BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Wandelingen
Feulilmiom.
ZATERDAG 18 NOVEMBER.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
IN EN OM HAARLEM.
liet schijnt in de laatste weken
wel, alsof we het bij God Pluvius
voor goed verkorven hebben. De ge-
heele week is vliet weder dragelijk,
ten minste <lroog,, wel eens wat wa
terkoud. zooals de menschen het uit
drukken, maar tegen liet begin van
iedere volgende week wordt, het min
der en des Zaterdags behoeft men al
niet heel voel verstand van 't weer te
hebben, 0111 met bijna onfeilbare ze
kerheid te kunnen voorspellen „mor
gen is 't weer regen". Er zijn zelfs
menschen, die met nauwkeurige ze-
keitheid wisten mede te deelen, dat
da.t nu reds de zooveelste Zondag
was, dat het regende. Des morgens
goot het, d. w. z- vroeg, toen de mees
te mensühen nog rustig sliepen. In
den loop van den voormiddag dreig
de 't wel af en toe, maar toch, 't was
niaar een beetje stof, meer niet. Na
twaalven werd het nog wat Deter, en
gingen we nog eens even een kleine
wandeling maken. En ofschoon het
duidelijk te voeln was, dat de lucht
maar steeds met waterdamp verza
digd bleef, waagden we het toch.
Op den Zijlweg, tal van wande
laars, enkelen, die reeds wat vroeger
van huis gingen, keeren reeds weer
terugmaar de grootste stroom is
toch van de stad af.
Wat is de boel kaal geworden in
de laatste weken, de enkele laatste
blaadjes aan de iepen vallen ritse
lend omlaag. Hoe aangenaam wordt
het oog thans aangedaan door de
nog groene heestersmochten in den
zomer die dikkere, leerachtige blade
ren al weinig bekorends hebben, nu
geven ze toch wat leven in de som
bere planten massa. Vooral de Aucu-
ba's, de Goldbaum onzer oostelijke
buren, zijn het die men aantreft
hier en daar wat hulsten, een enkele
buxus, een rhododendron en enkele
meer. Daar is nog een geheele haag
groen, 't is een liguster soort, die ster
ker dan onze inheemsche, tot aan de
strenge koude zijn groene bladeren
behoudt. Elders brengt nog een haag
van klimop, langs het hekwerk ge
leid, wat afwisseling.
Die Aucuba daar vertoont niet de
eigenaardig goudgele vlekken, bij
heeft geheel groene bladeren. Nu
hebben we liet toch even mis, 't is
n.L een zij, een vrouwelijke plant,
zie maar naar die eenigszins lang
werpige, groene bessen. Vroeg in 't
voorjaar beginnen die bessen te rij
pen en staan dan wat heertijk tus-
schen dat groen, want de kleur is
dan schitterend rood. Tegelijk zullen
we dan reeds de nieuwe bloempjes
kunnen opmerken* klein en onaan
zienlijk, slechts een simpel blóem-
dekje met een klein stampertje in 't
midden. Aan andere planten, die
soms ver weg staan, komen dan de
m.eeldraa.dbloempjes voor. En of
schoon er dan nog weinig insecten
zijn, zullen er toch zeker wel ge
vonden worden, die het stuifmeel
overbrengen, want de voorbeelden
komen herhaalde malen voor, dat
alleenstaande heesters bessen voort
brengen en dan wel vaak in ommuur
de tuineu, zoodat we de bevruchting
toch ook niet op de rekening van
den wind kunnen schrijven.
Hé, wat staat dat toch dadelijk
ONDER HET MES.
Uit de Fransche Revolutie.
1)
De groote Sambuc leunde met zijn
rug tegen den helmstok van het roer,
kruiste zijn lange armen over zijn
borst en zeidc op bezorgden toon
Uw besluit is dus genomen
Onherroepelijk, schipper.
En gij zult u te Avignon op
houden
Ik denk er een week te blijven.
