VerbrandePapieren
Tweede Blad
Binnenland
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Dinsdag 20 Haart 1906.
0 Ha. 8971
DE WATERSNOOD.
Het wordt allengs meer bekend wel
ke angsten vele bewoner© der aam cte
breed© stroomen liggende plaatsen in
dien dJonikeren nacht van dien 12den
Maart j.l. hebben uitgestaan, en ook,
hoe somber de toekomst is voor het
mieerendeel van hen, d!ie door den
vloed bijna alles hebben verloren.
Eon treffend© schildering van' dien
toestand' in een der meest geteisterde
dorpen», het Zeeuwsöhe plaatsje Ril
land), geeft d'e redacteur der rubriek
„Onder de menschen" in die N. R. Ct.
waar hij schrijft
Zoo kwamen we in de kom van bet
dorp Rilland', dat zich uitstrekt langs
een dijk door den Reigersbergschen
polder heen. In 't stille plaatsje
beerschte een bedrukte gejaagdheid,
Met bezorgde gezichten liepen demon-
se hen in en uit; er was druk gerij
van boerenwagens, die daMoozen met
nog enkele brokken huisraad rond-
vo enden, om onder dale te vinden.
Langs alle hagen hing goed te dro
gen. Want de twee-honderd-zestig be
woners van den Engelschen polder
waren aangevlucht inet geen andere
kleeren dan waarmee zij door 't wa
ter Wai'en gewaad. En in. het geheel
telt die gemeente Riillaimd-Bath, de bei
de dorpen en de polders meegerekend,
slechts twee duizend zielen. Meest
menschen van bescheiden middelen,
wier krachten tekort schieten, om het
onterfde deel van de bevolking zelfs
voorloopig te hellpen aan slaap
plaats, kleeding, stalling voor 't vee.
Toch heeft 'n ieder dadelijk gastvrij
zijn huis, zijn schuren opengesteld.
Maar do woningen zijn dan ook meer
dan over-bevolktde vertrekken vol
met vrouwen, kinderen, mannen, die
er als
ARME LANDVERHUIZERS
zielig neerzitten bij die brokken gered
den rommel. Ze slapen op den vloer,
er is geen dek genoeg. Ze zitten op
kisten er zijoi geen stoelen. Ze1 etem
van borden op hun schoot, omdat er
geen tafels zijn. Versuft zijn ze er
zwijgend samen bij 'n warme kachel,
en elk oogenblik ondervinden ze aan
grijpender wat 'dat is niets, niets
meer op de wereld te hebben, geen
stuk huisraad', geen verschooning voor
de zuigelingen, geten cent om iets te
koopen. Terwijl de opofferende diomps-
genooten bezorgd den voorraad zien
slinken, bang voor den nieuwen dag,
die voor zóóveel monden extra voed
sel en nog telkens meer zal vragen.
De autoriteiten zorgeur, oogensehijn-
lijk rustig, dag en nacht ma.ar voort.
Maar ze zijn wanhopend. Een zei er
de menschten beseffen toch hun toe
stand nog nietwant plotseling dood
arm te wezen is vreeeelijk. maar nog
rampzaliger ie 't. dat, met. de •ï.kkers
en de bedrijven, hun alle hoop heno
men is. om 't en- weer bovew-op te ha
len.
Net even spraken wij nog
BURGEMEESTER VAN GORSEL,
die. bijkans zeventig jaren oud, zich
eohib een vader voor zijn zwaar getrof
fen burgers toont. Bovendien wordt
hij gedrukt door zijn verantwoorde
lijkheid als dijkgraaf van denbedreig-
dièn Redgersbergsohien polder. Bij hem
komt 'n iedereen om hulp en raad.
En hoe zwaai' vermoeid ook, houdt
een prachtig' plichtsbesef dien emati
gen grijsaard op d'e been, al sedert
dagen, mot slechts enkele uren nacht
rust, en verwonderlijk van helder
overteg.
Op den middag, dat die Engelsche
poldei' in zijn gemeente werd ver
woest, kwam 't water ook aangesij-
peüd door den zeedijk, dde den Rei
gersberg© rpoilder moet beschermen. De
noodklok werd geluid om 't.mansvolk
te 'huilp te roepen naar den bedreig
den dijk. maar de meesten waren nog
te wenk, of waren naar 't overstroom
de land gesneld.
Toch. voor de kom van 't dorp dreig
de hier nog groot er gevaar, en waar
lijk. er ©loeg een gat. ook de Raigers-
bergsche polder liep blank. En van
langs den straatweg gingen enkelen'
al vluchten, dlle vee werd weggedre
ven. Dat is een schrikkelijke nacht
geweest. Wie elders al ontertd wa
nen», liepen rond om hulp bij de men
schen, die den nacht doorwaakten,
sommigen op de daken van hun hui
zen. in angst voor die nieuwe ramp.
