BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ft.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Wandelingen.
Metinterest terugbetaald
De Liefde eener Vorstin
ZATERDAG I DECEMBER.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
IN EN OM HAARLEM.
Lxxxviir.
November is al weer ten einde, nog
«enig« weken en de kortste dag is al
weer gepasseerdmaar dat. drietal
weken is nog zoo maar niet om, 't be
gint ai weer goed koude, kilkoude
mist, en gevolgd door vorst. En of
schoon vorst door honderden meer
gewenscht wordt dan dien regen,
dien storm, toch zijn er zeker wel,
ire de vorst nog niet wenschenvoor
wie tie vorst nog te vroeg komt. En
waarom Er zijn nog zooveel werk
zaamheden, die verricht moeten wor
den. Moeten? nu ja, als 't weer er
voor geschikt bleefanders, ja, dan
maar in Godsnaam uitgesteld tot den
dooi
■n strenge vorst wenscht zeker
niemand nu al, want al brengt de
vonrt ook al weeT werkzaamheden
met aioh, er zijn te veel menschen,
die door de vorst tot stilzitten worden
gedwongen. De schaatsen zijn of
worden zeker spoedig voor den dag
gehaald en eens geïnspecteerd, of
alles nog wel stevig is, want dat ake
lige gezegde En tot stof zult ge we-
derkeerenspeelt velen zeker wel
eens «en leelijke poets. Maai- een
•ogenblik nadenken brengt daar da
delijk weer een vroolijk gezicht, want
waar toch zou onze natuurlijke
kringloop blijven, als hier of daar die
loop in een rechtlijnige overging?
Een strenge winter is wel goed, boor
de ik meermalen beweren, al was het
alleen maar om eens wat op te rui
men van al dat ongedierte, dat ons
zoo akelig tot last kan zijn in den
zomer. Nu eensdeels is dat waar, of
schoon er toch ook al weer voor g©-
■orgd is, dat er gedurende den win
ter individuen genoeg overblijven, om
met behulp van de sterke voortplan
ting d« aarde spoedig weer te bevol
ken. Br zijn diergroepen, waarvan al
leen de eieTen overblijven, en die in
't geheel niet van de koude te lijden
hebben. Dit is o.a. het geval bij de
bladluizen en tal van andere lagere
diersoorten. Andere, bijv. de. in den
grond levende, kruipen dieper en
dieper en mocht de koude hen ook al
overvallen, zoodat ze verstijfden, voor
ae de wijk genomen hadden, dan
deert een beetje vorst ze ook al wei-
mog. Nog weer anderen, voor wie een
winterslaap tot de onmogelijkheden
behoort hebben er bijtijds voor ge-
aoxgd voldoende wintervoorraad op
te slaan, om dan, wanneer er niets
te zoeken valt, maar even in den
provisiekelder af te dalen en den hon
ger te stillen. Laten we van dat al-
gemeene eens overgaan tot een paar
bijzondere gevallen, misschien later
nog met enkele te vermeerderen. De
bijen bijvoorbeeld zorgden voldoende
voor voorraad, dat was den ganschen
aomer «en reppen zonder einde, om
toch maar genoeg cellen gevuld te
krijgen, 't. werd zelfs bij velen een
verzamelwoede, zoodat het bij die
diertjes zelfs wed eens uitliep op dief
stal en roof. En om de geroofde buit
te kunnen bergen, moest wel eens
kier en daar een kamertje, waarin al
«en jong diertje bezig was zich te
ontwikkelen, worden ontruimd. Nu
treedt de ijmker wel vaak tusschen-
beide en ontneemt den dieren den
verzamelden honing, om als er te kort
schiet, in 't. voorjaar met goedkooper
materiaal bij te voerentoch hadden
de diertjes, die nog geen enkelen
winter bijwoonden als bij instinct
een voorgevoel dat hen bij tijdsdeed
zorgen voor den kwaden dag. Allen,
dicht opeengedrongen, in den kort
leven den ganschen winterreten en
gaten waren al bij voorbaat wat
dichtgestopt, om de geproduceerde
warmte voldoende binnen te houden
en ook om toch voor versche lucht te
zorgen. En de wespen Hoe geheel
anders heeft moeder natuur daar de
zaak geregeld.