Gij zult er misschien langer
blijven, dan gij wel denkt. In den
laatsten tijd heeft deze stad veel van
de draaikolken in de Rhine. Er in
geraken gaat gemakkelijk, maar om
er weer uit te komen, ho maar!..
Gij lacht, burger?
Ik lach.
En Savinien du Mont-Iseran baret-
te werkelijk in lachen uit. Hij had
liet goed vertrouwen der jeugd, was
onverschrokken de sombere voorspel
lingen roerden hem nauwelijks.
De groote Sambuc haalde de schou
ders op.
Men kan wel merken, dat gij
onze Jourdan. den moordenaar, nocli
zijn kameraad Mainviélle goed kent.
veel mooier als zoo n tuintje zoo laat
in 'i najaar nog eens weer terdeeg
wordt opgeknapt. De ledige perken
dadelijk maar weer beplant met
voorjaarsgoed, of anders met aller
lei bolgewassen. Geen wonder, dat
zulke tuintjes er in 't voorjaar da-
deiijk weer mooi uitzienen dan
door tal van liefhebbers benijd wor
den. Dan is 't„vlug naar den tuin
man Deze heeft er wel eenigszins
op gerekend, maar planten die reeds
in den herfst zijn aangeworteld, ont
wikkelen zich in 't voorjaar veel be
ter dan die, welke in 't voorjaar pas
worden geplant en zich dan nog
moeten herstellen.
De weg schikt nogal, al is hij hier
en daar met een laagje chocolade
bedekt. Het tolhek voorbij is het nog
niet beter. ,,Op zij, menschen. op zij!"
Die auto, 's zomers de wandeling be-
1 dervend door 't opgejaagd stof, doet
'hij thans dc modder meters ver over
de trottoirs spatten, zie maar eens
die nijdige blikken, waarmede hij
wordt nagetuurd.
I Over 't spoor slaan we dan ook
rechts af en volgen dat smalle paad
je. dat dalend en stijgend ons menig
blikje in de kaler wordende planten
wereld doet werpen. Zie die mus-
scnen eens, verdriet hebben ze nog
volstrekt niet, ze spelen en stoeien,
als stond de zomer voor. de deur. Er
i is idan ook nog volop, 't Schijnt hier,
door duinen en huizen toch ook wel
een beschut plekje te zijn, hoe bloeit
en -tiert het er hier nog maar op
los. Daar staan waarlijk nog Doo-
\enetels in vol ornaat, het onderlipje
tot zitplaats aanbiedend. Daarnaast
de veel grootere brandnetels, en wel
de vrouwelijke planten vol zaad. De
mannelijke zijn reeds lang bezweken.
Deze exemplaren zijn wel bijna twee
M. lang. Hoog verheffen ze' zich tus-
sclien dehé, wat vreemde boo-
men de takken geheel met kurk be
zet. 't Is de kurkiep, van verre nog
verwant aan de brandnetels.
Wat verder een veld met boeren
kool, de nachtvorsten zullen de mis
schien aanwezige rupsen wel reeds
gedood hebben. Daarnaast bieten,
hé, dat zijn echte, alle bladeren don
kerrood, zooals ze zijn moeten.
Wat verder komen we weer op den
hoofdweg uit. Hoe heerlijk, kleuren
spel aanschouwen we daar aan de.
overzijde,, juist op den hoek van dien
nieuwen weg, die het duin in gaat.
Dat donkerbruin tot geel overgegaan
bij 'die beuken, afstekend bij het
groen der sparren, en daar hier en
daar een populier met heldergele
bladeren, dat is mooi. Geen wonder
dat menigeen blijft staan.
