IV.
langs den huizenkant, om den rech-
ten weg te vinden en te houden.
Op den dag van het huwelijk zat ^ijn gedachtengang was onder het
Ik m mijn studeervertrek toen de opgewekt, ja zelfs
deur geopend werden een bleek uit-
ziende man onaangediend binnen
kwam. Het. was mijn arme vriend1 .Uw leven nadert zijn einde...
Bruton. de schilder. Wij drukten el- Dit waren de woorden op de spiri-
kander de hand en ik bood hem een
stoel aan.
Nieuws vroeg ik.
.Te kent mijn schilderij ..Ver
leid". Gisteren werden er twaalfhon
derd pond sterling voor geboden.
Dat doet me plezier antwoord
de ik. Je verdient je succès.
keeren om de kans te loopen nog een
maal de doodkist te zien, ik was er
te zenuwachtig voor.
Ik had niemand bij mij, ik zou er
alleen zijn met de doodkist, waarin
misschien een vermoorde lag. Op de
straat blijven in den stroomenden re
gen en in de kou kon ik ook niet.
Ik besloot naar mijn vriend Ypo-
kojef te gaan overnachtenhij woon.
de eveneens op gemeubileerde ka
mers.
De spreker hield wederom even
sul, nam een teug uit zijn glas en
ging toen voort
Ik vond mijn vriend niet thuis.
Door een keer of wat vergeefs klop
pen op de deur overtuigd dat hij niet
thuis was, opende ik de deur en trad
binnen. Ik wierp mijn natten pels op
den grond, mijn hoed eveneens, zocht
tastend naar den ruststoel en strekte
er mij op uit. 't Was er natuurlijk
donker Tegen den gesloten ventila
tor klepte eveneens de wind, en ook
in den schoorsteen zong hij zijn een
tonig lied. Ik streek een lucifer af,
doch het lichtje redde mij niet van
mijn onrustige gevoelens, integen
deel. Ik uitte een kreet, sprong over
eind en vloog de kamer uit..
In het vertrek van mijn vriend had
ik hetzelfde gezien als in het mijne—
de doodkist.
De kist bij mijn vriend was bijna
dubbel zoo groot als de mijne, en de
kleur donkerbruin. Hoe was ze daar
gekomen Dat dit een hallucinatie
moest zijn daaraan kon ik onmo
gelijk langer twijfelen. Er kon toch
in iedere kamer die ik bezocht, geen
doodkist zijn. Mogelijk dat mijn ze
nuwen zoo van streek waren geko
men, dat ik aan (hallucinaties was
gaan lijden. Waarheen ik nu ook
zou gaan, overal zou ik de woning
van een doode voor mij zien. Mis
schien was ik krankzinnig geworden
en de oorzaak er van was niet ver
te zoekende spiritistische séance en
de woorden door den geest gespro
ken...
Ik ben gek geworden meende ik
nu zeker en drukte mijn handen om
st zich~naarTtajtó 'iiaii'irïk scïirecf over te" geven, want bij ihet afstrijken J1''" kloppend hoofd Wat nu te
.ar dikwijls en zij zond mij geld. van een lucifer zog ik een verschij- doen doen
- Bruten, zei ik. weet ge. dat je ni onverwacht en vreeselijk. Hoe W* 'over hel 1,tham De
pleegmoeder op het oogenblik m Brat- jamm6]. dat wind mljn iichtjeniet regen viel nog bij stroomen neer, de
stead is?„i.hti,, hort ik mWM.w wiet. 1 Wind builde en tierde, en ik stond
tistische séance tot mij gesproken
door den geest die ons was versche
nen. Ik verzocht hen» ze nog eens te
herhalen en het tafeltje herhaalde die
woorden niet alleen, doch voegde er
bij ..Nog hedennaoht."
f Ik geloof niet aan spiritisme,
Maar dit kwam ik je eigenlijk doch de gedachte aan den dood, zelfs
niet zeggen. Ik verkoop mijn schil- ,-de toespeling er op deed mij een on-
derij niet. Je zult niet begrijpen, wat aangename huivering door de leden
mij naai- Brinstead brengt. Van- gaan. jk weet wel. de dood is onver-
.laag is het de dag van het huwe* niïjdelijk, hij komt op een goeden
lijk. haar huwelijk, met- waaid doch hoe het ook zij, de gedach-
Waaxom zijt mej.heengaan, er onaange-
Goodwm \v aart ge met uugenoo- p
naam... En langzaam aan begon zich
Ja. zei de ik, maar 't heefteerst een onbestemde, ondragelijke angst
over drie uur plaats. Bruton. ik had van mij meester te maken, terwijl ik
gehoopt, dat je er overheen waart mij door den natten, kouden nevel,
gestapt. zonder een 'levend wezen in de na-
Hij wierp een doordringenden blik bijheid, voortbewoog. Ik, een man
°P vrij van bijgeloof, begon hoe langer
Neen üc zal er met over been u durfde niet
kunnen. Goodwin. Het is bijna groo- .f
ter geworden dan ik dragen kan. tfrz.jde kijken, mt vrees den dood in
Ik zou haar gehuwd liebben. daar d™ vorm van een verschijning ne-
wij elkander lief hadden, als ik de vens mij te zien.
