zij ter ingaven, werden
zij gewaarschuwd door een bewo
ner uit die buurt, dat daar s nachts
vergiftige slangen -kropen. Er bleef
hun niets anders over dan met stok
ken gewapend de wacht te houden
op het slapend kamp van artisten en
koristen. Kapelmeister Herz was ein
delijk zoo op, dat hij in een leegen
tramwagen was gekropendoch
hier werd hij voortdurend opge
schrikt door het brullen en janken
van leeuwen en tijgers, die in een
naburige menagerie waren opgeslo
ten en die zich ook niet op hun ge
mak gevoelden, 't Was met recht
een onrustige nacht
Eindelijk arriveerden wij, na veel
angst. Groote meubelwagens waren
afgehuurd en deze werden spoedig
gevuld mei de leden van Conried's
club. Een onaangename tocht wacht
te ons nog en daarom vond ik het
raadzaam niet in den eerstvertrek-
kenden wagen, te gaan.
Om de Ferrybooten te bereiken,
die naar Oakland varen, moesten wij
een groot gedeelte van de brandende
;stad doortrekken. Tk wachtte dus en
maakte deel uit van het. tweede
transport. Achteraf was ik daar
niets rouwig om. want. toen de eer
ste -wagen terugkeerde, hoorde ik,
welke angsten ze uitgestaan hadden
tusschen de brandende huizen. Ik
wees den voerman een beteren weg
aan, dien ik vroeger had' loeien ken
nen op mijn rijtoeren. Maar daar
■bemerkten wij tot, onzen grooten
schrik, dat het vuur zoo'n uitbrei
ding had gekregen, dat wij aan den
eenen kant door het vuur wierden
bedreigd en aan den anderen kant
door water werden ingesloten. Van
terugkeeren was ook geen sprake,
want het vuur sneed ons eveneens
den weg van achter af. Met kracht
spoorde ik den voerman aan om zoo
snel mogelijk te rijden, en hoewel
met groote moeite, gelukte het hem
de paarden in draf te krijgen.
Eindelijk arriveerden wij, na veel
angst aan de Union Ferry-depót,
-waar ongeveer een 2000 menschen
verzameld waren, -die zich op de
aanlegplaats verdrongen. Ook daar
was hei gevaar nog niet geweken.
Afgezien van het feit. dat de aarde
nog niet tot rust was gekomen en
iedere nieuwe schok de houten pier
had kunnen laten instorten, bleek,
dat geen kwartier nadat allen op de
Ferry-booten een plaats hadden
vonden, het vuur het station en de
steigers verwoestte.
Ik was Goddank eindelijk gered.
Een indrukwekkend schouwspel
was het van de baai uit, hetschoone
San Francisco in asch en puinhoo-
pen te zien verdwijnen.
In Oakland vonden wij onzen
trein. Wij bleven er 's nachts, de
automobielen zochten in de stad de
laatste leden van de Con ried club
op. en gelukkig, niemand van ons
bleek te zijn omgekomen.
Toen ging het -meteen in vliegern-
de vaart naar New-York. Want weer
typisch Amerikaansch; de Southern
Pacific maakte er een reclametodit
van. Onze extra-trein moest alle snel.
tremen vóór blijiven, ieder record
slaan. Tien nieuwe locomotieven, de
grootste ter wereld-, werden er beur
telings o!p geprobeerd zoodat wij
soms 's nachts 130 K.M. per uur re
iden. 't Was onverantwoordelijk. Wij
werden dol van die vaarteen kwar
tier na ons derailleerde een trein,
waarschijnlijk doordat onze razende
express de rails had ontzet.
Reeds in Philadelphia, werden wij
opgewacht door Conried! persoonlijk
en door vele vrienden, die ons allen
met open armen en met vreugdege
roep ontvingen. En achter al d'ie
vrienden drongen wel oen twintig
tal reporters van de groote Ameri
kaansch e bladen, die ons tegemoet
gereisd waren en ons nu ook geen
rust gunden, hoewel wij allen daar
todh groote behoefte aan hadden.
Maar nu zit ik, goddank, na een
voorspoedige reis weer thuis in mijn
goede Rotterdam. De overtocht op
zee heeft mij weer geheel hersteld
van de indrukwekkeiüïfe en aangrij
pende gebeurtenissen, die ik de
laatste weken doorleefd heb.
hardt. Bovendien als je niet hoeft
ie zingen wordt je nooit verkouden.
