IV. langs den huizenkant, om den rech- ten weg te vinden en te houden. Op den dag van het huwelijk zat ^ijn gedachtengang was onder het Ik m mijn studeervertrek toen de opgewekt, ja zelfs deur geopend werden een bleek uit- ziende man onaangediend binnen kwam. Het. was mijn arme vriend1 .Uw leven nadert zijn einde... Bruton. de schilder. Wij drukten el- Dit waren de woorden op de spiri- kander de hand en ik bood hem een stoel aan. Nieuws vroeg ik. .Te kent mijn schilderij ..Ver leid". Gisteren werden er twaalfhon derd pond sterling voor geboden. Dat doet me plezier antwoord de ik. Je verdient je succès. keeren om de kans te loopen nog een maal de doodkist te zien, ik was er te zenuwachtig voor. Ik had niemand bij mij, ik zou er alleen zijn met de doodkist, waarin misschien een vermoorde lag. Op de straat blijven in den stroomenden re gen en in de kou kon ik ook niet. Ik besloot naar mijn vriend Ypo- kojef te gaan overnachtenhij woon. de eveneens op gemeubileerde ka mers. De spreker hield wederom even sul, nam een teug uit zijn glas en ging toen voort Ik vond mijn vriend niet thuis. Door een keer of wat vergeefs klop pen op de deur overtuigd dat hij niet thuis was, opende ik de deur en trad binnen. Ik wierp mijn natten pels op den grond, mijn hoed eveneens, zocht tastend naar den ruststoel en strekte er mij op uit. 't Was er natuurlijk donker Tegen den gesloten ventila tor klepte eveneens de wind, en ook in den schoorsteen zong hij zijn een tonig lied. Ik streek een lucifer af, doch het lichtje redde mij niet van mijn onrustige gevoelens, integen deel. Ik uitte een kreet, sprong over eind en vloog de kamer uit.. In het vertrek van mijn vriend had ik hetzelfde gezien als in het mijne— de doodkist. De kist bij mijn vriend was bijna dubbel zoo groot als de mijne, en de kleur donkerbruin. Hoe was ze daar gekomen Dat dit een hallucinatie moest zijn daaraan kon ik onmo gelijk langer twijfelen. Er kon toch in iedere kamer die ik bezocht, geen doodkist zijn. Mogelijk dat mijn ze nuwen zoo van streek waren geko men, dat ik aan (hallucinaties was gaan lijden. Waarheen ik nu ook zou gaan, overal zou ik de woning van een doode voor mij zien. Mis schien was ik krankzinnig geworden en de oorzaak er van was niet ver te zoekende spiritistische séance en de woorden door den geest gespro ken... Ik ben gek geworden meende ik nu zeker en drukte mijn handen om st zich~naarTtajtó 'iiaii'irïk scïirecf over te" geven, want bij ihet afstrijken J1''" kloppend hoofd Wat nu te .ar dikwijls en zij zond mij geld. van een lucifer zog ik een verschij- doen doen - Bruten, zei ik. weet ge. dat je ni onverwacht en vreeselijk. Hoe W* 'over hel 1,tham De pleegmoeder op het oogenblik m Brat- jamm6]. dat wind mljn iichtjeniet regen viel nog bij stroomen neer, de stead is?„i.hti,, hort ik mWM.w wiet. 1 Wind builde en tierde, en ik stond tistische séance tot mij gesproken door den geest die ons was versche nen. Ik verzocht hen» ze nog eens te herhalen en het tafeltje herhaalde die woorden niet alleen, doch voegde er bij ..Nog hedennaoht." f Ik geloof niet aan spiritisme, Maar dit kwam ik je eigenlijk doch de gedachte aan den dood, zelfs niet zeggen. Ik verkoop mijn schil- ,-de toespeling er op deed mij een on- derij niet. Je zult niet begrijpen, wat aangename huivering door de leden mij naai- Brinstead brengt. Van- gaan. jk weet wel. de dood is onver- .laag is het de dag van het huwe* niïjdelijk, hij komt op een goeden lijk. haar huwelijk, met- waaid doch hoe het ook zij, de gedach- Waaxom zijt mej.heengaan, er onaange- Goodwm \v aart ge met uugenoo- p naam... En langzaam aan begon zich Ja. zei de ik, maar 't heefteerst een onbestemde, ondragelijke angst over drie uur plaats. Bruton. ik had van mij meester te maken, terwijl ik gehoopt, dat je er overheen