RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezon den door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Don derdagmorgen oplossingen zenden, worden in het volgend nummer be kend getmaakt.) 1. (Ingezonden door d'e zusjes Slagter) Mijn geheel is een straat in Haar lem en bestaat uit vijftien letters. I 7 5 9 is een geldstuk. II 2 4 7 5 vindt men op de kerk. 6 2 3 8 5 gebruikt de jager. 15 14 13 12 11 is gebak. 10 15 7 12 ziet men aan den hemel. 2. Ingezonden door Nico Koomen). Wat is de smaakvolste kunst? 3. (Ingezonden idjoor Dirk Boeré). Zoek uit onderstaanden zin een begraven dorp. Walt een oord1Wij kunnen hier met langer blijven 4. (Ingezonden door Mien Uyten- daal.) •Hoe schrijft men bevroren water met tiwele» letters'? 5. (Ingezonden door Johan van der Linde). Wat maakt ge uit deze letters joekerbuegavdz rroiuov 6. (Ingezonden door Betsy en Trijn tje Frölich). Axabië is mijn vaderland. In Azië word ik bruin gebrand. Dan. in een molen fijn gemalen Dan voel ik hetete waterstralen En eindelijk doet men melk erbij Zeg", lieve kinderen, kent ge mij 7. (Ingezonden door Gretha Kui per)- - j Welk stuk speelgoed is omgekeerd ©en verkorte meisjesnaam 8. (Ingezonden door Betsy van V en- 8"welk dier lijkt 'tmeest op een kat? 9. (Ingezonden door Cato de Boer.) Mijn geheel bestaat uit zeven let ters. 1 2 3 is een groot plein in Amster dam. Van 4 5 6 7 wordt gegeten. Op mijn gelie'el kan men. een prettig spel spelen. 10. (Ingezonden door Dina Vaster.) Mijn eerste is e'en adellijke titeL Mijn tweede en derde' vormen sa men een jongensnaam. Mijn vierde en vijfde vindt men in vele steden. Mijn geheel is een be kende kade dn Amsterdam. Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsdls der vorige week zijn 1. hiAD DAan een bruin pak aan? 2. Omdat hij eerst speelt en dan slaat. 3. Tollhiek. 4. Hengelo. 5. Muzieknoten. 6. Som, mos. 7. Het was zijn zoom 8. Zevenaar. 9. Lange Lakenstraat. 10. Een kuil. Goede oplossingen ontvi ng ik deze week van Hendrik Groeneveld 6, Anna van Zutphen 6. Age Beinem.a 10, Mien Uytendaal 5. Dirk Boeré 9, Hendrika Robin. 6, Johannes Stoelman 5, Marie van Zutphen 6. Betsy Frölich 6, Truus Staal 4, Gerda Groeneveld 6, Hoelof Bernema 10, Jo en Betsy Ploeg 8, Dirk Herschoe 9, Izaak en Heintje Brandon 8, Trijntje Frölich 6, Marga- re.tha Kuiper 5, Wilh'eflmina Robin 6. Hendrik Bonman 9, Jacobus ter Haak 7, Gijsbertus Seubring 5, Alida de Blazer, 7, Neeltje Bouman 9. BERICHT Voor die jongens en meisjes, die wel eens raadsels inzenden. Op algemeen verzoek zullen we voortaan geen letterraadsels meer opnemen. Letterraadsels zijn raad sels, waarvan de letters door elkaar gezet zijn. De meeste jongens en meisje3 vinden die raadsels heel ver velend en fastig om op te lossen, en er is ook niet veel aan om ze te ma ken, want dat is juist erg gemakke lijk. De letterraadsels die ik nog heb zullen nog geplaatst worden, maar daarmee houdt het op. Alle andere raadsels zijn natuur lijk net als vroeger welkom, en zul len zoo spoedig mogelijk geplaatst worden. Ziezoo, hiermee zijn dus de letter raadsel voor goed in de doos ge stopt. en dat is wel een hoeratje waard, want ik geloof, dat die din gen ons allemaal al laing verveelden! Brievenbus M ien U. Wat heb je weet mooie raadsels gestuurd Ik hoop, dat ik voor dit. nieuwe tweetal eens gauw een plaatsje heb Heb je dat aardi ge versje ook zelf bedacht, zeg? Ge lukkig dat je nu weer tijd hebt voor een briefDag Mien, tot de volgende week Hendrik en Gerda G r. Mooi zoo! Jullie hebt den moed dus nog niet opgegeven, hè Nu,, ik geloof wel, dat die kleurwedstrijd juist iets naar jullie