uui «.oden: paal was ik wel wakker, er kwam weer een brief. Ditmaal van Ik moet zeggen, dat ons dorp er oog en schrammen aan neus en kin. wezen gebroken. Nu babbelt ze weer lippen, en in angstige spanning hm Ban wii - 't géén nachtmerrie, maar Kaapstad. beter mee vaart ,en er is heel wat Nummer drie komt met nijd op het onophoudelijk en lacht vroolijk, te gen haar blikken aan zijn oogee vroc-sehjke waarheid. Geen twijfel Zij hadden een goede reis gehad, tot stand gekomen onder zijn bestuur, gelaat aanstuiven, maar Goddank vroolijk dan dat het natuurlijk zou Mag ik ook weten, wat liet leven je ÜSU «ZgXMf X» die,°' »™b' van «"ichtmg langs niet beb,.«i. Me; een wanhopige inspanning ..Gij kunt mij eens naar Kaapstad "en weg en vooral een zee Aan Kent kwam ik overeind de kronkels om schrijven, wij loopen bij de terugreis op de marktj vlak voor het huis van •lijn hals werden vaster. ik voel de mezelf rood worden en vloog naai de deur. Vechtend niet dat vreeselij- ke ding om mijn hals. schreeuwde ik lang en aanhoudend. Voetstappen naderdenmijn gast heer, met een kaars in de hand, kwam binnen. Red me gilde ik, als een ra zende echtend 'met de kronkels. En toen zei Worms hier weer binnen", schreef hij. den burgemeester. Ik zal nog een 'bèetje wachten. Het ging dus goed en ieder was in dacht Inge. zijn schik doch daar nu aan alles En zn wachtte, totdat zij een flin- ken jongen op den schoot had. Die eeu eind moet komen, kwam er ook weg neergelegd, had even bruine oogen als zijn vader een aan de goede verstandhouding in en hetzelfde strooblondie haar, en den gemeenteraad, en dat wel om heette Knud, zooals de grootvader ge- een betrekkelijk geringe xzaak, die bijeen. Hoepen volks voor de zaal. boeten had, die in de zeelag. toch minder aangename gevolgen zou Burgemeester begrijpt er niets van, Dat schreef Inge naar Kaapstad, en liebben zij verlieugde zich er over, hoe Akt- zou lachen als hij dat las. Zij moest Geste jongen, je schijnt gedroomd lachen, als zij daaraan dacht. »e iiebben. Je vecht niet met de ver- zij lachte steeds als zij den jongen miste Angm? St rangularis. maar met aankeek, en zij lachte immer luider, je lakens. die je om je hals ge- hoe ouder hij werd, want Ake's te het zaakje aan het kunnen zijn. heeft geboden in dien langen tijdi? Ik - 7e- nhmieer burgemeester die Emst let da,ar 1Üet wi! hoorde nooit meer iets van -tg, niljmeei nuigemee.tei die cr mets meer van hooien. Zwijgend O. zeker, maar er is niet veel te Jan van je is zeker gek geworden loopt hij naast haar. Bij het huis vertellen. Het is de gewone geschie- hij wou me uit uwes naam op mijn nemen ze beleefd afscheid van el- den is van een ouden vrijgezel. Hij gezicht trommelen, maar om erger te kaar. hoort niet het verlichte herademen, voorkomen, heb ik hem maar aan den dat z'in korte bekentenis volgt, hij t Val mii vprwnn Acln- bijna negen jai-eu zijn voor- ziet evenmin het opflikkeren der groo- Ho„on nf c., k bij gegaan. Dr. Ernst Burger woont te, zwarte oogen. Met halfluide stem dei en of ei no0 asem in /n body zit. nog steeds in dezelfde kleine stad en vertelt hij haar van zijn stille docto- Zoo komen de overig# raadsleden oefent er zijn beroep als arm en dokter rale bezigheden, van'zijn eenzaam, uit. Hij heeft vrouw noch kind. Hij maar tdvredon leven. Alleen dié 0..,_ ïajJi had Kato nog niet vergeten, maar avonden, die lange, eenzame avon- alleen dat Jan de raadsleden heeft toch wetolp %-an haar gehoord Het den besluit Ernst zijn verslag, die ...Hew. „„.I»-.,, laatste teeken was een trouwkaart, wekken oude lieiunnerinKen od gesla0en, iets dat luj nooit meer zal |iaar huwelijk met een rijken bankier Herinner jij je nog wel den haarlij - thuisge- meldende, ze had haar geluk gezocht ken tijd op de oud-vaderlijke villa, in de salons der elegante wereld. Of Kato - Ik heb die dagen nooit kunne® koele vergeten, hoe veel ook de nieuwe brt- aan zijn schrijf- drukken rijn, diie mij opgedrongen Hoe kwamdoen, daar hij half dood i: We hebben hier een gemeentebode, bracht, die de stukken en papieren moet De arme vent is zeker gek ge- ziï het had gevonden?! 