waart mij door den natten, kouden nevel, gestapt. zonder een 'levend wezen in de na- Hij wierp een doordringenden blik bijheid, voortbewoog. Ik, een man °P vrij van bijgeloof, begon hoe langer Neen üc zal er met over been u durfde niet kunnen. Goodwin. Het is bijna groo- .f ter geworden dan ik dragen kan. tfrz.jde kijken, mt vrees den dood in Ik zou haar gehuwd liebben. daar d™ vorm van een verschijning ne- wij elkander lief hadden, als ik de vens mij te zien. waarhe'd eerder had geweten. Zij Panichidin zweeg even, dronk zijn wilde mij. wetende wie ik was. toch glas leeg en vervolgde nemen. Ik geloof niet. dat Ethel er j)je onbestemde, maar toch be lets op tegen had. Neen. dat. geloof grijpelijke angst verliet mij niet, toen ik niet. Maar ik ben met dezelfde. iik mijn kamer 0 de derde verdieping Voor wien ze m.) houden Goodwin oudenvetsch .huis binnen- de vrouw, die ge gezien hebt en die ik vijf-en-twintig jaren lang moeder <r»d-. t Was er natuurlijk donker. In noemde, heeft mij eenige dagen ge- schoorsteen klaagde de wind en leden bekend, dat zij mijne 'moeder klepte, als vroeg hij om binnen te niet is. Mijne moeder van eene worden gelaten, tegen ihet deurtje der beste familiën in West-Engeland van den ventilator. huwde een Spanjaard. Luister Ik heb ver gereisd en de bewijzen gekregen. Maar 't is te laat Met open mond hoorde ik Rruton's verhaal omtrent zijne ouders aan, dat, hoe zonderling het ook is. onnoodig is hier te herhalen. ,Als ik den geest gelooven moet, zeilde ik tot mij zeiven, zou ik dus in dezen troosteloozen nacht een zaam en verlaten moeten sterven..." Ilc zocht naar lucifers... Met woe dende rukken blies de wind over het Toen zij door hare rijke familie van 't huis en het klepperend niet meer erkend werd, werd ik haai- geiUid tegen het deurtje van den ven- ontstolen, toen zij m een herberg op 2, r duurde voort een buitenplaats stervende was. Ik w, was nog steeds onder de hoede van Hoe troosteloos, hoe eenzaam is mijne pleegmoeder, eene zigeunerin, zulk een nacht, dacht ik. Doch ik had toen ik een artist zeer beviel, die mij geen tijd om mij aan overpeinzingen j met haai' dikwijls en zij zond mij geld. Van een lucifer zag ik een verschij In Brinstead riep hij in verba zing uit. van zijn stoel opspringende. Onmogelijk Ik herhaalde nogmaals, wat ik ge zegd had. Zij bevindt zich reeds verschei dene diagen in een tent op de weide der Netwbery's. uitblies, dan haidi ik misschien niets gezien en niet dien onbegrijpelijker! zonder hoed, zonder pels. Ze angst gevoeld... Ik gaf een schreeuw, terughalen uit de kamer was me on- OnwiLlekeurig maakten we het tee- ken des kruizes. Nu willen we eens onderzoeken stotterde de bleeke Pogostof of liet een tastbare kist is ofeen her senschim.. Toen trad hij vastbesloten op de kist toe. niet stijf opeengeklemde lip pen en nam er het deksel af. We keken in de kist en... de kist was leeg... In plaats van een doode. vonden we een brief van den volgenden in houd Waarde Pogostof! Ge weet mis schien, -dat de zaken van mijn schoon vader in de grootste wanorde zijn. Hij zit tot over de ooren in de schul den. Morgen of overmorgen zal het gericht er zioh mee gaan bemoeien en ons te gronde richten. Je weet, de een onzer familie ligt mij na aan 't hart; wat moeten we beginnen? In den gisteren gehouden familieraad besloten we zooveel mogelijk van waarde te verbergen om voor alge- heele armoede bewaard te blijven, liet fortuin van mijn schoonvader bestaat hoofdzakelijk uit kostbare doodkisten, grafmonumenten en slee- nen. Hij is. zooals je misschien wel weet, de voornaamste kistenmaker van Moskou. Nu besloten we de kost baarste kisten aan de verschillende j vrienden ter bewaring te zenden. Ik wend mij tot u als een vriend help mij. red ons voor algeheele ar- 1 moede. Er op