BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. De Lietde eener vorstin hdm' met zijn krachtige armen vast- Een Held Miskend ZATERDAG 17 FEBRUARI. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. IC. Wie op zijne -wandelingen zoo romdosa zich ziet, zal opgemerkt heb ben dat er heel wat boomen in en om Haarlem gesneuveld zijn dezen winter. Men kan die gevelde boomen met een heel verschillenden blik be- oordeelen. Zie gïndschen man, kalm en bedaard stapt hij van stam tot -stam eerst de nos. bekeken, vergele ken met hetgeen hij aan papierwerk in de hand 'houdt, o we weten het al, het <is een houtkooper, die nu eens zijne rondte doet, om .straks iais die boomstammen op de rij af worden verkocht, niet te veel te bieden, maar ook de lekkerste hapjes voor zich te houden. Nu kan hij ongestoord de boomen taxeerenhet kost hem niet veel moeite, een enkele blik, soms even nog het worteleind wat nader in o ogenschouw genomen, de lengte tot in d.M. zeker wel nauwkeurig ge schat en hij is klaar. Hij weet reeds hoe hoog hij kan gaan. Of hij te we den 'is? Ja, dat zal er van afhangen, wat hij zoekt. Zoekt hij gezond, gaaf hout, dan geloof ik, dat hij nu juist niet zoo heel veel vinden zal. Wel zal hier of daar, om deze of gene reden eens een enkele boom die nog- gaaf is, moeten vallen, maar de meeste vertoonen óf hier, óf daar duidelijk het beeld dei' vergankelijkheid. Is het hem te doen om brandhout, maar waartoe meer? Dan zal hij zeker de 'nos. noteeren, die hem spe ciaal belangstelling inboezemen. Zie daar eenige jongelieden halt houden, om juist meer belangstelling te toonen voor de dunnere takken. Aan de knoppen en andere kenmer ken trachten ze te zien, met welk -soort hoornen ze te doen hebben. 't Zijn hier iepen, die ze bewonderen, ginds waren het beuken met die meer langwerpige knoppen. De iepen of olmen echter leveren meer stof tot bespreking op. Wat is hier duidelijk de afwisselende bladstand te mer ken. En er zitten in 't geheel geen bladeren aan, hoe kan dat nu Neen, de bladeren zijn afgevallen, en om dat die nu maar niet willekeurig worden .afgeworpen .maar er veel meer afgroeien, heeft ieder blad een duidelijk litteeken nagelaten. Boven dien zat er het vorige najaar in den oksel van ieder blad een knop en deze vallen niet af, die geven ems duts duidelijk te zien, waar de bladeren eaten. Maar bij een nauwkeurige verdere waarneming zien we nog duidelijk verschil in al die knoppen. Sommige zijn min of meer plat met nog dicht aansluitende schubben, andere heb ben zich reeds heel wat uitgezet. 't Zijn .ronde bolletjes geworden met losliggende schubben. De kleur be gint reeds in 't bruine te trekken, nog eenigen tijd eü ze zullen open gaan. Een blik omhoog doet ons ze ook thans reeds in de boomen, die zijn blijven staan opmerken. Het zijn bloemknoppen. Deze bloemknoppen zijn veel vroeger bij de hand, dan de eigenlijke bladknoppen die b:ij- ven nog een heelen tijd slapen. On- dertusschen groeien de andere door, de schubben openen zich en geven aan do nietige bloempjes gelegenheid stampers en meeldraden aan 't licht I vol ver te voorschijn halend, maakte Feuilleton. hij zich een weg naar de deur. i Uit den weg Ik wil niet levend gegrepen worden, «er.» *r j» S Bij de deur stiet hij op Allode, die hield, .terwijl baron Danglosz en ande door ren hem zijn wapen ontnamen. I'FIRPF TURK El' l,esrscMe 11U do grootste ver- uiiUttijii BA±m. warring vrouwen gilden, man- 0nen schreeuwden -maar boven alles uit