De wespennesten, die zoo in menig
opzicht van een bijenwoning verschil
len, zijn in den winter leeg en verla
ten, slechts enkele individuen blijven
over en dan nog wel, hier of daar
verscholen op een beschut plaatsje.
En,die verschillen? O, die zijn nogal
groot. Vooreerst \s de grondstof een
geheel andere. Maken de bijen hare
cellen uit was, bij de wespen wordt
een soort papier als grondstof gebe
zigd, dat ze zelve bereiden uit boom
schors, enz., door dit te kauwen.
Wordt door de wespen niet de een of
andere, holte als woning gekozen,
dan moeten ze ook een omhulsel uit
die grondstof bereiden. En de raten,
die bij de bijen altijd loodrecht wor
den opgehangen, zoodat de aan
weerszijden zittende cellen horizontaal
komen, zijn bij de wespen horizon
taal, terwij] de ook zeshoekige cellen
dan verticaal komen te hangen, alle
met de opening naar beneden, zoodat
de cellen ook maar aan een zijde
komen. De zoodoende tafelvormige
raten komen dus boven elkaar te zit
ten en worden van elkaar gescheiden
gehouden door kleine pilaartjes, die
ook al uit dezelfde grondstof bereid
van afstand tot afstand worden aan
gebracht, zoo, dat er ruimte genoeg
overblijft, waar de diertjes kunnen
passéeren.
1 Maar, heeft menigeen al zeker ge
dacht, hoe gaat het nu in 't voor
jaar? Bij de bijen, waar de koningin
met tal van hare nijvere werksters
overblijven, waar de geheele woning
in stand blijft, vangen zooals vanzelf
spreekt, de werkzaamheden zoo weer
aan. De werkbijen beginnen na. een
zorgvuldige schoonmaak, waarbij ze
zichzelf niet vergoten, te zorgen voor
voedsel voor het toekomstige geslacht;
de koningin legt eieren, enz. Bij de
wespen is na een lange, lange rust,
de koningin eindelijk ontwaakt. Zij
strekt in het lekkere voorjaarszonne
tje de stramme leden eens "wat uit
beproeft de vleugels nog eens, en zich
geheel alleen ziende, moet ze zelf wel
de hand aan den ploeg slaan. Het
oude nestja, dat weet ze niet
meer, waar dat is. Ze gaf er den vo-
rigen herfst maar alles aan, om het
veege lijf te bergen voor de naderen
de winterkoude. Fluks gezorgd, dat
er wat helpsters komen. Enkele cellen
zijn spoedig gebouwd. Wat voedsel er
in, en nu de eitjes nog. 't Gaat wel
langzaam, zoo'n cel alleen te moeten
opbouwen, alleen voor alles te moe
ten zorgen, maar geen nood, daar
komen de eerste werksters uit, en als
vlugge, rappe gasten staan ze de
wespen majesteit trouw ter zijde in
het bouwen van de woning, die soms
een beelen omvang kan verkrijgen.
De koningin zorgt voor de eieren, en
spoedig is de kolonie weer in volle
werking. En het voedsel Wie zou dat
niet weten, die eens buiten een glaas
je limonade dronk of een lekkere .peer
of perzik meende te verorberen, 't Zijn
in hoofdzaak zoete, sappige vruchten,
waaraan ze zich te goed doen. De be-
teekenis voor de bloemenwereld met
het oog op de bestuiving, is dan ook
gelijk nul, terwijl de bijen, die al
zooveel goeds voor ons verrichten,
ook daar nog een heele rol spelen. En
wintervoorraad Daarvoor hebben de
wespen ook al niet te zorgen. Van de
voorplantingsindividuen sterven de
me es ten, eveneens alle werksters,
slechts een enkele koningin weet een
goed onderkomen te vinden en den
winter door te brengen. De volgende
week willen we bij diezelfde orde der
insecten nog een paar andere groepen
nagaan, die ook in koloniën leven,
n.l. de hommels en de mieren.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Aan mej. R. te H. We raden
U aan, uwe planten gedurende den
winter in dezelfde potten te laten
staan, ze vooral niet te warm te
plaatsen en tevens te zorgen ze niet
te nat te maken. Een begieting met
lauw water, alsmede eene besproeiing
van tijd tot tijd zijn uitstekend.