Door onze voetstappen zeker opge
schrikt vliegt een winterkoninkje op
om weg te schuilen in het klimop,
dat die zes of zeven eiken van af den
grond bekleedt. Ja, zie maai* eens
goed toe, het is wel zoo, er is zeker
wat bijzonders" aan die klimop te
zien. i Zijn alle bloemen daar, wat
ge ziet, samengeplaatst tot kleine
schermen. Bij wat goed weer zullen er
nog wel heel wat stampertjes na de
bestuiving zich gaan ontwikkelen tot
bessen, eerst groen, en later, het vol
gende voorjaar pas, zwart. Wat
steekt die kastanjemaar nu, het
schiet ons plotseling te binnen, dat
we thuis nog knoppen in spiritus heb
ben staan, om die te bekijken. We
zullen dat doen, zoodra we thuis zijn
en zullen dan opmerken, als we zoo'n
dikke knop eerst in de lengte door
midden gesneden hebbena. een
eenigszins kegelvormig toegespitst
Zij houden te Avignon verblijf, zij
zijn daar koningen. Zij hebben een
legeralle kruiers, alle elftenvi'S-
schers. alle kolf spelers, alle straatslij
pers zijn op hun hand. Wie weet. tot
hoever de haat dier ongelukkigen te
gen de politieke gevangenen, die in
het pauselijk paleis zijn opgesloten,
zich zal uistrekken. Gelooft vrij dat
er onder de gevangenen veel vrou
wen en grijsaards zullen zijn. Ik be
klaag die arme schepsels. Maar ik
kan niet begrijpen om welke reden
men mij zou willen gebruiken, om
hun aantal grooter tc maken.
Gij noemt u Savinien dat is een
misdaad. Du Mont-Iseran dat is
een misdaad. Gij hebt geld. dat >s
een misdaad. Men zal u beschuldi
gen van een spion dor uitgewekenen
te zijn.
Ik zal antwoorden Heeren bur
gers van Avignon, ik laat mij in het
geheel met met politiek in. Ik kom
hier geen tweedracht zaaien, maar
alleen van mr. Cicadat. beëedigd no
taris, de som van 2260 kronen opha
len, welke mij toekomt uit de nala
tenschap van mijn achterneef Gan-
telnia, die tijdens zijn leven pastoor
was.
In dien geest zal ik tot Jourdan.
tot Mainvielle en andere moordenaars
spreken.
Zij zullen u met liet nies ant
woorden.
takje in den knop oploopend. b. aan
den buitenkant eenige al zeer arme
bladen, niets dan een verbreede blad
steel, maar die met behulp van de
hars zeer goed den dienst kunnen
verrichten, die van hen gevergd
wordt. c. een wolmassa, die bij na
der toezien jonge kastanjebladen her
bergt, alles netjes gerimpeld en opge
vouwen. ook die zullen geen last van
de koude hebben en d. de volledige
bloemtros thans nog in miniatuur,
maar alles reeds aanwezig. Een voor
zichtige ontleding zou ons reeds
meeldraden enz. kunnen doen onder
scheiden. Hoe groot is de overeen
komst niet met een hvacinthenbol
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den Heer D. te H. De naam
van uwen palm, is Kentia, die van
de gezonden afbeelding Kentia For-
steriana, misschien kan de palm van
U ook zijn Kentia Balmoreana, beide
afkomstig van de Lord-Howe-eilan-
den en veel op elkaar gelijkend. De
lichaampjes op de bladeren en op de
bladstelen zijn diertjes en wel de
wijfjes van eene dop- Sf schildluizc-n-
soort, Zijn deze diertjes gestorven,
dan blijven de eieren onder het schild
zitten, totdat ze uitkomen en zich een
eindweegs verder vastzuigen.
Ze moeten zorgvuldig verwijderd
worden. Het beste geschiedt dit door
blad voor blad en steel voor steel van
boven naar beneden met. zeepwater
en oen nagelschuiertje flink af te boe
nen, zoodat ze loslaten. Ge' moet
daarbij zorg dragen, dat ze niet. be
neden op den pot komen, en evenmin
te veel zeepwater in de aarde »e la
ten dringen. Het beste daarvoor is
de pot te bedekken met papier, dat
ge onder om den palm Vastbindt. Na
de operatie wordt de plant flink afge-
goten llerihaalt ge dit na veertien
dagen, clan zijn de meesten verdwe
nen on een nauwlettend toezien voor
komt verdere besmetting.