zin is, of heb ik dat zoo mis Ik <heb jullie maar eens een plaatsje vooraan im de Brievenbus gegevenvind je niet, dat ik goed op je ben? Ja, enkele vani de be kroonde verhaaltjes .zullen in onze rubriek komen. Je verlangt er zeker al naar om ze dan te lezen Dina V. Wel Dientje^ wat kreeg ik een mooie briefkaart van je! Ik vind het een alleraardigst Bloeanen- daalsch kijkje Maar vertel me eens, kwam hij nu uit Bloeanendaal of uit Haarlem Herken je je raadsel nog? Age B. Het zal me heusch be nieuwen, wanneer ik Roelof en jou nu eindelijk eens uit elkaar ken De Nieuwe Wedstrijd Ja, jongens en .meisjes, kijk het plaatje in onze rubriek maar weer eens goed aan, want onze wedstrijd heeft weer wat met een plaatje te maken. 't. Is dezen keer een kleur wedstrijd, .en de prijzen zullen dit maal toegekend worden aan de jon gens en meisjes, die mij het netst ge kleurde kippenvoerende meisje stu ren Je knipt het plaatje du^ netjes uit, plakt het op een vel stevig wit papier, heel -voorzichtig, zoadat het niet opbobbelt; dan haal je dekleur- doos maar voor den dag en ga je aan 't werk. Wanneer broertjes en zusjes er over inzitten, dat ze nu maar één plaatje hebben kunnen ze •zich gauw troosten, want vandaag over veertien dagen komt het- plaat je nog eens in onze rubriek te staan, en bovendien, kan je exemplaren van dit nummer van ,,De Zaterdagavond" voor 2 cent krijgen aan het Bureau van Haarlem's Dagblad in de Groo- te Houtstraat. Maar nu 'verder over den wed strijd je moet dan weten, dat we dezen keer vier afdeelingen hebben. De eerste afdeeling is voor jongens en meisjes van acht jaar of jonger dan acht jaar. In deze afdeeling zal de eerste prijs bestaan uii EEN POP OF EEN BOUWDOOS, tenvijl de tweede prijs zijn zal EEN MOOI BOEK. De tweede afdeeling is voor jongens en meisjes van negen en tien jaar. Hier zal de eerste prijs zijn EEN SPOOR MET RAILS OF EEN SPEL. Ook liier zal de tweede prijs een boek in prachtband zijn. In de derde afdeeling dingen me de jongens en meisjes -van elf twaalf jaar. De eerste prijs bestaat hier uit EEN POSTZEGELALBUM EEN PAAR STELTEN OF EEN DOOS POSTPAPIER. Als tweeden prijs wordt Ook in de ze afdeeling een mooi boek uitge loofd. De vierde en laatste afdeeling is Ivoor jongens en «meisjes van der tien jaar of ouder. Hier zal de eerste prijs zijn EEN SCHRIJFPORTEFEUILLE, EEN VOETBAL OF EEN NAAIDOOS. En ook hier is de tweede prijs een boek. En nu nog de bepalingen I. Alle inzendingen moeten aan mij gezonden worden vóór Dinsdag 12 Juni. II. Op de achterzijde vara iedere in zending moeten -vermeld zijnnaam. leeftijd en woonplaats van den in zender en een verklaring of het werk alleen gemaakt is. III. Onopgeplakte plaatjes kunnen niet mededingen naar een prijs. Natuurlijk mag iedereen aan de zen wedstrijd meedoen of je tot nu toe meedeedt of niet, komt er niets op aan Tot slotPrettig werken, voor zichtig kleuren en niet over de rand jes gaan Dat wordt toch wel tijd. vind je niet? 't Is geen teekenwedstrijd, zooals je ziet, maar 'L lijkt er toch wel veel op, en ik hoop, dat jullie je krach ten er eens aan zult beproeven Wat teeken je nu eigenlijk 'het liefste? B e t s y en T r ij n t j e F r. Betsy is dezen keer niet gelukkig geweest met de raadsels. Als je het bericht" leest, zul je zien, dat letterraadsels voortaan niet meer worden aangeno men en je ondiere raadsels had ik al. Trijntje's raadsel is goed. 