foBSrf
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
verbraMePapiereii
23e Jaargang. No. 6965
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 1 MAART 1906 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN jfe, ADVERTENTIËN:
Voor Haarlem PER DR,E MAANDENt f 2n IpC „Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
VCOnemeenter'*g",t gemt«'d is <kom 'der' ~~5 BifAbonnemenfia™ien{ijk «ba"'3"165 30 CCTt P*r "g^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Teletoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantjers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentil'n
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitc Etrangére O. DAUBE Co.. JOHN F. JONES, Succ.. Parijs, 31'Faubourg Montmartre.
Stadsnieuws
FRANS ROSIER.
In ©en vorig nummer meldden wij
reeds, dat de man op wien de Gro-
ningsehe politie Zaterdag den gan-
schietn middag jacht heeft genia.akt, is'
gebleken niet Frans Rosier te zijn.
Over deze mislukte jacht schrijft de
..Provinciale Groninger Courant'-' nog
het volgende -.
..Helaas, hij was het nietHij, de
beruchte inbreker, wiens naam thans
door iedereen in den laaide wordt ge
noemd., waarvan het uitspreken al
leen den koelbloedigs ten politieman
een koude rilling over het lijf jaagt;
de man, voor wiens aanhouding f 100
is uitgeloofd, maai- dien niemand,
zelfs een tot de tandten ge.wapenden
veld wadi ter voor geen f 1000 zou dur
ven aanpakken de man dl© men over
al meent te zien, maar die nergens is
te vindenFrans Rosier, doberuch-!
te inbreker uit Haarlem.
De Adorpsche burgemeester en zijn
veldwachter hebben onze politie, rijks-
veldwacht. marechaussee, journalis-
ten, ja wie niet al, een werkzamer,
de bewoners van het noordelijk ge
deelte onzer stad, tusschen Moesstraat
en Boterdiep gelegen, een onrustigen
middag bezorgd.
Want, ronduit gezegd, aan het on
tactisch optreden van de beide Ader
pers. vooral van den veldwachter, is
het tocli eigenlijk te wijten, dat, onze
stad eergisteren in iep en roer is ge
weest. Zeker, ook die drommelsche
Frans Veldhuizen heeft er schuld aan.
Maar neem me. niet kwalijk. Als je
eerst, een uur gaans, den geheel en weg
van Adorp naar Groningen dooi' een
veldwachter bent gevolgd en je ziet
dan die sabeldragende rus tbezorger
eensklaps je op de fiets voorbijschie
ten en een tijdje later met twee poli
tieagenten in vol tenue op je afkomen,
waarachtig, dan begin je na te den
ken, dan onderzoek je je geweten tot
in de geheimste schuilhoeken en dan
moet je al een. heilig boontje in 't
kwadraat wezen, als je dan niet iets
vind.
Zoo'n zoete jongen was onze Frans
nu ook niet, al is er in da t opzicht tus
schen hem en den Haarlemschen nog
een hemelsbreed verschil. Hij had wer
kelijk nog wat op zijn kerfstok en
dusdaar ging ie voor niks
De drie politiemannen hem na.liet
Studentenpad langs, de spoorbaan
over, de Noorder,stationstraat in. Maar
Frans maakte lange beenen, heefteen
goed stel longen en won op zijn ach-
teiwolgers a:l meer en meer terrein,
en toen de politie den h.oek der Sta
tionstraat omdraaide, was er van den
vluchteling geen spoor meer (te zien.
Hij kon onmogelijk ver afzijn, meen
de de kastelein van het café Hunsingo
geen 200 meter, want nog juist had
hij een oogenblik besluiteloos en blijk
baar zeer vermoeid voor het bruggetje
over de sloot voor genoemd café ge
staan, alsof hij helt plan had, daar
over te vluchten. Maar ook maar een
oogenblikje, toen wa.s hij doorgerend.
Verder had geen mensch hem meer
gezien, 't Was alsof hij in den grond
was weggezonken. Hij moest dus, dat
6tond Aiast, meende men, in den om
trek schuilen.