't Is een onvriendelijke, erbarmelijken toestand van twee Snoopt hebt. Hé. «tuig* govan, bT- ^?6r SShST'.ÏÏK meer en "nsra betokking hebbende op worden hoeren en met het oog op staat daarin dat je jezelf zou kun- meer. onze 8enaeent®- Nu' e® .V®f lsdaaiden erbarmelijken toestand van twee tafel. oor hem een handschrift,maar werden" En wat heb ik* geleden ja- ■en worgen. xoor niet te doen> zoodat Man us, zoo onzer meest geachte leden, zullen we de arbeid wil niet vlotten. Met ge- renlang aan bitter krouw aan De winUu was weer voorbij, en de heet onze bode. bij dit baantje nog de vergadering nu toch maar schor- weid kceren allerlei herinneringen «n stil verlangen! rijt den volgenden morgen zwaluwen hadden hun nest weer ge- heel wat meer kan waarnemen en sen - L' t Ontb uiterste best over koetjes en kalfjes 'in figuurlijken zin) te praten maai de herinnering aan mijn gevecht met mij» laken? hod mijn ziel vergiftigd. Ik vertrok vroeg, en zeer terneerge slagen Eén ding is zeker Worm's villatje zal mij niet meer zien. -V,-o— t -• zijn hoofd terug; een blos bedekt zijn Haar stem stokt, rij wendt zich ▼eriicp stil. Mijn gastheer deed zijn bouwd onder het dak van Akos huis. het ook werkelijk doet. Gr as wijk heeft Een diep geheim lag over de han- bleek Kelaat- Waarom moet hij aan haastig af en gaat naar het venster. SShtEj was n"g n,at daar- eu 00k i" een heel wijden kring om zich delwijs van Jan, .lat eern werd op- ha!H d«nke,n? Waarom verlangt hij Ernst staat onhoorbaar op en gaat SZSe lachte met meer zoo luide, en nog al aardig wat bosch liggen, geheklerd, toen de burgervad-r aan ZTSIr Sdicuse'ste SS kSTb^ Kat. wat maken die ten laatste zelfs niet meer. «en waar lustoordje voor nazen en Jan'? ziekbed om uitlegging vroeg en ten glimlach? woorden mij gelukkig' En zachtjes Eindelijk kwam een brief, een geld- konijnen, eu dit geslacht is er don ten antwoord kreeg „Och mijnheer, Wat zou ze spottend lachen, in- legt hij den arm om haar heen, en brief zelfs. ook sterk vertegenwoordigd. Genoemd u had het toch gelast, ik wou het dieu ze wist' wat ,hB nog voor haar vat haar bij haar willoos neerhangen- De hand der jonge vrouw sidderde, bosclh is het jachtterrein van onzen immers toch niet doen maar uwees o«voellde. Een bittere glimlach krult de hand. Het was dus geen droom, sSfTkgCvterz?Wjnf om^DaZt\^ burgervader, die er ai menig boutje wou niet hoorei. Ik moest ze door Ake niet geschreven. UK geschoten heeft. Nu kan het zou „bekkenslag" dwingen. Twee heb ik Slachtoffer* der Zee, In den brief stond, dat Ake in Ba- van tijd tot tijd wel eens gebeuren, tayia aan de koorts gestorven was dat een haasje per abuis zich ver- bij liet zijn vrouw hartelijk groeten ee^ aan de boerenkool, maar ook dat Aan tto deur van het huis bevonden en zond haai- zijn geld, en zij moest ,c «ch twee menschcn. Dc man stond, hem niet vergeten. Een wakkere zee- fan boel- meermalen zelfs een raadt- éen ga-ooten schipperslioed dieploden man was hij geweest, schreef Jens "d per abuis net haasje aanschiet, «ek. een bundel in de linkerhand voor Volhert, en het deed hem leed, dat hij zoodat het over den kop buitelt en ««c jonge vrouw en hield haar hand gestorven was, zij waren goede vrien tien pas verder blijft liggen. Dit alles vast. den geweest. En de vrouw moest zïcli pCr abuis want het schieten is vei- Wees niet treurig, Inge: Ik schrijf maar troosten, zoo ging het zoo vele boden spoedig en zoo dikwijls ik kan en vrouwen. «ver oen jaar kom ik terug. Een echte zeemanstroosi Zoo sprak de man. Inge nam den brief en zette Enfin, zich "ogal De Trouw boog diep het hoofd. voor de