RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezon den door jongens en meisjes, die Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Don derdagmorgen oplossingen zenden, worden in 'het volgend nummer be kend gemaakt.) 1. (Ingezonden door Jan Abeel en.) Ik ben bij de kerk aangesteld En word er als sieraad hoog ge steld. En boven de dingen dezer aarde ls mijn standpunt hoog en vol waarde. Mijn woord is eenvoudig, toch heeft 't de inadlit, Een ieders aandacht te wekken Zoo dien ik de kerk bij dag en nacht En ben er toch nooit in te trekken. r 2. (Ingezonden door Hein Daudey.j Wat maakt ge uit de 'volgende letters eieocthmd 3. (Ingezonden door Mina Vink.) Zoek uit onderstaande zin een be graven stad. Is zijn adres Den Haag (De begraven stad is natuurlijk niet Den Haag.) 4. (Ingezonden door Jacobus Meyers) Wat staat er tusschen berg en dal? 6. (Ingezonden door Rika Koelen.) Mijn geheel bestaat uit tien letters en is een stad in Nederland. 1 2 9 4 is laag. I 9 8 10 is een lichaamsdeel. 7 9 8 10 vindt men over het water, i 4 3 5 6 is een meisjesnaam. I 10 8 2 9 is koud. 16. (Ingezonden door Gerard Hamer.) Welke knecht zit met de hoed op [voor zijn meester 7. (Ingezonden dooi' Marie Sernée.) Maak uit onderstaande lettergre pen een spreekwoord. ren doe ren spa tga» 8. (Ingezonden idoor Mien Ui tend aal.) 1 Dan ben ik zichtbaar en dan weder niet Dan ben ik groot, dian weder klein; Dan ben ik hier, dan weder daar, Ik ben een niets en toch ben ik iets. 9. (Ingezonden- door Nico Koomen.) Welke ring heeft een einde? 10. (Ingezonden door Dirk Boeré.) Welke jongensnaam 'van viier let ters blijft omgekeerd hetzelfde Raadseloplossingen De oplossingen van 'de raadsels der vorige week zijn 1. Raadsel. 2. Haarlemsche bloemenvelden. 3. Ja, ik heB ER GENoten, 't was er heerlijk 4. Saenredamistraat. 1 5. De bril. 6. Frankrijk. 7. De oogappel. 8. Beverwijk. 9. Advertentieblad. 10. Tabak. Goede oplossingen ontving ik deze week van Age Beinema 9, Kniertje Stam 9, Hendrika Nagelhout 5, Trijntje Frö- 3ich 10, Izaak Smits 7, Dirk Boeré 9, WiLlem Helminck 8, Joh. Vester 9: Truus Staail 8 Gerit Groene veld 7, Ma rie, Dina en Gretha Geervliet 7, Frida van den Ban 10, Roelof Beinema 9, Henderika Robin 10, Heintje en Izaak Brandon 8, Hendrik Bouman 8, Jacob Frankfort 6, Betsy Frölich 10, Dina Vester 8, Wilhelmina Henderika Ro bin 10, Neeltje Bouman 7, .Tohan Bou man 8, Gerda Groeneveld 7, .Tohan Busè 9, Hendrik Groeneveld 7, Jo en Betsy Ploeg 8, Wim Germeraad 10, Alida de Blazer 6, Gijsbertus Seu- bring 9, Johanna van den Ooster kamp 7, Greta Kuiper 4, Leonard Ger meraad 10, Catotjo Maas 1. Betsie van Wengen 7. Wedstrijd. De uitslag van den verhaaltjeswed strijd zal je in het volgend nummer van de Zaterdagavond vinden. Van daag zal ik je vast vertellen, welke jongens en meisjes aan den wedstrijd hebben meegedaan, dan kan je nakij ken of je naam er ook bij is. In de eerste af deeling. jongens en meisjes van elf jaar of jonger dan 11 jaar,werd meegedaan door Comedis Muylaert, 10 jaarElisa beth Frölich. '10, Gretha Geerevliet 10, Jacobus ter Haak 9. Piet van der Lin den. 8, Betsie van "VVengen 11, Truus Springer 10, Anton Koomen 11, Lena Bos 8. Willenden Gerritsen 11, Jo hanna v. d. Oosterkamp 11, Gerarda Groeneveld 9. Annie Keizer 8, Wim Germeraad 11, Gerard Hekkelman 10, Lucia Voetelink 10. Barbara Timmer 9, Hendrik Smits 9, Maria van Zut- phen 9, Catotje Maas 8, Greta Val- lentgoed 9. Christina Smits 11, Marti- nus van Nieuwkuyk 9, Anna Sagan 11, Johanna Fortgens 11, Iza&k Srnits 11, Johan Busé 9. Alida de Blazer 