Er zullen ter plaatse, waar de in
secten zaten (zie vooral ook beneden
tussch^p de vezels), wel roestige,
plekjes overblijven, maar daaraan is
niets te veranderendie cellen zijn
daar dood.
Den H e e r W. t. e H. De J u -
d a s p e n n i n g, zoowel als cle S t o k-
roos moeten onaangeroerd gelaten
worden, dan kan men op den schoon-
sten bloei rekenen. Deze verzamelen
evenals andere tweejarige planten
(de stokroos is eigenlijk overblijvend,
maar de bloei is het tweede jaar het
schoonst), in het eerste jaar voedsel,
om dan het tweede jaar met kracht
op te schieten, te bloeien en zaad
voort te brengen. Van de door u aan
gegeven W i 1 d e Azalea ka.n ik U
niet. veel zeggen, ik moet dan eerst,
nader weten, welke dit iswant er
zijn vei-schillende soorten Azalea's,
sommige winterhard en andere niet.
Dc Hortensia kunt U buiten
laten onder bedekking. Wel vriezen
da.n de toppen dood, maar ihij loopt
weer even goed uit.
J. STURING.
BRUTON
Op zekeren dag wandelde ik naar
het atelier van mijn vrieswl Bruten en
vond hem druk bezig aan eene groote
schilderij. Bruton was bijzonder goed,
in wat men noemt genre-schilderen,
Welnu, ik zal mij verdedigen.
Zeer wei. Maar zijt gij er zoo
zeker van. uwe moeder, die met u
reist, te kunnen verdedigen
Zij heeft zooveel moed en kalm
te. dat zij aan de vrouwen uit oude
tijden denken doet.
'Savinien du Mont-Iseran ging weg
en voegde zich bij zijn moeder, die
voor in de boot zat.
Satnbus strekte zijn dikke behaar
de hand uit en hield den jongen man
tegen.
Luister. Gij hebt mij, terwijl wij
den stroom afzakten, niet behandeld
zooals de lieden die mijn boot hu
ren gewoonlijk doen. Gij hebt u
vriendelijk getoond, jongenlief. Daar
om stel ik belang in u en w'l ik u
een raad geven.
Geef maai' op.
Hebt gij d'en ouden man opge
merkt. zeg die aan boord kwam even
nadat wij Pont-Saint.-Bsprth hadden
verlaten en die daar op dc middel
ste bank ligt te slapen
Met die lange dunne beenen,
dien krommen rug en dat onedel ge
laat
En met een ziel niet minder lee-
lijk dan zijn gezicht,
De naam van dat schepsel
Men noemt hem minachtend
MonsteHo, hetweJk wezel beteekent
Als gij mij vraagt waarvan hij leeft,
moet ik u antwoorden,.van ver
en kon met verbazende getrouwheid
de gelijkenis treffen van een groep ar
beiders, kinderen of kwakzalvers.
Toen ik het atelier van mijn vriend
Bruton binnentrad, bemerkte ik eens
klaps eene- oude vrouw met ver
schrompelde trekken, die klaarblijke
lijk als een model voor den kunste
naar poseerde.
Hoe zult ge dit nieuwe schilderij
noemen, Bruton vroeg ik, na het wat
nauwkeurig bekeken te hebben.
..Op de Kpsom Wedrennen", ant-
woordde hij.
- Maar zoo zijn reeds zoovele ge
noemd. Je hebt niet veel kans. dat" je
meer succes zult hebben dan Frith's
Derby schilderij, Bruton.
Bruton keek mij norsch aan.
