en ADVERTENTIEBLAD. NIEUWS= 23e Jaargang. No. 6918 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG n januari 19C6 a Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)„1-30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02 H Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3734 „de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Van 1 Haarlem van 1 ADVERTENTIËN: 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement 5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. AGENDA Woensdag 17 Januari. StatenzaalVergadering van den Ge meenteraad, uur. De Kroon Parijtzer Fhono-Cinémato Voorstelling, 8 uur. Bovenzaal De Kroon Ned. Bond v. Ziekenverpleging, afd. Haarlem en Omstreken Voordracht Dr. Stumpff 8£ uur. Soc. VereenigingToonkunst Laat ste repetitie van „Josua", 7£ uur. BrinkmannDamclub „Haarlem" Wedstrijd Amsterdam—Haarlem, 1\ uur. OM ONS HEEN ccv. REDACTEUR EN UITGEVER. Eenige weken geleden beeft zidh bij een van de Haariemsche bladen een conflict tusschen redactie en uitgever voorgedaan. De redacteur, die al kon hij iden titel van hoofdredacteur niet officieel voeren, niettemin al het werk deed, dat des hoofdredacteurs is, had met eenige collega's van andere cou ranten het besluit genomen, om voort aan den dienst der verslaggevers op Zon<lag zooveel mogelijk te beperken en ailleen nog van zeer belangrijke uitvoeringen of bijeenkomsten verslag te doen geven. Een dag nadiat deze zeer eenvou dige en zeer rechtvaardige zaak was meegedeeld in de Haariemsche bla den, 'kwamen de uitgevers der bedoel de courant hunnerzijds aan 't hoofd van hun blad meedeel en, dat zij daar mee volstrekt niet instemden en dat er van de Zondagsche gebeurtenissen verslag zou worden gegeven als voor heen. Destijds is het geval druk bespro ken. Niet alleen in, doah ook buiten journalistieke kringen. Het publiek, zich teredht, nu het eenmaal tot een openbaren twist was gemaakt, met de zaak inlatende, besprak wie van de beide partijen gelijk had en cu rieus was het, om te zien hoe velen partij kozen voor de uitgevers, vol gens deze redeneering„de uitgevers zijn immers de eigenaars en kunnen met hunne courant doen wat ze wil len." Deze uitspraak was zóo eenvoudig, dat ze al ddarem wantrouwen in haar juistheid moest opwekken. Ze past volkomen op 't geval van een draaimolen, die door den knecht van den eigenaar gestadig, naar rechts werd gedraaid, terwijl de eigenaar ze om redenen, die we hier niet hebben te onderzoeken, naar links gedraaid wou zien. Toen 'al zijn vermaningen niet baatten, joeg hij zijn weerbarsti- gen helper weg, ouder applaus van de heele kermis. Maar de verhouding tusschen een uitgever en zijn redac teur is een geheel andere. En nu ik daarover een artikel vond in het tijd schrift Uitgever enDebitant, waarin de quaestie kort maar klaar wocndit uiteengezet, wil ik dat hier weergeven, in de hoop, dat het publiek zijn belangstelling in de zaak nog niet zal hebban verloren. Laat ik beginnen met eerlijk te er kennen, dat er wel een beetje zelf zucht onder schuilt. Wij journalisten wensohen onze positie zoo -hoog mo gelijk te houden, in 't belang van ons werk en wegens onze voortdurende aanraking met het publiek. Het be richt van de uitgevers bovenbedoeld verminderde die positie zeer. Vandaar toet algemeen verzet in journalistieke kringen. De ongenoemde schrijver dan be gint met te herinneren aan het Haar- lemsohe geschil en voegt daarbij „Het is bekendN dat het geschil dat daaruit tussdhen redactie en uitgevers ontsproot, ontslagname van de eer ste tengevolge had." Dit is minder juist. Het conflict wias niet de oor zaak van 't heengaan van den redac teur, maar de naaste aanleiding daartoe. De schrijver stelt daarna de hoofd vraag Welke is de ware verhou ding tuisschen redactie en uitgever? en beantwoordt die al dus Gm tot de beantwoording van deze vraag te kunnen geraken, dient men eerst te onderscheiden de volgende mogelijkheden le. Van een krant is de uitgever de eigenaar, de redacteur niet meer dan redacteur. 