't Is jam mer, hè, Bets Nu, een anderen keer beter, zullen we maar zeggen, wat zeg jij Gretha K. Worden jullie iedere maand verplaatst op school Nu, dat is verandering genoeg, dunkt me En heb je Annie's prijs al bewonderd? Wel kind wat heb jij een heerlijke verjaardag gehad! Een poëaie-album en een zwartjes-album en nog meer! Je had' zeker erg goed opgepast, is 't niet Je hebt een mooi raadsel be dacht, hoor t J a c o b u s ter H. Nu vent, ik heb wel gemerkt, dat je blij bent met je prijsEn nu -kan je dadelijk de kleurdoos te voorschijn halen en aan den nieuwen wedstrijd beginnen Wat zal dat nu heerlijk gaan. denk je ook niet? Ik hoop, dat Coba ook eens een -prijs verdient, een kook- 'kaoh eitje of iets anders, en .ik hoop ook. dat ze weer heel gauw zoo ge zond is als een vischje Hoe is 't met Jan en Marietje? Doe mijn groe ten maar aan Coba en Hendrika M a r i a G r. W'% het Donderdag een pretige dag, en kwam de regen •het plezier niet bederven En is „Tante" druk aan 't spelen geweest met het kleine drietal Dat is me wat, die twee prettige dagen in een week, want ik tel den dag, waarop je je prijs kwam halen, ook maar -meeIs 't boek naar je zin. en ben je met „Corrie" uit „Alleen in een kleine stad" even ingenomen als met de echte Corrie Wat zal het huis gedreund hebben toen jij bijna, tot aan den zolder sprong Dirk II. Of je ook mee mag doen, Dirk Ik vind het uitstekend hoor, en je raadsel zal i'k ook plaatsen. Ben je ee<n vriendje van Dirk B. gfëaStatffe-k6"' ISbMè Truus St. Nu Truus, je kunt ook niet altijd gelukkig zijn met raad sels oplossen 't Zou ook wel merk waardig. mooi zijn als je ze altijd alle tien. h'adtHeerlijk, dat je nog een eersten prijs gekregen hebt, TruusWaarvoor was dat, en naar welke klas ga je nu eigenlijk? En waaruit bestond de prijs? Jammer, -dat ik niet thuis was, toen je k-wam Maar nu houd ik toch gauw o-pmet je briefHeb ik nu genoeg vragen gedaan J o en Betsy P- Wel Jo, was het versje in je album naar je zin? En wat kan onze kleine Bets al prach tige brieven schrijven Daar keek ik toch zoo -van op. Wat grappig, dat ik je van de week op straat nog even sprak, hè Jo Ik 'verheug me al op dien langen brief, dien ik den vol geenden keer krijg Dag Corrie de II. Ik geloof, dat jij het nogal niet erg naar vindt op de Industrieschool. Cor't Is een flink prograanma. (lat, je iedere week af werkt. zie ik Is 't vrije kwartier prettig, en mogen jullie dan spelle tjes doen Wat zal 't Zondag heer lijk geweest zijn in ZandvoófrtHeb je niet echt genoten van de zee lucht Roelof B. O, wat had ik daar een pret om, dat je het antwoord van je eigen raadsel vergeten was Maar t was ook ai zoo lang geleden dat je liet gestuurd haidt# hè Ik ïramd liet erg dom van je, om niet eerder te vertellen, dat je S Mei jarig was Nu ben ik veel fe laat met mijn gelukwenschen'k Hoop toch, dat het- een heel prettig jaar voor je zal zijn, hoor Wilhelmina en Hendr<ka R. Zeg, worden jullie altijd Wilhel mina en Hendrika genoemd? Alleen die namen van jullie tweetjes be slaan al een regelHendrika's raad sel begrijp ik niet goed. leg je het me eens uit? Het antwoord' lijkt mij zóó heelemaal niet waarWiLhelmi- n-a's raadsel is goed. Gijsbertus S. Eerst dei raadsels vergeten Nu, vergeot ze dan dezen keer maar niet weer, en pas goed op de courant dan verlies je de kleur plaat meteen nietGeef ik je nu geen goeden raad? Betsy van W. Wel, wel, wat schrijft die kleine To al netjesIk wed, dat ze van plan is het goede voorbeeld van zus Bets na te volgen, wat schrijven betreft ten minste, want verder zal er nog wel eens het een en ander aan dat goede voor beeld ontbreken! Wat een plagen, hè Nu, wordt maar niet kwaad, en doe mijn groeten aan To en aan je zelf Hendrik en Neeltje B. Neel tje in de derde klas en Hendrik in de (Vierde klas Nu jongens, jullie maakt vorderingen