vertrouwend, dat ge j mij dien vriendschapsdienst wel zult willen bewijzen, zend ik je beste ke- j rel, een kostbare doodkist, die je wel zult willen verbergen en bewaren tot i wederopzegging. Zonder hulp onzer vrienden en kennissen gaan we te gronde. Ik reken op je ware vriend- schap... Als altijd je IWAN TSCHELJOESTIN." i Drie maanden lang heb ik noodig gehad, om mijn zenuwgestel tot be- deren te brengen, om onzen vriend, den schoonzoon van den kistenma- ker te helpen,, zijn goeden naam te handhaven en zijn kisten, grafmonu- meuten en grafsteenen te bewaren. Zijn eer is gered ,maar meermalen i is 't mij 's avonds laat thuiskomende, voorgekomen dat ik in mijn bed en op de tafel en overal waar ik keek, I witmarmeren grafsteenen of doodkis ten meende te zien. gezet en toen kwam op het bepaalde uur de kunsthandelaar. Eerst wat praten over andere din gen. Over z'n leuk atelier met 'tzuive- EEN MOOIE HAAG. Wie een haag moet planton denkt aan den meidoorn, den beuk. enz. maar een rozenhaag te maken, on- re Noorder-licht, over aUerlei stukken dooreiringiaar Zo len ra ven vrienden aan don muur, en en- ke] daaraan schijnt niemand te tlen- dehjk, als onverschillig, over zneigen ken het utl'. Db, Dezen 'zomer zagon wij on de Tuili- Hij zat onzichtbaar te beren. Zou bouwschool te Wageningen met sut- luj t nemen niet nemen Hij dacht cès al? heester gebruikoh do roodllla- aan een toekomst, aan een meisje Ja, 't Ls goed Eindelijk Och. vindt u? Ja, 't is wel wat hè? derige Rosa -rubrifolia, die bet tus- schen andere heesters in bijzonder goed dteed en opviel door haai- brons- rood gekleurde bladeren. Rosa rubrifolia behoort thuis m T.k-,alleen 1K!g ze§f&n 1 Frankrijk, het rozenland bij uitne- is wat stijfh.jk ems, als u die eene mendheid, waar zij vooral in devoch- goll eens om liet vallen, nu is t zoo ügebergstreken voorkomt en daar een aan beide zijden gelijk. hoogte van 21/2 Meter bereikt. hen oogenblik kwam m hem opeen Te Wageningen liad zij die hoogte verzet, een met-willen, een wal tot Jang niet. zij groeii 00k gMme ui de weigeren, en een oogenblik deed het breedte uit en voldoet dan noe heter, hem pijn, te voeden hoe eon vreemde De roodgekleurde takken en de pui- in zijn werk veranderen wou. toen perkleurige Waderen. die met een voelde hij het als een verbetering en blauw waas overtrokken zijn, maken gaf toe. En wat vraagt u er voor? Hij noemde een niet liooge som. Aangenomen Hij had wel óp willen juichen deed onverschillig. deze roes als heester aantrekkelijk. Om de bloemen behoeft men haar niet aan ie schaffendeze zijn zeer klein en vallen niet of weinig in het oog. Toch zijn de bloemen oorzaak, dat de heester nog eens weer aantrekke- Zij spraken af, hij zou den golf ver- jjjk wordtwaait vallen de bloem andoren als hij er zin m had, daarna blaadjes af, dan blijft het vruchl.be- zou het gehaald worden. ginsel in den vorm van een bottel Een week later kwamen twee knechts over, die eerst green is. maar zich la- met een wagen. Een hall uurtje van ,er rood WeuM. En die bottels komen te voren had hij nog er voor zitten in ,ro5sen Voor, zooals wij dat kennen droomen. En, in natuurlijken onvrede bij onze lijsterbes, met zijn werk, had hij het niet kun- Een goede roos voor bottels om in te nen laton, nog een enkel toetsje aan maken is Rosa villosa, die wij óók te brengen. warm kunnen aanbevelen om als hees- Toen kwamen de mannen, wilden t ter aan planten, opnemen. In de gematigde streken van Noord- Maar hij wou met. het was zijn Amerika leeft een roos, Rosa Rapa, werk, endie meer bescheiden groeit, maar Nee, voorzichtig, ik zal het wel gj-oote bottels geeft, grooiter ddm die dragen van de bottelroos Rosa rugosa; het En hij droeg het groote doek naar zjjn kleine peertjes gelijk, donker den wagen. glanzend, rood van