RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezon
den door jongens en meisjes, die
Voor Onze Jeugd" lezen. De namen
van de kinderen, die mij vóór Don
derdagmorgen oplossingen zenden,
worden in 'het volgend nummer be
kend gemaakt.)
1. (Ingezonden door Jan Abeel en.)
Ik ben bij de kerk aangesteld
En word er als sieraad hoog ge
steld.
En boven de dingen dezer aarde
ls mijn standpunt hoog en vol
waarde.
Mijn woord is eenvoudig, toch
heeft 't de inadlit,
Een ieders aandacht te wekken
Zoo dien ik de kerk bij dag en
nacht
En ben er toch nooit in te trekken.
r
2. (Ingezonden door Hein Daudey.j
Wat maakt ge uit de 'volgende
letters
eieocthmd
3. (Ingezonden door Mina Vink.)
Zoek uit onderstaande zin een be
graven stad.
Is zijn adres Den Haag
(De begraven stad is natuurlijk
niet Den Haag.)
4. (Ingezonden door Jacobus Meyers)
Wat staat er tusschen berg en dal?
6. (Ingezonden door Rika Koelen.)
Mijn geheel bestaat uit tien letters
en is een stad in Nederland.
1 2 9 4 is laag.
I 9 8 10 is een lichaamsdeel.
7 9 8 10 vindt men over het water,
i 4 3 5 6 is een meisjesnaam.
I 10 8 2 9 is koud.
16. (Ingezonden door Gerard Hamer.)
Welke knecht zit met de hoed op
[voor zijn meester
7. (Ingezonden dooi' Marie Sernée.)
Maak uit onderstaande lettergre
pen een spreekwoord.
ren doe ren spa tga»
8. (Ingezonden idoor Mien Ui tend aal.)
1 Dan ben ik zichtbaar en dan weder
niet
Dan ben ik groot, dian weder klein;
Dan ben ik hier, dan weder daar,
Ik ben een niets en toch ben ik
iets.
9. (Ingezonden- door Nico Koomen.)
Welke ring heeft een einde?
10. (Ingezonden door Dirk Boeré.)
Welke jongensnaam 'van viier let
ters blijft omgekeerd hetzelfde
Raadseloplossingen
De oplossingen van 'de raadsels der
vorige week zijn
1. Raadsel.
2. Haarlemsche bloemenvelden.
3. Ja, ik heB ER GENoten, 't was
er heerlijk
4. Saenredamistraat.
1 5. De bril.
6. Frankrijk.
7. De oogappel.
8. Beverwijk.
9. Advertentieblad.
10. Tabak.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Age Beinema 9, Kniertje Stam 9,
Hendrika Nagelhout 5, Trijntje Frö-
3ich 10, Izaak Smits 7, Dirk Boeré 9,
WiLlem Helminck 8, Joh. Vester 9:
Truus Staail 8 Gerit Groene veld 7, Ma
rie, Dina en Gretha Geervliet 7, Frida
van den Ban 10, Roelof Beinema 9,
Henderika Robin 10, Heintje en Izaak
Brandon 8, Hendrik Bouman 8, Jacob
Frankfort 6, Betsy Frölich 10, Dina
Vester 8, Wilhelmina Henderika Ro
bin 10, Neeltje Bouman 7, .Tohan Bou
man 8, Gerda Groeneveld 7, .Tohan
Busè 9, Hendrik Groeneveld 7, Jo en
Betsy Ploeg 8, Wim Germeraad 10,
Alida de Blazer 6, Gijsbertus Seu-
bring 9, Johanna van den Ooster
kamp 7, Greta Kuiper 4, Leonard Ger
meraad 10, Catotjo Maas 1.
Betsie van Wengen 7.
Wedstrijd.
De uitslag van den verhaaltjeswed
strijd zal je in het volgend nummer
van de Zaterdagavond vinden. Van
daag zal ik je vast vertellen, welke
jongens en meisjes aan den wedstrijd
hebben meegedaan, dan kan je nakij
ken of je naam er ook bij is.