Prachtig, hoor Wat zal dat een feest zijn als Neeltje haar eerste kous gebreid heeftNu hoop ik dat jullie morgen heel-veel plezier zult hebben Denk er aan om Moe voor me te .feliciteeren Hen- drik's raadsels zijn goed. Marie en Anna van Z. Van daag krijgen jullie samen een brief, en nu heb ik 't jongste zusje maar vooraan gezet! Jazeker mag" je ook raadsels inzenden, maar geen letterraadsels, zooals je in 't Be richt" kunt lezen. Hè, ik hoop, dat jullie dezen keer nu eens alle raad seloplossingen vindtDoen jullie ook mee aan den nieuwen wedstrjjd? Izaak en Trijntje Br. Jullie wordt op je wenken bediend, zooals je ziet. en als je het nog niet ge zien had, lees dan maar eensganw het ..Bericht". Ben je daar nu tevre den mee. zeg Ik ben heelemaal niet boos, om de leelijke enveloppe ik denk maar al doende leert men", en ik wed, dat mijn adres den vol genden keer een prachtstuk wordt Vindt Heintje het niet heerlijk om te loeren naaien, en bevalt het je goed! in do zeöde klasse Is Abram je jongste broertje Wat een vragen Maar nu eindig ik ook opeens M. C. VAN DOORN. der stoombooten, die' het meer van Genève bevaren. Het was 'heerlijk weer, een lucht even blauw als het water en de be sneeuwde ALpenkruinen schitterden m het zonlicht. Francine en Hubert vermaakten zich, toen zij hun blik verzadigd had den aan het schoone natuurtafereel, met spottende opmerkingen over den kapitein der stoomboot, een klein, zwaarlijvig mannetje, dat heel ge wichtig deed, misschien wel tenge volge van zijn uniform, die overdad'g met goudgalon was versierd. Kapitein Sterk moest ook glimlachen om den stoomboot-kapitein; als vele zeelieden van de groote vaart had hij een zekere geringschatting voor zulk een „zoetwater-kapitein". De stoomboot-kapitein werd' er niets van gewaar, hoe hij den spotlust van zijne passagiers opwekte. Hij keek be denkelijk naar de lucht, die, hoe prachtig ook voor oningewijden, voor hem onrustbarende kenteekenen scheen te vertoonen. Inderdaad, eer het een uur verder was. rezen er van alle kanten zwarte wolken van achter de bergen op en trokken zich boven het meer te zo men. Het zou er spannen, dat zag kapi tein Sterk ook wel, en voor liet eerst van zijn leven werd hij bang. Wan neer men heim, die op den Oceaan, inde IJszee, in "den Indischen Archi pel enz. al heel wat meegemaakt had, vroeger ooit had verteld, dat hij op zoet water nog eens bang zou zijn, hij zou er zeker daverend om gela chen hebben, en toch, hij was bang, hij beefde zelfs va.n angst, maar hij had ook nog nooit gevaren met zijn dochter en zijn schoonzoon aan boord, dat wil zeggen, met alles wat hem op aarde dierbaar was. En dan, was de kleine kapitein wel de man om een storm te trotseeren, Booals er nu dreigde? Zoii hij, kapitein Sterk, zich bekend maken en zijn hulp aanbieden? Hij bedacht hoe hij zelf antwoorden zou als op zijn éigen schip, wanneer er stormweer dreigde, een passagier tegenover hem iets dergelijks durfde doen, enwat gij niet wilt dat u geschiedt, enz. Daarom besloot hij voorloopig nog maar goed toe te zien, hoe die zoet zich hield. Liep Iret ver keerd, dan kon hij altijd nog zijne aanbieden. .De kapitein stond op de "brug, maar mooie uniform had hij nu ver wisseld tegen een oliejas en een zuid wester en kapitein Sterrk moest er dat hij er nu veel beter uit- Daarbij deed hij nn niet druk meerintegendeel, zijn houding was opvallend kalm en kloek. Het was een waar noodweer, dat uitbarstte. De boot was midden op het meer, dat kookte en bruiste, alsof er een hellevuur onder brandde. Woeste windslagen joegen de golven hoog op en deze rolden op de stoom boot aan als wilden