De oude burgemeester-dijkgraaf
bleef heel dien stormachtigen vrees-
nacht door op den doorweekten dijk,
tot hij op 't laatst neerviel, en zijn
been verwondde. Naar huis terugge
leid moest worden. Maar weldra was
hij weer op posten sedert laat hij
zich per rijtuig brengen waar mem om
hém roept.
Onder de deskundige leiding van
den gezworene waren 'n tweehonderdgrondstof ma,ar ook veel hooger moe- kas van den gemeente-ontvanger
mannen, 'n iedereen die- hamden aan ten worden gemaakt dat is de nu opgenomen. In kas behoorde zijn
't lijf hacl, 'snachts door bezig om de opgedane ervaring de Molenpolder! f 757.172.15, welk bedrag ook aanwe-
bres te dichten, en de zwakke plekken is daar -een levendige illustratie van
te versterken, bij 't schijnsel van 'n' gewoonweg is de dijk overgelocpen,
j zestig fietslantaarn©, totdat eindelijk en trouwens ook verder naar hetOos-
't maantje kwam. Van alle kanten re- j ten liep het water tot over en tot bo-
den »d© wagens zakken, zand, palen, ven aa,n dien dijk.
planken, stroo, en zeilen om te dek
ken aan.
ZE VOCHTEN ALS LEEUWEN,
dJe verkleunidte, afgematte kerels, te
gen den avermaehtigen storm,
eindelijk, 's ochtends hoopten ze.
Aan een particulier schrijven van
EEN VLISSINGSCHE ONDER
WIJZERES
ontleent de Bredasche Courant het
zig was.
De staf der brandweer.
De staf der brandweer is, volgens
't Hbld., teruggekomen op zijn ver
zoek om ontslag, nadat de Raad in
zijn jongste zitting met algemeene
stemmen besloten had aan de wen-
schen van den staf, in zake de aan
schaffing van een éénpaards-slangen-
wagen, te gemoet te komen. De staf
heeft echter eenige voorwaarden ge
steld.
S volgende
,1 ..Maandagmiddag orn twee uur
we vier uufleg
er op den-dijk opeens weer noodlvureai aiogen laten gaan, want dat het wa-
gebraind. Wat ze met zooveel moeite ter zeer hoog stond en ook m de
hadden opgeworpen, sloeg d'e vloed stad was. Daar hooren we een ge
ween' weg. En opnieuw liep alles te druisch als een waterval, het water
hoop. Toen hebben ze bij eb uit heft kwam door den vloer, de kinderen
sdhor de klei gestoken voer een nieu-en natuurlijk ook ik boven op de
wen cirkel, een boogsgewijze dam om banken ik nog gekheid makende op-
't gat heen. en gelukkig, d'ie heeft tot dat ze niet zouden gaan schreien van
nu toe nog gehouden. J angst. Toen kwamen groote jongens
De schrijver besluituit de zevende klasse (ze liepen tot
Op den terugweg naar 'I. station, de heupen in 'het water) onze kin-
liepen» wie nog even in I deren halen en die op de trap gezet
T KLOOSTER VAN DE PATERS- j en naar boven. Toen de kinderen bo-
CAPUCIJNERS j ven waren, het water ree© nog
binnen. Er zijn verscheiden vertrek- steeds, ik en ook de andere onderwij-
j ken voor de vluchtelingen ingeruimd.1 zeres kousen en schoenen uit en ook
Daar léggen de zieken, die de vloed naar boven. Een van ons stapte in
heeft overvallenop matrassen wer-1 een regenput, waarvan het deksel'
dien ze er doormat heengetdragen, de was weggespoeld, doch werd gered,
jonge moeders inet zuigelingen, een jp heb ze, toen we boven waren,
lamme vrouw, die op 'n kruiwagenverschoond en ieder van ons 'heeft
door t water heen gered isoude een kleedingst.uk uitgedaan en die
mannen zitten er wezenloos te beven heb ik haar aingedaan. Om kwart
met tranen op hun doffe open. Een vo01. drie waren a]le kinderen en ook
Dimde grijsaard tast angstig door de tj beh<mden boven de balll!cn dre.