hoorde men het woedende gebul- der van detn aangeklaagden prins. Laat mij gaan Vloek over je' al- Bekend! Verraden! stamelde hij. lenVloek over den verrader! Ik wil Toe® stortte hij zich .als een razende niet uitgeleverd worden Laat mij den op het klein aantal mannen van zijn verrader do oden Laat mij los gevolg'. Laffe verrader, riep hij, dat Berrowag werd door gewillige han- zul je mij met je bloed betaald zet- den gegrepen en de beide mannen ten 1 staarden elkaar aan, de één dol van Bijna huilend schoot hij toe op een woede, de ander sidderend van vrees, man met een donker uiterlijk, Berro- Danglosz en Allode trokken en droe wag. maar deze wist behendig teont- gen den prins weg. Toen. hij Bolaroz komen, en holde naar de deur met den en de vorstin naderde, gaf hij het op uitroep en viel, genade smeekend, op zijne Het is een leugen, een leugen knieën. Hij heeft u bedrogen! Ik heb niéts De aanklacht van Anquish had zijn verradendoel bereikt- De prins werd door zijn vrienden__vorst Bolaroz, ik reken er op, dat gegrepen en poogde zich al Vloekende ,u tevreden is, als vorstin Yetive. den loste maken. j waren moordenaar in dé plaats stelt Een eigenaardige glimlach verhel-:van den man, die door u in uw tege- derde het gelaat van Harry Anquish. moetkomimg tegenover Granstark ge- Ik herhaal, dat bij de moorde-noemd werd, zei Anquish, in dra.ma.ti naai- is sche houding. Gabriël wist zich uit de handen zij-Bolaroz stond als uit een droom pp, ner vrienden los te nikken en een re- keerde zich af en knielde naast den bloot te stellen. Hoe klein ook, beide zijn aanwezig, besloten in een even eens bruin bloemdekje. Is de bestui ving afgeloopen en hebben de vrucht jes zich gezet, dan ontwikkelen deze zich spoedig. Niet lang duurt het meer, of ze laten reeds zien wat het worden zal, n.l. e.en gevleugeld noot je, 't zijn net. dubbeltjes, die dan bij duizenden en nog eens duizenden langs de straten vliegen en meestal terecht komen langs de trottoirbanden. Deze takken zullen 'het wel zoo ver niet brengen, want eerder, veel eer der, zijn ze veranderd dn takke- bossen, die genoodzaakt worden op een andere wijze terug te geven, wat ze van hun aller moeder, de zon, ont vingen. Ze worden n.l. verbrand en geven dan de warmte, die gebruikt wordt, om ovens enz. te verhitten. Nu nog even naar de overzijde. Wat hebben daar aan dat worteleinde krachtige wortels gezeten. Zie, bij dien volgenden boom is lvet wortel einde er reeds afgezaagd en kunnen we op ons gemak eens de jaarringen bestudeeren. Jaar op jaar toch ver dikt zien de stam, elk jaar zet zich een laagje hout af aan den buiten kant tegen 'dat van 't, vorige jaar, meer en meer wordt het oudere hout in elkaar gedrongen, de schors en bast naar buiten. De groei gaat n.l. uit van de zoogenaamde cambium- l,aag .een dunne cellenlaag, vlak tus- ■schem hout en bast. Daar tegen aan ligt het jongere hout, het spint. Hoe komen er nu echter die jaarringen Wel heel eenvoudigin 't voorjaar is de groei krachtig en snel, wat la ter tempert dat, nog later staat de groei geheel stil. Zooals van zelf spreekt, zijn de cellen, die in 't voorjaar worden ge vormd grooter dan die welke later ontstaan, vandaar die duidelijke af scheiding. Aan die jaarringen is nu de leeftijd te bepalen, een werkje, dat .altijd, niet even gemakkelijk gaat. De omgehakte boomen worden nog in oogenschouw genomen door een derde categorie van menschen. Bij lien staat meer natuurschoon op den voorgrond. Het wat was. en wat