2e. De redacteur is eigenaar en •draagt de uitgave aan den uitge ver op. 3e. De krant is gemeenschappelijk eigendom van redacteur en uitgever. 4e. De krant behoort geen van bei den. Het komt ons voor dat het derde geVal het mómste voorkomt. Hebben uitgever en redacteur een krant in gemeenschappelijk eigendom dan .is hun wettelijke .positie behoorlijk ge- wiaarborgd door ons B. W. Hun on derlinge venhouding zal dan zeker nader bij contract geregeld zijn. Het vierde geval komt zeer veel voor, waar de meeste groote dag bladen eigendom zijn van naamlooze vennootschappen, hoezeer het dan door sommige juristen moge betwij feld wonden of een N. V. een krant mag uitgeven. Ook in dat geval ech ter zal de directie zoo den uitgever als den redacteur zijn werkkring af palen en zal de een zich gewoonlijk 1 op het terrein van den ander niet be geven, en mocht hij daartoe neiging gevoelen, de lust zou hem door het optreden van den ander ras kunnen vergaan, zidh ooit weer met eens an- ders zaken te bemoeien. Ook kan de meoilijkheid niet groot zijn als de re dacteur een blad in eigendom heeft, waarvan hij de exploitatie aan den uitgever opdraagt. De uitgever heeft niet meer te doen dan het blad goed uit te geven. Wellicht heeft hij con tract dat hem de verplichting oplegt van de te winnen adivertentiegelden bepaalde som uit te keeren, en blijft hem de vrijheid, het getal adverten tiën ten eigen voorde el e steeds uit te breiden en met de plaatsruimte op de advertentie-bladzijden te woekeren, maar daarmee eindigt zijn zeggen schap over den idhoud van het blad. t De moeilijkheid ligt echter bij het eerste geval. De uitgever is eigenaar, de redacteur iis door hem aangesteld. Nu is het vullen van de krant met hoofdartikels, kleinere artikelen, be richten, gemengd nieuws, verslagen en dergelijke, g-ansoh iets anders dan het vullen van advertentie-pagina's. De redacteur moet van den eigenaar het volle vertrouwen bezitten. De eige naar van het blad moet weten dat bij den redacteur zijn uitgave in goe de handen is. Want de redacteur moet bij zijn wetenschappelijken, zijn verstandelijken arbeid, althans tot op zekere hoogte, vrije hand hebben. De uitgever weet wien hij tot redac teur benoemt, maar na die benoe ming moet de redacteur niet in aller lei kleinigheden zich afhankelijk voe len van wien dan ook. De redacteur toch, althans van grooter kranten, vian tijdschriften, van wetenschappelijke bladen, staat in journalistieke, in letterkundige, in wetenschappelijke ontwikkeling ge woonlijk niet toeneden den uitgever. Natuurlijk, zijn roeping is het pu bliek voor te 'liohten, en ouden- dat publiek toehoort ook de uitgever van het tijdschrift. De uitgever intnisschen zal, al was het maar uit welbegre pen eigenbelang, niet rusten alvorens hij de redaotie van zijn blad weet toe vertrouwd aan iemand die in zijn oogen, op het gebied van zijn krant, minstens zijn gelijke is. Een redacteur met eenig gevoel van eigenwaarde immers zou zidh niet aan banden laten leggen. Een redac teur die waarlijk geschikt is voor zijn taak, zal zich niet laten dwingen tot het schrijven van artikelen die te gen zijn overtuiging indruisohen, zal zich zelfs niet leenen tot een redigee- ren van het blad, dat tooh onderzijn leiding staat, op een wijze die niet strookt met zijn opvatting. Wie alle heeren dienen kan en on derdanig zijn, is de ware redacteur niet. Voor d.en uitgever-eigenaar van een blad is onzes inziens slechts één weg. 