J. STURING.
Iedereen die hom kende, gaf toe, dat
John Grace een werkelijk goede kerel
was. Door zijne regelmatige levens
wijze, goedhartigheid ©n vroolijklieid,
wielke hij steeds toonde, kon hij tien
tallen vrienden tellen en onder al zijne
kennissen was er geen enkele, die re
den had hem kwaad toe te wenschen.
.,Ee.n man, die mijlen ver zou loo-
pen om iemand goed te doen. en die
elke onwelwillendheid veracht, zoo
iemand is de oude John had eens
iemand van hem gezegd. En dit ge
zegde was ten volle waai'.
Bovendien was hij een knap zaken
man, steeds ijverig werkzaam voor
de belangen van de groote handels
zaak, waarvan hij directeur was en
waarvoor hij beschouwd werd als de
meest geschikte persoon. Hij was in t
bezit van een uitmuntende gezondheid
en, ofschoon hij zijn vijf-en-dertigste
jaar reeds was ingegaan, zag hij er
niet ouder uit dan dertig.
Hij was nog vrijgezel, een man met
een vrij hart, en 't was een geheim
voor zijne vrienden, hoe hij de pijletn
van Cupido reeds zoolang ontglipt
was. Wanneer men hean hier over
plaagde, verklaarde hij lachende, dat
hij te jong was, of 't te druk had om
aan het ondernemen van zoo'n ernsti
ge zaak als het huwelijk te denken.
En dan schilderden gelukkige echtge-
nooten onder zijne kennissen hem het
eentonige, vervelende, ongezellige af
van zijn bestaan als een eenzaam,
oude vrijgezel, en verklaarden hem,
dat het huwelijk het eenigste ding was
om hean vreugde, vroolijkheid en ge
luk in 't leven te brengen.
Dien morgen echter, toen hij daar
aan zijn lessenaar zat, had zijne ge
wone vroolijkheid hem verlaten.
Een der jongste klerken een. jon
geling, voor wien hij me ei- dan gewo
ne belangstelling had gevoeld was
niet op 't bureau verschenen ear in zij
ne plaats had hij bij zijn komst op t
kantoor eene jonge vrouw gevonden
de zuster van den jongeling die
in spanning wachtte om hem te spie
ken. Hij merkte haar net voorkomen
op, toen zij in zijne kamer werd gela
ten en vond 't vreemd dat zoo'n jonge
vrouw zoo zwaar gesluierd Icon zijn.
Toen zij haren sluier oplichtte en
daardoor zichtbaar werd een gelaat,
dat, alhoewel schoon, kenteekenen
droeg vaar ontroerins- en droefheid,
werd zijne nieuwsgierigheid gaande
gemaakt en uit de onvrijwillige zuchl
begreep hij, dat een ernstig ongeluk
haar getroffen had, hetwelk aanle; -
ding had gegeven tot dit bezoek.
Met eenige bezorgdheid plaatste hij
een stoel voor haar.
Uw broeder is toch, hoop ik, niet
ziek, Mi?6 Lyttleton? vroeg hij.
Neen, antwoordde zij droevig. O,
ik.ik kan het u niiet vertellen Ach,
wees zoo goed dit telegram te lezen.
Dit zal u alles duidelijk maken.
Hij nam de dépêche uit hare han
den en onder het lezen werd zijn ge
laat bleek. Het was geadresseerd aan
het meisje, Margaretha Lyttleton.
,,Heb het in mij gestelde ver-
trouwen misbruikt. Durf de ont-
dekking daarvan niet afwachten.
..Smeek moeder eon u mij te ver-
i geven en te vergeten.
THEODOOR.