Bah wie wil er nu ook meer
succes hebbenMaar Frith heeft toch
niet alle stof daarvoor uitgeput? Kiik
in dit schilderstuk wil ik meer doen
uitkomen het mindere publiek op de
renbaan..., maar. ziellier! bier is een
zigeuneretent en een oude waarzeg
ster. Een troepje jongens met hum:,
meisjes brengen daar hun laatste cen
ten heen. Dan. terzijde, ziet ge eene
deftige dame, peinzend achterom zien,
alsof ze verleid werd de waarzegster
te begunstigen.
Dat is werkelijk een prachtig
idéé, riep ik uit. Waarom noem je bet
dan niet „Verleid"
Mooi, mijn beste jongen Zóó zal
ik het noemen. „Verleid Juist zoo
Maar, apropos, herken je de trekken
der jonge dame niet, of is de schets
nog te ruw
Ze lijken zeer op Miss Ethel New -
bery.
Bruton lachte en bloosde.
Ik bewonderde nog steeds zijne on
voltooide schilderij, toon beschroomd
op de deur van liet atelier werd ge
klopt.
Nu. beste vriend, zei ik. ik wil je
niet ophouden. Saluut
Saluut, Goodwin, antwoordde de
schilder vriendelijk.
Aan de deur ontmoette ik Miss New
bery, en boog.
II.
C.corge Bruton was iets meer dan
gewoons. lede re dn erkende een genie
in hem. met zijn bruin gelaat en" gol
vende zwarte haren. Hij was kort ge
ledon van zijne studies in Rome terug
gekeerd en woonde pas drie jaren ia
Rrinstead. Niemand wi-: i ta omtlF
hein of zijne familie; maar met in-;
voorrecht van een groot, talent wa
llij zeer populair in den omtrek en
werd hij in de beste Brinstead-fanii-
!io.s gastvrij ontvangen. Zelfs werd hij
door Dr. Newbery eens per maand op
diens kasteel Ie dineeren gevraagd
on het portret dat hi j voor "des dok
tere dochter. Miss Ethel Newbery.
schilderde, werd op de Koninklijke
Academie geëxposeerd, en verwierf
voor den kunstenaar een goeden
naam.
Den volgenden keer dat ik Bruton
een bezoek bracht, was liet schilderij
..Verleid" klaar, en gereed om naar
Londen gezonden te worden.
Drommels! riep ik onwillekeurig
uit, 't is prachtig een meesterstuk
De gelijkenis van Miss Newbery is
volmaakt. En wat de oude zigeunerin
betreft, met bare koude, sluwe, w.ree-
de oogen
Ik herinnerde me later dat Bruton.
toen ik dit zei. verschrok.
- en niet die sluwe uitdrukking
op liet gelaat, T is eenvoudig uitmun
tend Waaraan hebt ge je kunst te
danken Hebt ge dit talent geërfd
Misschien well, zei Bruton droog.
In alle geval, je verdient allege
ikwenschen, die ik je kan aanbieden.
j Ik weet niet, wat ik 't meest moet be -
wonderen je vaardigheid in 't schil-
1 deren, of je geluk da.t je twee laatste
schilderijen zoo prachtig uitvielen
i Wat moet ik 't meest, roemen de
,open, regelmatige trekken der jonge
dame, of de wree.de. slechte vrouw
Eén oogenblik. viel Bruton mij.
zeer bleek en met zachte stem in de
rede. Ge moogt niet verder gaan,
j raad". Hij loopt van de eene partij
naar de andere over, hij verkoopt
's avonds zijn vriend van 's morgens,
j Op het oogenblik helpt hij de politie
van Jourdan hij is spion en hande
laar in monschenzieSen. Wacht u voor
i hem.
De markiezin du Mont-Iseran
scheen niets verschrokken te zijn.
toen zij deze woorden van haar zoon
vernam. Haar koud en ernstig ge
laat. met grijze- haren omlijst, be-
hieild zijn vreedzaam en gesloten uit
drukking. Maar haar dunne lippen
krulden zich verachtelijk toen erspra.
ke van MonsteHo wac.
