BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
De Lietde eener vorstin hdm' met zijn krachtige armen vast-
Een Held Miskend
ZATERDAG 17 FEBRUARI.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
IC.
Wie op zijne -wandelingen zoo
romdosa zich ziet, zal opgemerkt heb
ben dat er heel wat boomen in en
om Haarlem gesneuveld zijn dezen
winter. Men kan die gevelde boomen
met een heel verschillenden blik be-
oordeelen. Zie gïndschen man, kalm
en bedaard stapt hij van stam tot
-stam eerst de nos. bekeken, vergele
ken met hetgeen hij aan papierwerk
in de hand 'houdt, o we weten het al,
het <is een houtkooper, die nu eens
zijne rondte doet, om .straks iais die
boomstammen op de rij af worden
verkocht, niet te veel te bieden, maar
ook de lekkerste hapjes voor zich te
houden. Nu kan hij ongestoord de
boomen taxeerenhet kost hem niet
veel moeite, een enkele blik, soms
even nog het worteleind wat nader
in o ogenschouw genomen, de lengte
tot in d.M. zeker wel nauwkeurig ge
schat en hij is klaar. Hij weet reeds
hoe hoog hij kan gaan. Of hij te we
den 'is? Ja, dat zal er van afhangen,
wat hij zoekt. Zoekt hij gezond, gaaf
hout, dan geloof ik, dat hij nu juist
niet zoo heel veel vinden zal. Wel zal
hier of daar, om deze of gene reden
eens een enkele boom die nog- gaaf
is, moeten vallen, maar de meeste
vertoonen óf hier, óf daar duidelijk
het beeld dei' vergankelijkheid.
Is het hem te doen om brandhout,
maar waartoe meer? Dan zal hij
zeker de 'nos. noteeren, die hem spe
ciaal belangstelling inboezemen.
Zie daar eenige jongelieden halt
houden, om juist meer belangstelling
te toonen voor de dunnere takken.
Aan de knoppen en andere kenmer
ken trachten ze te zien, met welk
-soort hoornen ze te doen hebben.
't Zijn hier iepen, die ze bewonderen,
ginds waren het beuken met die
meer langwerpige knoppen. De iepen
of olmen echter leveren meer stof tot
bespreking op. Wat is hier duidelijk
de afwisselende bladstand te mer
ken. En er zitten in 't geheel geen
bladeren aan, hoe kan dat nu Neen,
de bladeren zijn afgevallen, en om
dat die nu maar niet willekeurig
worden .afgeworpen .maar er veel
meer afgroeien, heeft ieder blad een
duidelijk litteeken nagelaten. Boven
dien zat er het vorige najaar in den
oksel van ieder blad een knop en deze
vallen niet af, die geven ems duts
duidelijk te zien, waar de bladeren
eaten.
Maar bij een nauwkeurige verdere
waarneming zien we nog duidelijk
verschil in al die knoppen. Sommige
zijn min of meer plat met nog dicht
aansluitende schubben, andere heb
ben zich reeds heel wat uitgezet.
't Zijn .ronde bolletjes geworden met
losliggende schubben. De kleur be
gint reeds in 't bruine te trekken,
nog eenigen tijd eü ze zullen open
gaan. Een blik omhoog doet ons ze
ook thans reeds in de boomen, die
zijn blijven staan opmerken. Het zijn
bloemknoppen. Deze bloemknoppen
zijn veel vroeger bij de hand, dan
de eigenlijke bladknoppen die b:ij-
ven nog een heelen tijd slapen. On-
dertusschen groeien de andere door,
de schubben openen zich en geven
aan do nietige bloempjes gelegenheid
stampers en meeldraden aan 't licht
I vol ver te voorschijn halend, maakte
Feuilleton. hij zich een weg naar de deur.
i Uit den weg Ik wil niet levend
gegrepen worden,
«er.» *r j» S Bij de deur stiet hij op Allode, die
hield, .terwijl baron Danglosz en ande
door ren hem zijn wapen ontnamen.
I'FIRPF TURK El' l,esrscMe 11U do grootste ver-
uiiUttijii BA±m. warring vrouwen gilden, man-
0nen schreeuwden -maar boven alles
uit hoorde men het woedende gebul-
der van detn aangeklaagden prins.