waarhe'd eerder had geweten. Zij Panichidin zweeg even, dronk zijn
wilde mij. wetende wie ik was. toch glas leeg en vervolgde
nemen. Ik geloof niet. dat Ethel er j)je onbestemde, maar toch be
lets op tegen had. Neen. dat. geloof grijpelijke angst verliet mij niet, toen
ik niet. Maar ik ben met dezelfde. iik mijn kamer 0 de derde verdieping
Voor wien ze m.) houden Goodwin oudenvetsch .huis binnen-
de vrouw, die ge gezien hebt en die
ik vijf-en-twintig jaren lang moeder <r»d-. t Was er natuurlijk donker. In
noemde, heeft mij eenige dagen ge- schoorsteen klaagde de wind en
leden bekend, dat zij mijne 'moeder klepte, als vroeg hij om binnen te
niet is. Mijne moeder van eene worden gelaten, tegen ihet deurtje
der beste familiën in West-Engeland van den ventilator.
huwde een Spanjaard. Luister Ik heb
ver gereisd en de bewijzen gekregen.
Maar 't is te laat
Met open mond hoorde ik Rruton's
verhaal omtrent zijne ouders aan, dat,
hoe zonderling het ook is. onnoodig is
hier te herhalen.
,Als ik den geest gelooven moet,
zeilde ik tot mij zeiven, zou ik
dus in dezen troosteloozen nacht een
zaam en verlaten moeten sterven..."
Ilc zocht naar lucifers... Met woe
dende rukken blies de wind over het
Toen zij door hare rijke familie van 't huis en het klepperend
niet meer erkend werd, werd ik haai- geiUid tegen het deurtje van den ven-
ontstolen, toen zij m een herberg op 2, r duurde voort
een buitenplaats stervende was. Ik w,
was nog steeds onder de hoede van Hoe troosteloos, hoe eenzaam is
mijne pleegmoeder, eene zigeunerin, zulk een nacht, dacht ik. Doch ik had
toen ik een artist zeer beviel, die mij geen tijd om mij aan overpeinzingen j
met
haai' dikwijls en zij zond mij geld. Van een lucifer zag ik een verschij
In Brinstead riep hij in verba
zing uit. van zijn stoel opspringende.
Onmogelijk
Ik herhaalde nogmaals, wat ik ge
zegd had.
Zij bevindt zich reeds verschei
dene diagen in een tent op de weide
der Netwbery's.
uitblies, dan haidi ik misschien niets
gezien en niet dien onbegrijpelijker! zonder hoed, zonder pels. Ze
angst gevoeld... Ik gaf een schreeuw,
terughalen uit de kamer was me on-
OnwiLlekeurig maakten we het tee-
ken des kruizes.
Nu willen we eens onderzoeken
stotterde de bleeke Pogostof of
liet een tastbare kist is ofeen her
senschim..
Toen trad hij vastbesloten op de
kist toe. niet stijf opeengeklemde lip
pen en nam er het deksel af. We
keken in de kist en... de kist was
leeg...
In plaats van een doode. vonden
we een brief van den volgenden in
houd
Waarde Pogostof! Ge weet mis
schien, -dat de zaken van mijn schoon
vader in de grootste wanorde zijn.
Hij zit tot over de ooren in de schul
den. Morgen of overmorgen zal het
gericht er zioh mee gaan bemoeien en
ons te gronde richten. Je weet, de
een onzer familie ligt mij na aan 't
hart; wat moeten we beginnen? In
den gisteren gehouden familieraad
besloten we zooveel mogelijk van
waarde te verbergen om voor alge-
heele armoede bewaard te blijven,
liet fortuin van mijn schoonvader
bestaat hoofdzakelijk uit kostbare
doodkisten, grafmonumenten en slee-
nen. Hij is. zooals je misschien wel
weet, de voornaamste kistenmaker
van Moskou. Nu besloten we de kost
baarste kisten aan de verschillende
j vrienden ter bewaring te zenden. Ik
wend mij tot u als een vriend
help mij. red ons voor algeheele ar-
1 moede. Er op vertrouwend, dat ge
j mij dien vriendschapsdienst wel zult
willen bewijzen, zend ik je beste ke-
j rel, een kostbare doodkist, die je wel
zult willen verbergen en bewaren tot
i wederopzegging. Zonder hulp onzer
vrienden en kennissen gaan we te
gronde. Ik reken op je ware vriend-
schap... Als altijd
je IWAN TSCHELJOESTIN."
i Drie maanden lang heb ik noodig
gehad, om mijn zenuwgestel tot be-
deren te brengen, om onzen vriend,
den schoonzoon van den kistenma-
ker te helpen,, zijn goeden naam te
handhaven en zijn kisten, grafmonu-
meuten en grafsteenen te bewaren.