'als de redacteur van zijn blad zijn verwachtingen niet beantwoordt. En wel die leidt tot ontslag, j Het spreekt van zelf dait de uitge ver-eigenaar zeggenschap wil heb- I ben over wat zijn eigendom i® en blijft. Het is hem niet ten kwade te duiden da.t hij will bepalen in welke richting zijn blad zal gaan, welke kleur het bekennen zal. Maar gaf hij den redacteur zijn ver- trouwen ,dan late hij hem vrij, on gehinderd aan den arbeid. De arbeid van een redacteur staat te hoog, dan dat deze zich zonder groote schade voor zioh zeiven en voor dien arbeid aan nauwe banden kan laten leggen. Dus lijkt ons de juiste verhoudinc deze. De uitgever late den redacteur, zoolang deze zijn vertrouwen waar dig blijkt, volkomen zeggenschap over den inhouden bemoeit hij zich daar mee, hij gunne zijn redacteur het be slissende woord De redacteur zij meester van den inhoud, gelijk 'hij daarvoor ook ver antwoordelijk is. Eén toch moet de schuld van niet slagen, ligt die aan den inhoud treffen, en die eene zij de redacteur-. Gelijk één ook voor wel te waardee- ren inhoud de eer toekomt. De uitgever die zeggenschap wil hebben over hem, wiens arbeid zal hij goed zijn, in zeker talent, hoe klein dan wellicht, zijn oorsprong windt, zal zidh moeten vergenoegen met een redacteur die het blad wel vult, maar den lezer verveelt. Tot zoover de schrijver in Uitge ver enDebitant. Het is niet de geringste beteekenis van het artikel, dat het geschreven is in het orgaan van den Nederlandschen Uitgevers bond. Den uitgevers wordt aldus de waar heid gezegd in hun eigen hLad Dat toont aan, dat het gebeurde te Haarlem gelukkig voor de waar digheid van ons vak tot de uitzon deringen moet worden gerekend. :S - J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Verschillende Russische bladen schrijven den president van den Mi nisterraad verklaringen toe, luidende dat liet manifest van 30 October geen beteekenende wijzigingen in DEN REGEERINGSTOESTAND VAN RUSLAND brengt., dat de door het manifest aan gekondigde vrijheden en de aan de Doema gegeven rechten niet volledig kunnen worden doorgevoerd, en de autocratie evenals voor het manifest blijft bestaan en ook na het bijeenko men van de Doema verder zal blijven bestaan. Dergelijke mededeelingen. zegt het Pet. Telegraaf agentschap, zijn blijk baar valsch. Het zou onnoodig zijn deze te weerleggen, indien zij niet zoo groote verbreiding hadden ge vonden. Graaf Witte kan onmogelijk zulke verklaringen hebben afgelegd, immers, indien hij zoo iets had ver klaard, zou hij schijnen te twijfelen aan DEN ONVERZETTELIJKEN WIL van den Tsaar. Zulk een twijfel, die bij elk trouw onderdaan is buiten gesloten, kan zeker niet gekoesterd worden door d'en president van den ministerraad. j Uit andere Landen. Het, Marokkaansche gezantschap, dat den Sultan zal vertegenwoordigen ter CONFERENTIE VAN ALGECIRAS, is dezer dagen aldaar aangekomen. Mohammed el Torres, die sedert lang zooveel als minister van buitetoland- sche zaken is te Tandzjer, heeft de leiding van het gezantschap. Een correspondent van de Matin" heeft een der leden van de missie on dervraagd, en in hoofdzaak het vol gende vernomen De Marokkanen komen tea- confe rentie met de beste bedoelingen en gelooven, dat de onderhandelingen een goeden afloop zullen hebbenzij zullen daartoe medewerken uit alle macht. Marokko is niet tegen hervor mingen gekant, want het heeft die noodig, en de commissie zal blij zijn. wanneer ze toegepast worden op een geschikte wijze en zonder in te drui- schen tegen de belangen van het land. Zoo'n verklaring geeft nu juist niet veel licht. Maar wel van belang is, wat de correspondent zegt over de on derhandelingen zelf, voor zooveel de Marokkaansche gedelegeerden betreft. Dezen mogen.' geen enkel besluit vaar belang nemen, zonder den Sultan te raadplegen. De afstand van Algeciras naar Tandzjer is