En dus met man en macht, aan het
doorzoeken. Inspecteurs, rechercheurs
marechaussees, veldwachts en politie
agenten in uniform en in politiek wer
den gerequireerd, een aanzienlijk deel
van de politiemacht van Groningen
concentreerde zich aanvankelijk op
dat ©ene gedeelte onzer stad. En wij,
van wie onze lezers de zaak haarfijn
willen weten, ontbraken natuurlijk
niet op 't appèl enzochten mee
Vrees, o jé nee, die kenden wij niet,
net zoo min als een van de speurders,
die hadden immers de geruststelling,
dat tegenover' dat een© scheermes, dat.
hij van Medemblik heeft meegenomen
een kleine vijftig zwaai' geladen re
volvers stonden: Schuren, gesloten en
ongesloten, hooizolders, hooibergen,
mesthoopen, mestkarren, kippenhok
ken, stapels hout en stapels steenen
waar je niet., struiken en heesters,
maar j© wel door kon kijken, grep
pels. isiooten, met en zonder water,
moestuinen en groenland, alles weid
doorsnuffeld en afgeloopen.
Fietsende politiemannen snorden
alle omliggende wegen af, de spoor
baan werd een half uur gaans aan
weerszij den. afgezocht. De fantasie
speelde velen groote parten. Palen en
hoornen, die in de verte stonden, sche
nen hard te loopen, vogelverschrik
kers, die in den wind heen en. we.er
fladderden, leken vluchtende mannen,
ruistig pile kende kippen werden voor,
op en neer duikende vluchtelingen
Men was intusschen al sterk begon
nen te twijfelen aan de mogelijkheid,
dat nien Frans Rosier op h-et spoor
was. Wel had de heer Niehoff, toen
men hem het. portret, van den beruch-
ten inbreker had laten zien, zeer be
slist verklaard, dat, dat de man was,
dien hij had' gezien, maar de burge
meester van Adorp was niet zoo per
tinent in zijn verklaring. Bovendien
had deze laatste met den vluchteling
gesproken, terwijl de heer Niehoff
maar een vluchtigen blik op den man
had kunnen werpen en men we;et hiel,
de suggestie doet ook wat.
Toen nu alle doorzoéking niets had
opgeleverd dan modderige schoenen,
en vuile Meeren, gaf men het op. Op
alle uitgangen van de stad waren in
middels posten uitgezet, ontkomen
was (lus toch onmogelijk.
Rekening houdende met de moge
lijkheid, dat de voortvluchtige zich
niet had verborgen' in de Noorder Sta
tionstraat, maar doorgeloopen was.
ging een reeherciueur de stad in op
onderzoek.
Onze recherche kent zijn Pappen
heimers" en toen zij dus vernomen
had', dat de man met potlood en ventte
rees bij haan' een flauw vermoeden,
dat die hardlooper met zijn „schurf
tig" geweten wel eens Frans Veldhui
zen kon wezen, al leek die ook aller
minst op zijn naamgenoot. En jawel,
onze recherche had alweer een. goe
den neus gehad. De redenen waarom
hij aan den haal was gegaan, zijn
hierboven, reeds weergegeven.
Maar het publiek is niet zoo lichi-
geloovig. Het twijfelde aan de waar
heid van het verhaal der politie. Nog
altijd weet „men" elkaar te vertel
den, dat Frans Rosier hier wel is .ent
dat. die arrestatie van dien anderen
Frans maar een opgemaakte mouw
is, om de bewoners van het noorden
der stad. gerust te stellen. Daarom
hebben we eens bij Van Oost, den
slaapsteehouder in de Raamstraat, bij
wien de arrestatie plaats had, geïnfor
meerd. We kunnen daarom mededee-
len, dat datgene wat- de politie ver
telt. de waarheid en niets dan de waar
heid is. 't Is wel jamnier. dat wij me
nigeen van onze lezers deze schoone
illusie moeten ontnemen, maai iiij is
het ..helaas niet geweest."