Geduren-de eenige oogenblikken
staarde hij op het telegram, ontsteld
door deze bekentenis. Daarna vestigde
hij zijn blik op het gelaat van het
door smart gebroken meisje en tracht
te zijne gedachten weder bijeen te
brengen.
Een diefIk kan het niet geloo-
ven, zeide hij. Ik zou voor zijne eer
lijkheid mijn persoonlijken waarborg
gegeven hebben. Wat een dwaas wat
een groote dwaasVertel me eens,
mijn waarde iuffrouw. of u ook eenig
vermoeden had. dat hij niet eerlijk
gehandeld heeft. Bleef hij laat uit?
Kunt u mij een reden voor dezen vaJ
opgeven
Neen, ik kan niet begrijpen waar
voor hij zoo iets moest doer, ant
woordde zij weenend. Hij heeft altijd
een groot belang in het werk hier ge
steld en vertelde ons, dat hij u zoo
gaarne wilde voldoen om zoodoende
kans te hebben op eene bevordering
Het grootste gedeelte van zijn salaris
g.af hij geregeld aan moeder over. W i
hadd'en het noodig. We zi j n sin dis den
dood van vader allen bij elkaar ge
bleven. Ik durf haar liet voorgevalle
ne niet medededlen. Reeds jaren is zo
ziekelijk... 't zou haar dooden.
Ik begrijp het en ben van hetzelf
de gevoelen, zei John ernstig. De ver
duistering kan niet groot zijn. Het is
onmogelijk, dat iemand, zooals hij.
zich bij ons een groot bedrag onrecht
matig toeeigent. Maar, hoe 't ook mo
ge zijn, de zaak is zeer ernstig. Het
eerste wat mij te doen staat is de
hand. op deöi jongen schelm te laten
leggen. Ik zie, dat het telegram uit
Liverpool is verzonden. Heeft hij daar
bloedverwanten
Neen, antwoordde het meisje. Ik
geloof, dat hij daarheen slechts is ge
gaan met de bedoeling', om uit liet
land te ontkomen.
Zij stond op en haar hand op zijn
arm leggende, stamelde zij
Ik verzoek u, om moeder s wil.
Spaar hem die schande, als u kunt.
Hij zag haar in het smeekende ge
laat en lachte geruststellend. Hij wei
felde niet in zijn plan. Ter wille dei
liefdevolle moeder, voor het geluk van
dit diep bedroefde meisje, voor de red
ding van den jongeling zelf, was er
slechts één weg, dien zijne edelmoedi
ge natuur hem aanwees en hij was
bereid dien te volgen, om een dief zijn
straf te doera ontgaan.
Binnen een half uur vertrekt er
een trein naar Liverpool, zei hij. Als
hij daar nog is, zal ik hem vinden en/
hem mede brengen. Wij zullen zorgen
da.t zijn leven niet verwoest wordt
door eene kleine onvoorzichtigheid.
Heb geen zorg. Miss Lyttleton en...
zeg niets aan moeder.
Hij opende de deur om haar uit te
laten.
Het was mij zeer aangenaam,
dat u mij kwaamt bezoeken, zeide hij.
haar de hand drukkende.
Zij kook in zijn lachend gelaat met
schitterende oogen, waaruit duidelijk
hare dankbaarheid sprak.
U zijt zeer goed, zei ze langzaam.
Ik kan het u niet vergoeden, doch ik
hoop, dat eens die tijd zal komen,
i dat ik 't wel zal kunnen,
j Eenige oogenblikken nadat zij ver-
trokken was, stond hij aan de deur
haai- na te staren. Eene mengeling
van gedachten, opgewekt, door dever-
pletterende bekentenis, door hare> hou
ding en haar voorkomen, overstelpte
zijn hoofd. Dan, weer zijne gewone
kalmte herwinnend, liep hij naar zijn
lessenaar en schreef een lang tele
gram.
Charles Bickersteth is de man,
om dit zaakje op te knappen, zei hij
tot zichzelf, en daar genoemde heer
de knapste geheime detective was vain
Mersey City een man die geheel Li
verpool door en door kende vie!
aan de juistheid van dit gezegde niet
te twijfelen.