gering, maar tus schen Tandzjer en Fes is de verbin ding zóó slecht, dat met vraag en ant woord eiken keer achttien dagen moe ten heengaan. Men kan zich dus een denkbeeld vormen van den vermoede- lijken duur der conferentie, als het aan do Marokkanen ligt. De lijst der vertegenwoordigers van de mogendheden ter conferentie is als volgt SpanjeAlmodovar (minister van buitenlandsche zaken) en Perez Ca- ballero. FrankrijkRévoil. Duitschland v. Radowitz en Tatten- bach. Oostenrijk-Hongarije: Welsersheimb en Kozibroski. België Jo9tens en Beusseret. Vereenigde Staten White en Cum- merc. Engeland Arthur Nicholson. ItaliëVisconti-Venosta. PortugalTovar en Martens Ferao. Rusland Cassini en Bachrach. Nederland Testa. Zweden Sager. Marokko Mohammed el Torres es M'el Mokri. I Voorzitter wordt waarschijnlijk de hertog van Al domo var. DE VERKIEZINGEN IN ENGELAND. De Reuter-telegrammen van Maan dag vermelden „Dé liberalen zijn buiten zich zelf jvan vreugde over de resultaten van rde verkiezingen van Zaterdag, en ver dubbelen hun pogingen om hun over- winningscampagne voort te zetten. I De uitslag van ongeveer zeventig verkiezingen, waarvan 22 in Londen, werd Maandagavond bekend. De Unionisten zien het ernstige van den toestand volkomen in. De Unio nistische avondbladen doen nog een dringend beroep op alle Unionisten, om zich aaneen te sluiten. De nationalistische leider Redmond verklaarde op een rede te Waterford, dat hij er voor zou zorgen, dat de sympathie van de regeering voor Ier land in daden werd omgezet. Ander- ,'zijds valt echter te constateeren, dat de Iersche nationalisten niet zeer zijn ingenomen met het vooruitzicht van eene groote liberale overwinning,- die de regeering onafhankelijk zou maken van den steun der Ieren. Om 11 uur waren Maandagavond reeds gekozen 78 liberalen, onder wie 13 arbeiiders-candidaten, en 24 unio nisten. De miimsterieeten wonnen 42 zetels. ZWEEDSCHE RIJKSDAG. De zitting van den Zweedschen Rijksdag werd Maandag door den ko ning geopend met een troonr ede, waar in er op gewezen wordt, dat de drei gende en gevaarvolle dagen van het afgeloopen jaar zijn gevolgd door kal mer en rustiger tijden. De betrekkin gen tot de vreemde mogendheden zijn bevredigend. HET COBURGSCHE SCHEI- DINGSPROCES. In het echtscheidingsproces van prins Philip van Coburg tegen prinses Louise is Maandag het vonnis uitge sproken. Het hield in. dat de schei ding werd uitgesproken, en dat de kosten ten laste van de prinses kwa men. De vraag naar de schuld had men aan geen van bedde zijden aan geroerd. De gevolmachtigden der partijen in het proces verklaarden van geefn en kel rechtsmiddel tegen dit vonnis te zullen gebruik maken. Een betooging, waaraan 2000 men- sohen deelnamen, tot verbetering der betrekkingen tusschen DUITSCHLAND EN ENGELAND, in de Gürzenich-zaal te Keulen ge houden, heeft groot succès gehad. Prins Bülow heeft in een vriende lijk telegram zijn ingenomenheid te kennen gegeven met de betoogingvan Duitsche en Engelsche geleerden en kunstenaars. Volgens een berichtgever van de Ti mes hadden DE SERVISCHE KONINGS MOORDENAARS dezer dagen een samenzwering op touw gezet, om hun voornaamste te genstanders uit den weg te ruimen. De politie heeft echter het complot ontdekt. Stadsnieuws Onder Ons Naar men ons bericht zal „Onder Ons" op Woensdag 17 Januari een «enigszins feestelijke bijeenkomst, te vens repetitie houden in den foyer van den Sdhouwburg en dit naar aan leiding van vhet groot artistiek succes van het weldadigjheidsconcert en om het vierjarig bestaan van het koor te herdenken. Soc'ale Wetgeving. Daar de in Oct. aangekondigde le zing van Dr. Bos, door diens druk ke werkzaamheden voorloopig is uit gesteld. heeft de afd. van den Vrijz - Dem. Bond alhier, in overleg met de afd. van het