JE, rtn tal tnÏÏEjde Massen; Kg*™
run pijen brengen aldoor botei'hain Z F» belibcn we daar. omringd door
men, wam, driSken aanspreiden bed- tee van water gezeten ,raM]k
den. wilton troosten. Eén vrauiw ver- er redding een bootje kwam
telt toen 'k dacht dat. ik ze allemaal kinderen halen, telkens 10 m getal,
achter me aan had, miste ik de jong-, en om uur s avonds, toen dekinde-
ste nog. Tot aa.n den hals toe is ze ten weg waren, werden wij ge-
door de golven heen geworsteld, om baald. Dat we behouden zijn is een
't kind te halenMaar nu hebbenwonder, want de mannen in ons
ïve geen huisje meer en geen eten bootje waren zoo dronken en deden
voor »de stumpertjes, en alle dagenzullee liederlijke praat, dat we dank-
zijn we met ons veertienenbaar waren we op de straat ge»dra-
De kloosterlingen lichten die hulp-gen werden door mannen, dne nog
kerk in als tijdelijke woning voor de wei tot de heupen in het water wa-
circa vijftig onterfde vluchtelingen. d,6T1 m0esten. Als ik u vertel dat het
knraMMs was 't donkere avond' ge- bootje iot dc lrap in ^„oi va. I biivoogen
wonds». O® woeste vtagan jongend™ beboett u niet te vragen of hedL*Mbijvoegen
vloed weer door die gaten in de dij- h' ,ijd was dnt we naai. boven
ken over de verwoeste polders. De o-jnaen
zwarte ruïnen, .een enkele kale boom
staken uit de onstuimige golven op,
VREDE-TENTOONSTELLING.
Gisterenmorgen werd te Arnhem
eene afdeeling gesticht der interna
tionale vereeniging Vrede-tentoon-
steLling.
Voor den werkkring van de afdee
ling zullen genomen worden de ge
meente Arnhem en de omliggende
plaatsen Velp, Rosendaal en Ooster
beek.
MR. MENDELS.
De heer mr. M. Mendels, lid van
den gemeenteraad van Zaandam, zal
binnen enkele maanden om gezond
heidsredenen. de Zaanstreek verla
ten om zic'h elders metterwoon te
vestigen.
die spoelden over de pas bezaaide ak
kers. Ze vonnden watervallen door de
holle vensters.
Uit de grauwe rafeltuc litem sloeg de.
regen ons in 't. gezicht. Veel menschen
liepen er te kleumen bij d'e spoorweg-
HET KAMERLID VAN KOL.
Men schrijft aan de Tel.
In verband met de verschillende
berichten, welke over den gezond
heidstoestand en de voornemens van
den heer Van Kol in de pers de ronde
hebben gedaan kan ik uit onver
dachte bron nog het volgende melden:
De gezondheidstoestand van den
heer Van Kol is, ondanks de tegen
spraak van „Het Volk", thans nog
verre van schitterend en een verblijf
in zachter klimaat hem door de fa
culteit gebiedend voorgeschreven.
dat de
heer Van Kol meer dan een genees
heer heeft geraadpleegd, die. hoe
verschillend ook in het stellen der
diagnose, toch unaniem adviseerden,
dat het opzoeken van een milder kli
maat noodig was, wilde hij herstel
len van de bloedvergiftiging, waar
aan hij reeds geruimen tijd. lijdende
STUKKEN VAN DEN RAAD.
Boclea op het Stadhuis.
.Uii i .*1 i Het komt B en W. sewensc'ht vooris. Eerst moest hij een kuur doorma-
halte. bunkerend om weg te lcoimien iiCL h D- vy Y I
nit <Üt troostelooss oord van «n» een »Uz»S'n8 brengen m den ken te Aken, l.etgee.i ook gebeurd is,
ting, waar weer zoo dreigend' "t wa- dienst van het bodenpersoneel ten daarna in het zonnige Zuiden,
ter kwam opzetten, nu wijd.-om de Raadhuize. Bij de uitbreiding van de - Mij dunkt, dat zal ook ,,Het. Volk"
dijken open waren gebroken op de lokalen van het Raadhuis zal ver- Weten.
zee. meerdering van het aantal boden en w hi t
En we zelden 't, niet tegen elk an- hulpbeden niet kunnen uitblijven, i 1 o
der. Maar toen eindelijk, 'n uur te waardoor de leiding van die ambte- j en y c'el'et "f de lvleine
laat, -de laatge trein zijn vuurgloed naren van meer beteelcenis zal wor-onaangenaamheden, welke tusschen
voortdreef door den. Wijl er nu toch een vacature is <le heeren, die den oppersten lcrijgs-
DE ZWARTE DONKERTE. 1 (door het overlijden van den heer J. raad. van de ..partij" uitmaken, pe
toen waren alle reizigers beducht. Ds' Koper) stellen B en W voor reed's riodiek uitbreken, zeer goed te begrij-
trein kroop, telkens stoppend, over thans een hoofdbode te benoemen op pen iSj dat heer Van Kol zijn ver
dien zwaar gewonden spoordam, en eeu aanvangssalaris van [950. blijf in warmer luchtstreken, n.l in
aan mmtmMi JacMta» d» golven Het ltet m het voornemen B- Spanje dienstbaar maakt aan het be-
met haar witte koppen uit, de sombe- en W. dezen hoofdbode ook te belas" sf„fippl,(ln van .irri^tipnlann^n mi
re verte aan, dat je ze hoorde beuken ten met toezicht op enkele zaken van; tudeeien van migatieplannen en
en klotsen tegen den afgekalfdani, poo- huishoudelijken aard, ten aanzien omwerpen in verband met ïrngatie-
veren zaaididam. De builen gierden om waarvan het. toezicht thans mindertoestanden op het eiland Curasao.