Met die grootste haast handelde hij
met de verschillende beddenden uit de
ochtendpost de zaken af, welke het.
meest spoedöischend waren, riep een
cal) aan en binnen eenige minuten
reed hij naar het station.
Vóór in den trein te stappen ver
zond hij het telegram en, daarna, op
zijn geanak in de coupé plaats nemen
de, trachtte hij den tijd te dooden
mét liet lezen van een boek, dat hij im
den spoorweg-boekhandel bad ge
kocht. Telkens echter werd zijn aan
dacht van het werk afgeleid, als zijne
gedachten, terug keerden naar het
schoone meisje. Nog duidelijk zag hij
haai' smeekend gelaat. Zij had gezegd
dat zij en de dteugniet samen woon
den. Hij vroeg zich af, hoe haar da-
gelijksch leven dan wel zou zijn. Hare
oprechtheid, haar ernst, haar hoop
om hem den eem of anderen dag terug
te betalen, kwaimeu hem weer voor
den geest en de gedachten aan haar
deden hem onwillekeurig aan de toe
komst denken, terwijl de trein hem
naai- zijne bestemming voerde.
Bickersteth begroette hem met een
lach, toen hij op het perron in Lime
Street stapte.
-- Hij zit al op mijn bureau, John,
zei hij.'Zoodra ge getelegrafeerd hadt
heb ik mijne mannen naar verschil
lende plaatsen gezonden, terwijl ik
zelf naar de landingsplaats ging. li-
snapte hem, toen hij aan boord ging
van een stoomboot, met bestemnrng
voor. Ik geef je te raden waarvoor.
Je zult lachen, als ik 't je zegHet
eiland Mann Toen ik hem op den
valreep liet arresteeren, verklaarde hij
dat de kosten van overtocht met zijn
laatsten souverein waren betaald. Hij
maakte op mij den indruk van een
zeer net beschaafd jongmensch te zijn.
verre van een misdadigers-type. Wat
heeft hij gedaan
Ik kan het je nog niet zeggen,
totdat ik hem gesproken heb, ant
woordde Johnmaar wat 't ook zijn
moge, Charles, hij is een te goede jon
gen, om zijn leven door dezen misslag
verwoest te zien, en. bovendien zijn
er nog andere omstandigheden.
j Nu, John, je zult 'ttoch zoomaar
niet door de vingers zien, zedde zijn
vriend. Ik heb hem verteld, dat gij
kwaamt, en ge zult hem geheel ter
neergeslagen en berouwvol terugvin
den.
i Jolni verhaalde in de cab aan zijn
vriend de bijzonderheden van zijn on
derhoud met het meisje, en verder al
les wat hij van de zaak wist.
Dat meisje is een juweel, John
zei Bickersteth. Nu begrijp ik, dat ge
da zaak op zijn beloop wilt laten.
Hier moeten we zijn.
i Bij hun binnentreden keek de on
gelukkige jongeling op, en, toen hij
zijn patroon zag, werd zijn gelaat
i ernstighij kon zijne zenuwen niet
beheerschen. en, zijn hoofd voorover
buigende, snikte hij als een klein kind.
John Grace trad op hem toe en zij-
Ine hand zacht op zijn schouder leg
gende, mompelde hij
Kom, kom, Edward, m'n jongen.
Ik ban niet gekomen om to oordelen.
Ik wil alles weer in orde maken. Ver
tel me maar alles.
Stamelend kwam het er uit hoe
hij, verleid door een schoon schijnen
de circulaire van een makelaarsfirma
.welke in eene speculatie eene bijna
i zekere winst beloofde van 100 per-
1 cent, t gedurfd had 10 pond sterling
te gebruiken van het geld der firma.
De speculatie was mislukt en het
geld verloren.
Het scheen zoo zeker, zeide hij
in het andere geval zou hel geld nieer
dan verdubbeld zijn, en had ik de
som, welke ik narn, kunnen terug be
talen, zonder dat ieanand wist, dat ik
het gebruikt had. Het was Slechts voor
eenen keer, mijnheer; ik wilde ee*
fiets hebben. Al mijn kameraden had
den er een, terwijl ik er geen geld
voor beschikbaar had.