In de eerste af deeling. jongens en
meisjes van elf jaar of jonger dan 11
jaar,werd meegedaan door
Comedis Muylaert, 10 jaarElisa
beth Frölich. '10, Gretha Geerevliet 10,
Jacobus ter Haak 9. Piet van der Lin
den. 8, Betsie van "VVengen 11, Truus
Springer 10, Anton Koomen 11, Lena
Bos 8. Willenden Gerritsen 11, Jo
hanna v. d. Oosterkamp 11, Gerarda
Groeneveld 9. Annie Keizer 8, Wim
Germeraad 11, Gerard Hekkelman 10,
Lucia Voetelink 10. Barbara Timmer
9, Hendrik Smits 9, Maria van Zut-
phen 9, Catotje Maas 8, Greta Val-
lentgoed 9. Christina Smits 11, Marti-
nus van Nieuwkuyk 9, Anna Sagan
11, Johanna Fortgens 11, Iza&k Srnits
11, Johan Busé 9. Alida de Blazer 11,
M. C. van dei- Stad 11, Johanna Ser-
nee 9, Marie Spiekerman 10, Willem
Smits 11. Dirk Boeré 9, Ada van
Nieuwkuyk 11, Anna van Daalen 10,
Hendrik Groeneveld 10.
Gercrit Groeneveld 11.
De inzendingen in de tweede af dee-
ling, voor jongens en meisjes, ouder
dan elf jaar, waren van
Nelly van Aanstel 12 jaar, Nico Koo
men 12, Marie Groene wegen 14, Jaco
bus Meyers 14, Hendrika Nagelhout
14, Johanna. Keupe 12, Marie Joost 14,
Margaretha Holster 14, Truus Hey ti
gers'" 13, Gijsbertus Seubring?, Nellie
Modoo 12, Paulina Meyers 13, Dina
Geerevliet 12, Cornelis Heek 12, Her
man de Lagh 12, Vera B. 14, Corrie
de Haan 14, Catbarina Kokkelkoren
14, Jo Daemon 14, Marie Semée 12,
Jansje Huysman 13, Annie v. d. Nieu-
wenhuyzen 12, Jan Schepers 12, Marie
Geerevliet 12.
Het cijfer achter je naam beteekent
natuurlijk je leeftijd.
En nu nog een weekje geduld voor
de groote dag van den uitslag aan
breekt.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kiuder-Afdeelmg moeten gezonden
worden aan Mej. M. C. van Doom,
Sophiastraat; No. 22, Haarlem).
Nelly de M. Nu zullen we van
daag Nel maar w.eer eens liet aller
eerst een beurt geven. Heb je de
Kindercourant gekregen, en kende je
deze verhalen nog niet? Ik wed. dat
je het bloemen-maken wel gauw-
zult kennen en dan met zoo'n heer
lijke hulp. dat is nog eens prettig
werken hè? Ik begon nu heusch te
denken dat die oneerbiedige teeke-
ning een portret van mij'voorstelde,
met het oog op het voor brievenbe
steller spelen de vorige weekMaar
zoo kwaad was je bedoeling zeker
niet, is "t wel Wat een lange brief!
Maar nu houd ik ook gauw op
Gijsbertus S. Ik ben blij, dat
je nogal geduldig bentEn nu lees
je vandaag over een week den uit-
siag, dus zoo heel lang duurt het
jiiet" meerIloud je veel van verha
len maken of vind je de andere wed
strijden prettiger
Alida de BI. Ja zeker heb ik
ook yoor jou een boek te leen als
je Woensdagmiddag tusschen één en
twee uur even bij me komt. zal ik
je wel iets geven; ik wed dat ik nog
wel een boek heb, dat naar je zin is!
Houd je veel van lezen en heb je
zelf ook veel boeken? Ik hoop datje
nichtje nu weer heelemaal beter is I
J o P. Het album is goed aangeko
men,, Jo, en ik heb er wat voor je
ingeschreven ook, dus nu mag je
het weer komen halen Wat hebben
jullie heerlijk gewandeld Drie uur
achter elkaarSliep je niet dadelijk
toen je 's avonds goed en wel inbed
Lag Wat zal dat een feest zijn als
Bels jarig is Ik denk dat het een
echt pret/tig dagje zal zijnWat
leuk, dat Bets nu ook al mee gaat
raden En dat ..Dag juffrouw" stond
er zoo mooi! Ik dacht eerst, datJo
het zelf geschreven had vind je me
niet dom? Dag zusjes! De raadsels
zijn goed.
II e n tl rik G r. Wat had ik daar
een pret om. dat ik jullie tweetjes
met Gerrit's verjaardag zoo mooi
waarschuwde Nu kreeg ik een dub
bel bedankje voor de felicitatie, een
van jullie en een van G err it zelf i
Welken wedstrijd vind jij nu eigen
lijk het allerplezierigste, zeg?