kleur. Ongeiwij- Nu liet hij af. Zij pakten het m, hij fe[ci zjjn {joze bottels te gebruiken, al gaf een fooizij reden heen. zouden ze ook maai* alleen dienen ter Even moest hij nog omzien. Er was versiering van tafels, niets bijzonders. Eenige planten van deze roo?s tot een Boven was het atdlier heel leeg op- groepje vereenigd vormen in het na- eens!... jaar een waar schilderstukje. Den volgenden dag, hij wist het, zou 't voor het raam komen. Hij verlangde te gaan kijken, maar EEN CORRECTOR. DIE ZICH GOED durfde niet BETALEN LIET. Menschen zagen bét nu, straatpu- bliek ileder 1 Een 1>e keniC' e Franse he sch rij ver be- En'menschen zouden er Voor staan Mi Plan hldrl S»- lachen, lachen, of zouden zoo maar maakt voor een latei- vermaarden ro- doorloèpen en. zoo voelde hij het: man dikwijls naar de verzamelplaat- 1 - - sen dor misdadage-rsw©reldom er zijn personen „in nat. u ra" te bestudeer en-. Hij maakte daarbij tevens veel werk van de dieventaal en schreef talrijke aante-ekeningen in zijn zakboek. Op een avond geraakte hij op straat in een dicht gedrangthuis gekomen deed een schrede naar de deur en j mogelijk. Een vreeselijke angst sloot van angst, van ontsteltenis de 1 deed mij het zweet uitbreken. Mijn oogen. i koren woeien overeind, mijn beenen In het midden van de kamer stond trilden en ik werd er meer en meer een doodkist. van doordrongen dat ik plotseling V. Het blauwe vlammetje brandde niet krankzinnig was geworden. De plannen van de zigeunerin wa- lang, doch lang genoeg om den om-1 Wat te doen vervolgde de spre- ren tot hedon nog good gelukt. Zij trek van de doodkist te onderschei- ker. was er in geslaagd in die onmiddellij- c[en_ Ee wag van rosachtige kleur met i Ik liep groot gevaar kou to vatten zilveren hengsels en schroeven en en ernstig ziek te worden. Gelukkig die er weinig verstand van hadden, zouden het „o, zoo snoezig mooi vinden Hij verlangde. Dien dag ging hij geheel niet uit. Maar den volgenden middag moest hij een boodschap doen hij vond - ,r dat, hij er niet buiten zou kunnen, bemerkte hijidat hij zijn zakboekimsr fïlt hft !^rlljlder«!even bezoek te gaan brengen... en dan kij had het of veiloien, of het Uil ÏICI JvllJUUl moest er ^ngs, Hijb kon toch T^as hem ontstolen. Het laatste kwam. geen straat omloopen. hij moest er 'iem ze?5 waarschijnlijk voor, daar de P i j crolpcroriiliiPfifl vnAr pon Vwarlrpvon f fi 1,"- ke nabijheid te kamen van het meisje, teren ha.rpl^'^Twce "uS re.hgou.lchfcruï oplhet drtrai." Er schoot mij de gedachte te binnen, dat reeds had de aanstaande echtgenoote zijn dingen ,die men in een seconde met ver van de plek waar ik nnj ne- om haar gezonden. Tweeanaal ook had tijds onuitwischbaar in het geheugen vond, mijn vriend Pogostof woonde, de oude vrouw deze geheimzinnige prent. Zoo was het. ook hiermee. Ik die met mij de spiritistische séance boodschap medegegeven „Op den zag de een ondeelbaar had bijgewoond. Ik haa.stte mij naar morgen van uwen- huwelijksdag 00genbiik en herinner me haar tot in hem toe. °DS! tavrejIjitamoSi br5t aan. en, bijzoiidcrheden. 't Was Bij Pogostof zouden mijn zenuwen de eerste eelegenheüd de lajste te haat cen kist voor een menscli van middel- een nieuwe beproeving moeten door nemende, "sloop Ethel Newbevy door bare lengte en naar de lichte kleur staan. De trappen opijlend naar de een opening in de heg heen, naar de te oordeelen voor een jong meisje, vijfde verdieping waar zijn kamer plaats waar de oude vrouw zich be- oe zilveren handvatsels, het gouden was, hoorde ik een vreeselijk leven kruis alles er aan deed. veronder- ais van iemand die zoo .hard moge steilen, dat de overledene rijk moest lijk de trap afstormde, zijn. i Kom eens hier, kom eens hier Hals over kop rende ik de kamer Help, help hoorde ik een zenuwach- uit, zonder te overleggen