Dan kan je rookon, rijden, zwem
men. zonder 't minste gevaar. Ver
leden jaar tufte hij van Frankfort
over Metz naar Parijs, waar hij
aanstonds moest zingen. En hij was
best bij stem. Op het concert ech
ter werd hij heesch-
En heb je die verkoudheid onder
de stembanden eenmaal te pakken-
dan duurt ze met dokters-adviezen
drie weken, en zonder dokter 21 da
gen een week op, een week staan
de. een week af. mits je veel rust
neemt en verandering van lucht
zoekt....
Zoo zat onze groote zanger onder
houdend voort te redeneeren, tot wij
hem, ter wille van zijn familie en de
talrijke vrienden, niet langer aan
woord konden laten. Want einde
loos was dat receptie-verleenen
het ouderlijk huis, waar feeststem
mlng heerschte over den terugkeer
van den illusteren zoon. over wien
het gezin ien heel liet land eenige
dagen in onrust verkeerd heeft.
Verder vertelde de lieer Van Rooy
nog, dat hij de schade van 'n 7000
mark aan zijn garderobe, hoopt te
rug ie ontvangen, daar hij die op
reis voor 10,000 mark heeft verze
kerd. En zijn contract was afgewik
keld. want hij had juist veertig
maal in Amerika gezongen. Alleen
de drie extra's bleven achterwege.
En ook de ondernemer van de tour
nee zal geen aanmerkelijke schade
hebben, want er was i*eeds voor
f 130.000 besproken in San Francis
co, en nu de rneestc plaatsbiljetten
verbrand- zijn. zal hij de entrée*s
voor de gemiste voorstellingen niet
behoeven terug te betalen.
Heden, Zaterdag gaat de zanger
weer naar Londen, om er den Ring
te zingen, in tien voorstellingen.
Hij is nu zeven jaren achtereend»
wintermaanden (van 1 November tot
eind April) in Amerika opgetreden,
dat wil zeggen driehonderd keer.
En als bijzonderheid merkte hij op,
dat hij hiervan slechts tweemaal
heeft behoeven af te zeggen. Want
in Amerika is zijn stem steeds in de
beste condities. Trouwens in Londen
ook. Terwijl hij op het vaste land
van Europa telkens heesch. is. Nu
■valt dit samen met dien tijd van'het
jaar. In Londen zingt hij geregeld
in de maanden Mei en Juni. In 'het
overig Europa in de herfstmaanden
October en November. Dan is ieder
een wel eens verkouden. Maar dan
heeft hij ook wel dertigmaal moeten
afzeggen, vier jaren achtereen nu
reeds in Brussel.
Daarom heeft hij nu voor de herfst
maanden ook geen enkel engage
ment aangenomen. Want do heer
Van Rooy ringt beslist niet meer,
als hij niet perfect bij stem is.
Voor Amerika heeft hij nog twee
jaar vast contract.
De zomermaanden van Juli af
brengt hij deels in het vaderland
door, anderdeels reist hij. Verloden
jaar heeft hij een automobiel ge
kocht. die hij zelf bestuurt en
waarmee hij nu door Duitschland,
Zwitserland en Italië gaat toeren.
Aan zijn stem doet dat geen scha
de. Integendeel, de buitenlucht
Een geheele stad
opgevijzeld
De Amerikaansahe stad Galveston
is men bezig geheel op te vijzelen.
Het reuzenwerk geschiedt door Ne~
deriandsche aannemers en Neder
landsche ingenieurs. Een familielid
der aannemers-fiirma, thans in ons
land vertoevende, heeft aan het
I-Ibld. een verhaal gedaan omtrent
merkwaardige werk, dat sedert eeni-
gen tijd in den Amerikaansch en
staat Texas aan den gang is.
„Gij zult u misschien herinne
ren". dus sprak de heea* Goedhart,
een broeder van de bekende aanne
mers-finna Gebroeders Goedhart, die
herkomstig uit Dordt, thans haar
hoofdzetel heeft te Dusseldorf. ..dat
Galveston, een stad Van ongeveer
40.000 inwoners, gelegen in den Arne-
rikaanschen staat Texas aan de Golf
van Mexico, den Sen September 1900
door een vreeselijken storm en vloed
golf werd geteisterd. Een groot deel
der stad werd vernield"; de verwoes
tingen, die werden aangericht, wa
ven ontzettend en het aantal slacht
offers van de ramp was groot.
Na de ramp is het bestuur der
stad dadelijk gaan overwegen niet
alleen hoe de schade te herstellen,
doch tevens hoe men de stad. die
daar ter plaatse moest behouden
worden, omdat zij de grootste Ame
rikaanse he uitvoerhaven van katoen
is. voor het vervolg voor dergelijke
onheilen zou kunnen behoeden.