Stukken van den R a a cl.
SALARISREGELING BIJ ZIEKTE.
Door den heer L. Modoo zijn ©eni
ge redactie-wijzigingen voorgesteld in
de ontwer.p-verordening regelende het
salaris van gemeente-a,mbtenaiien bij
ziekte.
MAXIMUM AANTAL LEERLINGEN.
De afdeeling Haarlem van het Alg.
Ned. Werklieden Verbond betuigt
adhaesie met het voorstel van den
heer Thiel c. s. betreffende het vast
stellen van het maocimum aantal
leerlingen per klasse aan openbare
lagere scholen.
PENSIOEN VOOR LEERAREN.
Door den lieer F. W. van Styrum
wordt voorgesteld een amendement
op het voorstel van de heeren Thiel
c. s. en de heeren Kleynenberg c. s.
van de volgende strekking
om duidelijk te doen uitkomen dat.
de gemeente de regeling treft inbaar
eigen financieel belang, daarbij ech
ter niet uit het oog verliezende dat
door haar regeling de belangen van
de betrokken personen niet behooren
te worden geschaad.
Door den heer Modoo zijn enkele
wijzigingen ingediend op het voor
stel Kleijnenberg c. s. Het slot van
sub. I van het voorstel wenscht hij
te doen luiden
„worden door de gemeente Haar
lem vergoed, zooveel 1/40 deelen der
stortingen, waartoe deze leeraren en
leeraressen gehouden zijn tegenover
het. Rijk, ais zij als zoodanig op 1
Januari 1906 dienstjaren bij de ge
meente Haarlem hadden. Bovendien
wordt hun van 1 Januari 1906 af voor
eik volgend dienstjaar als zoodau'g
in Haarlem doorgebracht 1/40 deel
dser stortingen terugbetaald."
Voorts wenscht hij te bepalen dat
leeraren en leeraressen op 1 Jan. 1906
in functie der H. B. S. of Meisjes
school voor M. O., die bij overgang
naar het Rijk nog geen aanspraak
kunnen maken op rijks-invaliditeits
pensioen, behouden of verkrijgen op
den voet der gemeenteiijke pensioen
verordening aanspraak op invalidi
teitspensioen vanwege de gemeente.
meur-generaal van Ned.-Indie
Na vermeestering van de zwaar
versterkte benting Kandela. aan den
oostoever van het possome»er, schijnt
het verzet ten Z.O. van het Posso-
rneer gebroken te zijn.
ALGEM. NEDERL. WERKLIEDEN
VERBOND,
Het „Algemeen Nederlandsch Werk
lieden-Verbond" houdt zijn algemeen©
vergadering dit jaar op de beide
Paaschdagen. 15 en 16 April te Rotter
dam-
Op deze vergadering worden o. m.
behandeld liet ontwerp tot wijziging-
van de statuten ©n wijzigingen inliet
werkprogram.
De vergadering wordt gevolgd door
een feestelijke bijeenkomst, ter her
denking van 'het 35-jarig bestaan van
het Verbond.
Binnenland
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin-Moeder vereenig-
de Dinsdag aan eeln diner: den roe
zitter van de Eerste Kamer der Stat en-
Generaal de ministers van Justitie,
financiën, marine, oorlog, waterstaat
en koloniën, den Commissaris der Ko
ningin in de provincie Zuid-Holland,
den burgemeester van Den Haag. den
generaal-majoor De Wit, commandant,
der bereden artillerie, zoomede dames
en heeren van Hr. Ms. hofhouding.
Naar aanleiding van het bericht, dat
H. M. de Koningin-Moeder met H. M.
de Koningin in het laatst detzer week
een bezoek zal brengen aan den Kin
derdijk, wordt ten stelligste medege
deeld, dat bij H. M. de Koningin-Moe
der het voornemen niet bestaat en
niet bestaan heeft om dat bezoek te
brengen; voorts, dat het bezoek van
H. M. eerst 5 Maart zal plaats heh-
ben.