Zijn eer is gered ,maar meermalen
i is 't mij 's avonds laat thuiskomende,
voorgekomen dat ik in mijn bed en
op de tafel en overal waar ik keek,
I witmarmeren grafsteenen of doodkis
ten meende te zien.
gezet en toen kwam op het bepaalde
uur de kunsthandelaar.
Eerst wat praten over andere din
gen. Over z'n leuk atelier met 'tzuive-
EEN MOOIE HAAG.
Wie een haag moet planton denkt
aan den meidoorn, den beuk. enz.
maar een rozenhaag te maken, on-
re Noorder-licht, over aUerlei stukken dooreiringiaar Zo len ra
ven vrienden aan don muur, en en- ke] daaraan schijnt niemand te tlen-
dehjk, als onverschillig, over zneigen ken het utl'. Db,
Dezen 'zomer zagon wij on de Tuili-
Hij zat onzichtbaar te beren. Zou bouwschool te Wageningen met sut-
luj t nemen niet nemen Hij dacht cès al? heester gebruikoh do roodllla-
aan een toekomst, aan een meisje
Ja, 't Ls goed
Eindelijk
Och. vindt u? Ja, 't is wel wat
hè?
derige Rosa -rubrifolia, die bet tus-
schen andere heesters in bijzonder
goed dteed en opviel door haai- brons-
rood gekleurde bladeren.
Rosa rubrifolia behoort thuis m
T.k-,alleen 1K!g ze§f&n 1 Frankrijk, het rozenland bij uitne-
is wat stijfh.jk ems, als u die eene mendheid, waar zij vooral in devoch-
goll eens om liet vallen, nu is t zoo ügebergstreken voorkomt en daar een
aan beide zijden gelijk. hoogte van 21/2 Meter bereikt.
hen oogenblik kwam m hem opeen Te Wageningen liad zij die hoogte
verzet, een met-willen, een wal tot Jang niet. zij groeii 00k gMme ui de
weigeren, en een oogenblik deed het breedte uit en voldoet dan noe heter,
hem pijn, te voeden hoe eon vreemde De roodgekleurde takken en de pui-
in zijn werk veranderen wou. toen perkleurige Waderen. die met een
voelde hij het als een verbetering en blauw waas overtrokken zijn, maken
gaf toe.
En wat vraagt u er voor?
Hij noemde een niet liooge som.
Aangenomen
Hij had wel óp willen juichen
deed onverschillig.
deze roes als heester aantrekkelijk.
Om de bloemen behoeft men haar niet
aan ie schaffendeze zijn zeer klein
en vallen niet of weinig in het oog.
Toch zijn de bloemen oorzaak, dat
de heester nog eens weer aantrekke-
Zij spraken af, hij zou den golf ver- jjjk wordtwaait vallen de bloem
andoren als hij er zin m had, daarna blaadjes af, dan blijft het vruchl.be-
zou het gehaald worden. ginsel in den vorm van een bottel
Een week later kwamen twee knechts over, die eerst green is. maar zich la-
met een wagen. Een hall uurtje van ,er rood WeuM. En die bottels komen
te voren had hij nog er voor zitten in ,ro5sen Voor, zooals wij dat kennen
droomen. En, in natuurlijken onvrede bij onze lijsterbes,
met zijn werk, had hij het niet kun- Een goede roos voor bottels om in te
nen laton, nog een enkel toetsje aan maken is Rosa villosa, die wij óók
te brengen. warm kunnen aanbevelen om als hees-
Toen kwamen de mannen, wilden t ter aan planten,
opnemen. In de gematigde streken van Noord-
Maar hij wou met. het was zijn Amerika leeft een roos, Rosa Rapa,
werk, endie meer bescheiden groeit, maar
Nee, voorzichtig, ik zal het wel gj-oote bottels geeft, grooiter ddm die
dragen van de bottelroos Rosa rugosa; het
En hij droeg het groote doek naar zjjn kleine peertjes gelijk, donker
den wagen. glanzend, rood van kleur. Ongeiwij-
Nu liet hij af. Zij pakten het m, hij fe[ci zjjn {joze bottels te gebruiken, al
gaf een fooizij reden heen. zouden ze ook maai* alleen dienen ter
Even moest hij nog omzien. Er was versiering van tafels,
niets bijzonders. Eenige planten van deze roo?s tot een
Boven was het atdlier heel leeg op- groepje vereenigd vormen in het na-
eens!... jaar een waar schilderstukje.
