RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels Brievenbus (Deze raadsels zijn alle ingezonden ioor jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). 1. (Ingezonden door Tonia Gouda.) Met M ben ik een riviermet K eet men mij op den boterham en met H jten ik een vlug dier. t, (Ingezonden door Mien Uitendaal.) Men ziet mij gaarne boven ieder buis Maar er in noemt ieder mij een kruis. 1 (Ingezonden door Job an Busé.) Welke begraven stad kunt ge uit inderstaanden zin maken? Op de daken liggen pannen. 4. (Ingezonden door Gerard1 Heikkel- man.) Wat kunt ge uit onderstaande let tors maken? ednilusni 5, (Ingezonden door Herman Vogel- wng.) Mijn eerste is een jongenenaam Mijn tweede is een meisjesnaam Mijn derde is een boom Mijn vierde is een hoogte. En mijn geheel is een Nederland. (Ingezonden door Alida de Blazer.) Kom, lezer, zet u erven neer Rn weea van mij gediend - Breng hulde toe aan mijn geheel, '4 13 zeker ook UW vriend I Bij toont welhaast met goeden smaak, Al is zijn gift soms klein, Dat bij er waarlijk slag van heeft, Om vreugde te herein 19 3 4 met 12 9 5 8 vereenigd gaimen dartel hup'leud over 't gras Door een gloed van reine vreugde, Sauw omsloten op bun pas. 'a Trouwe 7 6 2 10 11 4 zal altij'd zeggen Ronduit waar d)e zaak op staat, Ba we zullen waarlijk 10 5 8 10 3 Wie eens knap dit raadsel raadt 7. (Ingezonden door Gerard Hamer.) Welke vegers maken de kamer rail? 8. (Ingezonden door Jacobus ter laak.) Bruin is bier mijn eerste deel Het tweede ziet men bruin ook veel. Hier is bruin ook mijn geheel, 's Middags een zeer voedzaam eten. Wie zou nu mijn naam niet weten? (Ingezonden door Barbara Tiim- ttrer.) Zoek uit obder3taanden zin een froom on een vrucht. Eduard en Dolf bestudeerden het boek. 5. (Ingezonden door Hendrik Groe ner el d.) Ik ben een kleurkeert ge me om éan ben ik niet vol. Cor M. Jammer, dat ik die vorige week geen plaats meer voor je had, Cor, maar ik zal 't nu maar gauw goed makenVind je bet een pret tig werkje, om een verbaaltje bij die plaat te bedenken? Nu hoop ik maar dat deze eerste keer, dat je meedoet, nog door heel veel andere keeren ge volgd zal worden, jij ook niet Elizabeth en Trijntje Fr. Ik vind het heel goed, dat jullie mee gaat doen, maar nu voortaan niet meer „niet durven", hoorAardig, dat jullie dadelijk ook zelf raadsels ingezonden hebt, maar heb je ze zelf bedacht, zeg? 't Verhaaltje heb ik bij de andere inzendingen gelegd. Wist je nu deai uitslag vau den wedstrijd maar, hè Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels der vorige week zijn Rot, tor. 2. Schot - el, schotel. 3. Op een bloemenbed. 4. Van Alkmaar begint de victorie. 5. Stoomvaartmaatschappij, 6. Leiden. De schaduw. 8. Stoot toch niet zoo teGEN Tafel, ■Ms ik zit te schrijven 9. Zonderling. JO. Een leugen. Goede oplossingen ontving ik deze week van Leonard Germeraad 10, Mien Herm- 7, Marie Geervliet 10, Gretha Kui per 4, Marle Joost 1, Wim Germe- oad 10, Truus Staal 7, Job an Busé 10, To rna Gouda 6, Dina Vester, 9, Nellie ran der Linde 3, Dirk Boeré 10, Eliza beth Frölich 9, Jacob GaJjard G, Jo van den Oosterkamp 8, Izaak Smits 8, Mieni Uitendaal 10, Hendrika Na- Sel hout 10, Alida de Blazer 9, Gerrit roeneveld 9, Kniertje Stam 9, So- rhietje Westendorp 