EENK ONDERSCHEIDING
Professor Pel, hoogleeraar aan de
Amsterdamsche Universiteit, is, naar
liet „Hbld." meldt, door den „Verein
für innore Medïcin" te Berlijn tot
eere-lid benoemd. Het is een zeldzame
onderscheiding, die tot. dusver aan
slechts weinig geleerden (zooals Noth-
nagel te Weenen, Erb to Heidelberg,
v. Leube te Wiirzburg, Baoelli ie Ro
me) te beurt, gevallen is.
VERZET GEBROKEN
Bij liet departement van koloniën
is Dinsdag ontvangen liet volgende te-
iegrafisohe bericht va-n den gouver-
HUGENHOLTZ CONTRA WIJNKOOP
De heer Hugenholtz publiceert
reeds weder een dupliek op de re
pliek. door den heer Wijnkoop in
zijne pas verschenen brochure neer
gelegd. Hij houdt daarin vol, dat
cle dóór ,..cie Centrale" voorgestelde
reorganisatie den heer Wijnkoop fi
nancieel niet zou treffen en hij be
sluit aldus
„Mijn oordeel blijft dus onver
zwakt. dat Wijnkoop de gevolgen
van eigen tekortkomingen voortdu
rend heeft trachten af ie wenden en
ongedaan te maken, door één voor
één allerlei organisatie, politieke en
andere, voor zijn karretje te span
nen. Wel heeft hij mij steeds het par
tijbelang voorgehouden, doch slechts
om onder bedreiging daarmee van
mij concessies af te dwingen. Ook
het smoesje van het- niet publiceeren
kan hem niet dekken. In mijn be-
laug was dajt inderdaad niet, want
ik wist, hoe nu ongehinderd tegen
mij kon worden gelasterd, honderd
uit. En indien Wijnkoop die publi
catie alleen met het oog op de nade
rende verkiezingen heeft vermeden,
i waarom lieeft. hij onmiddellijk daar
na dan niet naar de pen gegrepen
Eenvoudig, omdat dan zijn voortdu
rende bedreiging geen kracht meer
hebben zou.
Een laatste noodschot doet Wijn
koop door een zoogenaamde uitslui
ting van agenten tegen mij uit te
spelen. Ik lean daarop antwoorden,
dat. in deze geen enkele stap door
mij gedaan is. zonder opdracht van
het hoofdkantoor. En dat die zooge
naamde uitsluiting eenvoudig be
rustte op een misverstand van liet
woord ..samenwerken", waarmee wel
een „weigering" van persoonlijke,
doch niet van schriftelijke connecties
bedoeld werd, zoodat de agenten ver
zekeringen kunnen afsluiten, echter
zonder mijn persoonlijke hulp, zoo
als dan ook geschiedt. De directeur,
de heer De Lieme, heeft mij persoon
lijk verklaard, dat in deze aangele
genheid een misverstand bij de
agenten heerscht en dat. in elk ge
val li ij de volle verantwoordelijk
heid da-aagt voor wat .de Centrale"
hoofd- of bijkantoor publiceert, en
niet. een zijner beambten.
Als ik mij niet zeer bedrieg, dan
heeft zich onlangs aan een onzer
coöperaties een soortgelijk geval
voorgedaan als het onderh avige, toen
hei bestuur ook moest ingrijpen, na
dat door te groote aanvankelijke toe
gevendheid de zaak onherstelbare
schade dreigde te zullen Jijden door
de ongeschiktheid van een der be-
ambten. Zoo ook hier. De eenige
vraag is dus mag een zaak, clie
voor de arbeidersbeweging groote
voorde den kan opleveren, worden op
geofferd aan het (slecht begrepen)
eigenbelang van een man Neen. gij
staat hier niet voor de keuze, een
Kamerlid de hand boven het hoofd
te houden ten koste van de democra
tie. Wie onzer zou, voor die keuze
geplaatst niet zonder eenige aarze
ling den eerste uitwerpen. vooral,
wanneer daarbij levendig werd de
herinnering aan het ontzaglijk kwaad
door zoo menig Kamerlid, in den
loop der jaren aan de democratie
toegebracht- De zaak <die ons thans
bezig houdt is een gansch andere.