wieg. er wel raad voorhij nam de beest En nis de tijd komt gij weet Daar lag nu haai- lieve Ake vele jes mee en bracht ze naar de stad, wat ik bedoel, en het zal wel goed duizend uren van haar in het graf, voor welken vriendendienst liij telkens aam. Is hei ran jongen, dan en hl]|.wwt met eens dat hij een Mn Uwartjes a!m den be- ■oemt au liern Knud, naar mijn va- zoon had, dat hij Knud heette, enliij écris het een meisje, dan moet het zou hem nooit zien en ook de jongen trokken boer moest afschuiven. Xarrin heet en zooals je moeder. En den vader niet. Het is weJ begrijpelijk dat Manus, ■u, vaarwel. Inge, ik moet gaan. Zij nam het slapende kind uit de die dierenvriend, ook wel eens in het Zij hief het hoofd op en keek hem wieg, drukte het aan haar- hart en bosch een konijntje in zorgelijkeu bed,ekt<! het ^et taete tranen zoodttt toestand verward in een koper- He; Wi., een eigenaardige blik, de de knaap ontwaakte en begon te ingegroefd in ziin -aan voelde het. een zeldzame blUi. schreieoi. araaojt, mep ingegroeid 111 zijn Doch Inge weende niet pootje welnu, ook zulk een exem- Zij legde den brief en het geld in plaar ging den grooten zak in, en la de kast en gin" aan haar dagwerk ter naar de stad. Maar dien avond nam zij> eer. zij zich ter ruste legde, de twee brieven, die Hm kort te gaan, dit bijbaantje Ake geschreven had en las die En van Manus maakte dat de raadsle daarna bad zij den Psalm uit het den hem wel mochten lijden. er eerlijk op hun bek geslagen, doch nummer drie was me te machtig en het spijt mij, ik heb het eerlijk tegen hem afgelegd. Maar ik-heb tocb waarachtig mijn best gedaan, mijn heer." Op de volgende vergadering werd Manus niet ontslagen,, want die was Goddank zoo'n letterknecht niet als dergelijke abuisjes kwamen Jan. Graswijk's raadsleden juichten eens voor. maar Manus wist over Manus' blijven. En.. H. C niet ■mar hij zei niets. Hij had ook geweien, wat hij zou zeggen. Zij sloeg haar arrnen om zijn hals en kuste hem innig. Vaarwel, Ake De man ging. Zij keek hem na en weende niet. Baar. waar de weg een bocht maakt, oude boek. fcleef hij nog eenmaal staan en zwaai zoenlijken haat tegen hem koesterde. ée met don hoed. en zii hief de hand Twintig jaar later stond op dezelfde onTkwain dien recht #p plaats, waar de vader voor liet laatst unze Manus ontKwam enen reciu- Nu was hij weg gestaan had, de zoon en nam af- matigen toorn niet. Toen hij eens een ïng-, ging in huis, sloot de deur scheid van zijn moeder. goeden dag had gemaakt, had hij acht-1 zich en trad inde woonkamer. Hij was een flinke, krachtige man Zijn vrienden en zichzelf terdege ge- .Op de tafel stond nog hei koffie- geworden met trouwe oogen, die hel- trakteerd, juist op een avond dat hij gerei. 7,ii droeg alles in de keuken en der de wereld in keken, zooals het burgemeester moest komen, spoelde de kopjes en de koffiekan uit. een zeeman betaamt. Daarna ging zij naar het vènster en T" begoot de bloemen. zijn lippen. O, dat dwaze verlangen! geen waan van den dag. toen ik voor En haastig legt hij het papier terecht langen tijd mij inpraatte, dat je toen en begint verder te schrijven. zoo verblinde; hartje mij behoorde? Er wordt gescheld. Een patiënt? Het is geen droom, dat liet mij ook Slechts een brief wordt hem gebracht, nu behoort Een zijner vroegere professoren noo- Verschrikt wil Kato zich uit zija digt hem uit naar een stad iri de na- arm los maken. bijheid te komen, waar een typhus- O, Ernst het is niei mogelijk, epidehie is uitgebroken. Krachtige dat. je me nog liefhebt. je kan me im- menschen zijn er noodig om de ziek- mers nooit vergeven, wat ik je eens te binnen de grenzen te houden. gedaan heb Ernst bezint zich niet lang. Voor- --- Dwaze, lieve Kato, zegt hij, zich bereidselen worden gemaakt, de prak- over haar bleeke, met tranenbeporeid lijk wordt, zoolang overgedaan, en gezichtje