foBSrf NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. verbraMePapiereii 23e Jaargang. No. 6965 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 1 MAART 1906 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN jfe, ADVERTENTIËN: Voor Haarlem PER DR,E MAANDENt f 2n IpC „Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement VCOnemeenter'*g",t gemt«'d is <kom 'der' ~~5 BifAbonnemenfia™ien{ijk «ba"'3"165 30 CCTt P*r "g^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Teletoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantjers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentil'n en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitc Etrangére O. DAUBE Co.. JOHN F. JONES, Succ.. Parijs, 31'Faubourg Montmartre. Stadsnieuws FRANS ROSIER. In ©en vorig nummer meldden wij reeds, dat de man op wien de Gro- ningsehe politie Zaterdag den gan- schietn middag jacht heeft genia.akt, is' gebleken niet Frans Rosier te zijn. Over deze mislukte jacht schrijft de ..Provinciale Groninger Courant'-' nog het volgende -. ..Helaas, hij was het nietHij, de beruchte inbreker, wiens naam thans door iedereen in den laaide wordt ge noemd., waarvan het uitspreken al leen den koelbloedigs ten politieman een koude rilling over het lijf jaagt; de man, voor wiens aanhouding f 100 is uitgeloofd, maai- dien niemand, zelfs een tot de tandten ge.wapenden veld wadi ter voor geen f 1000 zou dur ven aanpakken de man dl© men over al meent te zien, maar die nergens is te vindenFrans Rosier, doberuch-! te inbreker uit Haarlem. De Adorpsche burgemeester en zijn veldwachter hebben onze politie, rijks- veldwacht. marechaussee, journalis- ten, ja wie niet al, een werkzamer, de bewoners van het noordelijk ge deelte onzer stad, tusschen Moesstraat en Boterdiep gelegen, een onrustigen middag bezorgd. Want, ronduit gezegd, aan het on tactisch optreden van de beide Ader pers. vooral van den veldwachter, is het tocli eigenlijk te wijten, dat, onze stad eergisteren in iep en roer is ge weest. Zeker, ook die drommelsche Frans Veldhuizen heeft er schuld aan. Maar neem me. niet kwalijk. Als je eerst, een uur gaans, den geheel en weg van Adorp naar Groningen dooi' een veldwachter bent gevolgd en je ziet dan die sabeldragende rus tbezorger eensklaps je op de fiets voorbijschie ten en een tijdje later met twee poli tieagenten in vol tenue op je afkomen, waarachtig, dan begin je na te den ken, dan onderzoek je je geweten tot in de geheimste schuilhoeken en dan moet je al een. heilig boontje in 't kwadraat wezen, als je dan niet iets vind. Zoo'n zoete jongen was onze Frans nu ook niet, al is er in da t opzicht tus schen hem en den Haarlemschen nog een hemelsbreed verschil. Hij had wer kelijk nog wat op zijn kerfstok en dusdaar ging ie voor niks De drie politiemannen hem na.liet Studentenpad langs, de spoorbaan over, de Noorder,stationstraat in. Maar Frans maakte lange beenen, heefteen goed stel longen en won op zijn ach- teiwolgers a:l meer en meer terrein, en toen de politie den h.oek der Sta tionstraat omdraaide, was er van den vluchteling geen spoor meer (te zien. Hij kon onmogelijk ver afzijn, meen de de kastelein van het café Hunsingo geen 200 meter, want nog juist had hij een oogenblik besluiteloos en blijk baar zeer vermoeid voor het bruggetje over de sloot voor genoemd café ge staan, alsof hij helt plan had, daar over te vluchten. Maar ook maar een oogenblikje, toen wa.s hij doorgerend. Verder had geen mensch hem meer gezien, 't Was alsof hij in den grond was weggezonken. Hij moest dus, dat 6tond Aiast, meende men, in den om trek schuilen. En dus met man en macht, aan het doorzoeken. Inspecteurs, rechercheurs marechaussees, veldwachts en politie agenten in uniform en in politiek wer den