsen wel reeds gedood hebben. Daarnaast bieten, hé, dat zijn echte, alle bladeren don kerrood, zooals ze zijn moeten. Wat verder komen we weer op den hoofdweg uit. Hoe heerlijk, kleuren spel aanschouwen we daar aan de. overzijde,, juist op den hoek van dien nieuwen weg, die het duin in gaat. Dat donkerbruin tot geel overgegaan bij 'die beuken, afstekend bij het groen der sparren, en daar hier en daar een populier met heldergele bladeren, dat is mooi. Geen wonder dat menigeen blijft staan. Door onze voetstappen zeker opge schrikt vliegt een winterkoninkje op om weg te schuilen in het klimop, dat die zes of zeven eiken van af den grond bekleedt. Ja, zie maai* eens goed toe, het is wel zoo, er is zeker wat bijzonders" aan die klimop te zien. i Zijn alle bloemen daar, wat ge ziet, samengeplaatst tot kleine schermen. Bij wat goed weer zullen er nog wel heel wat stampertjes na de bestuiving zich gaan ontwikkelen tot bessen, eerst groen, en later, het vol gende voorjaar pas, zwart. Wat steekt die kastanjemaar nu, het schiet ons plotseling te binnen, dat we thuis nog knoppen in spiritus heb ben staan, om die te bekijken. We zullen dat doen, zoodra we thuis zijn en zullen dan opmerken, als we zoo'n dikke knop eerst in de lengte door midden gesneden hebbena. een eenigszins kegelvormig toegespitst Zij houden te Avignon verblijf, zij zijn daar koningen. Zij hebben een legeralle kruiers, alle elftenvi'S- schers. alle kolf spelers, alle straatslij pers zijn op hun hand. Wie weet. tot hoever de haat dier ongelukkigen te gen de politieke gevangenen, die in het pauselijk paleis zijn opgesloten, zich zal uistrekken. Gelooft vrij dat er onder de gevangenen veel vrou wen en grijsaards zullen zijn. Ik be klaag die arme schepsels. Maar ik kan niet begrijpen om welke reden men mij zou willen gebruiken, om hun aantal grooter tc maken. Gij noemt u Savinien dat is een misdaad. Du Mont-Iseran dat is een misdaad. Gij hebt geld. dat >s een misdaad. Men zal u beschuldi gen van een spion dor uitgewekenen te zijn. Ik zal antwoorden Heeren bur gers van Avignon, ik laat mij in het geheel met met politiek in. Ik kom hier geen tweedracht zaaien, maar alleen van mr. Cicadat. beëedigd no taris, de som van 2260 kronen opha len, welke mij toekomt uit de nala tenschap van mijn achterneef Gan- telnia, die tijdens zijn leven pastoor was. In dien geest zal ik tot Jourdan. tot Mainvielle en andere moordenaars spreken. Zij zullen u met liet nies ant woorden. takje in den knop oploopend. b. aan den buitenkant eenige al zeer arme bladen, niets dan een verbreede blad steel, maar die met behulp van de hars zeer goed den dienst kunnen verrichten, die van hen gevergd wordt. c. een wolmassa, die bij na der toezien jonge kastanjebladen her bergt, alles netjes gerimpeld en opge vouwen. ook die zullen geen last van de koude hebben en d. de volledige bloemtros thans nog in miniatuur, maar alles reeds aanwezig. Een voor zichtige ontleding zou ons reeds meeldraden enz. kunnen doen onder scheiden. Hoe groot is de overeen komst niet met een hvacinthenbol J. STURING. VRAGENBUS. Den Heer D. te H. De naam van uwen palm, is Kentia, die van de gezonden afbeelding Kentia For- steriana, misschien kan de palm van U ook zijn Kentia Balmoreana, beide afkomstig van de Lord-Howe-eilan- den en veel op elkaar gelijkend. De lichaampjes op de bladeren en op de bladstelen zijn diertjes en wel de wijfjes van eene dop- Sf schildluizc-n- soort, Zijn deze diertjes gestorven, dan blijven de eieren onder het schild zitten, totdat ze uitkomen en zich een eindweegs verder vastzuigen. Ze moeten zorgvuldig verwijderd worden. Het beste geschiedt dit door blad voor blad en steel voor steel van boven naar beneden met. zeepwater en oen nagelschuiertje flink af te boe nen, zoodat ze loslaten. Ge' moet daarbij zorg dragen, dat ze niet. be neden op den pot komen, en evenmin te veel zeepwater in de aarde »e la ten dringen. Het beste