11, M. C. van dei- Stad 11, Johanna Ser- nee 9, Marie Spiekerman 10, Willem Smits 11. Dirk Boeré 9, Ada van Nieuwkuyk 11, Anna van Daalen 10, Hendrik Groeneveld 10. Gercrit Groeneveld 11. De inzendingen in de tweede af dee- ling, voor jongens en meisjes, ouder dan elf jaar, waren van Nelly van Aanstel 12 jaar, Nico Koo men 12, Marie Groene wegen 14, Jaco bus Meyers 14, Hendrika Nagelhout 14, Johanna. Keupe 12, Marie Joost 14, Margaretha Holster 14, Truus Hey ti gers'" 13, Gijsbertus Seubring?, Nellie Modoo 12, Paulina Meyers 13, Dina Geerevliet 12, Cornelis Heek 12, Her man de Lagh 12, Vera B. 14, Corrie de Haan 14, Catbarina Kokkelkoren 14, Jo Daemon 14, Marie Semée 12, Jansje Huysman 13, Annie v. d. Nieu- wenhuyzen 12, Jan Schepers 12, Marie Geerevliet 12. Het cijfer achter je naam beteekent natuurlijk je leeftijd. En nu nog een weekje geduld voor de groote dag van den uitslag aan breekt. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kiuder-Afdeelmg moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doom, Sophiastraat; No. 22, Haarlem). Nelly de M. Nu zullen we van daag Nel maar w.eer eens liet aller eerst een beurt geven. Heb je de Kindercourant gekregen, en kende je deze verhalen nog niet? Ik wed. dat je het bloemen-maken wel gauw- zult kennen en dan met zoo'n heer lijke hulp. dat is nog eens prettig werken hè? Ik begon nu heusch te denken dat die oneerbiedige teeke- ning een portret van mij'voorstelde, met het oog op het voor brievenbe steller spelen de vorige weekMaar zoo kwaad was je bedoeling zeker niet, is "t wel Wat een lange brief! Maar nu houd ik ook gauw op Gijsbertus S. Ik ben blij, dat je nogal geduldig bentEn nu lees je vandaag over een week den uit- siag, dus zoo heel lang duurt het jiiet" meerIloud je veel van verha len maken of vind je de andere wed strijden prettiger Alida de BI. Ja zeker heb ik ook yoor jou een boek te leen als je Woensdagmiddag tusschen één en twee uur even bij me komt. zal ik je wel iets geven; ik wed dat ik nog wel een boek heb, dat naar je zin is! Houd je veel van lezen en heb je zelf ook veel boeken? Ik hoop datje nichtje nu weer heelemaal beter is I J o P. Het album is goed aangeko men,, Jo, en ik heb er wat voor je ingeschreven ook, dus nu mag je het weer komen halen Wat hebben jullie heerlijk gewandeld Drie uur achter elkaarSliep je niet dadelijk toen je 's avonds goed en wel inbed Lag Wat zal dat een feest zijn als Bels jarig is Ik denk dat het een echt pret/tig dagje zal zijnWat leuk, dat Bets nu ook al mee gaat raden En dat ..Dag juffrouw" stond er zoo mooi! Ik dacht eerst, datJo het zelf geschreven had vind je me niet dom? Dag zusjes! De raadsels zijn goed. II e n tl rik G r. Wat had ik daar een pret om. dat ik jullie tweetjes met Gerrit's verjaardag zoo mooi waarschuwde Nu kreeg ik een dub bel bedankje voor de felicitatie, een van jullie en een van G err it zelf i Welken wedstrijd vind jij nu eigen lijk het allerplezierigste, zeg? Wilhelmina en Hendrika R. Durfden jullie eerst niet mee te doen? Wiel dan ben ik blij, dait jul lie 't nu toch maar eens gewaagd hebben En dan heb je nog zulke mooie raadsels gestuurd ook Ik zal ze in onze rubriek zetten, hoorDoe je nu de volgende week weer mee met raden En vind je het boek mooi Greta V. ..Niemand heeft mij iets geholpen", zegt Gretanu. dat geloof ik wel. en ik verlang er naar om al die opstellen te gaan lezen 't Is zoo'n stapel jij zoudt er bijna niet overheen kunnen kijken Gre tha! Of ben je nogal erg groot L e o n a r d G. Ik had al in de cou rant gezien van je prijs, en ik ben toch zoo blij voor