ven, zien de toekomst gansch anders
in dan vervat in de tegenspraak
„geen jota van waar'. Een blijvende
vestiging van den heer Van Kol in
Nederland zou zijn geschokte gezond
heid geheel ondermijnen.
Zou „Het Volk" ook deze mede»dee-
lingen niet eens aan het oordeel van
mevrouw Van Kol willen onderwer
pen? Maai- dan liefst niet een uit
spraak in drie woorden overbrengen
want daar gelooft dan natuurlijk nie
mand iets van.
„Geen jota", dat iis te mal.
EEN SLAPEND ORGANIST?
Wij lezen in de N. R. Ct. het vol
gende ingezonden stuk.
Middelharnis, 17 Maart 1906.
Mijnheel' de Hoofdredacteur.
In Uw blad van 17 dezer komt een
heel vermakelijk(?) bericht voor van
een slapenden organist. Dit berichtje,
overgenomen uit de Maas- en Schel-
debode, is even lasterlijk als leugen
achtig. In mijn bezit toch is de vol-
gende verklaring
„Ondergeteekende, W. Nieuwland,
oorrespondent der Maas- en Schelde-
bode, verklaart bij dezen tot zijn spijt-
de eer en den goeden naam van den
heer M. M. J. Vletter, organist der
Ned'. Herv. gemeente te Middelhar
nis, te hebben aangetast, en wel in
genoemd blad van 14 Maart, onder
berichten uit Middelharnis als „his
torisch" vermeld. Hij erkent, tevens,
dat bedoeld bericht geheel bezijden
de waarheid was.
(is geteekend)
De correspondent der
Maas- en Schelderode.
W. NIEUWLAND.
Deze correspondent van het anti
revolutionaire orgaan za.l wel doen
de woorden van den in zijn bericht
genoemden Psalm 141 vers 3 voort
aan indachtig te zijn
„Zet Heer een wacht voor mijne
lippen,
Behoedt de deuren van mijn mond,
Opdat ik mij in geen en stond
Iets onbedachtzaams laat ontgb'p-
pen."
U dankend voor de plaatsruimte,
Hoogachtend.
Uw dw. dien.,
M. M. J. VLETTER.
Bladen, die bovengenoemd bericht
overnamen, worden beleefd verzocht
ook dit artikel te plaatsen. V.
liet gelaat toe, beuevens eenige won
den aan het achterhoofd. De oudo
man nam de vluchtdoor de buren
werd de politie gewaarschuwd, die v.
M. op last van dr. Sandberg naar
het Stedelijk Ziekenhuis deed over
brengen.
S. Ls gearresteerd, maar dienzelf
den avond weer losgelaten.
VROEGE LENTE.
Uit Heerlen meldt de L. K.
Vrijdagnamiddag trokken alhier
boven ons dorp in noord-1westelijke
richting drie groote vluchten kraan
vogels. Dit is een bewijs van een
vroege lente.
HOLLANDSCH FABRIKAAT.
De heer Jac. Post, propagandist
van het Algemeen Nederlandsch
Verbond, deelt in Neerlandia het vol
gende mede
Een dame te Rotterdam wenschte
een meubelstuk te laten vervaardi
gen naar een model in Parijs ge
kocht. De-n bekwaam werkman van
een onzer groote meubelfabrieken
werd naar deze dame afgezonden orft
het model op te nemen. Deze dame
vroeg hem. of hij het meubelstuk
wel nét zoo zou kunnen vervaar
digen. Doch wie schetst do verba
zing der dame. toen zij vernam, dat
het model-meubel door hem zelf ver
vaardigd was. zooals bleek uit een
merk, dat hij haar aan de achter
zijde er van liet zien. Dit meubel
stuk was indertijd uit Holland naar
Parijs gezonden en daar als Fransch
gekocht
Zoo was het ook met een zilveren
bekertje, dat in Port-Elisabeth voor
Engelscl fabrikaat gekocht was,
maar blijkens het merk ofkomstig
was van een onzer Nederlandsche
fabrieken van gouden en zilveren
voorwerpen.
de wagems heen, die regen striemde' volledig is,
tegen de ruiten, 't Traject, waar de
machtige wijde stroom tot haast, tegen
de wielen aankwam, scheen einde
loos.