is speelt daar bij een groote rol. Hoe jammer, zuch ten ze, of nog een beetje erger, er wordt toch maar 041 losgehakt, de •schoonste boomen, enzVan een beoordeeling, Waarom die boomen val len, is geen sprake, meestal om de ■eenvoudige reden, dat ze er niet toe in staat zijn. We w.illen hen gerust stellen en wijzen er op, dat naast wat was, wat is, nog een derde volgt: wat worden zal. J. STURING. VRAGENBUS. Den. h e e r W. te H. Het is, j zooails U vermoedde. Het was. kumst- 1 mest} dat in 't midden van de week, !in het Kenaupark werd uitgestrooid. De kleine hoeveelheid behoeft- U ech- j ter niet te verontrusten. Het gehalte aan voedende bestanddeelen is veel grooter dan in den gewonen stalmest en wat de soort betreft, ihet zijn geen onkundigen ,die de meststof, zoowel j .als de hoeveelheid bepalen. j Aan mej. C. te S. Zeker zijn er bessen van den Sneeuwbal, maar I dan aan den gewonen wilden bij den gek weekten sneeuwbal zijn alle bloe metjes echter onvruchtbaar gewor- den, zoodat daar geen enkele vrucht 's jaars moest afgeven voor de tele- tot ontwikkeling komt. Bij den wil-ifoon, om zich maar vlug te kunnen den zijn dit alleen de buitenste laten roepen als er een schipbreuk bloempjes, uit de andere ontwdkke- gebeurde. Daarvoor moet hij dan de len zich helderroode, e enigszins lang- reddingboot onderhouden, en over- werpige vruchten, die nu juist niet .dag, of 's nachts als ie slaapt zoo- het eerst door de vogels worden ver- dra de bel lxem w,ekt en hij wordt ge- orberd. waarsöhuwdmoet ie, zoo uit bed, J. STURING. draven naar de sloep, en bij weer en ontij, 'dwars door de rollers, den kop in de beukende vlagen, zee kiezen met z'n dappere bijzitters, d'r ónder .Nu zullen de gemoederen in Den idoor vaak om °Pde riemen 'l WTaj! Helder wel weer tot rust zijn geko- te bereiken, steeds in gevaar dat hun men De stormen van toen de Serbia notedop van een boot tegen de flan 's nachts op de Zuider Haaks Is gaan k0n van T groote schip aan splinters zitten, zijn gestild, ook in hun kop-;"™"11 geslagen. En brengt h.j dan pen; en de zee is geslecht, evenals na bren en uren van worstelen zn de beroering die er door de visscher- eigen huid er weer heel a! en een lui woedde jplolc schipbreukelingen <jp den veih- Maar één ding zit er hun nóg 8™ waJ. 1™ ontvangt hij daarvoor dwars, en dat zullen de kerels niet aen Pramie van tenminste vijftien licht venkroppen wat ze Dorus Rij- gu'den- kers toen voor keleediging aangedaan Zoo was 't nu mot de Serbia ook hebben. I weer gegaan. Dien Zaterdagnacht Want zie je, je mag zijn in de we-',was Riikers z'n ,)ed uitgeroepen, in reld wie je wil. en 'n ieder in zijn I de kleeren geschoten, naar t Nieuwe- waarde maar de pet af voor den dieP toegewnd, en meteen was de Dat was al 'n tien dagen geleden, toen wij den braven schipper op zijn gaan zoeken. En Dorus. wien anders de lust uit de oogen kijkt, en die zoo smakelijk over allerlei van z'n leven kan praten, dat ie je onder al 't dra matische door tranen laat lacher nu zat ,-e somber, met zn stoeren kop gebogen, in zn hoek... En alsof wij er natuurlijk al alles van wisten, keek ie triestig naar ons op, en in 'n zwaren zucht zei-ie „J<a, 'k ben d'r suf van... al die da gen heb ik er 's nachts niet van kun nen rusten, en voor 't eerst van me leven voel 'k me een ouwe man." 