je Dat is nu eens een hartewensdh vervuld, of heb ik da,t zoo mis? Ben je nu weer heele maal beter en hoe is het met Moe? Ik zal maar niet op alles wat je schreef antwoorden want daar vind ik onze Brievenbus nu minder ge schikt voor. begrijp je wel Geluk kig dat je in ieder geval nogwel een jaartje meedoet, en dan daarna blijven we toch altijd dikke vrienden, is 't niet zoo Groeten voor Moe en de jongens Barbara T. Je verhaal is goed aangekomen, Bar Fluit de merel je ie,deren morgen wakker, of ben jij nog vroeger dan de vogeltjes uit de vee-renJa, ik hond ook erg veel van vogels, en vooral het gefluit van de merel hoor ik erg graag Wat zal het aardig zijn als de kleine me rel tj es uit het ei kruipenVerlang je niet naar dat o ogenblik, Bar? Anna S. Aardig, dat ik nu ook eens een briefje van jou kreeg Hoe is het niet Moeder En groeit het kleine broertje goed Nu zul je me zeker niet slim vinden, want ik dacht eerst dat Gusta onder was dan jij en nu zie ik dat ze pas vijf jaar is Zeg Moeder nu maar eens voor me gooien dag, en Jo en Gusta ook Maria van Z. Ik vind het heel goed, dat je ook mee gaat doen aan de wedstrijdenJe was heelemaal niet te laat met je verhaaltjeVind je raadsels oplossen ook een prettig werkje, en houd je veel van brieven schrijven Dan reken ik eens gauw op een langen, hoor Johan B. Je raadsels zal ik op nemen zoodra er weer eens plaats is, Johan Ik hoop erg dat je met Mei over zal gaan Naar welke klas ga je dan? Je wordt al zoo'n baas zoo langzamerhand Ben je nu elf of ■twaalf jaar? Corrie de H. Wel. is Joco goed thuis gekomen? Ik bedenk me daar, dat ik eigenlijk niet eens weet of dat leuke dier bij Marie of bij jou Tioor- de Moet jij maar voor een paar dagen naar school Ja, van fiets tochtjes maken is niet veel gekomen in de vacantie, maar geduld maai- wie weet wat een mooie Me'-maand nog krijgen Houd je met erg veel van fietsen Dag Cor Betsy van W. Zooals ik al be loofd lieb, moet ik Bets toch nog even bedanken voor de leuke bakjes Maar wat heb je er veel werk aan gehad Toen ik ze goed bekeek, zag ik eigenlijk pas goed. hoe bewerke lijk ze waren Leuk dat Tootje ook iets van zich liet hooren Of ik het druk heb met de verhaaltjes? Nu, cLat begrijp je wel, het is zoo'n >praoh- Uge verzameling Vind je Nanny" een mooi boek, of ben je er nog niet vei- in Jacob F r. Voor twee weken uit geweest? Nu, dat tref je, hoor! En zeker braaf pret gemaakt in d'en tijd? Vind je het niet erg prettig om met September in Haarlem op school te komen En ga je dan iederen dag heen en weer Gerda Gr. Nu, ik vond die tien dagen vacantie precies goed voor jul lie Twee lange vaeanties in het jaar zouden toch ook wel wat al te lang duren, hè Maai* in Augustus dan begint de ware pret zeker pas. Heer lijke wandelingen flink ravotten en dan nog mooi weer ookMaar leeren op zijn tijd en daar houdt onze Gerda ook van F ri da v. d. B. Kijk daar-komt Frida ook aan Nu, een meisje dat zoo netjes schrijft mag vast wel mee doen. en ik heb je naam dus maar dadelijk bij de raadseloplossers ge zet Maar hoe oud ben je nu eigen lijk? En hoe is 't met Elsje? Vertel je dat ook eens Roelof B. Heelemaal vergeten een verhaaltje te maken? Wel. dat is al erg naai' maar een volgen den keer beter, zullen we maar zeg gen Ja. ik vrees ook dat van den zomer door 't wandelen en buiten spelen de raadsels er wel eens bij in zullen schieten Bewaar jullie het raden dan maar weer voor 's win ters'? Catotje M. Heb je je naam al bij de oplossers gevonden, kleine To Je hebt 'het knapjes geraden, hoor! J o h. v. d. U. Ik hoop, dat jullie erg veel