Op dit oogenblik hoorde men een
M-eemd getier en toen de boot onder
den bouwvaliigen boog van de brug
Saint-Béné doorvoer, en later tus-
schen den wal van Avignon en het
eiland Barthelasse geraakte, bemerk
te men aan den voet van den muur
een huilende opgewonden menigte.
Ieder oogenblik verlieten booten met
gewapende lieden beladen den oever
van Barthelasse.
De kleine vloot bedekte de Rhóne.
Men zag niets anders dan opgestoken
vuisten en knuppels en getrokken sa
bels.
De groote Sambuc moest met zijn
boot midden door de andoren heen.
Terwijl hij zoo goed mogelijk stuur
de, want botsingen waren te vreezen
Goodwin neen. ge moogt 't werkelijk
niet
-- Waaroni riep ik uit. Heb ik ie
beleedigd. Brutön
De vrouw, die ge met zulke woor
den beschrijft is. mijne moeder.
Uw moe-dér! herhaalde ik, terug
diêinzénid. Goede Hemel Ik \r< -
dat ge me nooit zult vergeven. Bru
ton.
Ge spraakt onwetend. Goodwin.
Het deed me diepe smart, maar liet B
mijne schuld, dat ik "t u niet gezegd
heb.
Hij hield een oogenblik op eb ging
dan weer vertier.
Goodwin, ik geloof, dat ik je ver
trouwen kan. Luister eens. Ik ben
thans door eigen inspanning reeds
zoover gekomen, dat ik me niet meer
behoef te schamen over mijne gehoor-
gende verzoek miiner moeder. Welnu
dan, ik hen een zigeunerszoon Mijn
vader hei) ik nimmer gekend iiij was
echter een Spanjaard, die ten slotte
een zwervend muzikant werd. Good
win, Miss Newbery en ik hebben elk
ander lief. doch ik lub 't 'naar vader
nog mot durven zeggen.
Ik beefde, want de dokter hield
zeer veel rekening mét de afkomst en
aristocratische betrek kingen.
- Mijn eer dwingt mii hem de
waarheid omtrent mijne ouders on
middellijk te ontvouwen.
De Hemel beschernie u, ze: ik.
III.
Ik bracht mijne zomer-vacantie als
naar gewoonte op het Eiland Wight
door. Bij mijnen terugkeer was ik
zoowel verbaasd cils teleurgesteld,
toen ik in de kolommen dor ..Brin-
stead Courier" het engagement zag
van de charmante en deftige Miss
Ethel Newbery met een heer. wiens
naam ik nog nimmer had vernomen.
Zonder tijd te verliezen begaf 'k
niïj naar 't atelier van Bruton en f
deed mij leed te vernemen, dat hij
de stad reeds verlaten had. Hij had
echter een briefje achtergelaten,
waarvan 'k haastig het zegel ver
brak. Hot schrijven luidde aldus
.Waarde Goodwin Ik was een
blinde dwaas, toen ik veronderstelde
dat ik eenvoudig door talent, en toe
wijding over alle bezwaren eener
vróuw zou komen. Ik heb van Ethel's
eigen hand een briefje ontvangen,
waarin alle betrekkingen tusschen
ons voor immer worden verbroken
en ïk vlucht als een gebroken man
uit deze streek. Ik heb nog één
troost.. dat deze u roede brief haar
door hare familie gedicteerd kan
zijn en ik mij er over heen zal kun
nen zetten doch on 't oogenblik hen
ik geheel ontmoedigd. Je- trouwe
vriend, George Bruton".
Ik begreep onmiddellijk wat had
plaats gehad, en ik gevoelde een
diep medelijden voor mijn armen
vriend. Door een toeval ontdekte ik.
dat Bruton zelfs niet aan Miss Ethel
had medegedeeld, dat zijne moeder,
de zigeunerin, die ik gezien had. nog
leefde. Zij vermoedde hier niets van.