daarvoor is de pot te bedekken met papier, dat ge onder om den palm Vastbindt. Na de operatie wordt de plant flink afge- goten llerihaalt ge dit na veertien dagen, clan zijn de meesten verdwe nen on een nauwlettend toezien voor komt verdere besmetting. Er zullen ter plaatse, waar de in secten zaten (zie vooral ook beneden tussch^p de vezels), wel roestige, plekjes overblijven, maar daaraan is niets te veranderendie cellen zijn daar dood. Den H e e r W. t. e H. De J u - d a s p e n n i n g, zoowel als cle S t o k- roos moeten onaangeroerd gelaten worden, dan kan men op den schoon- sten bloei rekenen. Deze verzamelen evenals andere tweejarige planten (de stokroos is eigenlijk overblijvend, maar de bloei is het tweede jaar het schoonst), in het eerste jaar voedsel, om dan het tweede jaar met kracht op te schieten, te bloeien en zaad voort te brengen. Van de door u aan gegeven W i 1 d e Azalea ka.n ik U niet. veel zeggen, ik moet dan eerst, nader weten, welke dit iswant er zijn vei-schillende soorten Azalea's, sommige winterhard en andere niet. Dc Hortensia kunt U buiten laten onder bedekking. Wel vriezen da.n de toppen dood, maar ihij loopt weer even goed uit. J. STURING. BRUTON Op zekeren dag wandelde ik naar het atelier van mijn vrieswl Bruten en vond hem druk bezig aan eene groote schilderij. Bruton was bijzonder goed, in wat men noemt genre-schilderen, Welnu, ik zal mij verdedigen. Zeer wei. Maar zijt gij er zoo zeker van. uwe moeder, die met u reist, te kunnen verdedigen Zij heeft zooveel moed en kalm te. dat zij aan de vrouwen uit oude tijden denken doet. 'Savinien du Mont-Iseran ging weg en voegde zich bij zijn moeder, die voor in de boot zat. Satnbus strekte zijn dikke behaar de hand uit en hield den jongen man tegen. Luister. Gij hebt mij, terwijl wij den stroom afzakten, niet behandeld zooals de lieden die mijn boot hu ren gewoonlijk doen. Gij hebt u vriendelijk getoond, jongenlief. Daar om stel ik belang in u en w'l ik u een raad geven. Geef maai' op. Hebt gij d'en ouden man opge merkt. zeg die aan boord kwam even nadat wij Pont-Saint.-Bsprth hadden verlaten en die daar op dc middel ste bank ligt te slapen Met die lange dunne beenen, dien krommen rug en dat onedel ge laat En met een ziel niet minder lee- lijk dan zijn gezicht, De naam van dat schepsel Men noemt hem minachtend MonsteHo, hetweJk wezel beteekent Als gij mij vraagt waarvan hij leeft, moet ik u antwoorden,.van ver en kon met verbazende getrouwheid de gelijkenis treffen van een groep ar beiders, kinderen of kwakzalvers. Toen ik het atelier van mijn vriend Bruton binnentrad, bemerkte ik eens klaps eene- oude vrouw met ver schrompelde trekken, die klaarblijke lijk als een model voor den kunste naar poseerde. Hoe zult ge dit nieuwe schilderij noemen, Bruton vroeg ik, na het wat nauwkeurig bekeken te hebben. ..Op de Kpsom Wedrennen", ant- woordde hij. - Maar zoo zijn reeds zoovele ge noemd. Je hebt niet veel kans. dat" je meer succes zult hebben dan Frith's Derby schilderij, Bruton. Bruton keek mij norsch aan. Bah wie wil er nu ook meer succes hebbenMaar Frith heeft toch niet alle stof daarvoor uitgeput? Kiik in dit schilderstuk wil ik meer doen uitkomen het mindere publiek op de renbaan..., maar. ziellier! bier is een zigeuneretent en een oude waarzeg ster. Een troepje jongens met hum:, meisjes brengen daar hun laatste cen ten heen. Dan. terzijde, ziet ge eene deftige dame, peinzend achterom zien, alsof ze verleid werd de waarzegster te begunstigen. Dat is werkelijk een prachtig idéé, riep ik uit. Waarom noem je bet dan niet „Verleid" Mooi, mijn beste jongen Zóó zal ik het noemen. „Verleid Juist zoo Maar, apropos, herken je de trekken der jonge dame niet, of is de schets nog te ruw Ze lijken zeer op Miss Ethel New - bery. Bruton lachte en bloosde. Ik bewonderde nog steeds zijne on voltooide schilderij, toon beschroomd op de deur van liet atelier werd ge klopt. Nu. beste vriend, zei