Het stadsbestuur benoemde toen
22 November 1901 een commissie van
drie ingenieurs om een plan tot ver
betering te ontwerpen deze dien
den 25 Januari 1902 dat plan in, het
welk beoogde de stad door een reus-
achtigen betonmuur, zes kilometer
lang en 17 voet hoog, tegen de zee
te beschermen en daar achter dien
grond tot diezelfde hoogte te bren
gen, die vervolgens zou afloopen met
oen helling van 1500 op 1. Dit plan
bracht mede, dat circa 2300 huizen
moesten worden opgevijzeld, en dat
•uim 11 mildioen kubieke yards zand
moesten worden aangevoerd.
Het plan iwerd aanvaard,, de muur
werd gebouwd en advertentlën wer
den in de bladen geplaatst, waarin
aannemers werden opgeroepen om
de stad op te hoogen, waarvoor het
stedelijk bestuur twee millioen dol
lars ter beschikking stelde. Dit be
sluit ivan het gemeentebestuur moe
aan een volksstemming worden on
derworpen. Van de 3219 kiezers kwa
men er 3140 op, 3118 stemden vóó
en slechts 22 tegen.
In die dagen, December 1903, toef
den mijne broeders, met liet oog op
andere werken, in Amerika. Zij wa
ren daar in aanraking gekomen met
den Amerikaanschen aannemer Ba
tes en afgaande op de adHiertentiën.
gingen zij eens te Galveston kijken.
De Amerikaansche firma's durfden
oor de genoemde som het werk n> et
aan. Hun becijferingen waren ge
baseerd op aanvoer van het zand,
hetzij per zandschuit, hetzij per
spoorwagen.
Mijn broeders echter kwarnen op
ren ander denkbeeld, dat het werk
/veel minder kostbaar zou doen zijn.
Zij stelden zich voor, ongeveer eiu'i
wijdig aan de reeds voltooide betor-
wering een kanaal te graven naar
de baai van Galveston. Met een vo
Amerika nog nieuw systeem zand-
zuigmachine. die het zand niet al
leen opzuigen, doch 'het tenens zelf
vervoeren en aan de losplaats aan
gekomen. zelf kunnen wegspuiten,
zouden zij het in de baai opzuigen,
d<an door het kanaal naar de stad
voeren en het vervolgens door lange
buizen in de stad spuiten. Het wa
ter uit- liet zand zou dan terugvloei
en naar het kanaal en het zand zelf
op die wijze een vasten bodem gaao
vormen. Was eenmaal het werk vol
tooid, dan kon het kanaal weder
dicht gemaakt.
Het stedelijk bestuur güng op dit.
iplan in en aan de heer en Goedhart
en Bates werd het werk gegund, dat
in 1904 begonnen, in 1907 geheel vol
tooid moet zijn.
Galveston is wat aanleg betreft
een echte Amerikaansche stj^d. d. w.
de straten lo'open evenwijdig van
Noordi haar Zuid en van Oost naar
West. Deze hebben allen een breed
te wisselend tusschen 18 en 21 Meter
en trottoirs die ongeveer 4.80 M.
breed zijn; door het midden der stad
liep een straat die 45 Meter breed
is. De huizen zijn niet als in Euro
pa tegen elkander aangebouwd, doch
staan op zich zelf.
Een groot deel er van is van (hout
opgetrokken, sommige met drie ver
diepingen doch er rijn ook een aan
tal groote steenen gebouwen, waar
onder vele prachtige villa's.
Zooals ik zeide, moest eerst het
kanaal wordjyi gegraven dat is bij
na vier kilometer lang, 100 Meter
breed en 6 M. diep. Op de terreinen,
die daarvoor moesten worden uitge
graven. stonden ongeveer 150 hui
zen. die verwijderd moesten worden.
Met de eigenaars sloten wij daarom
contracten af. om die huizen te ver
rollen naar een ander stuk grond,
onder verplichting onzerzijds om ze
later als het kanaal weder zal zijn
volgegooid, weder op de vorige
plaats terug te brengen. Daartoe
werden die huizen opgeschroefd, ge
plaatst op houten rollen, die telkens
verlegd werden en zoo door paarden
weggetrokken er zijn op die wijze
huizen verrold over een afstand van
drie kwartier, zonder dat zij zelfs
ontruimd behoefden te worden. Oni-
moetie men op zulk een reis draden
der electrisclie tram, dan liet men
liet huis maar midden in de straat
staan tot 's nachts 12.uur, alsdan
werden de draden waar geen
stroom door ging oven weggeno
men. Zoo'n huis midden in de straat
was een grappig gezicht.
De aanleg van het kanaal bracht
o. a. mede, dat wij door een spoor
baan heen moesten, het was dus
noodig daarvoor een spoorbrug te
slaan.