Wilhelmina en Hendrika
R. Durfden jullie eerst niet mee te
doen? Wiel dan ben ik blij, dait jul
lie 't nu toch maar eens gewaagd
hebben En dan heb je nog zulke
mooie raadsels gestuurd ook Ik zal
ze in onze rubriek zetten, hoorDoe
je nu de volgende week weer mee
met raden En vind je het boek
mooi
Greta V. ..Niemand heeft mij
iets geholpen", zegt Gretanu. dat
geloof ik wel. en ik verlang er naar
om al die opstellen te gaan lezen
't Is zoo'n stapel jij zoudt er bijna
niet overheen kunnen kijken Gre
tha! Of ben je nogal erg groot
L e o n a r d G. Ik had al in de cou
rant gezien van je prijs, en ik ben
toch zoo blij voor je Dat is nu eens
een hartewensdh vervuld, of heb ik
da,t zoo mis? Ben je nu weer heele
maal beter en hoe is het met Moe?
Ik zal maar niet op alles wat je
schreef antwoorden want daar vind
ik onze Brievenbus nu minder ge
schikt voor. begrijp je wel Geluk
kig dat je in ieder geval nogwel een
jaartje meedoet, en dan daarna
blijven we toch altijd dikke vrienden,
is 't niet zoo Groeten voor Moe en
de jongens
Barbara T. Je verhaal is goed
aangekomen, Bar Fluit de merel je
ie,deren morgen wakker, of ben jij
nog vroeger dan de vogeltjes uit de
vee-renJa, ik hond ook erg veel
van vogels, en vooral het gefluit van
de merel hoor ik erg graag Wat
zal het aardig zijn als de kleine me
rel tj es uit het ei kruipenVerlang
je niet naar dat o ogenblik, Bar?
Anna S. Aardig, dat ik nu ook
eens een briefje van jou kreeg Hoe
is het niet Moeder En groeit het
kleine broertje goed Nu zul je me
zeker niet slim vinden, want ik dacht
eerst dat Gusta onder was dan jij
en nu zie ik dat ze pas vijf jaar is
Zeg Moeder nu maar eens voor me
gooien dag, en Jo en Gusta ook
Maria van Z. Ik vind het heel
goed, dat je ook mee gaat doen aan
de wedstrijdenJe was heelemaal
niet te laat met je verhaaltjeVind
je raadsels oplossen ook een prettig
werkje, en houd je veel van brieven
schrijven Dan reken ik eens gauw
op een langen, hoor
Johan B. Je raadsels zal ik op
nemen zoodra er weer eens plaats is,
Johan Ik hoop erg dat je met Mei
over zal gaan Naar welke klas ga
je dan? Je wordt al zoo'n baas zoo
langzamerhand Ben je nu elf of
■twaalf jaar?
Corrie de H. Wel. is Joco goed
thuis gekomen? Ik bedenk me daar,
dat ik eigenlijk niet eens weet of dat
leuke dier bij Marie of bij jou Tioor-
de Moet jij maar voor een paar
dagen naar school Ja, van fiets
tochtjes maken is niet veel gekomen
in de vacantie, maar geduld maai-
wie weet wat een mooie Me'-maand
nog krijgen Houd je met erg
veel van fietsen Dag Cor
Betsy van W. Zooals ik al be
loofd lieb, moet ik Bets toch nog
even bedanken voor de leuke bakjes
Maar wat heb je er veel werk aan
gehad Toen ik ze goed bekeek, zag
ik eigenlijk pas goed. hoe bewerke
lijk ze waren Leuk dat Tootje ook
iets van zich liet hooren Of ik het
druk heb met de verhaaltjes? Nu,
cLat begrijp je wel, het is zoo'n >praoh-
Uge verzameling Vind je Nanny"
een mooi boek, of ben je er nog niet
vei- in
Jacob F r. Voor twee weken uit
geweest? Nu, dat tref je, hoor! En
zeker braaf pret gemaakt in d'en
tijd? Vind je het niet erg prettig om
met September in Haarlem op school
te komen En ga je dan iederen dag
heen en weer
Gerda Gr. Nu, ik vond die tien
dagen vacantie precies goed voor jul
lie Twee lange vaeanties in het jaar
zouden toch ook wel wat al te lang
duren, hè Maai* in Augustus dan
begint de ware pret zeker pas. Heer
lijke wandelingen flink ravotten
en dan nog mooi weer ookMaar
leeren op zijn tijd en daar houdt
onze Gerda ook van
F ri da v. d. B. Kijk daar-komt
Frida ook aan Nu, een meisje dat
zoo netjes schrijft mag vast wel mee
doen. en ik heb je naam dus maar
dadelijk bij de raadseloplossers ge
zet Maar hoe oud ben je nu eigen
lijk? En hoe is 't met Elsje? Vertel
je dat ook eens
Roelof B. Heelemaal vergeten
een verhaaltje te maken? Wel. dat
is al erg naai' maar een volgen
den keer beter, zullen we maar zeg
gen Ja. ik vrees ook dat van den
zomer door 't wandelen en buiten
spelen de raadsels er wel eens bij
in zullen schieten Bewaar jullie het
raden dan maar weer voor 's win
ters'?