Laat mij gaan Vloek over je' al-
Bekend! Verraden! stamelde hij. lenVloek over den verrader! Ik wil
Toe® stortte hij zich .als een razende niet uitgeleverd worden Laat mij den
op het klein aantal mannen van zijn verrader do oden Laat mij los
gevolg'. Laffe verrader, riep hij, dat Berrowag werd door gewillige han-
zul je mij met je bloed betaald zet- den gegrepen en de beide mannen
ten 1 staarden elkaar aan, de één dol van
Bijna huilend schoot hij toe op een woede, de ander sidderend van vrees,
man met een donker uiterlijk, Berro- Danglosz en Allode trokken en droe
wag. maar deze wist behendig teont- gen den prins weg. Toen. hij Bolaroz
komen, en holde naar de deur met den en de vorstin naderde, gaf hij het op
uitroep en viel, genade smeekend, op zijne
Het is een leugen, een leugen knieën.
Hij heeft u bedrogen! Ik heb niéts De aanklacht van Anquish had zijn
verradendoel bereikt-
De prins werd door zijn vrienden__vorst Bolaroz, ik reken er op, dat
gegrepen en poogde zich al Vloekende ,u tevreden is, als vorstin Yetive. den
loste maken. j waren moordenaar in dé plaats stelt
Een eigenaardige glimlach verhel-:van den man, die door u in uw tege-
derde het gelaat van Harry Anquish. moetkomimg tegenover Granstark ge-
Ik herhaal, dat bij de moorde-noemd werd, zei Anquish, in dra.ma.ti
naai- is sche houding.
Gabriël wist zich uit de handen zij-Bolaroz stond als uit een droom pp,
ner vrienden los te nikken en een re- keerde zich af en knielde naast den
bloot te stellen. Hoe klein ook, beide
zijn aanwezig, besloten in een even
eens bruin bloemdekje. Is de bestui
ving afgeloopen en hebben de vrucht
jes zich gezet, dan ontwikkelen deze
zich spoedig. Niet lang duurt het
meer, of ze laten reeds zien wat het
worden zal, n.l. e.en gevleugeld noot
je, 't zijn net. dubbeltjes, die dan bij
duizenden en nog eens duizenden
langs de straten vliegen en meestal
terecht komen langs de trottoirbanden.
Deze takken zullen 'het wel zoo ver
niet brengen, want eerder, veel eer
der, zijn ze veranderd dn takke-
bossen, die genoodzaakt worden op
een andere wijze terug te geven, wat
ze van hun aller moeder, de zon, ont
vingen. Ze worden n.l. verbrand en
geven dan de warmte, die gebruikt
wordt, om ovens enz. te verhitten.
Nu nog even naar de overzijde. Wat
hebben daar aan dat worteleinde
krachtige wortels gezeten. Zie, bij
dien volgenden boom is lvet wortel
einde er reeds afgezaagd en kunnen
we op ons gemak eens de jaarringen
bestudeeren. Jaar op jaar toch ver
dikt zien de stam, elk jaar zet zich
een laagje hout af aan den buiten
kant tegen 'dat van 't, vorige jaar,
meer en meer wordt het oudere hout
in elkaar gedrongen, de schors en
bast naar buiten. De groei gaat n.l.
uit van de zoogenaamde cambium-
l,aag .een dunne cellenlaag, vlak tus-
■schem hout en bast. Daar tegen aan
ligt het jongere hout, het spint. Hoe
komen er nu echter die jaarringen
Wel heel eenvoudigin 't voorjaar
is de groei krachtig en snel, wat la
ter tempert dat, nog later staat de
groei geheel stil.
Zooals van zelf spreekt, zijn de
cellen, die in 't voorjaar worden ge
vormd grooter dan die welke later
ontstaan, vandaar die duidelijke af
scheiding. Aan die jaarringen is nu
de leeftijd te bepalen, een werkje, dat
.altijd, niet even gemakkelijk gaat.
De omgehakte boomen worden nog
in oogenschouw genomen door een
derde categorie van menschen. Bij
lien staat meer natuurschoon op den
voorgrond.