Ondertusschen hadden wij uit
Europa onze hopper-zuigers laten
komen, die allen gebouwd zijn op de
bekende werf der firma Smit aan
den Kinderdijk. Het onderhoud de
zer groote. kostbare machines, die
van 's Maandagsmorgens 6 uur tot
's Zondagsmorgens 6 uur onafgebro
ken werken is van zooveel befaéke-
nis, dat een werktuigkundig inge
nieur. de heer C. Loeff. zoon vjan den
Dordtscben predikant, voortdurend
met 'het toezicht op 'liet onderhoud
daarvan belast is.
Toen bet kanaal gereed was eh de
zandzuigers waren aangekomen,
kon hel werk beginnen. Te dien ein
de werd de geheele stad als 't ware
in polders verdeeld, waarbij de bo
venvermelde regelmatige aanleg der
stad veel gemak opleverde. Dan werd
een bepaald gedeelte afgedamd
werden van den kanaaloever daar
heen de groote ijzeren buizen gelegd
waardoor liet natte zand moest wor
den ingespoten.
De richting van het kanaal was
zoo gekozen, dat de totale lengte van
zulk een pijpleiding nooit de 1600
Meter overschreed.
De bewoners der straten hadden
allen vooraf madedeeling gekregen,
dat ze hun huizen moesten laten op
vijzelen waar ze nu juist zoo
niet tegen op zagen, omdat in Ame
rika dit opvijzelen van huizen niet
zoo'n kostbaarheid is.
De eigenaars moesten zelf de kos
ten dragen en gezegd moet worden,
dat de geheele bevolking in deze
hulpvaardig was en medewerkte
ieder zag de noodzakelijkheid van de
aan te brengen verbeteringen
Wanneer er menschen waren, voor
wie de kosten van opvijzelen te be
zwaarlijk waren werden zij wel door
anderen geholpen en in enkele ge
vallen liieLp men ook van stads
wege.
Een enkele maal kwam het voor,
dat een huis niet tijdig opgevijzeld
was. Wij gingen in zoo'n geval toch
onzen gang en het huig moest later
dan maar weer door den eigenaar
uitgegraven worden.
Bij houten huizen ging het opvij
zelen gemakkelijk genoeg; er wer
den balken onder geschoven, het
uis werd opgedraaid en er werden
stutbalken onder gezet, doch bij
groote steenen gebouwen was het na
tuurlijk bezwaarlijker. Dan moest
zoo dicht mogelijk bij den grond1 het
metselwerk worden losgemaakt,
moesten zware balken onder worden
geschoven, langzaam opgevijzeld en
dan nieuwe fundamenten onder
metseid worden. Een der grootste
gebouwen, een huis van drie verdie
pingen. kostte den eigenaar aam op-
ijzelen 6000 dollars. Waar het op-
ijzelen geschied was. kon biet
•puiten van het zand beginnen, op
didht bij den bovenvermelden muur
gelegen terreinen zelfs tot een hoog
te van 15 16 -voet. Was dan het
water uit het zand afgevloeid dan
werd alles gelijk gemaakt en wer
den van stadswege verder de stra
ten weder geplaveid en d:e trottoirs
gelegd.
Zoo volgde het eene stadsdeel het
andere en zal allengs geheel Galve-
■ton opgehoogd zijn.
Galveston is ook doorsneden door
electrisclie trams; in den regel kon
den die blijven rijden, al waren wij
aan 'het werk wij vijzelden dan de
geheele trambaan een eind op oyer
onze buizen heen".
Beschouwen de Amerikanen
dit werk als iets bijzonders en be
enderen zij de Hollandsche aanne
mers niet?"
..Als iets bijzonders beschouwen
zij het wel, waf wel blijkt uit het
feit. "dat Zondags steeds duizenden
uit het binnenland kwamen kijken.
Het opvijzelen der huizen trekt niet
zoozeer hun opmerkzaamheid,
..house-raisers" hebben zij -genoeg
zien werken- Wel bewonderden zij
den .opzet" var het werk. ik bedoel
het denkbeeld om dat kanaal te gra
ven, en waren zij vol verbazing over
rlie Europeesche zuigers, die onder
eigen stoom den Oceaan waren over
gestoken.
Over bet geheel werd van derijd'e
van het stadsbestuur en van het pu
ibliek die meest mogelijke medewer
king ondervonden. De Amerikaan-
scbe aannemers evenwel waren min
der met onze kunst, ingenomen. Zij
hebben 'heel "Wat moeite gedaan o.m
den invoer van onzen derden en
vierden zuiger, toen die komen
moesten, tegen te gaan en den in
voer wettelijk te beletten; dat is bun
niet gelukt, maar wel is gelukt een
wet gemaakt te krijgen, die beletten
zal deze machines na afloop van 't
werk te Galveston, in Amerika to
kunnen gebruiken .voor andere wer
ken. In het vervolg mogen in bet
buitenland gebouwde baggermachi
nes niet meer in de Vereenigde Sta
ten worden gebruikt.