Catotje M. Heb je je naam al bij
de oplossers gevonden, kleine To
Je hebt 'het knapjes geraden, hoor!
J o h. v. d. U. Ik hoop, dat jullie
erg veel plezier zult hebben op het
schoolfeest, maar daar hoor ik zeker
de volgende week nog wel over
Leuk, dat er sinds Woensdag toch
nog een raadsel bij was gekomen
En nu je krachten maar eens gewijd
aan de begraven stadZou het nu
lukken Hoe is 't met Annie Tot
slot stuur ik je de groeten
Tinus en Ada van N. Wel, ik
vind het heel flink dat jullie nu
ieder een verhaaltje gemaakt hebt 1
Ik zal nu gauw aan 't lezen gaan,
en dan lees je de volgende week den
uitslag al in de courant. Gaat dat
niet gauw? Ik vind dat Mari ook
heel netjes schrijftmaar wat moet
ik nu eigenlijk zeggen. Mart of
Tinus
Marie G r. Ook al verlangend:
naar" den uitslagHè, ik zucht er
van, van al die verlangende jongens
en meisjes (nieuwsgierig zullen we
nu maar niet zeggen Corrie vond
zichzelf zeker ontzettend gewichtig,
toen hij die tasch omhad? Maar
voor hij zelf naar school gaat zal
toch nog wel oen jaar of wat duren!
Vond je het niet grappig, dat ik je
Donderdag juist nog even zag? Nu
zag je toch zeker wel, dat ik je ken
de? Je zult zoo langzamerhand wel
volleerd worden in het naaien Pret-
tig, dat je er zooveel van houdt
Truus St. In dat raadsels verzin
nen word je een heele Piet. hè
Truus? En wat die brief betreft ik
heb er Hendrika van de week nog
eens naar gevraagd, dus hij zal nu
wel gauw komen. Denk je nog wel
eens om het Geduld is zulk een
schoone zaak?" Welk verhaaltje
vond je zoo aardig en klein Ik be-
gTeep niet goed wat je daarmee be
doelde
G e r r i t_ G r. Of je een prijs zou
winnen met het verhaaltje? Ja, dat
weet ik heusch nog niet. vent Maar
den moed niet opgeven als je soms
geen prijs verdient, hoorIedereen
kan geen prijs verdienen, wat. zeg
jij?
A n n a van D. Nu, ik wil best ge-
looven dat Nel en jij pret hebben ge
had in WormerveerZoo'n vacantie
is toch maar heerlijk, hè En nu
een mooie naam voor 't grijze kaffer-
tje? Wel. laat eens kijken; je zoudt
het Grisette kunnen noemen, of Mi-
netje, of gewoonGrijsje, of Mimi.
Kies daar nu maar wat moois uit!
Verder veel groeten voor Nel en voor
jou en voor de poesenfamilie.
Dina V. Nee. Agnes v. d. B. heeft
niet meegedaan aan den verhaaltjes-
wedstrijd ze heeft het zeker erg
druk gehad ,denk je ook niet? Ja,
Dientje. nu heb je wel een heeleboel
'Vragen gedaan, maar op al die vra
gen vind je het antwoord al in,de
Brievenbus, dus nu zal ik het maar
niet nog eens vertellen Verlang je
al naar den nieuwen wedstrijd
J o D. Ik dacht al halfnu zal
Jo wel weer aankomen met eenwed-
strijdiinzendingEn ja. dat was ook
zoo Wat saai, dat die leelijke ver
koudheid je zoo beet nam Gelukkig
maar. dat je nu weer een eindje op
streek bentEigenlijk was 't niet de
bedoeling een versje te maken, maar
ik zal maar goecC op je zijn en je
tooh mede laten oïngenJe geduld
wordt niet op de proef gesteld zoo
als je ziet blij toe zeker Die ar
me Lien met haar poedertjes 1 Vind
poes 't wel erg aangenaam om zoo
over 't kleed gesleept te worden?