Eu 't was ons, of door 'l jammeren
van de vlagen 't angstgeblaat toe-
klonk van 't noig levend ingesloten
vee op gindsche verdronken hoeve.
I waarvan hij speciaal op de hoogte
A f w ij k i n g b uwverorde- wenscht te komen en die door ana-
n i n g. i loge omstandigheden het best in
B. en W. stelLen den Raad voor, Spanje bestudeerd en in oogenschouw
aan de „Maria-Stichting" vergun- kunnen genomen worden.
De lieer Van Kol .heeft dan ook
reeds met verschillende Spaansche
ingenieurs geconfereerd en is ijverig
aan de studie.
Wat het Volk verder misschien
niet zal weten is, dat het resultaat
ning te vevleenen. om hij den bouw
van een vleugel ten westen v.an het
gesticht aan de Kamperlaan af te wij-
ken van het bepaalde in artikel 14
De „Goesahg Ct." schrijft: 'der bouwverordening.
Wat er te redlden valtVan de bei- Tooneelwedstrijd
d'e zoogenaamde Engelsche poMtn, B. m w, alellen voor, aan de Let-
vermoedelijk met meer dan de twee
de we hoorden, dat de Engelsohie
exploitatie maatschappij, waarvan
Donderdag twee vertegenwoordiger
wraren overgekomen. Woensdag, koop
dag var den inboedel laat houden,
voor zoover er dan nog wait, van in'
oude is, maar dan aamtan polder za.l H. IJ. S. M. voorden tijd van 5 ja- j manent In een zui(Mijk kiknaatmoet
laten liggen. Emi wanneer men dan ren te verhuren een stuk grond gele- .,.„.,1,.
ook dien trem-igen toestand van Je .gen aan het KenoemarpMn groot 49 j f 1 volk zich niet
zeedijken ziet. begrijpt men wel. dat vienk. meter tegen een huurprijs al ,c zecl' moeten verbazen indien
mier hiertoe kan komen, want diepol- van f 19.60 per jaar
dier is gewoon vernield' en de dijk zou
geheel, volstrekt geheel mo'eten wor-1 1 a a „sr e 0 belasting,
dien aangelegd. En men kan erop' ,e". ^1€C'ein den Raad ter
aan. dat het 'rijks- en provinciaal toe- vaststelling' aan. het 2de suppletoir©
zicht niet tevreden zouden zijn met kohier der plaatselijke directe belas-
dijken, zoo ais er nu liggen .ting, opgemaakt tot een bedrag- van
Trouwens ook bij de meer naar het f 5501. Het aantal aanslagen be
westen gelegen polders, die men weer draagt 385. 'het beschreven inkomen
zal winnen en dlrooe zien te maken, 544,900, het belastbaar inkomen
zal de Waterstaat zonder eenigen f 352,400 en het bedrag van den aan-
twïjfol groote eischen gaan Stellen slag over 12 maanden 14.096.
en teredht aan die polders voor den worVio nomina
dijkhouw. Da/t zal enorme kosten: voor T, A(T
de polders mmbueiigai. maar liet KJ r- VM! M,aas ts worden
moei, wil men niet heel Zuid-Bew- U«rbe,noemd «I» gemeente heel- en
land in gevaar brengen em zoo lang- verloskundige. Het_nu loopende con-
zaam aan die dagen van Reimerswaal eindigt 31 Maart a. s.
zien terugkomen. De dijken zullenKasopna m e.
niet alleen breeder en van zwaarttdr Op 14 Maart hebben B. en W. de
terlievende Vereeniging ,,J. J. Cre-j van deze studiën afhankelijk is van
rner" een medaille ter waarde van 60 de uitwerking, die het verblijf in het
gnlden te schenken voor1 den binnen- zuiden op den gezondheidstoestand
kort te houden tooneelwedstrijd. zaj hebben.
Verhuring van grond. j Is het nood'ig en de faculteit acht
B. en W. stellen voor, om aan de dit zeer waarschijnlijk, dat hij per-
Spaansche irrigatie-studiën later mis
schien rijpe vruchten zullen afwerpen
voor de irrigatie op Curagao. Trou
wens waar de heer Melchers in de
kunstmest, de heer Troelstra met
fatsoen in het verzekeringsvak „za
ken" kan doen. daar mag de heer
Van Kol toch zeker wel in irrigatie
„zaken" doen, waar hij bovendien
bijna zijn geheel e leven in gewerkt,
heeft.
In elk .gevalde medici, die den
aard van 's heeren Van Kol's ziekte
kennen, een ziekte, verslimmerd mis
schien door het zelf-docteren; waar
hij een groot liefhebber van is, en dat
hij ook »in Spanje wel niet zal opge-
NUT VAN DE DOODSCHOUW.