wat mij nu tige stem roepen, te doen stond. Gang en trappen wa- En na een oogenblikje bonsde een ren donker, zoodat ik mij telkens donkere gestalte op de trap tegen mij stootte en ik nog verwonderd ben, dat aan. uircuici „u f. ik toen den hals niet gebroken heb. Pogostof, ben jij het! riep ik z'óoY'mompelde dé zigeuperin. Ik °P de straat gekomen, vluchtte ik uit, mijn vriend Pogostof herkennend zal wat voortmaken, liefste juffrouw, naar een lantaarn, om wat tot kalm- Ben jij het, ben jij het Ik zie uit deze lijn, dat u hem niet te te komen. Mijn hart klopte hoor- Op mijn woorden greep Pogostof bemint. U bemint hem niet en toch baar, de adem. werd me bijkans be- niij bij den arm. zult u heinliuwpn. nomen i Hij zag doodeliik bleek, kon met vromv'vorder Ue v3r,eUer Weid oen oogenblik m0eile epreken en trilde over zijn - Een mooi luiralje. om zoo maar stil' draaide de lamp wat hoogev en l,eele lieliaam. weggegeven te worden aan hem, dien vervolgde toen ge niet l>emiii/t. Ja, xnaar 7.00 gaatlirt. Had ik in mijn kamer dieven of 't Handje is er anders wol wat te mooi een dollen houd gevonden, ik zou mij voor! niet zóó verwonderd hebbendoch Zij hield de vingers van heit ouge- j10e kwam in vredesnaam een dood- lukkige meisje tusschen hare handen av gekneld. Achter haar hield zij een- klsl m kamer? Wie ha<l ei die vond. Eens binnen de tent zijinde, strekte zij hare linkerhand uit, waarvan eon der vingers spoedig versierd zou wor den met den trouwring. Het was een zeer schoone hand. hetgeen de oude vrouw ook verklaarde, toen zij haar greep en de lijnen nauwkeurig be schouwde. Maak wat voort, riep Ethel uit, mijn moeder zal mij missen. groot scherp zwaard. neergezet? De kist, waarschijnlijk; Het volgend© oogenblik zou de hand van een rijk meisje, hoe kon ze in j voor immer van de teere pols zijn ge- de armoedige kamer van een eenvou- j scheiden. Het wreede staal kwam digeu ambtenaar verzeild zijn ge- oe®ï raakt? Was ze leeg? of bevatte ze Plotseling kwam er redding. Zijn een -1 wie was zij, die vroegtij- kracht werd gebroken door Bruton, J' die zich tusschen hen beiden plaatste. De schilder droeg haar naar huis en ontmoette op zijn weg den toekomsti ge® echtgenoot. dig met het leven afgerekend (heb bende vrouw, welke mij op een zoo vreemd en vreeselijk bezoek onthaal de Een ondoorgrondelijk geheim Als dit geen verschijning is, dan is Mr. Ledyard huwde Miss Ethel Mew- een mjsfiaa(j meende ik. berv nimmer. Hu was een te groot- moeditr man, om thans niet van hot erdiepte mij een oogenblik in huwelijk af te zien zelfs nu hij als t d'h schijnbaar onoplosbaar raa^rsel. ware aan den voet van het altaar Tijdens mijn afw ezigheid was de ka- stond. Het is waai*, dat het huwelijk mer gesloten geweest en de plek, in alle geval voor onbepaalden tijd vvaar ik den sleutel verborg, was al- zou zijn uitgesteld «le misügo 1(,cn ,nijn vriende], bekelld Gcen Z Het toarêm!Sdens«'aard, .lat ten- hun,ncr mu inij toch een doodkist slotte de bezwaren der familie werden eenden. Mogelijk dat ze bij \ergis- overwonneai en Miss Newbery een jaar-ing door den kistenmaker in mijn daarna de vrouw werd van den ho- i kamer was gebracht en een verdie- roemden en talentvollen kunstenaar ping lager of hooger had moeten zijn. George Bruton, misschien '"eer he-geest voorspelde mij den dood kend als de schilder van ..