Wei, wat een lange briefMaar als
we ook eenmaal aan 't schrijven
gaan. hebben we ook zooveel te ver
tellen, hè Jo
Willem II. Kwaad Maar Wim,
ik denk er niet over En houd het
boek maar gerust tot je het uit hebt*
liet hindert niet of het wat lang
duurt, en ik kan me best begrijpen,
dat je het jammer vindt, midden in
het zeerooversverhaal op te houden
Ben je nu tevreden gesteld
T r ij n t j e en Betsy F r. Wat
hebben jullie weer een mooi raad
sel gestuurd Flink zoo, hoor En
hoe is 't met de boeken Zijn jullie
al aan het lezen geweest? Betsy
moet maar maken dat ze gauw wat
groeit! Zal je dat doen. zeg?
Johanna K. Er komt weer zoo'n
vriendelijk verzoek om een briefje,
en daar kau ik heusch niet tegen
Zoo, zou je twee poppenkinderen te
veel vinden? Nu, het is ook een
heel werk om zoo'n tweetal g<
de kleeren te houden Je opstel heb
ik nog niet gelezen, dus ik kan je
er heusch nog niets van vertellen
Wat saai dat Pa ziek is I Maiar op
stellen maken moet je toch ook al
leen leetran hè
Dirk B. Dirk vindt het altijd erg
leuk, om mij eens even te laten ra
den, maai' daar Joop ik heusch niet
in, hoorDat wou je nu wel graag,
maar dat gebeurt toch nietIs de
kiespijn heelemaal over? Ik hoop het
maar, want kiespijn heb je nu niet
voor je plezier
Gretha K. Een prachtig raadsel,
Gretha! Dat komt vast in de cou
rant, hoorWat zal dat een pret ge
weest zijn met de vriendinneijes Heb
ben jullie niet al te veel leven ge
maakt? Vergeet nu niet wear den
brief, en los maar prettig raadsels op!
Marie J. Wel, Marie, je briefje
was den vorige® keer te laat, en daar
om krijg je nu pas antwoord. Je weet
toch zeker wel, dat je jo brief voor
Donderdagmorgen moet komen bren
gen, als je die week nog antwoord
wilt hebben Je raadsel is nu goed
Izaak Sm. Ja zeker, mag je weer
een raadsel zenden, en zoo dra er weer
eens plaats is voor een letterraadsel,
zal ik dit opnemen. Maardat kan
nog wel een poosje duren, hoor
Margretha H. Een verhaal en
nog een eigen-gemaakt vers toeWat
zal je daar veel werk aan gehad heb
ben Ik ben erg verlangend om over
de feesten te hooren. Je zult zeker wel
veel pret maken Cornelia zal zeker
wel weer eens solt rij ven, als er weer
een nieuwe wedstrijd is, is't niet?
De groeten voor jullie tweetjes
Kniertje St. Dat was leuk, dat
ik nu ook eens een brief van je kreeg!
En verleden week Woensdag en Don
derdag ziek geweest? Dat is niet
prettig, maar we zullen maar hopen,
dat je nu weer heelemaal beter bent
Je raadsel is goed, maar nu moet je
niet denken, dat dat maar zoo dade
lijk in de courant kan komenEerst
nog een poosje geduld hebben, Knier
tje! Nu heb ik je toch een langen
brief geschreven, vind je niet
Age B. Nu. Age, het speet jou ze
ker niet. dal je weer naar school ging'?
Heb je niet erg veel plezier in je
werk? En ben je er al goed aa.n ge
wend
Hendrika N. O, was dat de be-
teekenis van die H. D. K. V. M. Nu
hooren we het eens net, hè? Maar
welk verhaal uit onze rubriek vond je
toch zoo mooi? Truus Si. schreetf daar
ook al overVond je het Brouwers
kolkje zoo ver? Nu. je woont er ook
een heel eind vandaan, en je was ze
ker moe toen je thuis kwam, hèJe
raadsel is goed. Ik heb nog wel een
exemplaar voor je van die courant, die
je kwijt was geraakt! Ik zag je Zon
dag wel, maar je was in een wip
voorbij Maar nu houd ik weer gauw
op dag, hoor
Dina, Gretha en Marie G.
Voor die drie zusjes moet er toch ook
nog een briefje op overschieten! Zijn
de raadsels nu weer beter naar jullie
zin'? Ik schrijf maar aan je drietjes
tegelijk, dat vind je zeker ook gezel
liger, niet?
Joh aan a F. Ik vind het heel goed
dat je voortaan ook meedoet, en ik
hoop, dat we nog heel veel brieven
aan elkaar zullen schrijven. Jij ook?