't Volk vroeg 't 'm immers allemaal: Opa, man, wat mankeert je We ken- ne je nie meer... Maar zie je, nou hadden ze 'm dan ook 'n kies ge trokken... En .als je dan weet voor je God da' je op leven en dood je best hebt gedaan Toon kreeg 't zóó al te kwaad k Zag hoe 't bloed 'in naar den kop „Want zie je, in die negentien ja ren da'k er nu uitga voor de Red ding-Maatschappij, heb ik God dank al m'n leven geluk gehad... terwijl je Dirk Sijn had, dat was me kameraad en Woensdag was die nog .schipper, en Donderdag niet acht man hij ten redding verdromken „En toch, toen ik in '8G aan de Maatschappij kwam, was ik ook ai twee maal aangekomen met de vlag op mijn vlet... „Want zie je, ik was altijd de ge lukkigste mensph, en mijn mankeert nooit niks, en in de boot kijk 'kgoed uit ,'dat 't. degelijk gaat... benauwd mot- je niet wezen.. Was 't niet met de Renow, 'n sclrip met rijst, dat met runners was gekomen, en de stoomboot had 't aan den grond gezet, 't Is den 9den, lOden én ltd en De cember van 't jaar '87 geweest. 'k vergeet 't nooit, omda'k er maar drie- en-twintig heb af mogen halen, en de stuurman verdronk voor m'n oogen. ouden schipper van hun reddingboot! En waarempel, wie zóó de held is onder 't. dappere zeevolk langs onze uiterste kuststrook, zóó dat 'n elk, de kinderen zoowel als de oude jich- t:ge robben, hem om zijn daden ver boot te water gezet. En zoodra de da geraad aan den hemel begon te blee- ken, had de Hercules 'm naar buiten gesleept' zoover ze maar kón, want zóó rauw was 't, dat ze niet in vloed en in. zee op kónden roeden. Maar ein- ItoOTMHjk z'n eerbied geeft... ja, die had de schipper de sleeptros is voor den Dóód niet vervaard. .«oei» I» Jolen gooien, en bij had zn I Maar in onze vreedzame tijden, nu bevolen d'r monden te hou- gelukkig de heldhaftigheid in 't be- den. zonder ,e ,8tten °P 1 hoIie vechten van vreemden geen kans water en °P de bcillkeb die "lapten. geeft om tot nationalen roem te ge- ii;ld »e roer omklemd gehouden, en raken nu schijnt dan ook langza- over de berSan van golven en dan merhand de bewondering van heel weer 111 de diepte geduikeld, waren i een landsvolk voor persoonlijken ze verkleumd en de vingers gekrampt moed te verslappen. de ''ie™*»», voortgesmeten, tot ze i Ja, buiten de kringen van armoedi- 'n eind touw Iabïs z'i Yan de P'00te ge visschermannen, waar Dorus Rij- boot'konden vatten, en daar heten ze i kers inleeft, is zijn naam onbekend. ziA maai' Somen door de roi- 'en wie wat in do melk te brokken ]e''s van onder de kleJ ™l lot boven hebben laten hem maar betobben. On- d® verschansing. En net dat de sloep der 't geflonker van epauletten, ver- weeijter dekhoogte van de Serbia^op- guide knoopen en tressen in ons j voornaamste marine-station, gaal de I verschijning van dieu eenvoudigen kerel met n verschoten jeliker over sloeg bij de enkele gedachte dat ze i en n jonkman van 19 jaar sloeg door 't zouden hebben gewaagd om Rijkers, j'den kommer uit den mast. Ja man, den held uit z'n Nieuwedieper jon- 1dan maS je nóg zoo'n onverschillige gensjaren den dapperen schipper, j schutter wezen, maar zoowat raak je bij wien iedere blaag immers al vlaste n*e* meer ^wijt voor je gezicht... om ooit van z'n leven nog 's de eer '»^n re Je' eeil'Se wa^ óaa van een plaats op diens boot dat ■gevraagd heb als gunst van de poii- ze Dorus in z'n eer zouden hebben *s dat z« in do sociëteit 'n ketel gegrepen heet water hebbe opstaan, als de boot 's nachts eruit is, en da' ze ons bij „Kom - ze. - kom, R.jkens, 'teru^komst leder uur van de. uoggetoe, man aflijn, latve n glas nacW las ,lampend„ groc mogem bier samen d''mken En Ihij kneep schenk6n Nou en dat mag nou,. kwam geloop en ,was een van de rap ste kerels overjoempt om met den kapitein te overleggen. Maar eindelijk bracht hij het onver z'n zee-doortrokken trui bescheiden- zettelijke antwoord mee, dat er nog i lijk verloren. j geen man van boord af wilde. En I Maar Ik vraag u wie is er in ons zoodra «««O »'lldcn ,w0rd6n zou" land, hoe aanzienlijk hij zijn mag en da,n ze de vl;lv 'dan we' hijscben. 