En voor die tien pond zou dit ge
dwaas genoeg zijn geweest om niet
alleen schande te brengen over uw©
moeder en zuster, maar zelfs uw toe
komstig leven te verwoesten, zei Joha
ernstig. Waarom kwaamt ge niet. bij
mij
Ik durfde u niet meer onder d©
oogen komen, nadat ik het jn mij ge
stelde vertrouwen had misbruikt, ant
woordde de jongeling bevend. Ik weet
nauwelijks, wat ik gedaan heb, nadat,
ik vernam, dat het geld verlore»
was.
De vriendelijke waarschuwing v<ui
zijnen goedhartige» vriend spoord®
Bickersteth aan, zich in liet gesprek
te mengen. Hij bestudeerde nauwkeu
rig het bleéke gelaat van den ontrou
wen bediende, dat een onuitwischba-
ren indruk bij hern achterliet.
Kom, m'n jongen, zei John. Ik
neem je weer mee naar huis. Je moe
der weet niets. Ze behoeft er ook
niets van te weten. Alles komt wel ia
orde. Morgen is alles weer, zooals t
geweest is.
Alles, behalve de wetenschap, dat
ge slecht en lafhartig hebt gehandeld,
voegde Bickersteth er nog aan toe.
Neem mijn raad aan. mijn jongen-
Laat dit een'les voor je zijn. Binne»
50 minuten vertrekt de trein, Jolira.
Nog juist tijd genoeg om te di-
neeren, zei John lachende. Kom, Char
les. Kom. Edward.
Drie maanden waren voorbijgegaan;
maanden, waarin John Grace menige
gelegenheid had gehad, om Margare
tha Lyttleton te spreken en toen hij
dezen Maandagmorgen zijn bureau
binnentrad, kon men niet meer zeg
gen, dat zijn hart nog vrij was. Na
dere kennismaking had hem harp uit
stekende hoedanigheden getoond,
haar groote toewijding van hare zieke
moeder, hare zusterlijke bekommering
voor ilen jongeling, hare zorg voor het
huis.
Kort na hei bezoek aan hem had
hij vernomen, dat zij eene betrekking
had aangenomen als typist bij een
welbekend City-man een man, di©
in liet bestuur zat van verscheiden©
met succès werkende maatschappijen
en die derhalve als zeer rijk bekend
stond. De noodzakelijkheid dwong
haar geld te verdienen en het verlan
gen naar een hooger salaris had haar
van patroon doen veranderen.
Het verlangen om hem zoo spoedig
mogelijk de schuld te voldoen, Itaa
eveneens, naar hij terecht vermoedde,
invloed op haar besluit uitgeoefend.
Hij herinnerde zich haren blik en het
ontkennend schudden van haai- hoofd
toen hij verklaarde, dat de zaak voor
immer was afgedaan, en de gedachte,
dat zij arbeidde om hem terug te be-
talen, deed hem toornig worden over
haar besluit en tegelijkertijd verheugd
over haar goed karakter,
i Het jongmensch had zijne bezighe
den weer hervat, alsof er niets ge
beurd ware en zijne dankbaarheid
voor zijne ontsnapping werd overvloe-
i dig door zijn ijver getoond.
I Door een toevai had John den vori-
gen Zaterdagmiddag een paar geluk
kige uren in het gezelschap van het
meisje kunnen doorbrengen, en dezen
morgen was hij, hoe een vroolijke
kerel hij altijd ook was, toch al bij
zonder goed gehumeurd. Hij had niet
liet minste vermoeden van hem boven
,het hoofd hangende moeilijkheden:
;en toch, onder de privé brieven, di©
•op zijn lessenaar lagen, was er een,
j die bestemd was om al zijn hoop als
(een kaartenhuis te vernietigen.
Hij lachte tot zich zelf, toen hij de
'envelop opende, doch de lach bestierf
hem onder het lezen op zijn gelaat.