buigend en haar mooie oo- reeds den volgenden dag gaat hij op gen kussend. Zoo mag je niet liet doel af. spreken, jij hebt weliswaar eèn mis- Ernst meldt zich bij den professoi slag begaan, maar bent toch ook hard aan. die hern direc t naai- de hem toe- genoeg gestraft. Kijk me nu eens aan, bedeelde zieken laat brengen. zdó. en zeg nu eens, éénmaal slechts. Een droeve tocht. hou je lieusch nog van mij Thans komen we aan een hope- o. veel, onuitsprekelijk veel, lie- looze zieke, zei de dokter, die hem veling 1 fluistert ze. de armen omzijn begeleidde, toen ze een nauwe straat hals slaand. indraaiden. Des te treuriger, daar het De zieke beweegt zich onrustig on Onder de toppen dier hoornen \an een jong mooi meisje is, dat haar zie- haar bed. Ernst treedt vlug naar haar het heerlijke park der villa Brauner ken verloofde heeft verpleegd met groo- too en, terwijl hij haar den pols welt waait een heerlijke morgenwind. Het te opoffering en zelf ziek is gewor- schokt een zenuwachtig treikken. door is een wonderschoone zomermorgen, den. Hij is aan de beterende hand. het lichaam der zieke. Ze slaat de van welker betooyering de beide zwij- Tot haar geluk is onze beste ver- Oogen op en kijljt met den helderen gende menschenkmderen, die lang- pleegster bij haar. blik van het bewustzijn hen beiden zaam tussohen de boomen doorwande- Zwijgend gaan de beide mannende aan. len, evenwel niets schijnen te bemer- smalle trappen op en treden zacht de Gered! fluistert Ernst met ver- kea- halfdonkere kamer binnen. Van den ruimd °emoed. ïJS St S4 zaa vroolijk babbe- stoel aan het bed staat een gestalte De volgende weken brengen, nog doch lead« Kato gaat thans j als stom 0phet is de verpleesgter, die de moeilijke uren. Maar de rustetooee Een Weerzien. Novelle van Clara Krollm&nn. .„-.v..,, iiiuemjive U1VU. .viuar u.t* IUSU9IÜUI0 dat onze burgemeester een onver- naast aen vriena uit naar jeugd hoeren langzaam tegemoet treedt. werkzaamheid van de doctoren gelukt e voort., rlft-n ïoocrpn dokter Kmcrf. R111-- .1.. r>,1. -r voort, den jongen dokter Emst Bur ger. Ze weten beiden, dat met den dag van heden hun schoon samen zijn der laatste weken e>en neemt. Dit weerzien na lange jaren ifwezigheid des dokters, die al lil TOWUlUl In do laatste dagen had Inge met Kn m zijn phchtsijver was hij met Vervolgens de zee eai haar kind gestreden, maar wankelende schreden naar den bur- de twee weer wakker geroepen. Her I'"'4 VT/.+ log in het gemeester gegaan, die hierin aanlei- mnerine-en. die zich nn.-n him hoer laten ver- ding vond in de volgende vergade ring op Manus' ontslag aan te drin- tijd op een ver afgelegen universiteit eens zoo trotsche Kato, in het een- heeft doorgebracht, had allerlei ge- voudige donkere kleed dér verpleeg- meenschappelijke herameringen voor stars. De dokter wil dr. Burger aan de hot. Je epidemie te stuiten, verpleegster voorstellen, maai- hij Ook Ernst verlaat weer de stad; om komt. er niet toe. Halverwege blijft de zijn oude woonplaats op te aoekem. verpleegster plotseling staan en staart Maar niet aüéén gaat hij. Met hem den nieuwen dokter verstomd aan. gaat de kleine Kato naar zijn liefelijk Ook deze is zeer pijnlijk getroffen, thuis, oen nieuw, groot geluk Sege- want voor hem staatKato, de moet het kooitje boven de deur hing. Daar- bloed, en zij moest hem ma haalde zij haar kous voorden dag trekken begon te breien op de houten bank u., Wat ben ik blij, moederriep de bü dé kachel Haar gedachten waren jongeling en zwaaide met den zuid- Steed, dezelfde Zij dacht aan hem. wester. Eindelijk gaat het de wijde Het was een lastig geval, en de Ie- Hij ging naar zee. Zij wist. dat zij wereld doorEindelijk ga ik naar den van den raad wilden er zoo maar hen: niet zou hebben kunnen tegen- Indiëniet aan. Het voorstel werd dus ver houden. het lag in het bloed. Zijn He vrouw lachte, wijl hij blij