1 hoe wijd vermaard, wiens verdien- Z°° d"a hceI dla wor«elendc i sten het uithouden tegen een Dorus d00r de om ™et «t Rijkers, die. telkens weer met opoffe- ««t, e11 k0J",e11 da «IMP"»®» ring van zijn eigen leven, en vech- me0r "areiken door de vervaar- tende tegen de overmacht van een «i>» loopers. en dus waren je op i vliegenden storm, van golven als kei'- 'hgon riemen terug gemoeten. En nu, ken, van een kokende branding, in ,luS- «»»8 doorwatematte i zijn open houten sloep, drie honderd volk z'c!l verdrogen, maar de red- één en dertig schipbreukelingen het dingsboot bleef bij de sleepboot ge lieven gered heeft'? En waarachtig r0ed, voor als de Serbia met z n vlag I toch niet om der wille van die poo- mocht gaan seinen... I vere belooning, want in een half uur En toen. .ja, toen was 't erge ge- i op de Beurs verdient iedere koop- beurd. Toen hadden ze de reddings- man meer dan de schipper van de boot met Rijkers en z'n. volk laten reddingsboot met een gang naai' het liggen, en de kapitein van de sieep- schip in nood als hij er vork van af hoot had, in 't stillere weer, de eigen weet te halen. Heusch, oiibaatzuchti- j vlet van de berging-maatschappij ger moed, puurder offervaardigihe-id wie weet er om welke reden aa.n- tegenover wildweemden, die hetblin-gepikt en naar de plaats van de J de noodlot langs de Hol land sche kust stranding gebracht zoodra daar de j wil laten vergaan, bestaat er alniet. vlag was geheschen. Zoo had de spik- En geen prachtiger impuls om te hel- splinternieuwe boot van de paxticulie- pen, met den dood voor oogen. i re onderneming notabene met een i Want stelt u dat voor. De Noord- kleine haringvlet samen en buiten jen Zu'id-Hollandsche Reddingmaat- de Noord- en Zuid-Hollandsche Red- schappij betaalt haar scliipper hon- ding-Maatschappij om, het volk er af derd gulden loon in het jaar. En nog mogen halen, waar Rijkers en zijn niet eens zoo heel lang, want vroeger plok zich eerst als leeuwen voor had- genoot hij vijf gulden salaris per den gewaagd, en al weer opnieuw j maand, waarvan hij dertig gulden voor klaar lagen óók. voorzichtigheid. Dat is mijn eenige verontschuldiging, maar een zoodani- haast 'n stuk uit de tafel.. „Nee, maat" weerde Dorus slap jes af „wel bedankt hoor, maar sinds dien on geluk smorgen kan 'k geen druppel meer hebben... En als er nog één puntje an manlteerd had,., 't Is al nie eer tocli in de wereld... En wat ze tegen me hebben, maar 'k voel 't. nou zeker t staat zus of zoo en ze zetten me de reddingboot hee- legaar oud... „En dan moet je die sloep al zóó vaak vol gehad hebben... Niemand in mijn leeftijd, die dat geluk gehad heeft om zooveel menschen te redden als ik... „Zie je, zoo n schip raakt verge- ,Maar wat (heb je er aan, als ze je zoo voor je kop kunnen stoot en En toen zakte Dorus weer weg im z'n sombere tobberijen. Met geeai mogelijkheid was hij meer tot prate* te krijgen... De heldhaftige reus scheen een ge broken man (N. R.Crt.) Toon, de Koetsier 't Is helder, vriezend weer. Aan den donkeren hemel flikkeren de sterren met buitengewonen glans; 'ten';' blf'-t"eerste"üechte weer zakt d« scherpe Oostenwind blaast aw- I .