De brief was van den directeur va»
Feuilleton.
mmM
door
GEORGE BARR.
Totm de wagen opnieuw weer' he
vig stootte, sidderde zij. zonder ech
ter een klacht te laten hooren, en
hij maakte in stilte de opmerking, dat
zij geschrokken, maar toch ook weer
te dapper was, om te klagen. Niet in
staat langer weerstand te bieden,
maakte hij het koord los. dat hij stijf
om zich heen geslingerd had, en
legde zijn vaste, sterke hand bemoedi
gend op haar kleine, die zijn arm
als in doodsangst vast omklemd
hield.
Nog altijd was het donker en een-
*aam om hen heen.
Och. riep zij. toen zijn hand de
hare drukte, u moet zich aan het
koord vasthouden.
Het is gebroken, loog hij op ge
lukkigen toon maar dat. doet er niet
toe. Kijk maar naar mijn hand, zij
siddert niet. Houd u bedaard. Het.
kan niet lang meer duren.
Zou het niet verschrikkelijk zijn.
als de machinist geweigerd had ie
blijven staan? riep zij en haar hand
lag kalm onder die van haai' be
schermer.
Hij meende iets gorustgeetelds in
haar stem waar te nemen.
Maar hij zal wachten. Uw oom
zal daarvoor zorgen, zelfs al wilde de
machinist er niet toe overgaan.
Mijn oom zou hem vermoorden
als hij om mijnentwille niet stopte
of terugkeerde, antwoordde zij met
nadruk.
Ik had dus geen ongelijk, dacht
Grenfall. Hij ziet er uit als een vech
tersbaas. Wie voor den duivel kun
nen zij toch zijn? Hardop echter
zei hij
In dat gevaJ zouden wij in staat
zijn den trein in ééns door tot Was
hington te laten rennen Is hot geen
prachtige wilde tocht?
Ik heb veel van Amerika gezien,
maar voor 't eerst hoor ik een derge
lijke opmerking. Ik moet u toestem
men dat het een wilde tocht is.
Eenige oogenblikken zwegen bei
den. Van buiten af hoorde men het
knallen van den zweep des koetsiers,
zijn schorre uitroepen en het angst
aanjagende kraken der wielen. die
eerder aan een hevigen storm dan
aan vreugde en rust deden denken.
Ik zou weJ graag willen weten,
hoe u aan die munt kwam. die u
gisteren in den wagen verloren heeft,
antwoordde zij eindelijk, alsof zii
zichzelf door een lang onderdrukte
vraag wilde geruststellen.
Meent u dezelfde, die u mij zoo
vriendelijk teruggaf, vroeg hij zenuw
achtig.
Ja, zij zijn hier toch zeker zeld
zaam.
Ik zag zoo'n munt voor 't eerst
bij u, zeide hij, en voelde haar arm
den zijnen vaster drukken, waarop
oen snelle hoofdbeweging volgde, die
hem verried, dat zij een blik op zijn
gelaat poogde te werpen en haar
blauwe oogen wijdgeopend waren,
maar niet van schrik.
Dat begrijp ik niet riep zij uit.
Ik kreeg de munt van den keil-
ner, die beweerde hem van iemand
ontvangen te hebben met den wensch
zich daardoor een vroolijken dag te
verschaffen, riep hij haar in 't oor.
Zeker stelde hij zich niets van
zoo'n genoeglijken dag voor, hernam
zij, na een oogenblik. en hij zou er
een vermogen voor over gehad heb
ben haar daarbij te kunnen aanzien.
Hij scheen het noodig te oordee-
len naar Europa te gaan om gevolg
te kunnen geven ann den wensch van
zijn weldoenster, en daar ik daartoe
eerder zal overgaan dan hij, wissel-
do ik hot geldstuk voor hem in en
verwierf mij daarmee aanspraken op
een genoeglijken dag.
Weer volgde er een lange pauze,
waarin zij pogingen deed haar klei
ne hand uit de zijne te bevrijden.
Is u munten verzamelaar vroeg
zij op gemaakt kouden toon.