Het wat was. en wat is speelt daar
bij een groote rol. Hoe jammer, zuch
ten ze, of nog een beetje erger, er
wordt toch maar 041 losgehakt, de
•schoonste boomen, enzVan een
beoordeeling, Waarom die boomen val
len, is geen sprake, meestal om de
■eenvoudige reden, dat ze er niet toe
in staat zijn. We w.illen hen gerust
stellen en wijzen er op, dat naast
wat was, wat is, nog een derde volgt:
wat worden zal.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den. h e e r W. te H. Het is,
j zooails U vermoedde. Het was. kumst-
1 mest} dat in 't midden van de week,
!in het Kenaupark werd uitgestrooid.
De kleine hoeveelheid behoeft- U ech-
j ter niet te verontrusten. Het gehalte
aan voedende bestanddeelen is veel
grooter dan in den gewonen stalmest
en wat de soort betreft, ihet zijn geen
onkundigen ,die de meststof, zoowel
j .als de hoeveelheid bepalen.
j Aan mej. C. te S. Zeker zijn
er bessen van den Sneeuwbal, maar
I dan aan den gewonen wilden bij den
gek weekten sneeuwbal zijn alle bloe
metjes echter onvruchtbaar gewor-
den, zoodat daar geen enkele vrucht 's jaars moest afgeven voor de tele-
tot ontwikkeling komt. Bij den wil-ifoon, om zich maar vlug te kunnen
den zijn dit alleen de buitenste laten roepen als er een schipbreuk
bloempjes, uit de andere ontwdkke- gebeurde. Daarvoor moet hij dan de
len zich helderroode, e enigszins lang- reddingboot onderhouden, en over-
werpige vruchten, die nu juist niet .dag, of 's nachts als ie slaapt zoo-
het eerst door de vogels worden ver- dra de bel lxem w,ekt en hij wordt ge-
orberd. waarsöhuwdmoet ie, zoo uit bed,
J. STURING. draven naar de sloep, en bij weer en
ontij, 'dwars door de rollers, den kop
in de beukende vlagen, zee kiezen met
z'n dappere bijzitters, d'r ónder
.Nu zullen de gemoederen in Den idoor vaak om °Pde riemen 'l WTaj!
Helder wel weer tot rust zijn geko- te bereiken, steeds in gevaar dat hun
men De stormen van toen de Serbia notedop van een boot tegen de flan
's nachts op de Zuider Haaks Is gaan k0n van T groote schip aan splinters
zitten, zijn gestild, ook in hun kop-;"™"11 geslagen. En brengt h.j dan
pen; en de zee is geslecht, evenals na bren en uren van worstelen zn
de beroering die er door de visscher- eigen huid er weer heel a! en een
lui woedde jplolc schipbreukelingen <jp den veih-
Maar één ding zit er hun nóg 8™ waJ. 1™ ontvangt hij daarvoor
dwars, en dat zullen de kerels niet aen Pramie van tenminste vijftien
licht venkroppen wat ze Dorus Rij- gu'den-
kers toen voor keleediging aangedaan Zoo was 't nu mot de Serbia ook
hebben. I weer gegaan. Dien Zaterdagnacht
Want zie je, je mag zijn in de we-',was Riikers z'n ,)ed uitgeroepen, in
reld wie je wil. en 'n ieder in zijn I de kleeren geschoten, naar t Nieuwe-
waarde maar de pet af voor den dieP toegewnd, en meteen was de
Dat was al 'n tien dagen geleden,
toen wij den braven schipper op zijn
gaan zoeken. En Dorus. wien anders
de lust uit de oogen kijkt, en die zoo
smakelijk over allerlei van z'n leven
kan praten, dat ie je onder al 't dra
matische door tranen laat lacher
nu zat ,-e somber, met zn stoeren kop
gebogen, in zn hoek...
En alsof wij er natuurlijk al alles
van wisten, keek ie triestig naar ons
op, en in 'n zwaren zucht zei-ie
„J<a, 'k ben d'r suf van... al die da
gen heb ik er 's nachts niet van kun
nen rusten, en voor 't eerst van me
leven voel 'k me een ouwe man."