ik. ik wil je niet ophouden. Saluut Saluut, Goodwin, antwoordde de schilder vriendelijk. Aan de deur ontmoette ik Miss New bery, en boog. II. C.corge Bruton was iets meer dan gewoons. lede re dn erkende een genie in hem. met zijn bruin gelaat en" gol vende zwarte haren. Hij was kort ge ledon van zijne studies in Rome terug gekeerd en woonde pas drie jaren ia Rrinstead. Niemand wi-: i ta omtlF hein of zijne familie; maar met in-; voorrecht van een groot, talent wa llij zeer populair in den omtrek en werd hij in de beste Brinstead-fanii- !io.s gastvrij ontvangen. Zelfs werd hij door Dr. Newbery eens per maand op diens kasteel Ie dineeren gevraagd on het portret dat hi j voor "des dok tere dochter. Miss Ethel Newbery. schilderde, werd op de Koninklijke Academie geëxposeerd, en verwierf voor den kunstenaar een goeden naam. Den volgenden keer dat ik Bruton een bezoek bracht, was liet schilderij ..Verleid" klaar, en gereed om naar Londen gezonden te worden. Drommels! riep ik onwillekeurig uit, 't is prachtig een meesterstuk De gelijkenis van Miss Newbery is volmaakt. En wat de oude zigeunerin betreft, met bare koude, sluwe, w.ree- de oogen Ik herinnerde me later dat Bruton. toen ik dit zei. verschrok. - en niet die sluwe uitdrukking op liet gelaat, T is eenvoudig uitmun tend Waaraan hebt ge je kunst te danken Hebt ge dit talent geërfd Misschien well, zei Bruton droog. In alle geval, je verdient allege ikwenschen, die ik je kan aanbieden. j Ik weet niet, wat ik 't meest moet be - wonderen je vaardigheid in 't schil- 1 deren, of je geluk da.t je twee laatste schilderijen zoo prachtig uitvielen i Wat moet ik 't meest, roemen de ,open, regelmatige trekken der jonge dame, of de wree.de. slechte vrouw Eén oogenblik. viel Bruton mij. zeer bleek en met zachte stem in de rede. Ge moogt niet verder gaan, j raad". Hij loopt van de eene partij naar de andere over, hij verkoopt 's avonds zijn vriend van 's morgens, j Op het oogenblik helpt hij de politie van Jourdan hij is spion en hande laar in monschenzieSen. Wacht u voor i hem. De markiezin du Mont-Iseran scheen niets verschrokken te zijn. toen zij deze woorden van haar zoon vernam. Haar koud en ernstig ge laat. met grijze- haren omlijst, be- hieild zijn vreedzaam en gesloten uit drukking. Maar haar dunne lippen krulden zich verachtelijk toen erspra. ke van MonsteHo wac. Op dit oogenblik hoorde men een M-eemd getier en toen de boot onder den bouwvaliigen boog van de brug Saint-Béné doorvoer, en later tus- schen den wal van Avignon en het eiland Barthelasse geraakte, bemerk te men aan den voet van den muur een huilende opgewonden menigte. Ieder oogenblik verlieten booten met gewapende lieden beladen den oever van Barthelasse. De kleine vloot bedekte de Rhóne. Men zag niets anders dan opgestoken vuisten en knuppels en getrokken sa bels. De groote Sambuc moest met zijn boot midden door de andoren heen. Terwijl hij zoo goed mogelijk stuur de, want botsingen waren te vreezen Goodwin neen. ge moogt 't werkelijk niet -- Waaroni riep ik uit. Heb ik ie beleedigd. Brutön De vrouw, die ge met zulke woor den beschrijft is. mijne moeder. Uw moe-dér! herhaalde ik, terug diêinzénid. Goede Hemel Ik \r< - dat ge me nooit zult vergeven. Bru ton. Ge spraakt onwetend. Goodwin. Het deed me diepe smart, maar liet B mijne schuld, dat ik "t u niet gezegd heb. Hij hield een oogenblik op eb ging dan weer vertier. Goodwin, ik geloof, dat ik je ver trouwen kan. Luister eens. Ik ben thans door eigen inspanning reeds zoover gekomen, dat ik me niet meer behoef te schamen over mijne gehoor- gende verzoek miiner moeder. Welnu dan, ik hen een zigeunerszoon Mijn vader hei) ik nimmer gekend iiij was echter een Spanjaard, die ten slotte een zwervend muzikant werd. Good win, Miss Newbery en ik hebben elk ander lief. doch ik lub 't 'naar vader nog mot durven zeggen. Ik beefde, want de dokter hield zeer veel rekening mét de afkomst en aristocratische