U weet op het gebied van protec
tie is Amerika streng, wat te begrij
pen is. als men weet, dat bet gehee
le rijk zijn financiën feitelijk op in
voerrechten en grondbelasting heeft
gebaseerd."
..Lijden de huizen niet onder de
werkzaamheden
,,De huizen niet, doch de groo
te keerzijde van alles is, dat de plan
tengroei voor de eerste jaren geheel
vernietigd i3. Galveston droeg tot
dusverre den naam van ..oleander-
stad". zoo prachtig waren er de
bloeiende oleanders en ook de ande
re plantengroei was weelderig maar
bij -het inspuiten van zand met zee
water wordt de geheele planten
groei door dit laatste vernietigd.
Evenwel, dat zal zich in dit warme
klimaat wel weder binnen eenige ja
ren herstellen Hoofdzaak is, dat de
si ad thans komt te liggen op een
hoogte die naar menschen-heugerd?
nooit door eenigen vloedgolf is be
reikt."
Het échec van
meneer Brown
Meneer Mark Brown haalde diep
adem en zag zijn bezoeker scherp
aan. Men kon het hem aanzien, dat
hij verontwaardigd was. Hij dacht
zeker bij zich zelf, dat die knappe
jonge man, die tegenover hem stond,
hem reeds leed genoeg berokkend
had.
Zulk een onbascliaamdheid, me
neer barstte hij ten laatste uit,
„Mijn dochter te willen trouwen,
Maud te willen trouwen Den vader
ruïneer en en de dochter ten huwelijk
vragen Wanneer je een greintje ver
stand had: dan 'kon je wieten, dat ik
Maud lieve]- aan den eersten den
hesten landlooper ten huwelijk zou
geven, dan aan jou
,,Ilet doet mij leed, dat ik iets ge
daan heb, waardoor u zich beleedigd
gevoelt."
..Beleedigd, meneer;.!' schreeuwde
Brown, „je hebt me geruïneerd, je
hebt me te gronde gericht
De oude Brown verklaarde aan
ieder die het maar hooren wilde, dat
iiij tot den bedelstaf was gebracht,
ofschoon in zijn leefwijze niet veel
van deze berooiden finaneieelen toe
stand te bemerken was. Een dag te
voren had hij nog een aardig som
metje uitgegeven voor den aankoop
van een automobiel, maar hij wacht
te zich wel, dit zijn bezoeker te ver
tellen.
,,Twee jaren geleden", ging hij
woedend voort, „zou je een propvoi-
len omnibus van Brown in elke groo-
straat der stad hebben kunnen
zien. Waar zijn die nu. meneer?Door
jou vervloekte tram
„Dat is onredelijk van u, meneer
protesteerde Guy Maxwell. ,,Die tram
is niet van mij. Als directeur ben Tk
slechts een ondergeschikte van de
maatschappij. Als zoodanig moet ik
mijn plicht doen. Wanneer u door de
tram schade geleden hebt en ik
weet, dat dat het geval is dan is
het toch niet billijk mij daarvoor ver
antwoordelijk te stellen. Wanneer ik
morgen mijn ontslag nam, dan zou
overmorgen iemand aangesteld wor
den, om mij te vervangen."
Dat alles was misschien volkomen
juist, maar meneer Brown was niet
in de stemming, om de juistheid van
dat betoog in te zien.
Hij overdreef geweldig door te zeg
gen dat hij geruïneerd was. Maar het
was een feit, dat de tram een einde
gemaakt had aan zijn winstgevende
onmibusónderneming. Guy Maxwell,
had als directeur veel tot dien toe
stand bijgedragen en volgens meneer
Brown was dat gebazel over plicht
en dergelijke dingen maar een doekje
voor het bloeden.
„Je vermorst je tijd", hernam me
neer Brown ,.je hebt de onbeschaamd
heid mij de baud van mijn doch
ter te vragen. En mijn antwoord is
neen en duizendmaal neen Is dat
voldoende
„Neen, meneer", antwooi'dde Guy
snel, ,,met dat antwoord neem ik
geen genoegen. Wij zouden, om de
waarheid te zeggen, liever uwe toe
stemming hebben gehad. Maar aan
gezien het schijnt dat wij daarop niet
mogen rekenen, behoeven we er niet
verder over te spreken en zullen we
onzen eigen weg volgen
Mark Brown werd rood van kwaad
heid en er kwam een harde uitdruk
king in zijn oogen.