plezier zult hebben op het schoolfeest, maar daar hoor ik zeker de volgende week nog wel over Leuk, dat er sinds Woensdag toch nog een raadsel bij was gekomen En nu je krachten maar eens gewijd aan de begraven stadZou het nu lukken Hoe is 't met Annie Tot slot stuur ik je de groeten Tinus en Ada van N. Wel, ik vind het heel flink dat jullie nu ieder een verhaaltje gemaakt hebt 1 Ik zal nu gauw aan 't lezen gaan, en dan lees je de volgende week den uitslag al in de courant. Gaat dat niet gauw? Ik vind dat Mari ook heel netjes schrijftmaar wat moet ik nu eigenlijk zeggen. Mart of Tinus Marie G r. Ook al verlangend: naar" den uitslagHè, ik zucht er van, van al die verlangende jongens en meisjes (nieuwsgierig zullen we nu maar niet zeggen Corrie vond zichzelf zeker ontzettend gewichtig, toen hij die tasch omhad? Maar voor hij zelf naar school gaat zal toch nog wel oen jaar of wat duren! Vond je het niet grappig, dat ik je Donderdag juist nog even zag? Nu zag je toch zeker wel, dat ik je ken de? Je zult zoo langzamerhand wel volleerd worden in het naaien Pret- tig, dat je er zooveel van houdt Truus St. In dat raadsels verzin nen word je een heele Piet. hè Truus? En wat die brief betreft ik heb er Hendrika van de week nog eens naar gevraagd, dus hij zal nu wel gauw komen. Denk je nog wel eens om het Geduld is zulk een schoone zaak?" Welk verhaaltje vond je zoo aardig en klein Ik be- gTeep niet goed wat je daarmee be doelde G e r r i t_ G r. Of je een prijs zou winnen met het verhaaltje? Ja, dat weet ik heusch nog niet. vent Maar den moed niet opgeven als je soms geen prijs verdient, hoorIedereen kan geen prijs verdienen, wat. zeg jij? A n n a van D. Nu, ik wil best ge- looven dat Nel en jij pret hebben ge had in WormerveerZoo'n vacantie is toch maar heerlijk, hè En nu een mooie naam voor 't grijze kaffer- tje? Wel. laat eens kijken; je zoudt het Grisette kunnen noemen, of Mi- netje, of gewoonGrijsje, of Mimi. Kies daar nu maar wat moois uit! Verder veel groeten voor Nel en voor jou en voor de poesenfamilie. Dina V. Nee. Agnes v. d. B. heeft niet meegedaan aan den verhaaltjes- wedstrijd ze heeft het zeker erg druk gehad ,denk je ook niet? Ja, Dientje. nu heb je wel een heeleboel 'Vragen gedaan, maar op al die vra gen vind je het antwoord al in,de Brievenbus, dus nu zal ik het maar niet nog eens vertellen Verlang je al naar den nieuwen wedstrijd J o D. Ik dacht al halfnu zal Jo wel weer aankomen met eenwed- strijdiinzendingEn ja. dat was ook zoo Wat saai, dat die leelijke ver koudheid je zoo beet nam Gelukkig maar. dat je nu weer een eindje op streek bentEigenlijk was 't niet de bedoeling een versje te maken, maar ik zal maar goecC op je zijn en je tooh mede laten oïngenJe geduld wordt niet op de proef gesteld zoo als je ziet blij toe zeker Die ar me Lien met haar poedertjes 1 Vind poes 't wel erg aangenaam om zoo over 't kleed gesleept te worden? Wei, wat een lange briefMaar als we ook eenmaal aan 't schrijven gaan. hebben we ook zooveel te ver tellen, hè Jo Willem II. Kwaad Maar Wim, ik denk er niet over En houd het boek maar gerust tot je het uit hebt* liet hindert niet of het wat lang duurt, en ik kan me best begrijpen, dat je het jammer vindt, midden in het zeerooversverhaal op te houden Ben je nu tevreden gesteld T r ij n t j e en Betsy F r. Wat hebben jullie weer een mooi raad sel gestuurd Flink zoo, hoor En hoe is 't met de boeken Zijn jullie al aan het lezen geweest? Betsy moet maar maken dat ze gauw wat groeit! Zal je dat doen. zeg? Johanna K. Er komt weer zoo'n vriendelijk verzoek om een