Ja. zoo'n verhaaltje maken is zoo ge
makkelijk nietMaar een volgenden
keer beter, wat zeg jij
Cat har in a K. Nu kom je weer
achteraan ik hoop dat je dat niet
erg naar vindt, Catrientje Een vol
genden keer beloof ik je een plaatsje
in bet begin van de Brievenbus En
of er veel jongens on meisjes mee
hebben gedaan? Nu, dat zie je wel als
je naar al die briefjes kijkt! Ja, „De
Lantaarnopsteker" heb ik ook wel
eens gelezen. Heb je liet al uit? Tot
slot veel groeten
M. C. VAN DOORN.
Daar buiten, dèar, waar diepblau
we golven haar sneeuwwitte schuim
koppen tegen de kust aanwierpen,
zat een schip aan den grond vast.
Een der drie masten was reeds over
boord geslagenhet touwwerk hing
verward door elkaar. Van de beide
andere masten droeg de eerste ,,de
fok", een noodvlag, die met haar
stukgeslagen uiteinde bij iedere
windvlaag tegen den mast sloeg. Ook
de middelmast stond nog overeind
en had halverwege nog een klein uit
stek tot het bevestigen van heltouw-
;werk.
Maai' boven op dat uitstek stond
of lag een donkere massa tegen den
mast. Rheda, die aan de zijdie van
Mark hielp bij het te-water-brengen
van de boot, fluisterde den oude in
het oor
Ik ,weet wat dat is..., wie het is!
I Daarom ga ik mee
I Verschrikt hield Mark op met het
omgorden van de reddingsboei, waar
mee hij bezig was, en haar aanzien
de, sprak hij
j Wat zoudt gij meedoen? Wij
mannen, zullen al moeite genoeg
'hebben om bij dit noodweer bij het
gestrande vaartuig te komen.
En toch ik ga mee. Al de vijf
jaren, dat hij ons alleen liet, heb ik
hem lief gehad I
Met inspanning van alle krachten
hadden twaalf man de boot eindelijk
"uit de loods over het knarsende,
harde duingras tot aan den water
kant geschoven. De tocht begon on
der het huilen van den storm. Meer
dan eens dreigde de boot om te
slaandikwijls ook kwam er een
golf over.
Zonder een woord te spreken legde
Rheda de riemen neer. greep het
bakje van onder de zitbanken en
schepte het water uit. Drie uur reeds
was men onderweg en men kon niet
bemerken dat men vooruit kwam.
Steeds angstiger keken Rheda en de
oude Mark naar het schip uit. Toen
uit de donkere wolkenmassa de zon
even te voorschijn kwam, kon men
onderscheiden, wat het ..pak" boven
ui den mast was. Een mensch. die
*jch aan den mast vastgehouden
had maar wiens hoofd op de borst
hing a!s bij een do ode. Een vreese-
"jk gezicht
Machtige God, laat het groote
Paaschfeest niet voorbijgaan vóór
wij hem veilig aan boord hebben,
zoo baden twee m e n sell en h art en op
dien tocht op de NoordzeeEen der
stil biddenden was Mark de grijze
vader van den plicht/vergeten zoon
het andere gebed kwam uit het hart.
der eenvoudige visschersvrouw. die
noch aan zich zelve noch aan haar
kind dacht, maar evenals de oude
alleen aan hem, die zich nu in nood
bevond, die geholpen moest worden,
hoe zwaar hij ook gezondigd had.
En God had mededijdenMet do
invallende ebbe nam ook de wind in
kracht afen tegen vier uren in de.ii
naniididag trad er een „windstilte"
in welke de reddingsboot in staat
stelde bij 'het wrak te komen.
Ja, het was de schoener „Ora
et Labora" waarmee zij als jonge
vrouw zoo menigen prettigen tocht
gemaakt had op de Noord- en Oost
zee. En die mannen-gestalte daar
boven, dat kon slechts hij zijn, aan
wien zij gedurende die vijf vreeselij-
ke jaren, dag en nacht, uur aan uur
had gedacht.
Ik kom I Ik kom riep de schelle
stem der vrouw in hevige gemoeds
aandoening naar boven.
Rheda had nu de zekerheid, dat
de daar hangende schipbreukeling
haar man was, en nogmaals klonk
hetIk kom Ik kom
Te gelijk had vader Mark cijn ne
venman in de boot eenige woorden
toegefluisterd, en Peter knikte. Zou
een vrouw al was zij ook de beste
en verstandigste, den mannen bij het
reddingswerk vóórgaan Peter, de
voorman, trok zijn gezellin op de
bank terug en voegde haar toe
Gehoorzaam, zooals het je be
taamt. Nu je eenmaal iftet de man
nen bent meegegaan, moet je je ook
als zóódanig laten behandelen.