\erleid 7ouden niH waarvan later een groot aantal copién K' 3 werd verkocht. Het origineel werd ech ter nooit afgestaan. Het hangt nog steeds in den salon der Brutons. Een angstige Nacht, Uit bet Russisch van A NT. TSCHECHOF. Iwan Petrowitsch Panichidin zag bleek, toen hij met ontroerde stem begon te vertellen Een natte dichte mist lag over de aarde gespreid, toen ik enkele jaren geleden op een naoht huiswaarts keerde van een spiritistische seance, die ik met eenige vrienden had bijge woond. De straten die ik door moest, waren zóó duister, zóó onzichtbaar, dat. ik met. de handen tasten moest om al vast van een doodkist willen voorzien Ik geloof niet aan de spiritistische theorieën, doch zulk een samenloop van omstandigheden zou zelfs den on- geloovigstc geloovig maken. „Maar 't is alles dwaasheid en ik ben bang als een schooljongen", trachtte ik mij zelf wijs te maken, 't Was een hallucinatie, meer niets. Onder het naar buis gaan was ik zóó zenuwachtig, zóó overspannen, dat mijn zieke zenuwen een doodkist za gen. Zeker, 't is een hersenschim, wat anders De regen gutste me in 't gelaat en de wind rukte nijdig aan den rand van mijn hoed. Ik huiverde, werd doornat. Ergens onderdak komen, maar. waar? Ik streed met mijn gevoelens. Naar mijn kamer terug- Ben jij het, Panichidin vroeg bij eindelijk met schorre stem. Ben jij het werkelijk Je ziet wit, alsof je uit het graf kwam. Lijd jij ook aan hallucinaties Mijn hemel. je ziet er zoo ontdaan uit... En jij dan Jij zeker niet Och kerel, ik roep nooit meer geesten op... Ik ben blij dat ik je zie, als jij bet tenminste werkelijk bent en geen geest. Die ongelukkige spiritistische séance.. Die heeft mijn zenuwen zoo van streek gemaakt, dat ik, stel je voor, dadelijk de deur ben uitgevlogen, toen ik in mijn ka mer een doodkist meende te zien. Ik geloofde mijn ooren niet en liet het hem herhalen. Een doodkist, een doodkist, zeg ik je, herhaalde Pogostof nogmaals, terwijl hij uitgeput op de trap ging zitten. Ik ben niet bang uitgevallen, maar de duivel zal me halen als ik thuiskomende in mijn kamer geen doodkist zag staan. Met horten en stooten deelde ik daarop mijn vriend mijn wederwaar digheden mede. Een minuut lang keken we elkaar sprakeloos aan, met verbaasde blik ken en wonderlijk vertrokken mon den. Toen, om ons te overtuigen dat we geen geesten waren, knepen we elkaar eens flink in de armen. We zijn allebei ziek verklaar de mijn vriend minstens gek, of al die 'doodkisten bestaan in werke lijkheid. Wat zullen we doen vadertje? Na. een tijdje als verslagen op de koude trap te hebben gezeten en ons verdiept te hebben in de raadselen die ons omringden, kwamen we tot het besluit te trachten onze zenuwen meester te worden en de kamer van mijn vriend Pogostof weer te gaan opzoeken. En zoo deden we. Binnengetreden, ontstaken we de lamp en zagen inderdaad de dood kist met zilveren hengsels en schroe ven en gouden sterretjes op het dek- ;el. Voor 't eerst verkocht. Hij had een groet doek op z'n ezel. AJ wel een half jaar. Trouw had) hij er op gesjouwdhij was nog jong, begon pas goed, net ging wel wat bo ven zijn kunnen... Hij had dagen gehad, dat hij uit zijn stoel opsprong, omdat hij in den drang tot meuken niet rustig kon blij ven zittendat hij opdraaide zijn ezel en stond, stonid te schilderen aan zijn zee, aan zijn lucht, met schrap pende streken zijn toetsen tikten te gen het bevende doekde ezel rilde onder de zetten. Dan gloeide zijn hoofd, dan waren zijn anders zachte droombogen stekerig-felzijn lippen trokken persend in elkander. Dan klodderden de verfkronkels óp tot lioopjes op z'n palet, zijn kwasten wroetten in de verfmassa's en, mor send, streken zij uit de kleur over het doek. Maar ook dagen waren voorbijge gaan, dat hij zat met bijna toeë oogen te droomen voor zijn zeegezicht; dat zijn duim pijn deed van 't palet; dat hij zat, hoofd achterover, en de rech terhand met 't penseel, slap hangend van de annleunineu Dan hing over zijn schouders zijn onmacht; dan keek hij droef zijn doek aan, in wanhoop ooit het te kunnen voltooien, 't te krij gen naar z'n zin. En één dag had hij gehad, dat hij was opgeveerd uit zijn lamlendigheid, dat hij plots zijn kwast had gesmeten tegen liet doekdat de natte verf ver wrongen