10, Annie Keizer Jacobus ter Haak 7, Willem Hel- minck, 9, Mina Warmerdam 9, Gretha van dor Steur 8, Trijntje Frölich 9, Hendrik Groeneveld 8, Heintje en Isaac Brandon 9, Gijsbertus Seu- bring 8, Gerda Groeneveld 8, Jacob Rranikfort 6, Vera B. 10. Marie J. Of zusje ook mee mag doen? Ja zeker, dat mag, dus nu kun je samen aan 't raden gaan, hè? Ik vind het heel goed, dat je raad sels in wilt zenden, maar wil je mij dan het antwoord niet vertellen? Ik kan het heuscih niet raden, hoor Dank jullie wel voor de mooie kaar ten Nelly van A. Wel Nelly, -vat was ik blij, dat ik weer eens een briefje van jou kreegPrettig, dat je nu weer mee kunt doen aan de wedstrijdenVeel verhaaltjes-wed'- strijden gewen? Ja Nel, dat is nu wel een beetje moeilijk, want je moet bedenken, dat niet alle kinde ren zooveel van verhaaltjes maken houden als jij Welke wedstrijden vind je nog meer prettig? Dag Nel, veel groeten I je niet? Heerl k, dat Coba nu zoo nu en dan weer uit mag 1 Ze zal IJ nu zeker wel gauw opknappen in 't mooie lenteweerKom. 't zal wel meevallen op school I Vind je die sommen nu zoo vreeaelijk? Ja Mien, een kleurwedstrijd komt ook nog eens, dat bel'oof ik jeIs het nu goed? Cornells B. Ik zal zwijgen als oen mof, hoor Je 'hebt wel een beet- j je gelijk met te zeggen, dat je niet meer mee kunt doen, maar zoo nu en dan hoop ik toch nog wel eens iets van je te hooren, door Age of RoelofZullen we da,t afspreken Gretha K. t Raadsel had je ze ker niet heel goed begrepen, maar een klein beetje veranderd wil ik het toch wel opnemen. Vind Je dat goed? Onze Wedstrijd. Aan de jongens en meisjes, die de Zaterdagavond, waarin Onze Nieu we Wedstrijd stond, kwijtraakten, zal ik nog eens even vertellen waar uit die bestaat. Maar vóer je verder leest, bekijk eerst eens goed het plaatje, dat je dezen keer in onze rubriek vindtEn als je het goed bekeken hebt, knip het dan uit, en bewaar het. want wanneer je aan het werk gaat, zal je het zeker nog wel noodig hebben De bedoeling is, dat je bij bet plaatje een verhaaltje maakt. Je mag dit doen op alle mogelijke manieren je mag iets bij de plaat vertellen, je mag er een lang verhaal bij maken, je mag er een kort stukje over schrij ven, je mag er net van maken wat je wilt, als het maar bij de plaat be hoort t -Je begrijpt het dus goed', je vertelt iets bij de plaat, en hoe je dat nu doem wilt, moet je zelf maar weden. Nu begrijp ik wel, dat deze opgave voor de kleintjes moeilijker is dan voor da groeten, en daarom is de wedstrijd verdeeld in twee afdeelin- gen, de eerste voor jongens en meis jes van. elf jaar of jonger dan elf jaar en de tweede voor jongens en meisjes ouder dan elf jaar. In de eerste af deeling zal de eerste prijs bestaan uit een spoor met rails of een kookkachel, de tweede prijs uit een teekmdoos of een schets boek. In de tweede afdeeling zal de eer ste prijs zijn een passerdoos of een klokje, en de tweede prijs een inkt koker of een schrijfgamituur. Bovendien zullen in iedere afdeeling twee premiën gegeven worden, die be staan uit boeken in prachtband. Wanneer het verhaaltje af is, en netjes overgeschreven (het papier mag maar aan één zijde beschreven worden), dan is je inzending dus klaar. Denk dan goed aan de volgende be palingen I. Gp iedere inzending moet duide lijk vermeld zijn naam, leeftijd en woonplaats van den inzen der. II. Voorts moet bij iedere inzen ding gevoegd zijn een verkla ring. of het werk alleen ge maakt is. III. Alle inzendingen moeten aan mij gezonden zijn voor Dinsdag. 