briefje, en daar kau ik heusch niet tegen Zoo, zou je twee poppenkinderen te veel vinden? Nu, het is ook een heel werk om zoo'n tweetal g< de kleeren te houden Je opstel heb ik nog niet gelezen, dus ik kan je er heusch nog niets van vertellen Wat saai dat Pa ziek is I Maiar op stellen maken moet je toch ook al leen leetran hè Dirk B. Dirk vindt het altijd erg leuk, om mij eens even te laten ra den, maai' daar Joop ik heusch niet in, hoorDat wou je nu wel graag, maar dat gebeurt toch nietIs de kiespijn heelemaal over? Ik hoop het maar, want kiespijn heb je nu niet voor je plezier Gretha K. Een prachtig raadsel, Gretha! Dat komt vast in de cou rant, hoorWat zal dat een pret ge weest zijn met de vriendinneijes Heb ben jullie niet al te veel leven ge maakt? Vergeet nu niet wear den brief, en los maar prettig raadsels op! Marie J. Wel, Marie, je briefje was den vorige® keer te laat, en daar om krijg je nu pas antwoord. Je weet toch zeker wel, dat je jo brief voor Donderdagmorgen moet komen bren gen, als je die week nog antwoord wilt hebben Je raadsel is nu goed Izaak Sm. Ja zeker, mag je weer een raadsel zenden, en zoo dra er weer eens plaats is voor een letterraadsel, zal ik dit opnemen. Maardat kan nog wel een poosje duren, hoor Margretha H. Een verhaal en nog een eigen-gemaakt vers toeWat zal je daar veel werk aan gehad heb ben Ik ben erg verlangend om over de feesten te hooren. Je zult zeker wel veel pret maken Cornelia zal zeker wel weer eens solt rij ven, als er weer een nieuwe wedstrijd is, is't niet? De groeten voor jullie tweetjes Kniertje St. Dat was leuk, dat ik nu ook eens een brief van je kreeg! En verleden week Woensdag en Don derdag ziek geweest? Dat is niet prettig, maar we zullen maar hopen, dat je nu weer heelemaal beter bent Je raadsel is goed, maar nu moet je niet denken, dat dat maar zoo dade lijk in de courant kan komenEerst nog een poosje geduld hebben, Knier tje! Nu heb ik je toch een langen brief geschreven, vind je niet Age B. Nu. Age, het speet jou ze ker niet. dal je weer naar school ging'? Heb je niet erg veel plezier in je werk? En ben je er al goed aa.n ge wend Hendrika N. O, was dat de be- teekenis van die H. D. K. V. M. Nu hooren we het eens net, hè? Maar welk verhaal uit onze rubriek vond je toch zoo mooi? Truus Si. schreetf daar ook al overVond je het Brouwers kolkje zoo ver? Nu. je woont er ook een heel eind vandaan, en je was ze ker moe toen je thuis kwam, hèJe raadsel is goed. Ik heb nog wel een exemplaar voor je van die courant, die je kwijt was geraakt! Ik zag je Zon dag wel, maar je was in een wip voorbij Maar nu houd ik weer gauw op dag, hoor Dina, Gretha en Marie G. Voor die drie zusjes moet er toch ook nog een briefje op overschieten! Zijn de raadsels nu weer beter naar jullie zin'? Ik schrijf maar aan je drietjes tegelijk, dat vind je zeker ook gezel liger, niet? Joh aan a F. Ik vind het heel goed dat je voortaan ook meedoet, en ik hoop, dat we nog heel veel brieven aan elkaar zullen schrijven. Jij ook? Ja. zoo'n verhaaltje maken is zoo ge makkelijk nietMaar een volgenden keer beter, wat zeg jij Cat har in a K. Nu kom je weer achteraan ik hoop dat je dat niet erg naar vindt, Catrientje Een vol genden keer beloof ik je een plaatsje in bet begin van de Brievenbus En of er veel jongens on meisjes mee hebben gedaan? Nu, dat zie je wel als je naar al die briefjes kijkt! Ja, „De Lantaarnopsteker" heb ik ook wel eens gelezen. Heb je liet al uit? Tot slot veel groeten M. C. VAN DOORN. Daar buiten, dèar, waar diepblau we golven haar sneeuwwitte schuim koppen tegen de kust