't Volk vroeg 't 'm immers allemaal:
Opa, man, wat mankeert je We ken-
ne je nie meer... Maar zie je, nou
hadden ze 'm dan ook 'n kies ge
trokken... En .als je dan weet voor je
God da' je op leven en dood je best
hebt gedaan
Toon kreeg 't zóó al te kwaad
k Zag hoe 't bloed 'in naar den kop
„Want zie je, in die negentien ja
ren da'k er nu uitga voor de Red
ding-Maatschappij, heb ik God dank
al m'n leven geluk gehad... terwijl je
Dirk Sijn had, dat was me kameraad
en Woensdag was die nog .schipper,
en Donderdag niet acht man hij ten
redding verdromken
„En toch, toen ik in '8G aan de
Maatschappij kwam, was ik ook ai
twee maal aangekomen met de vlag
op mijn vlet...
„Want zie je, ik was altijd de ge
lukkigste mensph, en mijn mankeert
nooit niks, en in de boot kijk 'kgoed
uit ,'dat 't. degelijk gaat... benauwd
mot- je niet wezen.. Was 't niet met
de Renow, 'n sclrip met rijst, dat
met runners was gekomen, en de
stoomboot had 't aan den grond gezet,
't Is den 9den, lOden én ltd en De
cember van 't jaar '87 geweest. 'k
vergeet 't nooit, omda'k er maar drie-
en-twintig heb af mogen halen, en de
stuurman verdronk voor m'n oogen.
ouden schipper van hun reddingboot!
En waarempel, wie zóó de held is
onder 't. dappere zeevolk langs onze
uiterste kuststrook, zóó dat 'n elk,
de kinderen zoowel als de oude jich-
t:ge robben, hem om zijn daden ver
boot te water gezet. En zoodra de da
geraad aan den hemel begon te blee-
ken, had de Hercules 'm naar buiten
gesleept' zoover ze maar kón, want zóó
rauw was 't, dat ze niet in vloed en
in. zee op kónden roeden. Maar ein-
ItoOTMHjk z'n eerbied geeft... ja, die had de schipper de sleeptros
is voor den Dóód niet vervaard. .«oei» I» Jolen gooien, en bij had zn
I Maar in onze vreedzame tijden, nu bevolen d'r monden te hou-
gelukkig de heldhaftigheid in 't be- den. zonder ,e ,8tten °P 1 hoIie
vechten van vreemden geen kans water en °P de bcillkeb die "lapten.
geeft om tot nationalen roem te ge- ii;ld »e roer omklemd gehouden, en
raken nu schijnt dan ook langza- over de berSan van golven en dan
merhand de bewondering van heel weer 111 de diepte geduikeld, waren
i een landsvolk voor persoonlijken ze verkleumd en de vingers gekrampt
moed te verslappen. de ''ie™*»», voortgesmeten, tot ze
i Ja, buiten de kringen van armoedi- 'n eind touw Iabïs z'i Yan de P'00te
ge visschermannen, waar Dorus Rij- boot'konden vatten, en daar heten ze
i kers inleeft, is zijn naam onbekend. ziA maai' Somen door de roi-
'en wie wat in do melk te brokken ]e''s van onder de kleJ ™l lot boven
hebben laten hem maar betobben. On- d® verschansing. En net dat de sloep
der 't geflonker van epauletten, ver- weeijter dekhoogte van de Serbia^op-
guide knoopen en tressen in ons
j voornaamste marine-station, gaal de
I verschijning van dieu eenvoudigen
kerel met n verschoten jeliker over
sloeg bij de enkele gedachte dat ze i en n jonkman van 19 jaar sloeg door
't zouden hebben gewaagd om Rijkers, j'den kommer uit den mast. Ja man,
den held uit z'n Nieuwedieper jon- 1dan maS je nóg zoo'n onverschillige
gensjaren den dapperen schipper, j schutter wezen, maar zoowat raak je
bij wien iedere blaag immers al vlaste n*e* meer ^wijt voor je gezicht...
om ooit van z'n leven nog 's de eer '»^n re Je' eeil'Se wa^ óaa
van een plaats op diens boot dat ■gevraagd heb als gunst van de poii-
ze Dorus in z'n eer zouden hebben *s dat z« in do sociëteit 'n ketel
gegrepen heet water hebbe opstaan, als de boot
's nachts eruit is, en da' ze ons bij
„Kom - ze. - kom, R.jkens, 'teru^komst leder uur van de.
uoggetoe, man aflijn, latve n glas nacW las ,lampend„ groc mogem
bier samen d''mken En Ihij kneep schenk6n Nou en dat mag nou,.
kwam geloop en ,was een van de rap
ste kerels overjoempt om met den
kapitein te overleggen.