gerequireerd, een aanzienlijk deel van de politiemacht van Groningen concentreerde zich aanvankelijk op dat ©ene gedeelte onzer stad. En wij, van wie onze lezers de zaak haarfijn willen weten, ontbraken natuurlijk niet op 't appèl enzochten mee Vrees, o jé nee, die kenden wij niet, net zoo min als een van de speurders, die hadden immers de geruststelling, dat tegenover' dat een© scheermes, dat. hij van Medemblik heeft meegenomen een kleine vijftig zwaai' geladen re volvers stonden: Schuren, gesloten en ongesloten, hooizolders, hooibergen, mesthoopen, mestkarren, kippenhok ken, stapels hout en stapels steenen waar je niet., struiken en heesters, maar j© wel door kon kijken, grep pels. isiooten, met en zonder water, moestuinen en groenland, alles weid doorsnuffeld en afgeloopen. Fietsende politiemannen snorden alle omliggende wegen af, de spoor baan werd een half uur gaans aan weerszij den. afgezocht. De fantasie speelde velen groote parten. Palen en hoornen, die in de verte stonden, sche nen hard te loopen, vogelverschrik kers, die in den wind heen en. we.er fladderden, leken vluchtende mannen, ruistig pile kende kippen werden voor, op en neer duikende vluchtelingen Men was intusschen al sterk begon nen te twijfelen aan de mogelijkheid, dat nien Frans Rosier op h-et spoor was. Wel had de heer Niehoff, toen men hem het. portret, van den beruch- ten inbreker had laten zien, zeer be slist verklaard, dat, dat de man was, dien hij had' gezien, maar de burge meester van Adorp was niet zoo per tinent in zijn verklaring. Bovendien had deze laatste met den vluchteling gesproken, terwijl de heer Niehoff maar een vluchtigen blik op den man had kunnen werpen en men we;et hiel, de suggestie doet ook wat. Toen nu alle doorzoéking niets had opgeleverd dan modderige schoenen, en vuile Meeren, gaf men het op. Op alle uitgangen van de stad waren in middels posten uitgezet, ontkomen was (lus toch onmogelijk. Rekening houdende met de moge lijkheid, dat de voortvluchtige zich niet had verborgen' in de Noorder Sta tionstraat, maar doorgeloopen was. ging een reeherciueur de stad in op onderzoek. Onze recherche kent zijn Pappen heimers" en toen zij dus vernomen had', dat de man met potlood en ventte rees bij haan' een flauw vermoeden, dat die hardlooper met zijn „schurf tig" geweten wel eens Frans Veldhui zen kon wezen, al leek die ook aller minst op zijn naamgenoot. En jawel, onze recherche had alweer een. goe den neus gehad. De redenen waarom hij aan den haal was gegaan, zijn hierboven, reeds weergegeven. Maar het publiek is niet zoo lichi- geloovig. Het twijfelde aan de waar heid van het verhaal der politie. Nog altijd weet „men" elkaar te vertel den, dat Frans Rosier hier wel is .ent dat. die arrestatie van dien anderen Frans maar een opgemaakte mouw is, om de bewoners van het noorden der stad. gerust te stellen. Daarom hebben we eens bij Van Oost, den slaapsteehouder in de Raamstraat, bij wien de arrestatie plaats had, geïnfor meerd. We kunnen daarom mededee- len, dat datgene wat- de politie ver telt. de waarheid en niets dan de waar heid is. 't Is wel jamnier. dat wij me nigeen van onze lezers deze schoone illusie moeten ontnemen, maai iiij is het ..helaas niet geweest." Stukken van den R a a cl. SALARISREGELING BIJ ZIEKTE. Door den heer L. Modoo zijn ©eni ge redactie-wijzigingen voorgesteld in de ontwer.p-verordening regelende het salaris van gemeente-a,mbtenaiien bij ziekte. MAXIMUM AANTAL LEERLINGEN. De afdeeling Haarlem van het Alg. Ned. Werklieden Verbond betuigt adhaesie met het voorstel van den heer Thiel c. s. betreffende het vast stellen van het maocimum aantal leerlingen per klasse aan openbare lagere scholen. PENSIOEN VOOR LEERAREN. Door den lieer F. W. van Styrum wordt voorgesteld een amendement