24 April. Dus tijd genoeg om te zorgen, dat je werk in alle opzichten in orde is I Alle inzenders zijn welkom, nieuwe inzenders zoowel als oude kennissen En verder prettig werken maak maar eens iets heel moois bij da plaat I Henriëtte van H. Dat raadsel van die hoofdstad vind ik vooral voor 'de kleintjes die aan onze ru briek meedoen, wel wat erg moei lijk, maar het nieuwe vind ik heel goed 1 Maar wat vertel je toch van een IJroos Stond daarover iets in de courant Ik weet er heusch niets van I P i e t è(r n e 11 a B. Ja, ik dacht heusch al dat je me vergeten ging I Dat is toch wel wat erg, hè? Pret tig dat je me zooveel over Rijk ver telde Je bent zeker erg op hem ge steld, is 't niet? Doe hem vooral heel veel groeten als hij Zondag komt I Wat heerlijk, dat hij met Pa- scben drie of vier dagen komt I Maak je ook een verhaaltje bij 't plaatje, Willem H. Heusch niet aan ge dacht, ara den vorigen keer te schrij ven Nu, dat zullen we voor dezen keer maar niet heel erg vindenje kunt ook niet altijd aan alles den ken, hè Wanneer je raadsel in de courant komt Ik kan het je heusch nog niet vertellen, Wim I Begint je geduld op te j-aken Wat heb je een goede verjaardag gehadVoel je je niet gewichtig nu je dertien jaar bent Truug Spr. Je Verhaaltje is goed aangekomen. Truus I Het is een heel werkje geweest, hè? Wat grappig, dat het juist op den eersten kwam I Ik had er echt pret om 1 Was je er heelemaal niet aan geholpen? Jacobus en Paulina M. Wat hebben jullie me weer mooie raad sels gestuurd 1 En 't was deze keer keurig geschreven ook 1 Maar waar om doen jullie toch nooit mee aan de wedstrijden? Heb je daar geen zin in? Mien H. Nee, Mien. Marie Gr. hal het mij niet verteld," dat heb je nu eens net mis geraden 1 En 't is ook niet iemand, die meedoet aan de rubriek „Voor Onze Jeugd" I Nu, van Duitschland weet je mee te praten, hoorKan je ook al mooi Duitsch spreken, zeg. of gaat dat je nog niet al te best af? Ja, ik ben wel eens in E. geweest, en we zullen hopen, dat jij er ook nog eens komt, vind Wat zal dat op 19 April een feest zijn I Daar verheug je je nu zeker al vast op, is 't niet? Johanna SI. Nee hoor, met jok ken kom je niet ver, daar heb je gelijk in I Met geleende boeken moet je altijd maar erg voorzichtig zijn; het is zoo jammer, wanneer je op andermans boeken vlekken maakt, ihè? Veel groeten voor jullie beidenl Marie G. Het was nu prachtig in orde met de raadsels, hoor I En wat hebben jullie ze mooi geraden 1 Je hadt vergeten je leeftijd bij het verhaal te zetten maar je bent im mers twaalf? Nu hoop ik dat ik me I niet vergist hebZeg Gretha en Di na maar eens voor me goeien dag 1 Nelly de M. Ik ben dadelijk nog eens naar de doos gaan vragen, Nel, maar hij moet uit het buitenland komen en daarom duurt het zoo lang I Het spijt me erg voor je, maar ik kan het toch heusch niet •helpen, hoorJa zeker mag je ook een versje maken, graag zelfs Ik had nog wel een paar raadsels van je, maar allemaal letterraadsels, en die vinden de kinderen zoo verve lend, weet