Maar eindelijk bracht hij het onver
z'n zee-doortrokken trui bescheiden- zettelijke antwoord mee, dat er nog
i lijk verloren. j geen man van boord af wilde. En
I Maar Ik vraag u wie is er in ons zoodra «««O »'lldcn ,w0rd6n zou"
land, hoe aanzienlijk hij zijn mag en da,n ze de vl;lv 'dan we' hijscben.
1 hoe wijd vermaard, wiens verdien- Z°° d"a hceI dla wor«elendc
i sten het uithouden tegen een Dorus d00r de om ™et «t
Rijkers, die. telkens weer met opoffe- ««t, e11 k0J",e11 da «IMP"»®»
ring van zijn eigen leven, en vech- me0r "areiken door de vervaar-
tende tegen de overmacht van een «i>» loopers. en dus waren je op
i vliegenden storm, van golven als kei'- 'hgon riemen terug gemoeten. En nu,
ken, van een kokende branding, in ,luS- «»»8 doorwatematte
i zijn open houten sloep, drie honderd volk z'c!l verdrogen, maar de red-
één en dertig schipbreukelingen het dingsboot bleef bij de sleepboot ge
lieven gered heeft'? En waarachtig r0ed, voor als de Serbia met z n vlag
I toch niet om der wille van die poo- mocht gaan seinen...
I vere belooning, want in een half uur En toen. .ja, toen was 't erge ge-
i op de Beurs verdient iedere koop- beurd. Toen hadden ze de reddings-
man meer dan de schipper van de boot met Rijkers en z'n. volk laten
reddingsboot met een gang naai' het liggen, en de kapitein van de sieep-
schip in nood als hij er vork van af hoot had, in 't stillere weer, de eigen
weet te halen. Heusch, oiibaatzuchti- j vlet van de berging-maatschappij
ger moed, puurder offervaardigihe-id wie weet er om welke reden aa.n-
tegenover wildweemden, die hetblin-gepikt en naar de plaats van de
J de noodlot langs de Hol land sche kust stranding gebracht zoodra daar de
j wil laten vergaan, bestaat er alniet. vlag was geheschen. Zoo had de spik-
En geen prachtiger impuls om te hel- splinternieuwe boot van de paxticulie-
pen, met den dood voor oogen. i re onderneming notabene met een
i Want stelt u dat voor. De Noord- kleine haringvlet samen en buiten
jen Zu'id-Hollandsche Reddingmaat- de Noord- en Zuid-Hollandsche Red-
schappij betaalt haar scliipper hon- ding-Maatschappij om, het volk er af
derd gulden loon in het jaar. En nog mogen halen, waar Rijkers en zijn
niet eens zoo heel lang, want vroeger plok zich eerst als leeuwen voor had-
genoot hij vijf gulden salaris per den gewaagd, en al weer opnieuw
j maand, waarvan hij dertig gulden voor klaar lagen óók.
voorzichtigheid. Dat is mijn eenige
verontschuldiging, maar een zoodani-
haast 'n stuk uit de tafel..
„Nee, maat" weerde Dorus slap
jes af „wel bedankt hoor, maar
sinds dien on geluk smorgen kan 'k
geen druppel meer hebben... En als
er nog één puntje an manlteerd had,.,
't Is al nie eer tocli in de wereld...
En wat ze tegen me hebben, maar 'k
voel 't. nou zeker t staat zus of zoo
en ze zetten me de reddingboot hee-
legaar oud...
„En dan moet je die sloep al zóó
vaak vol gehad hebben... Niemand in
mijn leeftijd, die dat geluk gehad
heeft om zooveel menschen te redden
als ik...
„Zie je, zoo n schip raakt verge-
,Maar wat (heb je er aan, als ze
je zoo voor je kop kunnen stoot en
En toen zakte Dorus weer weg im
z'n sombere tobberijen. Met geeai
mogelijkheid was hij meer tot prate*
te krijgen...
De heldhaftige reus scheen een ge
broken man
(N. R.Crt.)
Toon, de Koetsier
't Is helder, vriezend weer.