ze haai" verzwel gen. Zij sloegen over het dek heen met zulk een kracht, dat zij een stuk van de kajuit meenamen. De passa giers weenden en jammerden, maar Francine keek slechts haar vader aan en glimlachte tegen hem, als wilde zij zeggen Zoo lang gij aap. boord zijt vrees ik niets. Dat deed kapitein Sterk weldadig aan en weer zag hij naar den' zoet water-kapitein Deze was onversaagd, rustig gaf hij zijn bevelein en de bemanning ge hoorzaamde prompt en vlug. Metéén oogopslag bemerkte Sterk, dat die meer-vaarders goed-gedrild wanen en een vaste leiding voelden. De boot werd daarbij met meesterschap be stuurd, behendig ontweek zij elk ge vaar en zij bleef midden op het meer zoolang de storm woedde. Chilian was in het gezicht, maar een poging om daar te landen, zou de boot reddeloos doen vergaan. Dat scheen de zoet-water-kapitein wel de gelijk te beseffen, daarom bleef hij op de woedende golven rondslingeren totdat de storm bedaard was. Toen gleed zijn gehavende boot langzaam die haven van Chillon bin nen en eerst toen zij gemeerd lag, de kapitein van de brug en wilde zich naar zijn kajuit begeven, maar Sterk trad hem in den weg Kapitein, ik moet u mijne ver ontschuldigingen aanbieden. De kapitein keek den passagier ver bluft aan. Ik ken u niet, mijnheer, zei hij, waarvoor zou ik u moeten veront schuldigen Ik ben een zeeman, kapitein van de groote vaart en tot op heden heb ik altijd laag neergezien .op hen, die zoetwater bevaren. U heb ik wel niet in uw gezicht, maar dat doet er niet toe een zoetwater-kapitein genoemd, maar nu ik u aan bet werk heb gezien, moet ge mij dat verge ven. Van harte gaarne, collega. Neen, neen, gij zijt meer dan een kapitein, gij zijt admiraal. Goed, maar dan toch... een zoet water-admiraal. VOORKOMEN EN TOENAME VAN KRANKZINNIGHEID IN NEDERLAND. Doofr <lr. D. Schermers, te Loosdiui- raera, is in den tweetal ai-tik el en een zeer belangrijk overzicht glegeven van het voorkomen en die vermoedelijke toename van het aantal krankzinni gen in Nederland over het laatste kwartaal der vorige eeuw, namelijk van 1875 tot 1900. (1). Het blijkt, dat het aantal krankzin nigen, in de gestichten verpleegd, steeds is toegenomen. Het gemiddel de in de eerste vijf jaren van dit tijdperk^toch bedroeg 4002, dat der laatste 7C37. De verhouding dier ge- slachten is in diien tijd omgedraaid eei-st wanen er tegenover 1920 mannen 2082 vrouwen, later waren dieze cij fers 3845 mannen en 3792 vrouwen. Bij idleze toename van krankzinni gen moet echter de» vemneerdiering der bevolking van ons land in aanmerking genomen worden hiermede rekeliing1 houdende, waren er in de eerste vijf jarige periode 10.2, in de laatste 14.7 op iedere 10.000 inwoners. Deze ver houding was echter niet dezelfde voor alle provinciën, wat betreft de her komst der krankzinnigen. Utree lit, staat bovenaan met liet hoogste cij- Jfer. namelijk 17.0daarop volgen Noord-Holland met 16.6, Limburg met 14.4, Noord-Brabant met 13.1, Gel derland met 12.3, Zuid-Holland met 11.7, Friesland, Overijsel en Gronin gen elk met 10.7 en eindelijk "Drente met 7.6 en Zeeland met slechts 6.6 krankzinnigen op iedere 10.000 Inwo ners. Do toenaime van helt aantal gediu- rende de besproken 25 jaar bestaat in alle provinciënliet sterkst in Zuid- Holland, waar deze 6.3 bedroeg op 10.000 inwoners. Uit deze algemeene toename dér krankzinnigen, verpleegd in de ge stichten, mag echter, zooals de schrij ver niet verzuimt te erkennen, niet worden afgeleid, dat de krankzinnig heid in liet algemeen in even sterke m ate vermeerderd ismen moet be- 1) Dr. D. Schermers, geneeidheer- directeur van het