op het voorstel van de heeren Thiel c. s. en de heeren Kleynenberg c. s. van de volgende strekking om duidelijk te doen uitkomen dat. de gemeente de regeling treft inbaar eigen financieel belang, daarbij ech ter niet uit het oog verliezende dat door haar regeling de belangen van de betrokken personen niet behooren te worden geschaad. Door den heer Modoo zijn enkele wijzigingen ingediend op het voor stel Kleijnenberg c. s. Het slot van sub. I van het voorstel wenscht hij te doen luiden „worden door de gemeente Haar lem vergoed, zooveel 1/40 deelen der stortingen, waartoe deze leeraren en leeraressen gehouden zijn tegenover het. Rijk, ais zij als zoodanig op 1 Januari 1906 dienstjaren bij de ge meente Haarlem hadden. Bovendien wordt hun van 1 Januari 1906 af voor eik volgend dienstjaar als zoodau'g in Haarlem doorgebracht 1/40 deel dser stortingen terugbetaald." Voorts wenscht hij te bepalen dat leeraren en leeraressen op 1 Jan. 1906 in functie der H. B. S. of Meisjes school voor M. O., die bij overgang naar het Rijk nog geen aanspraak kunnen maken op rijks-invaliditeits pensioen, behouden of verkrijgen op den voet der gemeenteiijke pensioen verordening aanspraak op invalidi teitspensioen vanwege de gemeente. meur-generaal van Ned.-Indie Na vermeestering van de zwaar versterkte benting Kandela. aan den oostoever van het possome»er, schijnt het verzet ten Z.O. van het Posso- rneer gebroken te zijn. ALGEM. NEDERL. WERKLIEDEN VERBOND, Het „Algemeen Nederlandsch Werk lieden-Verbond" houdt zijn algemeen© vergadering dit jaar op de beide Paaschdagen. 15 en 16 April te Rotter dam- Op deze vergadering worden o. m. behandeld liet ontwerp tot wijziging- van de statuten ©n wijzigingen inliet werkprogram. De vergadering wordt gevolgd door een feestelijke bijeenkomst, ter her denking van 'het 35-jarig bestaan van het Verbond. Binnenland HOFBERICHTEN. H. M. de Koningin-Moeder vereenig- de Dinsdag aan eeln diner: den roe zitter van de Eerste Kamer der Stat en- Generaal de ministers van Justitie, financiën, marine, oorlog, waterstaat en koloniën, den Commissaris der Ko ningin in de provincie Zuid-Holland, den burgemeester van Den Haag. den generaal-majoor De Wit, commandant, der bereden artillerie, zoomede dames en heeren van Hr. Ms. hofhouding. Naar aanleiding van het bericht, dat H. M. de Koningin-Moeder met H. M. de Koningin in het laatst detzer week een bezoek zal brengen aan den Kin derdijk, wordt ten stelligste medege deeld, dat bij H. M. de Koningin-Moe der het voornemen niet bestaat en niet bestaan heeft om dat bezoek te brengen; voorts, dat het bezoek van H. M. eerst 5 Maart zal plaats heh- ben. EENK ONDERSCHEIDING Professor Pel, hoogleeraar aan de Amsterdamsche Universiteit, is, naar liet „Hbld." meldt, door den „Verein für innore Medïcin" te Berlijn tot eere-lid benoemd. Het is een zeldzame onderscheiding, die tot. dusver aan slechts weinig geleerden (zooals Noth- nagel te Weenen, Erb to Heidelberg, v. Leube te Wiirzburg, Baoelli ie Ro me) te beurt, gevallen is. VERZET GEBROKEN Bij liet departement van koloniën is Dinsdag ontvangen liet volgende te- iegrafisohe bericht va-n den gouver- HUGENHOLTZ CONTRA WIJNKOOP De heer Hugenholtz publiceert reeds weder een dupliek op de re pliek. door den heer Wijnkoop in zijne pas verschenen brochure neer gelegd. Hij houdt daarin vol, dat cle dóór ,..cie Centrale" voorgestelde reorganisatie den heer Wijnkoop fi nancieel niet zou treffen en hij be sluit aldus „Mijn oordeel blijft dus onver zwakt. dat Wijnkoop de gevolgen van eigen tekortkomingen voortdu rend heeft trachten af ie wenden en ongedaan te maken, door één voor één allerlei organisatie, politieke en andere, voor zijn karretje te span nen. Wel heeft hij mij steeds het par tijbelang voorgehouden, doch