.,Je denkt zeker aan het testament
an oom Richard", zeide hij.
Inderdaad dacht Guy aan dat tes
tament. De oom van Maud was op en
top een sportliefhebber geweest. Hij
zelf had in zijn tijd een meisje ge
schaakt. en het huwelijk was zeer ge
lukkig geweest.
Hij had altijd beweerd, dat de min
naar zelf moest uitmaken, wat hem
te doen stond, en zich niet al te veel
moest storen aan den wil der ouders.
Maud was altijd de oogappel ge
weest van den ldnderloozen oom, die
haar telkens weer de raad had gege
ven, een levensgezel naar haar eigen
keuze te nemen en zich niet te be
kommeren om hetgeen de anderen, a.l
was het ook haar eigenzinnige vader,
haar rieden
Meneer Richard Brown, die zijn
broeder door en door kende, had
moeilijkheden in de toekomst voor
zien. Bijgevolg had bij voor Maud
in zijn testament een extra som van
■vijf duizend pond sterling bestemd,
wanneer zij zonder toestemming van
haar vader trouwde. Maar hij maak
te daarbij een zonderlinge voorwaar
de, waardoor aan zijn broeder een
kans gegeven weid die som te win
nen.
De vader van Maud behoefde
slechts bij ide huwelijksplechtigheid
plotseling te verschijnen en openlijk
tegen de voltrekking te protesteeren,
om de vijfduizend pond machtig te
wonden.
Max Brown dacht op dit oogenblik
aan die bepaling. En Guy Maxwell
deed hetzelfde.
,Je denkt dus aan hot testament!"
herhaalde Brown. „Je acht je zelf dus
staat, mij voor de tweede maal
den loef af te steken? Maar dat zal
je niet gelukken. De eerste maal heb
je gewonnen alleen omdat het paard
niet tegen de electriciteit bestand
was. Maar ditmaal zal het Maxwell
niet gelukken Brown te verslaan.
Wanneer hij er in slaagt, dan geef
ik mijn toestemming!'
„Is dat u ernst, meneer
„Wat ernst!"
„Dat u uw toestemming geeft wan
neer ik u schaakmat zet
„Die uitdrukking bevalt mij niet.
Maar goed, laat het zoo zijn. Mark
Brown houdt steeds zijn woord.
„Wat is er, Marie?"
Meneer Mark Brown liep door de
vestibule, toen hij plotseling deze
vraag tot de knappe dienstbode richt
te, die zichtbaar verlegen bij de voor
deur stond.
„Ik ik weet het niet, meneer!
zeide Marie stotterend, terwijl zij het
briefje bekeek dat zij in haar hand
hield. „Ik ik heb het nog niet ge
opend. Misschien hield de jongen mij
voor iemand anders. Toen ik de deur
opende, duwde hij mij dit briefje in
de hand, bromde zoo iets van ,.voor
de juffrouw" en liep weg."
Mark Brown glimlachte. 'Voor hem
was er geen twijfel meer.
„Hm, zoo zeide hij, terwijl hij
zijn hand uitstrekte. „Het zal het
beste zijn dat je mij dat briefje geeft
Ik zal het wel geven aan de persoon
voor wie het bestemd is."
Het scheen hem toe, dat Marie hem
met tegenzin het epistel overhandig
de-. Blozend liep zij naar de keuken.
Meneer riep haar terug.
Marie, wanneer je je betrekking
niet wilt verliezen, moet je over dit.
geval geen woord spreken
Nauwelijks in zjjn zitkamer aan
gekomen, opende Mark Brown het
briefje.
Hij had eenigen tijd noodig om den
inhoud te lezen, want het briefje was
in grooie haast geschreven. Hij ont
cijferde het als volgt
„Lieveling Ik vertrouw dit toe aan
een vreemden bode maar aan iemand
die zegt je te kennen. Alles is in orde.
Heb de auto van meneer Walmer te
mijner beschikking.
Wacht jij om 9.30 Dinsdagmorgen
op den hoek van de Kerklaan.
De plechtigheid zal in de Wrexley
kerk plaats vinden. Voor altijd je
Guy."
Heel handig", bromde meneer
Brown, terwijl hij het briefje w-cr in
de enveloppe sloot en deze weer vast
lijmde. „Maar nog niet handig ge
noeg, waarde vriend Guy."
Marie, de dienstbode, verscheen in
antwoord op het schellen van haai*
meester.