Aan den donkeren hemel flikkeren
de sterren met buitengewonen glans;
'ten';' blf'-t"eerste"üechte weer zakt d« scherpe Oostenwind blaast aw-
I .- zeroi ,.--1 ipend door de straten, die bedekt zijn
s lading. met een d,iklie la bevroren sneeuw,
net as t met- die Newham gegaan is, tUe kraakt onder den stap der enia>
die in twintig dagen met vierduizend \0 voorbijgangers. Voor een groot,
balen katoen gansch is verzonken... aanzienlijk huis staat een rijtuig, een
Maar wat mijn nou gebeurd is, dat oude, niet al te fraaie vigelante; het
raak 'k van m'n leven nie- meer kwijt, paard staat met doorgezakte knieën,
man... Daar sla je door an't malen... den bijna op den grond gebo-
„Of is 't soms voor niks da'k toch te droomen van een warme»
stal en een welvoorziene ruif; een
nin onderscaeidingen heb - - as ze je üude deken js met zorg over den ma-
zoo maar voor je kop kunnen stooten. geven rug van den viervoeter uitge-
Wat 'heb je d'r dan an? t Is waar- spreid,
achtig zóó beroerd zijn de tijen, da'k De koetsier loopt trappelend op de
met me gewone werk van te visschen stoep heen en weerkoud. bitter
en ltolen te sjouwen den kost niet boud is de man. Zijn lange, blauw*
kan Halen t Is'n schande voor God, i®« heeft 'twtere dagen gekend s»
en „ooit, nooit nog gebeurd, maar —n jaren geO^ten m staat
k mot je bekenne,.., t gouden hoi- geeren nu kan zij voor het lichaam
loge, dat keizer Wilhelm I mijn pre- slechts een onvolledige beschutting
sent deed... affijn, mani 'k heb 't niet zijn. Van tijd tot tijd brengt de man
meer in me iiuis... De laatste vier zijn verstijfde vingers aan den men®
maanden geen cent te verdienen... ja, en tracht ze te verwarmen door erop
wat wil je? En of me medailles nog blazen. Nuttelooze poging; d«
leng ven mijn roUen blijvenT- Want S
ik heb er nog vijfde gouden van 't uitwerking van 'smans pogen is, dat
Engelsche gouvernement, de zilveren zijn baard al meer en meer glinstert
van Koningin Wilhelmina, de bron- door het verstijven van zijn adem,
zen reddiiigsmedaille en de gouden, dia in het. ruige haar blijft bange*
en de zilveren van de Maatschappij aJs de ijzel op de naakte takken der
tot Nut van 't Algemeen... behalve boomen.
da'k broeder ben van den Nederland- .Nef?" lU"' "a0"'1 de kMJ®"""'
en de Mok van den grooten toren
schen Leeuw, en t Burgerkruis twee- iMeft feeds lang halttien geslagen.
1,0 ldas vab Koning Leopold mag Negen uur, om niet te hut te ko-
dragen... mtn was ik er al een kwartier vóór
troon neer.
Aanbiddelijke Yetive. zei hij, ik
smeek u om vergeving. Ik buig mij
j ootmoedig en spreek mijn eerbied uit
ivoor de trouwste vrouw der wereld
Na. deze woorden kuste hij den
zoom van haar kleed en1 ging weer
staan.
Ik ben in 't vervolg uw vriend en
bondgenoot. Axpha.in en Granstark
zullen niet meer in tweedracht met-el
kaar leven, want door u kreeg ik een
lesje im trouw en gerechtighirid. 'r
Prins Gaibriël brulde als een razen
de. toen de dienaren zich met hem
en Berrowag uit de zaal verwijder-
1 den.
Toen de gelukkige volksmenigte
voor den troon der stralende vorstin
haar liefde en toewijding had uitge
sproken. knielde nog een enkele on
derworpene ter neder, als gold het. zijn
afscheid. Het was de hertog van Miz-
rox.
Maj'esteit, Mizrox is bereid zijn
[wandaad te boeten. Mijn leven be
hoort u, zei hij bedaard.
Zij begreep hem niet, totdat haar
oom haar aan den eed herinnerde, d'e
Mizrox den morgen, na. den moord had'
afgelegd.
Hij heeft, hij zijn leven gezworen,
dat gij Lorenz vermoord badt, zei hij,
zich tot Lorry wendend.