betrek kingen. - Mijn eer dwingt mii hem de waarheid omtrent mijne ouders on middellijk te ontvouwen. De Hemel beschernie u, ze: ik. III. Ik bracht mijne zomer-vacantie als naar gewoonte op het Eiland Wight door. Bij mijnen terugkeer was ik zoowel verbaasd cils teleurgesteld, toen ik in de kolommen dor ..Brin- stead Courier" het engagement zag van de charmante en deftige Miss Ethel Newbery met een heer. wiens naam ik nog nimmer had vernomen. Zonder tijd te verliezen begaf 'k niïj naar 't atelier van Bruton en f deed mij leed te vernemen, dat hij de stad reeds verlaten had. Hij had echter een briefje achtergelaten, waarvan 'k haastig het zegel ver brak. Hot schrijven luidde aldus .Waarde Goodwin Ik was een blinde dwaas, toen ik veronderstelde dat ik eenvoudig door talent, en toe wijding over alle bezwaren eener vróuw zou komen. Ik heb van Ethel's eigen hand een briefje ontvangen, waarin alle betrekkingen tusschen ons voor immer worden verbroken en ïk vlucht als een gebroken man uit deze streek. Ik heb nog één troost.. dat deze u roede brief haar door hare familie gedicteerd kan zijn en ik mij er over heen zal kun nen zetten doch on 't oogenblik hen ik geheel ontmoedigd. Je- trouwe vriend, George Bruton". Ik begreep onmiddellijk wat had plaats gehad, en ik gevoelde een diep medelijden voor mijn armen vriend. Door een toeval ontdekte ik. dat Bruton zelfs niet aan Miss Ethel had medegedeeld, dat zijne moeder, de zigeunerin, die ik gezien had. nog leefde. Zij vermoedde hier niets van. De naam van den took omsti gen bruidegom was Ledyard. Toen de dag voor het nogal haastig huwelijk be paald. naderde, werd toevallig op de weide van den dokter en onder be scherming der Newbery's eene groote liefdadigheidsmarkt gehouden. Ik heb eene groote attractie voor u ontdekt, zei de jonge Archie New bery. Gisteren ontmoette ik eene oude vrouw, die in de laan voortstrom pelde Ze bleek een zigeunerin-waar zegster to zijn zoo oud als Methu- salem en zoo leelijk als de nacht. Eene waarzegster. Archie vroeg zijne moeder. -Ja. Ik sloot een koop met haar. dat wil zeggen Miss D'Eyncourt en ik. U weet. dat meisjes verbazend bij. geloovig zijn. 't Is een feit, dat geen liefdadigheidsmarkt volmaakt is zon der eene eerste klasse waarzegster We hebben dus een tentje voor haar laten opslaan en haar wat rood en bemerkte hij in een bootje met woeste kerels bemand, een kort ineengedron gen man, die vol woede schold en met -Ie punt van een mes in de richting van het paleis der pausen wees. Wel riep Sambuc, wat gebeurt hier, Cyrille Waarom zijt eij zoo woedend Ik heb je als zijdewever gekend en zie je thans a.ls slagers jongen Hebt gij dan je oude blinde moeder alleen thuis gelaten. Dat is anders je gewoonte niet. Cyrille antwoordde, verhit en opge wonden Dezen morgen is bij het Francis canerklooster een der onzen gedood. Door wien Door de vijanden van het volk. Bloed, niet waar eischt bloed. De gevangenen van het paleis moeten er aan gelooven. Men moet zich wre ken, Jourdan heeft ons gezegd, wan neer do zilveren klok zal geluid wor- den, dan zal dat het teeken tot den dans zijn. Wij zijn nu vóór 'het bal aangekomen, want de klok zal zeker worden geluid. 1 Terwijl Cyrille zoo sprak, kwam een vreemd geklep boven de stad overgewaaid en verspreidde zich hel der, droevig en welluidend over het water. Op het geluid van de zilveren klok liet droevig geluid dat nooit andere dan bij don dood van een Paus word gehoord, hield do menig te op de wallen en do Rhone zich geel vlaggedoek ie leen gegeven O. Archie! riep de doktere vrouw uit. Wacht, moeder Ik vergeet nog 't eigenaardige van die oude vrouw... hare opvallende gelijkenis met de oude 'heks in die tent op Bruton's schilderij. Ik had liever dat je niet op die manier over mijnheer Bruton sprak, zei zijne móéder. Hij kan 't niet helpen, dat hij van zoo'n gewo ne afkomst is. En bovendien.. Zeker niet. Maar "t was toch wel brutaal, dat