slechts om onder bedreiging daarmee van mij concessies af te dwingen. Ook het smoesje van het- niet publiceeren kan hem niet dekken. In mijn be- laug was dajt inderdaad niet, want ik wist, hoe nu ongehinderd tegen mij kon worden gelasterd, honderd uit. En indien Wijnkoop die publi catie alleen met het oog op de nade rende verkiezingen heeft vermeden, i waarom lieeft. hij onmiddellijk daar na dan niet naar de pen gegrepen Eenvoudig, omdat dan zijn voortdu rende bedreiging geen kracht meer hebben zou. Een laatste noodschot doet Wijn koop door een zoogenaamde uitslui ting van agenten tegen mij uit te spelen. Ik lean daarop antwoorden, dat. in deze geen enkele stap door mij gedaan is. zonder opdracht van het hoofdkantoor. En dat die zooge naamde uitsluiting eenvoudig be rustte op een misverstand van liet woord ..samenwerken", waarmee wel een „weigering" van persoonlijke, doch niet van schriftelijke connecties bedoeld werd, zoodat de agenten ver zekeringen kunnen afsluiten, echter zonder mijn persoonlijke hulp, zoo als dan ook geschiedt. De directeur, de heer De Lieme, heeft mij persoon lijk verklaard, dat in deze aangele genheid een misverstand bij de agenten heerscht en dat. in elk ge val li ij de volle verantwoordelijk heid da-aagt voor wat .de Centrale" hoofd- of bijkantoor publiceert, en niet. een zijner beambten. Als ik mij niet zeer bedrieg, dan heeft zich onlangs aan een onzer coöperaties een soortgelijk geval voorgedaan als het onderh avige, toen hei bestuur ook moest ingrijpen, na dat door te groote aanvankelijke toe gevendheid de zaak onherstelbare schade dreigde te zullen Jijden door de ongeschiktheid van een der be- ambten. Zoo ook hier. De eenige vraag is dus mag een zaak, clie voor de arbeidersbeweging groote voorde den kan opleveren, worden op geofferd aan het (slecht begrepen) eigenbelang van een man Neen. gij staat hier niet voor de keuze, een Kamerlid de hand boven het hoofd te houden ten koste van de democra tie. Wie onzer zou, voor die keuze geplaatst niet zonder eenige aarze ling den eerste uitwerpen. vooral, wanneer daarbij levendig werd de herinnering aan het ontzaglijk kwaad door zoo menig Kamerlid, in den loop der jaren aan de democratie toegebracht- De zaak <die ons thans bezig houdt is een gansch andere. Mag iemand, wie ook, zijn eigen be lang, zonder eenig recht opdringen ten koste van de zaak waaraan hij verbonden is en ten koste van de eer en den goeden naam van een mede-beambte mag zoo iemand, om dat hij toevallig een rol speelt in de arbeidersbeweging, de eene orga- I nisatie voor en de andere na voor I zijn particulier belang exploiteeren, j met schromelijke verwaarloozing van I het- belang der partij, bij welke hij is aangesloten Zóó gesteld, en ik meen te hebben aangetoond, dat de zaak alleen zóó zuiver gesteld is, kan liet antwoord op die vraag nief twij felachtig zijn." ARME VISSCHERS. -Angstige stonden hebben twee Ur- ker vissehers verleden week in de Nooidzee doorleefd, toen ze bij nacht ver van de kust ronddreven, hangen de aan een kluiffokspaal. Gelijk reeds vroeger is vermeld werd Donderdag morgen omstreeks 4 uur de botter U. K. 52, terwijl de2e in de nabijheid van het Haaksvuurschip aan de kor lag, overst-oomd door het naar* Dor drecht bestemde Duitsche stoomschip „Taygeta.". Toen deze boot recht op den bolter bleef aanhouden, ontstaken de vis sehers, al waren ze bewust, dat hun seinlichten goed brandden, fluks een falckei om de aandacht op zich te ves tigen. Doch te vergeefsweinige oogenblikken later had. de aanva ring plaats, en de drie opvarenden die op de plecht stonden, voelden deze plotseling onder hun voeten wegzinken, en zonken eveneens. Toen schipper Toon Bakker weer boven water kwam, voelde hij zijn 13-jarig, neefje Dubbele (wiens vader verleden jaar is verdronken) op zijn rug. de armen om zijns ooms hals geslagen. Gelukkig had hij de tegenwoordig heid van geest en de kracht om te zwemmen, zonder in de niet door maanlicht beschenen zee iets te kun nen zien, en stiet toen gelukkig op den kluiffokspaal, die echter te licht voor hen bleek, waarom elk een uit einde er van opzocht. Zoo dreven ze geruimen tijd voort, zonder opge merkt of gehoord te worden, totdat de iets verder vissoliende botter U. K. 38, schipper Dubbele Bakker, een broer van den schipbreukeling, tot redding aansnelde. Dadelijk hadden de opvarenden van de „38" de kor met toebehooreri (een waarde van eenige honderden guldens) losge gooid, toen ze laatv maai' niet te laat, het onheil bemerkt hadden. Intusschen was een sloep van de ..Taygeta" uitgezet en genaderd om behulpzaam te zijn, doch toen was de redding reeds geschied. Nog eeni ge uren zeilde de U. K. 38 heen en weer om te onderzoeken of van clen vermisten knecht Jell Hakvoort iets te bespeuren was, maar het zoeken bleef, helaas, vruchteloos. Op Urk treuren een weduwe en vijf jonge kinderen om hun goeden man en vader. De verloren botter was een der grootste en meest zeewaardige van de llrker vloot, overvloedig voorzien van alles wat voor de uitoefening van liet vak noodig- was, wat tegenwoor dig- op veie botters niet het gevaJ is wegens den achteruitgang der lcust- visscherij. Van den vader dezer Bakkers (nu een bejaard man) beschreef dr. J. W, Lieftinck indertijd in een Nutsalma- nak (jiiarg. 1875) een heldendaad, die nog wel eens herinnerd mag worden. Jaren geleden voeren iedereit herfst eenige der kloekste Urker vaartui gen ter schelvischvangst naar de Oost- Friese he kust, waar ze meermalen goecl geld verdienden. Sedert is deze visscherij in verval geroakt; maar ia 1873 was zij nog in vollen bloei. Nu geschiedde het dat bij een vlie genden storm op den 17den Decem ber van dat jaar de Hamburger boot Uranda" op liet rif van Nordemeij raakte. Niemand der aanwezige Duit- sehers bc-zat moed genoeg om een poging tot redding te wagen. Toen springen zes Urkers in een schuit en staken van wal. Geruimen tijd tracht te deze zich door do geweldige bran ding heen te slaan. Met klimmend levensgevaar poogde men het reeds zinkende vaartuig te naderen, 't. was ijdel, al vergeefs. Eén van de opva renden begon liet reddingsplan reeds op te geven, zeggen'demannen, wendt het roer. God zegene de arme kerels, wij hebben onzen plicht voor God gedaan Daar stuift een wak kere Urker (bedoelde Evert Bakker) met heftige aandoening- naar voren, balt de vuist, en spreekt op snellen toon Voor God onzen plicht gedaan? neen, „voor den duivel", nog nietVooruit, wij willen met ons achttienen hier blijven of we willen allen gered worden!,.. Zóó geschied eb'. Nog eenmaal wer den alle krachten ingespannen, en alle twaalf werden gered. \AN HUN I.OT OVERGELATEN^ Zekere A. Leushuis, geboren te'fub- bergen en thans werkzaam in Duitsch- lanci, kwam Zaterdag te Tuhbergen niet zijne 4 kinderen en vroeg om on derstand en om geneeskundige hulp voor een der kinderen. Toen hem. dit geweigerd werd, ver trok hij in de richting van Almelo. Dicht bij deze plaats gekomen, zei- de hij tot de kinderen, dat hij alleen naar Duitschland terugging en dat zij zich bij de politic te Almelo moesten aanmelden. Hij liet daarna de kleinen aan hun lot over. Door den inspecteur van poli i ie te Almelo werdien zij aangehouden en voorloopig onder dak gebracht. EEN' MUIS MET EEN STAART. Onze lezers zullen zich herinneren, dat eenigen tijd geleden de bij Har- dinxveld gestrande stoomboot Histel- huebers 3" door den ontvanger der in voerrechten te Gorinchem in beslag is genomen, omdat eenige vaten wijn, welke in het ruim onder Zollvcr- schlusz voor