was, een volgende vergadering, rader was ook een zeeman geweest, maar het WM een ^vn^ghjnlach^ Ab plaals ver vanger had de burgé- iawae1niet zal het vinden 1 Verlaat u daarop, al meester aanbevolen zijn stalknecht. üa^UrfhÜ ^-'k t0' ',an 8inde dOTWOTCld maftan nS FZ too dieji en triuw. ais slechts een z^tjS°Sat"ik'h^ d™ ha JudlteTU,i ■eemnn liefhebben kan, die zijn liefde j"0gaw? icbicven bS en leg dit l»i? z,)n 00gen kei)k dat de bro'K<>roees- foet. en. *ij heroin- quet op*zijn grat H'et zijn heidehloe- ter hem gaarne kwijt wilde zijn. ie hem ook, en toch was luj van haar merj die 200 liefhad. Zij reikte Dat was me nu een week vol drukte. "fXiÜ daaraan dacht, schoot plot- w"™" -"ngeen prop in haar keel «V d Kn' dto' g'XfTouS in'ri.to kof- eens^ vielen warme droppels op haar fer m reiMa moedar Se hamJ Zij kuste hem. God bescherme je, mijn jongen en indien, het Zijn wil is, kom dan gezond terug De jonge man onderdrukte met ge weld zijn traneu. Ik kom terug, moeder Het kwam bijna ruw van zijne lip- De slanke gestalte verdween bij den De burgervader belt om Manus. Dez<- draai van den weg, eh Inge ging in js O0k thuis gebleven. Wat nu haar eenzaam buis. te doen! Jan. de oude stalknecht, is Knud schreef vlijtig. Hij schreef uit Lissabon, hij schrief uit Port Said. ».j de hand. hij schreef oindelijk uit Batavia BISMARCK. Emstkomt het als een zucht Omtrent Birmarck verneemt mv, over haar verbleekte lippen. telkens weer bijzonderheden, die ket Hij herstelt zich ras, met een paar karakter van den ijzeren kanselier schreden is hij aan haar zijde en kenschetsen. Zoo verhaalde oalanga drukt warm haar hand. Het weerzien de generaal-majoor Von KI oden te in de sombere ziekenkamer heeft hem wiosbaden hct volgende, spoedig met haar verzoend. i v, j Maar hoe kwam ze hier? Zij, die B smarek had den titel van „prins den reuk van carbol haatte en hand. Zij perste de lippen op elkaar, leg de de kou- weg en stond op. Zij trad voor den kleinen spiegel aan den muur en keck met ernstig, verwijtend gezicht, alsof zij op zich zelf boos wilde zijn. Want Inge was in den grond een sterke vrouw, die zich niet Ret neerdrukken door leed en smart. Daarna ging zij naar de kast en kaalde een groot, oud gebedenboek te voorschijn. Hei was v^n de moeder ▼an haar man en toonde op vele plaatsen donkere, vuile bladen, die het meest gelezen waren. Ook die plaats sloeg Inge op. Daar stond een Psalm, die had die vrouw, de moeder van kaar man. zeer dikwijls gelezen 5n den nood van haai- hart. In den Psalm waa een plaats, die bijna onleesbaar was geworden, en zij moest de oogen Inspannen, om de letters te onder scheiden. Daar las zij „Zij staken op het schip iu do „zee en zagen des Heeren werken „en Zijne wonderen. „Hij sprak, en daar ontstond liike jeugd vastknoopten, toen de flinke gymnasiast Ernst voortdurend de begeleider was van Inert aardige, zwartgelokte meisje van den buur man, haar trouwe helper bij alle dolle streken was geweest. Als een vlinder was Kato door de d^n" reuk van carböf haatte en geen gekregen. Eenigen tijd daarna kwam natuur gefladderd, gevolgd door de zieken kon zien 's avonds liet gesprek op het honden verrukte blikken van haar vriend, die niet genoeg kon üieu naar het vroolii- .™!m? ,s «-evenwel geen tijd voor van rijtuigen en paarden en jstde ke wezen. Als hij haar lieve stem. uitleggingen. Men doet zijn plicht en zijn zwager graaf von Arnim. dat de haar vroolijk lachen niet hoorde. dan verwijderen de twee dokters zich kanselier als prins wel wat mooier kwam het hem voor, alsof degeheele weer Ernst belooft echter nog dezen equjpages mocht aansdhaffen. heerlijkheid van den zomer in het avond Ie zullen terugkomen. Bismarck antwoordde Ik heh mii TMAt \-pi'7f>nk Kato 19 alleen gebleven met het slu't,7 amvooraae ..ik neo mij Toen was het nlotseline in een stil ziek<? meisie- °- Ja» zi-i iT1 