je wel Ik ben mei de nieuwe dus erg in mijn schik Corrie de H. Leuk, dat je nu ook met Nel aan het brieven schrij ven bentJa, zoo'n boekenvoorraad is heerlijk hè? Daar valt nog eens wat aan te lezen Vind' je het leuk om naar de Huishoudschool te gaan? Ik wed dat je dan ook teekeneu leert is 't niet? Daar moet je maar erg je best op doen 1 Ik had pretoim die lange vacantia, die je nu zult heben. Daar verheug je je zeker al op, is 't niet? Vera B. Wel, Vera, wat ben jij een dichteres Ik vind, dat je prach tig verzen maken kunt, maar wil je wel gelooven, dat er een kleur van kreeg, toen ik 'tlas? Je vindt het ÓUÏi niet erg, als ik 't maar niet ;n onze ruoriêlC zet, is 't wel? Het was toch zeker maar vo°r ,.mii be stemd Op wat je verder"scJ)"ïjfees' ik eigenlijk niet veel antwoorden,' want ik bén bang, dat ik anders ge heimen verklappen gaJe begrijpt me zeker wel, hè? Leuk, dat ik de volgende week je verhaal krijg. Is 't nogal naar je zin uitgevallen Ik ver lang er al naar, het te lezenDag, Vera Hendrik Gr. De verhaaltjes zijn goed aangekomen, hoorIk vind, dat Pa groot gelijk heeft, en ik vind het flink, dat jullie het heelemaal zonder hulp gedaan hebt. Was je niet blij, toen het af was J a, wachten op den uitslag duurt altijd lang. Geduld is het beste, vind je niet Marie Gr. Ja, ik heb wel eens sneeuwklokjes in 't wild zien groeien, maar ze zullen nu wel uitgebloeid zijn, denk ik. De hyacinthen begin nen nu mooi te worden, hè Ik zal nu maar niet zeggen, wat je over Nel's verzen en verhaaltjes schreef ze mocht eens pedant wordenPro beer jij nu ook nog maar eens, om wat moois te maken, je kunt het bestl Je hebt wel eens oneer in een ver haaltjes-wedstrijd een prijs verdiend, of ben je dat vergeten? J o P. Wat leuk, dat zoon klein ding als jij bent, ook al brieven aan Nelly schrijft I Ja, je moet maar altijd erg je best op het schrijven doen, wie weet hoe mooi jij 't dan nog leert 1 Wel, wel, wat hebben jullie veel pret gehad op de slotles. En dan nog ge kleurde strikken en medailles ook Was je Zondag niet erg moe Jacob Fr. Allebei even prettig Nu, jij houdt nog eens van leeren, hoor I In welke klas zit je eigenlijk Hendrika N. Ik heb je verhaaltje gekregen, hoorEn nu heb ik een brief van Truus Staal gekregen, die wil graag brieven met je schrijvon. Van baar kreeg ik het eerst een brief, en daarom noem ik haar op. Ik denk, dat jullie wel vriendinnetjes zult wor den Nu zal ik haar vragen, haar adres op te geven, dan mag jij haar eerst schrijven. Je mag nog wel mee doen, al wordt je vijftien jaar Je mag net zoo lang meedoen, als je het zelf leuk vindt, is het nu goed? Wie zijn de meisjes, die naast je wonen J a c o b u s t e r H. Wat heerlijk, dat Hendrik door zijn examen isFelici teer hem maar hartelijk voor me, hoor 1 Nu. ik geloof wel, dat ik raden kan, wat hij met die schaar moet uitvoeren Vindt hij het leuk Ik verlang al naar Coba's verhaaltje Dag, drietal Annie K. Wasje niet blij, toen het verhaal af was, Annie Het was zeker een heel werkje, hèIk wil je met pleizier lange brieven schrijven, Annie, maar dat kan toch eigenlijk alleen maar wanneer jij ook een lan gen brief schrijft. Vind je dat zeK ook niet? Dina V. Nu zultón we maar zor gen, dat je van de week wel oen brief krijgt, DientjeJa, ik