aanwierpen, zat een schip aan den grond vast. Een der drie masten was reeds over boord geslagenhet touwwerk hing verward door elkaar. Van de beide andere masten droeg de eerste ,,de fok", een noodvlag, die met haar stukgeslagen uiteinde bij iedere windvlaag tegen den mast sloeg. Ook de middelmast stond nog overeind en had halverwege nog een klein uit stek tot het bevestigen van heltouw- ;werk. Maai' boven op dat uitstek stond of lag een donkere massa tegen den mast. Rheda, die aan de zijdie van Mark hielp bij het te-water-brengen van de boot, fluisterde den oude in het oor Ik ,weet wat dat is..., wie het is! I Daarom ga ik mee I Verschrikt hield Mark op met het omgorden van de reddingsboei, waar mee hij bezig was, en haar aanzien de, sprak hij j Wat zoudt gij meedoen? Wij mannen, zullen al moeite genoeg 'hebben om bij dit noodweer bij het gestrande vaartuig te komen. En toch ik ga mee. Al de vijf jaren, dat hij ons alleen liet, heb ik hem lief gehad I Met inspanning van alle krachten hadden twaalf man de boot eindelijk "uit de loods over het knarsende, harde duingras tot aan den water kant geschoven. De tocht begon on der het huilen van den storm. Meer dan eens dreigde de boot om te slaandikwijls ook kwam er een golf over. Zonder een woord te spreken legde Rheda de riemen neer. greep het bakje van onder de zitbanken en schepte het water uit. Drie uur reeds was men onderweg en men kon niet bemerken dat men vooruit kwam. Steeds angstiger keken Rheda en de oude Mark naar het schip uit. Toen uit de donkere wolkenmassa de zon even te voorschijn kwam, kon men onderscheiden, wat het ..pak" boven ui den mast was. Een mensch. die *jch aan den mast vastgehouden had maar wiens hoofd op de borst hing a!s bij een do ode. Een vreese- "jk gezicht Machtige God, laat het groote Paaschfeest niet voorbijgaan vóór wij hem veilig aan boord hebben, zoo baden twee m e n sell en h art en op dien tocht op de NoordzeeEen der stil biddenden was Mark de grijze vader van den plicht/vergeten zoon het andere gebed kwam uit het hart. der eenvoudige visschersvrouw. die noch aan zich zelve noch aan haar kind dacht, maar evenals de oude alleen aan hem, die zich nu in nood bevond, die geholpen moest worden, hoe zwaar hij ook gezondigd had. En God had mededijdenMet do invallende ebbe nam ook de wind in kracht afen tegen vier uren in de.ii naniididag trad er een „windstilte" in welke de reddingsboot in staat stelde bij 'het wrak te komen. Ja, het was de schoener „Ora et Labora" waarmee zij als jonge vrouw zoo menigen prettigen tocht gemaakt had op de Noord- en Oost zee. En die mannen-gestalte daar boven, dat kon slechts hij zijn, aan wien zij gedurende die vijf vreeselij- ke jaren, dag en nacht, uur aan uur had gedacht. Ik kom I Ik kom riep de schelle stem der vrouw in hevige gemoeds aandoening naar boven. Rheda had nu de zekerheid, dat de daar hangende schipbreukeling haar man was, en nogmaals klonk hetIk kom Ik kom Te gelijk had vader Mark cijn ne venman in de boot eenige woorden toegefluisterd, en Peter knikte. Zou een vrouw al was zij ook de beste en verstandigste, den mannen bij het reddingswerk vóórgaan Peter, de voorman, trok zijn gezellin op de bank terug en voegde haar toe Gehoorzaam, zooals het je be taamt. Nu je eenmaal iftet de man nen bent meegegaan, moet je je ook als zóódanig laten behandelen. Ja, maar, het is toch mijn Jens, mijn eigen man, die daar Een vreeselijke kreet brak den zin af, want te gelijk met een stuk hout kwam ook de mannengestalte naar beneden en viel op het overstroomde dek van het schommelende