haar PIaats! zelf niet tot prins »emaakt- moet uur als een openbaring over hem ge- Pai1 had z« hem niet in de oogen be- zoo leven dat ik mijn kinderen wat komen, dat het niet meer de vriend- hoeven te zien. die haar ondanks al- nalaat. Mijn inkomsten zijn volstrekt schap van zijn jeugd was, die hem tes, zoo warm en trouw hadden aan- niet 'prinselijk, Aan bals en zulken tot Kato aantrok, maar de ernstige, «win doe ik niet. Wel heb ik alle heilige liefde van den man tot de gfJ»™»Sfg 14 dagen gasten aan tafel. Dat bescbonw VrEnWm, was hij heden gekomen om W b?.?f ziia - Wöneen! ik als een eer en heb er pleiner i* afscheid van haar te nemen. Maar Hij heeft natuurlijk reeds een vrouw en zoo kom ik aan 't eind van het. rav-ra o.v.m niet voor altijd, zooals hij zïchzelven K?Ye kmdere.n en Z1)n droom van jaai. Verder zie ik niet in, waar- met spanning werd de Dinsdag, de ^echts^oo^wUde ^ar%|l ^,{!S>ke kr eunt en wijst dag der raadsvergadering tegemoet v-,rtQ d n d -,d ii teru„komen haar °P haar PJ,cht- au verDana nermner ucmij gezien. Om 2 uur zou zij geopend en jiaai meeneinu?n in zijn huis al? Langzaam komt de avond. Kato is wat mij met prins Karei is gebeurd worden, maar alle zetels bleven on- een lieve, beminde vrouw. Maar haar ,iaar Kei venster gegaan en kijkt vol op den dag van mijn benoeming tot bezet, behalve die van den wethouder, ja-woord moest hij heden nog hebben; °LdL5U„\t„eJ1 Prins. Al eenige weken te voren had rond, vroeg bescherming, dreigde hen als stroopers bekend te zullen maken en liet de gevolgen voor hun rekening als hij zijn ontslag kreeg. CJJ ICqUI II ril 1 l'i 1V1 lit U—I UUUV pvUC g denboeli. dat zij iederen avond ge i stormwind. „sloegen lioog. bruikte. „Zij sloegen tot den Hemel en jsja veje maanden kwam weer eeji „lonken in den afgrond, en hunne bri tI llit (;enua. Kndd wa3 op „nol. was beangstigd. de térUgreis. on Inge lachte. Jan. jij treedt van nu af in functiega de raadsleden langs en „Ik heb vaders graf gevonden, zeg, dat ze ter vergadering moeten ...lief nioederke. maar 't heeft mij verschijnen. „veetl moeite gekost. Het was ge- „heel overwoekerd met allerlei Met langzame schreden gaat Jan, ..kruid, en uw heidebloemen heb overal waar de leden wonen, maar ..ik daarop gelegd. Vader heeft krijgt geen ander antwoord dan dat „zeker plezier daarin gehad. Maar de ..boer' juist op 't land is buiten ..geweend heb ik toch Waarom h dorD „heb ik hem nooit mogen zien?" u i Woedende blikken bij Jans terug komst Heen en weer loopen ln de raadszaal, een blik op het horloge en dan„Ik wil hel vandaag nog be- handeld hebben Gefluister met den geen "an two ör d* op wethouder, weer geloop, weer staren - - - uit een der vensters en dan met bul dat stondvast. Dat Kato hem zou kunnen afwijzen, daaraan dacht hij reeds niet meer. Zwijgend gaan de twee verder en verder, tot ze op een open plaats in het bosch komen. als ze schreden achter zich hoort hi; r Snel wenilt ze zich om en stokt b,) m! rotnoodigmg gezonden beide handen naar hem uit. Ernst ofschoon ik mij zooveel mogelijk grijpt, ze. Na omtrent de zieke gein- vaa hoffeesten verwijderd houd, wil- formeerd te hebben, plaatste hij zich de ik voor mijn overbuur (de paleizen uusui. nvuieii. tegenover haar. Een zalige glans stonden tegenover elkaar) een uitso®- Onwillekeurig iioudt Kato haar pas ^Knkt in haar zwaarmoedige oogen. derjng maken, vooral omdat ik de innen de armen uit,tokkend, roop, ^"tok fn ST d'a J-% wdlde geluk- O, hoe schoon, hoe wonderschoon !le^ aog aantrekkelijker; de gestalte Ave"^c «a- is toch deze zomer' Hoe jammer, dat IH l«ts voller, de bewegingen zijn iets „loen ik nu de trap opkwam, stond er nu een eind aan' moet komen! zekerder geworden. de prins mij boven op te wachten met Ja. we moeten heden scheiden Een oogenblik zwijgen beiden, dan open armen en riep mij toe: ..Wel, Maar slechts vooreen