Men schrijft aan de Tel.
In het dorp Tricht. 'n de - nabij
heid van Geldermalsen, deed zichde-
j zev dagen een geval voor, waaruit
1 bleek, hoe gelukkig het !s. dat iede-
I re begrafenis voorafgegaan moet
worden door een geneeskundig on-
I derzoek om iemands dood te consta-
teeren. Een oude, arme vrouw. die
t bijna geheel haar leven afhankelijk
was van de genade va.n anderen, die
'over het geheel genomen een zwaren
strijd te voeren had voor haar be-
I staan, was ernstig ziek geworden.
Weldadige menschen voorzagen
haar van alles wat er noodig was,
j tot zelfs van kleeding, ligging en
!ook.... reiniging,
I Ondanks die goede hulp ging de
j oude Ha.nneke zoo werd zij ge-
j noemd maar steeds achteruit en
j Vrijdagmiddag werd bekend, dat zij
gestorven was. Ten minste zoo ver-
I telden schoondochter en gedienstige
buurvrouwen. Hanneke werd ..afge
legd" en daarna werd een wit laken
over de doode gespreid. Toen men
met deze plechtigheid gereed was,
kwam de dokter, die de „overledene"
behandeld had, de doode zien en tot
groote verbazing van alle aanweai-
I gen en natuurlijk ook van allen, die
reeds met. belangstelling vernomen
hadden, dat ..Hanneke uit den tijd
was", verklaarde de arts. dat de
overledene niet overleden was.
Op Ivet ©ogenblik, dat we dit schrij-
ven, leeft de oude vrouw nog en
I naar wij vernemen is zij nog steeds
'gehuld in haar doodskleed, ditlaat-
j ste waarschijnlijk, omdat het vrij
zeker is, dat de dood gewaande spoe
dig werkelijk dood zal zijn.
VERLICHTING VAN
DE KALVERSTRAAT.
..De Winkelier" verneemt, dat
binnenkort- door de gemeente zal
worden aangevangen met de electri
se he verlichting van de Kalverstra at
te Amsterdam.
De voorbereidende maatregelen,
zooals b.v. het verkrijgen van toe
stemming der bewoners voor het
aanbrengen van rozetten en ander
bevestigingsmateriaal tot het ophan
gen der booglampen. zij»n reeds ge-
j eindigd.
i Binnen niet al te langen tijd zal
j men dus in Amsterdam's eerste win-
I kelstraat kunnen genieten van een
meer moderne verlichting dan tot
dusver.
HIJ WAS HET VERGETEN!
i Uit Gennep schrijft men
i Woensdag kwam een oude heer,
zekere P.. uit deze gemeente, op het
Stadhuis informeer en wanneer hij
vijftig jaar getrouwd was. Hij had
zijn vrouwtje al zoolang en meende,
dat de halve eeuw om en nabij vol
moest zijn.
i Teleurgesteld ging de baas heen.
toen hij vernam, dat hij reeds 531/2
jaar achter den rug had. en reide
1 In Godsnaam, dan hoop ik over
zes en half jaar de gouden en dia
manten bruiloft tegelijk te vieren."
1
EEN DRONKEN SCHOONZOON.
I Zaterdagavond omstreeks 6 uurbe-
vond "zich zekere S., ©en oude man,
die met zijn dochter en schoonzoon
aan den Rozendaalschen weg te Ara-
1 hem samenwoont, alleen in zijne
woning.
Zijn schoonzoon, v. M., die hem
meermalen heeft mishandeld en dik
wijls misbruik maakt, van sterken
drank, was thans weder dronken en
kwam in opgewonden toestand
thuis. Hij eischte van den ouden man
eten. Toen deze hem toevoegde „er
is geen eten ga liever werken",
nam v. M een koekepan en sloeg
daarmee» zijn schoonvader op het
hoofd. Deze, die een mes m de hand
had. verdedigde zich daarmee en
bracht v. M. een wonde dwars over
VAN EEÏN ZANGERIG VROUWTJE.
Een kerksch oud-vrouwtje was be
gaafd met een geluid, dat naar het
algemeene oordeel meer voor een
roofvogel dan voor een mensch ge
schikt was. Desniettegenstaande
achtte zij het, noodig in de kerk de
zang van koor en gemeente niet al-
leen "te leiden, maar geheel te over-*
t stemmen.
Ten slotte werd dit eenvoudigweg
ondragelijk en de gemeenteleden be
lastten ietwat lat har tiger wijze,
den predikant, met de taak aan de
bezitster van het al te sterke geluid
te beduiden, dat zij meer in harmo
nie met het geheel moest blijven,
daar anders wel eens een heel sterke
vermindering in het kerkbezoek kon
optreden.