wrak. Nog meer deden de mannen hun best om aan boord te komen maar niettegenstaande al hun moeite, wilde het hun niet gelukken van de kleine boot op den hoogen door wind an golven heen en weer geslingerden driemast schoener te klimmen. Als een van de scheepslui nog maar kracht genoeg had om een handje te helpen maar wie van hen nog leef de, lag halfdood in de beschutte hoe ken van het bovendek. En de kapi tein van de „Ora et Labora" lag be wusteloos te steunen, terwijl het koude zeewater over hem heen spoelde. Met inspanning van alle kracht werkte uit de boot een vrouw zich naar boven tot op het dek. Het. was Rheda, die het eerst het wrak betrad en den voorman Peter in staat stel de met een toegeworpen touw de reddingsboot aan het gestrande schip te verbinden, om daarmee op liet dobberende wrak te komen. Dadelijk na haai' had ook vader Mark het schip beklommen. Toen hij op het neergevallen lichaam van zijn zoon toesnelde, zag hij, dat Rheda hém reeds in de armen hield, terwijl zij in het water naast hem knielde en zich alle moeite gaf de levens geesten van den bewustelooze weer op te wekken. Nu sloeg de schipbreukeling de oogen op maar staarde zijn vrouw- zoo aan dat men zag, dat hij haar niet herkende. De manschappen zorg den voor de overbrenging der schip breukelingen, om de verongelukten in de reddingsboot te laten zakken. Rheda was met behulp van haar vader bezig den gevallene op te richten. Nauwelijks was de kapitein der „Ora et Labora" veilig in de boot, de laatste der ondergebrach- ten of de voorman diep Rheda toe Kom. het schip zinkt Ik kom alriep zij terug. En werkelijk, zij bemerkte, dat het lek gesprongen schip dieper en dieper zonk onder den last van het indrin gende water. Juist toen Rheda, bijna Vesrstijfd in haar doornatte kleeren, in de boot overgenomen werd door de mannen kwam er een nieuwe hagelbui over de boot en het schip heen. Met alle krachtsinspanning konden de man nen in de reddingsboot zich van het wrak afstooten. want het helde al zoo ver over dat de verschansing reeds in het water stak aan stuur boordzijde. en toen er een groote golf overheen sloeg, begroef deze 'den eens zoo trotschen schoener. En stevig pakte vader Mark met de anderen de draagbaar vast. waar op zijn zoon, eens zijn trots, nu neer lag. God in den hemel dank, dat hij nog thuis kwam Thuis Juist toen de dragers de baar neer zetten, om even te rusten, vroeg Pe ter, de voorman, halfluid en met ver legenheid Waarheen zullen wij hem bren- Ml? Waarheen was Rheda's weder vraag, terwijl zij snel naar voren trad. waarheen anders dan in zijn eigen huis'? Ik ga vooruit en zal zijn bed klaarmaken. En de Mokken hadden nog niet met luiden opgehouden, torn (lens Alf, de kapitein van de verloren „Ora et Labora". de oogen opsloeg in liet kamertje van het huisje, dat hij vijf jaar geleden verlaten had. Rheda!... Vader!... kwam het stamelend over de lippen van den man. Toen trad de jonge vrouw op den schipbreukeling toe en vatte hem bij de hand. Gij wildet gewis naar huis 1 Verrezen naar huis vroeg zij, hem ernstig in het gelaat stfende. Ja, daarom zette ik met het groote Verrijzenisfeest koers naar ons eiland. Ik wilde naar huis... om vergeving. De deur werd opengetrokken en de Meine Henk stormde dè kamer bin nen Moeder, wien hebt ge meege bracht De jonge vrouw wees met van vreugde stralend gelaat naar liet bed ,va® waar de man beangst naar haar opzag. Wien? Wel lieve jongen, je va der. Heb hem lief, hij zal het waar dig zijn en met ons en grootvader gelukkig wezen NOG EEN ZONDERLING TESTAMENT. In het jaar 1810 liet een zekere