Alg. Ned. Werkl. Ver bond, besloten op Woensdag 31 Ja nuari a. s. in „Weten en Werken" eene openbare vergadering te hou den. waar als spreker zal optreden de heer N. G. Brouwer, van Utrecht, voorzitter van het Centr. Bestuur van het Alg. Xed. Werkl. Verhond. met het onderwerp. ..Sociale Wetge ving". Pihon o-C inémato. Weer levende beeldenDe Kroon herbergt thans de Parijzer Phono- Cinémato, die deze week eiken avond voorstellingen geeft. Al hebben we dezen winter reeds een aantal bios- copische voorstellingen genoten, toch hebben we gisterenavond nogmaals met genoegen eenige nummers van de Phono-Cinémato bijgewoond. En vooral wel daarom, omdat we nog geen der daar vertoonde beeldenreek sen gezien hadden. We zagen o.m. een aardig tooneel- tje aan een douanekantoor, waar verschillende smokkelaars en smok kel aarsters worden betrapt, wat na tuurlijk de vrij talrijk opgekomen aanwezigen nu en dan hartelijk lachen deed. „Een Parijsdhe dieven bende" is een mooie film, die een réalistisch kijkje geeft in het leven en bedrijf van de gauwdieven der Fransohe 'hoofdstad. De geschiedenis van een Kerstmisgans-koaper was allerdolst en amuseerde het publiek zeer, evenals de clownerie en de too- verij van den „artist" die uit platen zoo maar levende dames en heeren te voorschijn brengt. Het laatst wat we zagen was even eens een heel mooie beeldenreeks, de geschiedenis van een gierigaard, die bij een verloting een kip wint, welke gouden eieren legt. Natuurlijk krijgt de man zijn straf voor zijn gierig heid en wordt hij ten slotte waan zinnig. We zeiden reeds, dat de opkomst van het publiek goed was, een teeken dus, dat Haarlem nog een vruchtbaar terrein oplevert voor bioscoop-o nüer- nemers. ORGELBESPELING 1 in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem op Donderdag 18 Januari 1906, des namiddags van 23 uur, door den Heer W. Ezerman. Programma: 1. Prélude en Fuga, E. Mobach. 2. Grosser religiöser Marsch Fr. Lux. 3- Concertfantasie, W. Rudnick. 4. Vorspiel Zu Parsifal, R. Wagner 5. Aria uit de Messias. Handel. Naaml. Vennootschap. Volgens de Staatscourant is opge richt een naamlooze vennootschap, welke den naam draagt „De Haar- lemsche Drukkers -en Uitgeversmaat schappij voorheen Gebroeders Nobels, te Haarlem. Doelde voorzetting der drukkers- en uitgeverszaak, tot nu toe door de comparanten Nobels gedreven onder de firma „Gebroeders Nobelsen voor enkele uitgajven on der de fiima „Gebr. van Staden' Duurvijftig jaren. Kapitaal f 50.000, verdeeld in 100 aandeelen, I elk van f 500. Inbreng onroerende goederen. Het bestuur der vennoot- i schap is opgedragen aan een di recteur, onder toezicht van een colle ge van minstens 3 en hoogstens 5 commissarissen. Voorts kunnen wor- den aangesteld adjunct-directeuren, die den directeur in de uitoefening j zijner functie ter zijde staan. Voor de eerste maal benoemd tot directeur de heer J. Fabrioius Jzn. en tot adjunct directeuren de heeren L. F. Nobels, C. M. Nobels en L. P. Nobels. Een relletje Zondagavond omstreeks half elf. werd de anders om dien tijd zoo stille Anegang in rep en roer ge bracht door een stelletje jongelieden, waarvan enkele vergezeld van hun meisje. Al spoedig klonk uit hun midden ..Laat hij maar eens alleen begin nen, dan...." Een agent van politie, een klein mannetje van zoo ongeveer 2 Meter, was hoerende doof of wilde blijk baar zijn handen niet vuil maken, althans hij ging de Schagchelstraat in. Op den hoek van de Anegang en Kleine Houtstraat kregen de „hee ren" elkander te pakken en lagen ze weldra te rellen over den grond. De bijbehoorende meisjes zorgden wèl, dat de vechtpartij tusschen de twee vechtenden werd afgemaakt. Zij beletten zelfs dat. ze gescheiden werden. Na elkander een paar rammelingen te hebben toegediend, klonk het uit den