DuitseMand. geladen wa ren. niet op liet Nederlandsche mani fest der lading voorkwamen Nadat belanghebbenden hadden aan getoond, dat opze.t tot smokkelen ge heel was uitgesloten dn luet niet ver melden der vaten met- hun inhoud niet anders kon zijn dari een oiischul- Feuilleton. Naar ih e t Fransch, Hij verklaarde dus net als een an der en met. .anderen te willeu werken. Hij borg zijn viool goed weg in cle kist. ©loot deze in een kast, zich voorne mende dies Zondags het instrument voor den dag te halen en op de da gen, dat men hem er goed voor wilde betalen. A'ee.l moeite met zijn nieuw vale had hij niet. Tusschen de wingerds als het ware geboren, en groot, geworden tus schen de wi jnbakken, had hij 't wijn- gaardeniersbloed volgens geboorte en opvoeding in de aderen. Hij werd clus spoedig een vrij goed druiven-teeler de oude Bertram! keek er verwonderd van op. Wa,t Bertrand zelf betrof, hij was een meester in zijn vak. Eiken morgen op het zelfde uur ging hij zijn wijnranken langs, be tastte de sappige hollen, bekeek nauw keurig de planten, en inspecteerde den voorraad in dé heldere zon, en dan, als gold het een heilige zaak, nam hij e»en glas, vulde dot, en met gesloten oogen. en opstaande neus- I vleugels, proefde hij liet aroma, de kracht vaar den wijn. Dan geraakte de lourle Bertrand in een goed humeur totdat hem op zekeren dag een be roerte te midden zijner wijngaarden. j overviel en een eind maakte aan zijn leven van duurzaam, vlijtig werken. 1 Dit gebeurde, toen zijn kleinzoon. [Prosper, nauwelijks twee maanden joud was. Toen geleek het, alsof met den ouden man ook de voorspoed uit het huis was heengegaan. Aan zich zelf overgelaten, verviel Eugene Thi- bault weder in het oude gemor over zijn tragisch levenslot en zag hij van jaar tot jaar zijne kleine bezitting in krimpen. Eerst 'kwam liet oïdium, cle blanke bladeren met vlekken bederven, en gingen de krachtige sappen uit de planten, daarmede verloren toen men sulfaat ging aanwenden, om 't kwaad tegen te gaan, stierven de meesten aan de gevolgen. Het volgend jaar moest aan de we-, der-aanpl anting veel geld besteed wordenhet daaropvolgend kenmerk te rich door onafgebroken onheilen, als hagelslag en overvloedige regens, dan weer te sterke droogte maar ook kon het de toch al te weinige ervaring van Thtbault geweest zijn, die oogst op oogst deed verloren gaan. Het huis van Bertrand Fosse, zoo vreedzaam en vriendelijk als het eer tijds geweest was, werd nu somber. De meester was veranderd, en ieder die hom zag, was er van overtuigd, dah hij toch eigenlijk voor eindelooze. ellende geboren scheen. Zonder vreug de zag hij zijn tweede kind Christine geboren worden, en haar in het wieg je ziende liggen, zeide hij Een meer om te lijdien. Ook Martha., die vroeger een kalm en opgeruimd humeur had, werd nu j droef geestig. Na tien jaren van hu welijk begon zij, als haar echtgenoot, te gelooven in een noodlot en zag, als Tliibault cle droefheid in alles rond- om zich heen. Wel kwamen er oogénblikken in haar leven voor dat zij toch de toe komst minder zwaartillend inzag doc-h deze momenten van vriendelijke ge voelens werden hoe langer hoe zeld- zamer. Alleen Christine bedroog de voor- spellingen.. Evenals haar moeder in dier jeugd, was rij vroolijk en opge- ruimd en de zonnige vlek in deze som bere omgeving. Prosper daarentegen was een stille jongen geweest. Nauwelijks loopen kumiende brak hij een heen door in een put te vallen, hij bleef er kreupel van, wat hem van de spelletjes zijner makkers verre deed blijven. Want on barmhartig en wreed, als kinderen in hunne onwetendheid zijn kunnen, be spotten zij hem, die dan heil en lief kozing bij zijn moeder zoeken ging. Maar hij werd er te meer een droo- mer door en van een gesloten karak ter. Zonder