Den volgenden dag, hij wist het, zou
't voor het raam komen.
Hij verlangde te gaan kijken, maar EEN CORRECTOR. DIE ZICH GOED
durfde niet BETALEN LIET.
Menschen zagen bét nu, straatpu-
bliek ileder 1 Een 1>e keniC' e Franse he sch rij ver be-
En'menschen zouden er Voor staan Mi Plan hldrl S»-
lachen, lachen, of zouden zoo maar maakt voor een latei- vermaarden ro-
doorloèpen en. zoo voelde hij het: man dikwijls naar de verzamelplaat-
1 - - sen dor misdadage-rsw©reldom er zijn
personen „in nat. u ra" te bestudeer en-.
Hij maakte daarbij tevens veel werk
van de dieventaal en schreef talrijke
aante-ekeningen in zijn zakboek.
Op een avond geraakte hij op straat
in een dicht gedrangthuis gekomen
deed een schrede naar de deur en j mogelijk. Een vreeselijke angst
sloot van angst, van ontsteltenis de 1 deed mij het zweet uitbreken. Mijn
oogen. i koren woeien overeind, mijn beenen
In het midden van de kamer stond trilden en ik werd er meer en meer
een doodkist. van doordrongen dat ik plotseling
V. Het blauwe vlammetje brandde niet krankzinnig was geworden.
De plannen van de zigeunerin wa- lang, doch lang genoeg om den om-1 Wat te doen vervolgde de spre-
ren tot hedon nog good gelukt. Zij trek van de doodkist te onderschei- ker.
was er in geslaagd in die onmiddellij- c[en_ Ee wag van rosachtige kleur met i Ik liep groot gevaar kou to vatten
zilveren hengsels en schroeven en en ernstig ziek te worden. Gelukkig
die er weinig verstand van hadden,
zouden het „o, zoo snoezig mooi
vinden
Hij verlangde.
Dien dag ging hij geheel niet uit.
Maar den volgenden middag moest
hij een boodschap doen hij vond - ,r
dat, hij er niet buiten zou kunnen, bemerkte hijidat hij zijn zakboekimsr
fïlt hft !^rlljlder«!even bezoek te gaan brengen... en dan kij had het of veiloien, of het
Uil ÏICI JvllJUUl moest er ^ngs, Hijb kon toch T^as hem ontstolen. Het laatste kwam.
geen straat omloopen. hij moest er 'iem ze?5 waarschijnlijk voor, daar de
P i j crolpcroriiliiPfifl vnAr pon Vwarlrpvon f fi 1,"-
ke nabijheid te kamen van het meisje,
teren ha.rpl^'^Twce "uS re.hgou.lchfcruï oplhet drtrai." Er schoot mij de gedachte te binnen, dat
reeds had de aanstaande echtgenoote zijn dingen ,die men in een seconde met ver van de plek waar ik nnj ne-
om haar gezonden. Tweeanaal ook had tijds onuitwischbaar in het geheugen vond, mijn vriend Pogostof woonde,
de oude vrouw deze geheimzinnige prent. Zoo was het. ook hiermee. Ik die met mij de spiritistische séance
boodschap medegegeven „Op den zag de een ondeelbaar had bijgewoond. Ik haa.stte mij naar
morgen van uwen- huwelijksdag 00genbiik en herinner me haar tot in hem toe.
°DS! tavrejIjitamoSi br5t aan. en, bijzoiidcrheden. 't Was Bij Pogostof zouden mijn zenuwen
de eerste eelegenheüd de lajste te haat cen kist voor een menscli van middel- een nieuwe beproeving moeten door
nemende, "sloop Ethel Newbevy door bare lengte en naar de lichte kleur staan. De trappen opijlend naar de
een opening in de heg heen, naar de te oordeelen voor een jong meisje, vijfde verdieping waar zijn kamer
plaats waar de oude vrouw zich be- oe zilveren handvatsels, het gouden was, hoorde ik een vreeselijk leven
kruis alles er aan deed. veronder- ais van iemand die zoo .hard moge
steilen, dat de overledene rijk moest lijk de trap afstormde,
zijn. i Kom eens hier, kom eens hier
Hals over kop rende ik de kamer Help, help hoorde ik een zenuwach-
uit, zonder te overleggen wat mij nu tige stem roepen,
te doen stond. Gang en trappen wa- En na een oogenblikje bonsde een
ren donker, zoodat ik mij telkens donkere gestalte op de trap tegen mij
stootte en ik nog verwonderd ben, dat aan.