werd door litteekens en klodders. En dat hij toen was gaan huilen, krimpsnikkend. Eens, een Zondagmorgen, wilde hij gaan wandelen. Den vorigen dag was hij naar het strand geweest en had een studie geschilderd, gelijkend zijn onderwerp. Nog even wilde hij zijn groote doek zien. Hij haalde het. waar het stond, met zijn gezicht tegen den muur. Verduiveld, als 'k eens. En nemend palet en kwasten, begon hij te werken. Het ging, het ging! Het lukte! Hij werkt0. dacht niet, zag niet, hoorde niets, was wèg in zijn werk. Voort ging hij, 't heele doek over, alJes in een nieuwen toon, alle nuancen ver anderend. Eten vergat hij, hij had 'geen honger, hij wist geen tijd Tot hij eindelijk tegen hc-t donker knakte terug in zijn leunstoel, afge werkt. En zwaarmoe loerde hij. ban gig, naar 't weggeschoven doek Hê Waarachtig, zoo is 't wat Sapristi Hij boog zich voorover en keek en keek, en genietend liep hij heen en weer, het bekijkend van eiken kant, den ezel verplaatsend, telkens onder ander licht En heerlijk steeg in hem óp een blijheidsgevoel van dat hij dit nu ge maakt had, zoo maar, in één dag. Toen ging hij eten. Na tafel, lamp opgestoken, zette hij zich, wel wetend, dat hij geen kleur kon zien, toch er vóór, en stil zat hij •den heelen avond te staren naar zijn maaksel. Den volgenden morgen vroeg naar 't atelier. En juichend ging het door hem 't Is goed, 't is goed Tot hij even bezinnend dacht 'tKan niet! 'tKan niet! en hij zijn werk koel wilde oordeeflen, maar ook dit niet kon. En uitgaand, liep hij naar een kunsthandelaar, dien hij goed kende. Ja, ziet u, als u nu eens wou ko men kijken bij me, ik geloof, dat 'k nu wel een ding heb, dat goed is. Ik spreek niet van koopen, hoor, 'k zeg alleen kom maai* eens kijken mocht u er zin in hebben, tant mieux... Hij had het stuk nog eens uitge haald, had het op 't gunstigst belicht langs Hij ging! In de nauwe, volkrijke straat liep hij aan den overkant. In d'e verte was het raam. Ha, er stonden menschen, een. dame, een slager, een kantoor heer. Zij liepen door Er stond niemand. Nu kwam lilj langs. Hij keek als onverschillig. gelegenheid voor een bedreven zak kenroller zeer gunstig was geweest. Het verlies spe'et hem gediucht, niet zoozeer om de som van 150 francs, die hij in het boekje bij zich gedragen had, als wel om zijn aantetekenin- gen. Toen hij den volgenden morgen aan het ontbijt zat, bracht de postbode God wat was dat? Was dat,' dat hem een klein polsje. Hij opende het zijn werk? Wat slecht, wat slecht! en tot zijn verrassing bleek liet zijn En kalm, als tetóand, die van den verloren zakboekje, vergezeld van het overkant een stuk opmerkt en eens v°l,gende schrijven gaat kijken, stapte hij die straal over. i O, hij kreeg een slag er van Weg halen, terugvragen, Gmwerken1 Door de zonbelichte straat liep, hol blauwig wit, een dienstmeisje. E11 als in een spiegel zag hij haar loopen over zijn schilderij. I O, dat je zóó van het licht af hangt Hij moeit toch dóórloopenK m hier niet blijven staan. Ze kunnen he»' zien in de zaak. Een kennis kan langs komen met Zóó, sta je je eigen te bewo ide- ren En voort loopt hij, in zich een be nauwing. om zijn borst een spanning, klemmend, van angst Ik ben niets, nietsEn mijn naam...? Tot hij. als een voortgeschopte bond hollend, inhaalt een heel ouden litho graaf, ouden man met nóg illusies van eindelijken roem, die in zijn en kele vrije uurtjes zoete aquarellen maakte en verkocht, succèsloos ver der. De ouwe móet er langs gekomen zijn Wel, mijnheer. hoe gaat 't u Zóó, hoe gaat 't, druk aan het werk Mooi weertje, hè Hëb je ai wat succès met je werk? Hij mompelde iets van 'n expositie. v weet wel. hier tn de straat De oude heer verstaat niet goed, hoort toch iets Ja. heb je dat gezien, daar? Jawel Wat denk je er van Och Ik weet niet