korten tijd, vraagt Ernst zacht: hoe gevoelt ge u nu als prins?" niofwanr Katn i ïavp Katn 7pp- me Wilt ge mij vertellen, hoe het u nietwaar, Kato. Lieve ivaio, zeg mi ol ic TO„„qn Kafn' Fi- ..Koninklijke Hoogheid antwoord- fnge weenue ook toen zij het las, en legde den brief in liet oude gebe - J li uc LBlUklCI^, UH 11JKC labium. „Maar zij riepen den Heer aan Maar "zij lachte niet luid. Zii wistderende stem t> min iiriAn on Hu rpHilA non „m hun nood en Hij redde hen Menséhengetok bré^kt ^gl^! „uit het gevaar. Slechts heel zachtjes lachte zij, als „Hij gebood den storm te gaan o{ zij %Te€sdej ]>0oze machten het „liggen. mochten hooren. „En zij verheugden zicll envoe- Wdkon vergingen „ren behouden in de haven van kamen „hun verlangen." Toen dc jonge vrouw den Psalm moest li ij met de geheele bemanning, tijding kwam ook tot Inge. En Inge boog het hoofd heel stil. Haar Knud kwam niet terug („Hsgz ging aan haar werk. Zooals de Heer wilde, zou het geschieden. Daar- «p vertrouwde zij. Zoo had zij van kaar moeder geleerd. Van Ake kwam een brief uit Ham burg. Hij was gezond, schreef hij, en ver trok binnen drie dagen naar Java - Hij kreeg hoog loon en zou iets moois Voor An IpUar nnffPVuf ▼oor haar meebrengen uit verre lan- «vivvs u[igviai< den. Jens Volkert van Röm was ook bii hem. Anders niets. Inge las den brief en drukte We hebben vader in ons Graswijk. Een boven- hem sten beste. We mogen dan ook van tegen liaai' hart. Toen zij des avonds gejuk spreken, want in den tegen- naar bed ging. las zij hem nog eens di tijd j- jta ulko bij het licht der lamp, en zij las er wooraig«» »Ja lkllJS J® ZalK« •og veel meer uit dan er in stond, vreemde snuiters ,heel anders dan Want zij zag den schrijver voor zich vroeger, toen het altoos een boer uit •ret de. trouwe, bruine óogen, hoe hij het dorp was. Zij .schijnen nu alle- me Wilt ge mij vertellen, hoe het u toch dit ie mA liofhAht dat Tp de in al die jaren is gegaan, Kato? Ei- mijne wilt worden m dé volgendezo- «<®|jik is mijne nieuwsgierigheid niet de ik „net zoo fatsoenlijk ais te vo- uier zal nog duizendmaal schooner recht °P haar Plaats- niaar ik smeek ren Ik heb altijd reeds als mijnheer voor ons worden neem het miJ niet kwalijk. von Bismarck gemeend een fatsoea- Kato wordt zeer bleek bij deze Neen. zeker niet. en als het u |jjk man te zijn en hoop dat verder woorden. Ze vindt er oogenblikkelijk interesseert, vertel ik het u gaarne. ook blijven Veel prettigs zult u niet hoorenBliikbaar was de nrins rionr riit Doch Ernst komt dichter bij haar Niet lang, nadat ik u met zoo snoode staan en haar handen in de zijne woorden wegzond, huwde ik een man, antwoord niet bijzonder gestiant. Hij nemend, gaat hij met van aandoening die mij naai- rijkdom on glans zou maakte rechtsomkeerik ging naar bevende stem voort: \oeren. Ik wierp mij dan ook dolver- de prinses om haar te feliciteeren Kato, ben ik dan niets voor je. heugd in de golven van het leven. en een kwartier later vertrok ik. Toea heelemaal niets? Spreek toch slechts Spoedig hatl ik er echter genoeg von. mijn oud dc Kei YM één woord! Wilt ge mijn lief vrouw- Dat vlxnderleven gaf me niet de be- tje worden? vrediging, die ik verwachtte. En toen miJn „effronterie hoorde, lachte hij Neen neen, Ernst! Dat kan de zware slag kwam, de val van ons er hartelijk om. a ik nietroept ze ontzet uit. Ik wil handelshuis, de dood van mijn man, niet de vrouw van een dokter wor- toen eerst zag ik in, dat ik mezelve SLANGENJAGHT. den had bedrogen. De ceno vriend na dert Siads ea* in de voornaamste steden Maar mijn beroep is toch geen ander bleef weg. Ze hadden gelijk van Europa dierentuinen zijn ver reden voor die weigering, lief kind! Het leven is toch slechts bedrog en schenen, waar men in een klein be- Toch. toch! Je gaat naar eene niet. en erger nog! Niet een enkel stek met die verschillende vertegen- kleine