„Ik denk toch, Marie", begon me
neer Brown, terwijl hij haar de en
eloppe overreikte, „dat het beter zal
zijn, dat je dit briefje zelf maar aan
juffrouw Mand geeft. Maar denk er
aan,ik heb het nooit onder de oogen
gehad! Je hebt het haar direct ge
bracht, begrijp je
Marie begreep het schijnbaar, want
zij- verliet de kamer zonder een woord
te zeggen.
Mark Brown zou ten hoogste ver
baasd geweest zijn, wanneer hij haar
een minuut latei* gezien had. Ook zij
had de enveloppe geopend en las met
de grootste aandacht den inhoud van
het briefje. Eerst nadat zij dat ge
daan had, ging zij naar boven naar
de kamer van juffrouw Maud.
Intusschen had Mark Brpwn zijn
chauffeur Blake bij zich laten ko
men.
„Was jij vroeger niet in dienst van
meneer Walraer?" vroeg hij.
„Ja, meneer
„En weet je precies, welke snelheid
men met zijn auto kan bei'eiken?"
„Zeker, meneer!"
„Wel zooveel als met de mijne
„Dat geloof ik, meneerDie van
is veel sneller
„Dan is de zaak in orde
En meneer Brown had een lang en
vertrouwelijk onderhoud met zijn
chauffeur, die zijn meester nog nooit
zoo'n vriendelijke stemming had
gezien.
„Ben je er zeker van, Blake, dat
ij hen kunnen inhalen
Blake zag voor zich uit en glim
lachte.
„Zoo spoedig u het verkiest, me
neer antwoordde hij.
En om het bewijs te leveren, ver
meerderde hij een weinig de vaart en
de afstand tusschen de auto van me
neer Brown en de stofwolk, die heel
in de verte werd opgejaagd, werd
merkbaar kleiner.
„Dan is het goed, Blakezeide
meneer Brown opgewekt. „Je hoeft
hen niet in te halén, als je ze maar
in het oog houdt."
En hij leunde behagelijk in de kus
sens terug met ide opmerking, dat de
allernaaste toekomst voor een zeker
iemand een bijzonder groote verras
sing verborgen hield. Hij dacht er
niet aan, dat die „zeker iemand" me
neer Brown in eigen persoon zou blij
ken te zijn.
Het geheim van de trouwerij in de
Wrexley kerk was schijnbaar uitge
lekt, zooals het gewoonlijk met der
gelijke geheimen gaat, want er stond
een groote schare dorpelingen om het
kerkportaal geschaard, toen de auto
van meneer Brown stilhield naast die
van meneer Walmer.
Meneer Brown stapte uit en liep
haastig over het grintpad. En Blake
keek naar meneer Walmers auto,
welke daar onbeheerd stond en meen
de dat hij zijn rijtuig ook wel even
alleen kon laten staan, om eveneens
een kijkje te gaan nemen. Maar wat
hij zag, dat zal hij nooit vergeten.
Hij schudt nog telkens van het la
chen, als hij er aan denkt. Met pet en
stofbril liep meneer Brown op den
preekstoel toe en riep toen. met luide
stem. zoodat alle aanwezigen en de
predikant verschrikt opkeken
protesteer tegen deze
Mark Brown kwam niet verder,
predikant zag hem zacht verwijter
aan. De bruid keek bedeesd achte
om, terwijl de bruigom verontwaa
digd opstond. En hun. verbazing wi
gering in vergelijking met die va
meneer Brown, want de bruid wi
Marie Morrison, zijn dienstbode e
de bruigom was. Gray, de chauffer
van meneer Walmer
Mark Brown lette niet op het ve
zoek van den predikant om ophelp
ring. Hij staarde half versuft hi
bruidspaar aan en ging toen lan$
zaam naar het portaal terug. Daa
aangekomen snelde hij plotselin
naar buiten op zijn auto toe. Blak
scheen door een hoestbui overvallen
Hij zat met het stuurraad* in
hand en zette de auto, toen menee
Brown gezeten was, zonder Vende
een woord te spreken, in beweging
Mark Brown zat in diep gepeim
verzonken. Hij doorzag, nu de geheel
geschiedenis. Het briefje, dat ver
vloekte gekrabbel, droeg als onder
teekening „Gray" en hij had daar
van gemaakt „Guy", alleen omdat hi
dien naam verwachtte.
Het briefje was bestemd geweest
voor Marie Morrison en hij, Mark
Brown, had het geopend. Zij wist dat
wel en nu durfde hij niet eens tegen
haar optreden, omdat zij haar dienst
zonder die een maand vooraf op te
zeggen, had verlaten.