Neen Ik sta alleen bekend als
inuntenuitgever, maar ik heb er nu
eenmaal lust in dit zonderlinge klei
ne geldstuk als spaarpenning te be
waren en mijn nakomelingen als erf
deel na te laten, antwoordde hij la
chend. Waarom is u er zoo nieuws
gierig naar?
Omdat die munt afkomstig is uit
het. land. waar ik woon, antwoordde
zij. Als u ergens in een land was ver
van uw vaderland af, zou u zich dan
ook niet interesseeren voor een munt
die u aan het vaderland herinnerde?
O zeker, ik kan mij dat levendig
voorstellen.
Ik heb meer van die munten in
mijn beurs.
Dan is het toch vreemd, dat
juist deze u zoo aan het vaderland
herinnert.
Dat geeft u het recht nog niet
mij uit te hooren mijnheer, ant
woordde zij koud en ging ver van
hem af zitten, maar direct werd zij
weer tegen hem aangeslingerd. In
weerwil daarvan lachte zij vroolijk.
Ik vraag u om vergeving, ant
woordde hij op schuldigen toon.
Wanneer gaf hij haar u
Wie
De bediende, mijnheer.
- I7 heeft hef recht snief mij daf te
vragen, antwoordde hij.
O, zei ze zacht, ik wilde niet
nieuwsgierig zijn.
Maar ik geef u daartoe het
recht. Hij gaf haar mij. nadat ik twee
uur gereisd had.
In Denver?
Hoe weet u. dat ik vara Denver
kom
Wei, u liep mij in de gang met
uw koffer in de hand voorbij. Weet
u dat niet meer.
Of hij het wist Zijn hart klopte
van vreugde, hu hij bemerkte, dat zij
hem gezien had en zich zijner herin
nerde Onwillekeurig drukten zijn
verheugde ringers haar gegarateerde
hand.
Ik geloof, dat ik er mij nu ook
iets van herinner, zei hij met onder
drukte stem. Stond u naast een ven-,
ster
Ja. en ik zag. hoe u de dames
tot afscheid kuste. Was uwe vrouw
daarbij of waren het uwe zusters Ik
heb mij dat afgevraagd.
Het waren nichtjes van mij. zei
hij verward terwij] hij zich iets her
innerde. dat, hij al weer vergeten
was. Hij had MaTv Lvons en Edua
Barrage gekust, omdat huh broeders
er bii tegenwoordig waren. F.en dwn-
ze gewoonte niet waar?
- Ik weet hef niet Tk heb geen
v lwassen nichtjes antwoordde zii
ernst k*. De Amerikanen hebben zon
derlinge gewoonten. Bij ons zou geen
gentleman er aan denken, de hand
eener dame te drukken zoo dat het
haar pijn doet. Is dat noodzakelijk
Kalme waardigheid sprak uit di©
vraag, gepaard met onmiskenbare ge
ringschatting, zoodat hij eerst ee*
•kleur kreeg en toen doodsbleek werd
.van woede terwijl hij haastig de ver
liefde vingers terugtrok.
Ik vraag u om vergevingmaar
het is zoo vermoeiend u en mijzelf
tegen het stooten van den wagen t«
beschutten, dat ilc onwillekeurig uvr
hand stijver vasthield, dan ik zelf
opmerkte. U - U heeft mijn bedoe
ling toch niet verkeerd begrepen,
smeekte hij uit vrees haar door ruw
heid beleedigd te hebben.
Ik kan niets vergeven, wat niet
gebeurd ie, antwoordde zij op eenvou
dig trotschen toon.
Bij Jupiter, zij is onweerstaanbaar,
zeide hij.
U heeft het mij opgehelderd, e»
het spijt mij nu, zoo tot u aesproken
te hebben. Ik zal niet weer vergeten
wat ik u schuldig ben. Uw schulde-
loosheid, mag u niet de vrijheid be-
rooven naar welgevallen met mij te
spreken. U zaJ niets krenkends tot
mij zeggen zonder mij nm verge
ving te vragen en als u dat doet dan
heeft u meer eednan dan een schuld
betaAlt.
'Wordt vervolgd. 1