geloof wol, dot de meeste kinderen letter-raadsela vervelend en moeilijk vinden, en daar om staat er tegenwoordig_ ook altijd maar één zoo'n raadsel in onze ru briek Dat vind je toch zeker ooi* prettig, is 't niet'? Denk nog maar eens goed over je verhaaltjes, hoor Truus St. Welnee, Truus, laat die cijfers boven de letters voortaa* maar wegLeuk, dat je brieven wilè schrijven aan Hendrika N. Wil je nu nog even opgeven, hoe je adres pre cies is? Dan zal Hendrika je zelf wei schrijven, waar je den brief moot be zorgen. Jammer, dat ik Dinsdag niet thuis waa Nu een anderen keer maar, hè Dag Gerrit Gr. Zoo, Gerrit, en ben jij nu de oudste van dat viertal E* wordt het eene zusje- niet te veel ge plaagd door de drie broertjes? Va® cijferraadsels "hoef je voortaan niet al de onderdeelen op te schrijven, hoor Alleen de oplossing is voldoen de Dat spaart alweer werk uit, hè Sophietje W. Nu heb ik jo al verteld, dat ik het niet kwalijk geno men heb, FietjeDus dat wist je nu al, hè Ik hoop ook, dat je naar de vijfde gaatwaren je rapporten liet heele jaar door nogal goed, of krijg: je geen rapporten? En nu weet jo ook al hoe je raadsels iu moet zen den, is 't niet?* Dan valt er niet veel meer te vertellen Veel groetjes J o v. d. O. Wat ben je van de weel» prachtig aan het raadsels oplossen geweestKranig hoor, Jo Als er weer eens een meisje is, dat graag brieven schrijven wil, zal ik om je denken, hoor, maar dit meisje was al veertien jaar. dus wel een beetje te groot, vind je niet Naar de oplossing van raadsel 8 moet je maar eens goed kijken, daim begrijp je zeker wel wai dei bedoening isZeg Annie maar eens vbCT 25 59S&RSB» cn °°k ie" zelf Gerda Gr. Ja, met acht raadsel oplossingen kun je 't wel doen, daè vind ik ookJe moet ook niet ailtijé alles willen hebben, wat zeg jij Haast was je briefje ook blijven lig gen tot de volgende week, maai* ik dacht bij me zelf„'t Gaat hoe T» gaat, maar Clara moet anitwoorê hebbenBen ik nu niet goed op je geweest Dirk B. Wel, Dirk. ik zou dade lijk kunnen zien. dat de brief van jou was, ook al vergat je je naam eens Wou je de proef er eens van nemen? Je raadsels wil ik wel plaatsen^ be halve 't raadsel van de letters door elkaar, want daar hebben de jongen» en meisjes tegenwoordig erg optegeal Vind jij die juist zoo leuk? Catharina K. Vind je dat jo er niet veel van schrijven kunt? Wel. hoe is 't mogelijk, ik heb al zulke lange verhalen gekregenVan Mar- gretha II. heb ik nog .niets gehoord is ze een beetje een lui schrijfstertje? Wat hebben jullie een heerlijke wan deling gemaaktNaar Spaarndam liefst! Was je niet moe, toen jethui» kwam, en weet je nu goed hoe de sluizen in elkaar zitten? En was d« prijsuitdeeling prettig? Wat een vra gen Maar nu houd ik ook gauw op, hoor Nellie M. Heb je altijd meer zin om aan iets te beginnen, dat je pret tig vindt dan aan iets, dat je niet prettig vindt. Nn, dat vind ik niet zoo'n wonder 1 Maar de allereerst*» was je toch niet met je inzending, het is zelfs al een aardig stapeltje I Ik vind het leuk, dat je altijd zoo trouw met Zus speelt. Ik wed, dat Zus zich alleen daarom al op Zondag ea Woensdag verheugtHeb ik daar gee®, gelijk in? Gretha van der St. Ik vind je raadsel heel goed, Gretha, en ik wil het met pleizier plaatsen, zoodra