mond van een hunner ..Ziezoo, is het alweer afgeloopen. dan een hand. Piet" en toen trokken ze met hemodderde kleeren en geschaafde handen af. Politie was niet tegenstaande het nmoer niet op kornen dagen, ook de genoemdg agent niet. Een Nieuw Museum. De heer C. J. Gonnet. onze gemeen te-archivaris, heeft gemeend in de Nieuwe Rott. Courant een me- dedeeling te moeten plaatsen over het Geref. Weeshuis, dat voorgesteld wordt tot nieuw Stedelijk Museum te bestemmen. Waarom de inzender dat niet ter plaatsing gaf aan de Haariemsche bladen ,is niet duidelijk. Hunne gast vrijheid is toch groot genoeg en een Haanlemsche aangelegenheid behoort bij hen zeker in de allereerste plaats tehuis. Of zou de heer Gonnet er zich niet over verwonderen, wanneer bijgeval een Haarlemsch document aan 't Rot tend aimsahe, inplaats van aan 't Ha-ar- lemscCne arehief werd aangeboden Nu de heer Gonnet het voorbeeld heeft gegeven, volgt onze stadgenoot de heer A. W. Weissman, die zijm opmerking bestrijdt, hem daarin na. Hij schrijft namelijk in de N. R. Crt. van hedenmorgen o.a. „Ik geloof niet, dat het Weeshuis, geheel ingebouwd tussdhen de on aanzienlijke straten, die men Groot- en Klein-Heiligland noemt naar het vroegere Franciscaner klooster, ooit tot een behoorlijk museum is in te richten, al ware het alleen maar om dat een vrije ligging niet te verkrij gen zou zijn. In 1901 heb ik een ontwerp voor een geheel nieuw museum gemaakt, dat ik mij dacht in het Florapark, aclhter het standbeeld van Frans Hals. Bij dat ontwerp, dat voor f 200.000 te verwezenlijken zou zijn, had ik de in richting zóó gemaakt, als bij het door mij gebouwd Stedelijk Museum te Amsterdam. Ik stel mij voor, dit ontwerp bin nenkort openbaar te maken, opdat men er over kan oordeelen." Merkwaardig is, dat de heer Weiss man er aan toevoegt, dat niet Jacob van Campen, zooals men algemeen en ook de heer Gonnet meent, maar Lieven de Keij het Weeshuis heeft gebouwd. Bij de bezichtiging van het Geref. W eeshuis door de Raadsleden moet gebleken zijn, dat de sympathie voor 't voorstel toch niet zoo algemeen is, als aanvankelijk werd gemeend. Al zal het ten slotte in den Raad wel een meerdeiheid vinden, van een aanneming met algemeene stemme* is, naar 't schijnt, geen sprake meer. Langs den weg. Zondagavond, legen half zes. Op den Zijlweg, heerenhuis, vlak naast de buitenplaats bij den spoor weg. Opgetrokken gordijnen. De kaarsen brandende op de piano. Vóór de piano de dienstbode, in ambtscostuum, katoentje en witte schort, virtuoselijk spelende, besche nen, fantastisch, door het twee-kaar- senlicht. I Buitennieuwsgierigen, een dame, wat jongens. „Ja juffrouw" zegt een der jongens wijsgeerig tot de dame, „zóó zijn on ze dienstboden tegenwoordig Kon ,'t maar zoo, hè?" j Dame af. I ln de tram naar Amsterdam een gezelschap heeren, Haarlemsche autoriteiten, Kamer-, Staten-, Raads leden. j Druk gepraat over allerlei, ook over den Haag. „Kom je er veel vraagt Kamer- en Statenlid aan ex-Kamerlid, j „Ben er vandaag nog geweest", zegt ex-Kamerlid. „Van morgen weg gegaan en vanmiddag teruggeko men. met den trein van Hugen- holtz Gelach... maar algemeene betuiging dat 't tóch een prachtige trein is. Dit had de heer Hugenholta eens moeten hooren. j OBSERVATOR. J Ongevallenwet. Bij Kon. besl. is. met ingang va» 1 Febr., aan jhr. C. F. van de Poll, werkgever te Haarlem, op zijn ver zoek. eervol ontslag verleend als Jid van den raad van toezicht, bedoeld bij art. 18 der Ongevallenwet 1901. onder danklx*ïïfghag voor de door hem in die hoedanigheid bewezen dienstenen is benoemd tot lid van den vermelden raad van toezicht, de heer Jos. van Raai te, directeur van do Kon. Maatschappij ..De Schelde", te VlisKingen. (Stct.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 1