De vriendelijke predikant vond het.
.een ver van gemakkelijk werk, wilde
ook het werkelijk vróme vrouwtje
liever niet kwetsen, maar zag toch
het noodzakelijke in, de onstichte
lijke overschreeuwing te doen op-
houden.
Zoodra hij moed genoeg verza
meld had om zich van zijn onaan
gename plicht te kwijten, bracht hij
haai* een bezoek en begon een heel
lang discours, waar eindelijk een
gelukkige zinspeling op de kerk
hem gelegenheid bood zijn opdracht
te vervullen.
„En dan Betsy", zei hij met alle
vriendelijkheid, waarover hij kon
beschikken moet ik je nog' eens
vertellen, dat men mij heeft ge-
vraagd' je eens een woordje te zeg
gen over je zingen in de kerk".
„Nee, nee. dominee", viel zij hem
in de rede. voor hij nog een woord
meer had kunnen zeggen, „daar
moogt u mij niet. om prijzen. Dat is
een goede gave."
Feuilleton.
Naa.r het Fransch
van
M. MONTéGUT.
81)
Eens verzamelde dieze zooveel moed,
dat hij hem ook aansprak.
U woont ook in deze wijk?
Véroudard lachte, liet drie zeer gele
tanden zien. en antwoordde
Neen, i!k ben hier voor zaken.
En hij zei dat op zulk een toon, dat
die altijd vertegen Prosper een kleur
kreeg en zonder meer te zeggen, ver
der ging.
Toch was Prosper niet altijd zoo
bang voor Véroudard geweest.
In het eerst, na den dood vaar Mi-
cheline, toen hij als verpletterd was
door zijn eerste smaait, sprak de de
tective hem uit eigen beweging aan
en sprak hem moed in, want hij
vreesde, dat zijn prooi hem ontglip
pen zou.
Maai' dan zag de ander hem aan,
zooals hij Abel aangezrilen had1, zon
dier dat er dënig levem in zijn blik
was, alsof de buitenwereld voor hem
niet bestond.
Op zulke ©ogenblikken twijfelde
Véroudard soms hij kon zich niet
voorstellen, dat ee<n nog sterkere ge
moedsbeweging den schuldige zijne
misdaad: kon doem Vergeten. Volgens
hem moest zoo iemand, die altijd
als een schrikbeeld voor oogen heb
ben.
Maar langzaam aan zag Véroudard
hem bijkomen, uit zijn verdooving als
het ware wakker worden; en het
eerste teeken van hernieuwd bewust
zijn. gaf de jonge man, na de onge
rustheid, die hij telkens toonde, als
hij Véroudard ontmoette.
En deze lachte, telkens wanneer hij
het zag. en vólgde zijn slachtoffer met
nog meier volharding.
Prosper wender zenuwachtig van
hij meende nu duidelijk te Weten,
waarom hij zoo door dien mam ge
volgd werd. Blijkbaar had1 Abel aan
Véroudard vertéld', wat hij gezien had i
en daarom alleen volgde dieze hem
zoo hardnekkig.
Véroudard was dus voor hem een
ontzettend gevaar, een voortdurende
aanmaning tot voorzichtigheidmis
schien ook was zijn wroeging er het
gevolg van. Maan- in elk geval was
zijn voortdurende tegenwoordigheid
hinderlijk, ondragelijk en maakte ze
hem nerveus. Hij moest zich echter
inhouden, en wanneer Véroudard
hem aansprak, glimlachte "hij beleefd
en gaf hem de hand'.
1 Toch was deze amateur-detective in
het minst niet. te vredzen. pok niet
voor den onhandigste van alle» aspi
rant-misdadigers al wat hij vertelde
van zijn groot succès was niets dan
leugen en grootspreker ij hij bracht
het. nooit verder dan bespionneeren.
gissen en verdenkeneens van de
honderd maal mocht hij het dan mis
schien radten, maar va.n de andere
sprak hij niet.
Op het kantoor van den veiligheids-1
dienst, was men dus vaar zijn aanwij
zingen. al werden ze ook gratis gege-,
ven, nolet gediend men had genoeg
van de ormoodige moeite, date hij d'e
ambtenaren al bezorgd had. Alleen
wanneer zijn rrtededeeiingen andere
ernstige, reeds ontvangen', kwamen
bevestigen, sloeg men er acht op; wat
hem echter niet verhinderde om met
het zenden van zijn rapporten gere
geld door te gaan».
De geheele zaak was eigenlijk deze
dat. Véroudard was van nature boos
aardig en schepte behagen in liet. mis
drijf en nog meer om andereu te la
ten straffen maar hij was te dom
om zijn vrijwillig op zich genomen
werk goed te doen.