ik eens een pietsje over heb! Nu, als je niet goed weet, hoe je het verhaaltje op moet schrijven, zou ik Pa maar eens vriendelijk aankijken, misschien wil Pa het je dan wel vertellenAls jê hot zelf maar bedacht hebt., dat is toch het voornaamste, vind je niet? De brieven van Jacob Galjart, Eliza beth Frölich, Anton Roosjen, Betsj van Wengen, Tonia Gouda, Kniertje Stam, en Mien Uitendaal zullen in hot volgend nummer beantwoord wor den. M. C. VAN DOORN. Met een vloek duwde de avontu rier haar zoo woest van zich af, dat iachterover viel en haar hoofdje ■oo hevig tegen den grond terecht kwam, dat zij bewusteloos bleef lig- fen. Lafaard riep eene stem. Met een mes in de hand was de knaap onverschrokken op hem toe- fesprongen. De onderofficier hield tlch bedaard en vergenoegde zich feem »oo ruw den pols te omklemmen, fiat hij met een kreet van pijn het mes liet vallen. Hangt dien jongen wolf, die al bijten wil, op. Een paar soldaten naderden den knaap en dat wreed bevel zou zonder twijfel opgevolgd zijn, indien niet op den drempel der open gebleven deur •en jong man van hooge gestalte Ware verschenen. Hij droeg een de gen op zijde en een vilten hoed met pluimen op het hoofd, De kapitein! riepen de soldaten, die vol eerbied terugtraden. De nieuwe bezoeker had met éen oogopslag het tooneel overzien. Op den vloer lag het kleine meisje, roer loos uitgestrekt. Verderop, met ge bonden handen en een koord om den hals, stond de knaap. Zijn hoofd was fier opgeheven, zijne blikken schenen zijne beulen te tarten. De kapitein bukte zich en hief Ma deleine op, die hij met wat water weer bijbracht Zij keek den officier aan en lachte hem toe. Hij zag er zoo goedhartig uit, dat hij haar aan stonds vertrouwen inboezemde. En nu tusschen ons mannen, zei de hij, terwijl hij zich nederzette. Ik wil weten wat hiier voorgevallen is. Kapitein, stotterde de sergeant, men weigerde ons te bedienen, dus hebben wij ons zei ven wel moeten helpen. Die kemphaan daar heeft het gewaagd mij te bedreigen. Ik had dus last gegeven dat men hem ophangen zou. Een kind I riep de kapitein uit, den onderofficier een blik toewerpen de, waarvoor deze beschaamd de oogen nedersloeg. Is dat alles waar, meisje Madeleine vertelde al wat er ge beurd was, hoe arm zij waren, en daarom het versterkende voedsel, dat voor hun vader bestemd was, haddeD verstopt. Maakt dien jongen los I gedood de officier, en gij allen onmiddellijk het huis uit 1 Er ging een toornig gemompel op». De krijgslieden schenen te aarzelen, maar de kapitein maakte een drei gend gebaar en sloeg de hand aan het gevest van zijn degen, waarvan allen de kracht kenden. Als een zwerm verschrikte huismusschen stoven al len nu de zaal uit. Komt thans tot bedaren, kinde- ren^ zeide de kapitein op vriendelij ken toon. Mijne manschappen ver staan, helaas de kunst van plunde ren, maar ik zal er zorg voor dra gen, dat men u niet meer lastig volt en intusschen laat ik u een genees middel, dat al 'heel wat zieken her steld heeft. En na een volle beurs op tafel te hebben geworpen, 'klopte hij beiden op den schouder en verwijderde zich. Eenige jaren later was Madeleine tot een mooi jong meisje opgegroeid en het „Groene Kruis" zelf als her schapen. De reizigers en kooplieden maakten gaarne