stad, en zult armendokter wor- uur was zoo schoon als destijds woordagetrs van het dierenrijk, zoowel den. Ik haat echter den reuk van car- samen met n beleefd op 't. slot Brau- de alledaagsche als de meest vreeand- bol en kan geen zieken zien. Als jou ner. Ik had het geluk op den ver- soortige exemplaren kan kennismaken vrouw zou ik me voor deze menschen keerden weg gezochtWat me over- is er een eigenaardige handel ont moeten interesseeren, ze moeten be- bleef kon me slecht? bewaren voor staan, die zeer belangrijk is. zoeken; ik verafschuw echter diedof- honger en zorgen. Maar ik wilde meer De slangen jacht is, zoo niet een der fe. vuile huisjes c?n hutten! Ik ben - ik voelde me eenzaam. Ik voelde gevaarlijkste, dan toch een der merk- tig, en met vluggen tred en jeugdige nje^ voor ZOo'n leven geschapen! Ik ine door de wereld uitgestooten, waar waardigste gedeelten van dezen han en uitstekend burger- kracht gaat hij op weg. verlang naar schitterende gezelschap- in ik tot lieden leefde, en daarom del in beesten. Zoodra men aan den Een half uur verloopt. Stilte in de pen, naar een bestaan in grooten. stijl! sloot ik mij bij de armen en zieken Ganges in Engelsch Indië tot de slan- raad.skamer maar rumoer op de Ik wil mijn leven genieten, wil geluk- aan. Er is daar veel te redden en te genjacht overgaat., wordt eene groote ?im af Hoofdschudden de meniete kig worden, recht, recht gelukkig! werken. Een gelukkige glimlach, een oppervlakte gras zoodanig in brand Ze zwijgt van innerlijke aandoe- warm woord van dank dezer men- gestoken, dat de daarin zich berin- Daar kwam op zekeren dag de tij cling Een groot Hamburger koopvaar- Jan, dwing die honden dan met bekkenslag hier te komen, vooruit, vlug wat Maar burgemeester... Doet er niet toe, doe het of ik zal je... ik gebied het. Jan schudt het hoofd. Het woord gebeden had, legde zij het boek weg Shin is n het Kanaal vergaan ,ul lieL, nei ra ging nan haar werk. Zooals do dll?Sl£, "ff 5" van zijn heer ,s hem wet. man van gehoorzaamheid blijft hij. a.1 druischt werd ook het bevel tegen zijn gemoed in. Hij voelt, dat het moet geschieden, dat het een bevel is, na rijp nadenken in overleg met den wethouder gege ven. Hij gevoelt zich weer jong en krach- waaruit de burgerv ader afleidt, dat ning Hij echter is als terneergesla- schen bracht mij tevredenheid, die ik etende slangen slechts naar één kant zijn burgerij mede jammert over het gen <joor die bekentenis, dat zooveel niet kende voorheen. Toen de mare kunnen ontwijken, weinig plichtsbesef der raadsleden. oppervlakkigheid, koude berekening kwam 'van de vreeselijke ziekte, draal- Aan deze zijde staan dan geopende Daar komt een raadslid binnen, en zucht naar den glans des levens de ik niet en gaf me aan. als vrijwil- hokken», achter een gespannen net, STpm in" dó grovo étngora droaidé ^[""'gostudMiS' te"moeten'"hebbon Het hoofd met oen rooden zakdoek een meisjesziel konden wonen, in de lig verpleegster en stelde mijn krach- waarin de dieren, door het vuur mnnie mntoi,ravnn ra ziel van dit lievo, prachtige schepsel- tem in dienst varn cTo misdeeldem. Zoo voortgedreven, krimpen en zich zelf fniJiraaE iVet!'-r^0^9 geschreven zou om burgemeester te worden en met bedekt en met een van bloed ^ij^kust^ den brief" "e ,in ia zoo'n vreemdeling gaat het soms lang ten zakdoek voor den mond. Pc lente kwam en de zomer ook, en niet naar wensch reemdeling gaat het soms lang ten zakdoek voor den mond. Even daarop een dito met een doek voor 't tje aan zijn zijde, dat hij lief heeft kwam.ik hier eindelijk op den rechten gevangen geven. In do streek aan den met geheel zijn hart. weg - - En gij, Ernst De vraag Gang»e« wordt echter een vangmeitho- Thans evenwel is de staf over haar kwam eenïgszins aarzelend van haar de gevolgd, die de algemeenste is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 8