- zeroi ,.--1 ipend door de straten, die bedekt zijn s lading. met een d,iklie la bevroren sneeuw, net as t met- die Newham gegaan is, tUe kraakt onder den stap der enia> die in twintig dagen met vierduizend \0 voorbijgangers. Voor een groot, balen katoen gansch is verzonken... aanzienlijk huis staat een rijtuig, een Maar wat mijn nou gebeurd is, dat oude, niet al te fraaie vigelante; het raak 'k van m'n leven nie- meer kwijt, paard staat met doorgezakte knieën, man... Daar sla je door an't malen... den bijna op den grond gebo- „Of is 't soms voor niks da'k toch te droomen van een warme» stal en een welvoorziene ruif; een nin onderscaeidingen heb - - as ze je üude deken js met zorg over den ma- zoo maar voor je kop kunnen stooten. geven rug van den viervoeter uitge- Wat 'heb je d'r dan an? t Is waar- spreid, achtig zóó beroerd zijn de tijen, da'k De koetsier loopt trappelend op de met me gewone werk van te visschen stoep heen en weerkoud. bitter en ltolen te sjouwen den kost niet boud is de man. Zijn lange, blauw* kan Halen t Is'n schande voor God, i®« heeft 'twtere dagen gekend s» en „ooit, nooit nog gebeurd, maar —n jaren geO^ten m staat k mot je bekenne,.., t gouden hoi- geeren nu kan zij voor het lichaam loge, dat keizer Wilhelm I mijn pre- slechts een onvolledige beschutting sent deed... affijn, mani 'k heb 't niet zijn. Van tijd tot tijd brengt de man meer in me iiuis... De laatste vier zijn verstijfde vingers aan den men® maanden geen cent te verdienen... ja, en tracht ze te verwarmen door erop wat wil je? En of me medailles nog blazen. Nuttelooze poging; d« leng ven mijn roUen blijvenT- Want S ik heb er nog vijfde gouden van 't uitwerking van 'smans pogen is, dat Engelsche gouvernement, de zilveren zijn baard al meer en meer glinstert van Koningin Wilhelmina, de bron- door het verstijven van zijn adem, zen reddiiigsmedaille en de gouden, dia in het. ruige haar blijft bange* en de zilveren van de Maatschappij aJs de ijzel op de naakte takken der tot Nut van 't Algemeen... behalve boomen. da'k broeder ben van den Nederland- .Nef?" lU"' "a0"'1 de kMJ®"""' en de Mok van den grooten toren schen Leeuw, en t Burgerkruis twee- iMeft feeds lang halttien geslagen. 1,0 ldas vab Koning Leopold mag Negen uur, om niet te hut te ko- dragen... mtn was ik er al een kwartier vóór troon neer. Aanbiddelijke Yetive. zei hij, ik smeek u om vergeving. Ik buig mij j ootmoedig en spreek mijn eerbied uit ivoor de trouwste vrouw der wereld Na. deze woorden kuste hij den zoom van haar kleed en1 ging weer staan. Ik ben in 't vervolg uw vriend en bondgenoot. Axpha.in en Granstark zullen niet meer in tweedracht met-el kaar leven, want door u kreeg ik een lesje im trouw en gerechtighirid. 'r Prins Gaibriël brulde als een razen de. toen de dienaren zich met hem en Berrowag uit de zaal verwijder- 1 den. Toen de gelukkige volksmenigte voor den troon der stralende vorstin haar liefde en toewijding had uitge sproken. knielde nog een enkele on derworpene ter neder, als gold het. zijn afscheid. Het was de hertog van Miz- rox. Maj'esteit, Mizrox is bereid zijn [wandaad te boeten. Mijn leven be hoort u, zei hij bedaard. Zij begreep hem niet, totdat haar oom haar aan den eed herinnerde, d'e Mizrox den morgen, na. den moord had' afgelegd. Hij heeft, hij zijn leven gezworen, dat gij Lorenz vermoord badt, zei hij, zich tot Lorry wendend. Ik heb gedwaald, maar