hij Ethel wilde hu- won. moeder. Ondanks haar aan staand 'huwelijk met mijnheer Ledy ard geloof ik. dat zij nog uiterst veel van hem houdt, O, Miss D'Eyncourt, mag ik u naar de tent dei- zigeune rin brengen? En dit wel wat zorgelooze jong- mensch van aristocratische huize wandelde arm in arm niet eene der schoonste meisjes in Brlnstead. Toen ik in den namiddag Miss New bery zag. was ik verbaasd over de verandering die in haar had plaats gehad. Hoezeer ook. volgens Archie Newbery's beschrijving, de zigeune rin geleek op de figuur op het schil derij van mijn vriend, zou men ver geefs eene gelijkenis zoeken tus schen de lichte roode frischhe'd van de jonge dame op 't schilderij en het bleeke. fletse meisje, dat ik thans zag .Verder was ik niet op mijn gemak over de aanwezigheid van Bruton's moeder in Brïns'fead. Bru ton had mij verteld, dat hij oj> vijf tig mijlen afstand oen huisje had ge kocht, waar zij hare laatste levens dagen wilde doorbrengen, en dat. zij nu en dan een bezoek zou brengen aan haar zoon wanneer hij ge trouwd zou zijn. Reeds gedurende ja ren had ze haar zigeuners-beroep vaarwel gezegd. Waarom had ze dit thans weer aangenomen, en in zulk© onmiddellijke nabijheid van hot vroe gere meisje van haren zoon. en ook zoo dicht bij den dag van haar hu welijk met een anderen heer? Wat staat u daar te peinzen, Er. Goodwin hoorde ik eene lieve zachte stem achter mij zeggen. ïk wendde mij om en bemerkte Miss Newbery. Ik dacht over iets na. antwoord de ik stamelend. Miss Newbery veranderde van kleur. - Dr. Goodwin, bent u bijgeloovig? Ja. antwoordde ik. trachtende to schertsen. Rij oorbeeld, ik zal nooit onder een ladder loopen of met der tienen aan tafel zitten. Hoor eens. mijnheer. Op den dag dat mijnheer Ledyard mij mijn engagementsring gaf stak me een wesp. zoodat de ring niet aan den opgezwollen vinger ging. Was dat niet vreemd Ja. wel eenigszins. - Ik heb dien nacht niet ge slapen. f* waart dwaas, zei ik. Ik heb zin, ging zij verder, om mijn rol in Verleid" in werkelijk heid Ie spelen en mijnheer Bruton's schilderij te rechtvaardigen. Ik zou wel eens willen, dat die vreemde oude vrouw mijne toekomst voorspel de. Ze zeggen, dat zij zeer op haar «dijkt sommigen zelfs dat zij wer kelijk zijn model was. Ik heb haar niet gezien. V af zou o dan wel wenschen te weten Miss Newbery Wel. i k kan u do toekomst nog wel voorspellen, u bent bestemd om gelukkig te zijn, lang te leven en even verstandig als schoon te zijn. Kom. hier is mijn heer Ledyard. Laat ons hem eens vragen, of hij 't niet met mij eens is. U schertst, antwoordde zij. Eenige oogenblikken later was zij huiswaarts gekeerd aan den arm van den chiquen. b den dftrtigjarigen heer. wien binnen kort baar hand geschonken zou wor den. oen oogenblik stil daarop brak plot seling een wild gehuil los. IV man- 'i-n die roeispanen hanteerden roeiden uit alle macht en men landde weldra De boot. waarin Cyrille zich be vond werd met zoo'n vaart naar den wal geroeid, dat Sambuc. die langs do kade voer om den ring op ie zoe ken waaraan hij zijn boot gewoon lijk vast meerde den schok niet ver meden kon. Bekneld tusschen de steenen van den oever en de voorste ven van liet andere vaartuig raakte zijn bark. scheurde en begon te zin ken. MonsteHo bleek en schreeuwend van angst, sprong aan wal Savi nien snelde on zffn moeder t»o maar reeds had Sambuc haar in zijn -terke armen genomen en naar den oever gedragen. Daarop sprong .le edelman op zijn beurt er uit. terwijl hij in elke hand een valies hield ge kneld Het was tijd de boot begon vol te loopen, terwijl het bruisend water oen diep spoor achterliet. Sambuc keek aandachtig naar de schipbreuk en een traan rolde over zijne wangen liet was een aandoenlijk schouw spel dezen reus te zien weenen. Vriend, vroeg de markies, treurt gij misschien om uw boot? Ik had geen andere broodwin ning. (Wordt vervolgd..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 7