Ja, maar, het is toch mijn Jens,
mijn eigen man, die daar
Een vreeselijke kreet brak den zin
af, want te gelijk met een stuk hout
kwam ook de mannengestalte naar
beneden en viel op het overstroomde
dek van het schommelende wrak.
Nog meer deden de mannen hun
best om aan boord te komen maar
niettegenstaande al hun moeite,
wilde het hun niet gelukken van de
kleine boot op den hoogen door wind
an golven heen en weer geslingerden
driemast schoener te klimmen. Als
een van de scheepslui nog maar
kracht genoeg had om een handje te
helpen maar wie van hen nog leef
de, lag halfdood in de beschutte hoe
ken van het bovendek. En de kapi
tein van de „Ora et Labora" lag be
wusteloos te steunen, terwijl het
koude zeewater over hem heen
spoelde.
Met inspanning van alle kracht
werkte uit de boot een vrouw zich
naar boven tot op het dek. Het. was
Rheda, die het eerst het wrak betrad
en den voorman Peter in staat stel
de met een toegeworpen touw de
reddingsboot aan het gestrande
schip te verbinden, om daarmee op
liet dobberende wrak te komen.
Dadelijk na haai' had ook vader
Mark het schip beklommen. Toen hij
op het neergevallen lichaam van zijn
zoon toesnelde, zag hij, dat Rheda
hém reeds in de armen hield, terwijl
zij in het water naast hem knielde
en zich alle moeite gaf de levens
geesten van den bewustelooze weer
op te wekken.
Nu sloeg de schipbreukeling de
oogen op maar staarde zijn vrouw-
zoo aan dat men zag, dat hij haar
niet herkende. De manschappen zorg
den voor de overbrenging der schip
breukelingen, om de verongelukten
in de reddingsboot te laten zakken.
Rheda was met behulp van haar
vader bezig den gevallene op te
richten. Nauwelijks was de kapitein
der „Ora et Labora" veilig in de
boot, de laatste der ondergebrach-
ten of de voorman diep Rheda
toe Kom. het schip zinkt
Ik kom alriep zij terug. En
werkelijk, zij bemerkte, dat het lek
gesprongen schip dieper en dieper
zonk onder den last van het indrin
gende water.
Juist toen Rheda, bijna Vesrstijfd
in haar doornatte kleeren, in de boot
overgenomen werd door de mannen
kwam er een nieuwe hagelbui over
de boot en het schip heen. Met alle
krachtsinspanning konden de man
nen in de reddingsboot zich van het
wrak afstooten. want het helde al
zoo ver over dat de verschansing
reeds in het water stak aan stuur
boordzijde. en toen er een groote
golf overheen sloeg, begroef deze
'den eens zoo trotschen schoener.
En stevig pakte vader Mark met
de anderen de draagbaar vast. waar
op zijn zoon, eens zijn trots, nu neer
lag. God in den hemel dank, dat hij
nog thuis kwam Thuis
Juist toen de dragers de baar neer
zetten, om even te rusten, vroeg Pe
ter, de voorman, halfluid en met ver
legenheid
Waarheen zullen wij hem bren-
Ml?
Waarheen was Rheda's weder
vraag, terwijl zij snel naar voren
trad. waarheen anders dan in zijn
eigen huis'? Ik ga vooruit en zal
zijn bed klaarmaken.
En de Mokken hadden nog niet
met luiden opgehouden, torn (lens
Alf, de kapitein van de verloren
„Ora et Labora". de oogen opsloeg
in liet kamertje van het huisje, dat
hij vijf jaar geleden verlaten had.
Rheda!... Vader!... kwam het
stamelend over de lippen van den
man.
Toen trad de jonge vrouw op den
schipbreukeling toe en vatte hem bij
de hand.
Gij wildet gewis naar huis 1
Verrezen naar huis vroeg zij, hem
ernstig in het gelaat stfende.
Ja, daarom zette ik met het
groote Verrijzenisfeest koers naar
ons eiland. Ik wilde naar huis... om
vergeving.
De deur werd opengetrokken en de
Meine Henk stormde dè kamer bin
nen
Moeder, wien hebt ge meege
bracht
De jonge vrouw wees met van
vreugde stralend gelaat naar liet
bed ,va® waar de man beangst naar
haar opzag.