ik ben bereid boete te doen. Mijn vriendschap voor Lorenz was grooter dan mijne ge, dat u haar niet zal aannemen, zei Mizrox zoo koelbloedig als stond hij er zelf geheel buiten. i Lorry keek verbaasd en onzeker eerst Mizrox, toen de vorstin aan. Ik koester geen wok jegens u, hertog. Wees zoo goed l^in van schuld vrij te spreken, Hooghcidr I-Iet verheugt mij, dat gij weigert zijn boete aan te nemen, zei deze. Ilc ben voor eeuwig uw schulde- naar, mijnheer, en ik zal altijd de vorstint hoogachten, die mij zoo vol genade mijn dwaling vergeeft. Yetive noodigde Bolaroz uit tijdens zijn verblijf in Granstark ook aan het hof te blijven en de oude vorst ant woordde met de verklaring, dat hij minstens zóó lang zou blijven, tot het nieuwe verdrag onderteekend was. Vóór zij den troon verliet, fluisterde Yetive Lorry met een lichten blos toe Kom mij over een.hali uur op-, zoeken. Om mijn belooning te ontvan gen? woeg hij vol spanning. Ach riep zij met zacht verwijt uit. Het gelaat, van graaf Halfont nam een onrustige uitdrukking aan. toen I iiij de snelle verandering in haar ge laat opmerkte. i Naast Halfont liep zij de zaal door. tvotsch op de overwinning over liaar wanhoop en verheugde zich over de openhartige bekentenis van haar hart tegenover de geheeie wereld, terwijl de toekomst haar zonnig tegenlachte. Lorry en Anquish, door allen aan gegaapt. en bewonderd, ontmoetten elkaar in de gang, waar veel haeren en dames zich om hen schaarden, en met loftuitingen overlaadden. Gaspon alleen liet zich een woord ontvallen, dat Lorry het bloed in de aderen deed stollen. Waart gij maai- een prins van den bloede, zei de minister van finan ciën op een toon van spijt en verlan gen. De wensch van Gaspon trof Lorry als een bevel tot verbanning en gaf hem een gevoel van onzekerheid, want nog was hij van het voorwerp zijner warmste verlangens door een sterken muur gescheiden. Hij ging met kapitein Quinnox naar diens woning, alwaar hij zich presen tabel maakte. Stormachtige, gloeiende hartstocht wisselde af met ijskoude rillingen van vrees. Zijn hartstocht verlangde naar haar stem, hare oogen, haar nabij heid. en de vrees liet haar waarschu wende stem hooren ,..Je zuljf haar zien, haar kussen, en dan verbannen worden." Uit deze beide gemoedsbewegingen, die heftig met elkaar om de o tu-niacbf streden, ontstond eindelijk het vasté besluit zichzelf niet te late<n weggooi en. Liefde en vrees verbonden zich om hem krachten te verleenen, en uitzij* blik verdween de hopelooze uitdruk king, uit zijn liart de twijfel. Quinnox. geef mij de hand. vergeet, wat ik gedaan heb. Gij hebt gehandeld als een vriend en zijt haar bijna tot in den dood trouw gebleven. Ik heb u beleedigd en zou u inde ceL hebben kunnen do oden, maar dat al les gebeurde in woede. Wilt, ge voor altijd mijn vriend zijn Zij heeft gezegd u lief te hebben, hei-nam de kapitein, den handdruk beantwoordend. Ik ben haar slaaf zoo goed als de uwe. Weinige oogenblikken later stond Lorry voor haar. Wat gesproken werd of gebeurde tijdens het halve uur va* hun onderhoud, behoeft niet vermeld te worden. Dat het. onderhoud zeer ernstig was, is duidelijk. De onrusti ge, bezorgde oogen der vrouw en de oproerige besliste uitdrukking op het gelaat van den man spraken van. ee» confine! -- Ik geef je nooit woor op. zei,hii. toen zij door de .deur gingen. Een peinzen-fle uitdrukking kwam ia haar oogen, maar zij 'antwóortld# [niets. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 7