uircuici „u f. ik toen den hals niet gebroken heb. Pogostof, ben jij het! riep ik
z'óoY'mompelde dé zigeuperin. Ik °P de straat gekomen, vluchtte ik uit, mijn vriend Pogostof herkennend
zal wat voortmaken, liefste juffrouw, naar een lantaarn, om wat tot kalm- Ben jij het, ben jij het
Ik zie uit deze lijn, dat u hem niet te te komen. Mijn hart klopte hoor- Op mijn woorden greep Pogostof
bemint. U bemint hem niet en toch baar, de adem. werd me bijkans be- niij bij den arm.
zult u heinliuwpn. nomen i Hij zag doodeliik bleek, kon met
vromv'vorder Ue v3r,eUer Weid oen oogenblik m0eile epreken en trilde over zijn
- Een mooi luiralje. om zoo maar stil' draaide de lamp wat hoogev en l,eele lieliaam.
weggegeven te worden aan hem, dien vervolgde toen
ge niet l>emiii/t. Ja, xnaar 7.00 gaatlirt. Had ik in mijn kamer dieven of
't Handje is er anders wol wat te mooi een dollen houd gevonden, ik zou mij
voor! niet zóó verwonderd hebbendoch
Zij hield de vingers van heit ouge- j10e kwam in vredesnaam een dood-
lukkige meisje tusschen hare handen av
gekneld. Achter haar hield zij een- klsl m kamer? Wie ha<l ei die
vond.
Eens binnen de tent zijinde, strekte
zij hare linkerhand uit, waarvan eon
der vingers spoedig versierd zou wor
den met den trouwring. Het was een
zeer schoone hand. hetgeen de oude
vrouw ook verklaarde, toen zij haar
greep en de lijnen nauwkeurig be
schouwde.
Maak wat voort, riep Ethel uit,
mijn moeder zal mij missen.
groot scherp zwaard. neergezet? De kist, waarschijnlijk;
Het volgend© oogenblik zou de hand van een rijk meisje, hoe kon ze in j
voor immer van de teere pols zijn ge- de armoedige kamer van een eenvou- j
scheiden. Het wreede staal kwam digeu ambtenaar verzeild zijn ge-
oe®ï raakt? Was ze leeg? of bevatte ze
Plotseling kwam er redding. Zijn een -1 wie was zij, die vroegtij-
kracht werd gebroken door Bruton, J'
die zich tusschen hen beiden plaatste.
De schilder droeg haar naar huis en
ontmoette op zijn weg den toekomsti
ge® echtgenoot.
dig met het leven afgerekend (heb
bende vrouw, welke mij op een zoo
vreemd en vreeselijk bezoek onthaal
de Een ondoorgrondelijk geheim
Als dit geen verschijning is, dan is
Mr. Ledyard huwde Miss Ethel Mew- een mjsfiaa(j meende ik.
berv nimmer. Hu was een te groot-
moeditr man, om thans niet van hot erdiepte mij een oogenblik in
huwelijk af te zien zelfs nu hij als t d'h schijnbaar onoplosbaar raa^rsel.
ware aan den voet van het altaar Tijdens mijn afw ezigheid was de ka-
stond. Het is waai*, dat het huwelijk mer gesloten geweest en de plek,
in alle geval voor onbepaalden tijd vvaar ik den sleutel verborg, was al-
zou zijn uitgesteld «le misügo 1(,cn ,nijn vriende], bekelld Gcen
Z Het toarêm!Sdens«'aard, .lat ten- hun,ncr mu inij toch een doodkist
slotte de bezwaren der familie werden eenden. Mogelijk dat ze bij \ergis-
overwonneai en Miss Newbery een jaar-ing door den kistenmaker in mijn
daarna de vrouw werd van den ho- i kamer was gebracht en een verdie-
roemden en talentvollen kunstenaar ping lager of hooger had moeten zijn.
George Bruton, misschien '"eer he-geest voorspelde mij den dood
kend als de schilder van ..\erleid 7ouden niH
waarvan later een groot aantal copién K' 3
werd verkocht. Het origineel werd ech
ter nooit afgestaan. Het hangt nog
steeds in den salon der Brutons.
Een angstige Nacht,
Uit bet Russisch van
A NT. TSCHECHOF.