een omweg, om er stil te houden, zoo beroemd was de keuken en zoo voortreffelijk waren de wijnen daar. De oorlogen waren afgeloopen. Be halve van enkele bandieten, die nog bij troepjes rondzwierven en des avonds reizigers aanvielen en op rantsoen stelden, viel er op de groote wegen weinig meer te vreezen. Op zekeren morgen, dat Madeleine alleen in de herberg was, terwijl haar broeder bezig was alles met de knechts op de binnenplaats en in de stallen in orde te brengen, kwam een man met verscheurde kleederen en behloed gelaat, wiens hand nog een afgebroken gevest van een degen om klemd hield, de zaal binnensnellen en riep hijgend uit Kom mij te hulp.of ik beu ver loren Hoe onverwacht hij haar ook ver schenen mocht zijn, toch keek het jonge meisje als in blijde verrassing op. Dat gelaat, die stem riepen vroe gere beelden wakker. Zet u daarginds nedër, kapitein, antwoordde zij en voerde hem ach ter het hooge eikenhouten buffet, waar hij ademloos neerbukte. Het was hoog tijd. Een kleine troep gewapende lieden hield stil voor de deur en hun aanvoerder trad binnen en vroeg Hebt gij niemand voorbij zien gaan Niemand, antwoordde het meis je, dan alleen een krijgsman, die den weg daarginds opging. En zij wees met de hand hot nabu rige bosch aan. Dat is hij, riepen de mannen. Dan zullen wij hem ook krijgen zeide de aanvoerderheb dank voor uwe inlichting. Het is een kapitein van het koninklijk leger, dien wij zoeken, een prachtig soldaat, die ons ontsnapt is^ na zes der onzen buiten gevecht te hebben gesteld. Dat moe ten wij hem betaald zetten en tevens een geducht rantsoen van hem eischen. Komaan, makkers, de jacht maar weer hervat en spoed gemaakt. Wij zullen hem toch gauw in han den krijgen, want hij moet uitgeput zijn door bloedverlies en niet ver meer kunnen loopen. Madeleine trad met schijnbaar on verschillige uitdrukking naar binnen, maar nauwelijks waren de bandieten uit het oog verdwenen, of zij snelde op het buffet toe. De man lag daar geheel uitgeput terneer. Toch had hij nog de kracht te fluisteren Heb dank dat gij mij gered hebt. Hij wilde zich oprichten, maar daartoe was hij te zwak. Hij verloor veel bloed. Ontsteld als zij was door de lijk- kleur, die zich over zijn gelaat begon te verspreiden ,ging het jonge meisje haar broeder holen haastte zich hem alles mede te deelen en beiden droe gen daarop de gekwetste naar een aangrenzend vertrek. Zij legden hem daar te bed, ver bonden zijne wonden en, terwijl rij de taak eener verpleegster bij hern opnam zeade zij tot den krijgsman, die haar met een zachten weemoedi gen glimlach gadesloeg Houd maar goeden moed, heer kapitein, gij hebt te doen met vrien den die u niet weder laten gaan, voordat gij geheel hersteld zïjt- Veertien dagen later mocht hij voor het eerst opstaan en vernam hij, doÉ Madeleine en Jean de beide kinderen waren, die hem eenmaal hun behoud te danken hadden gehad. Toen hij korten tijd daarna, op het punt was hen te verlaten, om op zijn post in het leger weder te keeren, durfde hij dan ook niet den fraaier», sterken degen weigeren, dien zijne beide jonge vrienden hem vol erken telijkheid kwamen aanbieden, hem allen denkbaren voorspoed toewen- schende voor de toekomst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11