Plotseling dacht hij aan een ande
re, verschrikkelijke mogelijkheid,
greep den arm van zijn chauffeur, en
beval met heesche stem „Naar
Blake. Zoo snel' je kunt
Blake zeide geen woord. Zijn hoest-l
bui plaagde hem nog steeds.
Eindelijk bereikten zij de woning
waar zij hartelijk wenden verwelkomd
door meneer en mevrouw Guy Max-|
well.
Terwijl de auto meneer Brown naar
Wrexley had gebracht, had de een-!
voudige tram het jonge paartje naar
het stadhuis gereden om zich als man
en vrouw te laten inschrijven.
En Mark had dit alles aan zich zelf'
te wijten. Door zich te bemoeien met
de aangelegenheden van Marie, had
hij aan Guy en Maud de gelegenheid
geboden, waarnaar zij reeds zoolang
reikhalzend hadden uitgezven.
Marie had niet alleen den brief aan
haar jonge meesteres laten zien, maar
haar ook de geheele geschiedenis ver
teld- Het was gemakkelijk genoeg te
gissen, welke gedragslijn meneer
Brown zou volgen en in overeen
stemming daarmee hadden zij hun
plamien gemaakt.
Meneer Brown was geheel uit het
veld geslagen. Ten laatste zeide hij
Ik zou jelui alles kunnen vergeven,
behalve tlat ritje met de tram. Waar
om ben jelui met de tram gegaan
Maar heel gauw had hij hun ook
dat vergeven.
Ook een Admiraal.
Kapitein Sterk had het grootste
deel van zijn leven op de zee door
gebracht. Tusschen twee reizen Ln
was hij getrouwd en net drie weken
na zijn huwelijk moest hij het zeegat
weer uit en bleef drie jaren weg. Bij
zijn terugkeer vond 'hij zijn vrouw
niet meer, hij was tijdens zijn zwerf
tocht weduwnaar geworden, maar* in
die plaats van een vrouw vond hij
een allerliefst dochtertje, dat naar
haar moeder Francine heette.
Geen vader had ooit zijn kind inni
ger lief gehad dan kapitein Sterk zijn
H-ancine. Hij had er zelfs aan ge
dacht de zee vaarwel te zeggen en
aan land een betrekking te zoekenj
maar dra bemerkt, dat dit niet ge
makkelijk ging. Trouwens, zijn eeni
ge zuster, die met een braaf man ge
huwd, doch kinderloos was, had zich
met de zorg voor Francine heiast en
was een voortreffelijke moeder voor
haai*, dus wat dat betreft kon de ka
pitein onbekommerd het ruime sop
weer kiezen, wat hij dan ook na eeni
ge maanden aan wal te hebben door
gebracht, weer deed.
Telkens als hij van de reis terug
kwam bracht hij een lading geschen
ken voor Francine mee en bij elk
weerzien vond hij, dat zij weer schoo
ner was geworden.
Zijn grootste vreugde was, toen
zijn zuster hem meedeelde, dat een
degelijk jongmensch, omtrent wien
zij en haar man de beste informatiën
hadden gekregen, naar de hand van
Francine dong en dat de jongelui
reeds met ongeduld naar den terug
keer van den kapitein^ hadden uitge
zien om zijn toestemming te vragen.
Kort daarop meldde -die jonge man,
Hubert van Dam, zich bij dien kapitein
aan en dezen beviel hij uitstekend.
Kapitein Sterk hield bovendien niet
van veiel omslag. Hubert had em
goed bezoldigde Rijksbetrekking, op
de informatiën van zwager en zuster
vertrouwde de kapitein volkomen en
luet onderhoud tusschen den vader en
den beminde vani het meisje had nog
geen kwartier geduurd of de kapitein
$tak Hubert reeds zijn krachtige zee
manshand toe en zei
God zegen je, jongen, maak mijn
kind gelukkig
Dat beloof ik u, kapitein.
Zeg maar dadelijk vader tegen
mewat drommel, ik heb me in mijn
Leiven niet al te dikwijls zoo hooren
noemen.
En toen zij onder een fijne fleschde
verloving vierden, zei de kapitein
Hoort eens, kinderen, ge moet
met trouwen zoo lang wachten, tot
ik van de volgende reis terug ben
en, weet je wat, dan maak ik de hu
welijksreis met jelui mee
Dat werd goedgevonden.
Gelukkig voor het jonge paarbleejf
kapitein Sterk ditmaal niet lang weg.
In Mei kwam zijn schip weer binnen,
alle papieren waren in orde, nog de
zelfde week werden Francine en Hu-
bert in ondertrouw opgenomen en
veertien dagen later vertrok de kapi
tein met de jonggehuwden naar Zwit
serland.
Daar vinden wij hem op zekeren
morgen met het jonge paar op een