Tuke ergens in het Noorden van Engeland, het volgende testament achter Elk kind dat zijn begrafenis bij woonde, kreeg 1 stuirver, en elke ar me vrouw in het kerspel 12 stuivers. De eenige legaten, die wat beteeken- den, hadden betrekking op zijn laat ste overblijfselen hij vermaakte een half pond sterling aan de klokkelui- ders, die daarvoor één dof gebrom moesten doen hooren. precies op het oogenblik dat de kist in den grond ging, terwijl zeven van de oudste spoorwegarbeiders elk één pond ster ling ontvingen, als zij hem in zijn graf stopten. De ernstiger bepalingen van zijn testament waren niet min der dwaas aan zijn dochter liet hij in het geheel vier pond na, en aan zijn ouden, trouwen knecht j aartij ks twintig pond. Een oude vrouw.kreeg niaar één pond. Eindelijk zette hij een kapitaal vast, waarvan op Kerst dag jaarlijks veertig dozijn stuivers- broodjes moesten gekocht worden, om zo te twaalf uur van den kerktoren naar beneden te werpen. Of dit laat ste nog altijd in Rotherham plaats vindt, durven wij niet beslissen. NIEUWE NOORDPOOL-EXPED1TIE. Dr. Charcot te Parijs, die eerst on langs van zijn expeditie naar de Zuidpool is teruggekeerd, heeft al weer een nieuw plan voor een expe ditie gereedhij wil daarbij gebruik maken van de nieuwe uitvindingen en pogen met schip, luchtballon en motorsleden de Pool te berèiken. De poolhet einddoel van zoo veel wenschen, van zooveel pogin gen, van zooveel vergeefscho tochten Charcot zal ditmaal vergezeld wor den door den bekenden luchtreiziger graaf De la Vaulx, en hoopt, neen, is vast overtuigd, dat hij ditmaal sla gen zal. Van Wellmann's voorgenomen reis naar de Noordpool stelt Charcot zich niet veel voor. Hij achtte het twijfel achtig dat met een bestuurbaren luchtballon de reis naar de Noordpool heen en terug kan worden volbracht; en zelfs als de tocht praclisch moge lijk zou blijken, hoe zal men weten, dat de Poop bereikt is Om ongeveer te weten, waar men zich bevindt, moet men den afgelegden weg en de ichling waarin men gaat nauwkeu- i:g kennen. Nu kan men, met een kompas ongeveer de richting vast stellen waarin de ballon gaatmaar er is nog geen middel ontdekt om ze kerheid te krijgen over den afgeleg den weg. Slechts door astronomische waarnemingen en langdurige moeilij ke berekeningen is bij benadering de afgelegde weg aan te gevendie be rekeningen zijn echter al moeilifk voor den gewonen Pool-onderzoeker, dus hoeveel te meer nog voor een luchtschipper. Zij zouden allee®, mo gelijk zijn, als de ballon nu en dan eens een halven dag bleef stilstaan, opdat de waarnemer tijd zou kunnen vinden voor het doen zijner waarne mingen en het maken zijner bereke ningen. Daarbij moet dan de hemel helder en het weer goed zijn. Charcot zegt spottend, dat een luchtreiziger alleen kan weten of een zeker punt de Noordpool is, wan neer hij daar een wegwijzer met op schrift vindt 1 Maar waar Charcot een reis, als van Andrée of Wellmann, met een luchtballon onbegonnen werk vindt, daar acht hij den luchtballon een uit stekend hulpmiddel bij een pool-ex- peditie. Charcot meent zijn Zuidpooltocht over ongeveer anderhalf jaar te kun nen beginnen. TOCHT NAAR DEN VESUVIU3- KRATF.R. Prof. Matteucci heeft den eersten tocht naai* den Vesuviuskrater ge waagd, teneinde een weg voor toeris- te en gidsen aan te wijzen. Hij con stateerde, dat de kratermond zich tot een omtrek van 11/2 K.M. verwijd had. Bij San Guiseppe en Pompeji is de rand afgebrokkeld. Van den han genden spoorweg zijn nog maar en kele overblijfselen voorhanden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9