Iwan Petrowitsch Panichidin zag
bleek, toen hij met ontroerde stem
begon te vertellen
Een natte dichte mist lag over de
aarde gespreid, toen ik enkele jaren
geleden op een naoht huiswaarts
keerde van een spiritistische seance,
die ik met eenige vrienden had bijge
woond. De straten die ik door moest,
waren zóó duister, zóó onzichtbaar,
dat. ik met. de handen tasten moest
om al vast van een doodkist willen
voorzien
Ik geloof niet aan de spiritistische
theorieën, doch zulk een samenloop
van omstandigheden zou zelfs den on-
geloovigstc geloovig maken.
„Maar 't is alles dwaasheid en ik
ben bang als een schooljongen",
trachtte ik mij zelf wijs te maken,
't Was een hallucinatie, meer niets.
Onder het naar buis gaan was ik zóó
zenuwachtig, zóó overspannen, dat
mijn zieke zenuwen een doodkist za
gen. Zeker, 't is een hersenschim,
wat anders
De regen gutste me in 't gelaat en
de wind rukte nijdig aan den rand
van mijn hoed. Ik huiverde, werd
doornat. Ergens onderdak komen,
maar. waar? Ik streed met mijn
gevoelens. Naar mijn kamer terug-
Ben jij het, Panichidin vroeg
bij eindelijk met schorre stem. Ben
jij het werkelijk Je ziet wit, alsof
je uit het graf kwam. Lijd jij ook
aan hallucinaties Mijn hemel. je
ziet er zoo ontdaan uit...
En jij dan Jij zeker niet
Och kerel, ik roep nooit meer
geesten op... Ik ben blij dat ik je
zie, als jij bet tenminste werkelijk
bent en geen geest. Die ongelukkige
spiritistische séance.. Die heeft mijn
zenuwen zoo van streek gemaakt,
dat ik, stel je voor, dadelijk de deur
ben uitgevlogen, toen ik in mijn ka
mer een doodkist meende te zien.
Ik geloofde mijn ooren niet en liet
het hem herhalen.
Een doodkist, een doodkist, zeg
ik je, herhaalde Pogostof nogmaals,
terwijl hij uitgeput op de trap ging
zitten. Ik ben niet bang uitgevallen,
maar de duivel zal me halen als ik
thuiskomende in mijn kamer geen
doodkist zag staan.
Met horten en stooten deelde ik
daarop mijn vriend mijn wederwaar
digheden mede.
Een minuut lang keken we elkaar
sprakeloos aan, met verbaasde blik
ken en wonderlijk vertrokken mon
den. Toen, om ons te overtuigen dat
we geen geesten waren, knepen we
elkaar eens flink in de armen.
We zijn allebei ziek verklaar
de mijn vriend minstens gek, of
al die 'doodkisten bestaan in werke
lijkheid. Wat zullen we doen vadertje?
Na. een tijdje als verslagen op de
koude trap te hebben gezeten en ons
verdiept te hebben in de raadselen
die ons omringden, kwamen we tot
het besluit te trachten onze zenuwen
meester te worden en de kamer van
mijn vriend Pogostof weer te gaan
opzoeken. En zoo deden we.
Binnengetreden, ontstaken we de
lamp en zagen inderdaad de dood
kist met zilveren hengsels en schroe
ven en gouden sterretjes op het dek-
;el.
Voor 't eerst verkocht.
Hij had een groet doek op z'n ezel.
AJ wel een half jaar. Trouw had) hij
er op gesjouwdhij was nog jong,
begon pas goed, net ging wel wat bo
ven zijn kunnen...
Hij had dagen gehad, dat hij uit
zijn stoel opsprong, omdat hij in den
drang tot meuken niet rustig kon blij
ven zittendat hij opdraaide zijn
ezel en stond, stonid te schilderen aan
zijn zee, aan zijn lucht, met schrap
pende streken zijn toetsen tikten te
gen het bevende doekde ezel rilde
onder de zetten. Dan gloeide zijn
hoofd, dan waren zijn anders zachte
droombogen stekerig-felzijn lippen
trokken persend in elkander. Dan
klodderden de verfkronkels óp tot
lioopjes op z'n palet, zijn kwasten
wroetten in de verfmassa's en, mor
send, streken zij uit de kleur over het
doek.
Maar ook dagen waren voorbijge
gaan, dat hij zat met bijna toeë oogen
te droomen voor zijn zeegezicht; dat
zijn duim pijn deed van 't palet; dat
hij zat, hoofd achterover, en de rech
terhand met 't penseel, slap hangend
van de annleunineu Dan hing over
zijn schouders zijn onmacht; dan keek
hij droef zijn doek aan, in wanhoop
ooit het te kunnen voltooien, 't te krij
gen naar z'n zin.
En één dag had hij gehad, dat hij
was opgeveerd uit zijn lamlendigheid,
dat hij plots zijn kwast had gesmeten
tegen liet doekdat de natte verf ver
wrongen werd door litteekens en
klodders. En dat hij toen was gaan
huilen, krimpsnikkend.