Hij genoot, wanneer hij angst,
schrik, vrees of smart las op het. ge
laat van bani, die hij vervolgde met
zijne levende blikken vol bedreiging
eirï niet. het minst leden zij van zijn
slachtoffers, die hoewel volkomen on
schuldig, dioor hun vele leed en onge
luk geen weerstand meer bezaten en
in zijn booze oogen een bedreiging
Van nieuwe rampen zagen.
En Thibault, vertegen en zwak van
krachten als hij was, kwarn dezen
azer op het mpnschelijk ongeluk een
welkome prooi voor; hij zag het dui
delijk genoeg aan zijn aarzeling, aan
zijn kleur krijgen, hoezeer hij hem
angst aanjoeg en daar genoot, hij
van.
Er scheen echter voor Prosper een
betere tijd thans te zullen aanbreken,
Barnabé Lavea*aisse zou hem afleiding
bezorgen. Dien Dinsdag, na, zijn kan-
toortijidi, begaf hij zich dadelijk naar,
zijn oudien vriend en het was of hij nu
reeds verandering in zich gevoelde,
met zoo vasten tred ging hij voort.
het hoofd omhoog.
Hij moest liet zich. wel bekennen en
•hij verweet het zich ookzijn gedaeli-
ten waren niet meer uitsluitend bij
Micheliinezondter het te willen, zag
hij steeds Glarisse voor zich, zooals
ze dien Maandag voor de piano had
gezetenhij hoorde nog haar ernstig-
klinkende stem, en de woorden, di?
zij gesproken had», kwamen hem tel
kens weed* in de gedachten.
En telkens wilde hij het verraad,
dat hij meende te plegen aan zijne
vroegere geliefde, te niet doen en dan
riep hij voor zich heen
Michtelime, MicSheline
Maar het was te vergeefs
In een aUesbehalve kalme stem
ming kwam hij aan de woning van
Barnabé Lavevasse. Op de trap zei de
een" zacht Iris-parfum hem, dat Cla-
risse reeds gekomen was.
Bij zijn binnentreden in de meer
dan karig, bijna armoedig, gemeubi
leerde kamer, zag Prosper niets dan
Clarisse. Thans was zij in wandeltoi
let en maakte een mindtor ongenaak-
baren indruk dan op den muziek
avond in haar eigen woning.
Zij reikte hem zeer vriendschappe
lijk de hand en» weldra waren beiden
m druk gesprek.
Laverasse stemde ïntusschen een
viooltoen trad hij plotseling op Pros
per toe. duwde hem het instrument
onder de kin en zei
Komaan, laat nu eens zien, wat
je kunt.. speel wat ge wilt.
Ik ken niets meer
Improviseer dan maai*
Prosper glimlachtehij nam de
viool onder de kin en de strijkstok in
de hand en zei
Ik herinner me, geloof ik, nog
wtel ietsde druivendans, dié mijn
vader en ik speelden in den oogsttijd
voor de draivenpersers. om ze op te
vrooiijkeu het is nog al wild, maar
ik ken niets anders.
Toe maar moedigde Clarisse
aan.
Hij begon.
En toe-n hij begonnen was, zag hij
voor zijn oogen weer alles zoo-als liet
in zijn jeugd geweest was de vroo-
lijkheld van zijn huis zijn vrienden
en vriendinnetjes de gevers van drui
ven. en wijnen kwamen weer tot hem;
hij hoorde den zang der druivenoog
sten en leefde weder liet heerlijke bui
tenleven van zijn jeugd, toen hij nog
onschuldig was en geen berouw of
spijt behoefde te hebben.
En zijn ziel legde zich in het bewe-
gen zijner vingeren en gaf aan zijn
[spel d'e bekoring van een onzeglijke
sympathie en hartstocht.
Met den eersten streek had hij reeds
zijn vroeger spel en zijn kunstvaar
digheid teruggevonden, die ham toen
als een wonderkind hadden dioen be
schouwen.
De oude man en liet jonge meisje
hoorden hem aan, doodstil, zonder
bewegen, de oogen groot, van verwon
dering en ontsteltenis bijnanu en
dan zagen zij elkander aan. Wat zij
luier hoorden, die wisseling van ae-
coorden in een tempo van onvergeiij-
I kelijke dolheid, kwam. hun als een
wondei- voor, dat op niets geleek wat
zij ooit hadld'en gehoordnu eens hor
tende, stootende streken en felle scher-
pa tonen dooreen, het andere oogen-
blik liefelijk trillen en een wonderlijk
lieve melodie. en het alles zeld
zaam on troerend en van een boven-
menschelijke bekoring.
Was dla/t Prosper Thibault. de een
voudige jonge man, de klerk op het
kantoor van Isolin
(Wordt vervolgd).