Mag iemand, wie ook, zijn eigen be
lang, zonder eenig recht opdringen
ten koste van de zaak waaraan hij
verbonden is en ten koste van de
eer en den goeden naam van een
mede-beambte mag zoo iemand, om
dat hij toevallig een rol speelt in
de arbeidersbeweging, de eene orga-
I nisatie voor en de andere na voor
I zijn particulier belang exploiteeren,
j met schromelijke verwaarloozing van
I het- belang der partij, bij welke hij
is aangesloten Zóó gesteld, en ik
meen te hebben aangetoond, dat de
zaak alleen zóó zuiver gesteld is, kan
liet antwoord op die vraag nief twij
felachtig zijn."
ARME VISSCHERS.
-Angstige stonden hebben twee Ur-
ker vissehers verleden week in de
Nooidzee doorleefd, toen ze bij nacht
ver van de kust ronddreven, hangen
de aan een kluiffokspaal. Gelijk reeds
vroeger is vermeld werd Donderdag
morgen omstreeks 4 uur de botter
U. K. 52, terwijl de2e in de nabijheid
van het Haaksvuurschip aan de kor
lag, overst-oomd door het naar* Dor
drecht bestemde Duitsche stoomschip
„Taygeta.".
Toen deze boot recht op den bolter
bleef aanhouden, ontstaken de vis
sehers, al waren ze bewust, dat hun
seinlichten goed brandden, fluks een
falckei om de aandacht op zich te ves
tigen. Doch te vergeefsweinige
oogenblikken later had. de aanva
ring plaats, en de drie opvarenden
die op de plecht stonden, voelden
deze plotseling onder hun voeten
wegzinken, en zonken eveneens. Toen
schipper Toon Bakker weer boven
water kwam, voelde hij zijn 13-jarig,
neefje Dubbele (wiens vader verleden
jaar is verdronken) op zijn rug. de
armen om zijns ooms hals geslagen.
Gelukkig had hij de tegenwoordig
heid van geest en de kracht om te
zwemmen, zonder in de niet door
maanlicht beschenen zee iets te kun
nen zien, en stiet toen gelukkig op
den kluiffokspaal, die echter te licht
voor hen bleek, waarom elk een uit
einde er van opzocht. Zoo dreven ze
geruimen tijd voort, zonder opge
merkt of gehoord te worden, totdat
de iets verder vissoliende botter U. K.
38, schipper Dubbele Bakker, een
broer van den schipbreukeling, tot
redding aansnelde. Dadelijk hadden
de opvarenden van de „38" de kor
met toebehooreri (een waarde van
eenige honderden guldens) losge
gooid, toen ze laatv maai' niet te laat,
het onheil bemerkt hadden.
Intusschen was een sloep van de
..Taygeta" uitgezet en genaderd om
behulpzaam te zijn, doch toen was
de redding reeds geschied. Nog eeni
ge uren zeilde de U. K. 38 heen en
weer om te onderzoeken of van clen
vermisten knecht Jell Hakvoort iets
te bespeuren was, maar het zoeken
bleef, helaas, vruchteloos. Op Urk
treuren een weduwe en vijf jonge
kinderen om hun goeden man en
vader.
De verloren botter was een der
grootste en meest zeewaardige van de
llrker vloot, overvloedig voorzien van
alles wat voor de uitoefening van
liet vak noodig- was, wat tegenwoor
dig- op veie botters niet het gevaJ is
wegens den achteruitgang der lcust-
visscherij.