gesticht" ..Bloe- mendaal"te Loosduinen. Eenige statistische beschouwingen over de psychosen in Nederlandsclie krank zinnigengestichten gedurende de ja ren 1875—1900. (Psychiatrische Bla den 1906, No. 1). Dezelfde. Enkele bijzonderheden omtrent de krankzinnigen, die van 1875 tot 1900 in de Nederlandsdhe ge stichten werden verpleegd. (Ned. Tijdschrift van Geneeskunde. Ie helft 190G. No. 14). dénken, dat thans tal van. krankzin nigen in een gesticht opgenomen; wor den, die vroeger tliuis wei'dteii ver pleegd', d'aaik zij dien minderen tegen zin tegen zulke 'inrichtingen en bet verbeterde staatstoezicht op krankzin nigen. Het verschil van 'het aantal krank zinnigen uit verschillende provinciën herkomstig zal waarschijnlijk in ver band staan met de meer of miniddre gemakkelijke gelegenheid ten opname door de nabijheid van gestichten, zoo als bijv. in Zeeland, waar geen enkel gesticlit in de provincie bestaat. Onge twijfeld werken ecliter ook andere fac toren mede, zooals die invlodd van de groote steden, 'bet ialcoholgebruik, de fabrieken enz., en- zal de eenie factor zich meer in de eieine, die1 .andere in gene provincie doen geiden. Ten eindie een overzicht van den leeftij-d 'dier krankzinnigen, te verkrij gen, werd als basis aangenomen liun ouderdom bij de opname in liet ge sticht. Van ad diegenen, die verdien opgenomen gedurende de geheele pe riode 1875 tot 1899, waren 448 (1.2 pet.) jonger dan 10 jaren, 2450 v6.5 pot. 10 tot 20 jaar oud, 7983 (21.3 pet.) 20 tot 30 jaar, 8639 (23.1 pet.) 30 itot 40 jaar, 7151 (19.1 pet.) 40 tot 50 jaar, 5336 14.2 pet.) 50 tot 60 jaar. en eindelijk 1975 (5.3 pet.) ouder dan 70 jaar. De meeste krankzinnigen worden derhalve in een «gesticht opgeno men op 30 tot 40-jarigen ouderdom of tusschen 20 en 3D jaar. Vergelijkt men de verschillende vijfjarige perioden met elkaar dan blijkt, dat de algemeene toename in hoofdzaak berust oip vermeerdering der krankzinnigen beneden het 20ste en boven het 60ste levensjaar. Bij beschouwing van terugkeer der krankzinnigheid bleek, dat 79.8 pet. der opgenomen patiënten voor de eerste maal waren aangetast, de overigen reeds een- of meermalen verpleegd waren. Nagenoeg 4/5 van alle opgenomenen waren voor de eerste maal krankzinnig, 1/8 voor de tweede en overigen voor de derde of vierde maal. De verhouding van degenen, die voor de eerste maal krankzinnig wa ren, neemt toe en die van hen. dtie .meer dan éénmaal krankzinnig wa ren wordt regelmatig kleiner. Bij degenen, die >vqor de eerste maal krankzinnig waren is de ver houding voor de mannen het grootst; hij hen, die twee- of meermalen krankzinnig waren, het kleinst. In de officieel© opgaven der ge stichten wordt aanteekening gehou den van den duur der krankzinnig heid vóór de opname, die echter in veile gevallen niet nauwkeurig *zal kunnen zijn 7,9 pet. van alle krank zinnigheid waren dit reeds van hun vroegste jeugd af en dieze verhou ding is. gedurende de besproken kwart eeuw vrij sterk toegenomen bij mannen is zij graoter dan bij vrouwen. Het aantal overledenen in de ge stichten be>droeg in het algemeen 34 9 pet. (37.3 pet. mannen, 32.3 pet. vrouwen) en is in de laatste jaren gedaald30.6 pet. werden 'hersteld ontslagen (27.8 pet. mannen, 33.4 pet. vrouwen)van de herstelden had bij na de helft den leeftijd tusschen 20 en 40 jaren, zoodat op dien ouder dom de kans op herstel het grootst blijkt te zijh beneden 20 jaren her stelden betrekkelijk weinigen, boven 70 jaren nog 2.3 pet. Tusschen mannen en vrouwen was weinig verschil, wat betreft het aan tal herstelden. Eindelijk kan nog worden aan ge- teekend, dat verreweg de meeste lier