De naam van den took omsti gen
bruidegom was Ledyard. Toen de dag
voor het nogal haastig huwelijk be
paald. naderde, werd toevallig op de
weide van den dokter en onder be
scherming der Newbery's eene groote
liefdadigheidsmarkt gehouden.
Ik heb eene groote attractie voor
u ontdekt, zei de jonge Archie New
bery. Gisteren ontmoette ik eene oude
vrouw, die in de laan voortstrom
pelde Ze bleek een zigeunerin-waar
zegster to zijn zoo oud als Methu-
salem en zoo leelijk als de nacht.
Eene waarzegster. Archie vroeg
zijne moeder.
-Ja. Ik sloot een koop met haar.
dat wil zeggen Miss D'Eyncourt en
ik. U weet. dat meisjes verbazend bij.
geloovig zijn. 't Is een feit, dat geen
liefdadigheidsmarkt volmaakt is zon
der eene eerste klasse waarzegster
We hebben dus een tentje voor haar
laten opslaan en haar wat rood en
bemerkte hij in een bootje met woeste
kerels bemand, een kort ineengedron
gen man, die vol woede schold en met
-Ie punt van een mes in de richting
van het paleis der pausen wees.
Wel riep Sambuc, wat gebeurt
hier, Cyrille Waarom zijt eij zoo
woedend Ik heb je als zijdewever
gekend en zie je thans a.ls slagers
jongen Hebt gij dan je oude blinde
moeder alleen thuis gelaten. Dat is
anders je gewoonte niet.
Cyrille antwoordde, verhit en opge
wonden
Dezen morgen is bij het Francis
canerklooster een der onzen gedood.
Door wien
Door de vijanden van het volk.
Bloed, niet waar eischt bloed. De
gevangenen van het paleis moeten er
aan gelooven. Men moet zich wre
ken, Jourdan heeft ons gezegd, wan
neer do zilveren klok zal geluid wor-
den, dan zal dat het teeken tot den
dans zijn. Wij zijn nu vóór 'het bal
aangekomen, want de klok zal zeker
worden geluid.
1 Terwijl Cyrille zoo sprak, kwam
een vreemd geklep boven de stad
overgewaaid en verspreidde zich hel
der, droevig en welluidend over het
water. Op het geluid van de zilveren
klok liet droevig geluid dat nooit
andere dan bij don dood van een
Paus word gehoord, hield do menig
te op de wallen en do Rhone zich
geel vlaggedoek ie leen gegeven
O. Archie! riep de doktere vrouw
uit.
Wacht, moeder Ik vergeet nog
't eigenaardige van die oude vrouw...
hare opvallende gelijkenis met de
oude 'heks in die tent op Bruton's
schilderij.
Ik had liever dat je niet op
die manier over mijnheer Bruton
sprak, zei zijne móéder. Hij kan 't
niet helpen, dat hij van zoo'n gewo
ne afkomst is. En bovendien..
Zeker niet. Maar "t was toch
wel brutaal, dat hij Ethel wilde hu-
won. moeder. Ondanks haar aan
staand 'huwelijk met mijnheer Ledy
ard geloof ik. dat zij nog uiterst veel
van hem houdt, O, Miss D'Eyncourt,
mag ik u naar de tent dei- zigeune
rin brengen?
En dit wel wat zorgelooze jong-
mensch van aristocratische huize
wandelde arm in arm niet eene der
schoonste meisjes in Brlnstead.