het te willen, verergerde ziji< vader deze melancholieke neigingen. Toen Prosper 10 jaar oud was, gaf hij hem een viool en de jongen bracht door zijn hartstocht, waarmee hij zich op de studie toelegde, zijn zen uw go stel nog meer in de war. Eugene Tliibault moedigde hem nog aan, en na de ervaringen, door hem zelf opgedaan bij zijn talenten, die hij wist, dat veel te gering waren ge weest om li,et verdei' in de wereld te brengen dan een mislukt wijngaarde nier, wilde liij zijn zoon Prosper voor alles goed muzikaal onderlegd heb ben. Maar de overspanning van dc zenuwen van den knaap noodzaakten den bevriende dokter, alle studie te verbieden. Bni sedert bleven de twee vioolkisten van vader en zoon onaan geroerd op de kast staan. Ondanks de zorgelijke levensomstan digheden in het vaderlijk huis, ont ving Prosper eene voldoende opvoe ding. Hij volgde Le lessen in een na burig stadje en 's morgens en 'savonds reed hij op den bok naast den koet sier van de diligence heen en weder. Toen hij twintig jaar geworden was en weinig gevoelde om zijn leven te midden der wijnranken te slijten, ging hij op zijn beurt naar Parijs; dé af gevaardigde van het arrondissement had hem een plaats op het ministerie van financiën bezorgd. Na drie jaar kwam de oorlog, de in val en het beleg. Prosper Tliibault bleef in het belegerd Parijs. Toen kwam de Commune. Langen tijd bleef men te Bertrand-Fosse zonder tijding; toen begon Prosper druk te schrijven ten in zijn brieven schemerde een flauwe hoop, ten minste volgens zijn moecler. Maar gelijk men gezien beeft, vader Thibault geloofde daar niet aan. Na de gesnoeide takken van de win gerds te hebben neergelegd, kwam Thibault. naar moeder en dochter toe. en doelende op zijn ruwe werkhaden. zeide hij met eenige bitterheid Do handen van een violist. Ja, spreek mij niet van hoop of vèrwach ting, want dan denk ik aan liet ver leden. aan de geLe'den ellende en hei wordt me te machtig. Bovendien, op mijn. leeftijd is er geen plaats meer voor een toekomst. -- Maar vader, zeide Christine, ge zijl pas 53 jaar Dat is liet juist, zeide Thibault langs die wingerds starende, die op de latten gebonden, dezen zo mor prach tig waren uitgekomen, - nu zal de oogst wel goed worden, maar daar voor meest, eerst vijf jaar gewerkt jen gezwoegd worden. Het geleden kwaad raakt gauw vergeten, 'zeide Martha half luid En de gemaakte schulden dan Is men die ook gauw vergeten Martha zuchtte. Vader was heden in een slechten luim, en een teeken aan haar dochter gevend, gingen beide vrouwen h?t huis binnen. I'oen. alleen blijvend met zijn eigen overpeinzingen, overzag Thibault zijn heengegane leven. En hij overdacht, dat zoo niet zijn natunrlijko loop baan was gestoord geweest, door de dwaling zijner jeugd, door naar Parijs te willen, dat Parijs, hetwelk bijna altijd voor de provincialen noodlottig wordt, hij een minder zuur stuk brood zou hebben kunnen verdienen. Want do herinnering' aan wat hij had: kun nen zijn, kwelde hem. Inderdaad, hij leefde nu zooals zijn vader, eri zijn grootvader hadden geleefd, maai- die waren tenminste in hun dorp geble ven en hadden niet veel andere van de wereld gezien en begrepen. Zoo hij maai* gedaan had als zij, en eon in zijn vak door en door be kwaam druiven-planter geworden, dan zou hij niet de ontevredenheid hebben leeren kermen, waaronder hij nu gebukt ging, en zijn leven zou even als het hunne zonder vee' genoegens, maar ook zonder veel strijd voorbij gegaan zijn. Het verwijt kwam h hem boven, zijn zoon nu voor clie zelfde dwalin gen niet gespaard te hebben. Maar Prosper had tooh een fijn uiterlijk, niet dat van oen wijngaardenier ten minste, en heel erg ainbitieus was hij ook niet.gelukkig voor hom, (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 5