Eens, een Zondagmorgen, wilde hij
gaan wandelen. Den vorigen dag was
hij naar het strand geweest en had
een studie geschilderd, gelijkend zijn
onderwerp.
Nog even wilde hij zijn groote doek
zien. Hij haalde het. waar het stond,
met zijn gezicht tegen den muur.
Verduiveld, als 'k eens.
En nemend palet en kwasten, begon
hij te werken.
Het ging, het ging! Het lukte! Hij
werkt0. dacht niet, zag niet, hoorde
niets, was wèg in zijn werk. Voort
ging hij, 't heele doek over, alJes in
een nieuwen toon, alle nuancen ver
anderend. Eten vergat hij, hij had
'geen honger, hij wist geen tijd
Tot hij eindelijk tegen hc-t donker
knakte terug in zijn leunstoel, afge
werkt. En zwaarmoe loerde hij. ban
gig, naar 't weggeschoven doek
Hê Waarachtig, zoo is 't wat
Sapristi
Hij boog zich voorover en keek en
keek, en genietend liep hij heen en
weer, het bekijkend van eiken kant,
den ezel verplaatsend, telkens onder
ander licht
En heerlijk steeg in hem óp een
blijheidsgevoel van dat hij dit nu ge
maakt had, zoo maar, in één dag.
Toen ging hij eten.
Na tafel, lamp opgestoken, zette hij
zich, wel wetend, dat hij geen kleur
kon zien, toch er vóór, en stil zat hij
•den heelen avond te staren naar zijn
maaksel.
Den volgenden morgen vroeg naar
't atelier. En juichend ging het door
hem
't Is goed, 't is goed
Tot hij even bezinnend dacht
'tKan niet! 'tKan niet! en hij
zijn werk koel wilde oordeeflen, maar
ook dit niet kon. En uitgaand, liep
hij naar een kunsthandelaar, dien hij
goed kende.
Ja, ziet u, als u nu eens wou ko
men kijken bij me, ik geloof, dat 'k nu
wel een ding heb, dat goed is. Ik
spreek niet van koopen, hoor, 'k zeg
alleen kom maai* eens kijken mocht
u er zin in hebben, tant mieux...
Hij had het stuk nog eens uitge
haald, had het op 't gunstigst belicht
langs
Hij ging!
In de nauwe, volkrijke straat liep
hij aan den overkant. In d'e verte was
het raam. Ha, er stonden menschen,
een. dame, een slager, een kantoor
heer. Zij liepen door
Er stond niemand. Nu kwam lilj
langs. Hij keek als onverschillig.
gelegenheid voor een bedreven zak
kenroller zeer gunstig was geweest.
Het verlies spe'et hem gediucht, niet
zoozeer om de som van 150 francs, die
hij in het boekje bij zich gedragen
had, als wel om zijn aantetekenin-
gen.
Toen hij den volgenden morgen aan
het ontbijt zat, bracht de postbode
God wat was dat? Was dat,' dat hem een klein polsje. Hij opende het
zijn werk? Wat slecht, wat slecht! en tot zijn verrassing bleek liet zijn
En kalm, als tetóand, die van den verloren zakboekje, vergezeld van het
overkant een stuk opmerkt en eens v°l,gende schrijven
gaat kijken, stapte hij die straal
over. i
O, hij kreeg een slag er van Weg
halen, terugvragen, Gmwerken1
Door de zonbelichte straat liep, hol
blauwig wit, een dienstmeisje. E11 als
in een spiegel zag hij haar loopen
over zijn schilderij. I
O, dat je zóó van het licht af
hangt
Hij moeit toch dóórloopenK m hier
niet blijven staan. Ze kunnen he»'
zien in de zaak. Een kennis kan langs
komen met
Zóó, sta je je eigen te bewo ide-
ren
En voort loopt hij, in zich een be
nauwing. om zijn borst een spanning,
klemmend, van angst
Ik ben niets, nietsEn mijn
naam...?
Tot hij. als een voortgeschopte bond
hollend, inhaalt een heel ouden litho
graaf, ouden man met nóg illusies
van eindelijken roem, die in zijn en
kele vrije uurtjes zoete aquarellen
maakte en verkocht, succèsloos ver
der.
De ouwe móet er langs gekomen
zijn
Wel, mijnheer. hoe gaat 't u
Zóó, hoe gaat 't, druk aan het
werk Mooi weertje, hè Hëb je ai
wat succès met je werk?
Hij mompelde iets van 'n expositie.
v weet wel. hier tn de straat
De oude heer verstaat niet goed,
hoort toch iets
Ja. heb je dat gezien, daar?