Dan. met een valseh oogti*ekje Zeg, wat zou 't voorstellen En hij. naïef Wel, een zee Och kom. nee zeg. zou „Zeer geachte heer! „Gisteravond bij mijn tehuis- komst zag ik, dat ik de eer had „genoten van een korte ontrnoe- „ting met u. Ik haast mij u uw „aanteekeningen terug te zenden, „die ik met belangstelling gelezen „heb. Vermoedende dat u daarvan „gebruik wilt maken in een uwer „interessanto werken, heb ik de „moeite genomen hier en daar „.correctie aan te brengen, wat „hoog noodig was, daar er ver scheidene woorden verkeerd ge speld en van andere een foutieve ..verklaring was gegeven. „Langjarige ondervinding heeft „mij het recht gegeven voor do ..juistheid der aangebrachte ver- „beteriugen in te staan. Tevens „heb ik 3b woorden en uitdruk- „kingen toegevoegd, die aan uw „verzameling ontbraken en waar- „mee u veel effect kunt behalen, „als ze in uw werk op passende „wijze worden aangebracht. Ik „ben zoo vrij geweest voor mijn „moeite do 150 francs te behou- „den, die ik in het boekje vond, ,.en die mij voor het oogenblik ..goed te pas komen. ..Geloof mij te zijn EEN UWER MEEST OP RECHTE BEWONDER AARS." De auteur was zeer verheugd, dat hij weer in het bezit van zijn aantee keningen was en de correctie en toe voegineen van den „deskundige" ackt- ie hij met 150 francs niet te duur be taald. Hij was toen reeds rijk en be hoefde op zoo'n sommetje niet te zien; zijn groote roman, waarin hij naar den raad i an zijn „corrector" de toe gevoegde woorden en uitdrukkingen den- uit de dieventaal „passend" gebruik- ken? Zijn dat golven? 't Zijn net dijk- te, bracht hem een tot dusver onge- jeskend honorarium op. En hij, möt een lachtrek in zijne wangenj ZUIVER GOUD. Vindt u Een oogenblik loopen ze stillan 4 vraagt de oudeSlechts betrekkelijk weinig menschen Van wien zou t. zijn, zeg Weet kennen de werkelijke kleur van het je 't ook? goud, wijl het gewoonlijk in min of - Van mij meer gelegeerden toestand in 't ver- Htl lacht kort! keer voorkomt en rooder, groenachti- Wa.t zeg je? Och nee! V\aaracn- ger of lichter uitziet dan in zuiveren tigGoddosie, jonge, haal weg tmor, toestand. De zuiverste munten, die haal weg, ik zou 't weghalen... ooit zijn gestempeld, waren de vijftig He oude lacht schamper. dollarstukken, die vroeger in Califor- 'k Heb "t verkochtnje in omloop waren. Het munten Stil staat de grijze daarvan werd latei* om twee redenen Zóó!.. Ja, als ik geweten had. gestaakt, eerstens, omdat zij teveel dat 't van jou was. clan had 'k mets sleten en tweedens, omdat men ze ge- gezegd, "hoor Ik vind die lucht wel makkelijk kon boren en een deel van goed, zie je, maar die golven... jc het binnenste met lood kon vullen, neemt 't me toch niet kwalijk? 't Gewichtsverschil was daarbij zóó O neen, volstrekt niet't Kan gering, dat het bij die groote munten me niets, niets schelen Dag, mijn- moeielijk kan bemerkt worden. Zij heer! hadden overigens een achtkanten Luchtig groetend, neemt hij af- vorm en waren de meest waarde heb- schoid. bende munten, die ooit in omloop zijn En, in een trots, een hoogen trots, geweest, 't Goud is, als 't geraffineerd hoog, rechtop, gaat hij, 't lijf stijf, is (dat is van alle bijmengingen be- 't hoofd hoog, kijkend neer, nauwe- vrijd) verschillend van kleur. Het lijks ziend naar menschen, met zwa- Australische goud ziet bijvoorbeeld ren stap door de straten naai* zijn ate- rooder dan 't Californische goud. lier, hoog trotscli in zijn gevoel van Ook het uit de goudmijnen gewon kunstenaar boven menschen van wan- nen goud is geler, dan het goud, dat begrip, tot hij thuis, alleen, ineen- uit kwarts gewasschen wordt, 't Goud knakt tot een slappe onmacht. uit het Oeral gebergte *"s 't roodste, dat C. A. MéLéON. er bestaat. („Tel.")

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1905 | | pagina 8