Toen ik in den namiddag Miss New
bery zag. was ik verbaasd over de
verandering die in haar had plaats
gehad. Hoezeer ook. volgens Archie
Newbery's beschrijving, de zigeune
rin geleek op de figuur op het schil
derij van mijn vriend, zou men ver
geefs eene gelijkenis zoeken tus
schen de lichte roode frischhe'd van
de jonge dame op 't schilderij en
het bleeke. fletse meisje, dat ik thans
zag .Verder was ik niet op mijn
gemak over de aanwezigheid van
Bruton's moeder in Brïns'fead. Bru
ton had mij verteld, dat hij oj> vijf
tig mijlen afstand oen huisje had ge
kocht, waar zij hare laatste levens
dagen wilde doorbrengen, en dat. zij
nu en dan een bezoek zou brengen
aan haar zoon wanneer hij ge
trouwd zou zijn. Reeds gedurende ja
ren had ze haar zigeuners-beroep
vaarwel gezegd. Waarom had ze dit
thans weer aangenomen, en in zulk©
onmiddellijke nabijheid van hot vroe
gere meisje van haren zoon. en ook
zoo dicht bij den dag van haar hu
welijk met een anderen heer?
Wat staat u daar te peinzen,
Er. Goodwin hoorde ik eene lieve
zachte stem achter mij zeggen.
ïk wendde mij om en bemerkte
Miss Newbery.
Ik dacht over iets na. antwoord
de ik stamelend.
Miss Newbery veranderde van
kleur.
- Dr. Goodwin, bent u bijgeloovig?
Ja. antwoordde ik. trachtende to
schertsen. Rij oorbeeld, ik zal nooit
onder een ladder loopen of met der
tienen aan tafel zitten.
Hoor eens. mijnheer. Op den
dag dat mijnheer Ledyard mij mijn
engagementsring gaf stak me een
wesp. zoodat de ring niet aan den
opgezwollen vinger ging. Was dat
niet vreemd
Ja. wel eenigszins.
- Ik heb dien nacht niet ge
slapen.
f* waart dwaas, zei ik.
Ik heb zin, ging zij verder, om
mijn rol in Verleid" in werkelijk
heid Ie spelen en mijnheer Bruton's
schilderij te rechtvaardigen. Ik zou
wel eens willen, dat die vreemde
oude vrouw mijne toekomst voorspel
de. Ze zeggen, dat zij zeer op haar
«dijkt sommigen zelfs dat zij wer
kelijk zijn model was. Ik heb haar
niet gezien.
V af zou o dan wel wenschen te
weten Miss Newbery Wel. i k kan
u do toekomst nog wel voorspellen,
u bent bestemd om gelukkig te zijn,
lang te leven en even verstandig als
schoon te zijn. Kom. hier is mijn
heer Ledyard. Laat ons hem eens
vragen, of hij 't niet met mij eens is.
U schertst, antwoordde zij.
Eenige oogenblikken later was zij
huiswaarts gekeerd aan den arm van
den chiquen. b
den dftrtigjarigen heer. wien binnen
kort baar hand geschonken zou wor
den.
oen oogenblik stil daarop brak plot
seling een wild gehuil los. IV man-
'i-n die roeispanen hanteerden
roeiden uit alle macht en men landde
weldra
De boot. waarin Cyrille zich be
vond werd met zoo'n vaart naar den
wal geroeid, dat Sambuc. die langs
do kade voer om den ring op ie zoe
ken waaraan hij zijn boot gewoon
lijk vast meerde den schok niet ver
meden kon. Bekneld tusschen de
steenen van den oever en de voorste
ven van liet andere vaartuig raakte
zijn bark. scheurde en begon te zin
ken. MonsteHo bleek en schreeuwend
van angst, sprong aan wal Savi
nien snelde on zffn moeder t»o
maar reeds had Sambuc haar in zijn
-terke armen genomen en naar den
oever gedragen. Daarop sprong .le
edelman op zijn beurt er uit. terwijl
hij in elke hand een valies hield ge
kneld Het was tijd de boot begon
vol te loopen, terwijl het bruisend
water oen diep spoor achterliet.
Sambuc keek aandachtig naar de
schipbreuk en een traan rolde over
zijne wangen
liet was een aandoenlijk schouw
spel dezen reus te zien weenen.
Vriend, vroeg de markies, treurt
gij misschien om uw boot?
Ik had geen andere broodwin
ning.
(Wordt vervolgd..