Wien? Wel lieve jongen, je va
der. Heb hem lief, hij zal het waar
dig zijn en met ons en grootvader
gelukkig wezen
NOG EEN ZONDERLING
TESTAMENT.
In het jaar 1810 liet een zekere
Tuke ergens in het Noorden van
Engeland, het volgende testament
achter
Elk kind dat zijn begrafenis bij
woonde, kreeg 1 stuirver, en elke ar
me vrouw in het kerspel 12 stuivers.
De eenige legaten, die wat beteeken-
den, hadden betrekking op zijn laat
ste overblijfselen hij vermaakte een
half pond sterling aan de klokkelui-
ders, die daarvoor één dof gebrom
moesten doen hooren. precies op het
oogenblik dat de kist in den grond
ging, terwijl zeven van de oudste
spoorwegarbeiders elk één pond ster
ling ontvingen, als zij hem in zijn
graf stopten. De ernstiger bepalingen
van zijn testament waren niet min
der dwaas aan zijn dochter liet hij
in het geheel vier pond na, en aan
zijn ouden, trouwen knecht j aartij ks
twintig pond. Een oude vrouw.kreeg
niaar één pond. Eindelijk zette hij
een kapitaal vast, waarvan op Kerst
dag jaarlijks veertig dozijn stuivers-
broodjes moesten gekocht worden, om
zo te twaalf uur van den kerktoren
naar beneden te werpen. Of dit laat
ste nog altijd in Rotherham plaats
vindt, durven wij niet beslissen.
NIEUWE NOORDPOOL-EXPED1TIE.
Dr. Charcot te Parijs, die eerst on
langs van zijn expeditie naar de
Zuidpool is teruggekeerd, heeft al
weer een nieuw plan voor een expe
ditie gereedhij wil daarbij gebruik
maken van de nieuwe uitvindingen
en pogen met schip, luchtballon en
motorsleden de Pool te berèiken.
De poolhet einddoel van zoo
veel wenschen, van zooveel pogin
gen, van zooveel vergeefscho tochten
Charcot zal ditmaal vergezeld wor
den door den bekenden luchtreiziger
graaf De la Vaulx, en hoopt, neen, is
vast overtuigd, dat hij ditmaal sla
gen zal.
Van Wellmann's voorgenomen reis
naar de Noordpool stelt Charcot zich
niet veel voor. Hij achtte het twijfel
achtig dat met een bestuurbaren
luchtballon de reis naar de Noordpool
heen en terug kan worden volbracht;
en zelfs als de tocht praclisch moge
lijk zou blijken, hoe zal men weten,
dat de Poop bereikt is Om ongeveer
te weten, waar men zich bevindt,
moet men den afgelegden weg en de
ichling waarin men gaat nauwkeu-
i:g kennen. Nu kan men, met een
kompas ongeveer de richting vast
stellen waarin de ballon gaatmaar
er is nog geen middel ontdekt om ze
kerheid te krijgen over den afgeleg
den weg. Slechts door astronomische
waarnemingen en langdurige moeilij
ke berekeningen is bij benadering de
afgelegde weg aan te gevendie be
rekeningen zijn echter al moeilifk
voor den gewonen Pool-onderzoeker,
dus hoeveel te meer nog voor een
luchtschipper. Zij zouden allee®, mo
gelijk zijn, als de ballon nu en dan
eens een halven dag bleef stilstaan,
opdat de waarnemer tijd zou kunnen
vinden voor het doen zijner waarne
mingen en het maken zijner bereke
ningen. Daarbij moet dan de hemel
helder en het weer goed zijn.
Charcot zegt spottend, dat een
luchtreiziger alleen kan weten of een
zeker punt de Noordpool is, wan
neer hij daar een wegwijzer met op
schrift vindt 1
Maar waar Charcot een reis, als
van Andrée of Wellmann, met een
luchtballon onbegonnen werk vindt,
daar acht hij den luchtballon een uit
stekend hulpmiddel bij een pool-ex-
peditie.
Charcot meent zijn Zuidpooltocht
over ongeveer anderhalf jaar te kun
nen beginnen.
TOCHT NAAR DEN VESUVIU3-
KRATF.R.
Prof. Matteucci heeft den eersten
tocht naai* den Vesuviuskrater ge
waagd, teneinde een weg voor toeris-
te en gidsen aan te wijzen. Hij con
stateerde, dat de kratermond zich tot
een omtrek van 11/2 K.M. verwijd
had. Bij San Guiseppe en Pompeji is
de rand afgebrokkeld. Van den han
genden spoorweg zijn nog maar en
kele overblijfselen voorhanden.