Van den vader dezer Bakkers (nu
een bejaard man) beschreef dr. J. W,
Lieftinck indertijd in een Nutsalma-
nak (jiiarg. 1875) een heldendaad, die
nog wel eens herinnerd mag worden.
Jaren geleden voeren iedereit herfst
eenige der kloekste Urker vaartui
gen ter schelvischvangst naar de Oost-
Friese he kust, waar ze meermalen
goecl geld verdienden. Sedert is deze
visscherij in verval geroakt; maar ia
1873 was zij nog in vollen bloei.
Nu geschiedde het dat bij een vlie
genden storm op den 17den Decem
ber van dat jaar de Hamburger boot
Uranda" op liet rif van Nordemeij
raakte. Niemand der aanwezige Duit-
sehers bc-zat moed genoeg om een
poging tot redding te wagen. Toen
springen zes Urkers in een schuit en
staken van wal. Geruimen tijd tracht
te deze zich door do geweldige bran
ding heen te slaan. Met klimmend
levensgevaar poogde men het reeds
zinkende vaartuig te naderen, 't. was
ijdel, al vergeefs. Eén van de opva
renden begon liet reddingsplan reeds
op te geven, zeggen'demannen,
wendt het roer. God zegene de arme
kerels, wij hebben onzen plicht voor
God gedaan Daar stuift een wak
kere Urker (bedoelde Evert Bakker)
met heftige aandoening- naar voren,
balt de vuist, en spreekt op snellen
toon Voor God onzen plicht gedaan?
neen, „voor den duivel", nog
nietVooruit, wij willen met ons
achttienen hier blijven of we willen
allen gered worden!,..
Zóó geschied eb'. Nog eenmaal wer
den alle krachten ingespannen, en
alle twaalf werden gered.
\AN HUN I.OT OVERGELATEN^
Zekere A. Leushuis, geboren te'fub-
bergen en thans werkzaam in Duitsch-
lanci, kwam Zaterdag te Tuhbergen
niet zijne 4 kinderen en vroeg om on
derstand en om geneeskundige hulp
voor een der kinderen.
Toen hem. dit geweigerd werd, ver
trok hij in de richting van Almelo.
Dicht bij deze plaats gekomen, zei-
de hij tot de kinderen, dat hij alleen
naar Duitschland terugging en dat zij
zich bij de politic te Almelo moesten
aanmelden. Hij liet daarna de kleinen
aan hun lot over.
Door den inspecteur van poli i ie te
Almelo werdien zij aangehouden en
voorloopig onder dak gebracht.
EEN' MUIS MET EEN STAART.
Onze lezers zullen zich herinneren,
dat eenigen tijd geleden de bij Har-
dinxveld gestrande stoomboot Histel-
huebers 3" door den ontvanger der in
voerrechten te Gorinchem in beslag is
genomen, omdat eenige vaten wijn,
welke in het ruim onder Zollvcr-
schlusz voor DuitseMand. geladen wa
ren. niet op liet Nederlandsche mani
fest der lading voorkwamen
Nadat belanghebbenden hadden aan
getoond, dat opze.t tot smokkelen ge
heel was uitgesloten dn luet niet ver
melden der vaten met- hun inhoud
niet anders kon zijn dari een oiischul-
Feuilleton.
Naar ih e t Fransch,
Hij verklaarde dus net als een an
der en met. .anderen te willeu werken.
Hij borg zijn viool goed weg in cle kist.
©loot deze in een kast, zich voorne
mende dies Zondags het instrument
voor den dag te halen en op de da
gen, dat men hem er goed voor wilde
betalen.
A'ee.l moeite met zijn nieuw vale had
hij niet. Tusschen de wingerds als het
ware geboren, en groot, geworden tus
schen de wi jnbakken, had hij 't wijn-
gaardeniersbloed volgens geboorte en
opvoeding in de aderen.