Jawel
Wat denk je er van
Och Ik weet niet
Dan. met een valseh oogti*ekje
Zeg, wat zou 't voorstellen
En hij. naïef
Wel, een zee
Och kom. nee zeg. zou
„Zeer geachte heer!
„Gisteravond bij mijn tehuis-
komst zag ik, dat ik de eer had
„genoten van een korte ontrnoe-
„ting met u. Ik haast mij u uw
„aanteekeningen terug te zenden,
„die ik met belangstelling gelezen
„heb. Vermoedende dat u daarvan
„gebruik wilt maken in een uwer
„interessanto werken, heb ik de
„moeite genomen hier en daar
„.correctie aan te brengen, wat
„hoog noodig was, daar er ver
scheidene woorden verkeerd ge
speld en van andere een foutieve
..verklaring was gegeven.
„Langjarige ondervinding heeft
„mij het recht gegeven voor do
..juistheid der aangebrachte ver-
„beteriugen in te staan. Tevens
„heb ik 3b woorden en uitdruk-
„kingen toegevoegd, die aan uw
„verzameling ontbraken en waar-
„mee u veel effect kunt behalen,
„als ze in uw werk op passende
„wijze worden aangebracht. Ik
„ben zoo vrij geweest voor mijn
„moeite do 150 francs te behou-
„den, die ik in het boekje vond,
,.en die mij voor het oogenblik
..goed te pas komen.
..Geloof mij te zijn
EEN UWER MEEST OP
RECHTE BEWONDER
AARS."
De auteur was zeer verheugd, dat
hij weer in het bezit van zijn aantee
keningen was en de correctie en toe
voegineen van den „deskundige" ackt-
ie hij met 150 francs niet te duur be
taald. Hij was toen reeds rijk en be
hoefde op zoo'n sommetje niet te zien;
zijn groote roman, waarin hij naar
den raad i an zijn „corrector" de toe
gevoegde woorden en uitdrukkingen
den- uit de dieventaal „passend" gebruik-
ken? Zijn dat golven? 't Zijn net dijk- te, bracht hem een tot dusver onge-
jeskend honorarium op.
En hij, möt een lachtrek in zijne
wangenj
ZUIVER GOUD.
Vindt u
Een oogenblik loopen ze stillan 4
vraagt de oudeSlechts betrekkelijk weinig menschen
Van wien zou t. zijn, zeg Weet kennen de werkelijke kleur van het
je 't ook? goud, wijl het gewoonlijk in min of
- Van mij meer gelegeerden toestand in 't ver-
Htl lacht kort! keer voorkomt en rooder, groenachti-
Wa.t zeg je? Och nee! V\aaracn- ger of lichter uitziet dan in zuiveren
tigGoddosie, jonge, haal weg tmor, toestand. De zuiverste munten, die
haal weg, ik zou 't weghalen... ooit zijn gestempeld, waren de vijftig
He oude lacht schamper. dollarstukken, die vroeger in Califor-
'k Heb "t verkochtnje in omloop waren. Het munten
Stil staat de grijze daarvan werd latei* om twee redenen
Zóó!.. Ja, als ik geweten had. gestaakt, eerstens, omdat zij teveel
dat 't van jou was. clan had 'k mets sleten en tweedens, omdat men ze ge-
gezegd, "hoor Ik vind die lucht wel makkelijk kon boren en een deel van
goed, zie je, maar die golven... jc het binnenste met lood kon vullen,
neemt 't me toch niet kwalijk? 't Gewichtsverschil was daarbij zóó
O neen, volstrekt niet't Kan gering, dat het bij die groote munten
me niets, niets schelen Dag, mijn- moeielijk kan bemerkt worden. Zij
heer! hadden overigens een achtkanten
Luchtig groetend, neemt hij af- vorm en waren de meest waarde heb-
schoid. bende munten, die ooit in omloop zijn
En, in een trots, een hoogen trots, geweest, 't Goud is, als 't geraffineerd
hoog, rechtop, gaat hij, 't lijf stijf, is (dat is van alle bijmengingen be-
't hoofd hoog, kijkend neer, nauwe- vrijd) verschillend van kleur. Het
lijks ziend naar menschen, met zwa- Australische goud ziet bijvoorbeeld
ren stap door de straten naai* zijn ate- rooder dan 't Californische goud.
lier, hoog trotscli in zijn gevoel van Ook het uit de goudmijnen gewon
kunstenaar boven menschen van wan- nen goud is geler, dan het goud, dat
begrip, tot hij thuis, alleen, ineen- uit kwarts gewasschen wordt, 't Goud
knakt tot een slappe onmacht. uit het Oeral gebergte *"s 't roodste, dat
C. A. MéLéON. er bestaat.
(„Tel.")