stellingen plaats vonden binnen het eerste jaar van het verblijf der pa tiënten in hun gesticht. In uitvoerige statistische tabéllen en grafische voorstellingen wordt 't bovenstaande door den schrijver toe gelicht. KRANKZINNIGE VROUWEN. Te Bakewell in Engeland1 zijn, op aanklacht van de Dierenbescherming twee ongehuwde zusters, die samen op een hoeve woonden, tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens ..wreedheid op zeven koeien, twee stieren, vijf kalveren. een paard, twee varkens, twee-en-twintig hoenderen drie-en-twintig schapen en twee eenden door dezelven gedu rende 5 dagen behoorlijk voedsel te onthouden." Toen de politie verscheen, zagende dieren er als geraamten uit. Eenige schapen lagen dood in het veld. en ettelijke kippen in de schuur. De an dere kippen hadden met de doode hun maal gedaan. De koestal. het varkenshok enz. waren onbeschrijf lijk vuil. Toen een politie-agent in het varkenshok wilde gaan. werd hij door de uitgehongerde dieren aange vallen In den koestal had hij een aanval te doorstaan van een der vrouwen, die hem met een bezem steel te lijf ging. Er bleek aanvoer geen gebrek te zijn. Hooren die twee vrouwen niet in een krankzinnigengesticht EEN AVONTUURLIJK LEVEN. Omstreeks het einde v,an Februari 1869 stierf in 'het krankzinnigenge sticht van Bicêtre, nabij Parijs, zekere Julien Manié, wiens levensloop zoo merkwaardig was, dat wij het y/.ei der moeite waard vinden, die hierme de te dealen. Zijn familie was rijken gedurende liet schrikbewind uit Frank rijk geweken. Daar Julien eene goede opvoeding genoten had, kreeg hij eene aanstelling in Russisch en dienst maar op zekeren dag werd hij gevangen ge nomen en naar Tobolsk verbannen. Een geschrift over Siberië, dat hij den Czaar toezond, bewerkte, dat hem -na eene ballingschap van elf jaar genade werd verleend, zoodat hij zijne vrij heid 'herkreeg, echter met dan op voorwaarde, dat hij zich nooit weder ini Rusland vertoonen zou. Van To bolsk begaf onze Marné zich naar Turkije, waar hij tot tweemaal toe bijna aan de galg kwam. Toen dus een zijner ooms in Parijs stierf, haast te hij ziöli naar Frankrijk te trekken om daar zijn aandeel in do erfenis (750.000 -francs) op te vorderen. Thans in staat als iemand van rang op te treden, liet hij zich aan het. hof van Lodewijk Filips voorstellen, doch toen hij zich aan de wonderlijkste buiten sporigheden overgaf, sloot men hem in het krankzinnigengesticht van Bi cêtre op. Een jaar later ontslagen, verkwistte hij in twee jaar zijn gehee le vermogen. Tot de uiterste ellende vervallen, besloot hij een einde aam zijn leven te makenhij sprang in de Seine, maar werd nog bij tijds gered'. Nu schikte hij zich in zijn lot en werd achtereenvolgens croupier in speel huizen, schermmeester, taalmeester en directeur van een huur- en verhuur kantoor. Daar hij deel had genomen aan eeno samenzweering, die ontdekt werd, zag hij zich gedwongen de vlucht te nemen, en begaf hij zich naar Engeland, waar hij del betrek king van agent vara politie aanvaard de. Later trok hij naar Amerika; in het eerst ging het hean daar zeer slecht, maar spoedig verwierf hij zich in Californië een kolossaal vermogen. Daarmeè trok hij eerst naar Ham burg en verteerde vervolgens een groot deel er Van als söhouwburg-directeur in Weenen. In 1863 keerde hij naar Parijs terug, en hield zich bezig met liet vervaardigen van kunstdiamanien. Langzamerhand editor keerden de oude vlagen van zinsverbijstering te rug en nogmaals moest men hem in Bicêtre opsluiten. En hier heeft hij zijn avontuurlijk loven geëindigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9