Hij werd clus spoedig een vrij goed
druiven-teeler de oude Bertram! keek
er verwonderd van op. Wa,t Bertrand
zelf betrof, hij was een meester in zijn
vak. Eiken morgen op het zelfde uur
ging hij zijn wijnranken langs, be
tastte de sappige hollen, bekeek nauw
keurig de planten, en inspecteerde
den voorraad in dé heldere zon, en
dan, als gold het een heilige zaak,
nam hij e»en glas, vulde dot, en met
gesloten oogen. en opstaande neus-
I vleugels, proefde hij liet aroma, de
kracht vaar den wijn. Dan geraakte de
lourle Bertrand in een goed humeur
totdat hem op zekeren dag een be
roerte te midden zijner wijngaarden.
j overviel en een eind maakte aan zijn
leven van duurzaam, vlijtig werken.
1 Dit gebeurde, toen zijn kleinzoon.
[Prosper, nauwelijks twee maanden
joud was. Toen geleek het, alsof met
den ouden man ook de voorspoed uit
het huis was heengegaan. Aan zich
zelf overgelaten, verviel Eugene Thi-
bault weder in het oude gemor over
zijn tragisch levenslot en zag hij van
jaar tot jaar zijne kleine bezitting in
krimpen.
Eerst 'kwam liet oïdium, cle blanke
bladeren met vlekken bederven, en
gingen de krachtige sappen uit de
planten, daarmede verloren toen men
sulfaat ging aanwenden, om 't kwaad
tegen te gaan, stierven de meesten
aan de gevolgen.
Het volgend jaar moest aan de we-,
der-aanpl anting veel geld besteed
wordenhet daaropvolgend kenmerk
te rich door onafgebroken onheilen,
als hagelslag en overvloedige regens,
dan weer te sterke droogte maar ook
kon het de toch al te weinige ervaring
van Thtbault geweest zijn, die oogst
op oogst deed verloren gaan.
Het huis van Bertrand Fosse, zoo
vreedzaam en vriendelijk als het eer
tijds geweest was, werd nu somber.
De meester was veranderd, en ieder
die hom zag, was er van overtuigd,
dah hij toch eigenlijk voor eindelooze.
ellende geboren scheen. Zonder vreug
de zag hij zijn tweede kind Christine
geboren worden, en haar in het wieg
je ziende liggen, zeide hij
Een meer om te lijdien.
Ook Martha., die vroeger een kalm
en opgeruimd humeur had, werd nu j
droef geestig. Na tien jaren van hu
welijk begon zij, als haar echtgenoot,
te gelooven in een noodlot en zag, als
Tliibault cle droefheid in alles rond-
om zich heen.
Wel kwamen er oogénblikken in
haar leven voor dat zij toch de toe
komst minder zwaartillend inzag doc-h
deze momenten van vriendelijke ge
voelens werden hoe langer hoe zeld-
zamer.
Alleen Christine bedroog de voor-
spellingen.. Evenals haar moeder in
dier jeugd, was rij vroolijk en opge-
ruimd en de zonnige vlek in deze som
bere omgeving.
Prosper daarentegen was een stille
jongen geweest. Nauwelijks loopen
kumiende brak hij een heen door in
een put te vallen, hij bleef er kreupel
van, wat hem van de spelletjes zijner
makkers verre deed blijven. Want on
barmhartig en wreed, als kinderen in
hunne onwetendheid zijn kunnen, be
spotten zij hem, die dan heil en lief
kozing bij zijn moeder zoeken ging.
Maar hij werd er te meer een droo-
mer door en van een gesloten karak
ter.
Zonder het te willen, verergerde ziji<
vader deze melancholieke neigingen.
Toen Prosper 10 jaar oud was, gaf hij
hem een viool en de jongen bracht
door zijn hartstocht, waarmee hij zich
op de studie toelegde, zijn zen uw go
stel nog meer in de war.