Ik heb gedwaald, maar ik ben
bereid boete te doen. Mijn vriendschap
voor Lorenz was grooter dan mijne
ge, dat u haar niet zal aannemen, zei
Mizrox zoo koelbloedig als stond hij
er zelf geheel buiten. i
Lorry keek verbaasd en onzeker
eerst Mizrox, toen de vorstin aan.
Ik koester geen wok jegens u,
hertog. Wees zoo goed l^in van
schuld vrij te spreken, Hooghcidr
I-Iet verheugt mij, dat gij weigert
zijn boete aan te nemen, zei deze.
Ilc ben voor eeuwig uw schulde-
naar, mijnheer, en ik zal altijd de
vorstint hoogachten, die mij zoo vol
genade mijn dwaling vergeeft.
Yetive noodigde Bolaroz uit tijdens
zijn verblijf in Granstark ook aan het
hof te blijven en de oude vorst ant
woordde met de verklaring, dat hij
minstens zóó lang zou blijven, tot het
nieuwe verdrag onderteekend was.
Vóór zij den troon verliet, fluisterde
Yetive Lorry met een lichten blos
toe
Kom mij over een.hali uur op-,
zoeken.
Om mijn belooning te ontvan
gen? woeg hij vol spanning.
Ach riep zij met zacht verwijt
uit.
Het gelaat, van graaf Halfont nam
een onrustige uitdrukking aan. toen
I iiij de snelle verandering in haar ge
laat opmerkte.
i Naast Halfont liep zij de zaal door.
tvotsch op de overwinning over liaar
wanhoop en verheugde zich over de
openhartige bekentenis van haar hart
tegenover de geheeie wereld, terwijl
de toekomst haar zonnig tegenlachte.
Lorry en Anquish, door allen aan
gegaapt. en bewonderd, ontmoetten
elkaar in de gang, waar veel haeren
en dames zich om hen schaarden, en
met loftuitingen overlaadden.
Gaspon alleen liet zich een woord
ontvallen, dat Lorry het bloed in de
aderen deed stollen.
Waart gij maai- een prins van
den bloede, zei de minister van finan
ciën op een toon van spijt en verlan
gen.
De wensch van Gaspon trof Lorry
als een bevel tot verbanning en gaf
hem een gevoel van onzekerheid, want
nog was hij van het voorwerp zijner
warmste verlangens door een sterken
muur gescheiden.
Hij ging met kapitein Quinnox naar
diens woning, alwaar hij zich presen
tabel maakte.
Stormachtige, gloeiende hartstocht
wisselde af met ijskoude rillingen van
vrees. Zijn hartstocht verlangde naar
haar stem, hare oogen, haar nabij
heid. en de vrees liet haar waarschu
wende stem hooren ,..Je zuljf haar
zien, haar kussen, en dan verbannen
worden."
Uit deze beide gemoedsbewegingen,
die heftig met elkaar om de o tu-niacbf
streden, ontstond eindelijk het vasté
besluit zichzelf niet te late<n weggooi
en. Liefde en vrees verbonden zich om
hem krachten te verleenen, en uitzij*
blik verdween de hopelooze uitdruk
king, uit zijn liart de twijfel.
Quinnox. geef mij de hand.
vergeet, wat ik gedaan heb. Gij hebt
gehandeld als een vriend en zijt haar
bijna tot in den dood trouw gebleven.
Ik heb u beleedigd en zou u inde ceL
hebben kunnen do oden, maar dat al
les gebeurde in woede. Wilt, ge voor
altijd mijn vriend zijn
Zij heeft gezegd u lief te hebben,
hei-nam de kapitein, den handdruk
beantwoordend. Ik ben haar slaaf zoo
goed als de uwe.
Weinige oogenblikken later stond
Lorry voor haar. Wat gesproken werd
of gebeurde tijdens het halve uur va*
hun onderhoud, behoeft niet vermeld
te worden. Dat het. onderhoud zeer
ernstig was, is duidelijk. De onrusti
ge, bezorgde oogen der vrouw en de
oproerige besliste uitdrukking op het
gelaat van den man spraken van. ee»
confine!
-- Ik geef je nooit woor op. zei,hii.
toen zij door de .deur gingen.
Een peinzen-fle uitdrukking kwam ia
haar oogen, maar zij 'antwóortld#
[niets.
(Wordt vervolgd).