Eugene Tliibault moedigde hem nog
aan, en na de ervaringen, door hem
zelf opgedaan bij zijn talenten, die
hij wist, dat veel te gering waren ge
weest om li,et verdei' in de wereld te
brengen dan een mislukt wijngaarde
nier, wilde liij zijn zoon Prosper voor
alles goed muzikaal onderlegd heb
ben. Maar de overspanning van dc
zenuwen van den knaap noodzaakten
den bevriende dokter, alle studie te
verbieden. Bni sedert bleven de twee
vioolkisten van vader en zoon onaan
geroerd op de kast staan.
Ondanks de zorgelijke levensomstan
digheden in het vaderlijk huis, ont
ving Prosper eene voldoende opvoe
ding. Hij volgde Le lessen in een na
burig stadje en 's morgens en 'savonds
reed hij op den bok naast den koet
sier van de diligence heen en weder.
Toen hij twintig jaar geworden was
en weinig gevoelde om zijn leven te
midden der wijnranken te slijten, ging
hij op zijn beurt naar Parijs; dé af
gevaardigde van het arrondissement
had hem een plaats op het ministerie
van financiën bezorgd.
Na drie jaar kwam de oorlog, de in
val en het beleg. Prosper Tliibault
bleef in het belegerd Parijs. Toen
kwam de Commune. Langen tijd bleef
men te Bertrand-Fosse zonder tijding;
toen begon Prosper druk te schrijven
ten in zijn brieven schemerde een
flauwe hoop, ten minste volgens zijn
moecler. Maar gelijk men gezien beeft,
vader Thibault geloofde daar niet
aan.
Na de gesnoeide takken van de win
gerds te hebben neergelegd, kwam
Thibault. naar moeder en dochter toe.
en doelende op zijn ruwe werkhaden.
zeide hij met eenige bitterheid
Do handen van een violist. Ja,
spreek mij niet van hoop of vèrwach
ting, want dan denk ik aan liet ver
leden. aan de geLe'den ellende en hei
wordt me te machtig. Bovendien, op
mijn. leeftijd is er geen plaats meer
voor een toekomst.
-- Maar vader, zeide Christine, ge
zijl pas 53 jaar
Dat is liet juist, zeide Thibault
langs die wingerds starende, die op de
latten gebonden, dezen zo mor prach
tig waren uitgekomen, - nu zal de
oogst wel goed worden, maar daar
voor meest, eerst vijf jaar gewerkt jen
gezwoegd worden.
Het geleden kwaad raakt gauw
vergeten, 'zeide Martha half luid
En de gemaakte schulden dan
Is men die ook gauw vergeten
Martha zuchtte.
Vader was heden in een slechten
luim, en een teeken aan haar dochter
gevend, gingen beide vrouwen h?t
huis binnen.
I'oen. alleen blijvend met zijn eigen
overpeinzingen, overzag Thibault zijn
heengegane leven. En hij overdacht,
dat zoo niet zijn natunrlijko loop
baan was gestoord geweest, door de
dwaling zijner jeugd, door naar Parijs
te willen, dat Parijs, hetwelk bijna
altijd voor de provincialen noodlottig
wordt, hij een minder zuur stuk brood
zou hebben kunnen verdienen. Want
do herinnering' aan wat hij had: kun
nen zijn, kwelde hem. Inderdaad, hij
leefde nu zooals zijn vader, eri zijn
grootvader hadden geleefd, maai- die
waren tenminste in hun dorp geble
ven en hadden niet veel andere van
de wereld gezien en begrepen.
Zoo hij maai* gedaan had als zij,
en eon in zijn vak door en door be
kwaam druiven-planter geworden,
dan zou hij niet de ontevredenheid
hebben leeren kermen, waaronder hij
nu gebukt ging, en zijn leven zou even
als het hunne zonder vee' genoegens,
maar ook zonder veel strijd voorbij
gegaan zijn.
Het verwijt kwam h hem boven,
zijn zoon nu voor clie zelfde dwalin
gen niet gespaard te hebben. Maar
Prosper had tooh een fijn uiterlijk,
niet dat van oen wijngaardenier ten
minste, en heel erg ainbitieus was hij
ook niet.gelukkig voor hom,
(Wordt vervolgd).